Zijn belevenissen in Dachau
Gunstiger betalingsregeling over de
belasting-jaren 1944,1945 en 1946
Kardinaal spreekt militairen toe
RADIO
Is Uw Radio defect?
ZATERDAG 2'. MAART 1947
DE LEIDSCHE COURAN'I
PAGINA 3
PASTOORS PORTRETTEN
DE PASTOOR VAN BODEGRAVEN OVER
fVEN Pastoor van Bodegraven, den zeereerw. heer W. Janus, hebben we vorigen
keer achtergelaten in de gevangenis te Oberhausen, waar hij in de ontkleede kapel
op stroo met vele anderen den nacht doorbracht, nadat eerst te zamen-de rozenkrans
was gebeden. Het werd hoog tijd den pastoor die in het stroo sluimert te wek
ken voor een nieuw onderhoud. Deze wekroep bereikte zijn oor in den sympathieken
vorm van een Duitsch officier, schreeu wende:
„1st Janup bier?"
„Jawohl!
„Aus-treten!*
Wat zal me nu gebeuren? had pastoor
hem wel eens wem opgedragen boeken te
keuren o.a. „Don Quichotte". De direc
teur van 'de gevangenis was 'de kwaad
ste niet en treurde over een zoon\ aan
het Oostfront. Eenige dagen later werd
pastoor Janus getransporteerd naar de
gevangenis te Keulen en vandaar naar
Frankfort, in een gevangenis-wagen, aan
de trein vastgehaakt. In een cel voor 4
gebeurde in den Kerstnacht
Eindelijk kwam hij in Neurehburg aan,
waar de pastoor werd ondergebracht hoogst
waarschijnlijk in dezelfde zaal, waarin wei
nige jaren nadien het schavot heeft ge
staan voor de onttroonde Nazi-grootheden.
Er waren in die zaal honderden menschen
bij elkaar gedreven, terwijl er slechts ma
trassen op den grond lagen voor de gewone
straf-gevangenen. De pastoor had hier ken
nis gemaakt met een zekeren Jan, een
„Spanienkampfer", die voor één Mark een
trekje aan zijn sigaar liet doen, en zoo goed
was den priester een stukje van zijn ma
tras af te staan.
„Op een goeien avond" vertelde pas
toor „werden we met 30 man in een auto
gestopt en naar het kamp Dachau ge
bracht. Daar kwamen we in 't donker
aan".
ONTVANGST IN DACHAU.
Vóór We de „hel van Dachau" in den
geest weer binnengingen, vond pastoor het
noodig eerst eens een kop thee te drin
ken.
„Voelde u zich niet onder den indruk?"
vroegen wij, thee slurpend.
„Heelemaal niet!" verzekerd pastoor.
„Het stond toch vast, dat de Moffen het zoit-
den verliezen!"
Dat was op 30 December 1942. Tot 30
Augustus 1944 zou hy bewoner van Dachau
blijven.
Pastoor Janus krabbelde een plattegrond
op den achterkant van een enveloppe om
eenig idee te geven, hoe het Dachau-kamp
was opgebouwd. Het bestond».uit een reus
achtig vierkant, aan ééne zijde afgesloten
door de halve cirkel van dienst-gebouwen
en verder omheind door geëlectriseerd hoog
prikkeldraad, waartusschen op regelmati
ge afstanden wacht-torens stondenT Midden
door het kamp liep een met boomen be
plante laan, met aan weerszijden dwars er
op de barakken. Het aantal bewoners van
deze gevangenen-stad was sterk wisselend,
doch wordt geschat op 30.000 mgn. In de
barakken stonden de bedden drie-hoog; er
waren 2 bedden voor 3- menschen.
In Dachau werd de pastoor van Bode
graven kaal-geknipt, in een gestreept boe
ven-pak gestoken, met onmogelijk lastige
houten sandalen aan zijn voeten. De eerste
10 dagen bracht hij door in de quarantaine-
afdeeling, wat eigenlijk de studie-tijd was
voor de „ongeschoolden".
„Daar zou je wanhopig worden" ver
klaarde pasfoor. „AlleS in de „Stube" (ka
mer) moest „sauber" blijven en daarom
werden we er telkens uitgejaagd en in het
waschhok en de w.c.-ruimte gedreven. Den
geheelen dag moest je je aluminium-eetge-
rei sauber maken. Over het kleinste vlekje
werd gedonder-vloekt".
In die kamp-school heeft pastoor ook on
derricht gehad in „Bette bauen" (bedden
opmaken). Dat was een heele kunst, want
de dekens enz. moesten vlijmscherp ge
vouwen en op elkaar gelegd en volkomen
vlak gestreken worden. Daar kwamen al
lerlei instrumenten bij te pas. Als het niet
heel precies was, werd het bed weer onder-
ste-boven gehaald. -
NAAR DE KOUSEN-STOPPERIJ.
Gelukkig kwam, door het arriveeren van
nieuwe ladingen gevangenen na 10 dagen
aan deze treiterij een eind. De pastoor werd
overgeplaatst naar Block 26, dat uitsluitend
bestemd was^ voor geestelijken, zoowel
priesters, dominees als broeders.
„Waarom die scheiding?" vroe
gen wij.
„Vermoedelijk opdat we in geen relatie
met de andere kampbewoners zouden kun
nen treden".
In het blok voor de geestelijken, was ook
een khpel ingericht, die keurig van alles
voorzien was, en waar iederen morgen de
H. Mis werd gelezen. Daar stond ook het
mooie, in hout gesneden beeld van O. L.
Vrouw van Dachau.
„Hebt u tijdens uw gevangenschap ook
de H. Mis kunnen opdragen?"
„Twee maal. Toen ik 35 jaar priester was
en toen ik bericht kreeg, dat mijn neef bij
een bombardement was omgekomen".
„Het moet wel ontroerend geweest zijn
weer aan het altaar te staan?" waagden
wij.
„Ja" zei pastoor Janus, en sloot zijn
mond. We durfden niet verder aandringen.
Soms werden er zelfs plechtige Missen
„met drie heeren" gevierd en eens had
pastoor geassisteerd als sub-diaken bij pre
laat Friedrichs uit het bisdom Münster, die
in dit internationale gezelschap ook inter
nationale assistentie wenschte. De diaken
was een Tsjech.
„Hoe was de dag-indeeling in het kamp?"
„We stonden om 4 uur op, bedden op
maken, eten en daarna naar de H. Mis,
want we waren gedispenseerd van het
nuchter-blijven. De gewone blokken kwa
men later op, want de kerkdienst moesten
we in onzen eigen tijd houden. Om 6 uur
was er appèl op het plein vóór de dienst
gebouwen. Daar stonden al die duizenden
in gestreepte pakken in de houding, terwijl
geïnspecteerd werd of allen present waren".
De pastoor stond van zijn stoel op en
ging, alsof hij weer op appèl was, in de
houding staan met de oogen strak voor zich
uit gericht.
„Als dan de hooge oome kwam, kraakte
het bevel: „Mütze ab" en af gingen in één
gebaar de duizenden mutsen. Was de hooge
oome vertrokken dan weerklonk het com
mando „Mütze auf". Als dat niet heel
gelijkmatig geschiedde, moest het worden
overgedaan".
Pastoor ging, na deze stram-militaire
voorstelling weer in zijn stoel zetelen en
vervolgde:
„Daarna marcheerde ieder naar zijn werk.
Ik was ingedeeld bij de Strumpf-stopferei
(de kousenstopperij), een vertrek in het
sous-terrain waar we met honderd man bij
kunstlicht moesten kousen-stoppen. Dat
deden we natuurlijk!" De ex-gevangene
lachte smakelijk.
„Kousen-stoppen stond op het seminarie
toch niet ©p het les-programma" veron
derstelden we.
„Het was je reinste idioterie!" zei pas
toor Janus „gewoon om te gillen! De
kousen die je kreeg, waren meer gat dan
kous. Ze werden versteld met lappen-goed,
voor de hielen en de groote gaten".
De pastoor gaf met een stuk papier een
leerzame demonstratie, hoe je zoo 'n lap
met „van binnen en van buiten omboor
den" tegen de kous naaide.
„Als het gaatje in de kous te klein was
en ik dus had moeten gaan stoppen, maak
te ik 't wat-grooter!" legde de ongewone
kousen-dokter uit.
De capo was echter omkoopbaar (voor
sigaren, kaas enz.). De omkooperij was in
het kamp algemeen.
„Op z'n laatst bepaalde ik zelf" vertel
de pastoor „welke kousen ik wilde stop
pen. Ik kreeg zelfs hééle kousen te ver
stellen. We hadden ook kousen in voorraad!
Op onze houten banken „hoeken" ge
naamd fabriceerden we kussentjes".
„De dag duurde wel lang in dat onder-
aardsche hol?"
„Ik ben 'm. dikwijls gesmeerd" onthul
de de herder. „Sommigen kwamen er
nooit!"
Het was vermakelijk om te zien, hoe pas
toor Janus, die een verdienstelijk tooneel-
speler^zou zijn geweest, naar links en rechts
uitkeek, om het best uit de kousen-stoppe-
rij te kunnen „wegsmeren".
Pastoor vertelde verder:
„We moesten ook wel handschoenen ma
ken voor gevangenen en goed lostornen (dat
ging best: rrrrt!) en kleeren uitzoeken van
vermoorde menschen. Dachau was een op
slagplaats. Later zijn we die kleeding ook
gaan dragen, omdat de boeven-pakken
voor den buitendienst gereserveerd ble
ven".
„Tot aan het einde toe kousen gestopt?"
„Op 16 Augustus 1943 moesten de Ariërs
uit de Strumpf-stopferei. Slavische gevange
nen (Polen, Tsjechen) moesten er blijven.
Na dien tijd heb ik 't- vertikt om te wer
ken! Ik moest wel op het appèl komen,
om een nieuwe baan toegewezen te krijgen,
maar dat beviel me heelemaal niet!"
„Ging dat maar zoo?"
„Dachau was een' werkkamp, maar lang
zamerhand'kwamen er zooveel gevangenen,
dat er niet voldoende werk meer was. Ik
bleef in mijn blok lezen -en brevieren en
clandestien eten koken in groente-blikken.
Later werd het een ellende van je-welste
Eiken morgen was het „antreten" in de
Block-strasse. Dan kwam de „Arbeits-ein-
satz" uitzoeken onder degenen, die geen
werk hadden. Je zorgde dan maar, t dat je
niet opviel".
Pastoor bukte bij die herinnering weg in
zijn stoel.
KAMP-HANDEL.
In het kamp was een wijdvertakt, onder-
grondsch handels- en ruilverkeer. In het be
gin had pastoor oedeem gehad, maar dank
zij de kistjes met spek, k|ias, boter, melk,
worst, sigaren, enz., die else week van het
parochiale comité uit Bodegraven arriveer
den en de vele pakketten van „thuis" had
hy het kunnen bolwerken.
„Als die zendingen er niet geweest wa
ren, had ik onder de groene zode gelegen".
Er werd uit de vêorraden in het kamp
enorm gestolen door de gevangenen, die
hun aanwinsten dan weer stiekem door het
raam heen ruilden. „Pssst!"
Het geestelijke „block" ruilde ofn het
hardst mee; 1
„We moesten toch onze kachel aanhou
den!'' zei Pastoor.
lb het blok was c"e stemming goed. Pas
toor stond ook in de beste verstandhouding
met de dominees, gelijk ook ds. J. Over-
duin in zijn boek „De Hel van Dachau"
schrijft: „Pastoor Janus uit Bodegraven,
met wien we zulk een buitengewoon pret-
tigen omgang hadden" (p. 212).
Pastoor Janus verhaalde nog veel meer:
over de eerste „block-altester" die commu
nist was „een pracht-kerel" en later
ook werd afgezet; over de merkwaardige
cantine in het kamp, waar knollen, soep en
groenten-worstjes „te koop" waren; over
de voetbalwedstrijden van de gevangenen
onderling („ik heb nooit meegespeeld");
over de toewijding aan O. L. Vrouw van
het H. Hart, die zij uit een krantenwikkel
in een pakket vernamen en door de Hol-
landschc geestelijke ook in Dachau werd
verricht; over de bruine boonen, door hem
zelf geplant in zyn tuin te Bodegraven en
in het kamp toegestuurd en smakelijk op
gegeten, en over nog veel meer.
„Hoe voelde u zich, toen u thuis kwam?"
„Gezond! Ik had een jaar niets uitge
roerd en van de zon geprofiteerd!"
DE VRH-LATING.
Het vertrek uit Dachau was zeer onver
wacht gekomen:
„In den nacht van 29 op 30 Augustus
ik sliep lekker werd ik wakker gestoo-
ten door een Tsjechischen dominee, die op
het kantoor van de „Arbeits-einsatz" werkte
en zoo met de vrijlatingen op de hoogte
was.
;,Je wordt morgen vrij gelaten", fluister
de hij.
„Dat bestaat niet!"
De dominee gaf pastoor de stellige ver
zekering. Pastoor was stilletjes opgestaan,
had zich geschoren, zyn eigendommen bij
elkaar gepakt uit het kastje („Spint" ge-
heeten) en „bij testament" etenswaren ver
maakt, om onder dezen en genen te wor
den verdeeld.
's Morgens werd hij door zyn collega-ge
vangenen gefeliciteerd^
Na het morgen-appèl werd hij naar voren
geroepen, met nog 100 anderen.
„Drie ervan werden vrijgelaten; de an
deren „übergesteltt" d.w.z. naar een ander
kamp gezonden" zei pastoor, nog van
deernis vervuld voor die stakkers^
Na allerlei formaliteiten en een bad
„die Sauberkeit dat was me daar wat!"
Van bevoegde zijde deelt men ons het
volgende mede:
Ten gevolge van den achterstand, die in
den laatsten oorlogswinter en daarna, bij
den belastingdienst is ontstaan, zijn de in-'
specties in het algemeen met het opleggen
van de definitieve aanslagen in de inkom
stenbelasting voor 1944 en 1945 nog niet
ver gevorderd. Velen zullen voor die jaren
nog een min of meer belangrijk bedrag
moeten opbrengen boven hetgeen zij reeds
in den vorm van loon- of dividendbelasting,
op een voorloopigen aanslag, of bij wijze
van zekerheidstelling hebben voldaan.
Vooral voor de belastingplichtigen met la
gere inkomens kan het zeer bezwaarlijk
zijn thans over genoemde oude jaren nog
belasting te moeten voldoen. De minister
van financiën heeft nu een regeling getrof
fen, waardoor aan deze moeilykheid, zoo
veel als mogelijk is, wordt tegemoetgeko
men. In deze regeling is ook de inkomsten
belasting over 1946 betrokken.
De regeling die hier niet volledig kan
worden weergegeven houdt in de eerste
plaats in, dat over 1944, 1945 en 1946 ge
noten ziekengelden, kinderbijslagen en der
gelijke uitkeeringen ingevolge de sociale-
verzekeringswetten, waai-op geen belasting
wordt ingehouden, geen aanslagen meer
kreeg pastoor zijn priester-kleeren terug
(waarvan de collaar vergeeld was) zijn
„Wertsachen" (niets ontbrak.) en een
Entlassungs-schein".
Het was snikheet, eind Augustus en de
vrijgelatene, in zijn winterjas' en een groot
pak bij zich, had het in de hitte erg te
kwhad.
Van München tot Keulen 's nachts door
gereisd, staande, in een tjokvolle trein.
Twaalf uur gestaan. Herhaalde malen gecon
troleerd op zijn „Entlassungs-schein". In
Keulen per trein de grens over.
„Zijn we al.in Nederland?" had pas
toor hoopvol aan een passagiere gevraagd.
„Voelt u dat niet?" had deze geant
woord. De trein was juist de grens over.
Op Eersten Vrijdag en Koninginnedag
was Pastoor Janus in Bodegraven terugge
keerd. Niemand wist er iets van. Die hem
op het station zagen, bleven verbaasd en
verbouwereerd staan.
's Avonds was er een stampvol Lof, waar
onder pastoor toch een speech je heeft ge
houden. ,A1 waren de Duitschers er ook
nog". En Zondags was- het Aanbiddings-
feest.
Met innige vreugde op zijn gezicht dabht
Pastoor Janus terug aan dat Aanbiddings-
feest!
In de kousenstop
perij van Dachau.
(Uit „Hel en he
mel van Dachau",
van ds. J. Over-
duin. Uitgave J.
H. Kok, N.V.,
Kampen).
„Wie God nooit vergeet in
het dagelijksch gebed, zal
ook nooit door God
vergeteu worden"
Hij wenscht hun de kracht van het goede voorbeeld
¥N DE KATHEDRAAL-KERK TE UTRECHT waren gisteravond 2000 manschap
pen vereend, allen behoorende tot de 2e divisie, welke dezer dagen naar Indonesië
vertrekken. Vrijwel alle militairen waren van het Utrechtsche garnizoen, waar
bij zich vertegenwoordigers hadden gevoegd van andere onderdeelen«van de 2e divisie.
Voor dit officieele afscheid bestond van regeeringszijde groote belangstelling. Aan-
Avezig waren dë minister-president dr. L. J. M. Beel, de minister van oorlog It.-kol.
A. H. J. L. Fièvez en de min. van justitie mr. J. H. van Maarseveen. Ook talrijke mi
litaire autoriteiten, o.w. de garnizoenscommandant te Utrecht, woonden de plechtig
heid bij.
De kathedraal was tot de laatste plaats
door militairen bezet. Majoor-Aalmoezenier
G. F. H. Veldhuis sprak de müitairen toe.
Nadat klaroengeschal de komst van den
kardinaal had aangekondigd, betrad onder
orgelspel Z.Em. het kerkgebouw. De kerk
vorst ném plaats op de troon waar hem
de gewaden werden omgehangen voor het
door hem te celebreeren Pontificaal Lof,
gedurendë welke de Kardinaal zich met de
volgende woorden tot de manschappen van
de 2e divisie richtte:
Voor velen beteekent het vertrek naar
Indië een groot offer „Immers in uw ge
dachten staan al degenen, die u dierbaar
zijn, uw ouders, uw huisgezin, uw vrouw
of, verloofde, uw werk, uw studie en uw
vrienden. Gij kent uw taak en gij weet
wat het vaderland van u verlangt."
Dan sprak de Kardinaal over de taak,
die speciaal door elk persoonlijk moet
worden verzorgd. „Mannen van de tweede
divisie, zorgt er voor, dat ge in het va
derland nooit minder terugkeert dan ge
zijt gegaan. Het is geen angstige bezorgd
heid, die mij deze woorden doet spreken,
want ik weet maar al te goed, welke goe
de krachten en voorbeelden er onder u le
ven. Maar het is diezelfde zorg, die uw va
der en moeder inspireert tot een oprecht
gemeende vermaning.
Met St. Paulus mag ik tot u zeggen:
State in fide.... Staat pal in uw geloof.
Weest mannen van een diep overtuigd ge
loof en weet altijd en overal volgens dat
geloof te handelen.. Het geloof moet het
richtsnoer van uw leven zijn. Dan is er^
niets te vreezen. Integendeel, dan zult ge4
getraind en gesterkt terugkeeren. Het ge
loof leert u de. juiste onderlinge verhou
dingen,'die gedragen moeten zijn door lief
de, kameraadschap, eerlijkheid en reinheid.
Weest mannen van het gebed. Wie God
nooit vergeet in zijn dagelijks gebed, zal
ook nooit door God worden vergeten.
Vervolgens sprak de Kardinaal dë ver
trekkende mannen over dë gedachte wel
ke geformuleerd ligt in artikel la van de
krijgstucht, waarin de godsdienst de bron
van alle geluk en deugd en ware moed
wordt genoemd. Iedere soldaat, van welke
rang ook, is verplicht de godsdienst hoog
te houden en door een zedige levenswijze
ten voorbeeld te zyn Ook drong de Kardi
naal aan op eeh hecht contact met de aal
moezeniers en het onderhouden .van de
band met de familie in het vaderland. Dan
hoeven ook de ouders, vrouwen en ver
loofden niet ongerust te zijn. „Indien gy
blyft leven uit het geloof, kunnen zij ge
rust zijn!"
„Ook zij", aldus de Kardinaal, „hebben
plichten ten opzichte van u. Zij mogen u
niet vergeten. Ja, heel Nederland kan en
mag u niet vergeten,, omdat gij op de bres
staat voor dat vaderland, dat het vader
land van alle Nederlanders is."
De Kardinaal drong aan op briefcontact
en lectuurvoorziening, bovenal op een
hecht geestelijk contact door middel van
h^t gebed.
„Mannen van de tweede divisie, ik re
ken op u, uw dierbaren rekenen op u, het
vaderland rekent op u en wij allen vertrou
wen, dat gij in het verre en schoone In
dië dë waardige vertegenwoordigers zult
zijn van een christelijke, Nederlandsche
beschaving en cultuur. Want het blijft
waar, dat Nederland zal beoordeeld wor
den door de volkeren van Indië naar het
christelijk gedrag en leven van het Neder-
land'sche leger. Gij hebt de taak om aan
ons dierbaar Indië vrijheid, rust en orde
te brengen en daarbij hebt gij de kans om
door uw voorbeeld te laten zien, dat deze
alleen inhoud en beteekenis hebben als ze
gedragen worden door uw christelijk geloof
Het is een feit, dat ons bekend! is, dat de
inlanders onder de indruk komen van de
godsdienstige plechtighedën voor onze sol
daten Daarmee werden zij voor de mili
taire taak van het leger heen georiënteerd
op den eenen, waren God, onzen Heer Je
zus Christus en Zijn eene, heilige, Katho
lieke Kerk. Vergeet daarom uw apostoli
sche plicht van het goede voorbeeld niet.
Wanneer ge dan heengaat en het vader
land! gaat verlaten, dan wensch ik u toe
Gods beste zegen, standvastigheid in het
geloof en de kracht van het goede voor
beeld.
Met den zegen, met het Allerheiligste
werd de indrukwekkende plechtigheid be
sloten.
zullen worden opgelegd. Definitieve aan
slagen over 1944 en/of 1945, die reeds zijn
opgelegd (het aantal daarvan is nog niet
zoo heel groot- zullen op verzoek van den
belastingplichtige wonden herzien. Wat op
zulk een definitieven aanslag reeds mocht
zyn betaald zal dan eventueel worden te
ruggegeven.
Ook werknemers (en gepensionneerden)
die in 1944, 1945 of 1946 naast hun loon
(pensioen) nog een bedrag aan rente, huur
of dergelijke neveninkomsten hebben ge
noten. worden tegemoetgekomen.
Indien de neveninkomsten per jaar niet
meer dan 500.hebben bedragen, en het
geheele inkomen per jaar niet meer dan
4500.beliep, wordt in het algemeen een
bedrag van 100 of 200 inkomen buiten
aanmerking gelaten. Ook hier is herziening
van reeds opgelegde definitieve aanslagen
over 1944 en 1945 mogelijk.
Belastingplichtigen, die niet werknemer
of gepensionneerde zijn, b.v. kleine rente
niers, worden op de gebruikelijke wijze
aangeslagen. Indien het voor hen buitengè-
woon bezwaar oplevert een (definitieve)
aanslag te voldoen, kunnen zij zich met
een verzoek om afschrijving (kwijtschel
ding) wenden tot den directeur van 's ryks
belastingen en domeinen, onder wien zij
ressorteeren. De directeur zal bij de behan
deling van het verzoek in het oog houden,
dat bovengenoemde tegemoetkomingen
voor werknemers én gepensionneerden met
eenige neveninkomsten gelden en dat dus
de rechtvaardigheid gebiedt, dat anderen
in soortgelijke positie ook eenigszins wor
den tegemoetgekomen.
Over voor loopige aanslagen voor 1946
dient men zich eventueel voor uitstel met
den ontvanger te verstaan. De minister
heeft ten slotte nog bepaald, dat het voor
schrift, dat een definitieve aanslag binnen
een maand moet worden betaald,- voor de
aanslagen over 1944, 1945 en 19.46 niet zal
gelden. Deze zullen in het algemeen in vijf
gèlijke maandelijksche termijnen kunnen
worden voldaan.
Nu de regeling van den kinderbijslag on
langs belangrijk verruimd is, zullen vol
gens de bestaande wettelijke voorschriften
voor 1947 en volgende jaren aan zeer vele
werknemers (o.a. aan allen met bijslag voor
twee of meer kinderen) aanslagen in de in
komstenbelasting moeten worden opgelegd.
Met ingang van 1 Juli a.s. zullen de werk
gevers de in te houden belasting moeten
berekenen over het loon, vermeerderd met
de over het loontijdvak nog te ontvangen
kinderbijslag. Dientengevolge zou van 1
Juli a.5, af op het loon meer belasting moe
ten worden ingehouden. Op dien datum zal
echter, indien het thans bij de Tweede Ka
mer aanhangige ontwerp-belastingherzie-
ning 1947 wet wordt, voor de lagere loonen
tevens een verlaging van het belastingtarief
ingaan. Naar het zich laat aanzien, zal deze
verlaging in de meeste gevallen tot gevolg
hebben dat van de lagere loonqp ook per
saldo na 1 Juli vrij wat minder zal worden
ingehouden dan op liet oogenblik het geval
is.jterwijl aanslagen in de inkomstenbelas
ting ter zake niet behoeven te worden op
gelegd.
Bij het ministerie van financiën is nog
in overweging om in het vervolg ook op
ziekengelden e.d. zooveel mogelijk de be
lasting te doen inhouden, zulks eveneens ter
voorkoming van latere aanslagen. Oe
werkgevers zullen omtrent een en ander
tz.t. uiteraard nog worden ingelicht.
ZONDAG.
HILVERSUM I (301 M.)).
8.00 Nieu\ys. 8.15 Inleiding Hoogmis. 3.30
Hoogmis in de Christus Koningkerk te
Vught. 9.30 Nieuws. 9.45 Zang en orgelspel.
12.15 „In 't Boeckhuys", door Piet Oomes.
12.30 Lunchconcert door het Amusements
orkest. 13.45 Apologie door prof. B. Kors.
14.00 De Gooische Kring. 15.45 „Eikoerei",
een klankbeeld' over Païmpaschen. 16.30
Ziekenlof te Bloemendaal. 18.30 Progr. v. d,
Ned'erl. Strijdkrachten. 19.00 Het Lon-
densch Philharmonisch koor met orkest.
19.30 Nieuws 20.08. De gewone man zegt
er 't zijne van. 20.15 „De Zilvervloot". 21.15
Hoorspel: „De man die Donderdag was".
22.00 Nieuws. 22.15 Katholiek nieuws. 22.20
Avondgebed en liturgische kalender. 22.35
Passiegedichten. 22.40 Radio Philharmo
nisch Sextet.
HILVERSUM II (415 M.).
.8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 8.30
Voor het platteland. 8.4-5 Zondagmorgen
melodieën. 9.30 Men vraagten wij
draaien. 12.30 Zondagclub. 12.40 „Les chan
teurs de Montreux". 13.00 Nieuws.. 13.15
AVRO-Musette-orkest. 14.00 Weensch Wal-
senorkest. 14.30 Radio-Philharmonisch or
kest. 15.30 Filmpraatje. 15.45 Het Radio
dansorkest „The Skymasters". 16.40 Voor
de vrouw. 17.30 De avonturen van Oome
Keesje. 18.00 Voetbalpraatje. 19.00 Radio-
lympus, vragen van luisteraars worden be
antwoord. 19.30 Cabaret-progr. 20.00
Nieuws, 20.20 Opera-fragmenten. 21.10
Dombey en Zoon. 21.50 ,,Mijn lievelingsme
lodie". 2.30 „Le piano romantique", Pierre
Palla. 23.00 Nieuws.
MAANDAG.
HILVERSUM I (301 M.)).
8.00 Nieuws. 8.15 Amsterdamsch a Ca-
pellakoor. 8.30 Morgenconcert. 9.15 Och
tendbezoek bij onze jonge zieken. 9.30
Geestelijke liederen.. 10.000 Pianoconcert
in Bes gr. t., Mozart. 11.00 Orgelspel door
George Stam. 11.15 Van oude en nieuwe
schrijvers. 11.35 Marek Weber en zijn ork.
11.45 Familieberichten uit Overzeesdie Ge-
biedsdeelen.
HILVERSUM n (415 M.).
8.00 Nieuws. 8.15„Instrumentale soli".
8.45 Werken van Rimsky-Korsakof. 9.50
„Arbeidsvitaminen", een vroolijk program
ma voor huis en fabriek. 10.30 Voor de
Vrouw. 10.35 Egon Petri, piano. 11.15 Lich
te orkestwerken.
Bel. 24244
DE RADIOTECHNISCHE DIENST
I.E.M.C.0. N.V., Nieuwe Rijn 32
Repareert vlug, betrouwbaar en vakkundig
Ingez. med.