Reizen in Rijnland SPORT ZATERDAG 2) MAART 1947 DE LEIDSCHE COURANT RAGINA 4 HET VETO-REOHT, dat speciaal ge maakt schijnt te zijn voor Sovjet-Rus land, is deze week weer eens toegepast. Natuurlijk was het weer Rusland, dat zich er van bediende, om een zeer dubieuse zaak te redden- Men zal zich herinneren, dat in Octo ber van het vorige jaar twee Britsche tor pedobooten door het Kanaal van Korfoe stoomden langs dfe Albaneesche kust en daar op mijnen liepen. Wie had'die mij nen daar, in vollen vredestijd1, neerge legd'? De Britsche marine, veegde zelf het Kanaal schoon en vischte verscheidene van die gevaarlijke dingen uit het water op. Uit allerlei bijzonderheden bleek, dat ze nog niet lang in het water hadden gele gen. Engeland beschuldigde derhalve Al banië van het opzettelijk leggen van mij nen in een druk bevaren waterweg. De zaak kwam voor den Veiligheidsraad en Albanië nam zoo'n vreemde houding aan, dat de meerderheid in den Raad Engeland volkomen gelijk gaf Maar Albanië is net als Joego-Slavië en Polen een troetelkind je van de Sovjets en daarom moest Alba nië uit den knoei gehaald; wordenyOndanks het feit; dat Engeland genoegen nam met de kwalificatie, dat de mijnen niet opzet telijk door de Albaneesche regeering, maar anet medeweten van de Albaneesche regeering waren neergelegd, stemde Sov jet-Rusland tegen, waarmede het door z'n veto-recht de heele zaak blokkeerde. Daar mede demonstreerden de Sovjets weer eens duidelijk, dat de Veiligheidsraad d'oor het bestaan van het veto-recht niets meer is dan een „doodgeboren kindje met een lam handje". Wanneer één van de z.g. perma nente leden van den Raad (de Groote Vijf) immers tegen stemt, dan mag de heele rest er unaniem vóór zijn, maar de zaak is van dé baan. Wij kunnen het begrijpen, dat de groote mogendheden zich het recht willen voor behouden, om in een belangrijke zaak, waarbij zij rechtstreeks betrokken zijn, „neen" te zeggen, wanneer een meerder heid iets zou willen doordrijven, dat groo- telijks tegen hun belang zou ingaan. Ideaal is dat recht niet.wij hebben er reeds meer over geschreven tóen het veto recht verleden jaar aan ernstige critiek bloot stond tijdens de vergadering vanr de UNO maar het schijnt nu eenmaal on misbaar. Doch dan moet men er geen zoo danig gebruik van maken, dat het prak tisch neerkomt op dwingelandij. Mlen heeft er onlangs Truman egn ver wijt van gemaakt, dat hij" met zijn actie voor Griekenland, Turkije en Korea den Veiligheidsraad passeerde., Ook Trygve Lie, de secrtaris-generaal van de UNO, toonde zich op z'n teentjes getrapt door wat hij noemde het eigenmachtig optreden der Ver. Staten buiten de instellingen van de UNO om-#Maar wat er nu in den Veilig heidsraad weer gebeurd is, is koren op Trumans molen. „Zie je wel, kan hij nu triomfantelijk uitroepen, wat er gebeurd zou zijn, als ik de Grieksche en Turksche kwestie niet meteen zelf had aangepakt. De actie zou eerst maandenlang getrai neerd hebben en ten slotte op het veto van Gromyko doodgeloopen zijn!" E'EN ANDER GEVAL van sabotage door de Sovjet-Unie is het gebeurde in den Voogdijschapsraad. Deze is van de week geïnstalleerd1, maar de Russen weigeren om te komen. Deze Voogdijschapsraad is inge steld om nieuwe regelingen te treffen om trent de z.g. mandaatgebieden van den vroegeren Volkenbond. Palestina is bijv. zoo'n mandaatgebied, dat aan Engeland was toegewezen. Er zullen nu andere over eenkomsten worden vastgesteld in overeen stemming met den-wil van de „direct be trokken" staten. Wie zijn,d'at, vroeg Rus land, dat staat niet vast en daarom doe ik niet mee. De Sovjets hebben nu gelegenheid om de overeenkomsten straks als onwettig te brandmerken en ze niet te erkennen. Als het dan in hun kraam te pas komt, kun nen ze daar gebruik van maken. De Voogdijschapsraad is trouwens niet de eenige organisatie van de Vereenigde Na ties, welke door Rusland Wordt genegeerd. Ook de Unesco, de Internat. Bank, het Mo netair Fonds en de Vluchtelingenorganisa tie worden eveneens geboycot. De Russen zijn geen prettige heeren om mee samen te werken! In Moskou geven zij ook al geen blijk van goeden wil; zoodat gemeld wordt, dat Marshall reeds teekenen van ongeduld geeft en dreigt naar huis te gaan, als het geharrewar nog lang duurt. Rijnsburgsche ontgoochelingen door e3 Eduard, de penningmeester, zat met diepe rimpels in zijn edele denkers-kop de onkos- ten-rekening op te maken en liep met de punt van zijn pen ladders van cijfers op en af, tvaarbij de verrassende afwisseling van uitkomsten een diepe zucht aan zijn ribbe kast deed ontwellen. Egbert, de secretaris, was, voorovergebogen, bezig het „Gouden Boek" der E.-club in een ongeloofelijk krie belschrift te verrijken met een relaas van de laatste avonturen. „Maar wat is mijn functie in de club?" vroeg Engeline geheel onverwacht. Ze zat op den rand van de tafel wat te bladeren in het tijdschrift „Prés et Prairies", uitgave van de V.V.V. Stompwijk. „Jij bent ter opluistering" juichten wij beiden. Als één man sprongen we op en met Engeline in ons midden dansten we een rondje, om daarna tevreden weer in onze zetels neer te zijgen en zwijgend voort te werken, Eduard aan zijn kas-, Egbert aan zijn dag-boek. „Het was een keurig verslag, Egbert, van Voorhout" onderbrak Engeline de moei lijk te dragen stilte „zoo nuchter en za kelijk". Egbert glom als versch-gekarnde boter. „Maar waarom heb je de Voorhouters voor dwarsdrijvers uitgemaakt, de Fore- holters hebben ons niet anders dan hoffe- en vriendelijkheden bewezen. „Omdat ze het zijn" bekte Egbert te rug „Een Warmondsche beulingprikker heeft me dat verteld, en dat de inwoners van Warmond branie-schoppende beuling prikkers zijn heeft me een Sassenheimsche aschpot in het oor geblazen, en dat de Sas- semers akelige, aanstellerige aschpotten zijn heb ik van een Noordwijkerhoutsche koeientieller vernomen, en dat de Noord wijkerhoutsche ingezetenen kankerende koeientillers vernomen, en dat de Noord- me toegefluisterd, en dat de Lissers aanma tigende gaapstokken zijn, heeft een Hilie- gomsche hangkous onthuld, en dat er geen erger hangkousen zijn dan dë Hillegom- mers heeft een Noordwijksche toren-trek ker rond-uit verklaard en dat de No'ordwij- kers niets anders dan torentrekkers zijn, ving ik op uit de mond van een Katwijksche blauwkous, die onmiskenbaar naar. visch rook". „Dat is allemachtig interessant" ver waardigde Eduard zich op te kijken „de middeleeuwsche veeten zijn dus nog steeds smeulend". „Zoo erg is 't ook weer niet" verzacht te Egbert „Ik ken een ras-echte asch pot, die gezellig met een'beuling-prikster getrouwd is. Uit deze mès-alliance zijn een heel koppeltje beuling-potten ontsproten". „Egbert" brak Engeline deze onthul lingen af „het wordt tijd ons reisdoel voor deze week nader te bepalen. Waar gaan we heen?" In verband met het naderend Paasch- feest en de rouw, waarin de Katholieke kerken zijn gedompeld, zoodat alle beelden onder paarse doeken verscholen zijn, moest de keuze vallen op een dorp, dat in over- groote meerderheid niet in vereeniging leef de met de Stoel van Petrus. Er waren meerdere gegadigden, Rijnsburg was de ge lukkige. Het raadplegen van de Pius- en Provin ciale Almanak wees onomstootelijk uit, dat in Rijnsburg geen parochiekerk was en dat van de ruim 5000 inwoners slechts een 150 tijpuw gebleven waren aan Rome. Rijnsburg was dus, gelet op de voorwaarden, bijna ideaal te noemen. „De abdij van Rijnsburg is" begon Eduard. H nET VOORNAAMSTE geschilpunt, dat op het ogenblik te Moskou aan die orde is, is de vraag, wat in Oostenrijk als „Duit- sche activa" zal gelden. Ook hier staan de Russen weer tegenover de Amerikanen en de En'gelschen. Rusland sleept graag en meent, dat alles wat in Oostenrijk in Duitsche handen is ge raakt, als Duitsch bezit is aan te merken en dus verbeurd verklaard moet Worden. Maar daartegenover wijzen de Oosten rijkers er op, dat de Duitschers ook daar heel wat geroofd hebben en dat niet alles v/at op hun naam is^komen te staan, vrij willig in hun handen terecht is gekomen. Veel is den Oostenrijkers afgepakt omdat de eigenaar Jood was of anti-nazi. De Ame rikanen en Engelschen erkennen dat. Goed, zei Molotof, die eigendommen laten we dan vrij, mits er geen schadevergoeding voor is betaald. Maar in dat laatste „mits" zit de kneep. Er is op papier wel degelijk een soort schadevergoeding gegeven. Wij ken nen dat in ons land ook en wij weten, hoe waardeloos die schadevergoeding is. Als het nu maar ging om een paar onbeduiden de gevallen, zou men er niet zooveel woor den over vuil maken. Maar Oostenrijk leeft aan den rand van den afgrond en confiscatie van de z.g. „Duitsche activa" is net genoeg om het heelemaal in elkaar te doen zakken. Tot een besluit is men nog niet geko men. „Was" verbeterde Egbert. „Is" hield Eduard vol „een beroemd heid van 'de allerhoogste rang. Roem stérft niet. en zeker niet de roem van Rijns- burgs abdij: Want was er lust en levensvreugd En dans en zang en feestgeschal, S Er was niet minder christen-deugd En wel de schoonste deugd van al: De lof was door het land verspreid Van 't klooster der liefdadigheid. „Me dunkt" zei Engeline, die vol ver bazing Tollens' gedicht had beluisterd „dat een stichtelijke explicatie niet overbo dig is". „Er is weinig ontstichtelijks over Rijns burg te roddelen" betuigde Eduard „wanneer maar één ding in 't oog wordt ge houden, dat de abdij van Rijnsburg wasi uit gegroeid tot, wat we tegenwoordig zouden noemen, een pension voor adellijke onge huwde dames. Op de levens-wijze van die adellijke jonkvrouwen valt niet dat (en hij knipte met duim en wijsvinger) aan te mer ken". Open gingen de club-archieven, waaruit bleek, dat de abdij in 1134 was gesticht door gravin Petronella, „des vetten graven Florens wyf" (Melis Stoke), die er ook be graven werd, evenals haar zoon Floris de Zwarte, die vermoord was. te Reynsborch gedragen Int doester, dat syn Moeder stichte Ende begraven (Melis Stoke). Vele leden van de grafelijke familie (o.a. Floris V) vonden er, wat zij meenden te zijn, een laatste- rustplaats, terwijl ook al spoedig twee grafelijke dochters (van Dirk VI) er het habijt gingen dragen. Er werden slechts postulanten van het puurste blauwe bloed toegelaten, en het ontbrak niet aan kloosterzusters, omdat er, ten ge volge van de talrijke binnenlandsche oor logen, een groot tekort was aan dappere riddersDe abdij werd zoo een toe vluchtsoord voor overgeschoten jonkvrou wen, die als jonkvrouwen zeer betamelijk leefden, maar er niets voor voelden een strenge kloosterregel te volgen. Het waren weliswaar „gewielde nonnen" (van wijle d.i.: sluier), maar zij woonden binnen de ab dij-muur in haar eigen huizen met haar eigen dienaren. De abdis was een vorstelijke persoonlijkheid, een van de aanzienlijkste macht-hebsters in Holland. De abdij werd bij het beleg van Leiden verwoest, daarna gedeeltelijk afgebroken, tot in 1811 de laat ste ruïnes werden opgeruimd. „Wat ontzettend jammer is" besloot Eduard zijn historische beschouwing „want nu kunnen Schotel en Maria Hüffer nooit meer afdoende gelijk krijgen in hun veronderstelling, dat de bestaande toren tot de buurkerk behoorde en de abdij een eigen kerk bezat".. Overeengekomen werd, dat wij ons in die twist-vraag niet zouden mengen. „Er is al ruzie genoeg" vond Engeline. In de tram naar Katwijk Jcwam Engeline te zitten naast een visscher en haalde haar neus op aan Hoeksche en Kabeljauwsche geuren. „Ik ruik er zelf niks van" verzekerde de blauwkous goedmoedig. Engeline bad zich voor het kloosterlijk bezoek gehuld in een donker-blauwe cape met pikmuts, om in de stijl te blijven van de „gewielde 'nonnen". Daarin slaagde zij uitnemend. Zij had met haar capuchon op evenveel weg van een klooster-zuster als de abdis van Rijnsburg zelve. Ook de abdis vertoonde zich nooit in het openbaar dan vergezeld van een hofstoet, bestaande uit edelwachten, jonkvrouwen, den rentmees ter, den kapelaan der abdij en den pastoor van Rijnsburg. „Is de abdis thuis?" vroeg Eduard, aan een voorbijganger, toen we op de plaats on zer bestemming uitgestapt waren. „Je treft het niet" antwoordde dë man. Rijnsburg viel ons bar tegen. We hadden erop gevlast „eene verzameling Van akelig zwaarmoedige, donkere, slecht-gebouwde huizen" („Reizen in Z.-Holl.") te vinden en het bleek een proper dorp te zijn. Enge line had twee extra-zakdoeken gédrenkt in lavendel-water bij zich gestoken, omdat Craandijk aangeteekend had: „met versnel den pas doorwandelden wij het vergiftig oord" vanwege de vischmest en zij was teleurgesteld slechts eenige wagens koeien-mest te ruiken. Egbert was teleur gesteld geen Van der Codde's te ontmoeten tegenover wie hij, zooals Prins Maurits met den Franschen gezant, zijn talenkennis kon luchten, terwijl ook de bewering van de Stads- en Dorps-beschrijver, dat Rijnsburg is „bekend om haar zuivere uitspraak van de Nederlandsche taal" een verzinsel bleek. Eduard was het diepst teleurgesteld, omdat bij nauwkeurig onderzoek ook Blink jn „Van Eems tot Schelde" gelogen had, toen hij schreef: „het gebruik van sterken drank hier zeer veelvuldig is1". „Het is een heel gewoon dorp" zeiden we ontgoocheld, en lieten alle drie onze lip pen hangen. „Dat niet stinkt" zei Engeline. „Dat zuiver Rijnsburgsch spreekt zei Egbert. „Dat niet kachel is" zuchtte Eduard. VOETBAL BONDSELFTAL—SCHOTSCH ELFTAL. Wedstrijd gaat niet door. Naar wij vernemen zal de wedstrijd tus- schen het Bondselftal en het in Mei op het Continent toerende Schotsche elftal geen doorgang vinden in verband met deviezen- moeilijkheden. De wedstrijd was op 28 Mei te Rotterdam vastgesteld. V. U. C.MaJmö 25. De gisteravond in het stampvoile V. U. C.-stadion te Den Haag gespeelde wedstrijd V. U. C.Mal- rnö eindigde met een 52 overwinning der Zweden. Bij de rust was de stand 4—2. Docos. Morgen speelt Docos I in Roe- lofarendsveen legen DOSR. Docos zal het niet gemakkelijk krijgen. DOSR strijdt voor de eerste plaats, terwijl Docos moet strijden om van de onderste plaats af te komen. Dus jongens doet je best en zorgt er voor, dat Docos vierde klasser blijft. Vertrek per bus om 1.45 uur vanaf de Beestenmarkt, dus niet om 12 uur. Docos 3 speelt uit in Alphen tegen Alph. Boys 3, vertrek om 12.40 uur station. Docos a jun. spelen in Noordwijkerhout tegen V. V. S. B. a jun., vertrek per bus om 11 uur vanaf Remise. Docos adspiranten spelen in Voorschoten den eersten wedstrijd tegen WLV dito's; vertrek Zaterdag 3 uur vanaf de Korevaar- straat. a „Forekolte". Het voetbalprogramma voor Zaterdag a.s. thuis 2.45- uur Foreholte c—SJC b. Voor Zondag te Roelofarends- Veen om 12 uur DOSR aForeholte a en thuis 12 uur Foreholte 3ASC 6. Eveneens thuis om 2 uur speelt Foreholte 1 legen Leidsche Boys 1. De eerste elftallers komen met de volgende opstelling uif: Doel: Nic. Ruygrok; achter: J. A; v. Wouw en P. v. Leeuwen; midden; A. J. van Kampen. P. Vester en Dam. Vester; vóór: J. Homan, Th. Uljee, Th. Ruygrok, Th. Uljee Jaczn. en M. E. Homan. Teylingen. Zondag speelt het eerste elftal tegen „Bodegraven". Op papier moet Teylingen verliezen, want Bodegra ven is een van de twee koploopers, terwijl Teylingen op het oogenblik laagste staat in de afd. Maar Teylingen zou Teylingen niet zijn, wanneer het niet op -het onverwachts iets grootsch presteerde. Daarom durven wij Bodegraven nog lang geen overwin ning toedenken. Ook Voor Teylingen staat veel op spel. Teylingen II gaat te Noord wijkerhout WSB H bevechten. V. V. S. B. Zondag gaat WSB I op bezoek bij LDWS in Leiden. LDWS heeft nog een theoretische kampioenskans en zal alles in het werk stellen om te winnen. Voor WSB is het zaak de buit mede te nemen naar Noordwijkerhout. Als het Zon dag even wil likken in de voorhoede van WSB, dan is succes niet uitgesloten. WSB II krijgt het Zondag zwaar te ver antwoorden tegen Teylingen II. Willen de reserven van de allesbehalve eervolle on derste plaats af, dpn zal er toch zeker ge wonnen moeten worden. Het 3e elftal be hoeft Zondag niet te spelen. Het 4e elftal heeft Zondag een uitwedstrijd tegen Weter. Boys 3. De Junioren zullen op eigen ter rein wel voor een overwinning zorgen op de Junioren van Docos. „U. D. O." Het eerste elftal heeft zich de vorige week niet van zijn beste zijde laten kennen; liet zal nu moeten bewijzen, dat het iets meer in zijn mars heeft en wil het blijven meedoen in den strijd om de leiding, dan zal er uit een ander vaatje getapt dienen te worden. Daartoe is morgen de gelegenheid, nu het eerste op eigen veld A. Z. L. 1 te bekampen krijgt. Aanvang 2 uur. De junioren gaan op bezoek bij de leiders van hun afdeeling, Weter. Boys. In den thuiswedstrijd werd den jongens van Oude Wetering een puntje ontnomen, en we hopen nu op minstens eenzelfde resul taat, al zal daarvoor hard gewerktt moe ten worden Aanvang 12 uur; vertrek per tram van 9.?0 van de Leidsche buurt, waar na vanaf Leiden per bus naar Oude Wete ring. S. J. Z. Het S. J. Z.-terrein verkeert nog steeds in een zeer slechten toestand, dientengevolge is de wedstrijd S. J. Z. Adsp. Junioren tegen DOSR Adsp. Junio ren, welke hedenmiddag te vier uur was vastgesteld, afgelast. De A-Junioren van S. J. Z. gaan meuren naar Katwijk aan den Rijn en ontmoeren om twee uur aldaar de K. R. V.-Junioren. De thuiswedstrijd werd een zware nederlaag voor de onzen, maar morgen hopen we dat de uitslag gunsti ger zal zijn. Ook de wedstrijd S. J. Z. 4 tegen Leidsche Boys 3 om twaalf uur op het S. J. Z.-terrein gaat niet door. Ten slotte staat de belangrijke wedstrijd S. J. Z, I tegen Oranje Groen I op het program ma. Bij doorgaan van dezen wedstrijd, vangt deze te half vier aan. in verband met de meditatie in de parochie Zuidbuurt. De betreffende spelers gelieven hiervan goede nota te nemen. „Meerburg". Aanvoerder Voordouw c.s. krijgen om twee uur Weteringsche Boys I te bekampen. De laatst gespeelde wed strijd was eveneens tegen Weteringsche Boys en werd met niet minder dan 83 gewonnen. Of de Meerburgers nog in de zelfde overwinningsroes verkeeren als in de vorige wedstrijden, zullen we moeten PLANNEN VOOR AVOND VERLICHTING VAN HET FEIJENOORDSTADION. Naar wij vernemen zijn er plannen in voorbereiding om het Feijenoordstadion ook geschikt te maken voor het spelen van wedstrijden bij kunstlicht. Het ligt in de bedoeling buiten den bouw van het stadiom een viertal lichtmasten te plaatsen Van 50 m. hoogte, "die door middel van zeer sterke lichtbronnen en een 140-tal reflecto ren het geheeie speelveld zoo doelmatig zullen verlichten, dat zoowel spelers als toeschouwers den bal gemakkelijk kunnen volgen. Ook de tribunes, de wandelpaden, de trappen en de toegangen zullen ver licht worden', teneinde een .gezellige sfeer te schappen. Met het geheeie werk zal een achttal maanden gemoeid zijm Ook ligt het in het voornemen een geluidsinstallatie aan te brengen, die aan de te stellen eischen zal voldoen. afwachten, feen kleine overwinning lijkt ons evenwel niet uitgesloten. De Meerburg reserve achten we minstens in staat om op eigen terrein de punten met Alphensche Boys 4 te deeien; aanvang 12 uur. ATHLETIEK. Buitentraining van „De Bataven". De tijd van sneeuw en ijs is al weer enkele v/eken voorbij en na een schuchter begin doet het voorjaarszonnetje ons thans dage lijks weldadig aan. In alle takken van sport was dit tevens het sein, om de ge wone bedrijvigheid weer te doen ontstaan en dit is zeker niet in het minst het geval bij de athletieKSport met name bij „De Bataven". Zeker, gedurende de winter maanden, vond geregeld een indooretrai ning plaats, maar zoodra het weer dit maar even toelaat vult men deze gaarne aan met een buitentraining, welke de „finishing" touch" op de indoortraining vormt. Morgeit om 12 uur vindon de gebruikelijke buiten trainingen van „De Bataven", zoowel voor de dames als de heeren, weer plaats in de Leidsche Hout. Alle leden van „De Bata ven" worden dringend verzocht deze bui tentrainingen zoo trouw mogelijk te vol gen, want indien men in het nieuwe sei zoen goede prestaties wil maken, moeten deze een intensieve training tot basis hebben. TAFELTENNIS. Demonstratie Lichtfabrieken. Op uit- noodiging van de Personeelsvereeniging van de Lichtfabrieken, onderafdeeling Ta feltennis, gaven Vrijdagavond enkele da mes en heeren van de Tafeltennisclub „De Sleutels" een meer dan geslaagde demon stratie in de cantine van de Lichtbedrijven, waarbij afdoende werd, aangetoond, dat Ta feltennis nu eens geen gewoon spelletje is, maar zeer zeker langdurige oefening en zeer veel concentratie vraagt. Nadat, de voorzitter van de Sportcommissie, de heer v. d. Sar, de gasten en tevens de spe lers van de Lichtfabrieken zelf een harte lijk welkom had toegeroepen, gaf een Van de heeren van de „Sleutels" een. korte uit eenzetting hoe taf fel tennis feitelijk ge speeld wordt. Verschillende enkel- en dub belspelen werden hierna gedemonstreerd en ook hierin zag men overduidelijk het verschil in speltype bij de toch zeker al meer dan gevorderde Sleutelspelers(sters). Ook de spelers van de Lichtfabrieken zelf hebben dezen avond getoond, dat met oefe ning veel te bereiken valt endat in de toekomst nog veel van deze sportclub vernomen zal worden. BILJARTEN. Vierde lustrum „Poort van Cleef". Op buiten gewone wijze hoeft de Leidsche Biljartvereeniging „De Poort van. Cleef" haar 20-jarig bestaan in „Zomerzorg" ge vierd. Wie er waren, wij weten het niet meer! Zeker alle bekende organisaties, o.m. ae Ned. Biljartbond, afgevaardigden van District en zusterverenigingen, allen heb ben getuigd van den. voortreffelijken geest die bij deze biljartvereniging heerscht. Een stroom van gelukwcnschen, prijzen en herinneringen deed het bestuur eerlijk ge zegd voor een hopelooze zaak staan. Slechts één persoon te noemen, zou te wei nig zijn, echter willen wij een uitzonde ring maken voor den nestor van deze bloeiende vereeniging, n.l. „Oome Gerrit" of beter gezegd Teegelaar Sr. Hij toch was de man, die „De Poort van Cleef' groot maakte. Het eerelidmaatschap is door hem zeer zeker verdiend. ROEIEN De Varsity. In tegenstelling tot de ge ruchten als zou-de Varsity dit jaar uitge steld worden, kunnen wij thans mededee- len, dat bij besluit van den Ned. Studenten Rocibond de Varsity definitief vastgesteld is op 11 Mei a.s. Vanzelfsprekend zal ook deze wedstrijd, de zestigste Varsity georga niseerd door den, N. S. R. B. weer geroeid worden op ihet Amsterdam—Rijnkanaal te Jutfaas, bij Utrecht. Het programma staat nog niet vast. Wel is het "waarschijnlijk, dat er enkele nummers méér geroeid, zul len worden dan vorig jaar. Tevens zijn alle maatregelen genomen, dat dit jaar ook het vervoer naar en van het wedstrijdter rein tot aller tevredenheid geregeld zal zijn. Alle in aanmerking komende ploegen hebben zich al gedurende eenige weken alle alcohol- en tabaksgenot ontzegd, om in de beste conditie te zijn op den voor icderen student zoo belangrijken wed strijd: de Varsity. Vanaf het oogenblik, dat het water ijsvrij was, zijn zij met vollen ijver aan het trainen gegaan voor den strijd I om de eer van hun universiteit. WASHINGTON f °°l SQUARE loooif Humoristische Avonturen-roman- door: LEROY SCOTT. „Nu voor het laatst, mijnheer Bradford ik wil niets meer met u te doen hebben". Even scheen hij toch onder den indruk te komen. „Kom, Clara, geef mij een- kans om het goed te maken". „Is het je ernst van leven te verande ren gaf zij scherp ten antwoord. „En zal je dien zaak van Jefferson in orde maken?" Dat laatste is al een (heel onoeilijk voor stel, ik zie niet in, hoe ik dat moet aan pakken. En wat je eerste vraag betreft, denk je zelf niet, dat je de dingen wat al te zwaar opvat?" „Al te zwaar opvat?" Zij stikte haast van woede „Nu is het ook beslist uit! Ik blijf hier geen minuut langer. Vaarwel?" *Nog één seconde, Clara!" Hij greep haar hand en. zeide haastig. „Ik ben heuisch niet zoo slecht als waarvoor je me houdt.en als je nog eens van idee ver- verandert, wat ik van harte hoop, schrijf me dan, of telegrafeer ;me, of stuur me een draadloos telegram, maar natuurlijk niet reohtstxeeiks aan mij, tmaar maar dominee Pyecroft". Al waren de oogen- blikken ook zeer ernstig, de jonge man kon een glimlach niet ond'edrrukken. „Je moet namelijk weten, dat dominee Pye croft belang in mij stelt en nu is 'brij er evenals jij op uit, een 'beter mensch van iraij te maken. Hij zal er ongetwijfeld voor zorgen, dat ik je brief in handen 'krijg. Vergeet nu den naam niet: Herbert E. Pyecroft P-y-e-c-r-o-f 't. Hier is een kaart met het adres van het pensioen, waar hij op het oogenblik woont". En hij wierp haar de kaart toe. „Vergeet nu niet, lieve, dat ik werke lijk je man ben". Met een woedende 'beweging smeet zij de kaart over den, vloer. „Ik zal ze heusch niet noodig hebben; ik denk er geen minuut aan, je te schrij ven!" Ze praatte met het oogenblik lui der; uit drift wond ze zich hoe langer hoe meer op. „Gijmijn man!" *Ja, je man", zeide hij beslist. „En ik zal niet .rusten* voor je me hebt leeren liefhebben". Juist op dit oogenblik kwaim mevrouw De Peyster de deur der bibliotheek voor bij en het waren deze laatste woorden, die zij had opgevangen. Juist ook op dit oogenblik klopte zij aan de deur. „Gauw, niemand mag je hier zien", fluisterde juffrouw Gardner in doods angst. Je kunt door de openslaande deu ren naar buiten en dan door den stal de straat op". In een oogwenk stond hij bij het ven ster; zij naast hem, maar helaas, die weg was afgesneden want op de binnenplaats stond Willem, de koetsier. „Dan in de kamer hier naast", fluister de juffrouw Gardner, „en neem de kans waar om er uit te komen". Geen minuut later wend! Ide zware eikenhouten deur achter hem gesloten en juffrouw Gardher bleef alleen in de bibliotheek, zeer zenuwachtig, met hoog- roode kleur en 'haast niet in staat behoor lijk te spreken. De deur van de hal wend geopend en mevrouw De Peyster ruischte naar binnen, gevolgd door Olivetta en Mathilde. Mevrouw De Peyster zag er buiten gewoon kalm en plechtig uit. „Juffrouw Gardner, hoorde ik u zoo even niet met een man. spréken?" „Ja mevrouw". Juffrouw Gardiner's stem klonk koel en stijf, zij begreep wat er zou volgen. Waar is hij?" „Hij is door 't venster naar buiten ge gaan, mevrouw". „Ha! Hij wou natuurlijk niet, dat ik jul lie hier tezamen aantrof. Maar bij toe val hoorde ik hem zeggen, dat hij uw echtgenoot is". „Dat is ook zoo, mevrouw". En toen met een laatste poging om (kordaat'te schijnen: „Maar echtgenoot of niet, me vrouw De Peyster, mij dunkt, dat maakt geen verschil.." „Ik houd heelemaal niet van onaange name tooneeltjes en van tegenspreken, juffrouw Gardner", viel mevrouw De Pey ster kalm en waardig in haar stem verhief zich zelf niet eens, want zij ver loor nooit haar zelfbeheersching en 'bleef altijd trouw aan haar voorname man nieren „maar gij zult u wel herinneren dat toen gij twee maanden geleden naar uw tegenwoordige positie kwaamt eollici- teeren, ik u te verstaan heb gegeven, dat ik als regel -geen getrouwde menschen in myn dienst neem. 'Daar ik graag (had, dat! u mij hieromtrent goed zou begrijpen, heb ik u nog gezegd, dat ik eens 'n huis knecht en een keukenmeid in mijn dienst had1, die getrouwd waren, maar dat zij el kaar zooveel attenties bewezen, dat zij totaal geen tijd 'hadden, mij eenige atten tie te 'bewijzen. Ik heb u toen ook nog ge vraagd, of gü getrouwd waart, en gij zeidet mij van neen". „Destijds was ik ook niet getrouwd'". „O zoo. Dan zijt gij later getrouwd? Zooveel te erger- Denk eens aan, juffrouw Gard ner, alleen onder het uitdrukkelijk be ding, dat gij ongetrouwd waard, nam ik u in mijn dienst. Het ligt niet in mijn bedoeling een oordeel over u te vellen; ilk ben er al tijd. op uit, mij tegenover mijin ondergeschikten billijk te gedragen. Als gij werkelijk waard geweest waar ge u voor uitgaaft. en dat ook gebleven waart, dan had't gij bij mij zoo lang kunnen blij ven, als u zelf verkoos. Mathilde hier is voor twintig jaar bij mij gekomen om op mijn zoontje te passen, en al die jaren is zij bij mij in dienst gefeest, en gij kunt het zelf vragen zij heeft het hier altijd r.aar haar zin gehad en er nooit aan ge dacht naar een andere betrekking om zaan", (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 5