Scherpe controle blijft noodzakelijk RADIO Min. Huysmans opent klein perspectief WOENSDAG 15 JAN. 1947 DE LEIDSCHE (SOURANT PAGINA HET BELEID TEN AANZIEN VAN DUITSCHLAND (Vervolg van het in Londen overhandig de Nederlandsch memorandum ten aanzien van het beleid in Duitschland). 8. Waar het Duitsche imperialisme en de industrieele expansie en concentratie voor een overwegend deel gebaseerd was op de Duitsche protectionistische tariefpo litiek zal men alleen fiscale tarieven van invoerrechten voor de Duitsche industrie mogen toelaten. Dumping en exportpre mies voor industrieele producten moeten worden verboden. 9. Onverminderd het sub 7. opgemerk te, is het in beginsel niet gewenscht maxi ma te stellen voor de productie van de Duitsche industrie, ook niet voor de ijzer en staalindustrie. Een dergelijke bepaling behoort althans niet in een vredesverdrag thuis. 10. Vanuit een sociaal gezichtpunt valt te overwegen eefi bedrijfsorganisatie, waarbij de arbeiders bij de Duitsche organen mede te beslissen zullen hebben in de groote vraagstukken. 11. Hoewel de voedselvoorziening van Duitschland dit land dwingen zal, de grootst mogelijke aandacht te schenken aan zijn landbouw, zoo zal tijdens de bezetting van Duitschland reeds een politiek gevoerd moeten worden, waardoor de Duitsche na buurlanden, waaronder Nederland, hun landbouwproducten op de Duitsche markt moeten kunnen brengen. Daarvoor zullen de noodige voorwaarden geschapen moeten worden, opdat een gezond wederzijdsch handelsverkeer mogelijk wordt. Het zou echter fout zijn te zeer den nadruk te leggen op de ontwikkeling van den landbouw in Duitschland, met name zooals dit te Potsdam is geschied. Voor een land als Nederland zal de uitvoer van landbouwproducten naar Duitschland, op langen termijn gezien, steeds een van de belangrijkste ruilobjecten zijn. Zou men Duitschland een volledige autarkie op agrarisch gebied toestaan, dan zou daar mee een van de grondslagen van het economisch leven van Nederland aange tast worden. 12. Bijzondere aandacht zal moeten wor den geschonken aan den Duitschen bosch- bouw, opdat Duitschland meer dan tot dus verre in de Europeesche houtvoorziening kan worden ingeschakeld. 13. Het is niet gewenscht Duitschland bij vredesverdrag van de zeescheepvaart uit te sluiten. Evenmin moet de uitoefening van het scheepsbouwbedrijf voor handelsdoel einden verboden worden. Zoolang echter een nader vast te stellen minimum aan we deropbouw nog niet bereikt is, zal geen ijzer en staal voor scheepsbouw voor Duit sche rekening beschikbaar gesteld moeten worden. 14. De Duitsche handelspolitiek zal in het kader van de Europeesche economische sa menwerking moeten worden gebracht. Daarbij zal in het bijzonder rekening ge houden moeten worden met de belangen van de nabuurstaten. voor Donderdag. HILVERSUM I (301 M.). 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Morgengebed en liturgische kalender. 7.45 Gram.muziek. 8.00 Nieuws. 8.15 ,,Pluk oe dag". Opgewekte morgenmuziek. 9.00 Gevarieerd morgenconcert. 9.45 Voor de kleuters. 10.45 Yehudi Menuhin, viool. 11.00 Radio-ziekenbezoek. 11.45 Familiebe richten uit Indië. 12.00 Angelus. 12-03 Trio, piano, viool en hoorn. 12.40 Klaas van Beeck en zijn dansorkest. 13.00 Nieuws. 13.35 Composities van Leo Delibes door het Londens Philharmonisch orkest. 13.50 Voor de vrouw. 14.00 All Round Sextet. 14.40 Voor de vrouw. 15.00 Stafmuziek korps van de Amsterdamsche politie. 15.45 Berliner Instrumental Collegium. 16.45 Pianorecital door Rie Beute. 17.30 Het Bos ton Promenade Orkest. 18.30 Progr. voor de Nederlandsohe Strijdkrachten. 19.00 Nieuws. 19.15 Eddy Peabody, banjo. 20.00 Nieuws. 22.00 Nieuws. 22.30 Gram.muziek. 23.30 Avondconcert. HILVERSUM II (415 M.) 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 8.45 Sym- phonie no. 2 in b-kl.t. A. Borodin. 9.50 „Arbeidsvitaminen", een vroolijk pro gramma voor huis en fabriek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Variaties op „Die Zauber- flöte", Mozart. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Ensemble Jetty Cantor. 11.45 Gram. muziek. 12.00 Altviool, cello en viool. 12.30 In 't spionnetje. 13.00 Nieuws. 13.15 Virtuo so-sextet. 14.00 Voor de vrouw. 14.20 Duet ten voor sopraan en tenor. 15.00 Voor zie ken en gezonden. 17.30 Kinderkoor van Anny Bonarius. 17.50 Rijk overzee. 15. Er zal op dit gebied overeenstemming met de gedeputeerde nabuurlanden moeten worden bereikt. Daarbij mag vooral niet uit het oog worden verloren, dat Nederland een bijzohder groote ervaring heeft op het ge bied van het Duitsche financiewezen. 16. De oude binnenlandsche, in Marken luidende, schulden, zullen in overeenstem ming gebracht moeten worden met de reëele mogelijkheden. 17. Bij het aangaan van nieuwe binnen landsche schulden door Duitsche over heidslichamen zal voor den duur der be zetting controle moeten worden uitge oefend. 18. Oude schulden aan geallieerden en eventueel aan neutralen in andere valuta dan Marken luidende, zullen niet alleen er kend moeten worden, doch ook gewaar borgd. 19. Bona-fide geallieerd aandeelenbezit in Duitsche ondernemingen moet ten volle worden gerespecteerd. 20. De Duitsche valuta zal voor langen tijd internationaal niet bruikbaar zijn. Om die reden moet het buitenlandsche betalings verkeer van Duitschland niet alleen in ponden en dollars kunnen worden afge wikkeld, doch ook in andere geallieerde en neutrale valuta's. 21. Er zal een nieuwe circulatiebank in Duitschland moeten worden gesticht. Ge lijktijdig zal een waardeverhouding moe ten worden geïntroduceerd met een vaste waardeverhouding tot het buitenland. 22. Duitschland zal buitenlandsche lee ningen alleen mogen opnemen voor de voedselvoorziening en de grondstoffenvoor- ziening. 23. De levensstandaard van het Duitsche volk moet op een niveau gebracht worden, dat niet alleen de volksgezondheid waar borgt, doch ook een redelijke sociale orde. 24. Voor het voeren van een gezond eco nomisch-, financieel-, agrarisch- en ver keersbeleid is een centrale organisatie op dit terrein in Duitschland noodzakelijk. 25. Er zullen regels gesteld moeten wor den met betrekking tot de vestiging van buitenlandsche personen en bedrijven in Duitschland. Daarvoor is eenheid van be leid in Duitschland noodig. Er zulleh. te vens regels gesteld moeten worden ten aan zien van het verblijf en de werkzaamheid, alsmede de vermogenspositie van Duit- schers in het buitenland. PRUISISCHE GEEST NOG NIET DOOD. Met groote voldoening heeft de Nederl. regeering kennis genomen van het feit, dat de bestudeering van een ontwerp verdrag van langen duur, de demilitarisatie en ont wapening van Duitschland beoogende, op de agenda van de aanstaande conferentie van Moskou is geplaatst, alsmede de bestu deering van andere maatregelen, welke voor het economische en militaire toezicht op Duitschland noodzakelijk zijn. Een zoodanig verdrag moet gesloten wor den voor langen duur, waarin een nieuwe generatie in Duitschland kan opgroeien. Er zijn reeds thans voldoende aan wijzingen, die er op duiden, dat de val van het Litlerisme niet het einde van het Pruisische nationalisme heeft beteekend. Om deze verderfelijke mentaliteit uit te roeien bestaat naar het oordeel der Ne- derlandsclie regeering geen beter middel, dan den Duitschers de zekerheid te ge ven, dat iedere hernieuwde poging tot agressie, in welken vorm ook, zal stuiten op den onmiddellijken weerstand van de rechtstreeks daarbij betrokken mogend heden, die hun gemeenschappelijk doel in een voor langen duur gesloten verdrag- scherp hebben omlijnd. Een zoodanig tractaat zal de verzekering van den vrede en de veiligheid niet slechts rechtstreeks bevorderen, doch ook indirect, daar het een middel vambeteekenis zal kun nen zijn voor de heropvoeding van het Duitsche volk in democratischen en vrede- lievenden zin. Ernstig zorg vervult de Nederlandsche regeering, als zij zich rekenschap geeft van het geestelijk, zedelijk en cultureel verwor dingsproces in Duitschland, dat na 1866 steeds sneller voortschreed en sedert 1933 in het nationaal-socialisme zijn duivelsche consequentie bereikte. Deze zorg wordt geenszins minder, wan neer zij zich het geestelijk vacuum indenkt, dat na het ineenstorten van den machts droom is overgebleven. De Nederlandsche regeering beschouwt het voortwoekeren van dit nihilisme als een bedreiging voor de geheele wereld en niet alleen de nabuurstaten. De genezing van deze kwaal zal in de eer ste plaats gevonden moéten worden in de opwekking van de in het Duitsche volk zelf bestaande regenereerende krachten. In dit verband zal aandacht moeten worden ge geven aan de heropbloei van de door het nationaal-socialisme verstikte godsdiensti ge, humanitaire en overige ethische krach ten en door versterking van haar invloed op het onderwijs, de pers, het publieke le ven en andere bij den geestelijken weder opbouw betrokken gebieden. Bij dit alles zal hulp van het buitenland onontbeerlijk zijn. Er is goede grond voor de gedachte, dat Nederland tot dit herstel een eigen, be langrijke bijdrage zou kunnen leveren. Van oudsher is Nederland met den Fran- schen, Engelschen en Duitschen geest in aanraking geweest. Het heeft den cul tuurstroom van drie verschillende vol ken weten te verwerken zonder in navol ging te vervallen. Het heeft geleerd den geest van alle drie te verstaan. Het heeft ook op de cultureele ontwikkeling der omliggende landen mede invloed gehad, zij het in verschillende mate naar plaats en tijd. Het zou te betreuren zijn, indien van de ervaring, welke het Nederlandsche volk aldus in een historie van eeuwen heeft ver worven, bij de oplossing van het Duitsche vraagstuk geen gebruik zou worden ge maakt, te meer waar herhaaldelijk blijkt, dat voor de oplossing van dit vraagstuk middels her-opvoeding van het Duitsche volk, een groote en levendige belangstelling bestaat in alle kringen van het Nederland- sche volk, zoowel in die van het kerkelijk leven als in die van het onderwijs en die der sociale en cultureele organisaties. De Nederlandsche regeering is bereid, bij aldien een beroep op haar wordt gedaan, te bevorderen, dat ook Nederlanders een plaats zuil eninnemen in die organen, wel ke met een geestelijke en cultureele taak in Duitschland zijn of zullen worden belast. Zij dringt er op aan, dat de belemmeringen 51 of 101? Een der vier stukken 9 c.m. te Soestdij'k c'.e vreugdeschoten zal veldgeschut, dat bij de blijde gebeurtenis lossen, wordt grondig schoongemaakt. uit den weg worden geruimd, welke thans aan het geestelijk en cultureel verkeer tus- schen Nederland en het bezette gebied in den weg staan. Zij zal het op prijs stellen, indien aan Nederlandsche autoriteiten, or ganisaties en instellingen, op dit gebied werkzaam faciliteiten worden verleend, welke voor verantwoorde uitwisseling zoo wel van personen als geschriften met gees telijk en cultureel oogmerk noodig en mo gelijk zijn. Zij pleit er voorts vior, dat bepaalde ge deelten van West-Duitschland, in het bij zonder die, welke door volksaard, histo- risch-cultureele banden en streektaal aan Nederland verwant zijn, voor zoover het leiding bij het cultureel en paedagogisch herstel aangaat uiteraard onder toezicht van de centrale c.q. intergeallieerde orga nentoevertrouwd worden aan de zorg van Nederland. Op deze wijze kan een be langrijke bijdrage geleverd worden voor het herstel van de persoonlijke contacten, waaraan een wereld, die naar vrede snakt, dringend behoefte heeft. V57IJ LEVEN NOG STEEDS in een tijd van schaarschte en gebrek. Met deze woorden opende de minister van economische zaken, dr. G. W. M. Huijsmans de persconferentie, welke gisterenmiddag in het ministerie van economische zaken te 's-Gravenhage werd gehouden. Een van de belangrijleste (aken van de huidige regee ring is dan ook, zorg te dragen voor behoorlijke voeding, kleeding en huisvesting van de bevolking. Het doet de regeering leed, dat nog steeds de schaarschte in ons land niet is opgelost. De belangrijkste problemen die daarmede verband houden liggen op de volgende sectoren: steenkolen, hout, ijzer en staal, materiaal voor den weder opbouw, textiel, papier en tabalt. derlanclsche regeering zal er evenwel alles op zetten, het Lenoodigde te verkrijgen. Mocht dit niet mogelijk blijken, dan e zal, indien noodig, schrootaankoop in het eene iand plaats hebben ter vervaardiging van ijzer en staal in een ander land. DE MATERIAAL-VOORZIENING VOOR DEN WEDEROPBOUW. Met het ministerie van openbare werken is voor verschillende artikelen een rege ling getroffen, waardoor dit ministerie contingenthoudar wordt van bepaalde hoeveelheden materialen, noodig voor den wederopbouw. De Steenkoolvoorziening De minister betreurde het zeer, te moe ten verklaren, dat door het invallen van de vroege vorst, het steenkoolprogramma ern stig in de war is geloopen. De 12 in uitzicht gestelde eenheden voor huisbrand zullen gedurende dit winterseizoen in ieder ge val, ter beschikking worden gesteld. Reeds zijn 9 eenheden aangewezen, de 3 restee- rende eenheden zullen in de maand Fe bruari worden bekend gemaakt. Volgens den minister bestaat er een redelijken kans, dat in de maandzn Februari en Maart deze huisbrand-toezeggingen ver vuld zullen worden. Sprekende over de industrie zeide de heer Huijsmans, dat men het hier voorloo- pig kalm aan zal moeten doen. De ko- lenaanvoer uit het buitenland blijft on zeker, terwijl een nieuwe vorst niet tot de onmogelijkheden zal behooren. Van de zrjde van het ministerie is aan de gas- en electriciteitsbedrijven het advies gege ven uiterste voorzichtigheid te betrach ten. In het begin van het vorige jaar be droeg de kolenproductic in de Nederland sche kolenmijnen 24000 ton per dag, in De cember jl. gemiddeld 31000 ton. Een ver dere stijging zal in hooge mate afhangen van een vermeerdering der mijnwerkers. Aangaande den export van kolen deel de de minister met nadruk mede, dat men zich hieromtrent geen onjuiste voorstel- lingen moet maken. Er heeft uitsluitend export van cokes plaats. Cokes vervult op het oogenblik in het internationale goede renverkeer de functie van goud. Met cokes kunnen wij alles ruilen wat wij noodig hebben. Zonder cokes zijn andere landen niet bereid ons goederen te leveren, wel ke wij mede voor den wederopbouw noo dig hebben. DE HOUT VOORZIENING. De houtvoorziening van Nederland is voor minister Huijsmans nog steeds een zorgenkind. Wei kunnen de vooruitzichten iets beter worden genoemd, maar, in hoe verre de verwachtingen vervuld zullen worden, hangt geheel af van het nakomen van de afgesloten contracten met verschil lende landen. DE IJZER- EN STAALVOORZIENING. Voor dezen sector is de minister be vreesd, dat de voorziening hier nog moei lijker zal zijn dan gedurende 1946. De Ne- DE TEXTIEL VOORZIENING. Het belangrijkste schaarschte-element in onze nationale goederenvoorziening is wel gelegen in den textiel-sector. De minister betreurde het zeer te moeten zeggen, dat de textielvoorziening in ons land nog steeds het minimum-niveau niet heeft bereikt. Gehoopt wordt dit niveau in 1947 te kun nen benaderen, hoewel de heer Huijsmans dit tot zijn spijt niet kon garandeeren. Konden v/ij maar textiel op de wereld markten koopen. Helaas zijn half- en eindproducten rnoeihjk te krijgen. Gedu rende 1947 zullen 80 textielpunten worden aangewezen, waarvan 25 reeds geldig zijn verklaard. In dit verband deelde de mi nister nog mede, dat, wanneer punten gel dig zullen worden verklaard, getracht zal worden, steeds een redelijke reserve bij de winkels in voorraad te hebben. Hoe groot de textielbehoefte in ons land is. moge blijken, uit het feit, dat, willen wij een zeker textiel-minimum bereiken, wij 61 millioen vierkante meter stoffen noodig zouden hebben. De gezamenlijke productie capaciteit van de Nederlandsche textiel fabrieken bedraagt slechts 24 millioen vier- te meter. Voor technische doeleinden is veel tex tiel noodig. Gedurende 1946 was voor de vervaardiging van industrieele artikelen 30 millioen strekkende meter textiel noo dig, ter waarde van 120 millioen textiel punten. Sprekende over de vele textiel-export geruchten, verklaarde de heer Huijsmans met nadruk, dat deze geruchten sterk over dreven zijn. Van de gezamenlijke wolweef- selproductie wordt 5 geëxporteerd, voor katoen en kunstzijde bedragen deze cijfers resp. 8 en 10 In de practijk kan het wel eens voorkomen, dat bepaalde fa brieken 80 en meer van hun productie aan het buitenland leveren. Daartegenover staat, dat weer andere bedrijven in het geheel niet voor den export werken. Wij zijn gedwongen, om, ter verkrijging van deviezen, ook wat textiel te exportee ren. De heer Huijsmans deed een ernstig be roep op alle, in den textielsector betrok kenen, om geen enkele meter stof verloren te laten gaan. Het is een nationaal belang, dat de tex- tielprijzen zich binnen de toelaatbare per ken bewegen. Elke gulden, die op de tex- tielprijizen wordt gelegd, wreekt zich uit eindelijk op ons volle. DE PAPIERVOORZIENING. Al het mogelijke zal worden gedaan, teneinde een behoorlijke papiervoorziening te handhaven, vooral wat betreft het krantenpapier. Weliswaar zijn de vooruit zichten voor de papiervoorziening dit jaar niet gunstig. Desondanks verwacht de minister dat niet behoeft te worden in gekrompen op o.e huidige hoeveelheden 'krantenpapier, die aan dagbladen en pe riodieken worden geleverd. DE TABAKSVOORZIENING. Het deed den minister genoegen, te kun nen verzekeren, dat in het midden van 1947 de situatie van dien aard zal zijn, dat de tabaksrantgocnen voor sigaren, sigaret ten en kerftabak zullen worden verdub beld. Dit geldt echter uitsluitend voor de tabakskaar ten voor mannen. Van nu af aan tot Juli a-s. zullen overgangsrantsoe nen worden verstrekt. Tot rijn spijt kon de minister geen toezeggingen doen ten aanzien van de versnaperingskaar ten. STRUCTUEELE VRAAGSTUKKEN. Voor de toekomstige struetueele verb ca dingen in Nederland is he' noodig, tot een versterkte indostralisatie over te gaan. Daarbij zal een juiste verdeeling van grondstoffen plaats hebben, tusschen de industrialisatieobjecten en den wnoingbouw Voor de industralisatie zijn wij helaas slechts in zeer beperkte mate aangewezen op grondstoffen uit eigen bodem. In dit verband merkte de minister op, dat wij er naar zullen moeten streven, industrieën op te richten, welke zeer arbeids-intensief zullen zijn. In de eerste plaats denkt de minister hierbij aan de oprichting van chemische bedrijven, waarbij intellect en arbeid een belangrijken rol spelen. Voor keur zal worden gegeven aan kleine en middelgroote industrieën. Hoe gunstig dit voor een nationale structuur kan zijn. ver geleek de minister met de situatie in Zwit serland, waar men vooral op het platte land zeer gunstige ervaringen heeft opge daan met kleine en middelgroot maus- trieën. Een industrietak welke zich in Ne derland nog belangrijk kan ontwikkelen, js de rijwielindustrie. De onderdeden die in dezen tak van nijverneid, vroeger uit Duitschland werden betrokken, dienen wij thans zelf te vervaardigen. Het spreekt vanzelf, aldus de heer Huijs mans, dat wij met onze industrialisatie plannen in hooge mate rekening moeten houden met onze Belgische buren. Door middel van vriendschappelijk contact en overleg moeten wij met onzen Belgischen verdragspartner onderhandelingen voe ren. SCHOENEN VOOR AANSTAANDE MOEDERS. In den vervolge zal de verstrekking van een schoenenbon aan a.s. moeders als een extra verstrekking gelden. Dit wil dus zeg gen, dat a.s. moeders zowel 24 weken voor den vermoedelijken datum der bevalling, als bij de aanwijzing van het eindcijfer van hun tweede distributiestamkaart voor een schoennenbon in aanmerking komen. Deze regeling zal worden toegepast met terugwerkende kracht tot 1 April 1946. Al len van wie een attest voor het verkrijgen van extra rantsoenen als a.s., of jonge moe der bij den distributiedienst in behandeling is en die sedert 1 Jan. 1945 niet meer dan 1 schoenenbon hebben ontvangen, zullen bij de eerstvolgende verstrekking van een rantsoenkaartje voor extra levensmiddelen alsnog een schoenenbon ontvangen. WAAR BLEEF %)idï Mataewf door J. S- FLETSCHER. 24) „Wel heel zeker!" antwoordde Blake met onverstoorbare zelfverzekerdheid. .,Daar durf ik heel m'n reputatie als spoorzoeker onder te verwedden. Ik zou er niet zeker der van kunnen zijn dan wanneer ik ze met een microscoop zou hebben bekeken! Ik herhaal: in de laatste paar maanden". ,,In de laatste paar maanden", herhaalde Rachel. Ze deed plotseling een stap terug en keek Blake aan in een vreeselijk ver moeden. „U denkt.u denkt toch niet. dat hij hier is geweest?" zei ze. „Daar zou ik geen neen op durven zeg gen", antwoordde Blake rustig. „Waarom niet? Laat ons de zaak eens kalm overden ken. Wij weten dat hij dien avond in de buurt was. Nu, als we eens aannemen, dat hij iemand wilde bezoeken wij weten niet wie vóór hij naar zijn eigen familie ging? En als we eens veronderstellen, dat hij iets noodig had dat in deze of de aan grenzende kamer aanwezig moest zijn? Wat zou hem er dan van weerhouden in het donker hierheen te komen door mid del van den ouden torentrap? Die houdt u tooh niet gesloten?" „Ik weet het niet", antwoordde Rachel, terwijl ze een blik wierp op het gordijn. „Jacob Elphick heeft altijd op die soort dingen gelet. Ik ben sedert jaren ten minste drie jaren tot vanmorgen niet in dit gedeelte van het huis geweest." ,,Dan zullen we dat gauw onderzoeken", zei Blake. „Hij deed het gordijn opzij en tastte zijn weg naar beneden. )rDe deur gaat gemakkelijk genoeg open", riep hij van beneden. ,,Ik zou zoo zeggen, dat ze steeds open is geweest. En dus", ging hij voort, terwijl hij in de kamer te rugkwam. „was er niets dat hem belette hier onopgemerkt naar toe te komen en even onopgemerkt te vertrekken." „Maar waarom zou hij eigenlijk komen?" vroeg ze, „vooral wanneer het was om meteen weer te vertrekken?" Blake wees op de voetafdrukken. „Volgt u deze afidrukken tot in de an dere kamer", zei hij. „Welnu, dan zult u zien waar ze heen leiden. Recht naar dat oude bureau. Daar had hij iets in noodig. Kijk! Hier zijn afgestreken lucifers, die weggegooid werden toen ze uitgebrand wa ren. En kijkt u nu eens naar dat oude meu belstuk. Laat ons den inhoud er van eens zorgvuldig onderzoeken." Rachels hand beefde toen ze de boven ste lade open trok en zij keek met voch tige oogen naar Blake. „Het is verschrikkelijk te moeten den ken, dat hij hier geweest zou zijn zonder dat ik het wist, al was het dan ook maar voor enkele minuten", zei ze. „Na al dien tijd en al die ongerustheid.... zoo maar te komen en weer te gaan „U'kunt er zeker van zijn dat, als hij kwam en weer wegging, hij vertrok in de stellige overtuiging, dat hij binnen zeer korten tijd1 zich aan de voordeur zou mel den", merkte Blake op. „Ik stel het me aldus voor ik twijfel er niet aan, dat Dick een bezoek bracht aan die herberg aan de overzij van den in ham, „Anchor's Weighed" en dat hij .toen op weg was naar iets anders dan dit huis. Het ligt het meest voor de hand, dat hij toen hij op den wagen van dien ouden voerman van Brycester kwam meerijden plotseling de gedachte opvatte iemand te gaan bezoeken of naar een speciale plaats te gaan. Welnu, toen hij Briscoe's herberg verliet, is hij naar die plaats of dien per soon gegaan. Hij kan toen ineens hebben bedacht dat hij iets noodig had uit dit oude huis; het was hem wel bekend, dat op een plaats waar de jaren niet meer tel len dan oogenblikken, dingen van het eene geslacht op het andere onaangeroerd pier gen te blijven! En dus stak hij den inham over via dat zandpad, ging 't huis binnen door het torendeurtje, haalde of deed wat hij noodig had en ging weg met het voor nemen, terug te keeren „Wat hij nooit deed!", zei Rachel. ,,Kom, laat ons de laden eens bekijken om te zien of we niet een spoor kunnen ontdekken", zei Blake. „Je kunt nooit we ten, er zou iets kunnen zijn. Een ding staat in ieder geval als een paal boven water: er is iemand dit jaar nog in deze kamers en bij dit oude bureau geweest!" „Men is in deze lade geweest!" zei hij. „Wie hier ook bezig is geweest, hij heeft alles in de grootste haast dooreen gerom meld. Kijk maar goed." „Maar waar moet ik dan naar kijken?" vroeg Rachel. „U ziet zelf wat een rommel het hier is. Zijn het papieren of zoo, die u „O, het een of het ander", antwoordde Blake, „ik weet het zelf nog niet maar.." Rachel die op goed geluk aan 't zoeken was, haalde plotseling iets te voorschijn uit een hoek van de lade. Ze stak het om hoog en Blake deed een uitroep. „Wel verdraaid!" riep hij, „Dick's por tefeuille! Die heb ik hem gegeven!" DE BANKBILJETTEN. Voor enkele momenten stonden beiden naar de portefeuille te staren, 't was een stevige, van bruin leer, die Rachel kort nadat ze haar had opgedolven uit een wir war van de bureaulade, op het blad hier van had neergelegd. Ze dachten allebei hetzelfde: waar waren de handen, die dit hadden weggelegd daar, waar zij het zoo onverwacht hadden gevonden? „Die is ontegenzeggelijk van Dick!" zei Blake tenslotte. „Ik gaf die met Kerst mis aan hem. Ik zag haar in een boek winkel in Calgary en ik kocht haar voor hem om er hem zijn papieren in te laten bewaren. Nu, heb ik u niet gezegd, dat hij hier is geweest? Natuu' lijk! 't Kan zijn, dat hij hier is geweest om die portefeuille in veiligheid te brengen, voor hij ergens anders naar toe ging. Ik veronderstel, dat er iets waardevols in zit, waarschijnlijk het geld, dat hij in die bank in Londen opnam. Kijk!" Maar Rachel was plotseling, zonder op de dikke stoflaag te letten, in den dichtst- bijzijnden stoel neergevallen. „Nee!" zei ze. „Ik.... ik kan haar niet aanraken, 't Is.... alsalsof je iets aanraakt, d'at dood is!" „Jaik kan het me begrijpen", stem de Blake toe. „Maar toch zullen we dit moeten onderzoeken." Hij nam de porte feuille op en maakte den leeren band los, die haar gesloten hield- „Natuurlijk enkele papieren", zei hij. „Wat is dit eerste? Een rekening van het Minerva Hotel in Lon- don-City. Daar nam Dick toen zijn in trek. Dit kan ons van nut zijn. Ik was al benieuwd hoe we hem in Londen zouden kunnen naspeuren als dat poodig zou wor den. Nog meer papieren. Die zullen we la ter wel eens nakijken. En hier.... zijn bankbiljetten!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 2