Om het Russisch Schaakkampioenschap
LEIDSCH TRIBUNAAL
Staking Engelsche Voetbalprofs?
R ei zen in Rijnland
Noordwijk aan de zee
Oorlogsheld, van Haagsche Schouw geëerd
DINSDAG 11 MAART 1947
DE LEIDSCHE COURANT
PAGINA 3
Het 15e Russisch schaaktournooi om het
kampioenschap des lands zal in de „schaak
geschiedenis" een zeer belangrijke gebeur
tenis zijn. In dezen strijd verkreeg Paul Ke-
res, zooals reeds in het kort gemeld, den
titel. Het talent van dezen grootmeester,
die reeds tien jaar geleden onder 's werelds
beste schaakspelers gerekend werd, moet
overal erkend worden. Keres' spel onder
scheidde zich door een rust en een gratie,
welke karakteristiek waren voor Capablan-
ca op het hoogtepunt van zijn roem. De
tweede plaats werd bezet door Isaak Be-
leslavsky, de eenige deelnemer in dit tour-
nooi, die geen enkele nederlaag leed. Nie
mand was bij machte te zijn krachtige en
aanhoudende verdediging te doorbreken
of hem in zijn tactische vindingrijkheid te
overtreffen. Hoewel Keres 14 punten be
haalde, verdient Boleslavsky, die direct ach
ter hem kwam met 1 punt verschil, ook
groote waardeering. Twee grootmeesters
Vassilii Smyslov en Igor Bondarevsky be
zetten de derde en de vierde plaats. In ver
schillende uitstekende partijen gaven bei
den blijk van groote oorspronkelijkheid.
Een sensatie was wel het succes van den
kampioen van Leningrad, Alexander To-
lush, die de vijfde plaats innam. Tolush is
bij uitstek een meester in den aanval. Hij
heeft meer dan eens groote vergissingen be
gaan, doch hervond zich tenslotte weer in
dit tournooi. De partijen, welke hij won
van Lilienthal en Alatortsev toonden een
brillant meesterschap. Die tegen Alatort
sev bezorgde hem de prijs voor het fraaiste
spel van deze wedstrijden. David Bron-
stein, de kampioen van Moskou, heeft in de
afgeloopen jaren groote vorderingen ge
maakt. Dat hij in dezen strijd tegen de
sterkste spelers no. 6 werd, verwonderde
niemand. De plaatsen, ditmaal 'bezet door
de grootmeesters Salo Flohr en Adre Li
lienthal, bewijzen wel, dat zy niet alleen
niet in staat waren hun superioriteit over
grootmeesters te toonen, maar zelfs niet
over de meesters. In Groningen had Flohr
slechts één wedstrijd verloren, terwijl hij
in dit Russische tournooi drie nederlagen
leed, welke alle van de hand van meesters
kwamen, nl. Lev Aronin, Ilya Kan en Ana-
tolii Ufimtsev. Het opmerkelijke van dit
tournooi zijn wel de vele onbesliste par
tijen, die getuigden van de verbetering
van de techniek der verdediging. Tot nu
toe werden de Sovjetmeesters beschouwd
als aanvallers van de eerste rang. Nu heb
ben zij een grooten vooruitgang in de ver
dediging gedemonstreerd. Een andere be
langrijke factor is, dat Konstantin Klaman
en Petr Dubinin, die de laatste plaatsen be
zetten, ieder 6.5 punt behaalden. Dit is een
ongewoon resultaat, daar bij de tournooien
in den regel groote afstanden zijn tusschen
de sterke en de zwakke spelers, het is niet
zonder reden, dat de grootmeester Grigorii
Levenflsh, die 40 jaar geleden zijn debuüt
maakte in de internationale schaak-arena,
VOETBAL.
FILMVOORSTELLING OVER ENGEL
SCHE MEESTERS.
We zullen geen duik nemen in herin
neringen, jaartallen en cijfers, maar al
leen met vreugde constateeren, dat L.F.C.
weer iets gedaan heeft in het belang van
de voetbalsport in het -algemeen! On
danks het slechte weer en de niet ver
warmde zaal waren gisteravond enkele
honderden L.F.C.-ers aanwezig om te
luisteren naar het openingswoord van
hun voorzitter, den heer J. Langezaal, die
o.m. deed uitkomen, dat het voetbalpeil
in Leiden zeer zeker hooger op moet
komen en L.F.C. het initiatief had geno
men Leiden de primeur te geven van een
film, die in Engeland speciaal voor de
spelers herhaalde malen op het witte
doek was gekomen, ter verduidelijking
voor verbetering van het spelpeil!
Nadat de verschillende zustefvereeni-
gingen, het L.V.B.-bestuur en genoodig-
den een hartelijk welkom was toegeroe
pen, kregen wij te zien hoe in Engeland,
de bakermat van den voetbal, het spel tot-
in de perfectie werd beoefend. We zagen
achtereenvolgens het trappen van den
bal zelf, het stoppen, het afgeven en niet
te vergeten het positiekiezen bij elke
situatie. Vooral werd veel aandacht be
steed" bij het dekken van den tegenstan
der, met als vaste spelregel de zoo noo-
dige beheersching over het lichaam en de
veel voorkomende schijnbewegingen. Niet
onverdiensteliik was eveneens de kijk op
het buitenspel zetten van den tegenstan
der en de minder goede samenwerking
tusschen achterhoede en halfinie.
SDeciaal x&or de jeu^d, die toch zoo
heel gemakkelijk over deze dingen denkt,
viel er dezpn avond veel te leeren en
L.F.C. zal op - deze weg voortgaande, nog
veel kunnen bereiken. Nogmaals hulde
voor dit initiatief, dat zeker voor herha
ling vatbaar is en menige soortliefhebber
ten goede zal komen. Ter afwisseling
bracht een aardig teekenfilmoje een aan
gename verpoozing van hetgeen oo dezen
avond op hoogen prijs werd gesteld.
DAMMEN
Damclub „Lisse Vooruit". In café ,,De
Duif" te Lisse werden de nederlaagwedstrij-
den van de Damclub „Lisse Vooruit" voort
gezet.
Het eerste tiental speelde tegen L.D.V. I
uit Leiden uit de hoofdklasse.
De resultaten waren als volgt:
N. J. van Hal. Lisse VooruitA. Pronk,
Leiden 20; Joh. G. SnelW. Heemskerk
1—1; N. P. Dekker—J. Klinkenberg 0—2;
J. N. v. HalJ. Zaalberg 11; J. Langbroek
Th. Uitenboogaard 11; A. WijnhoutA.
v. d. Water 02; G. 't HartL. C. Gerrit
sen 20; A. BelkenendeL. v. d. Vlist 1
1; G. v. d. Voet—I. Teeling 2—0; G. Bal
kenendeA. Sladek 02. Eindresultaat
10—10.
Het tweede tiental van de jubileerende
vereeniging wist eyeneens een schitterend
resultaat te behalen door tegen de kam
pioenen gelijk te spelen. De uitslagen wa
ren:
K. van Essen, Lisse VooruitW. Klein
Sr., Leiden 02; C. BaartmanJ Vermeu
len 11; P. G. BalkenendeM. J. v. Hou
ten 20; Chr. BoogerdE Klinkenberg
11; H. v. DrunenJ. Huisman 11; J.
DuivenvoordeJ. A, Bernsen 11; H. v.
d. Kamp—C. Klinkenberg "D2; A. Ba
kenende Sr.J. C. Jansens 20; Th. Dui
venvoordeW. Klein Jr. 02; A. Balke
nende Jr.N.N. niet opgek. 20 Einduit
slag 10—10.
na het tournooi van Leningrad, zeide, dat
hij nooit in zijn leven in een tournooi met
sterkere deelnemers had gespeeld dan in
dit geval.
Competitie Leidsche Schaakbond. Gis
teravond is in hotel „Central" de wedstrijd
Schaakgenoegen IPhilidor Hl gespeeld
voor de 2e klasse B. Het volledige over
zicht luidt als volgt: R. v. Kooy (Schkg.)
F. M. Ribot (Phil.) 01; J. ZwaanJ. Pad-
ding 10; A. SpekP. Herfkens 10; A.
MombergH. C. Bouter 10; C. J. Hake-
mulerF. Heeringa 01; C. M. v. Rens-
wouB. C. de Mik 10; G. Spierenburg
A. H. Huissen xx; B. D. RobbersJ. van
Steenwijk 10; F. J- ObdamJ. J. Ab-
spoel 10; J. KanbierP. J. v. d. Zeeuw
0—1. Totaal: 6x3x. -
De einduitslag zal wel een 73 overwin
ning voor Schaakgenoegen worden.
Lisser Schaakclub. Voor de onderlin
ge borden wedstrijden zijg de volgende par
tijen gespeeld:
lste klasse: J. BoogerdB. L Hooyer
01; C. BoogerdG. Zeestraten 01; P.
Boogerd—J. G. Snel 01.
2de klasse: G. Vermey Jr.—J. Heykamp
10; A. VerdoesW. E. de Kooker 01;
W. Algera—G. Dekker 0—1; J. Th. Koppen
G. Vermey 10; W. E. de KookerC. J.
v. d. Tang 01; C. v. d. VoortG. Vermey
Jr. 01; C. J. v. d. TangJ. Heykamp
0—1.
TAFELTENNIS
L. T. T. V. „De Sleutels". Zondag werd
het kampioenschap 2e klasse verspeeld. De
heer P. Heymans toonde zich in alle op
zichten de meerdere en werd geheel on
geslagen kampioen. Om de tweede plaats
moest harde strijd gevoerd worden. J.
Burghouwt wist ten slotte een game meer
te winnen dan H. Huying, en werd zoo
doende tweede prijswinnaar. H. Huying
kwam op de derde plaats. De heer Huying
had twee bat-insignes als prijzen beschik
baar gesteld.
De uitslagen van de Zaterdag 8 Maart
gespeelde wedstrijden luiden als volgt:
Heeren 2e kl. H.B.S. 1Sleutels 1 10—0;
H.B.S. 3Sleutels 3 46; heeren 3e kl.
Batsw. 7Sleutels 6 91.
Sleutels 1 werd kansloos verslagen door
H.B.S. 1. Sleutels 3 speelde met twee 3e
kl. invallers en moest zoodoende hard wer
ken voor een overwinning. Th. Reizevoort
heeft de naam van het 6e team weten te
redden door tenminste nog een teganpunt
te scoren.
De beide wedstrijden van de d-mes wer
den door omstandigheden afgelast.
Voor a.s. Zaterdag staan de volgende
wedstrijden op het programma: afd. hee
ren 2e kl.: DSS 1Sleutels 2; Sleutels 1
—DOS 4. 3e kl.: DVS 4—Sleutels 5; GGB 1
Sleutels 4. Afd. dames: Cebusta 1Sleu
tels 2; Sleutels 1Ready 3.
Zondag 16 Maart heeft het 3e klasse kam
pioenschap plaats in het lokaal van de
Sleutels aan het Vrouwenkerkhof. De wed
strijd vangt om precies 12.30 uur aan.
Inschrijvingen moeten geschieden voor
Vrijdag 14 Maart bij de wedstrijd-commis
sie: H. Huying. Gerard Brandtstr. 24, H.
Filbry, Nieuwe Rijn 80.
Belangstellenden hebben vrij toegang.
HOCKEY.
INTERACADEMIALE HOCKEYPAG TE
GRONINGEN.
Op 1 April a.s. zullen te Groningen iii-
teracademiate hockevwedstrijden worden
gehouden. Naast Groningers, die met
twee ploegen zullen uitkomen, zullen Am
sterdam, Leiden, Utrecht, Delft en Wage-
ningen met een ploeg deelnemen. Een
elftal uit Rotterdam zal als gast tevens
van de partij zijn.
Vier veroordee'den
12 jaar en 3 mnd.
Hedenmorgen werden door het Leidsch
Tribunaal de volgende uitspraken gedaan:
J. van Putten te Leiden interneering
voor den tijd van 2 jaar en 3 maanden,
tot 24 Aug. 1947; ontzetting uit beide kies
rechten en verbod tot het dienen bij de
gewapende macht.
Th. A. Christiaanse te Noordwijk inter
neering voor den tijd van vier jaar, tot
7 Aug. 1949; ontheffing uit beide kies
rechten en verbod tot het dienen bij de
gewapende macht.
J. C. Bloemzaad te Leiden, interneering
Voor den tijd van 2 jaar en 7 maanden,
tot 8 Jan. 1948: ontzetting uit beide kies
rechten en verbod tot het dienen bij de
gewapende macht.
L. J. Hooymans, Leidschendam, inter
neering voor den tijd van 3 jaar en 6
maanden, eindigend 26 Oct. 1948 en ont
zetting uit beide kiesrechten.
In de gisteren te Man- van denSchotschen bond
Chester gehouden algemeene van profs als waarnemers
aanwezig waren. Laatsge-
vergadering van den bond
van voetbalprofs is een
stemmig besloten tot staking
over te gaan op middernacht
21 Maart, als het ministerie
van Arbeid voor dien tijd
niet arbitreerend is opge
treden in het dispuut inzake
loonsverbetering. De helft
van de leden was door de
verkeersstoringen niet in
staat de vergadering bij te noemden waren vooral ge
wonen, waaraan 53 gedele- komen om de Engelsche
geerden deelnamen, terwijl profs te polsen over het toe-
de voorzitter en secretaris gezegde loon voor den wed-
Voor 21 Maart
de beslissing
strijd Groot-Brittannië
Rest van Europa op 10 Mei
te Glasgow waarvoor de
Britsche profs 20 pond ont
vangen. De Schotten zijn na
melijk van oordeel, dat dit
bedrag niet toereikend is.
Als de staking inderdaad
Maart, voorts de wedstrijd
EngelandSchotland in
Wembley op 26 April er. de
wedstrijd Groot-Brittannië
tegen rest van Europa te
Glasgow daaronder lijden,
doorgaat zouden hierdoor de
beide halve eindstrijden van
de cupcompetitie op 29
Wat lezers ons schrijven
DE LEERPLICHT EN HET PLATTELAND
Zeergeachte Heer Redacteur.
Met groote belangstelling heb ik in „De
Leidsche Courant" van 5 Maart het inge
zonden stuk van den heer C. W. Pennings
gelezen, getiteld: De leerplicht en het plat
teland.
In uw naschrift zegt u, dankbaar te zijn.
dat dit ander geluid u de gelegenheid
geeft het verslag van den spreker op de
Leidsche cultureele avond van de Kath.
Arbeidersbeweging aan te vullen.
Hieruit is alleen te lezen, dat ook u
een voorstander bent van een verplicht
7de en 8ste leerjaar, zelfs van een leer
plicht tot 16 jaar.
De ruim 20 jaren, welke ïk als dorps
onderwijzer op dezelfde plaats heb door
gebracht en waarin ik in geregeld contact
ben geweest met de veehouders ter plaat
se, hebben mij ruimschoots in de gelegen
heid gesteld het veehoudersbedrijf te lee
ren kennen.
Uit deze ervaring weet ik, dat alleen zij,
die de practijk van deze tak van het be-
drijfsleven kennen, een gefundeerd oor
deel uit kunnen spreken over de al of niet
wenschelijkheid op 't platteland van de
leerplicht voor 't 8ste leerjaar en een leer
verplichting tot 't 16de jaar.
Allen^ die op een veehoudersbedrijf
werkzaam zijn, beoefenen een van de
zwaarste, maar vooral een van de meest
slafelijke beroepen, welke we hier in Ne
derland kennen.
Deze werkers zijn bijna nooi.t klaar. Het
bedrijf neemt zelfs 's Zondags een eroot
deel van hun rust in beslag. Hun arbeids
prestatie in de drukke seizoenen grenst
aan 't ongeloofelij ke.
Djt manifesteert een arbeidsgeest, welke
respect afdwingt.
Deze arbeidsgeest is echter niet aan ko
men waaien. Ze is 't resultaat van een
groeiproces.
De werkzaamheden op een boerderij
hebben, om bovengenoemde redenen, wei
nig aantrekkelijks. Daarom moet dit groei
proces zeer vroeg beginnen. Het is nu psy
chologisch niet moeilijk te verklaren,
waarom hiermede niet te lar gewacht
kan worden.
Vele jongens van pl.m. 10 jaar verrich
ten daarom na schooltijd op de boerderij
reeds lichtere bezi heden; als ze in de hoo-
gere klassen zitten, leeren ze al melken.
Wanneer ze de school verlaten hebben,
leeren ze langzamerhand alle werkzaam
heden, die op 't bedrijf voorkomen.
Deze nemen bijna heel den dag in be
slag. Zoo leeren ze werken. En zóó, maar
ook zoo alleen, kan de arbeidsgeest uit
groeien in die mate, welke noodzakelijk
is voor een arbeidsprestatie, zooals ik u
reeds hierboven beschreef.
Deze, voor genoemd bedrijf, noodzake
lijke arbeidsgeest kan niet aangeleerd wor
den door de school, van 912 en van 24,
maar wordt alleen verkregen op de „leer
school" der boerderij, waar men aan de
„lesrooster" begint in de dikwijls zeer
vroege ochtenduren en eindigt, als de
avond reeds daar is. Daarom zou 't een
ramp zijn voor 't platteland, als er ooit
voor deze kinderen een leerplicht kwam
tot 16 jaar. Deze moet noodzakelijk dit
groeiproces knakken en hiermede die hoog
geprezen arbeidsgeest sloopen.
Ik ben mij volkomen bewust, dat deze
tijd meer kennis vraagt, dan de tijd, waar
in opa nog leefde. Daarom kan ik niet zoo
ver gaan, als de heer Pennings, die ook 't
7de leerjaar facultatief gesteld zou willen
zien. Ik acht voor 't platteland een 7-klas-
sige lagere school absoluut noodzakelijk,
met daarna een desnoods verplichte
2 a 3-jarige landbouw-avondcursus. (Ook
wij meenen, dat op deze of een dergelijke
wijze het V.G.L.O. voor het platteland kan
geregeld worden. Red. L. Crt.). Dan ben
ik er zeker van, dat de toekomstige jonge
boer voldoende kennis verworven heeft,
om „z'n partij goed te blazen".
Kinderen, die verder willen studeeren,
vinden volop gelegenheid bij het U.L.O
de H.B.S., 't Nijverheidsonderwijs enz.
Ik vermoed sterk, dat dit betoog bijna
onverzwakt kan gelden voor de teeltboeren
en de tuinders bedrijven.
Ik weet, mijnheer Redacteur, er zijn ook
puberteitsproblemen. De voorstanders van
een^ leerplicht tot 16 jaar, achten 't zeer
gewenscht, dat kinderen in de puberteits
jaren onder deskundige leiding staan, om
ze door een juiste opvoedingsmethode door
deze moeilijke tijd. heen te helpen.
In mijn omgeving ken ik dit probleem
niet. Ik sta hierover niet verwonderd.
Ik meen de oplossing hiervan te moeten
zien in de gestage arbeid, welke het pu
berteitskind op 't platteland verricht. Het
vindt hierin het groote tegenwicht om
deze moeilijke tijd normaal door te komen.
Nog moet ik in 't midden brengen, dat
dit gansche betoog gebaseerd is op nor
male tijden.
Als ik alles ga bezien in het kader van
de huidige tijdsomstandigheden, dan
wordt mijn betoog nog klemmender.
Er is een dienstboden-vraagstuk, ook op
't platteland. Moeders van groote gezinnen
schreeuwen om hulp. Maar op vele boer
derijen, waar de vrouw bij de huishoude
lijke bezigheden ook nog vaak bedrijfs-
werkzaamheden moet verrichten, gilt In en
om hulp. Hierdoor heerschen er vaak on
mogelijke toestanden. Is het wonder, dat
deze moeders hunkeren naar den tijd, dat
hun dochtertje van school komt?
De werkers op de boerderijen worden
door allerlei omstandigheden steeds min
der in getal. Er dreigt thans een groot ge
vaar, dat de noodzakelijke werkzaamhe
den op de boerderij door gebrek aan per
soneel niet meer verricht kunnen worden.
Wilde men toch eens begrijpen, wat hier
op 't spel staat! Niets minder dan een
volksbelang van de eerste rang! (Inder
daad! Dit wordt nog vaak onbewust niet
voldoende begrepen. Red. L. Crt.).
Moge daarom onze regeering .zich ten
aanzien van deze kwestie uitsluitend laten
voorlichten door menschen, die de prac
tijk van het bedrijfsleven terdege kennen,
opdat er omtrent deze ernstige zaak een
beslissing zal genomen worden, welke niet
alleen de bestaansmogelijkheid der bedrij
ven zal helpen verzekeren, maar welke
tevens in niet geringe mate zal, medewer-
door £3
DE ZILTE LUCHT van het onmetelijk
pekelsop had onze kelen uitgeloogd,
„Ik sterf van de dorst" hijgde Enge-
line. We vingen haar ijlings in onze armen
op en baggerden moeizaam door de zand
en sneeuwbagger naar de blanke top dei-
duinen. De rij van uitgekleede hotels met
hun holle zwarte ramen leek wel kinder
speelgoed tusschen de oceanen van lucht
en water.
,,'t Is hier een gezellige bende" vond
Eduard, toen wij door een van de holen in
de blokkendoos van het Palace-hotel
gluurden. De stoelen waren er alle onder-
ste-boven gesmeten, met de beenen in de
lucht. Hoe we ook klopten en riepen, ruk
ten en tierden, er werd niet opengedaan.
„Stomdronken natuurlijk" concludeer
de Eduard treurend.
Als schipbreukelingen wankelden we ge
armd over de ongastvrije boulevard tot
aan de vuurtoren, die van top tot teen in
allerlei teere tinten was bekladdend.
„Moderne Germaansche kunst" prees
Egbert.
„Waarom zouden de moffen dat gedaan
hebben?" vroeg Engeline naïef.
„In de hoop, dat er een Tommy tegen
op zou vliegen" legde Eduard uit.
Van de Mauer-muur,' die tijdens de oor
logsjaren ons land tegen de zee bescherm
de, troffen we geen sporen meer aan.
„Afgebroken" zei Eduard.
„Door de Wederoobciw" vulde Eg-
bert aan.
„Ik voel me beslist zeeïg worden"
zuchtte Engeline, een verwijtende blik
werpend naar de vervelend ruischende
baren.
In „De Landbouw" kwamen wij tenslotte
onder dak. We vonden het zoo'n degelijke
boerén-naam in deze wufte omgeving.
„Twee borrels, en één koffie" be
stelde Eduard. -
„Voor Egbert" voegde Engeline er
aan toe. De zachte wenk werd begrepen.
Zwijgend nipten wij aan ons glaasje, ge
heel opgeslorpt door de overpeinzing hier
zoo genoegelijk te zitten op de grens van
het Europeesche vasteland en van de
Christelijke beschaving.
„Dat had St. Jeroen ook nooit kunnen
droomen" vertolkte Engeline ons aller
meditatie.
„Van importeurs ijn we toch maar ex
porteurs geworden", merkte Eduard op,
denkend aan onze dappere missionarissen.
In' een milde stemming van Christelijke
verdraagzaamheid wandelden we naar de
Hervormde kerk.
„St. Jeroen was toch priester en geen
dominee" zei Engeline ontactisch. En
geline heeft van die buien.
Het aardige kerkje met zijn gele duiven
til vonden wij gesloten. Op een bord lazen
we, dat de koster woonde in de De Ruy-
ter-straat, en onversragd modderden we
derwaarts, voorgelicht door eenige Zeeërs,
die in den doolhof van ordinaire en alle-
daagsche straatjes aardig de weg wisten.
„Het type van een mondaine badplaats"
mijmerde Eduard.
We stonden eindelijk voor de woning
van den koster.
.„Uiteindelijk" verbeterde Egbert,
want naast de deur van den kerk-dienaar
prijkte een bord in dezer voege:
Begrafenissen
Crematies
Transporten.
„Ik heb nog niets geen zin" zei En
geline opgewekt, maar we* hoorden haar
slechts ten halve, verslonden als we waren
in de lezing van de aanbiedingen.
„Hé" zeiden wij verbaasd, tot in de
allerhoogste mate.
We renden het bord nog eens van onder
naar boven en weer eens terug van bo
ven naar beneden af; konden echter geen
ander geluid voort-hikken dan een her
haald hé.
„Dat gaat m'n verstand te tx-ven" zei
Engeline, die het nu ook door had.
ken aan de opbouw van ons economisch
leven.
Mijnheer Redacteur, gij kunt in dit al
les beluisteren een noodkreet van 't plat
teland. Indien ik om adhaesie-betuigingen
met dit ingezonden stuk zou vragen, dan
zou de „oogst" overvloedig zijn.
Zegt dit niet veel? Zegt dit eigenlijk niet
alles?
Ik dank u, mijnheer Redacteur, zeer
vriendelijk voor de gelegenheid mij gebo
den om in onze „Leidsche Courant" uit
voerig uiteen te zetten, wat er omtrent
deze zaak in de harten der plattelandsbe
volking leeft. i
Inmiddels teekent met verschuldigde
gevoelens van hoogachting,
W. HARTOG,
,Oud-Ade, 6 Maart '47.
onderwijzer.
Daaraan twijfelden we geen van beiden.
De koster van de Hervormde gemeente
was niet thuis; hij was in de kerk. Het
bleek bij persoonlijke kennismaking een
zeer voorkomend heer te zijn met een
rechtzinnige dophoed op.
Door een aansluitende nieuwbouw in
1928 is het oude kerkje tot niet veel meer
dan een vestibule omgetooverd, en het zou
geheel van den aardbodem verdwenen
zijn,als Monumentenzorg niet tus-
schen-beide was gekomen", verklaarde ons
de koster.
We zegenden in ons hart Monumenten
zorg, dat tenminste de schaal van het ei
had weten te bewaren. Eenige restanten
van het uit den tijd van de bouw (1647)
dateerende interieur waren in de nieuw
bouw vefwerkt, en we moesten toegeven,
op handige wijze. Kunstig gesneden bloem
festoenen en gekrulde wapenschilden van
de Van Limburg Styrums, Van Panhuys
en de gemeente Noordwijk sierden de mo
derne ambachtsheeren- en burgemeesters-
bank ter weerszijden van den kansel.
De burgemeesterS-bank is nu pastorie-
bank geworden, vertelde ons de koster.
„De burgemeester houdt het met St. Je
roen" onthulde Eduard.
De operatie, welke de preekstoel heeft
ondergaan de zij-paneelen werden uit
geslagen tot vleugels van de kuip leek
ons nogal pijnlijk voor zulk een fijn Re-
naissance-stuk, maar we moesten alweer
den koster gelijk geven, dat in de kolos
sale nieuwbouw het in zijn bescheiden ge
daante niet zou hebben geoogd. De koperen
lezenaar, waarop de Bijbel rust, is door
twee leeuwen vastgeklauwd wapen schild,
dat, zoo verzekerde ons de koster, blank is.
Eduard twijfelde, doch geen kreeg geen
kans voor nader onderzoek, want de kos
ter troonde ons naar de consistorie-kamer,
een nuchter vertrek, waarin de portretjes
van opeenvolgende dominees zijn opge
hangen. Eén uit de reeks ontbrak, een kale
plek op de muur latend.
De koster fluisterde een bekende naam
met een wrangen, politieken bijsmaak.
In de consistorie-kamer bestudeerden
we nog met aandacht een gravure van de
oude zee-kapel, die in 1573 door de Span
jaarden werd gehavend en daarna afge
broken.
„Moge ze spoedig in nieuwe vorm herrij
zen" declameerden we, mede namens
vele badgasten.
De koster deed ons nog de heuglijke
mededeeling, dat de klok (uit 1746) be
houden van zijn buitenlandsche reis was
teruggekeerd.
We zwalkten weer door de stegen van
Noordwijks bovenstad, langs een gebouw
tje, op welks voorgevel de naam „Noord-
Zuid-Hollandsche Redding-maatschappij
was geschreven.
„Zeker iets van het Leger des Heils"
zei Engeline onnoozel.
We lieten het maar zoo. Engelien maak
te veel indruk op de Zeeërs in haar bees
tenvel-omhulsel en werd van alle'zijden
eerbiedig gegroet en nagestaard, terwijl
men ons kennelijk aanzag voor twee par
ticuliere detectives, speciaal gehuurd ter
bewaking van de bontjas.
Koningin en gevolg brachten ook nog
een bezoek aan de meer weelderige, doch
volslagen uitgewinterde Zuid-duinen, op
zoek naar de Koepelweg. V.V.V. had ons
op 't hart gebonden vooral dit panorama
niet te missen.
Begeesterd zogen we het ontzaglijk ver
gezicht over de gletscher met kerk-torens
in ons op.
„Echt klein Zwitserland" merkte Eg-
bert snedig op. Die naam had hij gevon
den' tusschen de vele Waikiki's, Elvita's,
Solemio's enz., waarmede de villa's op de
zonderlingste wijze gedoopt waren.
„In het voorjaar is het hier één kleuren-
mozaiek van bollen vel .".en" verzekerde
ons V. V. V.
We konden nauwelijks gelooven, dat dit
wonder der verrijzenis ooit nog zou plaats
grijpen.
Op den terugweg naar de tram ontdek
ten wij het onder dennegroen gebakerde
Tust-altaartje ter eere van burgemeester
C. W. C. J. Pické.
Het onderschrift van de, met weelderige
bakkebaarden opgevulde, bronzen legpen
ning, wekte op onbegrijpelijke wijze de
lachlust van Engeline op.
„Stichter van de badplaats" stond er
te lezen.
„Waarom lach je nu?" vroegen wij
uit het veld geslagen over de hysterische
aandoening van Engeline.
„Is de zee van Pické?" stamelde En
gelien, terwijl zij met een van haar reus
achtige rooie zakdoeken haar vreugdetra
nen droogde.
We waren blij, *°en de totem-palen van
de tram in 't gezicht kwamen.
„Is dat een onop""blazen bunker?"
wilde Engeline weten, wijzend op een
grauwe massa, die boven een beboschte
bult uitrees.
„Sssst! kind" vermaanden wij „dat
is het Huis ter Duin, je hèt van hét".
IJlings verscholen wij ons in de tram,
uit vrees door de Zeeërs gesteenigd te
worden.
Eenigen tijd geleden heb
ben wij in ons blad een me
dedeeling gedaan, dat aan
een aantal militairen, onder
scheidingen waren verleend
in verband met bijzondere
prestaties tijdens de oorlogs
dagen. Een dezer onderschei
dingen bestemd voor dienst
plichtig sergeant A. v. d.
Schoor kon in verband met
zijn verblijf in Indië niet
worden uitgereikt. In een In
disch Dagblad lazen wij een
verslag over de plechtigheid
van uitreiking, waaruit wij
hier een kort uittreksel la
ten volgen.
Vóór het gebouw van het
Hoofdkwartier der A Divisie
te Soeraba'a had een korte
plechtigheid plaats waarbij
vier nieuw benoemde offi
cieren van het K.N.I.L. door
den waarnemend divisie
commandant Kolonel G. J.
v. d. Meulen beëedigd wer
den.
Nadat de vlag en de te be-
eedigen officieren waren uit
getreden, opende de hoorn
blazer de ban. Kapitein Dek
ker las vervolgens de beslui
ten van den Lt. Gouverneur-
Generaal voor, waarbij o.a.
de dienstplichtig sergeant A.
v. d Schoor benoemd werd
NIEUWS
UIT INDIË
tot reserve le luitenant der
Infanterie voor speciale
diensten. Een bijzonderheid
bij deze plechtigheid was
vervolgens het voorlezen
door Kapitein Dekker van
een dagorder van den leger
commandant waarbij bekend
wordt gemaakt, dat bij Ko
ninklijk Besluit aan den
dienstplichtig sergeant A. v,
d. Schoor de Bronzen Leeuw
is toegekend in verband met
het feit, dat hij zich op 10
Mei 1940 bijzonder heeft on
derscheiden >n den strijd te
gen den Duits>-her in Neder
land. Daarbij wist sergeant v.
d. Schoor, slechts vergezeld
van één soldaat, een sterk
door den vijand bezet wo
ningcomplex nabij de Haag
sche Schouw binnen te drin
gen en op bijzondere beleid
volle en koelbloedige wijze
een aantal vijanden buiten
gevecht te stellen en de rest
der bezetting tot overgave te
dwingen.
Voor dit feit is sergeant
Van der Schoor, die thans
directeur is van de strafge
vangenis te Soerabaia, tevens
buitengewoon bevorderd tot
reserve le luitenant.
Kolonel Van der Meulen
richtte zich na de beëediging
speciaal tot luitenant Van
der Schoor en spelde hem
het verleende eereteeken op
de borst.