Voor behoud der Staatkundige eenheid
Een
prachtgeschenk
met
i Kerstmis:
Grieksche klacht voor Veiligheidsraad
Mieuufjaatóadaettentieö
fZ)ich MaCaexif
EX-MINISTER LOGEMANN TIJDENS DE DEBATTEN
Republiek is organisatorisch
zwak, doch psychologisch
sterk.
De heer Bruins Slot (A.-R.) merkte op,
dat men de regeeringsverklaring van ver
schillende zijden kan benaderen.
In de eerste artikelen van de vereen-
komst wil men de republiek als een poli
tieke realiteit erkennen over Java, Suma
tra en Madoera. Dat is meer dan een poli
tieke daad, want men erkent een juridi
sche pretentie. De republiek heeft daar
geen gezag. In sommige deelen bestaat het
gezag der Nederlanders en daar waar men
het gezag aan de republiek toebedeelt, heer-
schen wanorde en terreur. Goed voor oogen
moet worden gehouden, dat als de ont
werpovereenkomst wordt geteekend. de
republiek het gezag krijgt, dat er nu niet
is. Het is een de jure erkenning. Dit gezag
wordt aan het Koninkrijk ontrukt. Het is
zelfmoord.
Het oude Koninkrijk verdwijnt en de
souvereiniteit van de republiek Indonesia
staat vast.
Als men alle stukken gelezen heeft, die
op het ontwerp betrekking hebben, weet
men nog niets. Daar is een Unie, die er niet
is, een republiek die geen gezag heeft, een
cntwerp, dat geen juridische beteekenis
hebben wil. Is dit zwakke standpunt het
geen waarop de wereld wacht! Hier is het
ja en hier is het neen. Kan zooiets krach
tig zijn? Het huis van Linggadjati is tegen
zichzeilf verdeeld.
Het woord was hierna aan den heer Vonk
(P. v. d. A.), die opmerkte, dat de regee-
ïing de commissie-generaal ter dekking
voor zich laat uitloopen. De regeering loopt
achter de feiten aan.
De commissie-ge neraal en de luitenant-
Gouverneur-Generaal zijn, evenals de mi
nister van Overzeesche Gebiedsdeelen, wan
neer hij dit ontwerp goedkeurt, strafrech
terlijk vervolgbaar.
Vervolgens sprak de heer Meijerink (A.-
R.). Deze stelde de C. G. in twee opzichten
in gebreke. In de eerste plaats is zij niet ge
bleven binnen de door de wet aangegeven
grenzen. Zij heeft immers de Vereenigde
Staten van Indonesië los gemaakt van het
Koninkrijk. De souvereiniteit van die Ver
eenigde Staten berust niet bij des Koningin
en, of in de Unie souvereiniteit bestaat, is
op' zijn minst nog twijfelachtig.
In de tweede plaats heeft de C. G. haar
taak ook te beperkt, te eenzijd'g opgevat.
Zij heeft zich on haar onderhandelingen
volstrekt beperkt tot de repub'iek. Het
overleg met de „vanouds bestaande orga
nisaties" en met andere volksgroepen heetf
zij nagelaten.
Wij moeten het Indische nationalisme
positief tegemoet treden, te gemoet komen
aan het gerechtvaardigde vrijheidsstreven,
niet alleen door vroegere verbindingen weg
te nemen, maar door de Indische samen.e-
T'ing te leiden naar een nieuw bestaan op
hooger niveau. Het Koninkrijk is geen
RADIO
WOENSDAG.
HILVERSUM I (301,5 M.):
7 00 Nieuws; 7.15 Ochtendgymnastiek;
7.30 Muziek bij het ontbijt; 8.00 Nieuws;
8.15 Gram.muzisk; 8.50 Voor de vrouw;
9.00 Gram.muziek; 10.35 .Viool en piano;
11.00 Populair non stop prog.; 11.45 Fami
lieberichten uit Indië; 12.00 Orkest Cerlo
Carcassola; 12.30 Kalender; 1235 Nieuwe
Belgische gram.muziek; 13.00 Nieuws; 13.15
Dansorkest „The Ramblers". 13.45 Cora
Madou zingt chansons van Vincent Scotto;
14.00 Voor de vrouw; 14.15 Gevarieerd
Joodsch prog. 15.00 Voor de jeugd; 15.30
Kinderkoor „De Roodborstjes"; 15.45 Op
bezoek bij zieken; 16,15 Voor de jeugd;
17.15 Musetteklanken17.35 Orgelspel door
onveranderlijke grootheid. Maar wij mo
gen thans, staande voor het herstel en den
opbouw van Indië, sociaal en economisch,
onze verant /ooidelijkheid niet loslaten.
Het Indische nationalisme is politiek 'nog
zwak en niet in staat de krachten, die in
Oost-Azië werken, te verwerken. De basis
overeenkomst voetrt het Indische volk in
een onzekere toekomst.
De heer Logemann (P. v. d. A.) spreekt
zich zonder voorbehoud uit vóór deze over
eenkomst. Men moet deze slechts zien als
een „acte van pacificatie", als de basis,
waarop de nieuwe rechtsorde moet worden
opgetrokken. Daarmee wordt dus erkend,
dat de oude rechtsorde weg is. De oude le
gitimatie van het gezag heeft haar waarde
verloren. Wij zullen een nieuwe, sociaal-
psychologisch verantwoorde, legitimatie
voor het gezag moeten scheppen. Dit kan
niet geschieden deor wapengeweld, dat
luist de basis voor samenwerking zou weg
nemen. Het wezenlijke probleem is niet:
herstel van recht en veiligheid. Het ligt
veel dieper. De nieuwe legitimatie van het
gezag kan alleen worden gebaseerd op de
nationale democratie, die wij o.m. vinden
in de republiek, die organisatorisch zwak,
maar psychologisch sterk is. Onzerzijds
komt daartegenover het streven, de staat
kundige eenheid, de positie van de Kroon,
te behouden, een samenbinding die voor
de Indonesiërs moeilijk te aanvaarden is.
Daarbij komt nog de wederzijdsche ver-
trouwencrisis. In dit licht moet men de
basis-overeenkomst zien, die vrede wil
schappen en de krachten van beide zijden
niet tegenover maar naast elkaar plaatsen.
De nieuwe Unie wordt een reëele staat
met een wezenlijke taak, bekroond door het
Nederlandsche vorstenhuis dat een reëele
funotie krijgt. De C.-G. heeft de grenzen
van haar taak niet overschreden.
Avondvergadering.
Te half negen gisteravond is de beraad
slaging over de regeeringsverklaring inza
ke de ontwerp-overeenkomst van Linggad
jati in de Tweede Kamer voortgezet.
De heer Ruys de Beerenbrouck (K.V.P.)
verklaart het te betreuren, dat hij een af
wijkende meening moet doen hooren. Het
vraagstuk Soekarno -speelt bij spr niet de
rol die hij bij velen verwacht. Borms, Mas
sarijk en Soekarno staan bij hem op één
lijn.
Spr. verklaart de ontwerpovereenkomst
zeer besijst te moeten verwerpen.
De commissie in haar huidige samenstel
ling heeft politiek sprekers vertrouwen
niet.
De regeling, welke men voor de Kroon
heeft uitgedacht, heeft evenmin zijn in
stemming. H. M. de Koningin krijgt een
achtste van het oorspronkelijke aantal hèt-
rer onderdanen onder zich en over twee
souvereine staten zou zij het oppergezag
uitoefenen. Een groot bezwaar is, dat er
veel facultatief is gesteld. De Unie behar
tigt haar belangen z.i. niet souverein, ze
kunnen haar opgedragen en ontnomen wor
den. Het gevaar voor uiteenvallen zal prac-
tisch genomen zeer groot zijn. Daar het
uiteenvallen van ons 'imperium catastro-
phaal zou zijn, wenscht spr. vast te houden
aan de'Rijksgedachte.
De geestelijke belangen zijn voorts naar
zijn inzicht niet voldoende veilig gesteld.
Verder is spr. van oordeel, dat van een
cordiale, eensgezinde uitvoering van het
accoord weinig sprake zal zijn. Het is de
vraag hoe de eventueele arbiter zal gaan
staan tegenover de rijzende moeilijkheden.
Spr. meent, dat men wel een vasten arbiter
kan aanstellen. Er is geen vaste en duur
zame grondslag voor het oppergezag. Spr.
ziet de zaak zoo, dat in het stelsel der com
missie nu Teeds een voltreffer tegen het
voortbestaan van het koninkrijk is geboekt.
Het voorstel der commissie-generaal is z.i.
een ramp, wanneer men voorts in aanmer
king neemt, dat tal van volkeren in Indië
PHILIPS
1 PHILIPS VERK00P-MU VOOR NEDERLAND EINDHOVEN
is het warm geloopen, zooals zich dat in de
geschiedenis een paar maal heeft voorge
daan. Er doet zich weer een gevoel van
hoogspanning in ons volk voor; het voelt,
dat er een botsing van beginselen plaats
vindt. Het volk ziet dit zeer juist. Naar spre
kers inzicht zijn de leden der commissie
den verkeerden weg ingegaan. De zeven
tien punten zijn naar sprekers inzicht ge
baseerd op een theoretisch denkplan maar
ze houden geen rekening met de realiteit.
Het volk is scherp verdeeld en dat is te
betreuren. Het probleem mag geen zaak zijn
van partijen en partijstrijd. In wezen loopt
de scheidslijn door de partijen heen. Spr.
wenscht deze hoogste belangrijke zaak te
zien niet als een zaak van partijen. Het
reikt daar ver boven uit.
De regeering en de Kamermeerderheid
hebben de C.-G. naar Indië gezonden. Nu
spr. het resultaat ziet is hij blij, dat hij er
geen verantwoordelijkheid voor draagt.
De benoeming van den beer Schermer-
horn acht spr. geheel verkeerd.
Er is een commissie gekomen zonder een
deskundige op staatsrechtelijk gebied. De
verantwoording daarvoor rust op de regee
ring. Spr. betoogt verder, dat de C.-G. bui
ten haar boekje is gegaan, maar zij heeft
een gevraagde aanvulling, ingevolge art. 17
der instructie gekregen. Daarvoor draagt de
regering de verantwoording. De commissie
is voorts verder gegaan dan aangegeven
in de aide-memoire.
Is er sympathie bij de volkeren, die Java,
Madoera en Sumatra bewonen, vraagt spr.
Heeft de republiek gezag? Onze mannen
worden beschoten en ze mogen niet schie
ten. Uit een brief van een militair citeert
de heer Tilanus, dat de wapenstilstand een
zijdig is. Is dat nu toelaatbaar? Hier wordt
met het leven onzer menschen gespeeld.
Hier wordt het gezag van Nederland ge
schaad. Daartegen protesteert de heer Ti
lanus.
Er is heel vriendelijk gepraat met de
heeren die zich noemen de regeering der
republiek. En er wordt zoo herhaaldelijk
over de democratie gesproken, maar hoe
staat het met de menschen in de internee-
ringskampen, waarom zijn die menschen
niet los gelaten? Het is nergens voorgeko
men dat 1 jaar en 4 maanden na de capi
tulatie er nog menschen in concentratie
kampen zaten.
Spr. is het niet eens met de erkenning
der regeering van de republiek. Het zal uit
loopen op anarchie, roof, zeeroof en terro-
risatie der bevolking.
De heer Stokvis (C.P.N.) geeft te kennen,
In koor: Het is niet waar!
De Joegoslavische ambassadeur in Wash
ington, Kossahowitsj, heeft voor den Vei
ligheidsraad gisteren de verklaringen van
den Griekschen minister-president, Tsal-
daris, aangevallen. De Veiligheidsraad be-'
handelde de Grieksche klachten tegen Joe_
ga-Slavië, Albanië en Bulgarije.
Kossanowitsj zeide, dat de verklaringen
van Tsaldaris met betrekking tot de grens
incidenten in Noord-Griekenland onware
verklaringen zijn, onscrupuleuze en kwaad
willige beschuldigingen en pertinente falsi
ficaties".
De Albaneesche gezant in Joego-Slavië
zeide den Veiligheidsraad dat de Grieksche
beschuldigingen „kwaadwillige en onge
grond waren". Er bestond, aldus de gezant,
geen reden een onderzoek in te stellen naar
den toestand in de Noordelijke grensstreek
van Griekenland: maar er moest een onder
zoek worden ingeste' naar de toestanden
binnen Griekenland, waar de regeering van
Tsaldaris een politiek van „agressie en im
perialistische expansie" voert.
De Bulgaarsche vfertegenwooi 'ger, luit.-
generaal Stocytcheff; verklaarde, dat de be
wering, dat Bulgaren een actie aandeel
hadden in guerillabenden, die tegen Grie
kenland vochten, niet waar is.
De Grieksche minister-president Tsalda-
GROOTE FRAUDE ONTDEKT.
Naar de „Nieuwe Courant" verneemt, is
bij het centraal depót intendance van het
Kon. Ned.-Ind. Leger aan den Zwarteweg
te 's-Gravenhage een groote fraude ontdekt.
Militairen belast met het beheer en de uit
gifte van militaire goederen, hebben ern
stige onregelmatigheden gepleegd. In op
dracht van den auditeur-miliatir bij den
krijgsraad heeft de Haagsche recherche een
diepgaand onderzoek ingesteld en als ge
volg hiervan zijn 20 miliatiren in arrest ge
steld.
dat duidelijk vastgesteld moet worden, wat
de inhoud der overeenkomst is. Met den
heer Tilanus betreurt spr. het, dat de no
tulen, door beide partijen geparafeerd, niet
aan de Kamer zijn voorgelegd. Wil men
vrijheid in den Archipel, dan is het noodig,
dat men komt tot een erkenning de facto
en de jure niet alleen van de regeering
maar van de republiek zelf.
De heer van Walsum (P. v. d. A.) geeft
te kennen, dat de verdeeldheid in het pro-
testantsch-christelijke kamp een feit is. De
A.-R. en C.-H. blijven in gebreke duidelijk
te maken waarom afwijzing van de over
eenkomst typisch christelijk is. Spr. ver
wijst naar het adres-Cremer en zegt ge
machtigd te zijn te verklaren, dat de hui
dige zendingsconsul het een ramp zou ach
ten, als het ontwerp niet werd aanvaard.
De heèr Palar (P. v. d. A.) verklaart niet
te begrijpen de beschuldiging, dat de C.-G.
buiten haar boekje zou zijn gegaan. Spr.
aanvaardt het ^iccoord bij wijze van spre
ken met gesloten oogen. Hij geeft te ken
nen, dat het het beste is, wat bereikbaar is.
Ik sta achter het Linggadjati-accoord,
door dik en dun, verzekert de heer Palar,
die vervolgens betoogt dat de internatio-
naliteit opgelucht is door Linggadjati.
Er zijn waardevolle, niet materieele ban
den tusschen Nederland en Indonesië. Door
dwang in deze is niets te bereiken. Ling
gadjati wijst een weg, die voor beide par
tijen goed te bewandelen is.
Er zijn maar twee mogelijkheden, aldus
spr.; oorlog met alle ellende voor beide par
tijen of het brengen van de zaak voor de
Uno. Het accoord kan hier de oplossing
brengen.
De voorzitten verdaagt te kwart voor
twaalf de vergadering tot hedenmiddag 1
Van heden af tot en met 28 Dec. is de
gelegenheid opengesteld tot het opgeven van
NIEUWJAARSADVERTENTIES
we ke wordan geplaatst in ons nummer van
DINSDAG 31 DEC. tegen gereduceerd tarief
De prijs bedraagt:
V-15 m.mt I.50
elke m.m. meer f -.12
Deze advertenties kunnen, behalve bij onze administratie, ook
worden opgegeven bij de plaatselijke agenten en bezorgers in
de stad, echter UITSLUITEND tegen CONTANTE betaling.
In verband met de beperkte ruimte is spoedige opgave gewenscht
DE DIRECTIE.
ris zeide in zijn antwoord dat hij wreed
ontgoocheld was, dat Joego-Slavië, Bulga
rije en Albanië geen geest van verzoening
hadden getoond. „Joego-Slavië heeft de
klassieke beschuldigingen tegen mijn land
geuit dat dit fascistisch en dictatoriaal zou
zijn, mijn land dat zich heeft verzet tegen
Hitler en Mussolini. Ik zie mij genoodzaakt
eens en voor al plechtig te protesteeren te
gen deze hardnekkige en systematische be
schuldigingen".
Toestand veel verbeterd.
Genei-aal Stylianos Gonatas, plaatsvervan
gend eerste minister van Griekenland, heeft
te Athene verklaard, dat er overal een ver
betering is ingetreden in den toestand van
de gebieden van Griekenland, waar gueril-
lastrijd woedt, en dat de geregelde troepen
nu het heft in handen hebben.
NATIONAAL COMITé „HANDHAVING
RIJKSEENHEID."
Onder voorzitterschap van prof mr. P.
S. Gerbrandy is een nationaal comité
„Handhaving Rijkseenheid" gevormd, dat
zich ten doel stelt het centraal orgaan te
vormen van alle acties, welke in het land
gevoerd worden tegen het aanvaarden van
het ontwerp-accoord van Linggadjati.
Het comité streeft er naar het verzet te
gen het ontwerk dat zich naar zijn oordeel
overal in den lande in alle kringen, par
tijen en groepen openbaart, door vereeni-
ging van krachten zoo sterk mogelijk te
maken; te bevorderen, dat de tegenstand
op waardige wijze en langs wettige weg
wordt gevoerd en steun en voorlichting te
bieden,waar zulks gewenscht en noodig ge
acht wordt.
Het bestuur wordt gevormd door de hee
ren: jrof. dr. P. S. Gerbrandy, mr. J. R. M.
van Angeren,lt.-gen. Baietto. mr. Th. M.
Bautz, prof. mr. R. P. Cleverinea, lt.-adm.
J. Th. Fürstner, prof. mr. E. G. J. Gim-
brère, prof. mr. J. A. van Hamel, prof. mr.
A. C. Josenhus Jitta, prof. V. Koningsber
ger, dr. J. W. M.yer Ranneft, mr. P. J. Oud,
gen. I. H. Reynders; J. Schouten; H. W. Ti
lanus; mr. G. Vonck; Ch. J. I. M. Weiter;
mr. J, A. De Wilde, gen. H. C. Winkelman;
drs. M. Reyseger, secretaris.
Het comité heeft zich met een smeek
schrift" tot H. M. de Koningin gewend
waarin verklaard wordt dat z.i. de aanhan-
gige. plannen ten aanzien van Nederlands-
Indië niets meer of minder dan een ramp
zoowel voor ons als voor de volken van on
ze Oost-Indische Archipel beteekenen Na
mens ruim 300.000 Nederlanders uit alle
geestelijke, maatschappelijke én politieke
groepeeringen smeekt het comité H M. het
Rijk voor h'en en de nakomelingschap voor
deze ramp tte behoeden.
Verlieslijst uit Indië
De regeering maakt bekend, dat tot haar
leedwezen in de afgeloopen week in Ned.
Indie zijn gesneuveld of overleden:
Sold. Ie kl J. H. Hoogendoorn. Inf. R.
0 4, afk. uit Lsidschendam, gesneuveld op
30-11-1946 te Medan; sold. J. Ph. J. van de
Scheur, Inf. R. O. 4, uit Utrecht, gssn. op
30-11-1946 te Medan; so'd. R. Wolf, l-L. R.
1 uit Emmen, gesn. op 1—12-'46 te Medan;
sold. J. H. Eikhout, 1—8 R. I, uit Wage-
ningen, gesn. op 2-12 te Padang; so'd. J.
W. H. van der Velden, 1—8 R. I. uit Schalk
wek, gesn. te Padang op 2-12; serg. B. Kooi
man, 18 R. I. uit Dieren, gesn. op 2-12 te
Padang; sold. H. Daanen, 1—8 R. I, uit
Heerde, gesn. 2—12 te Padang; korp. P. C.
van Vught, 214 R. I., uit Nijmegen, gesn.
2-12 te Padang; sold. II. Plantenga. 214
R. I.. uit Haarlem, gesn. 2-12 te Padang;
korp. RL Bergman, L. S. K., uit Harlingen,
gesn 2-12 te Padang; sold. H. Loonstra,
12 R. I. uit Eestrum (Fr.), verdr._ op
1—10 trt "V ftKnlftW U "1 r] 1IT UT
WAAR BLEEF
door
J. S. FLETSCIIER.
2)
De snelle blik van den ouden kellner wist
evenwel terstond de prima kwaliteit van al
deze nieuwe spullen te onderscheiden en
daar hij tevens vaststelde, dat deze jonge
man, groot, forsch en knap was, gebruinde
wangen had en blonde haren, die onder een
zon van verre landen moesten zijn gekruld,
klasseerde hij hem als een militair die zoo
even was gerepatrieerd. Dus haastte hij
zich, hem een welkom toe te roepen.
„Kamers, mijnheer?" zeide hij. „Groote
kamer, mijnheer Privé-zitkamer? - Ver
warmd, mijnheer?"
De vreemdeling reikte zijn bagage over
en wierp een kalmen blik op de oude ge
bouwen om zich heen.
In ieder geval voor vannacht", antwoord1-
de hij. „Maar eerst...."
De buschauffeur had zijn voertuig ge
parkeerd en mengde zich in het gesprek.
„William", zei hij tot den ouden kellner,
„deze meneer wilde een paard hebben
om op te rijden hij wil nu naar Malvery
Hold- rijden. Zou hij dat van den baas niet
kunnen nemen? „Kijk, meneer", vervolgde
hij, zich tot den vreemdeling wendend, „we
houden er nu niet zoo'n prima stal op na,
omdat er niet veel vraag is. Maar de baas
heeft een pracht van een zwaren hit en
omdat-ie tot morgen weg is, zou hij het wel
goed vinden als u die hit nam. U kunt
toch rijden, mijnheer?"
De vreemdeling keek den chauffeur aan
en glimlachte.
„Nou", zei hij met een opgewekte stem
waarin 'n licht Amerikaansch accent door
klonk, „ik zou zoo zeggen, dat er niet veel
soorten paarden zijn die ik niet tusschen
de beenen heb gehad van bronchos tot
mustangs. Ik heb gehandeld in paarden,
zooals je er wel nooit in dit land zult héb
ben gezien! Ik zal goed voor de hit van je
baas zorgen. Tuig 'm maar op en leidt 'm
maar voor, terwijl dk me Iaat inschrijven
en wat gebruik. I?an ben ik klaar voor den
rit. Ruim tien kilometer zei je, niet?"
„Ruim tien kilometer, mijnheer", ant
woordde ohauffeur. „Komt voor mekaar,
mijnheer. Over vijf minuten."
Hij haastte zich over de verlaten binnen
plaats en de vreemdeling volgde William
in het gebouw.
„Wenscht u een aardige kamer met een
privé conversatiekamer er naast, mijn
heer?" stelde William voor. „Wat vuur aan
leggen in de conversatiekamer, mijnheer?
't Is al aardig koud, voorals 's avonds."
„In orde", stelde de vreemdeling goed
gehumeurd toe. „Ik denk, dat ik weer gauw
terug zal zijn. Als ik den man dien ik zoek
vind, breng ik hem meer voor het diner."
„Het diner is om zeven uur, mijnheer",
zei William. Hij ging voor naar de conver
satiekamer waar het meisje haar romanne.
tje zat te lezen. „Wilt u mijnheer voor
„Wellington" noteeren, juffrouw", zeide hij.
De jongedame haalde een boek te voor
schijn en legde een bijna blanco pagina
open. Ze keek met belangstelling naar den
nieuw aangekomene»-
,,Mag ik uw naam, alstublieft?" vroeg ze.
„Mijn naam is Blake", antwoordde de
vreemdeling. „David Blake, Lone Pine Al
berta, Canada. Voorloopig adres Hotel Ce
cil, Londen. Halloen hij wendde zich
tot den kellner, die zich met de bagage
wilde verwijderen, „laat d'e wa+eroroef
cape maar hier, want ik ben bang, dat we
nog regen zullen krijgen."
„Vandaag niet meer, mijnheer", ant
woordde William, terwijl hij de cape los
maakte. „De wind zit in den anderen noek,
meneer. Het regent ih deze streken nooit
tenzij 't westenwind is."
David Blake glimlachte en schudde zijn
hoofd eens tegen het meisje.
„Ik zou daar zoo zeker niet op af wil
len gaan", zei hij, toen de kellner de kamer
had verlaten. „Wat zegt u er van?"
„Dat zou ik niet durven zeggen", ant
woordde het meisje, „want ik weet het
niet ik ben hier nog maar pas. Miar,
voegde ze er toe, zelfs een regenbui zou
ir* dit stadje een gebeurtenis zijn."
„Niet veel te doen hier, hè?" zei Blake.
Kom, ik zal maar eens een whiskey-Soda
nemen om er hier een beetje den gang in
te houden. Dus u bent pas hier hè? Dan
zult u Richard Malvery van Malvery Hold
wel niet kennen? Of soms wel?"
Het meisje schudde haar hoofd en wend
de zich tot den ouden kellner die juist de
trap af was gekomen.
„Mijnheer hier vraagt naar een zekeren
mijnheer Richard Malvery, William", zei
ze „Ken je iemand van dien naam?"
William draaie zich snel om en keek met
een plotseling gespannen blik naar David
Blake.
„Mijnheer Richard Malvery, meneer?"
zei hij. „Ik heb mijnheer Richard Malvery
goed gekend, dat wil zeggen, indertijd,
want mijnheer Richard is hier niet meer in
huis geweest sedert vijf jaren! Hij...."
Het getrappel van paardenhoeven op de
binnenplaats deed Blake schielijk zijn glas
uitdrinken. Hij spoedde zich naar de deur
en keek vol waardeering naar den bruinen
hit die door den buschchauffeur was voor
geleid. Glimlachend sloeg hij den water
proof cape over zijn schouders en sprong in
het zadel.
(Wordt vervolgd).