Voor behoud der Staatkundige eenheid Een prachtgeschenk met i Kerstmis: Grieksche klacht voor Veiligheidsraad Mieuufjaatóadaettentieö fZ)ich MaCaexif EX-MINISTER LOGEMANN TIJDENS DE DEBATTEN Republiek is organisatorisch zwak, doch psychologisch sterk. De heer Bruins Slot (A.-R.) merkte op, dat men de regeeringsverklaring van ver schillende zijden kan benaderen. In de eerste artikelen van de vereen- komst wil men de republiek als een poli tieke realiteit erkennen over Java, Suma tra en Madoera. Dat is meer dan een poli tieke daad, want men erkent een juridi sche pretentie. De republiek heeft daar geen gezag. In sommige deelen bestaat het gezag der Nederlanders en daar waar men het gezag aan de republiek toebedeelt, heer- schen wanorde en terreur. Goed voor oogen moet worden gehouden, dat als de ont werpovereenkomst wordt geteekend. de republiek het gezag krijgt, dat er nu niet is. Het is een de jure erkenning. Dit gezag wordt aan het Koninkrijk ontrukt. Het is zelfmoord. Het oude Koninkrijk verdwijnt en de souvereiniteit van de republiek Indonesia staat vast. Als men alle stukken gelezen heeft, die op het ontwerp betrekking hebben, weet men nog niets. Daar is een Unie, die er niet is, een republiek die geen gezag heeft, een cntwerp, dat geen juridische beteekenis hebben wil. Is dit zwakke standpunt het geen waarop de wereld wacht! Hier is het ja en hier is het neen. Kan zooiets krach tig zijn? Het huis van Linggadjati is tegen zichzeilf verdeeld. Het woord was hierna aan den heer Vonk (P. v. d. A.), die opmerkte, dat de regee- ïing de commissie-generaal ter dekking voor zich laat uitloopen. De regeering loopt achter de feiten aan. De commissie-ge neraal en de luitenant- Gouverneur-Generaal zijn, evenals de mi nister van Overzeesche Gebiedsdeelen, wan neer hij dit ontwerp goedkeurt, strafrech terlijk vervolgbaar. Vervolgens sprak de heer Meijerink (A.- R.). Deze stelde de C. G. in twee opzichten in gebreke. In de eerste plaats is zij niet ge bleven binnen de door de wet aangegeven grenzen. Zij heeft immers de Vereenigde Staten van Indonesië los gemaakt van het Koninkrijk. De souvereiniteit van die Ver eenigde Staten berust niet bij des Koningin en, of in de Unie souvereiniteit bestaat, is op' zijn minst nog twijfelachtig. In de tweede plaats heeft de C. G. haar taak ook te beperkt, te eenzijd'g opgevat. Zij heeft zich on haar onderhandelingen volstrekt beperkt tot de repub'iek. Het overleg met de „vanouds bestaande orga nisaties" en met andere volksgroepen heetf zij nagelaten. Wij moeten het Indische nationalisme positief tegemoet treden, te gemoet komen aan het gerechtvaardigde vrijheidsstreven, niet alleen door vroegere verbindingen weg te nemen, maar door de Indische samen.e- T'ing te leiden naar een nieuw bestaan op hooger niveau. Het Koninkrijk is geen RADIO WOENSDAG. HILVERSUM I (301,5 M.): 7 00 Nieuws; 7.15 Ochtendgymnastiek; 7.30 Muziek bij het ontbijt; 8.00 Nieuws; 8.15 Gram.muzisk; 8.50 Voor de vrouw; 9.00 Gram.muziek; 10.35 .Viool en piano; 11.00 Populair non stop prog.; 11.45 Fami lieberichten uit Indië; 12.00 Orkest Cerlo Carcassola; 12.30 Kalender; 1235 Nieuwe Belgische gram.muziek; 13.00 Nieuws; 13.15 Dansorkest „The Ramblers". 13.45 Cora Madou zingt chansons van Vincent Scotto; 14.00 Voor de vrouw; 14.15 Gevarieerd Joodsch prog. 15.00 Voor de jeugd; 15.30 Kinderkoor „De Roodborstjes"; 15.45 Op bezoek bij zieken; 16,15 Voor de jeugd; 17.15 Musetteklanken17.35 Orgelspel door onveranderlijke grootheid. Maar wij mo gen thans, staande voor het herstel en den opbouw van Indië, sociaal en economisch, onze verant /ooidelijkheid niet loslaten. Het Indische nationalisme is politiek 'nog zwak en niet in staat de krachten, die in Oost-Azië werken, te verwerken. De basis overeenkomst voetrt het Indische volk in een onzekere toekomst. De heer Logemann (P. v. d. A.) spreekt zich zonder voorbehoud uit vóór deze over eenkomst. Men moet deze slechts zien als een „acte van pacificatie", als de basis, waarop de nieuwe rechtsorde moet worden opgetrokken. Daarmee wordt dus erkend, dat de oude rechtsorde weg is. De oude le gitimatie van het gezag heeft haar waarde verloren. Wij zullen een nieuwe, sociaal- psychologisch verantwoorde, legitimatie voor het gezag moeten scheppen. Dit kan niet geschieden deor wapengeweld, dat luist de basis voor samenwerking zou weg nemen. Het wezenlijke probleem is niet: herstel van recht en veiligheid. Het ligt veel dieper. De nieuwe legitimatie van het gezag kan alleen worden gebaseerd op de nationale democratie, die wij o.m. vinden in de republiek, die organisatorisch zwak, maar psychologisch sterk is. Onzerzijds komt daartegenover het streven, de staat kundige eenheid, de positie van de Kroon, te behouden, een samenbinding die voor de Indonesiërs moeilijk te aanvaarden is. Daarbij komt nog de wederzijdsche ver- trouwencrisis. In dit licht moet men de basis-overeenkomst zien, die vrede wil schappen en de krachten van beide zijden niet tegenover maar naast elkaar plaatsen. De nieuwe Unie wordt een reëele staat met een wezenlijke taak, bekroond door het Nederlandsche vorstenhuis dat een reëele funotie krijgt. De C.-G. heeft de grenzen van haar taak niet overschreden. Avondvergadering. Te half negen gisteravond is de beraad slaging over de regeeringsverklaring inza ke de ontwerp-overeenkomst van Linggad jati in de Tweede Kamer voortgezet. De heer Ruys de Beerenbrouck (K.V.P.) verklaart het te betreuren, dat hij een af wijkende meening moet doen hooren. Het vraagstuk Soekarno -speelt bij spr niet de rol die hij bij velen verwacht. Borms, Mas sarijk en Soekarno staan bij hem op één lijn. Spr. verklaart de ontwerpovereenkomst zeer besijst te moeten verwerpen. De commissie in haar huidige samenstel ling heeft politiek sprekers vertrouwen niet. De regeling, welke men voor de Kroon heeft uitgedacht, heeft evenmin zijn in stemming. H. M. de Koningin krijgt een achtste van het oorspronkelijke aantal hèt- rer onderdanen onder zich en over twee souvereine staten zou zij het oppergezag uitoefenen. Een groot bezwaar is, dat er veel facultatief is gesteld. De Unie behar tigt haar belangen z.i. niet souverein, ze kunnen haar opgedragen en ontnomen wor den. Het gevaar voor uiteenvallen zal prac- tisch genomen zeer groot zijn. Daar het uiteenvallen van ons 'imperium catastro- phaal zou zijn, wenscht spr. vast te houden aan de'Rijksgedachte. De geestelijke belangen zijn voorts naar zijn inzicht niet voldoende veilig gesteld. Verder is spr. van oordeel, dat van een cordiale, eensgezinde uitvoering van het accoord weinig sprake zal zijn. Het is de vraag hoe de eventueele arbiter zal gaan staan tegenover de rijzende moeilijkheden. Spr. meent, dat men wel een vasten arbiter kan aanstellen. Er is geen vaste en duur zame grondslag voor het oppergezag. Spr. ziet de zaak zoo, dat in het stelsel der com missie nu Teeds een voltreffer tegen het voortbestaan van het koninkrijk is geboekt. Het voorstel der commissie-generaal is z.i. een ramp, wanneer men voorts in aanmer king neemt, dat tal van volkeren in Indië PHILIPS 1 PHILIPS VERK00P-MU VOOR NEDERLAND EINDHOVEN is het warm geloopen, zooals zich dat in de geschiedenis een paar maal heeft voorge daan. Er doet zich weer een gevoel van hoogspanning in ons volk voor; het voelt, dat er een botsing van beginselen plaats vindt. Het volk ziet dit zeer juist. Naar spre kers inzicht zijn de leden der commissie den verkeerden weg ingegaan. De zeven tien punten zijn naar sprekers inzicht ge baseerd op een theoretisch denkplan maar ze houden geen rekening met de realiteit. Het volk is scherp verdeeld en dat is te betreuren. Het probleem mag geen zaak zijn van partijen en partijstrijd. In wezen loopt de scheidslijn door de partijen heen. Spr. wenscht deze hoogste belangrijke zaak te zien niet als een zaak van partijen. Het reikt daar ver boven uit. De regeering en de Kamermeerderheid hebben de C.-G. naar Indië gezonden. Nu spr. het resultaat ziet is hij blij, dat hij er geen verantwoordelijkheid voor draagt. De benoeming van den beer Schermer- horn acht spr. geheel verkeerd. Er is een commissie gekomen zonder een deskundige op staatsrechtelijk gebied. De verantwoording daarvoor rust op de regee ring. Spr. betoogt verder, dat de C.-G. bui ten haar boekje is gegaan, maar zij heeft een gevraagde aanvulling, ingevolge art. 17 der instructie gekregen. Daarvoor draagt de regering de verantwoording. De commissie is voorts verder gegaan dan aangegeven in de aide-memoire. Is er sympathie bij de volkeren, die Java, Madoera en Sumatra bewonen, vraagt spr. Heeft de republiek gezag? Onze mannen worden beschoten en ze mogen niet schie ten. Uit een brief van een militair citeert de heer Tilanus, dat de wapenstilstand een zijdig is. Is dat nu toelaatbaar? Hier wordt met het leven onzer menschen gespeeld. Hier wordt het gezag van Nederland ge schaad. Daartegen protesteert de heer Ti lanus. Er is heel vriendelijk gepraat met de heeren die zich noemen de regeering der republiek. En er wordt zoo herhaaldelijk over de democratie gesproken, maar hoe staat het met de menschen in de internee- ringskampen, waarom zijn die menschen niet los gelaten? Het is nergens voorgeko men dat 1 jaar en 4 maanden na de capi tulatie er nog menschen in concentratie kampen zaten. Spr. is het niet eens met de erkenning der regeering van de republiek. Het zal uit loopen op anarchie, roof, zeeroof en terro- risatie der bevolking. De heer Stokvis (C.P.N.) geeft te kennen, In koor: Het is niet waar! De Joegoslavische ambassadeur in Wash ington, Kossahowitsj, heeft voor den Vei ligheidsraad gisteren de verklaringen van den Griekschen minister-president, Tsal- daris, aangevallen. De Veiligheidsraad be-' handelde de Grieksche klachten tegen Joe_ ga-Slavië, Albanië en Bulgarije. Kossanowitsj zeide, dat de verklaringen van Tsaldaris met betrekking tot de grens incidenten in Noord-Griekenland onware verklaringen zijn, onscrupuleuze en kwaad willige beschuldigingen en pertinente falsi ficaties". De Albaneesche gezant in Joego-Slavië zeide den Veiligheidsraad dat de Grieksche beschuldigingen „kwaadwillige en onge grond waren". Er bestond, aldus de gezant, geen reden een onderzoek in te stellen naar den toestand in de Noordelijke grensstreek van Griekenland: maar er moest een onder zoek worden ingeste' naar de toestanden binnen Griekenland, waar de regeering van Tsaldaris een politiek van „agressie en im perialistische expansie" voert. De Bulgaarsche vfertegenwooi 'ger, luit.- generaal Stocytcheff; verklaarde, dat de be wering, dat Bulgaren een actie aandeel hadden in guerillabenden, die tegen Grie kenland vochten, niet waar is. De Grieksche minister-president Tsalda- GROOTE FRAUDE ONTDEKT. Naar de „Nieuwe Courant" verneemt, is bij het centraal depót intendance van het Kon. Ned.-Ind. Leger aan den Zwarteweg te 's-Gravenhage een groote fraude ontdekt. Militairen belast met het beheer en de uit gifte van militaire goederen, hebben ern stige onregelmatigheden gepleegd. In op dracht van den auditeur-miliatir bij den krijgsraad heeft de Haagsche recherche een diepgaand onderzoek ingesteld en als ge volg hiervan zijn 20 miliatiren in arrest ge steld. dat duidelijk vastgesteld moet worden, wat de inhoud der overeenkomst is. Met den heer Tilanus betreurt spr. het, dat de no tulen, door beide partijen geparafeerd, niet aan de Kamer zijn voorgelegd. Wil men vrijheid in den Archipel, dan is het noodig, dat men komt tot een erkenning de facto en de jure niet alleen van de regeering maar van de republiek zelf. De heer van Walsum (P. v. d. A.) geeft te kennen, dat de verdeeldheid in het pro- testantsch-christelijke kamp een feit is. De A.-R. en C.-H. blijven in gebreke duidelijk te maken waarom afwijzing van de over eenkomst typisch christelijk is. Spr. ver wijst naar het adres-Cremer en zegt ge machtigd te zijn te verklaren, dat de hui dige zendingsconsul het een ramp zou ach ten, als het ontwerp niet werd aanvaard. De heèr Palar (P. v. d. A.) verklaart niet te begrijpen de beschuldiging, dat de C.-G. buiten haar boekje zou zijn gegaan. Spr. aanvaardt het ^iccoord bij wijze van spre ken met gesloten oogen. Hij geeft te ken nen, dat het het beste is, wat bereikbaar is. Ik sta achter het Linggadjati-accoord, door dik en dun, verzekert de heer Palar, die vervolgens betoogt dat de internatio- naliteit opgelucht is door Linggadjati. Er zijn waardevolle, niet materieele ban den tusschen Nederland en Indonesië. Door dwang in deze is niets te bereiken. Ling gadjati wijst een weg, die voor beide par tijen goed te bewandelen is. Er zijn maar twee mogelijkheden, aldus spr.; oorlog met alle ellende voor beide par tijen of het brengen van de zaak voor de Uno. Het accoord kan hier de oplossing brengen. De voorzitten verdaagt te kwart voor twaalf de vergadering tot hedenmiddag 1 Van heden af tot en met 28 Dec. is de gelegenheid opengesteld tot het opgeven van NIEUWJAARSADVERTENTIES we ke wordan geplaatst in ons nummer van DINSDAG 31 DEC. tegen gereduceerd tarief De prijs bedraagt: V-15 m.mt I.50 elke m.m. meer f -.12 Deze advertenties kunnen, behalve bij onze administratie, ook worden opgegeven bij de plaatselijke agenten en bezorgers in de stad, echter UITSLUITEND tegen CONTANTE betaling. In verband met de beperkte ruimte is spoedige opgave gewenscht DE DIRECTIE. ris zeide in zijn antwoord dat hij wreed ontgoocheld was, dat Joego-Slavië, Bulga rije en Albanië geen geest van verzoening hadden getoond. „Joego-Slavië heeft de klassieke beschuldigingen tegen mijn land geuit dat dit fascistisch en dictatoriaal zou zijn, mijn land dat zich heeft verzet tegen Hitler en Mussolini. Ik zie mij genoodzaakt eens en voor al plechtig te protesteeren te gen deze hardnekkige en systematische be schuldigingen". Toestand veel verbeterd. Genei-aal Stylianos Gonatas, plaatsvervan gend eerste minister van Griekenland, heeft te Athene verklaard, dat er overal een ver betering is ingetreden in den toestand van de gebieden van Griekenland, waar gueril- lastrijd woedt, en dat de geregelde troepen nu het heft in handen hebben. NATIONAAL COMITé „HANDHAVING RIJKSEENHEID." Onder voorzitterschap van prof mr. P. S. Gerbrandy is een nationaal comité „Handhaving Rijkseenheid" gevormd, dat zich ten doel stelt het centraal orgaan te vormen van alle acties, welke in het land gevoerd worden tegen het aanvaarden van het ontwerp-accoord van Linggadjati. Het comité streeft er naar het verzet te gen het ontwerk dat zich naar zijn oordeel overal in den lande in alle kringen, par tijen en groepen openbaart, door vereeni- ging van krachten zoo sterk mogelijk te maken; te bevorderen, dat de tegenstand op waardige wijze en langs wettige weg wordt gevoerd en steun en voorlichting te bieden,waar zulks gewenscht en noodig ge acht wordt. Het bestuur wordt gevormd door de hee ren: jrof. dr. P. S. Gerbrandy, mr. J. R. M. van Angeren,lt.-gen. Baietto. mr. Th. M. Bautz, prof. mr. R. P. Cleverinea, lt.-adm. J. Th. Fürstner, prof. mr. E. G. J. Gim- brère, prof. mr. J. A. van Hamel, prof. mr. A. C. Josenhus Jitta, prof. V. Koningsber ger, dr. J. W. M.yer Ranneft, mr. P. J. Oud, gen. I. H. Reynders; J. Schouten; H. W. Ti lanus; mr. G. Vonck; Ch. J. I. M. Weiter; mr. J, A. De Wilde, gen. H. C. Winkelman; drs. M. Reyseger, secretaris. Het comité heeft zich met een smeek schrift" tot H. M. de Koningin gewend waarin verklaard wordt dat z.i. de aanhan- gige. plannen ten aanzien van Nederlands- Indië niets meer of minder dan een ramp zoowel voor ons als voor de volken van on ze Oost-Indische Archipel beteekenen Na mens ruim 300.000 Nederlanders uit alle geestelijke, maatschappelijke én politieke groepeeringen smeekt het comité H M. het Rijk voor h'en en de nakomelingschap voor deze ramp tte behoeden. Verlieslijst uit Indië De regeering maakt bekend, dat tot haar leedwezen in de afgeloopen week in Ned. Indie zijn gesneuveld of overleden: Sold. Ie kl J. H. Hoogendoorn. Inf. R. 0 4, afk. uit Lsidschendam, gesneuveld op 30-11-1946 te Medan; sold. J. Ph. J. van de Scheur, Inf. R. O. 4, uit Utrecht, gssn. op 30-11-1946 te Medan; so'd. R. Wolf, l-L. R. 1 uit Emmen, gesn. op 1—12-'46 te Medan; sold. J. H. Eikhout, 1—8 R. I, uit Wage- ningen, gesn. op 2-12 te Padang; so'd. J. W. H. van der Velden, 1—8 R. I. uit Schalk wek, gesn. te Padang op 2-12; serg. B. Kooi man, 18 R. I. uit Dieren, gesn. op 2-12 te Padang; sold. H. Daanen, 1—8 R. I, uit Heerde, gesn. 2—12 te Padang; korp. P. C. van Vught, 214 R. I., uit Nijmegen, gesn. 2-12 te Padang; sold. II. Plantenga. 214 R. I.. uit Haarlem, gesn. 2-12 te Padang; korp. RL Bergman, L. S. K., uit Harlingen, gesn 2-12 te Padang; sold. H. Loonstra, 12 R. I. uit Eestrum (Fr.), verdr._ op 1—10 trt "V ftKnlftW U "1 r] 1IT UT WAAR BLEEF door J. S. FLETSCIIER. 2) De snelle blik van den ouden kellner wist evenwel terstond de prima kwaliteit van al deze nieuwe spullen te onderscheiden en daar hij tevens vaststelde, dat deze jonge man, groot, forsch en knap was, gebruinde wangen had en blonde haren, die onder een zon van verre landen moesten zijn gekruld, klasseerde hij hem als een militair die zoo even was gerepatrieerd. Dus haastte hij zich, hem een welkom toe te roepen. „Kamers, mijnheer?" zeide hij. „Groote kamer, mijnheer Privé-zitkamer? - Ver warmd, mijnheer?" De vreemdeling reikte zijn bagage over en wierp een kalmen blik op de oude ge bouwen om zich heen. In ieder geval voor vannacht", antwoord1- de hij. „Maar eerst...." De buschauffeur had zijn voertuig ge parkeerd en mengde zich in het gesprek. „William", zei hij tot den ouden kellner, „deze meneer wilde een paard hebben om op te rijden hij wil nu naar Malvery Hold- rijden. Zou hij dat van den baas niet kunnen nemen? „Kijk, meneer", vervolgde hij, zich tot den vreemdeling wendend, „we houden er nu niet zoo'n prima stal op na, omdat er niet veel vraag is. Maar de baas heeft een pracht van een zwaren hit en omdat-ie tot morgen weg is, zou hij het wel goed vinden als u die hit nam. U kunt toch rijden, mijnheer?" De vreemdeling keek den chauffeur aan en glimlachte. „Nou", zei hij met een opgewekte stem waarin 'n licht Amerikaansch accent door klonk, „ik zou zoo zeggen, dat er niet veel soorten paarden zijn die ik niet tusschen de beenen heb gehad van bronchos tot mustangs. Ik heb gehandeld in paarden, zooals je er wel nooit in dit land zult héb ben gezien! Ik zal goed voor de hit van je baas zorgen. Tuig 'm maar op en leidt 'm maar voor, terwijl dk me Iaat inschrijven en wat gebruik. I?an ben ik klaar voor den rit. Ruim tien kilometer zei je, niet?" „Ruim tien kilometer, mijnheer", ant woordde ohauffeur. „Komt voor mekaar, mijnheer. Over vijf minuten." Hij haastte zich over de verlaten binnen plaats en de vreemdeling volgde William in het gebouw. „Wenscht u een aardige kamer met een privé conversatiekamer er naast, mijn heer?" stelde William voor. „Wat vuur aan leggen in de conversatiekamer, mijnheer? 't Is al aardig koud, voorals 's avonds." „In orde", stelde de vreemdeling goed gehumeurd toe. „Ik denk, dat ik weer gauw terug zal zijn. Als ik den man dien ik zoek vind, breng ik hem meer voor het diner." „Het diner is om zeven uur, mijnheer", zei William. Hij ging voor naar de conver satiekamer waar het meisje haar romanne. tje zat te lezen. „Wilt u mijnheer voor „Wellington" noteeren, juffrouw", zeide hij. De jongedame haalde een boek te voor schijn en legde een bijna blanco pagina open. Ze keek met belangstelling naar den nieuw aangekomene»- ,,Mag ik uw naam, alstublieft?" vroeg ze. „Mijn naam is Blake", antwoordde de vreemdeling. „David Blake, Lone Pine Al berta, Canada. Voorloopig adres Hotel Ce cil, Londen. Halloen hij wendde zich tot den kellner, die zich met de bagage wilde verwijderen, „laat d'e wa+eroroef cape maar hier, want ik ben bang, dat we nog regen zullen krijgen." „Vandaag niet meer, mijnheer", ant woordde William, terwijl hij de cape los maakte. „De wind zit in den anderen noek, meneer. Het regent ih deze streken nooit tenzij 't westenwind is." David Blake glimlachte en schudde zijn hoofd eens tegen het meisje. „Ik zou daar zoo zeker niet op af wil len gaan", zei hij, toen de kellner de kamer had verlaten. „Wat zegt u er van?" „Dat zou ik niet durven zeggen", ant woordde het meisje, „want ik weet het niet ik ben hier nog maar pas. Miar, voegde ze er toe, zelfs een regenbui zou ir* dit stadje een gebeurtenis zijn." „Niet veel te doen hier, hè?" zei Blake. Kom, ik zal maar eens een whiskey-Soda nemen om er hier een beetje den gang in te houden. Dus u bent pas hier hè? Dan zult u Richard Malvery van Malvery Hold wel niet kennen? Of soms wel?" Het meisje schudde haar hoofd en wend de zich tot den ouden kellner die juist de trap af was gekomen. „Mijnheer hier vraagt naar een zekeren mijnheer Richard Malvery, William", zei ze „Ken je iemand van dien naam?" William draaie zich snel om en keek met een plotseling gespannen blik naar David Blake. „Mijnheer Richard Malvery, meneer?" zei hij. „Ik heb mijnheer Richard Malvery goed gekend, dat wil zeggen, indertijd, want mijnheer Richard is hier niet meer in huis geweest sedert vijf jaren! Hij...." Het getrappel van paardenhoeven op de binnenplaats deed Blake schielijk zijn glas uitdrinken. Hij spoedde zich naar de deur en keek vol waardeering naar den bruinen hit die door den buschchauffeur was voor geleid. Glimlachend sloeg hij den water proof cape over zijn schouders en sprong in het zadel. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1946 | | pagina 2