onze pligt is, de voor de belangen zoo nadeelige onzekerheid te doen ophouden, vorder Ik van uwe vaderlandsliefde het spoedig onderzoek dei- wetten, welke u zullen worden onderworpen. Door de grondstoffen van alle regten te ont heffen en door die te verminderen, welke op de eerste levensbehoeften drukken, zullen de hulp bronnen der schatkist eene gevoelige verminde ring ondergaan. Er zal evenwel tusschen de ont vangsten en uitgaven van 1861 evenwigt bestaan, zonder dat het noodig zal zijn, een beroep op het crediet te doen, of tot nieuw-e belastingen toevlugt te nemen. Door u een getrouw tafereel van onzen staat kundigen en handelstoestand te gevenheb Ik u een volkomen vertrouwen op de toekomst wil len inboezemen en u doen medewerken aan de vervulling van een werk, dat vruchtbaar zal zijn in groote uitkomsten. De bescherming der Voorzienigheid, zoo zigt- baar voor ons gedurende den oorlog, zal niet falen aan eene vreedzame onderneming, welke de verbetering van het lot der groote menigte op het oog heeft. Vervolgen wij dus standvastig onzen weg van vooruitgang, zonder ons daarin te laten tegenhoudennoch door de bedekte tegenkanting van het eigenbelang, noch door het geschreeuw der partijennoch door een on billijk wantrouwen. Frankrijk bedreigt niemand, en met zijne vol komen onafhankelijkheid, verlangt het in vrede de ontzagchelijke hulpbronnen te ontwikkelen, welke het van den Hemel ontvangen heeft, en het kan geen ligt gevoelig wantrouwen opwek ken, omdat uit den staat van beschaving, waarin wij verkeerendagelijks de waarheid schitteren der uitkomt, welke de menschheid tot troost e» gerustheid strekt, dat hoe rijker en voorspoedi ger een land is, hoe meer het tot den rijkdom en den voorspoed van anderen bijdraagt. ■I Te leyden, bij A. W. SYTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 6