Zijn belevenissen in Dachau Gunstiger betalingsregeling over de belasting-jaren 1944,1945 en 1946 Kardinaal spreekt militairen toe RADIO Is Uw Radio defect? ZATERDAG 2'. MAART 1947 DE LEIDSCHE COURAN'I PAGINA 3 PASTOORS PORTRETTEN DE PASTOOR VAN BODEGRAVEN OVER fVEN Pastoor van Bodegraven, den zeereerw. heer W. Janus, hebben we vorigen keer achtergelaten in de gevangenis te Oberhausen, waar hij in de ontkleede kapel op stroo met vele anderen den nacht doorbracht, nadat eerst te zamen-de rozenkrans was gebeden. Het werd hoog tijd den pastoor die in het stroo sluimert te wek ken voor een nieuw onderhoud. Deze wekroep bereikte zijn oor in den sympathieken vorm van een Duitsch officier, schreeu wende: „1st Janup bier?" „Jawohl! „Aus-treten!* Wat zal me nu gebeuren? had pastoor hem wel eens wem opgedragen boeken te keuren o.a. „Don Quichotte". De direc teur van 'de gevangenis was 'de kwaad ste niet en treurde over een zoon\ aan het Oostfront. Eenige dagen later werd pastoor Janus getransporteerd naar de gevangenis te Keulen en vandaar naar Frankfort, in een gevangenis-wagen, aan de trein vastgehaakt. In een cel voor 4 gebeurde in den Kerstnacht Eindelijk kwam hij in Neurehburg aan, waar de pastoor werd ondergebracht hoogst waarschijnlijk in dezelfde zaal, waarin wei nige jaren nadien het schavot heeft ge staan voor de onttroonde Nazi-grootheden. Er waren in die zaal honderden menschen bij elkaar gedreven, terwijl er slechts ma trassen op den grond lagen voor de gewone straf-gevangenen. De pastoor had hier ken nis gemaakt met een zekeren Jan, een „Spanienkampfer", die voor één Mark een trekje aan zijn sigaar liet doen, en zoo goed was den priester een stukje van zijn ma tras af te staan. „Op een goeien avond" vertelde pas toor „werden we met 30 man in een auto gestopt en naar het kamp Dachau ge bracht. Daar kwamen we in 't donker aan". ONTVANGST IN DACHAU. Vóór We de „hel van Dachau" in den geest weer binnengingen, vond pastoor het noodig eerst eens een kop thee te drin ken. „Voelde u zich niet onder den indruk?" vroegen wij, thee slurpend. „Heelemaal niet!" verzekerd pastoor. „Het stond toch vast, dat de Moffen het zoit- den verliezen!" Dat was op 30 December 1942. Tot 30 Augustus 1944 zou hy bewoner van Dachau blijven. Pastoor Janus krabbelde een plattegrond op den achterkant van een enveloppe om eenig idee te geven, hoe het Dachau-kamp was opgebouwd. Het bestond».uit een reus achtig vierkant, aan ééne zijde afgesloten door de halve cirkel van dienst-gebouwen en verder omheind door geëlectriseerd hoog prikkeldraad, waartusschen op regelmati ge afstanden wacht-torens stondenT Midden door het kamp liep een met boomen be plante laan, met aan weerszijden dwars er op de barakken. Het aantal bewoners van deze gevangenen-stad was sterk wisselend, doch wordt geschat op 30.000 mgn. In de barakken stonden de bedden drie-hoog; er waren 2 bedden voor 3- menschen. In Dachau werd de pastoor van Bode graven kaal-geknipt, in een gestreept boe ven-pak gestoken, met onmogelijk lastige houten sandalen aan zijn voeten. De eerste 10 dagen bracht hij door in de quarantaine- afdeeling, wat eigenlijk de studie-tijd was voor de „ongeschoolden". „Daar zou je wanhopig worden" ver klaarde pasfoor. „AlleS in de „Stube" (ka mer) moest „sauber" blijven en daarom werden we er telkens uitgejaagd en in het waschhok en de w.c.-ruimte gedreven. Den geheelen dag moest je je aluminium-eetge- rei sauber maken. Over het kleinste vlekje werd gedonder-vloekt". In die kamp-school heeft pastoor ook on derricht gehad in „Bette bauen" (bedden opmaken). Dat was een heele kunst, want de dekens enz. moesten vlijmscherp ge vouwen en op elkaar gelegd en volkomen vlak gestreken worden. Daar kwamen al lerlei instrumenten bij te pas. Als het niet heel precies was, werd het bed weer onder- ste-boven gehaald. - NAAR DE KOUSEN-STOPPERIJ. Gelukkig kwam, door het arriveeren van nieuwe ladingen gevangenen na 10 dagen aan deze treiterij een eind. De pastoor werd overgeplaatst naar Block 26, dat uitsluitend bestemd was^ voor geestelijken, zoowel priesters, dominees als broeders. „Waarom die scheiding?" vroe gen wij. „Vermoedelijk opdat we in geen relatie met de andere kampbewoners zouden kun nen treden". In het blok voor de geestelijken, was ook een khpel ingericht, die keurig van alles voorzien was, en waar iederen morgen de H. Mis werd gelezen. Daar stond ook het mooie, in hout gesneden beeld van O. L. Vrouw van Dachau. „Hebt u tijdens uw gevangenschap ook de H. Mis kunnen opdragen?" „Twee maal. Toen ik 35 jaar priester was en toen ik bericht kreeg, dat mijn neef bij een bombardement was omgekomen". „Het moet wel ontroerend geweest zijn weer aan het altaar te staan?" waagden wij. „Ja" zei pastoor Janus, en sloot zijn mond. We durfden niet verder aandringen. Soms werden er zelfs plechtige Missen „met drie heeren" gevierd en eens had pastoor geassisteerd als sub-diaken bij pre laat Friedrichs uit het bisdom Münster, die in dit internationale gezelschap ook inter nationale assistentie wenschte. De diaken was een Tsjech. „Hoe was de dag-indeeling in het kamp?" „We stonden om 4 uur op, bedden op maken, eten en daarna naar de H. Mis, want we waren gedispenseerd van het nuchter-blijven. De gewone blokken kwa men later op, want de kerkdienst moesten we in onzen eigen tijd houden. Om 6 uur was er appèl op het plein vóór de dienst gebouwen. Daar stonden al die duizenden in gestreepte pakken in de houding, terwijl geïnspecteerd werd of allen present waren". De pastoor stond van zijn stoel op en ging, alsof hij weer op appèl was, in de houding staan met de oogen strak voor zich uit gericht. „Als dan de hooge oome kwam, kraakte het bevel: „Mütze ab" en af gingen in één gebaar de duizenden mutsen. Was de hooge oome vertrokken dan weerklonk het com mando „Mütze auf". Als dat niet heel gelijkmatig geschiedde, moest het worden overgedaan". Pastoor ging, na deze stram-militaire voorstelling weer in zijn stoel zetelen en vervolgde: „Daarna marcheerde ieder naar zijn werk. Ik was ingedeeld bij de Strumpf-stopferei (de kousenstopperij), een vertrek in het sous-terrain waar we met honderd man bij kunstlicht moesten kousen-stoppen. Dat deden we natuurlijk!" De ex-gevangene lachte smakelijk. „Kousen-stoppen stond op het seminarie toch niet ©p het les-programma" veron derstelden we. „Het was je reinste idioterie!" zei pas toor Janus „gewoon om te gillen! De kousen die je kreeg, waren meer gat dan kous. Ze werden versteld met lappen-goed, voor de hielen en de groote gaten". De pastoor gaf met een stuk papier een leerzame demonstratie, hoe je zoo 'n lap met „van binnen en van buiten omboor den" tegen de kous naaide. „Als het gaatje in de kous te klein was en ik dus had moeten gaan stoppen, maak te ik 't wat-grooter!" legde de ongewone kousen-dokter uit. De capo was echter omkoopbaar (voor sigaren, kaas enz.). De omkooperij was in het kamp algemeen. „Op z'n laatst bepaalde ik zelf" vertel de pastoor „welke kousen ik wilde stop pen. Ik kreeg zelfs hééle kousen te ver stellen. We hadden ook kousen in voorraad! Op onze houten banken „hoeken" ge naamd fabriceerden we kussentjes". „De dag duurde wel lang in dat onder- aardsche hol?" „Ik ben 'm. dikwijls gesmeerd" onthul de de herder. „Sommigen kwamen er nooit!" Het was vermakelijk om te zien, hoe pas toor Janus, die een verdienstelijk tooneel- speler^zou zijn geweest, naar links en rechts uitkeek, om het best uit de kousen-stoppe- rij te kunnen „wegsmeren". Pastoor vertelde verder: „We moesten ook wel handschoenen ma ken voor gevangenen en goed lostornen (dat ging best: rrrrt!) en kleeren uitzoeken van vermoorde menschen. Dachau was een op slagplaats. Later zijn we die kleeding ook gaan dragen, omdat de boeven-pakken voor den buitendienst gereserveerd ble ven". „Tot aan het einde toe kousen gestopt?" „Op 16 Augustus 1943 moesten de Ariërs uit de Strumpf-stopferei. Slavische gevange nen (Polen, Tsjechen) moesten er blijven. Na dien tijd heb ik 't- vertikt om te wer ken! Ik moest wel op het appèl komen, om een nieuwe baan toegewezen te krijgen, maar dat beviel me heelemaal niet!" „Ging dat maar zoo?" „Dachau was een' werkkamp, maar lang zamerhand'kwamen er zooveel gevangenen, dat er niet voldoende werk meer was. Ik bleef in mijn blok lezen -en brevieren en clandestien eten koken in groente-blikken. Later werd het een ellende van je-welste Eiken morgen was het „antreten" in de Block-strasse. Dan kwam de „Arbeits-ein- satz" uitzoeken onder degenen, die geen werk hadden. Je zorgde dan maar, t dat je niet opviel". Pastoor bukte bij die herinnering weg in zijn stoel. KAMP-HANDEL. In het kamp was een wijdvertakt, onder- grondsch handels- en ruilverkeer. In het be gin had pastoor oedeem gehad, maar dank zij de kistjes met spek, k|ias, boter, melk, worst, sigaren, enz., die else week van het parochiale comité uit Bodegraven arriveer den en de vele pakketten van „thuis" had hy het kunnen bolwerken. „Als die zendingen er niet geweest wa ren, had ik onder de groene zode gelegen". Er werd uit de vêorraden in het kamp enorm gestolen door de gevangenen, die hun aanwinsten dan weer stiekem door het raam heen ruilden. „Pssst!" Het geestelijke „block" ruilde ofn het hardst mee; 1 „We moesten toch onze kachel aanhou den!'' zei Pastoor. lb het blok was c"e stemming goed. Pas toor stond ook in de beste verstandhouding met de dominees, gelijk ook ds. J. Over- duin in zijn boek „De Hel van Dachau" schrijft: „Pastoor Janus uit Bodegraven, met wien we zulk een buitengewoon pret- tigen omgang hadden" (p. 212). Pastoor Janus verhaalde nog veel meer: over de eerste „block-altester" die commu nist was „een pracht-kerel" en later ook werd afgezet; over de merkwaardige cantine in het kamp, waar knollen, soep en groenten-worstjes „te koop" waren; over de voetbalwedstrijden van de gevangenen onderling („ik heb nooit meegespeeld"); over de toewijding aan O. L. Vrouw van het H. Hart, die zij uit een krantenwikkel in een pakket vernamen en door de Hol- landschc geestelijke ook in Dachau werd verricht; over de bruine boonen, door hem zelf geplant in zyn tuin te Bodegraven en in het kamp toegestuurd en smakelijk op gegeten, en over nog veel meer. „Hoe voelde u zich, toen u thuis kwam?" „Gezond! Ik had een jaar niets uitge roerd en van de zon geprofiteerd!" DE VRH-LATING. Het vertrek uit Dachau was zeer onver wacht gekomen: „In den nacht van 29 op 30 Augustus ik sliep lekker werd ik wakker gestoo- ten door een Tsjechischen dominee, die op het kantoor van de „Arbeits-einsatz" werkte en zoo met de vrijlatingen op de hoogte was. ;,Je wordt morgen vrij gelaten", fluister de hij. „Dat bestaat niet!" De dominee gaf pastoor de stellige ver zekering. Pastoor was stilletjes opgestaan, had zich geschoren, zyn eigendommen bij elkaar gepakt uit het kastje („Spint" ge- heeten) en „bij testament" etenswaren ver maakt, om onder dezen en genen te wor den verdeeld. 's Morgens werd hij door zyn collega-ge vangenen gefeliciteerd^ Na het morgen-appèl werd hij naar voren geroepen, met nog 100 anderen. „Drie ervan werden vrijgelaten; de an deren „übergesteltt" d.w.z. naar een ander kamp gezonden" zei pastoor, nog van deernis vervuld voor die stakkers^ Na allerlei formaliteiten en een bad „die Sauberkeit dat was me daar wat!" Van bevoegde zijde deelt men ons het volgende mede: Ten gevolge van den achterstand, die in den laatsten oorlogswinter en daarna, bij den belastingdienst is ontstaan, zijn de in-' specties in het algemeen met het opleggen van de definitieve aanslagen in de inkom stenbelasting voor 1944 en 1945 nog niet ver gevorderd. Velen zullen voor die jaren nog een min of meer belangrijk bedrag moeten opbrengen boven hetgeen zij reeds in den vorm van loon- of dividendbelasting, op een voorloopigen aanslag, of bij wijze van zekerheidstelling hebben voldaan. Vooral voor de belastingplichtigen met la gere inkomens kan het zeer bezwaarlijk zijn thans over genoemde oude jaren nog belasting te moeten voldoen. De minister van financiën heeft nu een regeling getrof fen, waardoor aan deze moeilykheid, zoo veel als mogelijk is, wordt tegemoetgeko men. In deze regeling is ook de inkomsten belasting over 1946 betrokken. De regeling die hier niet volledig kan worden weergegeven houdt in de eerste plaats in, dat over 1944, 1945 en 1946 ge noten ziekengelden, kinderbijslagen en der gelijke uitkeeringen ingevolge de sociale- verzekeringswetten, waai-op geen belasting wordt ingehouden, geen aanslagen meer kreeg pastoor zijn priester-kleeren terug (waarvan de collaar vergeeld was) zijn „Wertsachen" (niets ontbrak.) en een Entlassungs-schein". Het was snikheet, eind Augustus en de vrijgelatene, in zijn winterjas' en een groot pak bij zich, had het in de hitte erg te kwhad. Van München tot Keulen 's nachts door gereisd, staande, in een tjokvolle trein. Twaalf uur gestaan. Herhaalde malen gecon troleerd op zijn „Entlassungs-schein". In Keulen per trein de grens over. „Zijn we al.in Nederland?" had pas toor hoopvol aan een passagiere gevraagd. „Voelt u dat niet?" had deze geant woord. De trein was juist de grens over. Op Eersten Vrijdag en Koninginnedag was Pastoor Janus in Bodegraven terugge keerd. Niemand wist er iets van. Die hem op het station zagen, bleven verbaasd en verbouwereerd staan. 's Avonds was er een stampvol Lof, waar onder pastoor toch een speech je heeft ge houden. ,A1 waren de Duitschers er ook nog". En Zondags was- het Aanbiddings- feest. Met innige vreugde op zijn gezicht dabht Pastoor Janus terug aan dat Aanbiddings- feest! In de kousenstop perij van Dachau. (Uit „Hel en he mel van Dachau", van ds. J. Over- duin. Uitgave J. H. Kok, N.V., Kampen). „Wie God nooit vergeet in het dagelijksch gebed, zal ook nooit door God vergeteu worden" Hij wenscht hun de kracht van het goede voorbeeld ¥N DE KATHEDRAAL-KERK TE UTRECHT waren gisteravond 2000 manschap pen vereend, allen behoorende tot de 2e divisie, welke dezer dagen naar Indonesië vertrekken. Vrijwel alle militairen waren van het Utrechtsche garnizoen, waar bij zich vertegenwoordigers hadden gevoegd van andere onderdeelen«van de 2e divisie. Voor dit officieele afscheid bestond van regeeringszijde groote belangstelling. Aan- Avezig waren dë minister-president dr. L. J. M. Beel, de minister van oorlog It.-kol. A. H. J. L. Fièvez en de min. van justitie mr. J. H. van Maarseveen. Ook talrijke mi litaire autoriteiten, o.w. de garnizoenscommandant te Utrecht, woonden de plechtig heid bij. De kathedraal was tot de laatste plaats door militairen bezet. Majoor-Aalmoezenier G. F. H. Veldhuis sprak de müitairen toe. Nadat klaroengeschal de komst van den kardinaal had aangekondigd, betrad onder orgelspel Z.Em. het kerkgebouw. De kerk vorst ném plaats op de troon waar hem de gewaden werden omgehangen voor het door hem te celebreeren Pontificaal Lof, gedurendë welke de Kardinaal zich met de volgende woorden tot de manschappen van de 2e divisie richtte: Voor velen beteekent het vertrek naar Indië een groot offer „Immers in uw ge dachten staan al degenen, die u dierbaar zijn, uw ouders, uw huisgezin, uw vrouw of, verloofde, uw werk, uw studie en uw vrienden. Gij kent uw taak en gij weet wat het vaderland van u verlangt." Dan sprak de Kardinaal over de taak, die speciaal door elk persoonlijk moet worden verzorgd. „Mannen van de tweede divisie, zorgt er voor, dat ge in het va derland nooit minder terugkeert dan ge zijt gegaan. Het is geen angstige bezorgd heid, die mij deze woorden doet spreken, want ik weet maar al te goed, welke goe de krachten en voorbeelden er onder u le ven. Maar het is diezelfde zorg, die uw va der en moeder inspireert tot een oprecht gemeende vermaning. Met St. Paulus mag ik tot u zeggen: State in fide.... Staat pal in uw geloof. Weest mannen van een diep overtuigd ge loof en weet altijd en overal volgens dat geloof te handelen.. Het geloof moet het richtsnoer van uw leven zijn. Dan is er^ niets te vreezen. Integendeel, dan zult ge4 getraind en gesterkt terugkeeren. Het ge loof leert u de. juiste onderlinge verhou dingen,'die gedragen moeten zijn door lief de, kameraadschap, eerlijkheid en reinheid. Weest mannen van het gebed. Wie God nooit vergeet in zijn dagelijks gebed, zal ook nooit door God worden vergeten. Vervolgens sprak de Kardinaal dë ver trekkende mannen over dë gedachte wel ke geformuleerd ligt in artikel la van de krijgstucht, waarin de godsdienst de bron van alle geluk en deugd en ware moed wordt genoemd. Iedere soldaat, van welke rang ook, is verplicht de godsdienst hoog te houden en door een zedige levenswijze ten voorbeeld te zyn Ook drong de Kardi naal aan op eeh hecht contact met de aal moezeniers en het onderhouden .van de band met de familie in het vaderland. Dan hoeven ook de ouders, vrouwen en ver loofden niet ongerust te zijn. „Indien gy blyft leven uit het geloof, kunnen zij ge rust zijn!" „Ook zij", aldus de Kardinaal, „hebben plichten ten opzichte van u. Zij mogen u niet vergeten. Ja, heel Nederland kan en mag u niet vergeten,, omdat gij op de bres staat voor dat vaderland, dat het vader land van alle Nederlanders is." De Kardinaal drong aan op briefcontact en lectuurvoorziening, bovenal op een hecht geestelijk contact door middel van h^t gebed. „Mannen van de tweede divisie, ik re ken op u, uw dierbaren rekenen op u, het vaderland rekent op u en wij allen vertrou wen, dat gij in het verre en schoone In dië dë waardige vertegenwoordigers zult zijn van een christelijke, Nederlandsche beschaving en cultuur. Want het blijft waar, dat Nederland zal beoordeeld wor den door de volkeren van Indië naar het christelijk gedrag en leven van het Neder- land'sche leger. Gij hebt de taak om aan ons dierbaar Indië vrijheid, rust en orde te brengen en daarbij hebt gij de kans om door uw voorbeeld te laten zien, dat deze alleen inhoud en beteekenis hebben als ze gedragen worden door uw christelijk geloof Het is een feit, dat ons bekend! is, dat de inlanders onder de indruk komen van de godsdienstige plechtighedën voor onze sol daten Daarmee werden zij voor de mili taire taak van het leger heen georiënteerd op den eenen, waren God, onzen Heer Je zus Christus en Zijn eene, heilige, Katho lieke Kerk. Vergeet daarom uw apostoli sche plicht van het goede voorbeeld niet. Wanneer ge dan heengaat en het vader land! gaat verlaten, dan wensch ik u toe Gods beste zegen, standvastigheid in het geloof en de kracht van het goede voor beeld. Met den zegen, met het Allerheiligste werd de indrukwekkende plechtigheid be sloten. zullen worden opgelegd. Definitieve aan slagen over 1944 en/of 1945, die reeds zijn opgelegd (het aantal daarvan is nog niet zoo heel groot- zullen op verzoek van den belastingplichtige wonden herzien. Wat op zulk een definitieven aanslag reeds mocht zyn betaald zal dan eventueel worden te ruggegeven. Ook werknemers (en gepensionneerden) die in 1944, 1945 of 1946 naast hun loon (pensioen) nog een bedrag aan rente, huur of dergelijke neveninkomsten hebben ge noten. worden tegemoetgekomen. Indien de neveninkomsten per jaar niet meer dan 500.hebben bedragen, en het geheele inkomen per jaar niet meer dan 4500.beliep, wordt in het algemeen een bedrag van 100 of 200 inkomen buiten aanmerking gelaten. Ook hier is herziening van reeds opgelegde definitieve aanslagen over 1944 en 1945 mogelijk. Belastingplichtigen, die niet werknemer of gepensionneerde zijn, b.v. kleine rente niers, worden op de gebruikelijke wijze aangeslagen. Indien het voor hen buitengè- woon bezwaar oplevert een (definitieve) aanslag te voldoen, kunnen zij zich met een verzoek om afschrijving (kwijtschel ding) wenden tot den directeur van 's ryks belastingen en domeinen, onder wien zij ressorteeren. De directeur zal bij de behan deling van het verzoek in het oog houden, dat bovengenoemde tegemoetkomingen voor werknemers én gepensionneerden met eenige neveninkomsten gelden en dat dus de rechtvaardigheid gebiedt, dat anderen in soortgelijke positie ook eenigszins wor den tegemoetgekomen. Over voor loopige aanslagen voor 1946 dient men zich eventueel voor uitstel met den ontvanger te verstaan. De minister heeft ten slotte nog bepaald, dat het voor schrift, dat een definitieve aanslag binnen een maand moet worden betaald,- voor de aanslagen over 1944, 1945 en 19.46 niet zal gelden. Deze zullen in het algemeen in vijf gèlijke maandelijksche termijnen kunnen worden voldaan. Nu de regeling van den kinderbijslag on langs belangrijk verruimd is, zullen vol gens de bestaande wettelijke voorschriften voor 1947 en volgende jaren aan zeer vele werknemers (o.a. aan allen met bijslag voor twee of meer kinderen) aanslagen in de in komstenbelasting moeten worden opgelegd. Met ingang van 1 Juli a.s. zullen de werk gevers de in te houden belasting moeten berekenen over het loon, vermeerderd met de over het loontijdvak nog te ontvangen kinderbijslag. Dientengevolge zou van 1 Juli a.5, af op het loon meer belasting moe ten worden ingehouden. Op dien datum zal echter, indien het thans bij de Tweede Ka mer aanhangige ontwerp-belastingherzie- ning 1947 wet wordt, voor de lagere loonen tevens een verlaging van het belastingtarief ingaan. Naar het zich laat aanzien, zal deze verlaging in de meeste gevallen tot gevolg hebben dat van de lagere loonqp ook per saldo na 1 Juli vrij wat minder zal worden ingehouden dan op liet oogenblik het geval is.jterwijl aanslagen in de inkomstenbelas ting ter zake niet behoeven te worden op gelegd. Bij het ministerie van financiën is nog in overweging om in het vervolg ook op ziekengelden e.d. zooveel mogelijk de be lasting te doen inhouden, zulks eveneens ter voorkoming van latere aanslagen. Oe werkgevers zullen omtrent een en ander tz.t. uiteraard nog worden ingelicht. ZONDAG. HILVERSUM I (301 M.)). 8.00 Nieu\ys. 8.15 Inleiding Hoogmis. 3.30 Hoogmis in de Christus Koningkerk te Vught. 9.30 Nieuws. 9.45 Zang en orgelspel. 12.15 „In 't Boeckhuys", door Piet Oomes. 12.30 Lunchconcert door het Amusements orkest. 13.45 Apologie door prof. B. Kors. 14.00 De Gooische Kring. 15.45 „Eikoerei", een klankbeeld' over Païmpaschen. 16.30 Ziekenlof te Bloemendaal. 18.30 Progr. v. d, Ned'erl. Strijdkrachten. 19.00 Het Lon- densch Philharmonisch koor met orkest. 19.30 Nieuws 20.08. De gewone man zegt er 't zijne van. 20.15 „De Zilvervloot". 21.15 Hoorspel: „De man die Donderdag was". 22.00 Nieuws. 22.15 Katholiek nieuws. 22.20 Avondgebed en liturgische kalender. 22.35 Passiegedichten. 22.40 Radio Philharmo nisch Sextet. HILVERSUM II (415 M.). .8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 8.30 Voor het platteland. 8.4-5 Zondagmorgen melodieën. 9.30 Men vraagten wij draaien. 12.30 Zondagclub. 12.40 „Les chan teurs de Montreux". 13.00 Nieuws.. 13.15 AVRO-Musette-orkest. 14.00 Weensch Wal- senorkest. 14.30 Radio-Philharmonisch or kest. 15.30 Filmpraatje. 15.45 Het Radio dansorkest „The Skymasters". 16.40 Voor de vrouw. 17.30 De avonturen van Oome Keesje. 18.00 Voetbalpraatje. 19.00 Radio- lympus, vragen van luisteraars worden be antwoord. 19.30 Cabaret-progr. 20.00 Nieuws, 20.20 Opera-fragmenten. 21.10 Dombey en Zoon. 21.50 ,,Mijn lievelingsme lodie". 2.30 „Le piano romantique", Pierre Palla. 23.00 Nieuws. MAANDAG. HILVERSUM I (301 M.)). 8.00 Nieuws. 8.15 Amsterdamsch a Ca- pellakoor. 8.30 Morgenconcert. 9.15 Och tendbezoek bij onze jonge zieken. 9.30 Geestelijke liederen.. 10.000 Pianoconcert in Bes gr. t., Mozart. 11.00 Orgelspel door George Stam. 11.15 Van oude en nieuwe schrijvers. 11.35 Marek Weber en zijn ork. 11.45 Familieberichten uit Overzeesdie Ge- biedsdeelen. HILVERSUM n (415 M.). 8.00 Nieuws. 8.15„Instrumentale soli". 8.45 Werken van Rimsky-Korsakof. 9.50 „Arbeidsvitaminen", een vroolijk program ma voor huis en fabriek. 10.30 Voor de Vrouw. 10.35 Egon Petri, piano. 11.15 Lich te orkestwerken. Bel. 24244 DE RADIOTECHNISCHE DIENST I.E.M.C.0. N.V., Nieuwe Rijn 32 Repareert vlug, betrouwbaar en vakkundig Ingez. med.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 6