Reizen in Rijnland
SPORT
ZATERDAG 2) MAART 1947
DE LEIDSCHE COURANT
RAGINA 4
HET VETO-REOHT, dat speciaal ge
maakt schijnt te zijn voor Sovjet-Rus
land, is deze week weer eens toegepast.
Natuurlijk was het weer Rusland, dat zich
er van bediende, om een zeer dubieuse zaak
te redden-
Men zal zich herinneren, dat in Octo
ber van het vorige jaar twee Britsche tor
pedobooten door het Kanaal van Korfoe
stoomden langs dfe Albaneesche kust en
daar op mijnen liepen. Wie had'die mij
nen daar, in vollen vredestijd1, neerge
legd'? De Britsche marine, veegde zelf het
Kanaal schoon en vischte verscheidene van
die gevaarlijke dingen uit het water op.
Uit allerlei bijzonderheden bleek, dat ze
nog niet lang in het water hadden gele
gen. Engeland beschuldigde derhalve Al
banië van het opzettelijk leggen van mij
nen in een druk bevaren waterweg. De
zaak kwam voor den Veiligheidsraad en
Albanië nam zoo'n vreemde houding aan,
dat de meerderheid in den Raad Engeland
volkomen gelijk gaf Maar Albanië is net
als Joego-Slavië en Polen een troetelkind
je van de Sovjets en daarom moest Alba
nië uit den knoei gehaald; wordenyOndanks
het feit; dat Engeland genoegen nam met
de kwalificatie, dat de mijnen niet opzet
telijk door de Albaneesche regeering,
maar anet medeweten van de Albaneesche
regeering waren neergelegd, stemde Sov
jet-Rusland tegen, waarmede het door z'n
veto-recht de heele zaak blokkeerde. Daar
mede demonstreerden de Sovjets weer eens
duidelijk, dat de Veiligheidsraad d'oor het
bestaan van het veto-recht niets meer is
dan een „doodgeboren kindje met een lam
handje". Wanneer één van de z.g. perma
nente leden van den Raad (de Groote Vijf)
immers tegen stemt, dan mag de heele rest
er unaniem vóór zijn, maar de zaak is van
dé baan.
Wij kunnen het begrijpen, dat de groote
mogendheden zich het recht willen voor
behouden, om in een belangrijke zaak,
waarbij zij rechtstreeks betrokken zijn,
„neen" te zeggen, wanneer een meerder
heid iets zou willen doordrijven, dat groo-
telijks tegen hun belang zou ingaan.
Ideaal is dat recht niet.wij hebben er
reeds meer over geschreven tóen het veto
recht verleden jaar aan ernstige critiek
bloot stond tijdens de vergadering vanr de
UNO maar het schijnt nu eenmaal on
misbaar. Doch dan moet men er geen zoo
danig gebruik van maken, dat het prak
tisch neerkomt op dwingelandij.
Mlen heeft er onlangs Truman egn ver
wijt van gemaakt, dat hij" met zijn actie
voor Griekenland, Turkije en Korea den
Veiligheidsraad passeerde., Ook Trygve Lie,
de secrtaris-generaal van de UNO, toonde
zich op z'n teentjes getrapt door wat hij
noemde het eigenmachtig optreden der
Ver. Staten buiten de instellingen van de
UNO om-#Maar wat er nu in den Veilig
heidsraad weer gebeurd is, is koren op
Trumans molen. „Zie je wel, kan hij nu
triomfantelijk uitroepen, wat er gebeurd
zou zijn, als ik de Grieksche en Turksche
kwestie niet meteen zelf had aangepakt.
De actie zou eerst maandenlang getrai
neerd hebben en ten slotte op het veto van
Gromyko doodgeloopen zijn!"
E'EN ANDER GEVAL van sabotage door
de Sovjet-Unie is het gebeurde in den
Voogdijschapsraad. Deze is van de week
geïnstalleerd1, maar de Russen weigeren om
te komen. Deze Voogdijschapsraad is inge
steld om nieuwe regelingen te treffen om
trent de z.g. mandaatgebieden van den
vroegeren Volkenbond. Palestina is bijv.
zoo'n mandaatgebied, dat aan Engeland
was toegewezen. Er zullen nu andere over
eenkomsten worden vastgesteld in overeen
stemming met den-wil van de „direct be
trokken" staten. Wie zijn,d'at, vroeg Rus
land, dat staat niet vast en daarom doe ik
niet mee.
De Sovjets hebben nu gelegenheid om de
overeenkomsten straks als onwettig te
brandmerken en ze niet te erkennen. Als
het dan in hun kraam te pas komt, kun
nen ze daar gebruik van maken.
De Voogdijschapsraad is trouwens niet de
eenige organisatie van de Vereenigde Na
ties, welke door Rusland Wordt genegeerd.
Ook de Unesco, de Internat. Bank, het Mo
netair Fonds en de Vluchtelingenorganisa
tie worden eveneens geboycot.
De Russen zijn geen prettige heeren om
mee samen te werken! In Moskou geven zij
ook al geen blijk van goeden wil; zoodat
gemeld wordt, dat Marshall reeds teekenen
van ongeduld geeft en dreigt naar huis te
gaan, als het geharrewar nog lang duurt.
Rijnsburgsche
ontgoochelingen
door e3
Eduard, de penningmeester, zat met diepe
rimpels in zijn edele denkers-kop de onkos-
ten-rekening op te maken en liep met de
punt van zijn pen ladders van cijfers op en
af, tvaarbij de verrassende afwisseling van
uitkomsten een diepe zucht aan zijn ribbe
kast deed ontwellen. Egbert, de secretaris,
was, voorovergebogen, bezig het „Gouden
Boek" der E.-club in een ongeloofelijk krie
belschrift te verrijken met een relaas van
de laatste avonturen.
„Maar wat is mijn functie in de club?"
vroeg Engeline geheel onverwacht. Ze zat
op den rand van de tafel wat te bladeren
in het tijdschrift „Prés et Prairies", uitgave
van de V.V.V. Stompwijk.
„Jij bent ter opluistering" juichten wij
beiden. Als één man sprongen we op en
met Engeline in ons midden dansten we
een rondje, om daarna tevreden weer in
onze zetels neer te zijgen en zwijgend voort
te werken, Eduard aan zijn kas-, Egbert aan
zijn dag-boek.
„Het was een keurig verslag, Egbert, van
Voorhout" onderbrak Engeline de moei
lijk te dragen stilte „zoo nuchter en za
kelijk".
Egbert glom als versch-gekarnde boter.
„Maar waarom heb je de Voorhouters
voor dwarsdrijvers uitgemaakt, de Fore-
holters hebben ons niet anders dan hoffe-
en vriendelijkheden bewezen.
„Omdat ze het zijn" bekte Egbert te
rug „Een Warmondsche beulingprikker
heeft me dat verteld, en dat de inwoners
van Warmond branie-schoppende beuling
prikkers zijn heeft me een Sassenheimsche
aschpot in het oor geblazen, en dat de Sas-
semers akelige, aanstellerige aschpotten zijn
heb ik van een Noordwijkerhoutsche
koeientieller vernomen, en dat de Noord
wijkerhoutsche ingezetenen kankerende
koeientillers vernomen, en dat de Noord-
me toegefluisterd, en dat de Lissers aanma
tigende gaapstokken zijn, heeft een Hilie-
gomsche hangkous onthuld, en dat er geen
erger hangkousen zijn dan dë Hillegom-
mers heeft een Noordwijksche toren-trek
ker rond-uit verklaard en dat de No'ordwij-
kers niets anders dan torentrekkers zijn,
ving ik op uit de mond van een Katwijksche
blauwkous, die onmiskenbaar naar. visch
rook".
„Dat is allemachtig interessant" ver
waardigde Eduard zich op te kijken „de
middeleeuwsche veeten zijn dus nog steeds
smeulend".
„Zoo erg is 't ook weer niet" verzacht
te Egbert „Ik ken een ras-echte asch
pot, die gezellig met een'beuling-prikster
getrouwd is. Uit deze mès-alliance zijn een
heel koppeltje beuling-potten ontsproten".
„Egbert" brak Engeline deze onthul
lingen af „het wordt tijd ons reisdoel
voor deze week nader te bepalen. Waar
gaan we heen?"
In verband met het naderend Paasch-
feest en de rouw, waarin de Katholieke
kerken zijn gedompeld, zoodat alle beelden
onder paarse doeken verscholen zijn, moest
de keuze vallen op een dorp, dat in over-
groote meerderheid niet in vereeniging leef
de met de Stoel van Petrus. Er waren
meerdere gegadigden, Rijnsburg was de ge
lukkige.
Het raadplegen van de Pius- en Provin
ciale Almanak wees onomstootelijk uit, dat
in Rijnsburg geen parochiekerk was en dat
van de ruim 5000 inwoners slechts een 150
tijpuw gebleven waren aan Rome. Rijnsburg
was dus, gelet op de voorwaarden, bijna
ideaal te noemen.
„De abdij van Rijnsburg is" begon
Eduard.
H
nET VOORNAAMSTE geschilpunt, dat
op het ogenblik te Moskou aan die orde
is, is de vraag, wat in Oostenrijk als „Duit-
sche activa" zal gelden. Ook hier staan de
Russen weer tegenover de Amerikanen en
de En'gelschen.
Rusland sleept graag en meent, dat alles
wat in Oostenrijk in Duitsche handen is ge
raakt, als Duitsch bezit is aan te merken en
dus verbeurd verklaard moet Worden.
Maar daartegenover wijzen de Oosten
rijkers er op, dat de Duitschers ook daar
heel wat geroofd hebben en dat niet alles
v/at op hun naam is^komen te staan, vrij
willig in hun handen terecht is gekomen.
Veel is den Oostenrijkers afgepakt omdat
de eigenaar Jood was of anti-nazi. De Ame
rikanen en Engelschen erkennen dat. Goed,
zei Molotof, die eigendommen laten we dan
vrij, mits er geen schadevergoeding voor
is betaald. Maar in dat laatste „mits" zit de
kneep. Er is op papier wel degelijk een
soort schadevergoeding gegeven. Wij ken
nen dat in ons land ook en wij weten, hoe
waardeloos die schadevergoeding is. Als
het nu maar ging om een paar onbeduiden
de gevallen, zou men er niet zooveel woor
den over vuil maken. Maar Oostenrijk
leeft aan den rand van den afgrond en
confiscatie van de z.g. „Duitsche activa" is
net genoeg om het heelemaal in elkaar te
doen zakken.
Tot een besluit is men nog niet geko
men.
„Was" verbeterde Egbert.
„Is" hield Eduard vol „een beroemd
heid van 'de allerhoogste rang. Roem
stérft niet. en zeker niet de roem van Rijns-
burgs abdij:
Want was er lust en levensvreugd
En dans en zang en feestgeschal, S
Er was niet minder christen-deugd
En wel de schoonste deugd van al:
De lof was door het land verspreid
Van 't klooster der liefdadigheid.
„Me dunkt" zei Engeline, die vol ver
bazing Tollens' gedicht had beluisterd
„dat een stichtelijke explicatie niet overbo
dig is".
„Er is weinig ontstichtelijks over Rijns
burg te roddelen" betuigde Eduard
„wanneer maar één ding in 't oog wordt ge
houden, dat de abdij van Rijnsburg wasi uit
gegroeid tot, wat we tegenwoordig zouden
noemen, een pension voor adellijke onge
huwde dames. Op de levens-wijze van die
adellijke jonkvrouwen valt niet dat (en hij
knipte met duim en wijsvinger) aan te mer
ken".
Open gingen de club-archieven, waaruit
bleek, dat de abdij in 1134 was gesticht
door gravin Petronella, „des vetten graven
Florens wyf" (Melis Stoke), die er ook be
graven werd, evenals haar zoon Floris de
Zwarte, die vermoord was.
te Reynsborch gedragen
Int doester, dat syn Moeder stichte
Ende begraven (Melis Stoke).
Vele leden van de grafelijke familie
(o.a. Floris V) vonden er, wat zij meenden
te zijn, een laatste- rustplaats, terwijl ook
al spoedig twee grafelijke dochters (van
Dirk VI) er het habijt gingen dragen. Er
werden slechts postulanten van het puurste
blauwe bloed toegelaten, en het ontbrak
niet aan kloosterzusters, omdat er, ten ge
volge van de talrijke binnenlandsche oor
logen, een groot tekort was aan dappere
riddersDe abdij werd zoo een toe
vluchtsoord voor overgeschoten jonkvrou
wen, die als jonkvrouwen zeer betamelijk
leefden, maar er niets voor voelden een
strenge kloosterregel te volgen. Het waren
weliswaar „gewielde nonnen" (van wijle
d.i.: sluier), maar zij woonden binnen de ab
dij-muur in haar eigen huizen met haar
eigen dienaren. De abdis was een vorstelijke
persoonlijkheid, een van de aanzienlijkste
macht-hebsters in Holland. De abdij werd
bij het beleg van Leiden verwoest, daarna
gedeeltelijk afgebroken, tot in 1811 de laat
ste ruïnes werden opgeruimd.
„Wat ontzettend jammer is" besloot
Eduard zijn historische beschouwing
„want nu kunnen Schotel en Maria Hüffer
nooit meer afdoende gelijk krijgen in hun
veronderstelling, dat de bestaande toren tot
de buurkerk behoorde en de abdij een eigen
kerk bezat"..
Overeengekomen werd, dat wij ons in die
twist-vraag niet zouden mengen.
„Er is al ruzie genoeg" vond Engeline.
In de tram naar Katwijk Jcwam Engeline
te zitten naast een visscher en haalde haar
neus op aan Hoeksche en Kabeljauwsche
geuren.
„Ik ruik er zelf niks van" verzekerde
de blauwkous goedmoedig.
Engeline bad zich voor het kloosterlijk
bezoek gehuld in een donker-blauwe cape
met pikmuts, om in de stijl te blijven van
de „gewielde 'nonnen". Daarin slaagde zij
uitnemend. Zij had met haar capuchon op
evenveel weg van een klooster-zuster als
de abdis van Rijnsburg zelve. Ook de abdis
vertoonde zich nooit in het openbaar dan
vergezeld van een hofstoet, bestaande uit
edelwachten, jonkvrouwen, den rentmees
ter, den kapelaan der abdij en den pastoor
van Rijnsburg.
„Is de abdis thuis?" vroeg Eduard, aan
een voorbijganger, toen we op de plaats on
zer bestemming uitgestapt waren.
„Je treft het niet" antwoordde dë man.
Rijnsburg viel ons bar tegen. We hadden
erop gevlast „eene verzameling Van akelig
zwaarmoedige, donkere, slecht-gebouwde
huizen" („Reizen in Z.-Holl.") te vinden
en het bleek een proper dorp te zijn. Enge
line had twee extra-zakdoeken gédrenkt in
lavendel-water bij zich gestoken, omdat
Craandijk aangeteekend had: „met versnel
den pas doorwandelden wij het vergiftig
oord" vanwege de vischmest en zij
was teleurgesteld slechts eenige wagens
koeien-mest te ruiken. Egbert was teleur
gesteld geen Van der Codde's te ontmoeten
tegenover wie hij, zooals Prins Maurits met
den Franschen gezant, zijn talenkennis kon
luchten, terwijl ook de bewering van de
Stads- en Dorps-beschrijver, dat Rijnsburg
is „bekend om haar zuivere uitspraak van
de Nederlandsche taal" een verzinsel bleek.
Eduard was het diepst teleurgesteld, omdat
bij nauwkeurig onderzoek ook Blink jn
„Van Eems tot Schelde" gelogen had, toen
hij schreef: „het gebruik van sterken drank
hier zeer veelvuldig is1".
„Het is een heel gewoon dorp" zeiden
we ontgoocheld, en lieten alle drie onze lip
pen hangen.
„Dat niet stinkt" zei Engeline.
„Dat zuiver Rijnsburgsch spreekt zei
Egbert.
„Dat niet kachel is" zuchtte Eduard.
VOETBAL
BONDSELFTAL—SCHOTSCH ELFTAL.
Wedstrijd gaat niet door.
Naar wij vernemen zal de wedstrijd tus-
schen het Bondselftal en het in Mei op het
Continent toerende Schotsche elftal geen
doorgang vinden in verband met deviezen-
moeilijkheden. De wedstrijd was op 28 Mei
te Rotterdam vastgesteld.
V. U. C.MaJmö 25. De gisteravond
in het stampvoile V. U. C.-stadion te Den
Haag gespeelde wedstrijd V. U. C.Mal-
rnö eindigde met een 52 overwinning der
Zweden. Bij de rust was de stand 4—2.
Docos. Morgen speelt Docos I in Roe-
lofarendsveen legen DOSR. Docos zal het
niet gemakkelijk krijgen. DOSR strijdt voor
de eerste plaats, terwijl Docos moet strijden
om van de onderste plaats af te komen.
Dus jongens doet je best en zorgt er voor,
dat Docos vierde klasser blijft. Vertrek per
bus om 1.45 uur vanaf de Beestenmarkt,
dus niet om 12 uur. Docos 3 speelt uit in
Alphen tegen Alph. Boys 3, vertrek om
12.40 uur station. Docos a jun. spelen in
Noordwijkerhout tegen V. V. S. B. a jun.,
vertrek per bus om 11 uur vanaf Remise.
Docos adspiranten spelen in Voorschoten
den eersten wedstrijd tegen WLV dito's;
vertrek Zaterdag 3 uur vanaf de Korevaar-
straat. a
„Forekolte". Het voetbalprogramma
voor Zaterdag a.s. thuis 2.45- uur Foreholte
c—SJC b. Voor Zondag te Roelofarends-
Veen om 12 uur DOSR aForeholte a en
thuis 12 uur Foreholte 3ASC 6. Eveneens
thuis om 2 uur speelt Foreholte 1 legen
Leidsche Boys 1. De eerste elftallers komen
met de volgende opstelling uif: Doel: Nic.
Ruygrok; achter: J. A; v. Wouw en P. v.
Leeuwen; midden; A. J. van Kampen. P.
Vester en Dam. Vester; vóór: J. Homan,
Th. Uljee, Th. Ruygrok, Th. Uljee Jaczn.
en M. E. Homan.
Teylingen. Zondag speelt het eerste
elftal tegen „Bodegraven". Op papier
moet Teylingen verliezen, want Bodegra
ven is een van de twee koploopers, terwijl
Teylingen op het oogenblik laagste staat in
de afd. Maar Teylingen zou Teylingen niet
zijn, wanneer het niet op -het onverwachts
iets grootsch presteerde. Daarom durven
wij Bodegraven nog lang geen overwin
ning toedenken. Ook Voor Teylingen staat
veel op spel. Teylingen II gaat te Noord
wijkerhout WSB H bevechten.
V. V. S. B. Zondag gaat WSB I op
bezoek bij LDWS in Leiden. LDWS heeft
nog een theoretische kampioenskans en zal
alles in het werk stellen om te winnen.
Voor WSB is het zaak de buit mede te
nemen naar Noordwijkerhout. Als het Zon
dag even wil likken in de voorhoede van
WSB, dan is succes niet uitgesloten.
WSB II krijgt het Zondag zwaar te ver
antwoorden tegen Teylingen II. Willen de
reserven van de allesbehalve eervolle on
derste plaats af, dpn zal er toch zeker ge
wonnen moeten worden. Het 3e elftal be
hoeft Zondag niet te spelen. Het 4e elftal
heeft Zondag een uitwedstrijd tegen Weter.
Boys 3. De Junioren zullen op eigen ter
rein wel voor een overwinning zorgen op
de Junioren van Docos.
„U. D. O." Het eerste elftal heeft zich
de vorige week niet van zijn beste zijde
laten kennen; liet zal nu moeten bewijzen,
dat het iets meer in zijn mars heeft en wil
het blijven meedoen in den strijd om de
leiding, dan zal er uit een ander vaatje
getapt dienen te worden. Daartoe is morgen
de gelegenheid, nu het eerste op eigen veld
A. Z. L. 1 te bekampen krijgt. Aanvang 2
uur. De junioren gaan op bezoek bij de
leiders van hun afdeeling, Weter. Boys. In
den thuiswedstrijd werd den jongens van
Oude Wetering een puntje ontnomen, en
we hopen nu op minstens eenzelfde resul
taat, al zal daarvoor hard gewerktt moe
ten worden Aanvang 12 uur; vertrek per
tram van 9.?0 van de Leidsche buurt, waar
na vanaf Leiden per bus naar Oude Wete
ring.
S. J. Z. Het S. J. Z.-terrein verkeert
nog steeds in een zeer slechten toestand,
dientengevolge is de wedstrijd S. J. Z.
Adsp. Junioren tegen DOSR Adsp. Junio
ren, welke hedenmiddag te vier uur was
vastgesteld, afgelast. De A-Junioren van
S. J. Z. gaan meuren naar Katwijk aan den
Rijn en ontmoeren om twee uur aldaar de
K. R. V.-Junioren. De thuiswedstrijd werd
een zware nederlaag voor de onzen, maar
morgen hopen we dat de uitslag gunsti
ger zal zijn. Ook de wedstrijd S. J. Z. 4
tegen Leidsche Boys 3 om twaalf uur op
het S. J. Z.-terrein gaat niet door. Ten
slotte staat de belangrijke wedstrijd S. J.
Z, I tegen Oranje Groen I op het program
ma. Bij doorgaan van dezen wedstrijd,
vangt deze te half vier aan. in verband
met de meditatie in de parochie Zuidbuurt.
De betreffende spelers gelieven hiervan
goede nota te nemen.
„Meerburg". Aanvoerder Voordouw
c.s. krijgen om twee uur Weteringsche Boys
I te bekampen. De laatst gespeelde wed
strijd was eveneens tegen Weteringsche
Boys en werd met niet minder dan 83
gewonnen. Of de Meerburgers nog in de
zelfde overwinningsroes verkeeren als in
de vorige wedstrijden, zullen we moeten
PLANNEN VOOR AVOND VERLICHTING
VAN HET FEIJENOORDSTADION.
Naar wij vernemen zijn er plannen in
voorbereiding om het Feijenoordstadion
ook geschikt te maken voor het spelen van
wedstrijden bij kunstlicht. Het ligt in de
bedoeling buiten den bouw van het stadiom
een viertal lichtmasten te plaatsen Van
50 m. hoogte, "die door middel van zeer
sterke lichtbronnen en een 140-tal reflecto
ren het geheeie speelveld zoo doelmatig
zullen verlichten, dat zoowel spelers als
toeschouwers den bal gemakkelijk kunnen
volgen. Ook de tribunes, de wandelpaden,
de trappen en de toegangen zullen ver
licht worden', teneinde een .gezellige sfeer
te schappen. Met het geheeie werk zal een
achttal maanden gemoeid zijm Ook ligt
het in het voornemen een geluidsinstallatie
aan te brengen, die aan de te stellen eischen
zal voldoen.
afwachten, feen kleine overwinning lijkt
ons evenwel niet uitgesloten. De Meerburg
reserve achten we minstens in staat om
op eigen terrein de punten met Alphensche
Boys 4 te deeien; aanvang 12 uur.
ATHLETIEK.
Buitentraining van „De Bataven". De
tijd van sneeuw en ijs is al weer enkele
v/eken voorbij en na een schuchter begin
doet het voorjaarszonnetje ons thans dage
lijks weldadig aan. In alle takken van
sport was dit tevens het sein, om de ge
wone bedrijvigheid weer te doen ontstaan
en dit is zeker niet in het minst het geval
bij de athletieKSport met name bij „De
Bataven". Zeker, gedurende de winter
maanden, vond geregeld een indooretrai
ning plaats, maar zoodra het weer dit maar
even toelaat vult men deze gaarne aan met
een buitentraining, welke de „finishing"
touch" op de indoortraining vormt. Morgeit
om 12 uur vindon de gebruikelijke buiten
trainingen van „De Bataven", zoowel voor
de dames als de heeren, weer plaats in de
Leidsche Hout. Alle leden van „De Bata
ven" worden dringend verzocht deze bui
tentrainingen zoo trouw mogelijk te vol
gen, want indien men in het nieuwe sei
zoen goede prestaties wil maken, moeten
deze een intensieve training tot basis
hebben.
TAFELTENNIS.
Demonstratie Lichtfabrieken. Op uit-
noodiging van de Personeelsvereeniging
van de Lichtfabrieken, onderafdeeling Ta
feltennis, gaven Vrijdagavond enkele da
mes en heeren van de Tafeltennisclub „De
Sleutels" een meer dan geslaagde demon
stratie in de cantine van de Lichtbedrijven,
waarbij afdoende werd, aangetoond, dat Ta
feltennis nu eens geen gewoon spelletje
is, maar zeer zeker langdurige oefening
en zeer veel concentratie vraagt. Nadat,
de voorzitter van de Sportcommissie, de
heer v. d. Sar, de gasten en tevens de spe
lers van de Lichtfabrieken zelf een harte
lijk welkom had toegeroepen, gaf een Van
de heeren van de „Sleutels" een. korte uit
eenzetting hoe taf fel tennis feitelijk ge
speeld wordt. Verschillende enkel- en dub
belspelen werden hierna gedemonstreerd
en ook hierin zag men overduidelijk het
verschil in speltype bij de toch zeker al
meer dan gevorderde Sleutelspelers(sters).
Ook de spelers van de Lichtfabrieken zelf
hebben dezen avond getoond, dat met oefe
ning veel te bereiken valt endat in
de toekomst nog veel van deze sportclub
vernomen zal worden.
BILJARTEN.
Vierde lustrum „Poort van Cleef".
Op buiten gewone wijze hoeft de Leidsche
Biljartvereeniging „De Poort van. Cleef"
haar 20-jarig bestaan in „Zomerzorg" ge
vierd. Wie er waren, wij weten het niet
meer! Zeker alle bekende organisaties, o.m.
ae Ned. Biljartbond, afgevaardigden van
District en zusterverenigingen, allen heb
ben getuigd van den. voortreffelijken geest
die bij deze biljartvereniging heerscht.
Een stroom van gelukwcnschen, prijzen en
herinneringen deed het bestuur eerlijk ge
zegd voor een hopelooze zaak staan.
Slechts één persoon te noemen, zou te wei
nig zijn, echter willen wij een uitzonde
ring maken voor den nestor van deze
bloeiende vereeniging, n.l. „Oome Gerrit"
of beter gezegd Teegelaar Sr. Hij toch was
de man, die „De Poort van Cleef' groot
maakte. Het eerelidmaatschap is door hem
zeer zeker verdiend.
ROEIEN
De Varsity. In tegenstelling tot de ge
ruchten als zou-de Varsity dit jaar uitge
steld worden, kunnen wij thans mededee-
len, dat bij besluit van den Ned. Studenten
Rocibond de Varsity definitief vastgesteld
is op 11 Mei a.s. Vanzelfsprekend zal ook
deze wedstrijd, de zestigste Varsity georga
niseerd door den, N. S. R. B. weer geroeid
worden op ihet Amsterdam—Rijnkanaal te
Jutfaas, bij Utrecht. Het programma staat
nog niet vast. Wel is het "waarschijnlijk,
dat er enkele nummers méér geroeid, zul
len worden dan vorig jaar. Tevens zijn
alle maatregelen genomen, dat dit jaar ook
het vervoer naar en van het wedstrijdter
rein tot aller tevredenheid geregeld zal
zijn. Alle in aanmerking komende ploegen
hebben zich al gedurende eenige weken
alle alcohol- en tabaksgenot ontzegd, om
in de beste conditie te zijn op den voor
icderen student zoo belangrijken wed
strijd: de Varsity. Vanaf het oogenblik, dat
het water ijsvrij was, zijn zij met vollen
ijver aan het trainen gegaan voor den strijd
I om de eer van hun universiteit.
WASHINGTON f °°l
SQUARE loooif
Humoristische Avonturen-roman-
door:
LEROY SCOTT.
„Nu voor het laatst, mijnheer Bradford
ik wil niets meer met u te doen hebben".
Even scheen hij toch onder den indruk
te komen.
„Kom, Clara, geef mij een- kans om het
goed te maken".
„Is het je ernst van leven te verande
ren gaf zij scherp ten antwoord. „En
zal je dien zaak van Jefferson in orde
maken?"
Dat laatste is al een (heel onoeilijk voor
stel, ik zie niet in, hoe ik dat moet aan
pakken. En wat je eerste vraag betreft,
denk je zelf niet, dat je de dingen wat
al te zwaar opvat?"
„Al te zwaar opvat?" Zij stikte haast
van woede „Nu is het ook beslist uit! Ik
blijf hier geen minuut langer. Vaarwel?"
*Nog één seconde, Clara!" Hij greep
haar hand en. zeide haastig. „Ik ben
heuisch niet zoo slecht als waarvoor je
me houdt.en als je nog eens van idee ver-
verandert, wat ik van harte hoop, schrijf
me dan, of telegrafeer ;me, of stuur me
een draadloos telegram, maar natuurlijk
niet reohtstxeeiks aan mij, tmaar maar
dominee Pyecroft". Al waren de oogen-
blikken ook zeer ernstig, de jonge man
kon een glimlach niet ond'edrrukken. „Je
moet namelijk weten, dat dominee Pye
croft belang in mij stelt en nu is 'brij er
evenals jij op uit, een 'beter mensch van
iraij te maken. Hij zal er ongetwijfeld
voor zorgen, dat ik je brief in handen
'krijg. Vergeet nu den naam niet: Herbert
E. Pyecroft P-y-e-c-r-o-f 't. Hier is een
kaart met het adres van het pensioen, waar
hij op het oogenblik woont". En hij wierp
haar de kaart toe.
„Vergeet nu niet, lieve, dat ik werke
lijk je man ben".
Met een woedende 'beweging smeet zij
de kaart over den, vloer.
„Ik zal ze heusch niet noodig hebben;
ik denk er geen minuut aan, je te schrij
ven!" Ze praatte met het oogenblik lui
der; uit drift wond ze zich hoe langer
hoe meer op. „Gijmijn man!"
*Ja, je man", zeide hij beslist. „En ik
zal niet .rusten* voor je me hebt leeren
liefhebben".
Juist op dit oogenblik kwaim mevrouw
De Peyster de deur der bibliotheek voor
bij en het waren deze laatste woorden,
die zij had opgevangen. Juist ook op dit
oogenblik klopte zij aan de deur.
„Gauw, niemand mag je hier zien",
fluisterde juffrouw Gardner in doods
angst. Je kunt door de openslaande deu
ren naar buiten en dan door den stal de
straat op".
In een oogwenk stond hij bij het ven
ster; zij naast hem, maar helaas, die weg
was afgesneden want op de binnenplaats
stond Willem, de koetsier.
„Dan in de kamer hier naast", fluister
de juffrouw Gardner, „en neem de kans
waar om er uit te komen".
Geen minuut later wend! Ide zware
eikenhouten deur achter hem gesloten
en juffrouw Gardher bleef alleen in de
bibliotheek, zeer zenuwachtig, met hoog-
roode kleur en 'haast niet in staat behoor
lijk te spreken. De deur van de hal wend
geopend en mevrouw De Peyster ruischte
naar binnen, gevolgd door Olivetta en
Mathilde.
Mevrouw De Peyster zag er buiten
gewoon kalm en plechtig uit.
„Juffrouw Gardner, hoorde ik u zoo
even niet met een man. spréken?"
„Ja mevrouw".
Juffrouw Gardiner's stem klonk koel
en stijf, zij begreep wat er zou volgen.
Waar is hij?"
„Hij is door 't venster naar buiten ge
gaan, mevrouw".
„Ha! Hij wou natuurlijk niet, dat ik jul
lie hier tezamen aantrof. Maar bij toe
val hoorde ik hem zeggen, dat hij uw
echtgenoot is".
„Dat is ook zoo, mevrouw". En toen
met een laatste poging om (kordaat'te
schijnen: „Maar echtgenoot of niet, me
vrouw De Peyster, mij dunkt, dat maakt
geen verschil.."
„Ik houd heelemaal niet van onaange
name tooneeltjes en van tegenspreken,
juffrouw Gardner", viel mevrouw De Pey
ster kalm en waardig in haar stem
verhief zich zelf niet eens, want zij ver
loor nooit haar zelfbeheersching en 'bleef
altijd trouw aan haar voorname man
nieren „maar gij zult u wel herinneren
dat toen gij twee maanden geleden naar uw
tegenwoordige positie kwaamt eollici-
teeren, ik u te verstaan heb gegeven, dat
ik als regel -geen getrouwde menschen in
myn dienst neem. 'Daar ik graag (had, dat!
u mij hieromtrent goed zou begrijpen,
heb ik u nog gezegd, dat ik eens 'n huis
knecht en een keukenmeid in mijn dienst
had1, die getrouwd waren, maar dat zij el
kaar zooveel attenties bewezen, dat zij
totaal geen tijd 'hadden, mij eenige atten
tie te 'bewijzen. Ik heb u toen ook nog ge
vraagd, of gü getrouwd waart, en gij
zeidet mij van neen".
„Destijds was ik ook niet getrouwd'".
„O zoo. Dan zijt gij later getrouwd?
Zooveel te erger-
Denk eens aan, juffrouw Gard
ner, alleen onder het uitdrukkelijk be
ding, dat gij ongetrouwd waard, nam ik
u in mijn dienst. Het ligt niet in mijn
bedoeling een oordeel over u te vellen;
ilk ben er al tijd. op uit, mij tegenover mijin
ondergeschikten billijk te gedragen. Als
gij werkelijk waard geweest waar ge u
voor uitgaaft. en dat ook gebleven waart,
dan had't gij bij mij zoo lang kunnen blij
ven, als u zelf verkoos. Mathilde hier is
voor twintig jaar bij mij gekomen om op
mijn zoontje te passen, en al die jaren is
zij bij mij in dienst gefeest, en gij kunt
het zelf vragen zij heeft het hier altijd
r.aar haar zin gehad en er nooit aan ge
dacht naar een andere betrekking om
zaan", (Wordt vervolgd).