Goede maatschappelijke organisaties
vaneminent belang en beslissende beteekenis
Wachtgeld voor distributie-ambtenaren
Hoe de commandopost 1-1-4 R.I. Kerstfeest vierde
WOENSDAG 8 JAN. 1947
DE LEIDSCHE COURANT
PAGINA 2
Kardinaal de Jong spreekt tot de Middenstanders
TMADRUKKELUK heeft Z.Em. Joh. Kardinaal De Jong gistermorgen in den Stads-
schouwburg te Utrecht ter gelegenheid van iden Cultureelen Dag van de Katho
lieke Nederlandsche Middenstandsbeweging gewezen op het eminente belang van
goede maatschappelijke organisaties, steunende op de christelijke grondslagen. Hij
noèmde ze aldus de „Tijd" vooruitgeschoven posten in den strijd voor het be
houd van het Christendom, in welken strijd voor den Nederlandschen R.K. Mid
denstandsbond door zijn heilzame traditie, zyn gezonde eigendomsbegrippen en gods-
dienstigen grondslag een belangrijke taak is weggelegd1.
jaar geleden, waarin den katholieken van
Nederland officieel gelijkberechtigdheid
werd toegekend met andere godsdiensten.
Na haar historischen ontwikkelingsgang
in groote trekken te hetwben geschetst, gaf
hij een even geestige als scherpe definitie
van het begrip katholieke cultuur, waarbij
hij beide elementen, zoowel het katholieke
als het cultureele, scherp in het licht stel
de. Zijn betoog culmineerde in de uit
spraak, dat katholieke cultuur en de strijd
voor haar bestaan had te zijn een strijd voor
de getuigenis van de heerlijkheid dei-
genade, een strijd, waarvan de juistheid
nieit is gelegen in den vorm en zelfs niet
in het onderwerp van een katholiek cul
tuurwerk, doch in de bron, die zuiver
moet zijn en vervuld van 's kunstenaars
diepste beweegredenen: heit geloof:
Als anecdotische bijzonderheid zij nog
vermeld, dat ter vergadering voorlezing
werd gedaan van een bericht van de af-
deeling Ameland, die door haar isolatie
door de vorst niet ter vergadering aanwe
zig kon zijn.
Van Duinkerken over
de katholieke cultuur
Z.Em. verheelde niet, dat ook in de krin
gen van idien middenstand in het verleden
te vaak het liberalisme een belangrijke rol
had gespeeld. Maar daarom achtte hij het
aes «te verheugender, dat men juist nu in
de Katholieke Middenstandsbeweging door
kernvorming een daadwerkelijke bijdrage
wil leveren in den strijd tegen de voort
schrijdenden ontkerstening van het open
bare leven.
Met nadruk waarschuwde hij tegen de
gedachte, dat in de middenstandswereld neu
trale vakorganisaties in staait zouden zijn,
de christelijke belangen voldoende te be
hartigen. Eigen vrije organisaties, aldus
de Kardinaal, zijn voor ons de eenige
waarborg dat in de komende jaren, die
voor de sociaal-economische ontwikkeling
van ons vaderland van beslissende betee
kenis zullen zijn, de groote goederen van
katholieke beschaving en cultuur ook in de
zakenwereld en de komende publiekrech
telijke bedrijfsorganisaties voldoende zul
len zijn gewaarborgd
Na de inkomst van den Kardinaal, wien
door een jongenskoor onder leiding van
redior Th. Bachg het „Sacendos et Ponti
fex" werd toegezongen, had de voorzit
ter, de heer J. A. Koops, een welkomst
rede uitgesproken, waarin hij verklaarde
trotsch te zijn op het feit. dat de eerste
Nederlandsche Kardinaal in dezen tijd een
zoon was uit zijn stand. Hij huldigde Z.Em.
als den Kardinaal van het verzet en gaf als
program voor de N.R.K.M.: een niet afla
tende strijd voor een pjoliekrechtelijke be
drijfsorganisatie ook voor den midden
stand, waarop de vrije organisaties een
beslissenden invloed zouien kunnen uit
oefenen.
Na hem ^af prof. dr. Antan van Duin
kerken in een begeesterende toespraak zijn
visie weer op den stiijd voor de katholieke
cultuur in Nederland, weiken hij schil
derde van het oogenolik af, nu ruim 150
DE VREDESDUIF KWAM MIDDEN
IN DEN OORLOG TERECHT.
In een radiorede heeft de Fransche mi
nister van Koloniën, Moutet, uiting ge
geven aan zijn hoop op een spoedigen
vrede in Indo-China.
Moutet, die onlangs per vliegtuig uit
Parijs is overgekomen, zeide. dat hij naar
Indo-China gevlogen was met een vredes
boodschap en in een volslagen oorlog te
recht kwam. „Het eenige wat ik thans kan
doen," aldus de minister, „is de militaire
toestand zich laten ontwikkelen om de
noodzakelijke veiligheid van de verbin
dingslijnen te verzekeren. Ik ben echter
nooit van meening geweest, dat een mili
taire beslissing in de plaats kan treden
van een politieke oplossing van het pro
bleem. Ik hoop evenwel, dat voor het
laatste de tijd spoedig zal zijn gekomen."
Moutet voegde hier aan toe, dat hij de
Vietnameesche regeering niet ontmoet
heeft. Zij heeft Hanoi 19 December ver
laten en haar huidige zetel is den minister
onbekend.
Hij noemde het voorts een feit, dat de
Vietnameesche regeering den strijd be
gonnen was en haar radio-uitzendingen
geen ander doel hebben dan propaganda.
Indien de Vietnameezen voordstellen had
den willen doen, zouden zij een gevol
machtigde hebben kunnen zenden, of
zelfs andere middelen gebruiken.
Voor degenen, die te Hanoi de enorme
voorbereidingen hebben gezien, die de
Vietnameezen reeds weken te voren had
den getroffen, kan er, aldus den minister,
geen twijfel bestaan over de vraag op
wien de verantwoordelijkheid van den
aanval rust.
Over de militaire situatie, zeide Moutet,
dat de operaties een gunstig verloop heb
ben. „Er zijn reeds versterkingen aange
komen en andere zijn onderweg. Ik weet,
dat Frankrijk, ondanks zijn moeilijke fi-
nancieele" positie, niet zal weigeren de
noodige offers tc brengen. Wat wij willen
is een vrij deelgenootschap in de Fransche
Unie van een Indochineesche federatie,
gevormd door volken, die zichzelf vrij
kunnen regeeren."
In Februari komen
er weer kolen
Naar van bevoegde zijde wordt me
degedeeld, wordt er met alle macht
aan gewerkt om te zorgen, dat de 12
eenheden huisbrand, die ons voor dit
■seizoen zijn toegezegd, in ieder geval
ter beschikking komen.
Er zijn inderdaad moeilijkheden ont
staan. Reeds de eerste vorstperiode en
ook de stakingen in Amerika zijn daar
aan debet, maar men is juist daardoor
op het Departement van Econ. Zaken
extra diligent geworden.
Men staat op het standpunt, dat alles
in het werk zal worden gesteld om
uiterlijk in Februari de laatste 3 een
heden te kunnen afleveren. De situatie
is zóó, dat men zelfs de industrie bij
de bevolking ten achter stelt.
DE VEILIGHEIDSRAAD BIJEEN.
Makin opende het debat over het sta
tuut van Triest met bezwaren tegen som
mige maatregelen, die naar zijn meening
strijdig zijn met het Handvest.
Ook de Svr'srhe gedelegeerde verklaar
de, dat hij geen artikel in het Handvest kon
vinden, dat den Veiligheidsraad het recht
gaf eenig gebied rechtstreeks te besturen.
Nadat de drie nieuwe leden verzocht had
den om gelegenheid de voorstellen over
Triëst te bestudeeren, stelde de Raad de
stemming over dit onderwerp uit tot Vrij
dag. De Veiligheidsraad zal Donderdag bij
een komen om de ontwapening te bespre
ken.
Geen uitkeering aan hen die
na 1 Jan. '45 in dienst
zijn genomen
Naar „Parool" verneemt is ten behoeve
van het distributiepersoneel, dat als ge
volg van reorganisatie moet afvloeien, een
voorloopige regeling getroffen in afwach
ting van de algemeene regeling voor
wachtgelduitkeering voor het overheids-
en semi-overheidspersoneel.
Geen uitkeering zal worden verleend
aan distributieambtenaren, in dienst ge
nomen op of r.a 1 Januari 1945, voor zoo
ver niet overgenomen door een anderen
dienst, waar betrokkenen reeds voor dien
datum als distributie-ambtenaar werkzaam
waren
Voor hen, die vóór Januari 1945 in
dienst zijn getreden, geldt het volgende:
distributie-ambtenaren, wier dienstverband
door rijk of gemeente wordt beëindigd,
kunnen aanspraak maken op een uitkee
ring, gelijk aan driemaal het genoten sala
ris, waaronder begrepen de kindertoelage
of bijslag waarop zij op het moment van
de beëindiging der dienstbetrekking
recht hadden, uit te betalen in drie maan-
delijksche termijnen. Wanneer de ontsla
gen ambtenaren inkomsten'geniet of gaat ge
nieten, wordt de uitkeering verminderd
met het bedrag dier inkomsten.
Indien een wachtgeldregeling voor het
distributiepersoneel tot stand komt, waar
bij betrokkenen in aanmerking komen
voor een hoogere uitkeering dan op grond
OIIO HO HO IIO HO IIO HO IIOIIO HO IIOI 0110110110110110110110110110110110110110110110110110110
Een onzer lezers, die is op
geroepen om in Indië den
militairen dienstplicht te
vervullen, schrijft ons vol
genden brief, waaruit wij
proeven de echt-gemeen-
de dankbaarheid en har
telijkheid ende echt
mannelijken godsdienst
zin. De eenvoud van den
brief stempelt de waar
heid.
Kerstfeest naJder! 't Is daags
voor Kerstmis, 't Kindje zal ko
men. ook voor de militairen in
Indië. Maar ook van hen
vraagt dat Kindje 'n rein ge
weten, ook hen verwacht Hij
aan z'n disch.
Nog eenige uren. Moeite
doen om vooral netjes te zijn,
dan rijdt de auto voor en is
het tijd voor de Kerstnacht,
twaalf uur middernacht.
De pracht-versiering in de
zaal van het sanatorium te
Tjiseroea met groen en "bloe
men, het kleine bescheiden al
taartje en ook zelfs 'n Kerststal
met verlichting brengen ons nu
uit de soldaten- in de Kerst
sfeer.
De H. Mis begint, het koor
zet in en ook hierin merk je
reeds, dat alles en alles ge
daan is, om er van te maken,
wat er van te maken was.
De Consecratie. Christus op
nieuw geboren in dezen nacht;
nog even en Christus, het
Kerstkindje, komt tot ons....
Duizenden gedachten, verlan
gens en wenschen stormen op
Jezus aan. Gedachten over
thuis, verlangens voor hen. en
wenschen, dat dit jaar 't laat
ste is. dat wij gescheiden zijn
van hen, die ieder van ons
achter liet, Wat wordt de af
stand klein door Gojs groote
liefde. Je voelt je dierbaren bij
je door Zijn genadekracht.
De tweede H. Mis is be
gonnen, nog eenige Kerstlie
deren, welke zoo echt eenstem
mig van gedachten meegezon
gen worden, weerklinken. D&n
is de H. Mis ten einde.
Nog was deze schitterende
en diep gevoelde Kerstmis-vie
ring niet voldoende geacht
voor ons. Na de H. Mis werden
we uitgenoodigd; voor 'n klein
aardigheidje in de eetzaal van
dit gebouw.
Wat 'n droom, 'n Begooche
ling. Op lange gedekte tafels,
met groene banden en roode
slingers versierd, flikkerden
kaarsen tusschen kerstservet-
ten en manden iïilandsch
fruit. Voor ieder 'n belegd
broodje en als 'n bijzondere
verrassing in 'n cartonnen
bakje 'n allerfijnst klaar ge
maakt slaatip. Van verbazing
hebben we elkaar aangekeken,
wisten niets te zeggen als:
„Hoe bestaat het".
'n Totale Kersttafel met
dampende koffie was wel de
laatste wensch, die we hadden
durven droomen. Iedereen was
nieuwsgierig, wie dit voor el
kaar gebracht had onder om
standigheden, waarin niets mo
gelijk leek.
Als antwoord op m'n vraag
aan den aalmoezenier: „wie de
eer toekwam van dit geslaagde
Kerstontbijt", kreeg ik te hoo-
ren: „De Zusters van het Mo
bile Team. Ik zocht naar 'n
Hollandsche vertaling, 't beste
leek mii: „de nimmer rustende
naastenliefde", 'n Heel vrije
vertaling, maar waarvan dezen
nacht bewezen is, dat zij de
volle waarheid bevat. De kok
van het Prinses Irene Regi
ment zette z'n allerbeste been
tje voor om de slaatjes te berei
den en alles wat noodig was om
de pannen van deze Zustertjes
te doen slagen; 'n teekenaar
van 1-1-4 R.I. droeg z'n steen
tje bij door papieren servetten
met kerstklok en wensch te
versieren. De oppasser van den
aalmoezenier van 1-4 R.I. heeft
ook. onder het oog der meisjes,
z'n beste krachten gegeven.
en toewijding heeft dit ge
vraagd. om ieder militair op
den jui'sten tijd deze verrassing
te doen toekomen. Onnoodig
te zeggen, dat de inhoud ge
heel in de lijn lag van onze
behoeften en wenschen. U had
het moeten zien, dan zou u
meer begrijpen, wat ik u
schrijf. De pakjes werden als
het ware vertroeteld en tege
lijk hardhandig open gemaakt.
„Kijk 'ns: Taai-Taai", roept er
een; ,,'n bus biscuit, peper
munt, chocolade". „Wat 'n
gein", schreeuwt 'n rasechte
Amsterdammer: „Schrijfspul-
len om aan zus te schrijven en
Goudsche stroopwafels". Weer
'n ander roept de titel van z'n
leesboek hardop door de woon
ruimte. omdat ook hij lucht
moet geven aan de verrassing
van het pakket. En weldra
kringelen de wolkjes van ge
not omhoog van de altijd wel
kome sigaretjes, die ook in dit
pakket niet zijn vergeten.
In het begin van het jaar is
er veel gekankerd door ons en
door de Hollanders thuis. On
wetendheid en verkeerd be
grijpen waren de oorzaak.
(ffiij, atize janyetió in Jndie^
De aalmoezenier van het
Prinses Irene Regiment droeg
de H. Mis op. Zoo waren in de
zen Kerstnacht allen, Zusters,
dienstolichtigen en O.V.W.'ers.
één bij het. stalletje en leerden
wij daar elkaar nog meer waar
deuren.
Onze dank gaat dan ook op
de eerste plaats uit naar de
Zustertjes, van: „de nimmer
rustende liefde" en verder aan
allen, die tot het welslagen
van dezen Kerstnacht hebben
meegewerkt.
Aan alle onze hartelijke, te
vreden dank.
Allen waren voldaan en bo
ven verwachting tevreden.
Geen wonder, dat. toen de
aalmoezenier. pater, Pruim
(Fr.) de geheele zaal een
Zalig Kerstfeest wenschte. dit
nooit vuriger en hartelijker
ontvangen werd dan dez*» keer.
En dat wij 'n even hartelijk „Za
4ig Kerstfeest" aan onze on-
vergeteliike weldoeners terug-
Wenscbten.
l eve „Het Mobile Team".
Nog was de maat niet vol.
Thuis, althans in ons kamp,
vonden wii ons Kerstpakket
van do N.I.W.I.N. uit Hol
land. Al ongeveer 'n we°k wa-
reh deze bü de com.pagn«®. Het
was bedoeld voor d'e Kerst
mis, dus moesten we ook tot
dion dag wachten.
Nu was de dag daar. ieder
een was verrukt. Wat 'n zorg
Maar nu willen wij dan toch
zeker niet achterblijven, om
nu aan alle Hollanders door
deze weinige woorden onze
hartelijken dank uit te spreken,
'n Groote plaats was verloren
in ons hart, maar door deze
toewijding en door dit groote
bewijs van medeleven heeft u
'n veel grootere plaats terug
gewonnen in de harten van de
militairen, die niet voor avon
tuur of klein eigen belang naar
Indië zijn gegaan maar in het
belang van Holland en van In
dië. die één moeten zijn voor
hun gezamenlijk welzijn.
Ik mag niet besluiten voor ik
u ook althans heel beknopt iets
vertel over de Kerstviering on
der ons eigen koopeitje. n.l.
van de Cie. Staf en het 3e Pe
loton van 1-4 RI. Op zichzelf
was 'n goede ruimte er voor
al 'n probleem. Zaterdag 21
December stond in het teeken
van de verhuizing van post
Poentjak naar Tjipaieum. Er
stond ons buiten onze slaap
gelegenheid nog 'n kleine ruim
te open, welke met proen, wat
ten^ en strooken zilverpapier,
van de theefabriek, in 'n feest
stemming gebracht werd. Koe
lies brachten mooie bloemen
aan.
Klokke elf noodigde ons uit
voor 'n gezamenlijk kopje kof
fie. Onder kooie moet u dan
verstaan „etensblikje". Na
breedvoerige besprekingen en
inleveren van artikelen, welke
met taartjes nie'.s gemeen heb
ben. hadden we deze heerlijk
heden weten te bemachtigen,
en het werd dus koffie met
taart. Niet te versmaden, zelfs
niet door 'n militair. Eén uur
was de kok zoover, dat we aan
het volgend punt van ons
Kerstprogram konden begin
nen n.l. het Kerstdiner. Intus-
schen was de tafel nog iets uit
gebreid volgens systeem meca-
nodoos en bddekt met lakens,
welke den dag te voren nog
dienst gedaan hadden om on
zen luit in te wikkelen gedu
rende de nachtelijke uren. Eerst
gewasschen. want 'n man is
soms ook erg netjes. Wat we
•aan lakens tekort kwamen
werd met zilverpapier aange
vuld. Flesschen tafelwijn wer
den kwistig en onverschillig
op tafel gezet en hielpen mee
om het geheel 'n leuk en ge
zellin aanzien te geven.
Allen waren gezeten, even
stilte voor het gebeld en daar
kwam de soep. waarna eend,
welke we ons goed lieten sma
ken. Vervolgens inlandsche
aardappelen, boontjes en scha
penbout. Zoo tusschen door
wat spoelen met tafelwijn
verhoogde de voortreffelijke
smaak van de met veel zorg
klaar gemaakte gerechten. Hier
tusschen door een extra woord
van dank aan onzen kok Theo
Vonk. Eenige sprekers rezen
stoetmoedig van hun stoel,
bank of kistje op, spraken, ble
ven steken, zeiden; „Proost"
en singen zMen. Als toespijs
Afnkaansch fruit in blik Nog
'n cigaretje rooken, 'n dank?e-
ted en* tot slot buiten 'n foto
van het eetgenoo-schan.
De dag moest geheel in het
Kersf idee blijven en dus
mocht ook niemand z'n boekje
te buiten gaan. De dag werd
dan ook besloten door den
avond door- te brengen in ge
zellig samen praten en Kerst
liederen zinpen met begelei
ding van 'n guitaar. Tweemaal
deed 'n drankie de ronde van
licht alcohol-gehalte om 'n on
gedwongen stemming er in te
brengen.
Deze Kerstmis kunnen we
niet anders als kerkelijk en
huiseliik volkomen geslaagd
noemen.
Onze gedachten ziin dikwijls
naar huis en Holland gegar|n,
terwiil wij ons afvroegen: „Hoe
zouden ze het maken deze da
gen?"
Wij van onzen kant hebben
u met het bovenstaande wil
len geruststellen, dat we wel
geen Kerstmis fe'nad hebben,
zooals anders thuis maar naar
omstandigheden met veel plei-
zier kunnen terugzien op de
Kerst van 1946. Mogen de om
standigheden volgend jaar zoo
ziin, 'dat we het thuis kunnen
vieren.
van vorenstaande regeling, zal alsnog be
taling van het verschil plaats vinlden.
De ambtenaar, die in principe voor een
uitkeering in aanmerking komt, is ver
plicht zich binnen een week, nadat hem
zijn ontslag is aangezegd, als werkzoeken
de te doen inschrijven bij het Gewestelijk
Arbeidsbureau. Deze regeling wordt .ge
acht in werking te zijn getreden op 31 Os-
tober j.l.
Dr. A. W. A. DE kAt ANGELINO
TER BESCHIKKING VAN MINISTER
JONKMAN.
De minister van Overzeesche Gebieds-
deelen heeft dr. A. W. A. de Kat Angelino,
lid van de NederL delegatie in de Far
Eastern Commission te Washington, bereid
gevonden zich tijdelijk voor verschillende
daarvoor in aanmerking komende aange
legenheden te zijner beschikking te stellen.
Zooals bekend heeft dr. de Kat Angelino
vele belangrijke functies vervuld. Zoo was
hij in.de jaren 19211922 politiek advi
seur van de ontwapeningsconferentie te
Washington, in 1924—1925 vertegenwoor
diger op de groote opiumconferentie te Ge-
nève. In 19261927 vertegenwoordigde hij
Nederland bij het exterritorialiteitsonder-
zoek op de douane-conferentie in China. In
1931 werd hij politiek adviseur van Lytton-
commissie voor het Volkenbondsonderzoek
in Mantsjoerije. Van 19331937 was hij di
recteur van het departement van onderwijs
en eeredienst in Nederlandsch-Indië. Voorts
is hij auteur van het standaardwerk „Staat
kundig beleid en bestuurszorg in Neder
landsch-Indië".
VOORBEREIDING
VREDESVERDRAG MET
DUITSCHLAND
Plaatsvervangers gaan aan het werk.
De plaatsvervangers van de ministers van
buitenlandsche zaken zullen aanslaande
week hun eerste vergadering te Londen
houden. Aan 18 kleinere naties is verzocht
haar eischen tegen Duitschland en haar
standpunt ten aanzien van het vredesver
drag aan hen voor te leggen. Het werk van
de plaatsvervangers bestaat uit twee dee-
len:
1. Discussie over het Duitsche vraag
stuk. 2. Het opstellen van een ontwerp-ver-
rirag voor de onafhankelijkheid van Oos
tenrijk,
Bovendien zullen zij bespreken, welke
procedure de ministers van buitenland
sche zaken zullen volgen bij hun bespre
kingen te Moskou in Maart. Zij moeten hun
werk binnen vijf weken afmaken.
De ministers van buitenlandsche zaken
zelf zullen het vredesverdrag met Duitsch
land niet opstellen tijdens hun bijeenkomst
te Moskou. Zij zullen de verslagen van
de plaatsvervangers in ontvangst nemen,
benevens gedetailleerde rapporten van den
geallieerden bestuursraad te Berlijn over
toestand van Duitschland.
Dan zullen de „groote vier" van gedachte
wisselen over hun algemeene zienswijze en
houding ten aanzien van het Duitsche
vraagstuk, en als een zekere mate van
overeenstemming wordt bereikt, zullen zij
instructies geven voor de voorbereiding van
een ontwerp-vredesverdrag. Het zal wel
licht mogelijk blijken den vrede in Europa
definitief te herstellen door het ondertee
kenen van een vredesverdrag met Duitsch
land binnen een jaar.
Oostenrijk is een verschillend probleem.
Het wordt niet beschouwd als een voor
malig vijandelijk land, doch als te hebben
gevochten tegen de geallieerden als een
deel van Duitschland. De groote mogend
heden koesteren daarom thans het voor
nemen, het zijn onafhankelijkheid terug
te geven.
Zoowel Engeland als Amerika hebben
een ontwerp-verdrag met Oostenrijk op
gesteld en men hoopt, dat te Moskou een
definitief ver dreg zal kunnen worden op
gesteld, dat Oostenrijk de onafhankelijk
heid zal geven, die het is beloofd bij de
overeenkomst van Moskou.
„WAPENSTILSTAND" IN PALESTINA?
In kringen te Jeruzalem, die nauw be
trokken zijn bij de Irgoen Zwai Leoemi
en de Stemgroep, gaat het gerucht, dat
deze beide organisaties vermoedelijk een
tijdelijken „wapenstilstand" zullen afkon
digen bij haar operaties tegen de Britsche
troepen in Palestina.
Volgens een communiqué van het Fran
sche opperbevel te Saigoon heeft men
Fransche parachutisten in de vuurlinie van
de Indo-Chineesche nationalistische strijd
krachten in Vietnam neergelaten om den
zwaren druk op het Fransche garnizoen
van Namdinh, ten Zuiden van Hanoi, te
verlichten
WAAR BLEEF
SHcfo Matujvuf?
door
J. S- FLETSCHER.
18)
Het vertrek dat Blake zag van uit zijn
verborgen observatiepost was een recht
hoekige, laaggezolderde kamer waar men
de tabaksrook wel snijden kon. De tabaks
lucht, vermengd met de geuren van bier
en spiritualiën drong door de gaatjes van
het glas, waar Briscoe over gesproken had.
Er was daar weinig comfort: een steenen
vloer, ruwe vurenhouten tafels, een bank
of -twee tegen de muren, hier en daar een
zware stoel, een walmende, schommelende
lamp, de ingelijste reclames van verschil
lende brouwerijen en distilleerderijen
deze vormden de achtergrond tegen welke
drie of vier mannen in de nonchalante
kleed ing van zeelui zaten, luierden of
stonden. Blake had er geen moeite mee,
Judah Clent er uit te pikken. Hij zat aan
de tafel in het midden van de kamer,
waardoor het lamplicht zijn gebruind' ge
zicht met ruige ongekamde haren en baard
helder bescheen, een kerel van een donke»
type, groot en mager, wiens tanden even
sterk glinsterden als de gouden ringetjes
in de ooren. Als hij een roode muts had
gedragen, zou hy een prachttype zijn ge
weest van een piraat of een boekaffer
Deze mannen waren echter met eenige
waardigheid gekleed in pakken van dik
blauw serge waarvan de jas met revers
een gouden uitmonstering had. In zyn eene
hand hield Clent een glas met een donke
re drank, in de andere een sigaar. En toen
Blake naar hem keek was hij juist zijn
metgezellen aan het toespreken op de ba
zige manier van iemand, die zichzelf be
schouwt als opperste krijgsheer en opper
hoofd van alles in zijn onmiddellijke om
geving
„Als dat zoo is", zei hij links en rechts
dreigende blikken werpe,nd, „als M, waar is
dat dat fatje weer dezen kant uit gekomen
is, laat-ie dan oppassen, dat-ie mij niet
voor de voeten komt! Dat zeg ik jullie".
,,'t Komt me voor", merkte een oudere
man op, die in een hoekje bij de bar zat,
achter welke Briscoe zijn plaats had inge
nomen, ,,'t komt me voor, Clent, dat je 't
op één punt mis hebt. Volgens dat biljet is
mynheer IRichard nu niet hier- Wat er
staat is, dat hij in Februari terugkwam en
sedertdien niet meer gezien is. En dan
krfyg je honderd Pond, zooals op dit biljet
slaat, als je kan vertellen, wat er van
hem terecht is gekomen".
„Ja, zoo is 't'\ stemden de anderen in.
„Dat staat er duidelijk gedrukt".
„Dus hij kwamen is nooit meer er
gens gezien", zei een andere man. „Dat
lees ik toch duidelijk."
Clent zette z'n glas met een slag op de
tafel.
„En wie zegt, dat hij nu niet hier is?"
vroeg hij heftig.
„Jij zei: als-is deze kant uit gekomen is",
merkte de man in de hoek. ,,'t Gaat hier
niet om „als". Hij kwamen nou is-ie
er niet."
„Zoo en waarom zou-ie nou niet hier
zijn?" vroeg Clent. „Hoe weet een van jul
lie dat-ie nou, op dit moment, niet hier is?
Wat belet hem zich te verstoppen in dat
ouwe, door de wormen opgevreten ratten-
hol aan den overkant van den inham? Zeg
me dat eens, dikkoppige landrotten? Zou
den d'r in die oude kast van een huis niet
honderd kerels verstopt kunnen zitten?"
De andere mannen keken elkaar zwij
gend aan; dat gezichtspunf, was nog niet
bij hen opgekomen. En Clent sloeg her
haaldelijk op de tafel, terwijl hij dreigen
de blikken op zijn omgeving wierp.
„Ik verzeker jullie, dat-ie op moet pas
sen bij me uit de buurt te blijven!" grom
de hij. „Als ik 'm te pakken krijg laat ik
geen been van 'm heel!"
„Je brengt nou je zelf in moeilijkheden
Judah Clent als je zoo blijft doorgaan", zei
o'e waard. „Er bestaat 'n wet tegen bedrei
gingen weet je en je houdt je tong niet in
bedwang. 6 jaar geleden heb je er heel wat
in dien geest uitgeslagen en als je daar
nou weer mee begint...."
„Er bestaat niet zoo'n vervloekte wet die
'n mensch verbiedt te zeggen wat-ie
denkt", zei Clent- „Ik mag net zoo hardop
denken als ik wil. Of niet soms?"
„Niet als je er menschenlevens mee be
dreigt", zei Briscoe. „En ik zal je eens wat
vertellen. D'r is niet vergeten, wat jij over
mijnheer Richard vroeger hebt gezegd. En"
als hij in Februari van dit jaar terugkwam
'en plotseling verdween dan zullen er zeker
lui zijn die wel eens willen weten of jij
daar niks mee te doen hebt gehad."
„Ja, ja, daar zit wat in," zei er een uit
het gezelschap. „D'r zijn menschen die een
goed geheugen hebben voor dat soort din
gen. Een paar nikszeggenide woorden van
iemand worden tegen hem uitgespeeld op
een moment, dat-ie er het minst op ver
dacht is."
Clent nam een slok uit zijn glas en zette
het weer met een slag op tafel.
„Als-ie Februari van dit jaar of op wel
ken anderen tijd van dit jaar my voor de
voeten had geloopen, zou jk er de sporen
van op z'n gezicht hebben achtergelaten",
gromde hij. „Maar niemand kan een woord
tegen me inbrengen over Februari of
Maart. Want in Februari zat ik ver weg.
Van midden Februari tot zeker eind Maart
zat ik in de Levant".
Blake knoopte dat in z'n ooren. Als dat
waar was, had Judah Clent zeker niets uit
te staan niet de verdwijning van Dick Mal-
vcry. En het was een feit, dat zeker ge
makkelijk kon worden nagegaan.
„We staken in de haven van Shilhamp-
ton vi.n wal op tien Februari en we vielen
weer binnen op den dertigsten Maart", zei
Clent. „Dus als-ie, zooals je uit dat papier
kunt opmaken, leelijk aan zijn end kwam
op weg naar huis, dan was dat niet door de
handen van Judah Clent jammer ge
noeg!"
De andere maennen knikten stilzwijgend.
De stilte duurde enkele oogenblikken
voort; toen sprak de man die in den hoek
bij de bar zat en hij keerde daarbij zijn
verweerd gezicht naar den waard. En Bla
ke zag plotseling den waard zijn gezicht
keeren naar het roode gordijn alsof hij bij
zonder de aandacht wilde trekken van den
ongqzienen luisteraar.
,,'t Komt me voor", zei'de man in den
hoek, ,,'t komt me wel erg vreemd voor,
dat de jonge mijnheer Richard hier in de
buurt kon komen, waar iedereen hem
evengoed kent als den toren van BryChes
ter, en dat niemand 'm herkende. Da's nog
al gek niet?"
De waard, die in de richting van Eet
roode gordijn keek, knipte met één oog
lid. En Blake, die vlug van begirp was
trok de conclusie, dat de man in den hoek
een van die twee was, die Blake bedoelde
toen hij het had over de gasten in „An
chor's Weighed" op den avond toen de
vreemdeling was" binnengekomen.
(Wordt vervolgd).