Goede maatschappelijke organisaties vaneminent belang en beslissende beteekenis Wachtgeld voor distributie-ambtenaren Hoe de commandopost 1-1-4 R.I. Kerstfeest vierde WOENSDAG 8 JAN. 1947 DE LEIDSCHE COURANT PAGINA 2 Kardinaal de Jong spreekt tot de Middenstanders TMADRUKKELUK heeft Z.Em. Joh. Kardinaal De Jong gistermorgen in den Stads- schouwburg te Utrecht ter gelegenheid van iden Cultureelen Dag van de Katho lieke Nederlandsche Middenstandsbeweging gewezen op het eminente belang van goede maatschappelijke organisaties, steunende op de christelijke grondslagen. Hij noèmde ze aldus de „Tijd" vooruitgeschoven posten in den strijd voor het be houd van het Christendom, in welken strijd voor den Nederlandschen R.K. Mid denstandsbond door zijn heilzame traditie, zyn gezonde eigendomsbegrippen en gods- dienstigen grondslag een belangrijke taak is weggelegd1. jaar geleden, waarin den katholieken van Nederland officieel gelijkberechtigdheid werd toegekend met andere godsdiensten. Na haar historischen ontwikkelingsgang in groote trekken te hetwben geschetst, gaf hij een even geestige als scherpe definitie van het begrip katholieke cultuur, waarbij hij beide elementen, zoowel het katholieke als het cultureele, scherp in het licht stel de. Zijn betoog culmineerde in de uit spraak, dat katholieke cultuur en de strijd voor haar bestaan had te zijn een strijd voor de getuigenis van de heerlijkheid dei- genade, een strijd, waarvan de juistheid nieit is gelegen in den vorm en zelfs niet in het onderwerp van een katholiek cul tuurwerk, doch in de bron, die zuiver moet zijn en vervuld van 's kunstenaars diepste beweegredenen: heit geloof: Als anecdotische bijzonderheid zij nog vermeld, dat ter vergadering voorlezing werd gedaan van een bericht van de af- deeling Ameland, die door haar isolatie door de vorst niet ter vergadering aanwe zig kon zijn. Van Duinkerken over de katholieke cultuur Z.Em. verheelde niet, dat ook in de krin gen van idien middenstand in het verleden te vaak het liberalisme een belangrijke rol had gespeeld. Maar daarom achtte hij het aes «te verheugender, dat men juist nu in de Katholieke Middenstandsbeweging door kernvorming een daadwerkelijke bijdrage wil leveren in den strijd tegen de voort schrijdenden ontkerstening van het open bare leven. Met nadruk waarschuwde hij tegen de gedachte, dat in de middenstandswereld neu trale vakorganisaties in staait zouden zijn, de christelijke belangen voldoende te be hartigen. Eigen vrije organisaties, aldus de Kardinaal, zijn voor ons de eenige waarborg dat in de komende jaren, die voor de sociaal-economische ontwikkeling van ons vaderland van beslissende betee kenis zullen zijn, de groote goederen van katholieke beschaving en cultuur ook in de zakenwereld en de komende publiekrech telijke bedrijfsorganisaties voldoende zul len zijn gewaarborgd Na de inkomst van den Kardinaal, wien door een jongenskoor onder leiding van redior Th. Bachg het „Sacendos et Ponti fex" werd toegezongen, had de voorzit ter, de heer J. A. Koops, een welkomst rede uitgesproken, waarin hij verklaarde trotsch te zijn op het feit. dat de eerste Nederlandsche Kardinaal in dezen tijd een zoon was uit zijn stand. Hij huldigde Z.Em. als den Kardinaal van het verzet en gaf als program voor de N.R.K.M.: een niet afla tende strijd voor een pjoliekrechtelijke be drijfsorganisatie ook voor den midden stand, waarop de vrije organisaties een beslissenden invloed zouien kunnen uit oefenen. Na hem ^af prof. dr. Antan van Duin kerken in een begeesterende toespraak zijn visie weer op den stiijd voor de katholieke cultuur in Nederland, weiken hij schil derde van het oogenolik af, nu ruim 150 DE VREDESDUIF KWAM MIDDEN IN DEN OORLOG TERECHT. In een radiorede heeft de Fransche mi nister van Koloniën, Moutet, uiting ge geven aan zijn hoop op een spoedigen vrede in Indo-China. Moutet, die onlangs per vliegtuig uit Parijs is overgekomen, zeide. dat hij naar Indo-China gevlogen was met een vredes boodschap en in een volslagen oorlog te recht kwam. „Het eenige wat ik thans kan doen," aldus de minister, „is de militaire toestand zich laten ontwikkelen om de noodzakelijke veiligheid van de verbin dingslijnen te verzekeren. Ik ben echter nooit van meening geweest, dat een mili taire beslissing in de plaats kan treden van een politieke oplossing van het pro bleem. Ik hoop evenwel, dat voor het laatste de tijd spoedig zal zijn gekomen." Moutet voegde hier aan toe, dat hij de Vietnameesche regeering niet ontmoet heeft. Zij heeft Hanoi 19 December ver laten en haar huidige zetel is den minister onbekend. Hij noemde het voorts een feit, dat de Vietnameesche regeering den strijd be gonnen was en haar radio-uitzendingen geen ander doel hebben dan propaganda. Indien de Vietnameezen voordstellen had den willen doen, zouden zij een gevol machtigde hebben kunnen zenden, of zelfs andere middelen gebruiken. Voor degenen, die te Hanoi de enorme voorbereidingen hebben gezien, die de Vietnameezen reeds weken te voren had den getroffen, kan er, aldus den minister, geen twijfel bestaan over de vraag op wien de verantwoordelijkheid van den aanval rust. Over de militaire situatie, zeide Moutet, dat de operaties een gunstig verloop heb ben. „Er zijn reeds versterkingen aange komen en andere zijn onderweg. Ik weet, dat Frankrijk, ondanks zijn moeilijke fi- nancieele" positie, niet zal weigeren de noodige offers tc brengen. Wat wij willen is een vrij deelgenootschap in de Fransche Unie van een Indochineesche federatie, gevormd door volken, die zichzelf vrij kunnen regeeren." In Februari komen er weer kolen Naar van bevoegde zijde wordt me degedeeld, wordt er met alle macht aan gewerkt om te zorgen, dat de 12 eenheden huisbrand, die ons voor dit ■seizoen zijn toegezegd, in ieder geval ter beschikking komen. Er zijn inderdaad moeilijkheden ont staan. Reeds de eerste vorstperiode en ook de stakingen in Amerika zijn daar aan debet, maar men is juist daardoor op het Departement van Econ. Zaken extra diligent geworden. Men staat op het standpunt, dat alles in het werk zal worden gesteld om uiterlijk in Februari de laatste 3 een heden te kunnen afleveren. De situatie is zóó, dat men zelfs de industrie bij de bevolking ten achter stelt. DE VEILIGHEIDSRAAD BIJEEN. Makin opende het debat over het sta tuut van Triest met bezwaren tegen som mige maatregelen, die naar zijn meening strijdig zijn met het Handvest. Ook de Svr'srhe gedelegeerde verklaar de, dat hij geen artikel in het Handvest kon vinden, dat den Veiligheidsraad het recht gaf eenig gebied rechtstreeks te besturen. Nadat de drie nieuwe leden verzocht had den om gelegenheid de voorstellen over Triëst te bestudeeren, stelde de Raad de stemming over dit onderwerp uit tot Vrij dag. De Veiligheidsraad zal Donderdag bij een komen om de ontwapening te bespre ken. Geen uitkeering aan hen die na 1 Jan. '45 in dienst zijn genomen Naar „Parool" verneemt is ten behoeve van het distributiepersoneel, dat als ge volg van reorganisatie moet afvloeien, een voorloopige regeling getroffen in afwach ting van de algemeene regeling voor wachtgelduitkeering voor het overheids- en semi-overheidspersoneel. Geen uitkeering zal worden verleend aan distributieambtenaren, in dienst ge nomen op of r.a 1 Januari 1945, voor zoo ver niet overgenomen door een anderen dienst, waar betrokkenen reeds voor dien datum als distributie-ambtenaar werkzaam waren Voor hen, die vóór Januari 1945 in dienst zijn getreden, geldt het volgende: distributie-ambtenaren, wier dienstverband door rijk of gemeente wordt beëindigd, kunnen aanspraak maken op een uitkee ring, gelijk aan driemaal het genoten sala ris, waaronder begrepen de kindertoelage of bijslag waarop zij op het moment van de beëindiging der dienstbetrekking recht hadden, uit te betalen in drie maan- delijksche termijnen. Wanneer de ontsla gen ambtenaren inkomsten'geniet of gaat ge nieten, wordt de uitkeering verminderd met het bedrag dier inkomsten. Indien een wachtgeldregeling voor het distributiepersoneel tot stand komt, waar bij betrokkenen in aanmerking komen voor een hoogere uitkeering dan op grond OIIO HO HO IIO HO IIO HO IIOIIO HO IIOI 0110110110110110110110110110110110110110110110110110110 Een onzer lezers, die is op geroepen om in Indië den militairen dienstplicht te vervullen, schrijft ons vol genden brief, waaruit wij proeven de echt-gemeen- de dankbaarheid en har telijkheid ende echt mannelijken godsdienst zin. De eenvoud van den brief stempelt de waar heid. Kerstfeest naJder! 't Is daags voor Kerstmis, 't Kindje zal ko men. ook voor de militairen in Indië. Maar ook van hen vraagt dat Kindje 'n rein ge weten, ook hen verwacht Hij aan z'n disch. Nog eenige uren. Moeite doen om vooral netjes te zijn, dan rijdt de auto voor en is het tijd voor de Kerstnacht, twaalf uur middernacht. De pracht-versiering in de zaal van het sanatorium te Tjiseroea met groen en "bloe men, het kleine bescheiden al taartje en ook zelfs 'n Kerststal met verlichting brengen ons nu uit de soldaten- in de Kerst sfeer. De H. Mis begint, het koor zet in en ook hierin merk je reeds, dat alles en alles ge daan is, om er van te maken, wat er van te maken was. De Consecratie. Christus op nieuw geboren in dezen nacht; nog even en Christus, het Kerstkindje, komt tot ons.... Duizenden gedachten, verlan gens en wenschen stormen op Jezus aan. Gedachten over thuis, verlangens voor hen. en wenschen, dat dit jaar 't laat ste is. dat wij gescheiden zijn van hen, die ieder van ons achter liet, Wat wordt de af stand klein door Gojs groote liefde. Je voelt je dierbaren bij je door Zijn genadekracht. De tweede H. Mis is be gonnen, nog eenige Kerstlie deren, welke zoo echt eenstem mig van gedachten meegezon gen worden, weerklinken. D&n is de H. Mis ten einde. Nog was deze schitterende en diep gevoelde Kerstmis-vie ring niet voldoende geacht voor ons. Na de H. Mis werden we uitgenoodigd; voor 'n klein aardigheidje in de eetzaal van dit gebouw. Wat 'n droom, 'n Begooche ling. Op lange gedekte tafels, met groene banden en roode slingers versierd, flikkerden kaarsen tusschen kerstservet- ten en manden iïilandsch fruit. Voor ieder 'n belegd broodje en als 'n bijzondere verrassing in 'n cartonnen bakje 'n allerfijnst klaar ge maakt slaatip. Van verbazing hebben we elkaar aangekeken, wisten niets te zeggen als: „Hoe bestaat het". 'n Totale Kersttafel met dampende koffie was wel de laatste wensch, die we hadden durven droomen. Iedereen was nieuwsgierig, wie dit voor el kaar gebracht had onder om standigheden, waarin niets mo gelijk leek. Als antwoord op m'n vraag aan den aalmoezenier: „wie de eer toekwam van dit geslaagde Kerstontbijt", kreeg ik te hoo- ren: „De Zusters van het Mo bile Team. Ik zocht naar 'n Hollandsche vertaling, 't beste leek mii: „de nimmer rustende naastenliefde", 'n Heel vrije vertaling, maar waarvan dezen nacht bewezen is, dat zij de volle waarheid bevat. De kok van het Prinses Irene Regi ment zette z'n allerbeste been tje voor om de slaatjes te berei den en alles wat noodig was om de pannen van deze Zustertjes te doen slagen; 'n teekenaar van 1-1-4 R.I. droeg z'n steen tje bij door papieren servetten met kerstklok en wensch te versieren. De oppasser van den aalmoezenier van 1-4 R.I. heeft ook. onder het oog der meisjes, z'n beste krachten gegeven. en toewijding heeft dit ge vraagd. om ieder militair op den jui'sten tijd deze verrassing te doen toekomen. Onnoodig te zeggen, dat de inhoud ge heel in de lijn lag van onze behoeften en wenschen. U had het moeten zien, dan zou u meer begrijpen, wat ik u schrijf. De pakjes werden als het ware vertroeteld en tege lijk hardhandig open gemaakt. „Kijk 'ns: Taai-Taai", roept er een; ,,'n bus biscuit, peper munt, chocolade". „Wat 'n gein", schreeuwt 'n rasechte Amsterdammer: „Schrijfspul- len om aan zus te schrijven en Goudsche stroopwafels". Weer 'n ander roept de titel van z'n leesboek hardop door de woon ruimte. omdat ook hij lucht moet geven aan de verrassing van het pakket. En weldra kringelen de wolkjes van ge not omhoog van de altijd wel kome sigaretjes, die ook in dit pakket niet zijn vergeten. In het begin van het jaar is er veel gekankerd door ons en door de Hollanders thuis. On wetendheid en verkeerd be grijpen waren de oorzaak. (ffiij, atize janyetió in Jndie^ De aalmoezenier van het Prinses Irene Regiment droeg de H. Mis op. Zoo waren in de zen Kerstnacht allen, Zusters, dienstolichtigen en O.V.W.'ers. één bij het. stalletje en leerden wij daar elkaar nog meer waar deuren. Onze dank gaat dan ook op de eerste plaats uit naar de Zustertjes, van: „de nimmer rustende liefde" en verder aan allen, die tot het welslagen van dezen Kerstnacht hebben meegewerkt. Aan alle onze hartelijke, te vreden dank. Allen waren voldaan en bo ven verwachting tevreden. Geen wonder, dat. toen de aalmoezenier. pater, Pruim (Fr.) de geheele zaal een Zalig Kerstfeest wenschte. dit nooit vuriger en hartelijker ontvangen werd dan dez*» keer. En dat wij 'n even hartelijk „Za 4ig Kerstfeest" aan onze on- vergeteliike weldoeners terug- Wenscbten. l eve „Het Mobile Team". Nog was de maat niet vol. Thuis, althans in ons kamp, vonden wii ons Kerstpakket van do N.I.W.I.N. uit Hol land. Al ongeveer 'n we°k wa- reh deze bü de com.pagn«®. Het was bedoeld voor d'e Kerst mis, dus moesten we ook tot dion dag wachten. Nu was de dag daar. ieder een was verrukt. Wat 'n zorg Maar nu willen wij dan toch zeker niet achterblijven, om nu aan alle Hollanders door deze weinige woorden onze hartelijken dank uit te spreken, 'n Groote plaats was verloren in ons hart, maar door deze toewijding en door dit groote bewijs van medeleven heeft u 'n veel grootere plaats terug gewonnen in de harten van de militairen, die niet voor avon tuur of klein eigen belang naar Indië zijn gegaan maar in het belang van Holland en van In dië. die één moeten zijn voor hun gezamenlijk welzijn. Ik mag niet besluiten voor ik u ook althans heel beknopt iets vertel over de Kerstviering on der ons eigen koopeitje. n.l. van de Cie. Staf en het 3e Pe loton van 1-4 RI. Op zichzelf was 'n goede ruimte er voor al 'n probleem. Zaterdag 21 December stond in het teeken van de verhuizing van post Poentjak naar Tjipaieum. Er stond ons buiten onze slaap gelegenheid nog 'n kleine ruim te open, welke met proen, wat ten^ en strooken zilverpapier, van de theefabriek, in 'n feest stemming gebracht werd. Koe lies brachten mooie bloemen aan. Klokke elf noodigde ons uit voor 'n gezamenlijk kopje kof fie. Onder kooie moet u dan verstaan „etensblikje". Na breedvoerige besprekingen en inleveren van artikelen, welke met taartjes nie'.s gemeen heb ben. hadden we deze heerlijk heden weten te bemachtigen, en het werd dus koffie met taart. Niet te versmaden, zelfs niet door 'n militair. Eén uur was de kok zoover, dat we aan het volgend punt van ons Kerstprogram konden begin nen n.l. het Kerstdiner. Intus- schen was de tafel nog iets uit gebreid volgens systeem meca- nodoos en bddekt met lakens, welke den dag te voren nog dienst gedaan hadden om on zen luit in te wikkelen gedu rende de nachtelijke uren. Eerst gewasschen. want 'n man is soms ook erg netjes. Wat we •aan lakens tekort kwamen werd met zilverpapier aange vuld. Flesschen tafelwijn wer den kwistig en onverschillig op tafel gezet en hielpen mee om het geheel 'n leuk en ge zellin aanzien te geven. Allen waren gezeten, even stilte voor het gebeld en daar kwam de soep. waarna eend, welke we ons goed lieten sma ken. Vervolgens inlandsche aardappelen, boontjes en scha penbout. Zoo tusschen door wat spoelen met tafelwijn verhoogde de voortreffelijke smaak van de met veel zorg klaar gemaakte gerechten. Hier tusschen door een extra woord van dank aan onzen kok Theo Vonk. Eenige sprekers rezen stoetmoedig van hun stoel, bank of kistje op, spraken, ble ven steken, zeiden; „Proost" en singen zMen. Als toespijs Afnkaansch fruit in blik Nog 'n cigaretje rooken, 'n dank?e- ted en* tot slot buiten 'n foto van het eetgenoo-schan. De dag moest geheel in het Kersf idee blijven en dus mocht ook niemand z'n boekje te buiten gaan. De dag werd dan ook besloten door den avond door- te brengen in ge zellig samen praten en Kerst liederen zinpen met begelei ding van 'n guitaar. Tweemaal deed 'n drankie de ronde van licht alcohol-gehalte om 'n on gedwongen stemming er in te brengen. Deze Kerstmis kunnen we niet anders als kerkelijk en huiseliik volkomen geslaagd noemen. Onze gedachten ziin dikwijls naar huis en Holland gegar|n, terwiil wij ons afvroegen: „Hoe zouden ze het maken deze da gen?" Wij van onzen kant hebben u met het bovenstaande wil len geruststellen, dat we wel geen Kerstmis fe'nad hebben, zooals anders thuis maar naar omstandigheden met veel plei- zier kunnen terugzien op de Kerst van 1946. Mogen de om standigheden volgend jaar zoo ziin, 'dat we het thuis kunnen vieren. van vorenstaande regeling, zal alsnog be taling van het verschil plaats vinlden. De ambtenaar, die in principe voor een uitkeering in aanmerking komt, is ver plicht zich binnen een week, nadat hem zijn ontslag is aangezegd, als werkzoeken de te doen inschrijven bij het Gewestelijk Arbeidsbureau. Deze regeling wordt .ge acht in werking te zijn getreden op 31 Os- tober j.l. Dr. A. W. A. DE kAt ANGELINO TER BESCHIKKING VAN MINISTER JONKMAN. De minister van Overzeesche Gebieds- deelen heeft dr. A. W. A. de Kat Angelino, lid van de NederL delegatie in de Far Eastern Commission te Washington, bereid gevonden zich tijdelijk voor verschillende daarvoor in aanmerking komende aange legenheden te zijner beschikking te stellen. Zooals bekend heeft dr. de Kat Angelino vele belangrijke functies vervuld. Zoo was hij in.de jaren 19211922 politiek advi seur van de ontwapeningsconferentie te Washington, in 1924—1925 vertegenwoor diger op de groote opiumconferentie te Ge- nève. In 19261927 vertegenwoordigde hij Nederland bij het exterritorialiteitsonder- zoek op de douane-conferentie in China. In 1931 werd hij politiek adviseur van Lytton- commissie voor het Volkenbondsonderzoek in Mantsjoerije. Van 19331937 was hij di recteur van het departement van onderwijs en eeredienst in Nederlandsch-Indië. Voorts is hij auteur van het standaardwerk „Staat kundig beleid en bestuurszorg in Neder landsch-Indië". VOORBEREIDING VREDESVERDRAG MET DUITSCHLAND Plaatsvervangers gaan aan het werk. De plaatsvervangers van de ministers van buitenlandsche zaken zullen aanslaande week hun eerste vergadering te Londen houden. Aan 18 kleinere naties is verzocht haar eischen tegen Duitschland en haar standpunt ten aanzien van het vredesver drag aan hen voor te leggen. Het werk van de plaatsvervangers bestaat uit twee dee- len: 1. Discussie over het Duitsche vraag stuk. 2. Het opstellen van een ontwerp-ver- rirag voor de onafhankelijkheid van Oos tenrijk, Bovendien zullen zij bespreken, welke procedure de ministers van buitenland sche zaken zullen volgen bij hun bespre kingen te Moskou in Maart. Zij moeten hun werk binnen vijf weken afmaken. De ministers van buitenlandsche zaken zelf zullen het vredesverdrag met Duitsch land niet opstellen tijdens hun bijeenkomst te Moskou. Zij zullen de verslagen van de plaatsvervangers in ontvangst nemen, benevens gedetailleerde rapporten van den geallieerden bestuursraad te Berlijn over toestand van Duitschland. Dan zullen de „groote vier" van gedachte wisselen over hun algemeene zienswijze en houding ten aanzien van het Duitsche vraagstuk, en als een zekere mate van overeenstemming wordt bereikt, zullen zij instructies geven voor de voorbereiding van een ontwerp-vredesverdrag. Het zal wel licht mogelijk blijken den vrede in Europa definitief te herstellen door het ondertee kenen van een vredesverdrag met Duitsch land binnen een jaar. Oostenrijk is een verschillend probleem. Het wordt niet beschouwd als een voor malig vijandelijk land, doch als te hebben gevochten tegen de geallieerden als een deel van Duitschland. De groote mogend heden koesteren daarom thans het voor nemen, het zijn onafhankelijkheid terug te geven. Zoowel Engeland als Amerika hebben een ontwerp-verdrag met Oostenrijk op gesteld en men hoopt, dat te Moskou een definitief ver dreg zal kunnen worden op gesteld, dat Oostenrijk de onafhankelijk heid zal geven, die het is beloofd bij de overeenkomst van Moskou. „WAPENSTILSTAND" IN PALESTINA? In kringen te Jeruzalem, die nauw be trokken zijn bij de Irgoen Zwai Leoemi en de Stemgroep, gaat het gerucht, dat deze beide organisaties vermoedelijk een tijdelijken „wapenstilstand" zullen afkon digen bij haar operaties tegen de Britsche troepen in Palestina. Volgens een communiqué van het Fran sche opperbevel te Saigoon heeft men Fransche parachutisten in de vuurlinie van de Indo-Chineesche nationalistische strijd krachten in Vietnam neergelaten om den zwaren druk op het Fransche garnizoen van Namdinh, ten Zuiden van Hanoi, te verlichten WAAR BLEEF SHcfo Matujvuf? door J. S- FLETSCHER. 18) Het vertrek dat Blake zag van uit zijn verborgen observatiepost was een recht hoekige, laaggezolderde kamer waar men de tabaksrook wel snijden kon. De tabaks lucht, vermengd met de geuren van bier en spiritualiën drong door de gaatjes van het glas, waar Briscoe over gesproken had. Er was daar weinig comfort: een steenen vloer, ruwe vurenhouten tafels, een bank of -twee tegen de muren, hier en daar een zware stoel, een walmende, schommelende lamp, de ingelijste reclames van verschil lende brouwerijen en distilleerderijen deze vormden de achtergrond tegen welke drie of vier mannen in de nonchalante kleed ing van zeelui zaten, luierden of stonden. Blake had er geen moeite mee, Judah Clent er uit te pikken. Hij zat aan de tafel in het midden van de kamer, waardoor het lamplicht zijn gebruind' ge zicht met ruige ongekamde haren en baard helder bescheen, een kerel van een donke» type, groot en mager, wiens tanden even sterk glinsterden als de gouden ringetjes in de ooren. Als hij een roode muts had gedragen, zou hy een prachttype zijn ge weest van een piraat of een boekaffer Deze mannen waren echter met eenige waardigheid gekleed in pakken van dik blauw serge waarvan de jas met revers een gouden uitmonstering had. In zyn eene hand hield Clent een glas met een donke re drank, in de andere een sigaar. En toen Blake naar hem keek was hij juist zijn metgezellen aan het toespreken op de ba zige manier van iemand, die zichzelf be schouwt als opperste krijgsheer en opper hoofd van alles in zijn onmiddellijke om geving „Als dat zoo is", zei hij links en rechts dreigende blikken werpe,nd, „als M, waar is dat dat fatje weer dezen kant uit gekomen is, laat-ie dan oppassen, dat-ie mij niet voor de voeten komt! Dat zeg ik jullie". ,,'t Komt me voor", merkte een oudere man op, die in een hoekje bij de bar zat, achter welke Briscoe zijn plaats had inge nomen, ,,'t komt me voor, Clent, dat je 't op één punt mis hebt. Volgens dat biljet is mynheer IRichard nu niet hier- Wat er staat is, dat hij in Februari terugkwam en sedertdien niet meer gezien is. En dan krfyg je honderd Pond, zooals op dit biljet slaat, als je kan vertellen, wat er van hem terecht is gekomen". „Ja, zoo is 't'\ stemden de anderen in. „Dat staat er duidelijk gedrukt". „Dus hij kwamen is nooit meer er gens gezien", zei een andere man. „Dat lees ik toch duidelijk." Clent zette z'n glas met een slag op de tafel. „En wie zegt, dat hij nu niet hier is?" vroeg hij heftig. „Jij zei: als-is deze kant uit gekomen is", merkte de man in de hoek. ,,'t Gaat hier niet om „als". Hij kwamen nou is-ie er niet." „Zoo en waarom zou-ie nou niet hier zijn?" vroeg Clent. „Hoe weet een van jul lie dat-ie nou, op dit moment, niet hier is? Wat belet hem zich te verstoppen in dat ouwe, door de wormen opgevreten ratten- hol aan den overkant van den inham? Zeg me dat eens, dikkoppige landrotten? Zou den d'r in die oude kast van een huis niet honderd kerels verstopt kunnen zitten?" De andere mannen keken elkaar zwij gend aan; dat gezichtspunf, was nog niet bij hen opgekomen. En Clent sloeg her haaldelijk op de tafel, terwijl hij dreigen de blikken op zijn omgeving wierp. „Ik verzeker jullie, dat-ie op moet pas sen bij me uit de buurt te blijven!" grom de hij. „Als ik 'm te pakken krijg laat ik geen been van 'm heel!" „Je brengt nou je zelf in moeilijkheden Judah Clent als je zoo blijft doorgaan", zei o'e waard. „Er bestaat 'n wet tegen bedrei gingen weet je en je houdt je tong niet in bedwang. 6 jaar geleden heb je er heel wat in dien geest uitgeslagen en als je daar nou weer mee begint...." „Er bestaat niet zoo'n vervloekte wet die 'n mensch verbiedt te zeggen wat-ie denkt", zei Clent- „Ik mag net zoo hardop denken als ik wil. Of niet soms?" „Niet als je er menschenlevens mee be dreigt", zei Briscoe. „En ik zal je eens wat vertellen. D'r is niet vergeten, wat jij over mijnheer Richard vroeger hebt gezegd. En" als hij in Februari van dit jaar terugkwam 'en plotseling verdween dan zullen er zeker lui zijn die wel eens willen weten of jij daar niks mee te doen hebt gehad." „Ja, ja, daar zit wat in," zei er een uit het gezelschap. „D'r zijn menschen die een goed geheugen hebben voor dat soort din gen. Een paar nikszeggenide woorden van iemand worden tegen hem uitgespeeld op een moment, dat-ie er het minst op ver dacht is." Clent nam een slok uit zijn glas en zette het weer met een slag op tafel. „Als-ie Februari van dit jaar of op wel ken anderen tijd van dit jaar my voor de voeten had geloopen, zou jk er de sporen van op z'n gezicht hebben achtergelaten", gromde hij. „Maar niemand kan een woord tegen me inbrengen over Februari of Maart. Want in Februari zat ik ver weg. Van midden Februari tot zeker eind Maart zat ik in de Levant". Blake knoopte dat in z'n ooren. Als dat waar was, had Judah Clent zeker niets uit te staan niet de verdwijning van Dick Mal- vcry. En het was een feit, dat zeker ge makkelijk kon worden nagegaan. „We staken in de haven van Shilhamp- ton vi.n wal op tien Februari en we vielen weer binnen op den dertigsten Maart", zei Clent. „Dus als-ie, zooals je uit dat papier kunt opmaken, leelijk aan zijn end kwam op weg naar huis, dan was dat niet door de handen van Judah Clent jammer ge noeg!" De andere maennen knikten stilzwijgend. De stilte duurde enkele oogenblikken voort; toen sprak de man die in den hoek bij de bar zat en hij keerde daarbij zijn verweerd gezicht naar den waard. En Bla ke zag plotseling den waard zijn gezicht keeren naar het roode gordijn alsof hij bij zonder de aandacht wilde trekken van den ongqzienen luisteraar. ,,'t Komt me voor", zei'de man in den hoek, ,,'t komt me wel erg vreemd voor, dat de jonge mijnheer Richard hier in de buurt kon komen, waar iedereen hem evengoed kent als den toren van BryChes ter, en dat niemand 'm herkende. Da's nog al gek niet?" De waard, die in de richting van Eet roode gordijn keek, knipte met één oog lid. En Blake, die vlug van begirp was trok de conclusie, dat de man in den hoek een van die twee was, die Blake bedoelde toen hij het had over de gasten in „An chor's Weighed" op den avond toen de vreemdeling was" binnengekomen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 2