i Verbitterde strijd tegen sneeuw en ijs r 50-|arig bestaan der K.V.P. afd. Leiden ONS KINDER VERHAAL ZATERDAG 22 FEBR. 12)47 DE LEIDSCHE COURANT PAGINA 3 DE STAND IN DE OLIEVOORZIENING Voor de huisvrouw heeft de koude en de it.eeuw nog eon. zij het dan k'eine, goede zijde. Zij stellen haar in staat hajir pakjes bevroren groente zondei bezwaar goed te houden. v. d. Reyken P. /~\P UITNOODIGING van de zeereerw. heeren Deken Bots en Pastoor Gadet O.F.M. kwamen in het najaar van 1896 ongeveer 25 vooraanstaande katholieken bij een Jot het oprichten van een R.K. Kies vereeniging te Leiden. Dit comité schreef eën openbare vergadering uit op 29 December 1896, waar de R.K. Kiesvereeniging werd opgericht en een bestuur werd gekozen. Voorzitter werd dé heer Schmier, se cretaris de heer jnr. Ledeboer, destijds griffier bij het Kantongerecht te Leiden, later procureur-generaal bij den Hoogen Raad. was er geen schijn van kans om gekozen te worden en werden de candidaten van de beide Protestantsche paf tij en overgeno men. Omstreeks 1900 bedroeg het aantal recht- sche kiezers te Leiden niet meer dan 3000, waarvan 1200 katholieke. De tweede groep in groot'.e was die der Anti-Revolutionairen en de kleinste groep die der Christelijk- Historischen. En toch hadden.de Christelijk Historischen de meeste kans om gekozen te worden. Toen in 1913 de Anti-Revolutionairen verlangden, dat één hunner, mr. P. E. Briët, de rechtscke candidaat voor de Tweede Kamer, werd, werd niet deze, doch een liberaal, prof. mr. Heeres, gekozen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen stelde ieder der drie rechtsche partijen haar eigen candidaten. Over en weer werden deze candidaten overgenomen De beide groe pen van Protestantsche kiezers werden ge adviseerd de katholieke candidaten te stem men en de katholieken stemden de can didaten van de beide andere partijen zeker bij een dikwijls voorkomende her stemming. DE GEMEENTERAAD. De oprichting Na enkele jaren werd de heer Schmier als voorzitter opgevolgd door den heer mr. Aalberse, die deze ïunctie uitoefende tot aan diens benoeming tot professor aan de Technische Hoogeschool te Delft in 1916. Na 't aftreden van mr. Aalberse waren er in één jaar .tijds achtereenvolgens twee voorzitters, de heeren J. A. Bots en H. W. Spendel. De heer mr. Ledeboer was slechts kort secretaris. Na diens vertrek lyt Leiden kwam in zijn plaats de heer Boonekamp. opgevolgd door de heeren J. P. Creyghton, mr. Barge, J. P. de Graaf (die tegelijk met mr. Aalberse als bes-uurslid aftrad), M. W. Spendel en Th. B. J- Wilmer. Tot 1917 bestond het bestuur uit negen leden, waarvan een bestuursfunctie werd voorbehouden aan een vertegenwoordiger van den Ned. R.K. Volksbond. Als zoodanig fungeerden de heeren B. Resink, J. H. Hen- smg, W. de la Rivière en P. Heemskerk. In 1916 werd rechtspersoonlijwheid aan gevraagd en werd het aantal bestuursleden uitgebreid tot vijftien. DE ORGANISATIE der Verëenigde Na ties wordt steeds meer een kapstok om onverteerbare problemen aan op te han gen. Thans weer heeft Bevin het Bri'.sche besluit bekend gemaakt om de Palestina- affaire bij de Vereenigde Naties te bren- ,gen. Engeland kan er geen wijs meer uit worden, het weet er geen raad mee. Het is met de Joden en de Arabieren als met het bekende raadseltje: bij elkaar deugen ze niet, van elkaar meugen ze niet. De Pales- tijnsche Arabieren zeggen: „Overal wor den volken onafhankelijk gemaakt, als zij in staat zijn zichzelf te besturen en als een volksstemming uitwijst, dat het volk dat wil. Wij zijn in de meerderheid, houdt een volksstemming en geeft ons den onafhan- kelijken Arabischen staat, waarop wij recht hebben De'ooden willen ook een onafhankely- ken staat, maar een Joodschen staat en zij beroepen zich op de indertijd gedane be lofte van Balfour. De meerderheid hebben zij weliswaar nog niet, maar dat komt wel, als de immigratie wordt vrijgelaten. Con ferenties, t,e Londen georganiseerd over „samen deelen" hebben niets uitgehaald en intusschen zit Engeland, dat Palestina in dertijd van den Volkenbond als mandaat gebied heeft toegewezen gekregen, met de gebakken peren. De Britsche soldaten moeten nu verhin deren, dat Joden en Arabieren elkaar in de haren vliegen en krijgen zoowel van de Joden als van de Arabieren op hun kop. Intusschen zit Truman veilig in Amerika en doet een goed woordje voor verruiming van de Joodsche immigratie. Waarop Bevin antwoordde: „Jij hebt makkelijk praten. Doe ook eens wat, als jij je zoo voor Pales tina interesseert. Help me een handje om dat probleem op te lossen. „Maar Truman zei: „Neen, dank je wel". Bevin heeft er nu genoeg van gekregen en heeft het mandaat, dal Engeland van den Volkenbond kreeg, teruggegeven aan de opvolgster van dien Bond, n.l. de orga nisatie der V.N. Dat is een logische stap, maar tevens een handige zet om Amerika toch te betrekken zij het niet rechtstreeks bij een op lossing van het conflict. Men zal moeten wachten tot na den zo mer, want de Assehblée komt niet eerder te New-York bijeen, en inmiddels heeft Engeland zich voorbereid op een periode van een soort staat van beleg. Ëngelsche burgers zijn geëvacueerd en de steden zijn,, in vestingen herschapen. In Londen zitten de plaatsvervangers, de z.g. „kleine vier", vredesverdragen te ma ken en de Londenaars zitten in de kou en hebben geen licht. ,Is dat vrede?".denken ze „In den oorlog hadden we het beter". HE KOlLEN CRISIS, waarin Engeland thans verkeert, werpt wel een schril licht op de hachelijke positie, waarin En geland is geraakt. De oorlog heeft het land inderdaad aan den rand van den afgrond gebracht. Dat er in een periode van abnor male koude en .veel sneeuw een oogenblik van stagnatie optreedt, is volkomen ver klaarbaar en komt zelfs in de rijkste lan den voor, ook in tijden van voorspoed- Maar van regeeringszijde heeft men reeds, te kennen gegeven, dat de huidige moei lijkheden geenszins opgelost zullen zijn bij een terugkeer van mildere temperatu ren, doch dat zij nog langen tijd, misschien wel jaren hun invloed zullen doen gelden. De oorzaken zitten dus dieper dan dat beetje vorst en sneeuw. De Britsche econo mie heeft heel veel van haar krachten moeten vergen en verkeert in een toestand van ontreddering. Wist u, dat er nu reeds paketjes met levensmiddelen van Neder land uit naar familieleden en vrienden in Engeland worden gestuurd? Zoozeer zijn de rollen omgekeerd; de mannen, die ons twee jaar geleden zoo rijkelijk uit de lucht van voedsel voorzagen, zitten nu eveneens op een houtje te bijten. Engeland heeft zijn fandeel in den wereldoorlog wel betaald, heeft zelfs na Duinkerken en den neder laag dér Fr arische legers een jaar lang de last van den oorlog alleen gedragen, voor dat Amerika zctover was, om in te zien, dat het z'n eigen ruiten ingooide door toe te staan, dat ook Engeland overweldigd werd. Thans verkeert Engeland weer in een crisis en alleen Amerika is in staat, het er •snel en goed weer uit te halen. Er zijn tee kenen, die er op wijzgn, dat men dat in Amerika gaat inzien. Amerika heeft zijn isolationisme laten vareft, omdat het be seft, dat het ipede verantwoordelijk is voor een goede gang van zaken en dat het beter af is met een welvarende wereld dan met een in ellende ondergaande wereld. I"yE VEILIGHEIDSRAAD; die in een der bladen een „brandspuit" genoemd werd, die uitgereden word.t als er ergens in de wereld rook opstijgt, is op het oogen blik bezig met het blusschen van een brandje, dat uitgebroken is in de Albanee- sche Zeestraat. Men kent de geschiedenis van twee Britsche oorlogsbodems, die in de Albaneesche wateren voeren door een doorgang, waar de mijnen uit den oorlog zorgvuldig geveegd waren en desondanks beide prompt de lucht in gingen. De En- gelschen vonden toen tientallen versch ge legde mijnen en riepen de Albaneezen ter verantwoording. De Albaneesche verte genwoordiger ter zitting van den Veilig heidsraad gaf een eenigszins vreemde ver dediging van zijn land ten beste. Hij rede neerde zóó. Wij, Albaneezen, hebben geen oorlogstuig, wij hebben niet eens afweer- kanonnen. Daarom kunnen wij die mijnen er niet neergelegd hebben. Maar als wij ze daar gelegd hebben, dan hebben we daar volkomen het recht toe. Want die Ëngelsche oorlogsbodems voeren dooi" onze wateren met hun kanonnen gericht op de Albanee sche kust. En dan mag Albanië afweer- maatregelen nemen. Wij kunnen het begrijpen, dat de Brit sche gedelegeerde, Cadogan, na-afloop van deze verdediging vroeg: Hebben julhe het nu gedaan of niet? Wij zijn benieuwd, hoe de Veiligheids raad dit overigens ongevaarlijke brandje blusschen "zal. NIEUW BESTUUR. Bij het verkrijgen van de koninklijke goedkeuring op de statuten trad het ge- heele bestuur in 1917 af en kwamen in het nieuwe bestur vier van de oud-leden te rug, de heeren F. Pieck, penningmeester, J Bots, P. Heemskerk en Th- B. J. Wil mer. Beide laatstgenoemden hebben thans nog zitting in het bestuur, de heer Wilmer en afgebroken, de heer Heemskerk na een on derbreking van enkele jaren. De heer Pieck trad in 1918 af en de heer Bots was tot aan zijn overlijden gedurende ongeveer 30 ja ren bestuurslid. Van de in 1917 nieuwgekozen bestuurs leden hebben onafgebroken zitting gehad tot heden de'heeren mr. E. J. M. H. Bol- sius en J. M. H. Horikx, de heer H. Lom- bert na een onderbreking tweemaal resp. van een jaar en tien maanden, en de heer P. van Berge Henegouwen tot in Januari 1946. DAGELIJKSCH BESTUUR Voorzitter waren de heeren A. J. Oost- dam van 1917—1923, mr. E. J. M. H. Bol- sius van 19231945 en S. Menken van 1945heden. Secretaris: de heeren mr. Brantjes van Rijn van 19171919, II. Lombert van 1919 1925, en J. M. H. Horikx van 1925heden. Penningmeester: de heeren F. Pieck, P. J. Colla, J. van der Heijden, P. van Berge Henegouwen, W. J. Kriek, A. Langeveld, W. H. M. Geene, C. A. H. Speel en H. Lombert. Slephts één vrouwelijk bestuurslid, mej. A. de Groot, werd in den loop der jaren gekozen. AANTAL LEDEN. In de eerste jaren was het ledental on- veer 300. Langzamerhand werd dit hoo- ger tot ongeveer 600 in 1919 onder liet oude kiesstelsel. Toen het algemeen kies recht voor mannen en vrouwen kwam, steeg het aantal leden tot 1250 in 1939. Thans is dit 1160. De vrouwen hebben in Leiden de pri meur gehad, dat zij haar kiesrecht konden uitoefenen, bij de verkiezing voor den ge meenteraad in 1920, welke tusschentijd- sche verkiezing noodig was wegens de an nexatie van gedeelten van de gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. SAMENWERKING MET A.-R. EN CHR-HIST. In de jaren tot 1919, onder de Kies wet-van Houten, bestond het zwaartepunt van de werkzaamheden van hét bestuur in het overleg met de besturen van de beide Protestantsche kiesvereenigingen, afdee- lingen van de Anti-Revolutianaire Partij en van de Christelijk-Historische Unie. Voor een katholiek Kamerlid in het dis trict Leiden en voor katholieke leden van de Provinciale Staten van Zuid-Holland 4) Bij de verkiezingen volgens het evenre dig kiesstelsel hadden in den gemeente raad zitting bij een aantal raadsleden van 29, 31, en 33 zeven katholieken en bij een aantal van 35 en 37 acht katholieken. Door de samenwerking met de Protestant sche kiesvereenigingen kwam er sinds on geveer 80 aren weer een katholieke wet houder in den persoon van mr. P. J. M. Aalberse, die als zoodanig aftrad, toen hij in 1903 als opvolger van dr. Schaapman Kamerlid werd voor het district Almelo. Vóór mr., Aalberse was er in Leiden slechts één katholieke wethouder geweest in de eerste jaren van het bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden, jhr. Van Bommel, die burgemeester was onder het destijds vierhoofdige burgemeesterschap en wethouder werd bij dc invoering van het éénhoofdig burgemeesterschap. De opvolgers van mr. Aalberse als wet houder waren de heeren mr. L. M. H. Ker- stens, J. A. Bots, J. F. X. Sanders A. F. L. M. Tepe, Th. B. J. Wilmer en S. Menken. In den nood-gemeenteraad van 1945 kon den bij de 16 kiesmannen, die op voordracht van onze afdeeling waren benoemd door den burgemeester, slechts twee oud-leden genade vinden, en werden bij enkele can- didaatstelling zes pnzer als gemeenteraads lid gekozen. Sinds 1919, bij' de verkiezingen volgens het Evenredig Kiesstelsel, kwam de rege ling voor de gemeenteraadsverkiezingen geheel in eigen handen en werden bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer en voor de Provinciale Stalen de van hooger- hand in de Partij gegeven instructies ge volgd. In de eerste jaren was de vereeniging aangesloten bij den Provincialen Bond van R.K. Kiesvereenigingen in Zuid-Holland en later werd zij een afdeeling van de R.K. Staatspartij, thans Katholieke Volkspartij. DE PROPAGANDA. De propaganda voor de verkiezingen werd grootendeels uitgevoerd door de kort na de. oprichting ontstane Propagandaclub „De Jonge Garde", later genaamd „Katholieke Garde*, die eveneens zorgde voor den kie- zerskweek. Ieder voorjaar zwermden de propagandisten uit om de daarvoor in aan merking komenden als loon-, huur-, spaar- of examenkiezer in te lijven in het kiezers corps. Na het te niet gaan van de „Katholieke Garde" was de propaganda eenige jaren in eigen handen bij de Parochiale Propagan- daclubs, totdat de Algemeene R.K. Propa- gandeclub ,,Dr. Schaepman" werd opge richt en de werkzaamheden overnam en de propaganda tot heden op uitstekende wijze uitvoerde. DE FINANCIëN. Dc grootste zorgen hadden steeds de fi nanciën, vornamelijk door de lage constri- butie. Er beginnen thans ook nijpende pro blemen te ontstaan voor die bedrijven van industrie, energie-voorziening, land- en tuinbouw en verwarming, welke op olie voorziening zijn aangewezen. Tengevolge van de strenge en nog on verminderd aanhoudende vorst zijn tal van lichters, waarmede het vervoer van benzine, petroleum, gas- en stookolie naar de opslagplaatsen overal in Neder land dient te geschieden, onwrikbaar door het ijs ingesloten, zoodat dit materiaal voorloopig helaas buiten gevecht is ge steld. Natuurlijk wordt getracht door mid del van ijsbrekers deze onmisbare vaar- tuigefi te ontzetten, doch in vele gevallen is dit niet meer mogelijk gebleken. Uit alle deelen van het land zijn berichten binnengekomen, dat materiaal om deze reden is uitgevallen. Met het nog be schikbare materiaal dient dus het vervoer van alle aardolieproducten, zelfs naar de verst afgelegen depóts, zoo lang mogelijk te worden volgehouden en het hoeft geen betoog, welk een ervaring, welk een door zicht vereischt worden om dit mogelijk te maken. Wanneer wij dan ook in alle bescheidenheid de verzekering krijgen, dat ondanks alle tegenslagen tot dusver practisch nog geen enkele benzinepomp is drooggekomen en dat geen enkele in dustrie wegens gebrek aan vloeibare brandstof noemenswaardige stagnatie heeft ondervonden, dan past hier een ge voel van oprechte bewondering. Door een groote benzine- en oliemaat schappij is tot op dit oogenblik reeds een zeer groot bedrag extra aan transport kosten- uitgegeven, terwijl de schade, door den ijsgang veroorzaakt, op tienduizenden wordt geraamd. Een vaart, die kort ge leden nog van Pernis naar Amsterdam mogelijk was, kostte tweeduizend gulden meer dan onder normale omstandigheden. Doch, indien deze offers niet werden ge bracht, zouden groote geldelijke tegen slagen voor Nederland in het algemeen niet voorkomen kunnen worden. Wij den ken hierbij aan den tuinbouw en de bloemkweekerijen, waar gebrek aan ver warming voor de kassen een schade van millioenen guldens aan deviezen zou kun nen veroorzaken. Er zijn tankauto's, die per dag 60.000 L. over soms spiegelgladde wegen vervoeren. d Onder het voorzitterschap van mr. Aal berse is het eenmaal voorgekomen, dat ieder der bestuursleden uit eigen midde len .f25.—boven de contributie in de kas bijdroeg- Tij'dens het penningmeesterschap van den heer Pieck, waren er in den regel geen tekorten. Deze zuiverde deze aan uit eigen middelen. Om de kas op peil té brengen werd m 1918 een obligatieleening van 1500 uitge schreven, 300.aandeelen van ƒ5.Vijftien jaren lang prijkte op de agenda van d'e jaarvergadering het punt: Uitloting obliga tieleening. Een afdeeling Jongeren werd opgericht in 1936 en wederom een op 11 December 1946. Voor ongeveer 12 jaren richtte de afdee ling een R.K. Bevolkingsbureau op, dat even voor den oorlog zelfstandig werd on der den rechtsvorm van een stichting en dat nu nog bestaat. In October 1941 werd de afdeeling door de bezettende macht opgeheven en werd bij den secretaris het geheele archief in beslag genomen en niets kon wórden ge red dan een afschrift van de ledenlijst, en bij den penningmeester werd de kas weg gehaald. NA DEN OORLOG. Op 29 Juni 1945 had de eerste bestuurs vergadering na de bezetting plaats, na en kele maanden gevolgd door een ledenver gadering. Verheugend is het, dat de meeste leden weer zijn teruggekomen, al kon het leden tal hooger zijn, Vergelijken we 300 leden in de eerste jaren bij 1200 kiezers, dan maakt het aantal leden van 1^60 bij bijna 10.000 katholieke kiezers en een katholieke bevolking van 24.000 zielen, een poover fi guur. Doordat het geheele drchief verdwe nen is, zijn er van vorige jaren geen of weinig cijfers bekend. Voor de Tweede Kamerverkeizingen wer den hier ter stede uitgebracht op de ka tholieke lijst in 1937 7711 stemmen en in 1946 9531 stemmen van de 45078 geldig uit gebrachte stemmen van de 49823 kiezers. Opgekomen waren 46452 kiezers. Ongel dige stemmen 1374. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1946 werden op de lijst van de Katholieke Volkspartij 9455 van de 43062 geldige stem men uitgebracht. 1395 stemmen waren on geldig. Bij de Provinciale Statenverikzinsen in 1946 verkreeg de katholieke lyst 9757 van de 44975 geldig uitgebrachte stemmen. On- eeldige stemmen 1316. Op 20 Februari 1947 zou het 50-jarig bc. staan worden herdacht in een feestvergade- ring, met als sprekers dc heeren Pater Ma gister dr. Stokman O.F.M., uit Utrecht, prof. mr. P. J. M. Aalberse, te '^-Gravenhage. en mr. E. J. M. H. Bolsius, te Leiden, doch omdat de zaal niet verwarmd mag worden, is deze herdenking tot nader order uitge steld. J. M. H. HORIKX, Secretaris. Leiden, 16 Februari 1947. Het zijn lange dagen, die de chauffeurs in deze periode maken, cn het gebeurt ook nog wel eens, dat zij 's nachts gealarmeerd worden, om het droogkomen van een „strategisch punt" te verhinderen. Een bedreigd punt is b.v. Aalsmeer, centrum der bloemkweekerijvoor de on misbare producten gas- en stookolie is, nu het den ijsbrekers niet gelukt is om van Amsterdam uit naar Aalsmeer door te breken, een mobiele colonne van negen tankauto's samengesteld om de kweek, die bestemd is voor den export en daarmee de broodnoodige deviezen moet opleveren, voor bevriezing te vrijwaren. VRAGENv Ik 'lóud wel van kinderen, die veel vragen. Uit hun vragen blijkt hun leergierigheid; zij willen door dringen in de geheimen des levens en tooncn. dat zij hun verstand ge bruiken. Maar ik heb er iets op te gen, dat zij zulke lastige vragen stellen, vragen, die je wel kunt be antwoorden, maar toch ook weer niet. „Pa, vroeg één van mijn jongste spruiten met een diepe rimpel in zijn voorhoofd, hoe weet je nou, dat het een prinses is?" Hij had er blijkbaar sinds den na- tionalen feestdag reeds dagen over loopen piekeren, maar had geen be vredigend antwoord op dit raadsel kunnen vinden. Wat mort je als vader zijnde daarop nu «ntwoorden? „Waarom vraag je dat zoo" vroeg ik op mijn beurt. Een gruwelijk stomme vraag, omdat je met je klompen kunt voelen, dat zooiets een brandende vraag is, waar je als jongen hoe dan ook een verklaring voor moet vinden. Maar zulke idiote vragen stellen oudere menschdi als ze tijd willen winnen. Zoon soort elastische verdediging. „Nou, zóó maar", antwoorde mijn zoon ad rem.- Toen sprong de ver lossende gedachte in mijn brein, want het is te gek als je èn als va der èn als journalist ergens geen antwoord op weet. Ik herinnerde mijn zoon aan het sprookje van de „Prinses op de erwt"; hoe de oude koning (die zelf open deed) een meisje binnenliet, dat in den stroomende regen om onderdak kwam vragen, en zei, dat ze een prinses was. De koning ver trouwde dat niet en liet zeven bed den en zeven matrassen gn ik weet niet wat al meer opstapelen en legde een erwt onder in. Den volgende morgen vroeg hij, hoe het meisje geslapen had en ze zei, dat ze geen oog had kunnen dicht doen, want dat er iets hards onder in haar bed had gelegen. Toen erkende de oude koning, dat het meisje, een echte prinses was, want alleen prinsessen zijn zóó teer en gevoelig. De verklaring bevredigde mijn zoon niet heelemaal, maar hij nam er voorloopig genoegen mee „Vader, ben jij wel eens een prins geweest." „Neen, jongen, nooit van mijn leven". 's Avonds vond ik een knikker in mijn bed. Blijkbaar had hij de proef -nn Hf» som willon -nornon Ook in Indië v/erd ondanks alle moeilijke omstandigheden de Blijde Gebeurtenis in het Prinselijk Gezin gevierd. Een Indische schilder bezig met liet copieeren van een portret-van H. M. de Koningin. ANP. P. Veldslag tusschen smokke laarsbenden Zooals bekend, werden Woensdag te Ka. elle op ZuidjBevcland twee mannen ge arresteerd, die verklaarden, overvallen te zijn en beroofd door de inzittenden van een auto, welke blijkens het nummerbord afkomstig zou zijn uit Zuid-Holland, Ge bleken is, dat er dien avond tc Kapellc een veldslag is geleverd tusschen twee smokkelaarsbenden. De ecne bende was uit Rotterdam gekomen om Belgische ta bak te koopen, de herkomst van de an dere bende slaat nog niet vast. Toen de transactie tot stand was gekomen, werd de Roterdamsche bende na een hevig ge vecht uitgeplunderd. Dc leider der Rot terdammers werd beroofd van 900, Zijn assistent van 450,terwijl de overvallers zich eveneens meester maak ten van de vrachtauto der Rotterdam mers. Twee gewonden stelden zich onder behandeling van een arts te Kapelle. De andere Rotterdammer nam de beenen. Dc aanvoerder der Rotterdammers stond voor verschillende feiten in het Politieblad ge signaleerd, zoodat men een goede vangst heeft gedaan. De andere bendeleden wor den opgespoord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 5