Om het Russisch Schaakkampioenschap LEIDSCH TRIBUNAAL Staking Engelsche Voetbalprofs? R ei zen in Rijnland Noordwijk aan de zee Oorlogsheld, van Haagsche Schouw geëerd DINSDAG 11 MAART 1947 DE LEIDSCHE COURANT PAGINA 3 Het 15e Russisch schaaktournooi om het kampioenschap des lands zal in de „schaak geschiedenis" een zeer belangrijke gebeur tenis zijn. In dezen strijd verkreeg Paul Ke- res, zooals reeds in het kort gemeld, den titel. Het talent van dezen grootmeester, die reeds tien jaar geleden onder 's werelds beste schaakspelers gerekend werd, moet overal erkend worden. Keres' spel onder scheidde zich door een rust en een gratie, welke karakteristiek waren voor Capablan- ca op het hoogtepunt van zijn roem. De tweede plaats werd bezet door Isaak Be- leslavsky, de eenige deelnemer in dit tour- nooi, die geen enkele nederlaag leed. Nie mand was bij machte te zijn krachtige en aanhoudende verdediging te doorbreken of hem in zijn tactische vindingrijkheid te overtreffen. Hoewel Keres 14 punten be haalde, verdient Boleslavsky, die direct ach ter hem kwam met 1 punt verschil, ook groote waardeering. Twee grootmeesters Vassilii Smyslov en Igor Bondarevsky be zetten de derde en de vierde plaats. In ver schillende uitstekende partijen gaven bei den blijk van groote oorspronkelijkheid. Een sensatie was wel het succes van den kampioen van Leningrad, Alexander To- lush, die de vijfde plaats innam. Tolush is bij uitstek een meester in den aanval. Hij heeft meer dan eens groote vergissingen be gaan, doch hervond zich tenslotte weer in dit tournooi. De partijen, welke hij won van Lilienthal en Alatortsev toonden een brillant meesterschap. Die tegen Alatort sev bezorgde hem de prijs voor het fraaiste spel van deze wedstrijden. David Bron- stein, de kampioen van Moskou, heeft in de afgeloopen jaren groote vorderingen ge maakt. Dat hij in dezen strijd tegen de sterkste spelers no. 6 werd, verwonderde niemand. De plaatsen, ditmaal 'bezet door de grootmeesters Salo Flohr en Adre Li lienthal, bewijzen wel, dat zy niet alleen niet in staat waren hun superioriteit over grootmeesters te toonen, maar zelfs niet over de meesters. In Groningen had Flohr slechts één wedstrijd verloren, terwijl hij in dit Russische tournooi drie nederlagen leed, welke alle van de hand van meesters kwamen, nl. Lev Aronin, Ilya Kan en Ana- tolii Ufimtsev. Het opmerkelijke van dit tournooi zijn wel de vele onbesliste par tijen, die getuigden van de verbetering van de techniek der verdediging. Tot nu toe werden de Sovjetmeesters beschouwd als aanvallers van de eerste rang. Nu heb ben zij een grooten vooruitgang in de ver dediging gedemonstreerd. Een andere be langrijke factor is, dat Konstantin Klaman en Petr Dubinin, die de laatste plaatsen be zetten, ieder 6.5 punt behaalden. Dit is een ongewoon resultaat, daar bij de tournooien in den regel groote afstanden zijn tusschen de sterke en de zwakke spelers, het is niet zonder reden, dat de grootmeester Grigorii Levenflsh, die 40 jaar geleden zijn debuüt maakte in de internationale schaak-arena, VOETBAL. FILMVOORSTELLING OVER ENGEL SCHE MEESTERS. We zullen geen duik nemen in herin neringen, jaartallen en cijfers, maar al leen met vreugde constateeren, dat L.F.C. weer iets gedaan heeft in het belang van de voetbalsport in het -algemeen! On danks het slechte weer en de niet ver warmde zaal waren gisteravond enkele honderden L.F.C.-ers aanwezig om te luisteren naar het openingswoord van hun voorzitter, den heer J. Langezaal, die o.m. deed uitkomen, dat het voetbalpeil in Leiden zeer zeker hooger op moet komen en L.F.C. het initiatief had geno men Leiden de primeur te geven van een film, die in Engeland speciaal voor de spelers herhaalde malen op het witte doek was gekomen, ter verduidelijking voor verbetering van het spelpeil! Nadat de verschillende zustefvereeni- gingen, het L.V.B.-bestuur en genoodig- den een hartelijk welkom was toegeroe pen, kregen wij te zien hoe in Engeland, de bakermat van den voetbal, het spel tot- in de perfectie werd beoefend. We zagen achtereenvolgens het trappen van den bal zelf, het stoppen, het afgeven en niet te vergeten het positiekiezen bij elke situatie. Vooral werd veel aandacht be steed" bij het dekken van den tegenstan der, met als vaste spelregel de zoo noo- dige beheersching over het lichaam en de veel voorkomende schijnbewegingen. Niet onverdiensteliik was eveneens de kijk op het buitenspel zetten van den tegenstan der en de minder goede samenwerking tusschen achterhoede en halfinie. SDeciaal x&or de jeu^d, die toch zoo heel gemakkelijk over deze dingen denkt, viel er dezpn avond veel te leeren en L.F.C. zal op - deze weg voortgaande, nog veel kunnen bereiken. Nogmaals hulde voor dit initiatief, dat zeker voor herha ling vatbaar is en menige soortliefhebber ten goede zal komen. Ter afwisseling bracht een aardig teekenfilmoje een aan gename verpoozing van hetgeen oo dezen avond op hoogen prijs werd gesteld. DAMMEN Damclub „Lisse Vooruit". In café ,,De Duif" te Lisse werden de nederlaagwedstrij- den van de Damclub „Lisse Vooruit" voort gezet. Het eerste tiental speelde tegen L.D.V. I uit Leiden uit de hoofdklasse. De resultaten waren als volgt: N. J. van Hal. Lisse VooruitA. Pronk, Leiden 20; Joh. G. SnelW. Heemskerk 1—1; N. P. Dekker—J. Klinkenberg 0—2; J. N. v. HalJ. Zaalberg 11; J. Langbroek Th. Uitenboogaard 11; A. WijnhoutA. v. d. Water 02; G. 't HartL. C. Gerrit sen 20; A. BelkenendeL. v. d. Vlist 1 1; G. v. d. Voet—I. Teeling 2—0; G. Bal kenendeA. Sladek 02. Eindresultaat 10—10. Het tweede tiental van de jubileerende vereeniging wist eyeneens een schitterend resultaat te behalen door tegen de kam pioenen gelijk te spelen. De uitslagen wa ren: K. van Essen, Lisse VooruitW. Klein Sr., Leiden 02; C. BaartmanJ Vermeu len 11; P. G. BalkenendeM. J. v. Hou ten 20; Chr. BoogerdE Klinkenberg 11; H. v. DrunenJ. Huisman 11; J. DuivenvoordeJ. A, Bernsen 11; H. v. d. Kamp—C. Klinkenberg "D2; A. Ba kenende Sr.J. C. Jansens 20; Th. Dui venvoordeW. Klein Jr. 02; A. Balke nende Jr.N.N. niet opgek. 20 Einduit slag 10—10. na het tournooi van Leningrad, zeide, dat hij nooit in zijn leven in een tournooi met sterkere deelnemers had gespeeld dan in dit geval. Competitie Leidsche Schaakbond. Gis teravond is in hotel „Central" de wedstrijd Schaakgenoegen IPhilidor Hl gespeeld voor de 2e klasse B. Het volledige over zicht luidt als volgt: R. v. Kooy (Schkg.) F. M. Ribot (Phil.) 01; J. ZwaanJ. Pad- ding 10; A. SpekP. Herfkens 10; A. MombergH. C. Bouter 10; C. J. Hake- mulerF. Heeringa 01; C. M. v. Rens- wouB. C. de Mik 10; G. Spierenburg A. H. Huissen xx; B. D. RobbersJ. van Steenwijk 10; F. J- ObdamJ. J. Ab- spoel 10; J. KanbierP. J. v. d. Zeeuw 0—1. Totaal: 6x3x. - De einduitslag zal wel een 73 overwin ning voor Schaakgenoegen worden. Lisser Schaakclub. Voor de onderlin ge borden wedstrijden zijg de volgende par tijen gespeeld: lste klasse: J. BoogerdB. L Hooyer 01; C. BoogerdG. Zeestraten 01; P. Boogerd—J. G. Snel 01. 2de klasse: G. Vermey Jr.—J. Heykamp 10; A. VerdoesW. E. de Kooker 01; W. Algera—G. Dekker 0—1; J. Th. Koppen G. Vermey 10; W. E. de KookerC. J. v. d. Tang 01; C. v. d. VoortG. Vermey Jr. 01; C. J. v. d. TangJ. Heykamp 0—1. TAFELTENNIS L. T. T. V. „De Sleutels". Zondag werd het kampioenschap 2e klasse verspeeld. De heer P. Heymans toonde zich in alle op zichten de meerdere en werd geheel on geslagen kampioen. Om de tweede plaats moest harde strijd gevoerd worden. J. Burghouwt wist ten slotte een game meer te winnen dan H. Huying, en werd zoo doende tweede prijswinnaar. H. Huying kwam op de derde plaats. De heer Huying had twee bat-insignes als prijzen beschik baar gesteld. De uitslagen van de Zaterdag 8 Maart gespeelde wedstrijden luiden als volgt: Heeren 2e kl. H.B.S. 1Sleutels 1 10—0; H.B.S. 3Sleutels 3 46; heeren 3e kl. Batsw. 7Sleutels 6 91. Sleutels 1 werd kansloos verslagen door H.B.S. 1. Sleutels 3 speelde met twee 3e kl. invallers en moest zoodoende hard wer ken voor een overwinning. Th. Reizevoort heeft de naam van het 6e team weten te redden door tenminste nog een teganpunt te scoren. De beide wedstrijden van de d-mes wer den door omstandigheden afgelast. Voor a.s. Zaterdag staan de volgende wedstrijden op het programma: afd. hee ren 2e kl.: DSS 1Sleutels 2; Sleutels 1 —DOS 4. 3e kl.: DVS 4—Sleutels 5; GGB 1 Sleutels 4. Afd. dames: Cebusta 1Sleu tels 2; Sleutels 1Ready 3. Zondag 16 Maart heeft het 3e klasse kam pioenschap plaats in het lokaal van de Sleutels aan het Vrouwenkerkhof. De wed strijd vangt om precies 12.30 uur aan. Inschrijvingen moeten geschieden voor Vrijdag 14 Maart bij de wedstrijd-commis sie: H. Huying. Gerard Brandtstr. 24, H. Filbry, Nieuwe Rijn 80. Belangstellenden hebben vrij toegang. HOCKEY. INTERACADEMIALE HOCKEYPAG TE GRONINGEN. Op 1 April a.s. zullen te Groningen iii- teracademiate hockevwedstrijden worden gehouden. Naast Groningers, die met twee ploegen zullen uitkomen, zullen Am sterdam, Leiden, Utrecht, Delft en Wage- ningen met een ploeg deelnemen. Een elftal uit Rotterdam zal als gast tevens van de partij zijn. Vier veroordee'den 12 jaar en 3 mnd. Hedenmorgen werden door het Leidsch Tribunaal de volgende uitspraken gedaan: J. van Putten te Leiden interneering voor den tijd van 2 jaar en 3 maanden, tot 24 Aug. 1947; ontzetting uit beide kies rechten en verbod tot het dienen bij de gewapende macht. Th. A. Christiaanse te Noordwijk inter neering voor den tijd van vier jaar, tot 7 Aug. 1949; ontheffing uit beide kies rechten en verbod tot het dienen bij de gewapende macht. J. C. Bloemzaad te Leiden, interneering Voor den tijd van 2 jaar en 7 maanden, tot 8 Jan. 1948: ontzetting uit beide kies rechten en verbod tot het dienen bij de gewapende macht. L. J. Hooymans, Leidschendam, inter neering voor den tijd van 3 jaar en 6 maanden, eindigend 26 Oct. 1948 en ont zetting uit beide kiesrechten. In de gisteren te Man- van denSchotschen bond Chester gehouden algemeene van profs als waarnemers aanwezig waren. Laatsge- vergadering van den bond van voetbalprofs is een stemmig besloten tot staking over te gaan op middernacht 21 Maart, als het ministerie van Arbeid voor dien tijd niet arbitreerend is opge treden in het dispuut inzake loonsverbetering. De helft van de leden was door de verkeersstoringen niet in staat de vergadering bij te noemden waren vooral ge wonen, waaraan 53 gedele- komen om de Engelsche geerden deelnamen, terwijl profs te polsen over het toe- de voorzitter en secretaris gezegde loon voor den wed- Voor 21 Maart de beslissing strijd Groot-Brittannië Rest van Europa op 10 Mei te Glasgow waarvoor de Britsche profs 20 pond ont vangen. De Schotten zijn na melijk van oordeel, dat dit bedrag niet toereikend is. Als de staking inderdaad Maart, voorts de wedstrijd EngelandSchotland in Wembley op 26 April er. de wedstrijd Groot-Brittannië tegen rest van Europa te Glasgow daaronder lijden, doorgaat zouden hierdoor de beide halve eindstrijden van de cupcompetitie op 29 Wat lezers ons schrijven DE LEERPLICHT EN HET PLATTELAND Zeergeachte Heer Redacteur. Met groote belangstelling heb ik in „De Leidsche Courant" van 5 Maart het inge zonden stuk van den heer C. W. Pennings gelezen, getiteld: De leerplicht en het plat teland. In uw naschrift zegt u, dankbaar te zijn. dat dit ander geluid u de gelegenheid geeft het verslag van den spreker op de Leidsche cultureele avond van de Kath. Arbeidersbeweging aan te vullen. Hieruit is alleen te lezen, dat ook u een voorstander bent van een verplicht 7de en 8ste leerjaar, zelfs van een leer plicht tot 16 jaar. De ruim 20 jaren, welke ïk als dorps onderwijzer op dezelfde plaats heb door gebracht en waarin ik in geregeld contact ben geweest met de veehouders ter plaat se, hebben mij ruimschoots in de gelegen heid gesteld het veehoudersbedrijf te lee ren kennen. Uit deze ervaring weet ik, dat alleen zij, die de practijk van deze tak van het be- drijfsleven kennen, een gefundeerd oor deel uit kunnen spreken over de al of niet wenschelijkheid op 't platteland van de leerplicht voor 't 8ste leerjaar en een leer verplichting tot 't 16de jaar. Allen^ die op een veehoudersbedrijf werkzaam zijn, beoefenen een van de zwaarste, maar vooral een van de meest slafelijke beroepen, welke we hier in Ne derland kennen. Deze werkers zijn bijna nooi.t klaar. Het bedrijf neemt zelfs 's Zondags een eroot deel van hun rust in beslag. Hun arbeids prestatie in de drukke seizoenen grenst aan 't ongeloofelij ke. Djt manifesteert een arbeidsgeest, welke respect afdwingt. Deze arbeidsgeest is echter niet aan ko men waaien. Ze is 't resultaat van een groeiproces. De werkzaamheden op een boerderij hebben, om bovengenoemde redenen, wei nig aantrekkelijks. Daarom moet dit groei proces zeer vroeg beginnen. Het is nu psy chologisch niet moeilijk te verklaren, waarom hiermede niet te lar gewacht kan worden. Vele jongens van pl.m. 10 jaar verrich ten daarom na schooltijd op de boerderij reeds lichtere bezi heden; als ze in de hoo- gere klassen zitten, leeren ze al melken. Wanneer ze de school verlaten hebben, leeren ze langzamerhand alle werkzaam heden, die op 't bedrijf voorkomen. Deze nemen bijna heel den dag in be slag. Zoo leeren ze werken. En zóó, maar ook zoo alleen, kan de arbeidsgeest uit groeien in die mate, welke noodzakelijk is voor een arbeidsprestatie, zooals ik u reeds hierboven beschreef. Deze, voor genoemd bedrijf, noodzake lijke arbeidsgeest kan niet aangeleerd wor den door de school, van 912 en van 24, maar wordt alleen verkregen op de „leer school" der boerderij, waar men aan de „lesrooster" begint in de dikwijls zeer vroege ochtenduren en eindigt, als de avond reeds daar is. Daarom zou 't een ramp zijn voor 't platteland, als er ooit voor deze kinderen een leerplicht kwam tot 16 jaar. Deze moet noodzakelijk dit groeiproces knakken en hiermede die hoog geprezen arbeidsgeest sloopen. Ik ben mij volkomen bewust, dat deze tijd meer kennis vraagt, dan de tijd, waar in opa nog leefde. Daarom kan ik niet zoo ver gaan, als de heer Pennings, die ook 't 7de leerjaar facultatief gesteld zou willen zien. Ik acht voor 't platteland een 7-klas- sige lagere school absoluut noodzakelijk, met daarna een desnoods verplichte 2 a 3-jarige landbouw-avondcursus. (Ook wij meenen, dat op deze of een dergelijke wijze het V.G.L.O. voor het platteland kan geregeld worden. Red. L. Crt.). Dan ben ik er zeker van, dat de toekomstige jonge boer voldoende kennis verworven heeft, om „z'n partij goed te blazen". Kinderen, die verder willen studeeren, vinden volop gelegenheid bij het U.L.O de H.B.S., 't Nijverheidsonderwijs enz. Ik vermoed sterk, dat dit betoog bijna onverzwakt kan gelden voor de teeltboeren en de tuinders bedrijven. Ik weet, mijnheer Redacteur, er zijn ook puberteitsproblemen. De voorstanders van een^ leerplicht tot 16 jaar, achten 't zeer gewenscht, dat kinderen in de puberteits jaren onder deskundige leiding staan, om ze door een juiste opvoedingsmethode door deze moeilijke tijd. heen te helpen. In mijn omgeving ken ik dit probleem niet. Ik sta hierover niet verwonderd. Ik meen de oplossing hiervan te moeten zien in de gestage arbeid, welke het pu berteitskind op 't platteland verricht. Het vindt hierin het groote tegenwicht om deze moeilijke tijd normaal door te komen. Nog moet ik in 't midden brengen, dat dit gansche betoog gebaseerd is op nor male tijden. Als ik alles ga bezien in het kader van de huidige tijdsomstandigheden, dan wordt mijn betoog nog klemmender. Er is een dienstboden-vraagstuk, ook op 't platteland. Moeders van groote gezinnen schreeuwen om hulp. Maar op vele boer derijen, waar de vrouw bij de huishoude lijke bezigheden ook nog vaak bedrijfs- werkzaamheden moet verrichten, gilt In en om hulp. Hierdoor heerschen er vaak on mogelijke toestanden. Is het wonder, dat deze moeders hunkeren naar den tijd, dat hun dochtertje van school komt? De werkers op de boerderijen worden door allerlei omstandigheden steeds min der in getal. Er dreigt thans een groot ge vaar, dat de noodzakelijke werkzaamhe den op de boerderij door gebrek aan per soneel niet meer verricht kunnen worden. Wilde men toch eens begrijpen, wat hier op 't spel staat! Niets minder dan een volksbelang van de eerste rang! (Inder daad! Dit wordt nog vaak onbewust niet voldoende begrepen. Red. L. Crt.). Moge daarom onze regeering .zich ten aanzien van deze kwestie uitsluitend laten voorlichten door menschen, die de prac tijk van het bedrijfsleven terdege kennen, opdat er omtrent deze ernstige zaak een beslissing zal genomen worden, welke niet alleen de bestaansmogelijkheid der bedrij ven zal helpen verzekeren, maar welke tevens in niet geringe mate zal, medewer- door £3 DE ZILTE LUCHT van het onmetelijk pekelsop had onze kelen uitgeloogd, „Ik sterf van de dorst" hijgde Enge- line. We vingen haar ijlings in onze armen op en baggerden moeizaam door de zand en sneeuwbagger naar de blanke top dei- duinen. De rij van uitgekleede hotels met hun holle zwarte ramen leek wel kinder speelgoed tusschen de oceanen van lucht en water. ,,'t Is hier een gezellige bende" vond Eduard, toen wij door een van de holen in de blokkendoos van het Palace-hotel gluurden. De stoelen waren er alle onder- ste-boven gesmeten, met de beenen in de lucht. Hoe we ook klopten en riepen, ruk ten en tierden, er werd niet opengedaan. „Stomdronken natuurlijk" concludeer de Eduard treurend. Als schipbreukelingen wankelden we ge armd over de ongastvrije boulevard tot aan de vuurtoren, die van top tot teen in allerlei teere tinten was bekladdend. „Moderne Germaansche kunst" prees Egbert. „Waarom zouden de moffen dat gedaan hebben?" vroeg Engeline naïef. „In de hoop, dat er een Tommy tegen op zou vliegen" legde Eduard uit. Van de Mauer-muur,' die tijdens de oor logsjaren ons land tegen de zee bescherm de, troffen we geen sporen meer aan. „Afgebroken" zei Eduard. „Door de Wederoobciw" vulde Eg- bert aan. „Ik voel me beslist zeeïg worden" zuchtte Engeline, een verwijtende blik werpend naar de vervelend ruischende baren. In „De Landbouw" kwamen wij tenslotte onder dak. We vonden het zoo'n degelijke boerén-naam in deze wufte omgeving. „Twee borrels, en één koffie" be stelde Eduard. - „Voor Egbert" voegde Engeline er aan toe. De zachte wenk werd begrepen. Zwijgend nipten wij aan ons glaasje, ge heel opgeslorpt door de overpeinzing hier zoo genoegelijk te zitten op de grens van het Europeesche vasteland en van de Christelijke beschaving. „Dat had St. Jeroen ook nooit kunnen droomen" vertolkte Engeline ons aller meditatie. „Van importeurs ijn we toch maar ex porteurs geworden", merkte Eduard op, denkend aan onze dappere missionarissen. In' een milde stemming van Christelijke verdraagzaamheid wandelden we naar de Hervormde kerk. „St. Jeroen was toch priester en geen dominee" zei Engeline ontactisch. En geline heeft van die buien. Het aardige kerkje met zijn gele duiven til vonden wij gesloten. Op een bord lazen we, dat de koster woonde in de De Ruy- ter-straat, en onversragd modderden we derwaarts, voorgelicht door eenige Zeeërs, die in den doolhof van ordinaire en alle- daagsche straatjes aardig de weg wisten. „Het type van een mondaine badplaats" mijmerde Eduard. We stonden eindelijk voor de woning van den koster. .„Uiteindelijk" verbeterde Egbert, want naast de deur van den kerk-dienaar prijkte een bord in dezer voege: Begrafenissen Crematies Transporten. „Ik heb nog niets geen zin" zei En geline opgewekt, maar we* hoorden haar slechts ten halve, verslonden als we waren in de lezing van de aanbiedingen. „Hé" zeiden wij verbaasd, tot in de allerhoogste mate. We renden het bord nog eens van onder naar boven en weer eens terug van bo ven naar beneden af; konden echter geen ander geluid voort-hikken dan een her haald hé. „Dat gaat m'n verstand te tx-ven" zei Engeline, die het nu ook door had. ken aan de opbouw van ons economisch leven. Mijnheer Redacteur, gij kunt in dit al les beluisteren een noodkreet van 't plat teland. Indien ik om adhaesie-betuigingen met dit ingezonden stuk zou vragen, dan zou de „oogst" overvloedig zijn. Zegt dit niet veel? Zegt dit eigenlijk niet alles? Ik dank u, mijnheer Redacteur, zeer vriendelijk voor de gelegenheid mij gebo den om in onze „Leidsche Courant" uit voerig uiteen te zetten, wat er omtrent deze zaak in de harten der plattelandsbe volking leeft. i Inmiddels teekent met verschuldigde gevoelens van hoogachting, W. HARTOG, ,Oud-Ade, 6 Maart '47. onderwijzer. Daaraan twijfelden we geen van beiden. De koster van de Hervormde gemeente was niet thuis; hij was in de kerk. Het bleek bij persoonlijke kennismaking een zeer voorkomend heer te zijn met een rechtzinnige dophoed op. Door een aansluitende nieuwbouw in 1928 is het oude kerkje tot niet veel meer dan een vestibule omgetooverd, en het zou geheel van den aardbodem verdwenen zijn,als Monumentenzorg niet tus- schen-beide was gekomen", verklaarde ons de koster. We zegenden in ons hart Monumenten zorg, dat tenminste de schaal van het ei had weten te bewaren. Eenige restanten van het uit den tijd van de bouw (1647) dateerende interieur waren in de nieuw bouw vefwerkt, en we moesten toegeven, op handige wijze. Kunstig gesneden bloem festoenen en gekrulde wapenschilden van de Van Limburg Styrums, Van Panhuys en de gemeente Noordwijk sierden de mo derne ambachtsheeren- en burgemeesters- bank ter weerszijden van den kansel. De burgemeesterS-bank is nu pastorie- bank geworden, vertelde ons de koster. „De burgemeester houdt het met St. Je roen" onthulde Eduard. De operatie, welke de preekstoel heeft ondergaan de zij-paneelen werden uit geslagen tot vleugels van de kuip leek ons nogal pijnlijk voor zulk een fijn Re- naissance-stuk, maar we moesten alweer den koster gelijk geven, dat in de kolos sale nieuwbouw het in zijn bescheiden ge daante niet zou hebben geoogd. De koperen lezenaar, waarop de Bijbel rust, is door twee leeuwen vastgeklauwd wapen schild, dat, zoo verzekerde ons de koster, blank is. Eduard twijfelde, doch geen kreeg geen kans voor nader onderzoek, want de kos ter troonde ons naar de consistorie-kamer, een nuchter vertrek, waarin de portretjes van opeenvolgende dominees zijn opge hangen. Eén uit de reeks ontbrak, een kale plek op de muur latend. De koster fluisterde een bekende naam met een wrangen, politieken bijsmaak. In de consistorie-kamer bestudeerden we nog met aandacht een gravure van de oude zee-kapel, die in 1573 door de Span jaarden werd gehavend en daarna afge broken. „Moge ze spoedig in nieuwe vorm herrij zen" declameerden we, mede namens vele badgasten. De koster deed ons nog de heuglijke mededeeling, dat de klok (uit 1746) be houden van zijn buitenlandsche reis was teruggekeerd. We zwalkten weer door de stegen van Noordwijks bovenstad, langs een gebouw tje, op welks voorgevel de naam „Noord- Zuid-Hollandsche Redding-maatschappij was geschreven. „Zeker iets van het Leger des Heils" zei Engeline onnoozel. We lieten het maar zoo. Engelien maak te veel indruk op de Zeeërs in haar bees tenvel-omhulsel en werd van alle'zijden eerbiedig gegroet en nagestaard, terwijl men ons kennelijk aanzag voor twee par ticuliere detectives, speciaal gehuurd ter bewaking van de bontjas. Koningin en gevolg brachten ook nog een bezoek aan de meer weelderige, doch volslagen uitgewinterde Zuid-duinen, op zoek naar de Koepelweg. V.V.V. had ons op 't hart gebonden vooral dit panorama niet te missen. Begeesterd zogen we het ontzaglijk ver gezicht over de gletscher met kerk-torens in ons op. „Echt klein Zwitserland" merkte Eg- bert snedig op. Die naam had hij gevon den' tusschen de vele Waikiki's, Elvita's, Solemio's enz., waarmede de villa's op de zonderlingste wijze gedoopt waren. „In het voorjaar is het hier één kleuren- mozaiek van bollen vel .".en" verzekerde ons V. V. V. We konden nauwelijks gelooven, dat dit wonder der verrijzenis ooit nog zou plaats grijpen. Op den terugweg naar de tram ontdek ten wij het onder dennegroen gebakerde Tust-altaartje ter eere van burgemeester C. W. C. J. Pické. Het onderschrift van de, met weelderige bakkebaarden opgevulde, bronzen legpen ning, wekte op onbegrijpelijke wijze de lachlust van Engeline op. „Stichter van de badplaats" stond er te lezen. „Waarom lach je nu?" vroegen wij uit het veld geslagen over de hysterische aandoening van Engeline. „Is de zee van Pické?" stamelde En gelien, terwijl zij met een van haar reus achtige rooie zakdoeken haar vreugdetra nen droogde. We waren blij, *°en de totem-palen van de tram in 't gezicht kwamen. „Is dat een onop""blazen bunker?" wilde Engeline weten, wijzend op een grauwe massa, die boven een beboschte bult uitrees. „Sssst! kind" vermaanden wij „dat is het Huis ter Duin, je hèt van hét". IJlings verscholen wij ons in de tram, uit vrees door de Zeeërs gesteenigd te worden. Eenigen tijd geleden heb ben wij in ons blad een me dedeeling gedaan, dat aan een aantal militairen, onder scheidingen waren verleend in verband met bijzondere prestaties tijdens de oorlogs dagen. Een dezer onderschei dingen bestemd voor dienst plichtig sergeant A. v. d. Schoor kon in verband met zijn verblijf in Indië niet worden uitgereikt. In een In disch Dagblad lazen wij een verslag over de plechtigheid van uitreiking, waaruit wij hier een kort uittreksel la ten volgen. Vóór het gebouw van het Hoofdkwartier der A Divisie te Soeraba'a had een korte plechtigheid plaats waarbij vier nieuw benoemde offi cieren van het K.N.I.L. door den waarnemend divisie commandant Kolonel G. J. v. d. Meulen beëedigd wer den. Nadat de vlag en de te be- eedigen officieren waren uit getreden, opende de hoorn blazer de ban. Kapitein Dek ker las vervolgens de beslui ten van den Lt. Gouverneur- Generaal voor, waarbij o.a. de dienstplichtig sergeant A. v. d Schoor benoemd werd NIEUWS UIT INDIË tot reserve le luitenant der Infanterie voor speciale diensten. Een bijzonderheid bij deze plechtigheid was vervolgens het voorlezen door Kapitein Dekker van een dagorder van den leger commandant waarbij bekend wordt gemaakt, dat bij Ko ninklijk Besluit aan den dienstplichtig sergeant A. v, d. Schoor de Bronzen Leeuw is toegekend in verband met het feit, dat hij zich op 10 Mei 1940 bijzonder heeft on derscheiden >n den strijd te gen den Duits>-her in Neder land. Daarbij wist sergeant v. d. Schoor, slechts vergezeld van één soldaat, een sterk door den vijand bezet wo ningcomplex nabij de Haag sche Schouw binnen te drin gen en op bijzondere beleid volle en koelbloedige wijze een aantal vijanden buiten gevecht te stellen en de rest der bezetting tot overgave te dwingen. Voor dit feit is sergeant Van der Schoor, die thans directeur is van de strafge vangenis te Soerabaia, tevens buitengewoon bevorderd tot reserve le luitenant. Kolonel Van der Meulen richtte zich na de beëediging speciaal tot luitenant Van der Schoor en spelde hem het verleende eereteeken op de borst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3