de vierde maal ten tooneele, om bet publiek, evenmin vermoeid haar te volgen als zij zelve om het te beheerschen te betoovercn en te roe ren door al het gevoelvolle en majestueëse, dat er in hare voordragt van een fragment van Fransche muziek gelegen was: het bekende air o mon file" uit den Prophéte. Begaafde be oordeelaren herinnerden zich niet dat air zoo meesterlijk te hebben hooren voordragen en het ganscbe publiek scheen met die zienswijze in te stemmen. Nog was de zangeres zelve onwil lekeurig door dien stroom van huldeblijken weg gesleept toen het orchest de toonen van het volkslied deed hooren en zij met eene krachtige en indrukwekkende stem het Nationale lied aan hief. Met bloemen en fanfares werd de zangster begroet. Thans was het plegtig oogenblik geko men, waarin de directeur, de heer d'Hooghe, haar in weinige woorden de verzekering be tuigde van de hooge sympahthiedie hare voormalige stadgenooten voor hare begaafd heden betoonen en als duurzaam bewijs dier genegenheid haar, namens talrijke vereerders der hofstad, een prachtig cadeau van een zilver servies, met een eenvoudig gepast opschrift, aanbood. De heer d'Hooghe noemde haar een sieraad voor geheel haar vaderland, en voor deze stad in het bijzonder eu waarborgde haar, dat de gehechtheid, welke haar thans werd aan den dag gelegdhaar op hare verdere loopbaan volgen zoude. Een onafgebroken gejuich en bravo bezegelde deze woorden en de gevierde kunste nares, die vruchteloos hare aandoening poogde te verbergenhief op nieuw, ten einde aan 't al gemeen verlangen te voldoen, het volkslied aan en toen ook na de herhaling van dit lied het gejuich wederom niet scheen te bedaren, trad de begaafde vrouw op den voorgrond van het too- neel en met diep bewogen stem verklaarde zij, dat de herinnering aan hare ontvangst ook in deze stad haar steeds zoude bijblijven, maar dat zij ook nimmer vergeten zoudedat zij hare gaven het eerst aan God en daarna aan haren edelen beschermer, wijlen koning Willem den Tweeden, te danken had. In het algemeen bravo dat hierop volgde, stemde kennelijk het natio naal gevoel der aanwezigen met het kunstgevoel te zamen en de herinnering, die de zangeres opwekte, vond bij de menigte een diepen weer klank. Dus werd deze overschoone avond waar dig beslotendie op nieuw een triomf was voor de zoo mild bedeelde concertgeefster eu die zij zich in later dagen voorzeker met innig gevoel zal te binnen brengen; maar die terzelfder tijd wederom tot bewijs strektehoe zeer het publiek van 's Gravenhage groote, zeldzame be gaafdheden weet op prijs te stellen, te meer als ^iflji^steres der edele toonkunst te gelijk het «vajJ&rlail^scke gevoel streelt. tty der^ afloop van het concert had zich de ;C0nmii©ie\naar het hotel het Keizershof be- geiftB einde aldaar de kunstenaresse te be groeten ennamens zoo velende verzekerin; te geven van de bewonderingdie zij had op gewekt. Met eenige gepaste woorden betuigd. Mevr. Bosa de Vries bare gevoelens van dan! voor de ondervondene blijken van hulde ep heuschkeid. De meeste leden der commissie ep eenige. andere kunstvrienden, die Mevr. de Vrie nog persoonlijk van hunne hoogachting en huid waren komen verzekerenbleven nog eenige tijd ten harent vereenigd. Onderscheidene gepast heildronken werden toegebragt eu het wekte oo vooral de belangstelling, den eersten onderwijze der zangeres, den heer van Gelder, violoncellis alhier, de eerste plaats te zien vervullen naas haar, die thans, naar het getuigenis van alle des kundigen, prijkt als «eene ster van de eerst grootte," onder de zangeressen van onzen tijd Woensdagavond heeft te Utrecht de stu denten-vereeniging Mutua Fides eene verga dering gehouden, waar het voorstel tot hereenigins der beide studenten-afdeelingen met eene groot meerderheid is aangenomeu. Die hercenigin; is het uitvloeisel der eigene bemoeijing van d studenten; inaar men mag niet voorbijziendt de voortdurende ijver van den curator Mr. P. Is Beaufort en van den Kector-Magnificus Pro! ter Haar tot den goeden uitslag zeer veel heel bijgedragen. Te Amsterdam wordt eene bouwverecuigin; opgerigt tot daarstelling van 108 arbeiderswo ningen op het Funen, waartoe men een kapitaa van 125000 wil bijeenbrengen. Onder de op rigters en bestuurders wordt ook Mr. F. J. vai Outereneen zoon van wijlen den algemeti geachten Leidschen advocaat, opgemerkt. Uit 's Hage berigt mendat reeds doe de regering het beginsel is aangenomen om d concessie te verleenen aan de Hollandsche Spoot weg-Maatschappij tot den aanleg van eenSpoorwe van Schevenibgen naar 's Gravenhage en va Leiden naar Woerden, onder voorwaarde: di de Spoorweg tusschen 's Gravenhage en Leide wordt veranderd in een smal spoorten eini van Scheveningen af eene doorloopende verbii ding, ook voor 's Gravenhage, met het Europeso! spoorwegnet daar te stellen. Men meent te wete dat deze beslissing bovenal moet rusten op overweging van het onmisbaar verband, dati dan zou ontstaanbij den voor de landsverd diging noodzakelijk geachten aanleg van et Spoorweg van Haarlem naar het Nieuwediep Bij de tentoonstelling door de Amste damsche afdeeling der Hollandsche Maatschap! van Landbouw dezer dagen gehouden, zijn <n toegewezen twee zilveren medailles aan den Lei schen hortulanus H. Witte, voor ingezondi fragraea imperialis en aroliareën. De gemeenteraad van Arnhem heeft t gemeente-secretaris benoemd Mr. E. A. Jordei oud inspecteur der jagt en visscherij en adv caat aldaar. Te Utrecht is overleden Mr. J. H. Bt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 2