DAG DER SOLIDARITEIT" Redevoeringen van Rijkscommisaris dr. Seyss Inqjuart en Leider Mussert i aan >pro vai erdi if (Vervolg van 1ste Blad). WAT WILLEN DE BOLSJEWIEKEN? Kameraden, een wereldoorlog is een wereldgericht, en, wan neer men in het vijfde jaar van een zoodanig gericht staat, be- finnen de bekentenissen. Mos- ou is een groote bekentenis. Vragen wij ons eens af wat onze tegenstanders in Moskou toch wilden bereiken. Wat wilden de bolsjewieken? De primaire be hoefte van de bolsjewieken is, dat Engeland en Amerika eens werkelijk met den oorlog begin nen, militaire acties ondernemen. Al het andere is den bolsjewie ken onvèrschillig. Wanneer het hun mogelijk is met behulp van de Engelsche en Amerikaansche soldaten Duitschland en het na- tionaal-socialisme neer te slaan, kunnen zij den anderen beloven wat zij willen, de vrucht valt toch vanzelf in hun schoot. Het tweede is, dat de bolsjewieken zich er voor geïnteresseerd heb ben om overal, te kunnen mee praten, waar de anderen beraad slagen. Die onderscheidene ge sprekken, die onder vier oogen tusschen Churchill en Roosevelt hebben plaats gehad, zijn hun niet aangenaam. Daar willen zij bij zijn. En wat willen de ande ren? Dien gaat het er vooral om, dat de bolsjewieken doorvechten. Maar in hun eigen geladeren wordt het dringen steeds grooter. Ook hier in Nederland zijn er im mers menschen, die hun hoop stellen op de overwinning van de anderen. Maar ook over hen komt een zekere onrust. Waar zullen de bolsjewieken blijven staan .wanneer er eenmaal een opmarsch naar het Westen zou ontstaan. Voor dit dringen een afbakening te vinden, dat was het primaire dat voor den heer Roosevelt en den heer Churchill aanleiding was, toe te stemmen in een zoo groote deemoediging. die reeds daarin gelegen is, dat zij hun eerste medewerkers n.l. hun ministers van buitenlandsche zaken, naar Moskou stuurden. Op zichzelf is dit reeds zeer opmer kelijk. Daarbij hadden zij nog een ander plan. In Italië is het wel niet heelemaal zoo afgeloo- pen als zij wilden. Integendeel, van onzen kant uit gezien, wordt Italië langzaam een activapost. In ieder geval actiever dan het vroeger schijnbaar actief was. Maar zij hebben er op gerekend, dat het wellicht mogelijk zou zijn den een of ander van onze bond- genooten uit onze gelederen weg te halen. Dat zou om met een Oip zich zelf toch kanslooze propaganda te kunnen beginnen echter alleen kunnen op voorwaarde, dat zij in een gnoofccheeosche de, dat zii in een erootscheepsche en plechtige verklaring die niet alleen door Roosevelt en Chur chill, maar ook door Stalin on derteekend is. zouden kunnen zeggen: Ce hebt uw zelfstandig heid behouden, ge wordt niet door de bolsjewieken opgeslokt. Dat was het politieke doel en de bedoeling, waarmede de heeren daarheen gegaan zijn. En nu ka meraden, u weet welk resultaat daaruit is voortgevloeid. Waar schijnlijk afspraken over mili taire ondernemingen. Dan heb ben de bolsjewieken dus reeds wat zii hebben willen, vooral zijn de bolsjewieken echter in de z.g. commissie voor Europa te Lon den met een eigen man vertegen woordigd. waardoor thans de bij zonderheid ontstaan is. dat over Europa een orgaan beslissen zou, waarin in het geheel geen Euro peanen zitten. Want de Engel- schen kan ik thans niet meer als Europeanen betitelen en de Amerikanen en de bolsjewie ken zijn het niet. Maar in ieder geval zijn de bolsjewie ken daarin vertegenwoordigd en de uitwerking die de deelneming van de bolsjewieken aan een zoodanig orgaan met zich mee brengt, zien wij reeds in Italië en in de Middellandsche Zee. He den heb ik juist gelezen, dat een communist benoemd is tot com missaris van Algiers en ook tot burgemeester van Napels werd een communist benoemd. Uiter aard zijn de bolsjewieken veel actiever: zij zien de Engelschen en Amerikanen gladweg over het hoofd en zij zullen de volksmas sa's daar meesleepen. Het is den bolsjewisten volkomen voldoen de, dat zij daar de handen in het spel hebben .Maar juist de oplos sing van de vraag, die voor de anderen belangrijk is, n.l. de af bakening der belangengebieden, hebben de anderen niet bereikt. Daarom is Moskou een volmaak te politieke nederlaag van de En gelschen en Amerikanen. GRUWELPROPAGANDA. Altijd wanneer men zich iets heeft voorgenomen en het lukt niet, heeft men de behoefte dit te camoufleeren en in een nevel te hullen. Het is een teeken. dat hetgeen de Enselschen en Ame rikanen te Moskou van zins wa ren niet zoo geloopen is als zij wilden. De nevel heet „gruwe len der Duitsche soldaten'' en „onafhankelijkheid van Oosten rijk". Kameraden. Ik heb mij af gevraagd: wat wil men eigenlijk met deze gruwelpropaganda be reiken? Met. deze gruwelpropa ganda is door de Enselschen aan geduid, dat de 12.000 Poolsche officieren van Katyn z.g. door de Duitschers zijn vermoord. Deze verklaring is zoo dwaas, dat Mos kou daar niet aan meedoet, maar beweert: neen, geen Poolsche of ficieren, maar Italiaansche offi cieren zijn in Italië vermoord. Waarschijnlijk zullen dus de En gelschen en Amerikanen thans er naar moeten streven voldoende vermoorde Italiaansche officieren te leveren. Maar wat is er on eens met dit Katvn aan de hand? Waarom komt dat plotseling in het debat? In Moskou was ten slotte niet alleen de mooie En gelsche minister van Buitenland sche zaken aanwezig, doch daar waren bovendien nog lieden, aan wie men eenig verstand kan toe kennen. Daaruit concludeer ik het volgende: 1. Deze moord der bolsjewisten te Katyn drukt de Engelschen zoo zwaar, dat zii hun land Ge noot en op de een of andere wiize willen voorspiegelen, dat het niet de bolsjewieken zijn geweest, maar die slechte Duitschers. En het tweede is: deze gruwelpropa ganda heeft geen uitwerking, waar de Duitsche soldaat zich bevindt, want de bevolking kent den Duitschen soldaat. Een bezet ting is nooit aangenaam, zii is altijd zwaar en drukkend. Maar ik geloof, dat het thans bepaald wereldhistorisch bewezen is, dat van alle bezettingen die van den Duitschen soldaat de humaanste en de rechtvaardigste is. Dat kan men gerust zeggen. Maar blük- baar is het nu zoo, dat de oor logsmoeheid in Engeland reeds zoo groot is, dat men weer de af gehakte kinderhandjes moet te voorschijn halen om daar weer eeni"en nieuwe geestdrift voor dezen oorlog te wekken. Dit is dus de eerste nevel. ONA FHA MTFT T.TRTïiEID VAN OOSTENRIJK. De tweede nevel is de z.g. on afhankelijkheid van Oostenrijk. Het is voor mii eenigszins moei lijk, met ondeskundigen te spre ken over dit gebied en ik moet zoowel den heer Eden als ook den heer Molotof en den heer Hull in verhouding tot mij en tot mijn kameraden ondeskundigen noemen. Want zij weten immers heelemaal niet, dat Oostenrijk en de Oostmark in wezen slechts uit het Duitsche volk en uit het Duitsche Rijk zijn ontstaan en dat de missie van Oostenrijk slechts bestaan heeft in de func tie van Oostmark voor het Duit sche Rijk. Dat dit Oostenrijk slechts in het korte tijdsbe stek van 1866 tot 1938 geen bestanddeel van het Duitsche Rijk of den Duitschen bond vormde, dat weten zij na tuurlijk ook niet. Ik neem het hun ook niet kwalijk. Ik neem 1 alleen kwalijk, dat zij in deze aangelegenheid willen meespre ken. Hoe zouden deze heeren dan ook weten, dat Oostenrijk reeds een belangrijk functiegedeelte, ja zelfs het centrum en den drager der kroon van het Duitsche Rijk geherbergd heeft in een tijd, toén aan geen zijde in Amerika de roodhuiden nog vreedzaam rond trokken in hun prairiën, en nog geen idee bestonc van de tegen woordige Amerikanen, toen in Moskou nog de beren en wolven rondliepen, maar toen er nog geen menschen waren en toen aan de overzijde in Engeland de grooten elkander wederkeerig in de wreedste gevechten afslacht ten en juist begonnen hun konin gen te onthoofden, toen Duitsch land reeds een geordend rijk was, dat voor de geheele wereld een orde en een kracht en een sterkte beteekende. Een ding zou ik willen zeggen: laat niemand aan een Duitsche eenheid raken. De Duitsche eenheid is het re sultaat van een honderd-veelhon- derdjarige smartelijke geschie denis. Millioenen menschen zijn er voor gevallen. Voor millioenen menschen was het de laatste troost te sterven voor de Duit sche eenheid. Die leveren wij niet uit. Wij vechten ons door iedere hel heen, ook al is het het bolsje wisme, maar Duitschland blijft één. 1943 en 1918. Kameraden, men spreekt er vaak over, dat het jaar 1943 een parallel zal vormen met het jaar 1918. Ik wil u geheel openhartig iets zeggen: wanneer het Duitsche volk thans in de situatie geweest zou zijn van 1918, weet ik niet, hoe de zaak met Italië zou zijn afgeloopen. Vooral zou die mili taire energie ontbroken hebben om de zaak terstond een omme keer te doen ondergaan. Wellicht zou ook een zekere innerlijke geschoktheid ontstaan zijn. Maar dat is nu juist het verschil, dat het tegenwoordige Duitsche volk niet meer het volk van 1918 is, omdat het sindsdien een ijzeren vastberaden leiding heeft gekre gen. Er zijn immers thans in het geheel geen bezwaren, geen rem mingen, geen weerstand voor de leiding en voor het Duitsche volk om dezen strijd tot het laatste te doorstaan, want het is volkomen onverschillig, wat na ons komt, wanneer wij er niet meer zijn. Het is alleen belangrijk, dat wij volhouden en dat wij overwin nen. Dat is het eenige, wat ons leidt. Maar, kameraden, wij hebben voor de geschiedenis van het Duitsche volk iets goed te maken, dat is November 1913 en wij ziin gelukkig dat eenzelfde generatie dat nog goedmaken kan. Ziet gij, ofschoon de toestand toch geens zins gemakkelijker is geworden, is toch de houding rustig, be- beerschter en sterker geworden, Het wordt het Duitsche volk tbans bewust, dat het juist ook een situatie van 1918 kan over winnen en meester worden en dit innerlijke bewustzijn is het groo te politiek keerpunt in dezen oor log. November 1913 is het keer punt waarop wij tot ons zelf zeg gen: neen, ons kan niemand er onder krijgen. Wat in 1918 be stond, _was een situatie, die wij thans in 1943 meester kunnen worden. Ik ben slechts nieuwsgierig, wat onze tegenstanders nu met 1944 zullen aanvangen. Zij moe ten dan aan het jaar 1919 den ken, maar daar zijn zoo heele maal geen parallellen te vinden. Wij echter zullen him thans da gelijks bewijzen en onzen lands lieden duidelijk maken, welk een afschuwelijk verraad in 1919 heeft plaats gevonden, hoe het Duitsche volk goedgeloovig is in gegaan op de 14 punten van den heer Wilson en hoe een smade lijke vernietigingsvrede daaruit is voortgekomen. Dagelijks zul len wij hun zeggen, hoe deze communisten, joden en vrijmet selaars bij ons gewoed hebben en dan steeds zeggen: hu, Duitsch volk, wilt gij dit nog maals hebben? Of gij daar aan de overzij, gij Amerikanen en En gelschen. gelooft ge, dat wij jul lie nogmaals geloof zullen schen ken? Voor ons is er maar een ding, dat is de beslissing van het gevaar. Wat gij daar in Moskou doet, dat is ons onverschillig, dat interesseert ons heelemaal niet. Ons heeft het veeleer ge ïnteresseerd, dat wij Kief heb ben moeten opgeven, ofschoon dat ook nog niet gevaarlijk en beslissend is, dat is voor ons echter interessanter, want dat is de militaire zijde van dit con flict. Wij zullen militair met de wapenen tegenover elkaar staan. Politiek zijn wij onaantastbaar, wij hebben het nat.-socialisme in ons. Wij weten, wat het betee- kent, een volksgemeenschap te zijn. Wij weten wat het betee- kent tot het uiterste in te staan voor deze volksgemeenschap. Kameraden! De overwinning zal zijn bij hen, wier wil harder is en de wil van hen, die weten gelijk te hebben, zal har der zijn en hij, die het goede wil, weet gelijk te hebben. En nu vragen wij ons eens af, willen wij het goede, of willen de an deren het goede' Ziet gij, daarin ligt de laatste beslissing voor de kracht van het volk dat ieder individu op het baslissende ooge.nblik, waarop de benard heid tot hem komt en in het vijfde oorlogsjaar mag ieder wel eens uren van twijfel hebben an ders zou hij immers een steen zijn tot zichzelf zegt: ja, wij willen het goede. Dan zal een iedei tot zichzelf zeggen: ja, on ze strijd gaat daar om. Eti ziet gij, kameraden, wij wil len 't goede. Wanneer wij over winnen 1 er in hee. Europa geen mensch zijn, die geen kans heeft op een betere toekomst. Dat is volkomen zeker. Wanneer wij al de krachten, die wij thans in den oorlog moeten steken, dan zullen gebruiken voor onzen so cialen opbouw, dan zal dit Euro pa een goed geordend wereld deel worden. Dan zal in ieder volk een nieuwe bloei ontstaan, dan zal niet het lot van Europa door een jodencentrale in Mos kou of in Washington benaald worden Dan zal ieder Euro- peesch volk in de vrijheid van zijn eigen aard beginnen zich te ontwikkelen, en te bloeien en wij allen willen dan onze han den ir eenslaan voor den op bouw van een nieuw fraaier huis. Wij willen al onze krach ten vereenigen, opdat dit Euro pa een welgeordende en schoo- ne levensruimte met 'n waarach tig sociale oide voor zijn volke ren wordt. Dat kunnen wij met rustig hart, met zuiver geweten beloven, want dat zullen wij doorzetten. Daarvoor staat de Fuehrer borg. Onze Fuehrer, die als een fanatiek strijder voor de sociale gerechtigheid, als een fanatiek zoeker naar de waar heid is aangetreden, en als mensch precies gebleven is, wat hij v/as, de eenvoudige man van het volk, die zich op geen en kele wijze van zijn volk verwil derd heeft, maar er midden in staat en die evenals vroeger als fanatiek strijder opkomt voor de waarheid en voor de vrijheid en sociale gerechtigheid. In de zen wil van hem omsluit hij he den niet alleen het Duitsche volk, in dezen wil van hem omsluit hij ook de Germaansche volke ren en ook jullie, mijn Neder landers. ook al moet hij menig maal hard zijn. Wat hij wil, is niets anders dan de vrijheid en de bloei van het Nederlandsche volk als den lot- en strijdgenoot van het Duitsche volk voor onze toe komst. Daarom, kameraden, kan er voor ons geen twijfel bestaan, wanneer wij de vraag stellen, hoe zal deze oorlog iendigen. Ka meraden, wij v/eten hoe hij ein digen moet. Vanuit onze volk- sche gemeenschap, met de over winning voor onze toekomst, uit naam van onzen Fuehrer: HEIL HITLER! Vóór den Rijkscommissaris heeft Mussert een rede gehou den. Mussert werd bij het be treden van het podium met een donderend „Hou-zee" begroet. REDE VAN MUSSERT. Mijnheer de Rijkscommissaris, mijne kameraden. Het district Utrecht der Beweging is hier bij eengekomen met onze Duitsche kameraden, om gezamenlijk te herdenken twee dagen, die van groote beteekenis zijn in de wor steling van dezen tijd. Het zijn twee Novemberdagen. Wij hér- denken tezamen II November van het jaar 1918: Wapenstil standsdag. over enkele dagen 25 jaar geleden, en wij herdenken „De historische negende No vember". Het onderwerp van het politiek weekpraatje van Max Blokzijl uit te zenden op Maandag 8 November over Hil versum 1 om 18.45 uur is: „De historische negende November". hier met elkander 9 November 1923, de opmarsch van de natio- naalsocialisten in Muenchen. over een paar dagen 20 jaar ge leden. Deze twee dagen zijn van de grootste beteekenis en wij heb ben deze gelegenhied gebruikt om samen te betuigen onzen wil tot solidariteit, onzen wil om voort te gaan datgene wat vorige nationaal socialisten gebouwd hebben voor ons. Ik weet het, mijne kameraden, velen zullen er zijn, misschien wel honderd duizenden, die zeggen: „wat heb ben wij Nederlanders te maken met dien wapenstilstandsdag, wij waren toch niet in den oorlog van 19141918". En andere hon derdduizenden zullen zeggen: „wat hebben wij Nederlanders te maken met die Duitsche na- tionaal-socialisten, die daar in Muenchen in 1923 opmarcheer den"?. WORSTELING OM DE SOLIDARITEIT. En dan zijn er nette tegen standers van ons en die zeggen: „zie eens, dat is overdreven, dat is iets van de N.S.B.-ers, die weer hoffelijk willen zijn tegenover de Duitsche bezetting" en dan zijn er minder nette tegenstan ders, die zeggen: „daar heb je weer die hielenlikkerij van de N.S.B.-ers". Wij zeggen: wij heb ben er alles mee te maken, want het hangt samen met de solida riteit en die moet er zijn tusschen nationaal-socialisten en solidari teit moet er zijn tusschen Ger maansche volkeren, tusschen het Duitsche, het Nederlandsche, het Noorsche, het Deensche en het Zweedsche en daar overheen weer de solidariteit van het con tinent Europa, dat zich nog al tijd niet weet te gedragen als een continent. D.w.z. als een een heid in den afweer naar buiten. Deze worsteling om de solidari teit als levensvoorwaarde voor het avondland, dat is de groot ste geschiedkundige gebeurtenis van onze 20ste eeuw. En te ge tuigen van de noodzakelijkheid daarvan, wij kunnen het moeilijk beter doen dan op dezen dag nu wij terugdenken aan dien wa penstilstandsdag van 25 jaar ge leden en aan dezen opmarsch in Muenchen 20 jaar geleden. In 1917 was Amerika den oorlog in gegaan onder Wilson en 11 No vember was de triomfdag voor Amerika. Amerika had voor het eerst over Europa getriomfeerd. Voor het eerst over Europa, ja, maar dan toch over een verdeeld Europa, een Europa dat in een worsteling van jaren tegenover elkander stond en volkomen ver scheurd was. Twee millioen Franschen hadden hun leven ge geven in de gedachte, dat zij dit deden „pour la gloire de la gran de patne" en in werkelijkheid hadden zij hun leven gegeven voor de Amerikaansche bankiers. Wilson was met zijn 14 punten gekomen, die van alles voor spiegelden. Duitschland moest de wapenen neerleggen en dan zou het heil over de wereld komen. En nauwelijks had Duitschland de wapenen neergelegd of er werd een aanvang gemaakt met de knechting, ontwrichting «n berooving en er werd een Vol kenbond onder Engelsche leiding opgericht om het onrecht in stand te houden. De oorlog werd met andere middelen voortgezet. De Engelschen en Amerikanen pro beerden binnen te komen in het groote Russische rijk; dat zoo in beroering was en waar de Sov jets 't bewind in handen hadden genomen. Zij zouden den Sovjets het bewind uit handen nemen en er Kerenski of de tzaar of wie dan ook weer op de troon zetten. Niets is daarvan gekomen. Zij zijn er uitgegooid. De Sov jet-Unie werd aan haar lot over gelaten en ging bouwen. Maar terwijl de Sovjet-Unie nog in haar kinderschoenen stond, pro beerde het al haar greep te leg gen op Europa. Overal begon de Sovjet zijn invloed uit te brei den. En toenmaals stond Sovjet- Rusland nauwelijks in de kin derschoenen. Elf November, een dag van schijn en bedrog. Schijn voor millioenen menschen, die werd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1943 | | pagina 3