LEIDSCH DAGBLAD.
ft
ft«. 51.
Donderdag 5 April.
Ao. I860.
Het Tagblad kost in de 3 maanden 1.E5. Afzonderlijke Hommers 3 Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft en Rotterdam ten 10 u. 0 ra.; 1 u.; 6 u. 0 m.; 9 u. 8 in.
STaar Haarlem en Amsterdam ten 8 u. 5? in.; 1 ti. 4 m.; 4 u. 57 m.; 7 u. 57 m.
Postbusligtingen aan de Lakenhalaan de Katoenfabriek en op de NienwStraat: 's morgens ten 7 ure 80 min.,
smiddags teü 12 ure, 'snamiddags ten 3 ure 45 min., 'savonds ten 8 ure 15 min.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en Wethouders,
Maandag en Donderdag 11 ure. Commissie van FabricageDingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks ten
10 ure. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4 ure. Zon- en Feestdagen uitgezon
derd. Thesaurie, dagelijks van 10—2 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijneu liuizc op den
Duden Singel, Wijk V, N°. 328, 'smorgens van 910 ure
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van S1 ure en van 3 6 ure.
Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van S4, 'van het KadAster en de Hypothekenvan 94 ure.
Industrie- en ambachtsscholen.
II.
Leiden is eene fabriekstadalzoo heeft zij be
ng bij eene grondige wetenschappelijke opleiding
an industrieëlen. Van dat belang is men immers
andere streken van ons vaderland overtuigd,
aar de industrie bloeit. Eene gezette overwe
ging van den toestand der nijverheid in het
istrict Twenlhe en den omtrek, in vergelijking
niet die van andere landen, bragt tot de over
tuiging dat eene der hoofdoorzaken welke haar bij
die van vreemden doet achterstaan moet worden
gezocht in gebrek aan onderwijs. Dat gebrek
wordt sterker gevoeld, naarmate de overige hin
derpalen voor de ontwikkeling der nijverheid
hunne opruiming schijnen te naderen, de on
dernemingsgeest meer ontwaakt en den lust doet
geboren worden tot daarstelling van belangrijke
fabrieken waarbij het geldt de lessen der weten
schap toe te passen op het uitte oefenen bedrijf.
Eet is niet genoeg, dat de bestuurder der fa
briek wetenschappelijk zij gevormd, hij behoeft
menig ondergeschikte, die in meerdere of min
dere mate onderwezen moet zijn in de wis-,
natuur-, werktuig- en scheikunde en hij onder
vindt de groote bezwaren om zulke helpers van
elders te ontbieden hoe moeijelijk men er mede
Werkt. Daardoor wordt dan regt levendig ge
voeld, welk groot voorregt het is, wanneer kundige
mannen die wetenschappen onderwijzen niet al
leen, maar ook door de fabrieken te zien de
gebreken op te merken en den weg te wijzen
•goodoendc aan de nijverheid de hand te reiken
en jongelingen uil dien stand met. ijver en ge
lukkigen aanleg begaafd, te vormen tot uitste
kende werktuigen, om de nijverheid tot een
ioogeren trap ran volmaaklheirl te brengen. Het
naaurve verband tusschen fabriek- en haudwerks-
nijverheid eischt evenzeer zulk eene opleiding
van handwerks- en ambachtslieden. De behoefte
aan instellingen, zoo als we aan hel hoofd van
ons betoog noemden, is ook voor Leiden on
twijfelbaar.
Het is een uitgebreid veld, waarover zich thans
de kennis van den nijveren man uitstrekken
moet. Zonder die kennis zal men in den tegen-
woordigen tijd hier spoedig door andere landen
worden voorbijgestreefd en is dit helaas reeds
in vele opzigten het geval. Wanneer men het
fabriekwezen zwak noemt, omdat het bescher
ming vraagt, dan zij men gedachtig aan de
spreukkennis is kracht en men schenke de
gelegenheid, om die kracht te verkrijgen.
De Twentsche vereeniging tot bevordering
van nijverheid en handel beeft zich in het laatst
des vorigen jaars tot Z. M. den koning gewend
tot verkrijging van eene geschikte inrigting
voor industrieel onderwijs in haar fabriekdis-
trict, omdat bet rijksbelang niet minder eischt
dat de industriëlen eene goede opleiding genieten
dan de geleerde standde officieren voor de
zee- en landmagt, de waterbouwkundigen enz.,
daar de industrie belangrijk bijdraagt tot ver
breiding van welvaart, tot de kracht en den
luister van den staat en tot stijving der schat
kist.
Het departement Groningen der Nederland-
sche Maatschappij ter bevordering van nijverheid
wendde zich dezer dagen tot den Minister van
Binnenlandsche zaken, met het verzoek, om
ten spoedigste te willen overgaan tot de indie
ning eener wet op het middelbaar onderwijs en
daarin eene voorname plaats toe te kennen aan
het industrieel onderwijs en wel bepaaldelijk aan
dat, 't welk noodig is tot vorming van kooplie
den en fabriekanten.
Ook binnen Leiden is men van de behoefte
aan zulk onderwijs overtuigd, ook aldaar is