Vondels „Gijsbrecht" in Leiden Mr. D. J. GORTER GEÏNSTALLEERD „De klokken van Corneville" in Lisse DINSDAG 21 JAN. 1947 DE LEIDSCHE COURANT PAGINA 3 Hoogstaande opvoering in de Leidsche Schouwburg Evenals Zondag 3 Jan. 1638 een dag van beteekenis was in de Amsterdamsche too- neelwereld, zoo was voor Leiden Maandag 20 Jan. '47 'n hoogtepunt van kunst en ont spanning. Meer dan 300 jaar na de eerste uitvoerig in de aloude hoofdstad verscheen gisteravond namelijk Vondel's grootsche Gijsbrecht voor 't eerst in Leiden. Hulde aan de stichting K. O. voor 4e- zen primeur. De „Gijsbrecht, d' ondergang van zijn stad en zijn ballingschap" 'n be roemd geworden meesterstuk van onze grooten Vondel reeds tijdens zijn leven telde het 119 uitvoeringen. belicht de geschiedenis van de oude Amstel veste tij dens haar belegering en inname in het jaar 1304, met als hoofdfiguur Gijsbrecht van Amstel, heer van Aemstelredam en Aem- sterland. De inhoud van dit verhaal ontleent hij aan 'n aloude overlevering uit de kroniek van Beda. Vorm en opbouw zijn sterk geïnspi reerd door het tweede boek van Aeneas, waarin Vergilius op imposante wijze de ondergang van Troje schildert. De critiek op deze tragedie is niet altijd even enthousiast geweest. Prof. Jonckbloet bijvoorbeeld beweert dat het stuk groote overeenkom3t vertoont met „Hierusalem verwoest en eigenlijk geen drama's is, maar zooals zoovele van zijn andere crea ties, een reks van brokstukken, uit een epos. Volgens hem ontbreekt de dramati sche knoop en is er aan karakteristiek niet veel gedacht; het stuk is geen treurspel en vertoont de onmacht van Vondels' drama tisch talent. Geheel anders oordeelt echter Hugo de Groot, aan wien Vondel dit stuk opdroeg. Vol lof schrijft deze aan de auteur: „een treurspel van treffelijcken inhoudt, voeghe- lijoke schickinge en overvloedighe wel- spreckentheit.ende alsoo vertrouw ick dat dit werck onsterffelijck is". De geschie denis bewijst de juistheid van zijn oordeel. Zeker de tragiek en Vondels' kunsttalent uiten zich in de Gijsbrecht op eenigiszins typische wijze, maar het beteekent in casu geen forceeren of streven naar hooger ef fect op de toeschouwers. Wat hij biedt is 'n neerslag van zijn vroomheid en zielestem- Prof. S. Posthuma naar Indië „ZEER VOORLOOPIGE AANWIJZINGEN". De eenige, die het vierde lid "Van de Commissie-Generaal, prof. Posthuma en zijn echtgenoote, hedenochtend op Schip hol uitgeleide deden, was de bijna ondoor dringbare mist, die am 6 uur vanochtend een grondzicht van nauwelijks 60 meier toeliet. Een oogenblik werd zelfs overwo gen de vlucht 24 uur uit te stellen, maar tenslotte besloot men toch te starten. Evenals bij het vertrek van de heeren Schermerhorn, De Boer en Van Poll, was het vliegtuig de Commissie-Generaal min der goedgezind', want vijf minuten nadat de passagiers hun zitplaatsen hadden inge nomen, moesten ze het toestel weer ver laten, daar een storing aan de radio en een defect aan de aan wijsinstrumenten voor de temperatuur van de cylinders van een motoren opstijgen onmogelijk maakte. De Indië-vaarders begaven zich weer naar het restaurant en de onwillige DC-4 ver dween in de pas gereed gekomen hangar. Om half tien stapten de passagiers opnieuw in, doch ook nu moesten zij na enkele mi nuten weer naar het restaurant terug. EinT delijk, even voor 10 uur hadden de me- cano's de koppige reuzenvogel getemd en constateerden de voor de derde maal in gestapte reizigers dat gezagvoerder O. Koch den NL. 309 van de Netherlands Gou vernement Air Transport de machine in bedwang had. Prof. S. Posthuma is van ming. In dien geest heeft ook van Dalsum het begrepen. Wat betreft de Gijsbrecht als tooneel- werk, merkt van de Pompe in Kunst en Ontspanning van Jan. 1947, het volgende op: „Het merkwaardige is dat de Gijsbrecht als tooneelstuk feitelijk een onding is. Too- neel immers eischt actie, handeling; het pu bliek moet er iets zien gebeuren. Doch Vondel laat die handeling niet plaats vin den; hij laat er van vertellen; op zichzelf 'n ernstige fout van een tooneelauteur. En toch wie meent ellenlange monologen te moeten aanhooren, waarbij men niet-ge- interesseerd, misschien in slaap valt, ver gist zich deerlijk. De schoone taal, de wijze, waarop Vondels' woorden door onze voor treffelijke Nederlandsche acteurs worden gezegd, doen cns geboeid van het begin tot het einde de voorstelling volgen. Voeg daarbij de schitterende costumes en de prachtige décors (welke laatsten hier ech ter niet volledig tot hun recht kwamen) en ge.hebt de factoren die een opvoering van de Gijsbrecht tot een tooneel gebeurtenis van de eerste rang maken." En inderdaad de opvoering door de St. A.R.T. onder de bekwame regie van Albert van Dalsum, heeft deze suggestieve voorbeschouwing grootendeels gerechtvaardigd. Onmiddellijk bij de aanvang reeds was 't de robuste gestalte van de Gijsbrecht, in de persoon van Albert van Dalsum, wiens stem helaas in, niet al te goede conditie verkeerde, die oi.s door 'n sterk, beheerscht en strak gehouden spel, in 't fiere en dap pere krijgsleven plaatste. Heel het stuk door wist hij zijn rol meesterlijk te vertol ken. Stil verheugd denkt hij aan de onver wachte aftocht van de belegeraars, tot Wil- librord, de goede, vrome Karthuizerabt, met zijn monniken, die vreugde komt dee- len. Het volgende oogenblik verschijnt Vos meer. de spie. Ben Groemier weet deze valsche huichelaarsrol voortreffelijk te spe len. De laffe intriges, die hij na zijn vrij lating begaat, ziet Gijsbrechts vrouw ver volgens in een droom reeds passeeren. Ba- deloch is 'n edele vrouw, bezield met 'n in tense liefde voor haar man. Helaas was Loudi Nijhoff's vertolking geenszins bevre digend. Althans haar declamatie en dictie waren onnatuurlijk en stootend. Vooraf in de afscheids-scène viel zij geheel uit den toon'. Jacques Snoek, die als broer Peter, deken van Amsterdam, het eerst met het bericht van de geheime overval tot Gijs brecht komt, speelde zijn rol loffelijk, of schoon niet altijd even waardig en be heerscht. De Kerstnachtviering van Gozewijn van Aemstel, bisschop van Utrecht, met de Kla- rissen, voldeed uit artistiek oogpunt niet; beter was Paul Huf in zijn ontmoeting met Gijsbrecht. Een prachtige, vlotte rol speelde Frits, van Dijk als Arend van Aemstel, wiens sterven in de handen van zijn broer, wel de meest kunstvolle scène bood. 'n Eveneens uitstekende rol vertolkte Louis Saalborn, èn als Willibrord èn als bode. Van de reien, die jammer genoeg wegens plaatsgebrek voor het doel plaats hadden, was Willy Haak, in „O Kerstnacht", door haar teere, fijn genuanceerde en beheersch- te declamatie verreweg de beste. Ongetwijfeld droeg deze opvoering als geheel 'n artistiek hoogstaand karakter. K. O. mag dan ook met recht hooge ver wachtingen stellen in belangstelling voor 'n eventueele reprise van dit imposante Vondelwerk, door de St. A.R.T. Moge de vervallen schoolvoorstelling in ieder geval doorgang vinden! J. v. d. L. Tweede Toonkunstconcert. Op het tweede concert van de Maatschappij voor Toonkunst op Maandag 27 Januari a-s. in de Stadsgehoorzaal, zullen de beroemde zanger Pierre Bernac en de Componist pianist Francis Poulenc werken ten gehoo- re brengen van Gréty, Pierné, Fauré, De bussy, Poulenc. K.A.J. „St. Petrus". A.s. Woensdag- de tropen. Voor zijn vertrek had een A.N.P.-verslag- gever nog gelegenheid •-'en heer jPosthu- ma eenige vragen te stellen. Bent u optimistisch ten aanzien van het tot stand komen van een accoord? Al ziet het er naar uit, dat er voor- loopig wel eenige s'aenatie zal zijn, geloof ik toch wel, dat uiteindeh;k een overeen komst zal worden geteekend. Zult u deze overeenkomst mede on derteekenen? Ik ben econoom en zou bovendien een eigenaardige figuur zijn om te teskenen nu de Kamerdebatten teneinde zijn. Is u al iets bekend over de benoe ming van een vijfde lid? Een naam kan ik u uiteraard niet me- dedeelen, doch men hooot nog steeds een vijfden man te vinden. Het schijnt echter nogal lastig te zijn.... Heeft u nog een bijzondere op dracht? Ik kan u mededeelcn, dat ik naar In dië vertrek met enkele „zeer voorloopwe nieuwe aanwijzingen" voor de Commissie- Generaal. Over de red ivoeringen van ge neraal Soedirman wenschte de heer Posthu ma zich niet uit te laten. „Zoodra ik in Indië aankom aldus prof. Posthuma „zal ik beschouwd'wor den als lid van de Commissie-Generaal". Ik twijfel er niet aan. dat ik als gelijkgerech tigd liJ van de Commissie-Generaal met de overige leden een prettige samenwer king zal hebben. De regesring heeft het als een behoefte gevoeld, het economisch ele ment in te schakelen en ik kan u zeggen: de Commissie-Generaal is tevreden, dat dit thans is geschied. Economie is nu een maal onverbrekelijk verbonden met staat kunde. Daar werkelijk concrete proble men niet direct voor den boeg staan, zal het mij mogelijk ziin den eersten tijd van mijn .véblijf in Indië te gebruiken om mij te oriënteeren en contacten op te nemen. De heer Posthuma zeide, dat het niet on mogelijk is. dat hij of een ander lid van de Commissie-Generaal over vier of vijf we ken weer naar Nederland zal komen om over verschillende vraagstukken met de regeering overleg te plegen. „Wanneer een overeenkomst uiteindelijk zal worden geteekend aldus besloot de heer Posthuma kan ik u natuurlijk niet -eggen. Dit hangt af van vele factoren en vooral van de Indonesiërs." PROTESTSTAKINGEN AAN DE GROENTEVELINGEN Als protest legen de door de regeering vastgestelde maximumprijzen voor winter groente, zijn de groenteveilingen te War- merhuizen en Noord Scharwoude gisteren in staking gegaan, ook vandaag ging deze staking door. Vanmiddag zullen de bestu ren van de Langendijker Groentecentrale, de Noorder Marktbond, en de Centiale Vei- lingvereeniging Warmenhuizen en Omstre ken vergaderen teneinde hun houding na der te bepalen. Het bestuur van de provin ciale commissie voor de veilingen in Noord Holland, heeft in verband hiermede gister middag eveneens vergaderd en besloten om mochten de maximumprijzen gehand haafd blijven bij de regeering aan te dringen op verhooging van den prijs voor roode kool met f 0,05 per kg. De vereeni- ging „De Koophandel" besprak eveneens de maximumprijzen en besloot te trachten bij de regeering gedaan te krijgen, dat ook de veilingsprijzen worden gelimiteerd, zulks uit vrees, dat anders de winstmarge voor den kleinhandel te gering zou worden. Van meSt en mist' op weg naar i avond 8 uur bijeenkomst in het Don Bosco- Huis, Rapenburg 52. Allen gelieven op tijd aanwezig te zijn en weer de verschillende j spelen mede te nemen, daar wij de com petitie van vorige week zullen gaan voort zetten, gedurende een gedeelte van den avond. Bevorderd is met ingang van 1 Oct. 1945 tot commies-secretaris de heer P. C. Hollewijn, chef de bureau inspr. der Dir. Bel. te Leiden, 2e afd. HILLEGOM TRAM BOTSING. Drie licht-gewonden. Hedenmorgen te nalf 8 heeft een tram botsing plaats gehad op de wissel aan de Oosteinderbrug. Een uit Leiden komende tram stond op wissel, terwijl de conduc teur aan 't telefoneeren was wegens het niet werken van de seinlichten. Het stads trammere, dat een dienst onderhoudt tus- schen Hillegom en Haarlem, reed er boven op. De paniek was groot; vele gebroken ruiten, doch gelukkig bleek niemand ern stig gewond. Een conducteur en twee pas sagiers liepen scherfwonden op, welke door ijlings ontboden geneesheeren werden ver bonden. Het tramverkeer was echter gerui- men tijd in het ongereede. Auto-ongeluk. Op de Pastoorslaan botste een motorrijder tegen een vracht auto, waardoor deze en gecompliceerde beenbreuk en een oogwond bekwam. Het slachtoffer is naar de Mariastichting te Haarlem overgebracht. DE KAAG V.V.V. „De Kaag". Zaterdag 1.1. hield de V.V.V. De Kaag alhier haar jaarverga dering in het Ver.Geb. aan den Buiten kaag. Omstreeks 8 uur opende bij afwe zigheid van den Voorzitter, den heer v. Nieuwkoop, de tweede voorzitter, de heer Th. Zwetsloot, de vergadering en dankte de aanwezigen vooi hun trouwe opkomst. Het verslag van den penningmeester werd zonder meer goedgekeurd, waarna men overging tot de bestuursverkiezing. De voorz. en penningm. waren aftredend en werden herkozen. Zooals ook bij de vo rige vergadering werd ook nu een kas- commissie gekozen. Bij de rondvraag, waarvan dankbaar gebruik werd gemaakt kwamen eenige punten naar voren die bij de eerstvolgende bestuursvergadering onder de loupe zullen worden genomen. Na het sluiten van de ror.^ Taag bracht een Amsterdamsch gezelschap een feest- orogramma naar voren, o.l.v. den heer J. Koster, een bekend zanger. die eenige keeren voor de radio ootrad Het pro gramma was goed gerangschikt en meni«e lach vulde de zaal. Aan het eind van de plechtigheid sprak de voorzitter den wensch uit, dat het ledental het volgend jaar weer met een flink aantal zal zijn aangegroeid, en sorak woorden van dank tot het Amsterdamsch gezelschap dat dezen avond zoo goed had verzorgd. ZOETERMEER FabrieksongeJuk. Vrijdagmiddag heeft in de Nutricia" -fabriek alhier een ernstig onge'uk plaats gehad. Toen de 17-jarige L. van E. uit Rotterdam bezig was een mo tor boven een tank, waarin zich eiwit van 85 gr. C. bevond, te smeren, gleed waar schijnlijk het deksel waarop hij stond weg met het noodlottig gevolg, dat L. van E. in de tank viel Tot overmaat van ramp. werd juist weer eiwit in de tank bijge stort. Aanvankelijk ontdekte men het on geluk niet wegens het lawaai, wat nu een- maaj altijd in een fabriek heerscht, maar tens'otte werd men door het gillen van het slachtoffer er opmerkzaam op gemaakt. Met twee man heeft men hem er toen uit getild. Onmiddellijk werd dr. Palthe ge waarschuwd. die moest constateeren dat net slachtoffer zeer ernstig verbrand was over een groot gedeelte van het lichaam. Men heeft hem in uiterst zorgwekkenden toestand naar een ziekenhuis te Rottei'dam vervoerd. Raad van afscheid Arbeid neemt Mr. S. Mok van In een hedenmorgen in de Kleine Stads- zaal gehouden buitengev/one vergadering van den Raad van Arbeid te Leiden heeft de installatie plaats gehad van den nieu wen voorzitter, den heer mr. D. J. Gorter. Behalves de raadsleden en plaatsvervan gende leden waren hierbij o.m. tegenwoor dig' mr. H. Bij cveld, voorzitter Rijksver zekeringsbank, de Burgemeester van Lei den jhr. mr, F. H. van Kinschot, M. J. Harts en mr. G. Snoeck Henkemans, voorz. en secr. der Ver. v. Raden van Arbeid, mr. A. C. M. van de Ven, chef van de afd. Soc. Verzekering Dep van Soc. Zaken, H. Ha- zc'.hoff, Dir. Gcw. Arbeidsbureau mr. P. A. van Toorenburg, secr. Armenraad, dr. S. Rozemond. Dir. Gem. Dienst van Maat schappelijk Hulpbetoon en vertegenwoor digers Ambtenaren Organisaties enz. Zij allen met den heer en mevr. Gorter werden door den heer S. Mok, aftredend voorzitter, welkom geheeten. Hierna werd door den heer J. M. Hoek stra. chef de bureau voorlezing gedaan van de betreffende besluiten van H. M. de Ko ningin en den minister van Soc. Zaken. Eerste woordvoerder was de afgetreden voorzitter, mr. S. Mok, die in gedachten terugging naar de eerste kennismaking met den raad. hij dacht aan de raadsvergade ringen die eiken keer opnieuw een ge noegen waren. Spr. betreurde het zeer, dat de heer Ter Haar. een der nieuwste leden, dezen dag niet meer mocht beleven. Een bijzonder woord van dank richttes spr. tot bet oudste raadslid in jaren, den heer v. Hoew. Vervolgens memoreerde sp". den iOden Mei 1940 en de zware jaren, die er op volgden en memoreerde den heer Ver- wev dien hij hie" noode mist. Spr. zeide ongaarne uit Leiden weg te gaan: een vergelijking met zijn nieuwe standplaats valt ten gunste van Leiden uit. Niet om zichzelf een pluim op den hoed te steken maar om het amb'enarencorps te kenmerken, dat uitmunt door ijver, toe- wüding en kennis- Spr. achtte het een voorrecht zijn func tie te mogen overdragen aan mr. Gorter, die door zijn opleiding als Leidsch jurist, zijn werk bij de vakbeweging en bij ver schillende afdeelingen van het Min. van „St. Franciscusstram" (Hartebrug). Zaterdagavond jl. werden de Voortrekkers van bovengenoemde stam verrast door bet oinnenkomen van Pastoor Smitz, (broer van onzen Pastoor), die eenige dagen ge leden uit Frankrijk naar Nederland is ge komen. Na plaats genomen te hebben in de Aalmoezenierszetel, vertelde hij over de huidige situatie in Frankrijk. De toren van zijn kerk staat op invallen, daarom heeft het gemeentebestuur beslo ten ze te sluiten. (De kerk is nl. eigendom van de Gemeente). Het Misoffer wordt nu opgedragen in de eetkamer, die helaas groot genoeg is voor de kerkbezoekers. Na zoo het een en ander gezegd te heb ben, begon de Pactoor te praten over de komende were'diamboree. Hij wist daar over veel te ver,el"en, want nabij de plaats, waar deze gehouden wordt, is zijn paro chie gelegen. Hij beloofde voor de St. Franciecuestam een kampterrein te zullen opzoeken en wei op een he1 ling links van de Seine, zoodat wij het Jamboree-terrein, dat rechts van de Seine ligt, geheel kun nen overzien. Vervolgens ontstond er een vraaggesprek. ,.En hoe staat het met de francs, jongelui" ..Ja, Pastoor, we wer ken hard om het benoodigde geld bijeen te krijgen. Op 3, 6. 11 en 13 Febr. a.s. voe ren wij het tooneeltsuk De Normandis"he Haan" op." Jullie kennen toch het Wil helmus, want natuurlijk zullen juPie het moeten z'ngen". „Ja Pastoor, we zullen zoreen, dat we tegen dien tijd alle cou pletten kennen'' En vergeet vooral niet het Fransche Volkslied te leeren". ..Da me lodie is reeds bekend en de woorden lee ren we ook nog wel." Na ons vergast te hebben op een rondje sigaretten, nam de Pastoor afscheid en hij drukte den wencch uit ons van den zomer weer te zien. ..Pastoor wij komen. Onze parochianen rullen zeker medewerken". Pa"ochianen. hoe u kunt medewerken? V/el heel eenvoudig U kooot een toegangs bewijs voor De Normandische Haan". U heeft een gezellige avond cn wij gaan naar cte Jamboree. Kaarten verkrijgbaar 's avonds van 6.30 tot 7.30 uur, Mare 45 (stamhut). „St. Franciscusstam". E*IGENLIJK IS ER VERLEDEN JAAR in breeder kring te weinig aandacht besteed 1-1 aan het feit, dat de R.K. Gemengde Zangvereeniging „St. Gregorius" haar 25-jarig bestaan herdacht. Voor een Katholieke Zangvereeniging is dit immers een leeftijd, waarop de meesten in Ncderland-boven-de-rivieren reeds lang ter ziele zijn. Voegen we hierbij het feit, dat de in deze streek zoo bekende dirigent Willem Mizée uit Oegst- geest vorig jaar zijn 20-jarig dirigenten-jubileum bij deze vereeniging vierde, dan komen we iets nader tot de verklaring van de welhaast euvelen moed en het „stoute" initiatief van het bestuur om, met volledige bezetting van alle solo- zoowel als koorpartijen en met begeleiding van het bekende Amsterdamsche Stedelijke Po- litie-muziekcorps de uitvoering op zich te nemen van de groote Fransche opéra-co- mique van Robert Planquet: Les cloches de Corneville. De klokken van Corneville. Groo'sche opéra-comique in vo'bn luister Voor het voetlicht van onze Stadsschouw burgen worden vandaag-de-dag óók ope rettes gebracht, meestal door beroepsgezel schappen, en het kan haast niet anders of er wordt vanwege het beperkte aantal per sonen, dat een dergelijk gezelschap telt en vanwege de groote ensceneeringskosten, die een dergelijke opvoering nu eenmaal ver gezellen, in den oorspronkelijken tekst „ge snoeid" en veranderd. De operette wordt aan het gezelschap aangepast! Verliest een groote operette hierdoor aan karakter en sfeer, nog zwaarder weegt dit verlies, door dat vele zangpartijen achterwege blijven, wijl de koren hiervoor ontbreken. Boven dien wordt de keuze van deze beroepsge zelschappen bijna altijd bepaald door de smaak van het publiek, omdat men om wille van den broode de zekerheid van een batige recette verkiest boven de mogelijk heid om in artistiek opzicht nieuwe suces- sen aan het repertoire toe te voegen. DE DUURSTE OPERETTE. Op zich beschouwd is het dus al een groo te verdienste wanneer een bepaald gezel schap besluit om nu eens niet een verkorte operette op te voeren, doch deze in zijn geheel ten tooneele te brengen. De verdien ste wordt echter nog grooter, indien dat besluit tevens inhoudt om nu eens niet te kiezen uit het „gewilde" repertoire doch in artistiek opzicht een van de beste (en daarom een van de moeilijkste) zoo niet dé beste te nemen, die er is. Les cloches de Corneville is een opéra-comique van de eerste orde, ze is de grootste in enscenee- ring, de weelderigste in kleedij, de duurste in uitvoering. Ze is, zooals een vakman het in een vraaggesprek uitdrukte, dat een on zer redacteuren met hem hield, een operet te, waaraan beroepgezelschappen niet be ginnen vanwege de kosten en de zware eischen en waaraan operette-gezelschap pen eerst durven beginnen, als ze een koor hebben, dat door jarenlange studie en oefe ning in staat is om deze muziek te zingen". Hec uitvoeren van Les cloches de Corneville wordt daarom beschouwd als een onderne ming van belang en van de eerste grootte. KATHOLIEKE CULTUUR. Het is daaro.i verheugend, dat het be stuur van een katholieke zangvereeniging dit initiatief heeft durven nemen. Onder de eminente leiding van Willem Mizée heeft St. Gregorius ich in de voorbije jaren op gewerkt tot de Eere-afdeeling van den Zuid-Hollandschen Bond van Zangvereeni- gingen. Het is een bekend feit. dat de lief de voor de zang en het beoefenen van de zangkunst in breede kring bij onze Pro- testantsche broeders steviger verankerd is, dan bij ons katholieken (het Zuide- uitge zonderd). Naar de regisseur, de heer Brum- melcamp uit Amsterdam, ons mededeelde, is de operette „De klokken van Corneville" verleden jaar in Valkenburg 150 maal ach tereen met succes opgevoerd. In Noord-Ne derland was hem geen opvoering bekend. Voor zoover hij kon overzien, zijn er geen andere katholieke gezelschappen, die deze operette in studie hebben. De beteekenis van deze opvoering blijft dus niet beperkt tot een plaatselijke aangelegenheid, doch verheft zich door zijn bijzondere grootte tot het niveau van gebeurtenissen, die voor een veel grootere kring spreken. MUZIKALE WAARDE. In muzikaal opzicht leverde Robert Plan quet in deze operette wellicht zijn beste prestatie. Het is, zooals de heer Mizeé het uitdrukte, een prachtige partituur. Deze zwier, deze charme, zoo geestig, zoo spran kelend van humor en in leven maken het voor mij moeilijk om te beslissen tusschen Strauss en Planquet. Hoewel ik Strauss nog steeds als de „Koning der Operette" be schouw, kan ik toch wel zeggen, dat Plan quet in dit genre op de zelfde hoogte staat als de grootste der klassieken by de klas sieke muziek. Wij hoorden e:i zagen hoeveel moeite en inspanning directeur, (bijgestaan door den heer T. Kranenburg als repetitor) regisseur en leden zich getroosten óm deze opvoering, welke op 2 en 3 Febr. in de Hobaho te Lisse plaats vindt, van hun kant ee*. succes te doen zijn. Sociale Zaken een waarborg biedt, dat hij in de sfeer van het werk allerminst een vreemde^is. Spr. schetste voorts zijn men- schelijkheid en rechtvaardigheid als opper- zuiveraar van het Departement. Spr. vertrouwde ten slotte hem te mo gen begroeten als medes.rijder van recht vaardige uitvoering der sociale verzeke ring en hij houdt hem voor, wat spr. in 1938, bij de aanvaarding van zijn ambt, zei de: dat de wet onze hoogste chef is. Hij bedoelde daarmede niet de letterlijke tekst van de wet, maar het recht, dat elke wet eerst doet leven. Indien mr. Gorter dit ter harte zou nemen, dan moge ook eenmaal aan hem in vervulling gaan het woord, dat hij zich kan beroemen niet op zijn wijs heid, noch op zijn sterkte, maar, omdat hij recht en gerech.igheid doet. Hiermede verklaarde spr. den heer Gor ter geïnstalleerd. Mr. Gorter dankte hierna allereerst voor de hem verleende benoeming. Daar na dankte hij den heer Mok voor zijn vriendelijke woorden. Spr. besefte, dat het voor hem geen gemakkelijke taak was deze functie te aanvaarden als opvolger van mr. Mok, met wien hij gelukkig contact zal kunnen behouden. Spr. weidde vervolgens in een uitvoerige rede uit over de taak van den Raad van Arbeid en de sociale verzekering met heel de wetgeving, welke daarmede annex is, beginnend met het eerste ontwerp-onge- vallenwet in 1901. Hij wees er voorts op, dat de woorden van hulde van den heer Mok aan het per soneel gebracht, hem het beste vertrouwen geeft voor de samenwerking met het per soneel in de toekomst. Hij verheugde er zich over geroepen te zijn naar Leiden met zijn universiteit, die in den bezettingstijd zulk een eminent voorbeeld van de vrijheid gaf en waarvan spr. vooral in de laatste jaren mei blijd schap heeft mogen zeggen, dat hij student van Leiden was. Hierna spraK de heer mr. H, Bijleveld, voorz. der Rijksverzekeringsbank, die den heer Goiter met hartelijke woorden be groette, vooral omdat zijn verleden ver trouwen inboezemt. Spr. hoopte, dat hij in dezen arbeid, weike hij met enthou siasme aanvaardt, volledige bevrediging zal vinden. De heer ir. J. J. G. van Hoek, oudste lid van den R. v. A., getuigde van de groote erkentelijkheid voor het voortref felijke werk van den heer Mok als voor zitter van den R. v. A.. wiens vertrek hij betreurde. Spr. hoopte, dat de heer Gorter op dezelfde wijze het werk van zijn voor ganger zal mogen doen. De heer M. J. Harts, voorz. van de Ver. van Raden van Arbeid, sprak hierna een woord van welkom tot den heer Gorter. Hij wees daarbij op het autonome karak ter van den R. v A., hetwelk zich alleen verdraagt als een binding is. De burgemeester van Leiden, jhr. mr. F. H. v. Kinschot wees op de belangrijke organisatie van den R, v. A. Hij wees op de bijzonder prettige samenwerking tus schen het gemeentebestuur en den R. v. A. en hij dankt den heer Mok voor hetgeen hij als voorz. van den R. v. A. voor Leiden heeft gedaan. Hij verwelkomde voorts mr. Gorter en hoopt, dat hij zich hier spoedig thuis mocht gevoelen. Vervolgens .werd nog het woord gevoerd door den heer mr. A. C. M. van de Ven, chef van de afd. Sociale Verzekering van het Dep. van Sociale Zaken en den heer J. M. Hoekstra, chef de bureau van den Raad van Arbeid hier ter stede. Deze sprak hartelijke woorden van afscheid tot den heer Mok, met lof en waardeering sprekend over zijn geheele optreden. Uit erkentelijkheid daarvoor bood spr. den heer Mok een blijvend stoffelijk aanden ken aan, onder bijvoeding van een album met de namen der schenkers. Tenslotte wenschte hij mr. Gorter geluk met zijn benoeming en verwelkomde op hartelijke wijze als hun nieuwen chef. Met een slotwoord van de heeren Mok en Gorter werd de bijeenkomst gesloten. Gistermiddag heeft mr. D. J. Gorter, re ferendaris aan het departement van So ciale Zaken, afscheid van het departement genomen. In de bibliotheek van het depar tement waren hoofdambtenaren en ambte naren van het ministerie van Sociale Za ken bijeen. Ook merkten wij op mr. A. L. Scholten, oud-secr.-generaal van Sociale Zaken. Verschillende sprekers voerden het woord. De historische ontwikkeling van Jerusa lem. Voor de Leidsche afdeeling van „Ex Oriente Lux" sprak Pater Simons S J„ over vorm en uitgestrektheid van Jerusa- lem. Uitgaande van de beschrijving van Flavius Josephus, maar steunend op het geen bewaard bleef en de archaelogische vondsten, gaf hij ons het beeld hoe uit de kleine stad, gelegen op den oostelijken heu vel, z.ich langzaam een grootere nederzet ting vormde. Ten Westen ligt een andere heuvel bijna dertig maal zoo groot, en er van gescheiden door het Kaasmakersdal, tegenwordig il-Wad geheten. De afmeting der kleine oostelijke nederzetting klopt met wat wij weten van de oudste steden in Kanaan. Het was de stad die David op de Jeboesieten veroverde. Zij bezit twee bron nen, terwijl de westelijke uitbreiding er geen enkele bezit; het is niet zeker, wan neer dit laatste gedeelte bij de s'ad is ge trokken, waarshchijn'ijk gebeurde dit on der Salomon. Opgravingen die gedurende den oorlog op de huidige Citafel werden gedaan, hebben echter vaatwerk aan het licht gebracht, dat uit ongeveer 800 v. Chr. dateert. Dit Jerusalem was aan drie kanten door dalen omgeven .Hinnom- en Cedrondal) maar niet aan de noordelijke zijde, waar het aansloot bij de hoogvlakte. Het ver loop van den noordelijken muur in de ver schillende tijdperken werd uitvoerig be sproken. Dit probleem is zeer moeilijk, en wordt en werd vaak vertroebeld door het volgende feit: indien deze muur loopt ten Westen van de kerk van hél Heilig Graf, is het dus niet mogelijk, dat wij hier met Golgotha te doen hebben, daar wij weten, dat Christus buiten de stad is gekruisigd. Hoewel op dit punt nog absoluut geen af doende vondsten zijn gedaan, wees spreker er op, dat de huidige meening veel voor zichtiger is dan een 19de-eeuwsche, en er goede gronden zijn aan te voeren, dat de muur in Christus tijd ten Oosten van deze kerk heeft geloopen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3