NEDERLAND ROEPT DE WERELD
FT
£3
ENDEGEEST
Larens Sint Jans^Processie
50 (aar Kath. Meisjesbescherming
Sl.d.J.-zend&i komt op ootCe tomen
ZATERDAG 28 JUNI 1947
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 3
door
Een bewoner van Endegeest heeft
eens beweerd, dat de zetel van de ziel
gezocht moet worden in de pijnappel-
klier een zielig idee, dat echter
tussen andere vreemde en wonderlij
ke denkbeelden niet zou opvallen,
stonden we niet voor het feit, dat de
pijnappelklier-theorie is verkondigd
drie en halve eeuw vóór Endegeest
door de stad Leiden werd aangekocht
om er een gesticht ter verpleging van
ziels-zieken van te maken.
De man, de beroemde wijsgeer en
natuurkundige René Descartes, heeft
twee jaar in Endegeest gezeten. Hij
had het buiten in 1614 gehuurd, om er
te-midden van de vrije natuur rustig
en kalm diepzinnige bespiegelingen
te houden. Hij kreeg het al spoedig
aan de stok met de godgeleerde heren
van de Leidse hogeschool, die het met
deze Jezuieten-leerling en trouwe
zoon der Moederkerk moeilijk eens
konden worden en met hem in heftige
polemiek traden. Waarop Descartes
de wijste partij koos en verhuisde,
met medeneming van het Cartesiaan
se duikertje. De geschiedenis met die
pijnappelklier daargelaten, was Des
cartes of, volgens de toenmalige mode
om de namen te verlatijnsen: Carte-
sius, een wijsgeer van groot formaat,
die een sterke invloed heeft gehad op
de natuur-philosophie, al sloeg hij re
gelmatig de plank mis. Wat eerder te
wijten is aan de gebrekkige natuur
kennis van die dagen dan aan de
gevolgtrekkingen van zijn zeer ge
zond verstand.
Het Kasteel Endegeest,' waar Des
cartes zijn bivak had opgeslagen, was
niet het Endegeest, zoals het zich te
genwoordig vertoont of niet ver
toont, want het speelt zo'n beetje kie
keboe achter de bomen van de bui
tenplaats. Het staat open en bloot
voor de Leidenaars, maar houdt zich
angstvallig verscholen voor de Oegst-
geesters. Men heeft ons zelfs wijs
willen maken, dat de meerderheid
van de Oegstgeesters niet eens weet,
dat er aulk een prachtig kasteel in
hun gemeente staat. Zij kennen alleen
maar het vroegere hoofdgebouw van
het gesticht, dat in zijn voorgevel het
Leidse wapen voert bij het zien
van welk opdringerig blazoen iedere
autonome Oegstgeester het hoofd om
draait en zijn'pruimpje wegspuugt.
Het is zeer betreurenswaardig, dat
het kasteel tegelijk-met zijn bewoners
aan het maatschappelijk verkeer is
onttrokken en er, voor het kasteel
althans, geen kans bestaat in de ge
wone samenleving terug te komen.
Leiden heeft in 1895 de plaats aange
kocht en afgesloten.
Weinige jaren te-voren, in October
1887. had men nog een kostelijk feest
op touw gezet tér gelegenheid van de
80-ste geboortedag van de „Hoogwel
geboren Ambachtsvrouw der gemeen
te Oegstgeest, Vrouwe Douairière J.
M. Gevers van Endegeest-Deutz van
Assendelft", waarbij de festiviteiten
o.m. bestonden uit een „matinée mu-
sicale" 's middags om 1 uur, fbiggen-
vangen en vuurwerk.
Wie had toen kunnen bevroeden
dat de laatste klap van de vuur-pijl,
die sissend heenvlood en uitdoofde,
tegelijkertijd het einde was van de
Endergeester heerlijkheid?
Natuurlijk misgunnen we niet de
800 verpleegden van Endegeest en
Voorgeest (het jeugd-huis) te kun
nen wonen en rondwandelen in de
schaduw-rijke lanen van het land
goed, waar bloemen en vogelzang
hun gebondenheid enigzins vergoe
den, maar men verbaast zich toch
over het gebrek aan tact dit gesticht
te vestigen midden-in een zich uit
breidende nabuur-gemeente en in een
•kasteel, dat door zijn eeuwen-heugen
de geschiedenis en architectonische
voornaamheid verdiend had gemeen
goed1 van allen te worden.
In zijn huidige staat is het Kasteel
Endegeest een bouwwerk uit het mid
den van de 17e eeuw. Aan weerszij
den van het huis verheffen zich sta
tige acht-kantige hoektorens, gedekt
door koepels die uitlopen in door-
luchte spitsen. Het is nog aan drie
zijden door middeleeuwse grachten
omgeven. Aan de overblijvende zijde
is de gracht gedempt en afgesloten
door een aardig poortgebouw, dat
voor een deel als oranjerie is inge
richt.
Boveri de poort-doorgang de wa
pens van vroegere bewoners. Het huis
is aan de binnenplaats in later perio
de opgevrolijkt met witte rococo-om-
lijstingen.
Van buiten is Endegeest ongeschon
den; van binnen is het gedeeltelijk
ingericht voor de administratie en
provisie, gedeeltelijk ook voor de
verpleging van vrouwelijke patiënten.
Er kan dus geen sprake van zijn het
door deze of gene kunstliefhebber te
laten bezichtigen. De directeur, dr. C.
J. Stotijn, was echten zo vriendelijk
ons toegang te verlenen.
Het enige vertrek, dat de sfeer van
een rijk verleden heeft bewaard, is
de Blauwe Kamer, waar de „commis
sie van beheer" der gestichten verga
dert. De zetel van de voorzitter, h-t.
de burgemeester, is gekroond met het
Leidse wapen. De heren vergaderen
zomer en winter in het bosch; df zaal
is rondom behangen met blauw-groen
schemerende' woud-partijen, waarin
fel-kleurige papegaaien rond fladde
ren en een hupse kinderschaar zich
vermaakt met touwtje-springen en
een bok te plagen. Het zijn kostbare
tapijten in warme, sprookjes-achtige
kleurenpracht. Boven de fraaie mar
meren schoorsteen giet een fantasti
sche waterval koelte over de tropi
sche woud-visoenen, terwijl boven de
deur een ridder verzonken ligt in
zoete dromen, en'ondertussen bezoek
krijgt van Amor en Venus, Zelfs de
hamer van de voorzitter is niet bij
machte hem op de aanwezigheid van
dit verliefde stel attent te maken.
Ook in de wijdse conversatie-zaal
van de verpleegsters is iets van de
oude luister teruggekeerd. Aanvan
kelijk had de gemeente Leiden de
zaal geplunderd om er de Lakenhal
mee te begiftigen, maar in.1935 heeft
men gewetensbezwaren gekregen en
de eiken schouw met haar Korinti-
sche pilasters .weer naar Endegeest
gebracht,
In de schouw-boezem een meesle
pend ruitergevecht van J. v. d. Stoffe
(t 1682), dat vermoedelijk het heetst
van de strijd aan het Tolhuis in 1672
uitbeeldt. In de zaal hangt tevens een
portret van Willem van der Rijdt en
zijn gezin een van de vroegere
eigenaren van Endegeest dat de
Lakenhal ook al in „Schutzhaft" had
genomen en naderhand vrijgegeven
heeft. Het museum dreef toen eens
klaps de edelmoedigheid zo ver er
nog een paar bruiklenen uit het de
pót aan toe te voegen.
Er viel aan Endegeest inderdaad
iets goed te maken.
Liefhebbers van antieke tegeltjes
vinden onder de zware gewelven van
keukens en dienstvertrekken (nu als
voorraadkamers in gebruik) een uit
gebreide collectie bijeen met aller
hande grappige en geestige voorstel
lingen.
Op het gazon buiten de slotpoort
staat een zandstenen pyramide, die
op zijn drie zijden voorstellingen
heeft van de dans om het Gouden
Kalf, de Koperen Slang in de woestijn
en Mozes water slaande uit de rotsen.
Deze pyramide is afkomstig van Abt
spoel.
En dan Zijn er de pauwen de
troeteldieren van Endegeest. Uit een
dakraam op een der zolders zagen
we een heer-pauw. die met zijn eigen
hoogmoed geen raad wetend, op een
van de torens was geklommen en
daar zijn waaier van groene glans
ogen ontplooide.
Er drentelen vele pauwen rond op
Endegeest.
Een hoofdverpleegster, die ons
rondleidde, had het er niet erg op
begrepen. „Ze houden je maar wak
ker met hun geschreeuw vooral
als er regen op komst is".
„Syn luut es ofte die duvel ware"
zou Jacob van Maerlant de zuster
gelijk geven.
De pauwen beschouwen het slot
als een volière, die strookt met hun
prachtlievendë staat en staart en om.
waaieren het met een vreemde, on
wezenlijke sfeer van vergane glorie
en getaande grootheid.
Toen we het verbijsterd kasteel
verlieten, liep er een mevrouw pauw
boven in de dakgoot te slaapwande.
len:
Syn ganc stille, in der ghebare
Alse die dief
POORT-DOORGANG KASTEEL ENDEGEEST.
De Sint Jansprocessie te Laren in
Noord-Holland, die Donderdag we
derom is gehouden, is de tiende
sinds 1937, toen de majestueuze
parochiekerk met haar twee bak
stenen torens door de Paus tot basi
liek, werd verheven. En welhaast
voor de zestigste maal is zij tevens
Sacramentsprocessie.
Reeds in het begin van de mid
deleeuwen, stond op het huidige
Sint Janskerkhof nabij Hilversum
de plaats, waar de processie jaar
lijks haar rustpauze heeft en waar
de feestpreek wordt gehouden
een kapel, waar de Kerkpatroon
werd vereerd.
Omtrent de helft van de dertiende
eeuw werd een pauselijk voorschrift
van kracht, volgens welk het ge
bruik werd ingevoerd, om het hei
lig Sacrament in processie mee te
dragen.. Die gelegenheid zal men
toen ook in Laren wel spoedig heb
ben aangegrepen; althans in 1296
was de processie een feit. In oude
geschriften zien wij namelijk ver
meld, dat op de Sint Jansdag van
genoemd jaar „Toen een zeer groot
aantal Gooilanders in Laren verza
meld was om de jaarlijkse processie
mee te maken" bekend werd, dat
de in het Gooi beminde graaf Flo-
ris V dreigde te worden ontvoerd.
En in 1565 wist Lambertus Horten-
sius, een regionaal geschiadschrij-
sius, een regionaal geschiedschrij-
van Gooiland te vermelden, „dat in
Laren elk jaar op 24 Juni de plech
tige Sint Jansprocessie werd ge
houden, dat het Allerheiligste daar
in langs de velden werd rondgedra
gen en dat een ontelbare mensen
menigte dan te voet, te paard of
per wagen van heinde en verre
naar Laren kwam om deze plech
tige ommegang mede te vieren".
In de tijd van de hervorming
werd de toestand anders. De Laar-
ders bleven trouw aan het oude ge
loof; doch zij moesten, doordat hun
parochiekerk aan haar bestemming
werd onttrokken en later boven
dien het kerkje op het Janskerkhof
werd afgebroken, van hun open
bare processie afzien.
Maar zij versaagden niet, want
toen trok de processie, zonder het
Allerheiligste, op menige feestdag
van Sint Jan in het geheim, midden
in de nacht, dan wel in kleine
groepjes.
Tijdelijk, omstreeks 1613, was het
te danken aan het gematigd optre
den van de dichter P. C. Hooft, die
wij onlangs in verband met het
Muiderslot hebben geëerd als drost
van Muiden, waaronder het Gooi
behoorde, dat de Laarders weei?
openlijk met het heilig Sacrament
konden uittrekken.
Maar in 1654 en ook het volgend
jaar brachten regeringspersonen -op
24 Juni een bezoek aan het Siht
Janskerkhof, om er uit naam varj
de Regering de processiegangers "tej
verstrooien. Eerst toen de vervöl-1
ging minder heftig werd, kon de al
oude Sint Jansprocessie op plech
tige wijze worden hersteld. En., zij
wist zich te handhaven toen in het
begin van de vorige eeuw het Jan
senisme ook in Laren trachtte bin
nen te dringen hetgeen echter
niet is gelukt.
De aloude luister was volkomen,
toen de Franse bezetting de gods
dienstvrijheid herstelde. Sindsdien
is de Larense processie weer alge
meen geworden En zij valt niet on
der de bepaling, waarop men thans
aandringt, onder druk van bepaal
de groepen, om er van overheids
wege streng de hand aan te hoi
den Deze bepaling komt hiero)
neer, de alleen gepreviligeerde pr<
cessies buiten het terrein van
kerk mogen treden.
De toeloop is dermate gegroeii
dat het houden van de processie
Laren in 1848 een recht werd. Da»t
betekende echter nog niet, dat h^t
heilig Sacrament in monstrans we
derom in triomf langs de wegen ejji
de velden mocht worden rondge
dragen. Eerst in 1886 werd dië ver
gunning verleend en wel voor de
tijd van vijf jaar, mits zich geen
stoornis voordeed. In 1891 werd de
vergunning opnieuw voor vijf jaar
verleend en in 1896 volgde een
duurzame vergunning „voor altijd".
De deelname groeit nog steeds;
een broederschap is gesticht en bui
ten het Gooi zijn het vooral de Am
sterdammers en vacantiegangers,
die grote belangstelling tonen. De
bevolking van Laren zelf denkt
steeds schoner straatversieringen
uit. De oude dorpskerk heeft plaats
gemaakt voor een groots Godshuis,
uiterlijk fors, van binnen getooid
met ware kunstschatten.
Die kerk is thans reeds tien jaar
verheven tot Basilica minor, een
pauselijke gunst, die slechts bij hoge
uitzondering wordt verleend.
v. O.
HYPOTHEKEN
en voor alle andere zaken
op het gebied van on
roerende
Bouw-en Makelaarsbedrljf
v.dn Drift
Be oestercultuur is ons land ver
schaft vele handen werk. Een kijkje
tijdens de oestervangst, welke ge
schiedt met behulp van verschillende
soorten vaartuigen.
Indrukken van het internationale
congres in Zwitserland.
(Van een bijzondere medewerker)
|N een sfeer van ernstig overleg en
in goed begrip zijn dames uit ver
schillende Europese landen naar Fri-
bourg in Zwitserland gereisd voor de
bijwoning van een congres, bij ge
legenheid van het vijftig-jarig be
staan van 1'Association catholique in
ternationale des oeuvres de protec
tion de la jeune fille, in ons land be
kend als de katholieke vereeniging
tot bescherming van meisjes.
Over de brede €n heilzame werk
zaamheid van deze in Nederland, en
daarbuiten gunstig bekend staande
organisatie is genoegzaam geschre
ven. Paus Pius Xn heeft dit alles wil
len onderstrepen met een allocutie,
waarin onder meer het volgende
wordt gezegd: deze organisatie gaat
dagelijks uit over de wegen der we
reld om hulp te verlenen. Haar le
den zoeken er de meisjes op, die mo
gelijk zijn afgeweken; zij verstoot
deze ongelukkigen niet. Zij be
schouwt die meisjes als haar zusters
in Christus en dus helpt zij hen al
len". En de H. Vader verbindt aan
zijn woorden het volgende verzoek:
verricht iets goeds aan die jonge
meisjes, in dezelfde mate, waarin gij
het goede hebt ondervonden.
Beheerst door deze vaderlijke ge
dachte heeft het Freiburgse congres
zich enkele dagen beraden, niet al
leen in voordrachten en openbare ge-
dachtenwisseling, maar ook door het
onderling contact Behalve de vele
dames uit verschillende landen zelf,
maar ook verschillende genodigde
autoriteiten hebben deelgenomen aan
die uitwisseling van ideeën, waar
door aan het slot van vier vrucht
bare dagen tastbare conclusies kon
den worden gesteld. De uitwerking
er van zal geschieden door ieder van
de afgevaardigden in eigen kring;
en de bijeen te brengen ervaringen
zal men de volgende zomer voordra
gen op het alsdan in Rome te hou
den nieuwe congres.
LIET congres van Fribourg stond
11 onder bescherming van de bis
schop van Lausanne en telde onder
zyn bezoekers Mgr. Signora, die kar
dinaal Pizardo vertegenwoordigde.
De Nederlandse afvaardiging die te
elfder ure twee van haar leden moest
missen, was vertegenwoordigd door
mevrouw dr. E. G. M. A. Kreyns—
Ten Braak uit Hilversum; inplaats
van mej. Tilman uit Den Bosch hield
zij een voordracht over enkele mo
derne aspecten van het werk der
meisjesbescherming, welke voor
dracht zeker heeft bijgedragen tot
beter begrip van hetgeen in deze
tijd nodig en wenselijk moet wor
den beschouwd. De federatie van
katholieke Vrouwenbonden in ons
land had de presidente mevrouw
(Van een bijzondere
medewerker):
I^TA de voortreffelijke
pioniersarbeid van de
Kath. Radio-omroep op het
gebied van de wereld-uit
zending, heeft de nieuwe
organisatie van de Wereld
omroep concrete vorm ge
vonden en zijn verant
woordelijkheid gedeeld
met de Rijksoverheid, on
der wie hij staat en die
hem financiert. Dit wil
echter niet zeggen, dat de
Overheid de Wereldom
roep tot haar spreekbuis
heeft gemaakt, of in be
paalde richtin invloed' uit
oefent.
/"\VER dë bekende P.C.J.-
zender kan men thans
horen de Nederlandse pro-
grammadienst, die uitzen
dingen verzorgt ten be
hoeve van landgenoten
over de gehele wereld en
Nederlands sprekende be
langstellenden, verder de
internationale program-
madienst die zich slechts
tot de buitenlanders richt
en tenslotte de ontspan-
ningsdienst in het populai
re „Happy station"
Uit de vele papieren, die
ons werden voorgelegd tij
dens een bezoek aan het
studio-gebouw aan de Bo-
thalaan te Hilversum, is
wel gebleken, hoezeer de
P.C.J.-uitzendingen beant-
over de gehele wereld ver
spreide landgenoten. Door
het geven van ooggetuige
verslagen, bij voorkeur
niet uit de studio, opdat de
uitzending zo levendig mo
gelijk zij, tracht men de
geestelijke afstand tussen
de luisteraars elders en het
moederland zoveel moge
lijk te verkleinen. Zowel
de Indonesische afdeling
als de West-Indische heb
ben reeds grote luisteraars-
groepen gevormd, waar
onder onze Nederlandse
missionarissen, ook die el
ders in de wereld, een be
langrijk aandeel hebben.
Voor onze missionarissen.
LIIER raken wij de ru-
briek van de godsdien
stige uitzendingen, welke
wij nochtans gaarne onder
de K.R.O. hadden zien on
dergebracht. Doch zoals
Kees Middelhoff het katho
lieke deel van deze rubriek
met liefde en kennis ver
zorgt, kan men vrede heb-
ben met de thans gevolg
de methode Wij denken
aan de reportage van de
Stille Omgang, die recht
streeks van Amsterdam
woorden aan een wezen
lijke behoefte van talrijke,
naar de West werd uitge
zonden en waarin het aan
schildering fiiet onljbrak).
Verder aan het devote
klankbeeld over klooster-
en priesterleven en aan
het door de heer Middel
hoff zelf geschreven ien in
klank gebrachte Kerstver
haal uit geteistérd Neder
land.
Zonen van ons volk. ver
spreid over de gehele aard
bol, genieten van deze bij
zondere en natuurlijk, ook
van meer algemene uitzen
dingen.
Wars van slaafse navol
ging heeft de Wereldom
roep vaste series uitzen
dingen in allerlei talen ge
organiseerd ten dienste
van het buitenland. Daar
bij maakt men gebruik van
de gramofoonplaat. De
programma's, op deze pla
ten vastgelegd, worden aan
buitenlandse Omroepen ter
uitzending aangeboden in
hun binnenlandse pro
gramma's. Daarbij over
weegt men, platen-pro
gramma's van voor Neder
land representatieve mu
sici en ook composities sa
men te stellen, zodanig, dat
ze een afgerond geheel
vormen en van een toelich
tende tekst in enkele
vreemde talen kunnen
worden voorzien. Buiten
landse omroepstations, die
deze programma's in bruik
leen krijgen aangeboden,
kunn«tt aldus Nederlands
cultureel vlagvertoon in
de vreemde bevoraeren.
^\OK aan onze zeelieden
heeft de Wereldomroep
gedacht. Met hen wil men
een band weven door mid
del van het nationale pro
gramma. Juist in de vreem
de, op eenzame posten en
op de wereldzeën, put de
zeeman een stimulans uit
het onmiddellijke contact
met het land van herkomst.
Voor die zeeman, maar ook
voor de Nederlandse za
kenman in New York of
de geëmigreerde Jonge
boer in Canada maakt de
Wereldomroep vrolijke en
ernstige muziek, laat kun
stenaars aan het woord,
behandelt eigen vader
landse vraagstukken en
veel meer.
Het wekelijkse program
ma „PCJ roept het Schip
van de week" is bestemd
voor de officieren en man
schappen ter Nederlandse
koopvaardij. Elke Woens
dag wordt het de wereld
ingestuurd, nadat het schip,
dat die week voor oproe
pen in aanmerking komt,
telegrafisch op de hoogte
is gesteld en het verzoek
heeft gekregen, over de
ontvangst van de uitzen
ding te rapporteren.
Dit programma-deel
vormt voor een half uur
een onzichtbare, vriend
schappelijke gemeenschap
van zeelieden aan boord en
hun familieleden thuis. In
de Hilversumse studio's
kan men herhaaldelijk de
vrouwen en verloofden, de
moeders en kinderen, de
vaders en broers van onze
koopvaardij-vaarders, ge
wapend met een op schrift
gestelde „groet voor hem",
welke groet dan op de
plaat wordt vastgelegd om
daarna te worden uitge
zonden. Zo kunnen de fa
milieleden hier hun stem
men ver op een schip laten
horen. De meeste rederijen
werken graag mee, zodat
in de loop van een jaar tal
van Nederlandse schepen
kunnen worden opgeroe
pen, in de eerste plaats de
schepen van de grote vaart,
vaart.
Het rechtstreeks contact
maakt ook deze uitzending
dus niet tot een dode stu
dio-vertoning. Dit kan niet
anders dan welkom zijn
voor hen, die ver weg zijn
en zo graag rechtstreeks
Manken van thuis en ver
trouwde omgeving willen
opvangen.
SteenbergeEngeringh afgevaar
digd, hetgeen voor het landelijk con
tact zeker van belang moet heten.
In haar kwaliteit van presidente der
internationale Unie van kath. Vrou
wenorganisaties heeft mevrouw
Steenberge bovendien een toespraak
tot het congres gericht.
Ogenschijnlijk geleek het program
ma wat overladen;; doch de wijze,
waarop verschillende onderwerpen
in kort bestek niettemin grondig
werden behandeld, kon niet anders
dan een versterking beteken van de
positie der gouden katholieke inter
nationale vereniging. Vooral beiang-
ijk was de rede van mej. De Bois-
deffre, secretaresse-generaal van het
nationale Rranse comité. Zij behan
delde de immoraliteit in de wereld
en haar terugslag op het vrouwelijk
element. Gelukkig bleef het niet bij
geschiedenis; zij gaf ook de midde
len ter verbetering aan Prof. Laura
Dupraz uit Fribourg besprak de in
ternationale samenwerking met gro
te organisaties en pater Pilloud O P.
gaf geestelijke middelen aan voor
verdere actie en propaganda. Al deze
inleidingen voerden tot een diepa ge-
dacliten wisseling.
De dames hebben het congres be
sloten met het bijwonen van een
godsdienstige plechtigheid in de ka
pel van het bisschoppelijk paleis,
waar Z.H.Exc. Charriere de H. Mis
opdroeg en de H. Communie uit
reikte. In ontvangsten, onder andere
in het stadhuis en met enkele excur
sies hebben de congressisten ver
strooiing gevonden na de practische
werkzaamheden in de vergaderzaal.
Men is naar eigen land terugge
keerd, gesterkt in de grote zending,
die van de Meden wordt verwacht:
de redding in Christus van het jon
ge meisje en van de jonge vrouw.
ersengymnastiek
WIE WEET HET?
1. Wanneer en waar werd; Na
poleon geboren?
2. Wat zijn de Oreaden?
3. Wie was Louis Pasteur?
4. Wat is de hoogste berg van
Engeland en Wales?
5. Hoe sreekt men een ambas
sadeur aan?
6. Wat is exegese?
7. Van wie is het toneelstuk „De
Leeuwendalers"?
8. Wat is een cycloon en wat
een cycloop?
9. Welke betekenissen heeft het
woord „couvert"?
10. Wat is een hypocriet?
Antwoorden in ons nummer van
Maandag a.s.
ADMIRAAL IN MONNIKSPIJ
De krijgs-verrichtingen
van een Carmeliet
Op 16 Juni a.s., het feest van O. L.
Vr. van de Berg Carmel, zal (gelijk
we gisteren reeds in 't kort mede
deelden) admiraal Thierry d'Argen-
lieu, de vroegere hoge commissaris
in Indo-Ohina^ die zeven jaar gele
den het klooster verliet om in Franse
krijgsdienst te treden, onder de naam
van pater Lodewijk van de H. Drie
eenheid, wederom in het klooster
der Ongeschoeide Carmelieten terug
keren.
In 1889 uit een oude Bretonse fa
milie geboren, volgde hij de traditie
van zijn familie en liet zich als leer
ling van de zeevaartschool inschrij
ven.
Nog voor het begin van de eerste
wereldoorlog was hij zeeofficier en
nam later deel aan de strijdi in Noord
Afrika, waar hij onder de invloed
van generaal Lyauty kwam en spoe
dig promotie maakte. Hij onder
scheidde zich bij tal van operaties
in de Middellandse Zee.
Na het sluiten van de vrede ver
wisselde hij dc officiers-uniform voor
de monninkspij en in 1920 trad hij in
de orde der Ongeschoeide Carmelie
ten, waarna hij in 1932 provinciaal
voor de Parijse provincie dier orde
werd.
Negentien jaar nadat hij de marl-
nedienst verlaten had, brak de
tweede wereldoorlog uit en pater
d'Argenlieu trad wederom als kapi
tein ter zee in zeedienst ommeel te
nemen aan de verdediging -ran het
belegerde Cherbourg.
Hij werd krijgsgevangen gemaakt
doch hij slaagde er in om als boer
ver#, eed te ontsnappen, waarop hij
zich aan boord van een bark naar
Londen begaf waar hij op 1 Juni
T940 aankwam.
Op 18 Juni d. a. v. gaf hij gehoor
aan eenoproep van generaal De
Gaulle, die hem tot chef van de vrije
Franse zeestrijdkrachten benoemde.
Bij de strijd voor Dakar werd hij
zwaar gewond. Na zijn herstel werkte
hij aan de hervorming van de Fran
se koopvaardij in Afrika en aan de
installaties van de geallieerde bases
in de Pacific.
Op 15 Augustus 1944 deed hij met
generaal De Gaulle en generaal Le-
clerc zijn intocht in het bevrijde
Parijs.
Hij keerde daarop naar zijn kloos
ter terug doch met toestemming van
zijn overheid aanvaardde hij de post
Van hoge commissaris in Indo-China,
v/aar de politieke toestand steads
hachelijker werd.
Enige maanden geleden riep de re
gering hem als zodanig terug en ken
de hem de hoogste onderscheiding
,de militaire medaille toe.