,DAG DER SOLIDARITEIT" Redevoering van Rijkscommissaris dr. Seyss Inquart, AANDAG 8 NOVEMBER 1943 35STE JAARGANG N° 10704 ireaux: Papengracht 32 Giro 103003 lefoon: Redactie 20015. Admin. 20935 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN C. M. van Hamersveld, Directeur. Th. Wilmer, Hoofdredacteur. Tweu historische data In de hoofdstad der nat.-soc. eweging der Nederlanden is de elangrijkste bijeenkomst ge- ouden van de dertien gecombi- perde vergaderingen van de N. iD.A.P. en N.S.B., welke giste- en in alle hoofdsteden van de rovincies, benevens in Amster- am en Rotterdam zijn gehouden I het kader van den „dag der plidariteit", Op dezen dag der plidariteit zijn Duitsche en Ne- erlandsche nat. -coda-listen sa mengekomen om met den negen en November 1923 te Muenchen Is mijlpaal op den weg naar de ierrijzenis van Europa voor ogen de gemeenschappelijk ge- ïachte offers in de jaren van trijd te herdenken, die op 11 (ovember 1918 met het bedrog ër 14 punten van Wilson is in- pzet en die leiden zal tot de so- jdariteit der Germaansehe vol- ;en. Te Utrecht is aldus het A.N. de samenkomst van Duit- che en Nederlandsche nat.-so- ialisten geworden een grootsche Manifestatie van een lotsverbon- enheid en zoowel de Rijliscom- |iissaris Rijksminister dr. Seyss nquart als de Leider van het Ne- lerlandsche volk Mussert heb- en hiervan in redevoeringen ge- Uigenis afgelegd. De groote zaal an „Tivoli" bevatte rond twee- luizend nat.-socialisten en zij jebben door luide toejuichingen h instemming het gesproken 'oord op hun beurt hartelijk on- lerstreept. I Op de eerste rijen hadden o.m. te in het vaderland vertoevende led. oorlogsgewonden een plaats igenomen, terwijl voorts zoowel aa de N. S. D. A. P. als van de S. B. de hoogste functionaris- ■.n aanwezig waren. Onder hen ?vonden zich o. m. de Duitsche szant Otto Bene alsmede de S. Obergruppenfuehrer Rauter mr. Zondervan, commandant er W. A„ en de heer Engel- recht, commissaris van de pro- incie Utrecht. Voor den aanvang der verga- ering speelde een W. A. muziek- )rps strijdliederen. Nadat zwaar tromgeroffel en laroengeschal, uitgevoerd door "ugdstormers, de komst van de ïoge gasten had aangekondigd, >rak de secr-generaal Huygen ;n kort openingswoord. Direct erop had de opmarsch der aggen plaats, waarvoor alle mwezigen staande met opge- ;ven rechterarm den groet ■achten. Onder een waarlijk dreunend feil" en „Hou-zee" geroep ïtraden Rijkscommissaris en ussert de zaal, om onmiddellijk larop de voor hem bestemde iaatsen in te nemen. De secr.- -r.eraal Huygen heette de hooge ssten welkom en getuigde er ports van, dat deze gemeen- ■happeiijke bijeenkomst in het eken der lotsverbondenheid ond. Onder doodsche stilte herdach- in de aanwezigen vervolgens aande de dooden, waartoe de landels zich neigden en zwak omgeroffel op indrukwekken- i wijze deze plechtigheid bege- idde. DE RIJKSCOMMISSARIS SPREEKT. De Rijkscommissaris werd met >n langdurig „Heil" begroet. Mijnheer Mussert! Nederlandsche en Duitsche kameraden. Wij zijn hier bijeengekomen om twee gebeurtenissen in de ge schiedenis van het Duitsche volk te herdenken en de heer Mussert heeft de beteekenis van deze her innering en deze herdenking sa mengevat door onze samen komst en dezen dag te bestem pelen als den dag der solidari teit. Ik neem dit woord over. Ook voor mij is juist deze dag, die gewijd is aan twee tragische oogenblikken in het Duitsche volk, de dag der solidariteit. Want ik vat deze kenmerking zoo op, dat deze dag ons in de eerste plaats duidelijk bij brengt het belang van d- saam- hoorigheid en het belang van het aaneengesloten blijven van een volk en in de tweede plaats, dat deze dag eer, soortgelijke ver maning is voor de omstandig heid, dat ./ij allen, of wij nu m een volksgemeenschap zijn bij eengebracht of meer dan dat in een gemeenschap van gezind heid. altijd en in alle omstandig heden bereid moeten zijn voor deze gemeenschap tot het uiter ste op te komen. TWEE HERINNERINGEN. Kameraden, November 1918 bewijst ons juist het tegendeel. Toen heeft het Duitsche volk deze solidariteit vergeten. Daar uit ontstond de verschrikkelijke ineenstorting van zijn geschiede nis. Die ineenstorting blijft een eeuwige vermaning voor ons al len,- nooit de solidariteit, deze door God gewilde saamhoorig- heid van een volk te vergeten. November 1923 echter, dat toen bij den afloop der gebeurtenis sen niet tot succes heeft geleid, maar dat de dooden zag liggen op d-s straten en pleinen, bewijst ons. dat het tijdelijk mislukken van een daad, die gesteld werd uit de diepste volksche verantwoorde lijkheid, nooit vergeefsch is. Want van dezen dag af, van de zen offergang der partij uit, stroomt geleid en altijd waak zaam gehouden door onzen Fueh rer de oneindige kracht door het geheele Duitsche volk. die dit volk heeft opgeroepen, heeft wakker geroepen en capabel, groot en sterk heeft gemaakt tot deze enorme prestatie, die het thans noodig heeft om het tegen zijn vijanden vol te houden. Ziet u, kameraden, zoo bewijst Novemler 1918, dat elk optre den tegen de solidariteit, dood, vernietiging en einde befeekent en zoo bewijst November 1923, dat elk optreden uit volksche verantwoordelijkheid, ook wan neer het niet tot het succes leidt, toch ten slotte de overwin ning voor volk en gemeenschap zal bettekenen. Nationaal-socialisten! Een be schouwing over deze historische gebeurtenissen bewijst ons, dat moedige volkeren iets verdragen dat van nadeeligen invloed is op hun vrijheid. Het is uitge sloten, dat men een Germaansch volk op den duur doet buigen. Het verweert zich en laat zich liever vernietigen, alvorens zich te laten buigen en zijn vrijheid en innerlijke kracht prils te ge ven: Ook dit inzicht brengt ons de beschouwing van November 1918. dat scheen te bewijzen, als of wü Duitschers ons wilden bui gen, dat echter leidde tot No- venber 1923, dat het eerste ver zet beteekenis tegen een schijn baar hopeloozen toestand. Wat konden die paar mannen toen tegen de overmachtige En tente, tegen het nog heel groote en sterke Frankrijk en de al- het eigen volk feitelijk willen? Wat konden zij hopen? Die hebben niet gevraagd, maar zij zijn aangetreden omdat zij wis ten en omdat hun innerlijke stem hun heeft toegeroepen: jullie moet thans voor Duitschland's eer en vrijheid aantreden. Thans verstaan wij den die pen zin van beide gebeurtenis sen. Toen wij in November 1918 de ineenstorting beleefden, viel het niet te verv/onderen, dat ve len /an ons aan den zin van het gebeuren in het geheel begon nen zijn te wanhopen. Vier ja ren en meer van de zwaarste of fers werden gebracht, heldenda den, die haars gelijken in de ge schiedenis nog nauwelijks ge had hebben, werden volbracht. En dat alles zou tevergeefs ge weest zijn? En toen kwam November 1923 en weer trad een vastberaden schare aan en werd neergewor pen en neergeslagen en weer kon bij iemand de gedacht opko men: waartoe? Het is zinloos! Neen, kameraden uit he. gebeu ren van de laatste jaren zien wij in dat alles een diepen zin heeft gehad en voorbestemd was in de voorzienigheid, dat de ineenstor ting van het 1918 gekomen is, omdat met het oogenblik van de diepste geschoktheid ook het oogenblik aanwezig was van in zichzelf te keeren om het Duit sche volk in staat te stellen tot de groote taak. die het te wach ten stond, toen de bolsjewisten in Juni 1941 met honderden di visies naar onze oostgrens wa ren opgetrokken. Op dat oogen blik heeft het Duitsche volk, dat weet wat lijden beteekent, ook de kracht gevonden, dit gevaar te boven te komen. Hetzelfde geldt voor November 1923. Het is niet een rechtstreeksche zege tocht naar de macht geweest en hoe zwaarder een zoodanige strijd is, hoe meer offers er ge bracht zullen moeten worden des te sterker wordt een volk voor de laatste beproeving. Kameraden! Alles is een dui delijke weg naar deze laatste groote beslissing, waarin wij thans geplaats zijn en die het aanschijn van Europa, doch daar naast ook van de geheele we reld, voor generaties, waarschijn lijk voor eeuwen zal bepalen. Want het beeld van de wereld, zooals wij het in het jaar 1914 en tevoren gehad hebben, is volle dig veranderd. Wat men toen kon bestempelen als overheer- sching van Europa en van het Europeesche ras is voorbij. Nieu we machtsgroepeeringen vormen thans de wereld. De machts- groepeering O.-Europa en Azië, met de Slavisch-Oriëntaalsche Mongoolachtige volkeren, voort gekomen uit de steppe, is het, die altijd weer om de zooveel eeuwen toestormt. Eens was het Dzjinghis Khan, daarna waren het andere. Thans is het het bols jewisme van Stalin. En aan den anderen kant over den Atlanti- schen Oceaan vormt zich iets nieuws. Het Amerikaansche con tinent wordt tot het Westelijke halfrond van Roosevelt samen gevat en verheft zich met een machtigen en ohbeperkten aan spraak op heerschappij. En daar ginds in Oost-Azië vormt zich eveneens een nieuwe groepee ring. Dan blijven wij, Europea nen, nog over. Dat zijn de vier groote machtsgroepen, die thans de wereld beginnen te vormen, bepaald door den bodem, door het klimaat, door de natuurkun dige gesteldheden, en op grond daarvan nog sterker bepaald door de rassen, die op dien bodem zijn gegroeid, gedragen en gestuwd in de ge schiedenis door den geest, door de innerlijke houding, door de maatschappelijke, vormen, die zich juist uit dit bloed en de spe cifieke raseigenschappen van de ze volkeren ontwikkeld hebben. Al het andere, dat er in de we reld is, speelt een tweede rol. Die gebieden en volkeren zijn in machtspolitiek opzicht niet vormgevend. De vier machts groepen, die thans bezig zijn te ontstaan, worstelen met elkaar om de vormgeving van de we reld. Kameraden: iets is ons, vooral ons nationaal-socialisten, dui delijk. Het is niet de organisatie, ■het zijn niet de formaties, het zijn niet de programma's, die de ge schiedenis maken, het zijn de menschen. De menschelijke geest, zooals hij uit zijn bloed gescha pen wordt, is het die de ge schiedenis maakt, die zijn hoog ste voltooiing vindt altijd in de heel groote mannen, die uit het volk of uit een ras geboren wor den en als leiders voorop gaan. Daarom moeten wij ons met de geestelijke eigenschappen bezig houden en moeten wij ons afvra gen: waar ligt de laatste impuls voor de uiterlijke militaire en politieke verschijnselen? DE BOLSJEWIEKEN. Zoo wil ik eens over het Oos ten spreken, over de bolsjewie ken. Wij hebben deze volkeren reeds eenmaal in de jaren 1914, 1915 en 1916 meegemaakt toen wij in den eersten wereldoorlog tegen Rusland zijn opgetrokken. Toen kwam ons de Russische sol daat tegemoet en maakte op ons den indruk van een op de een of andere wijze handelbaren en ten slotte goedmoedigen boer. Het geen thans op ons afkomt is heel iets anders. Men zal zeggen het bolsjewisme heeft hier andere menschen gevormd, het heeft deze menschen in een nieuwen vorm gebracht, maar hetgeen wij thans zien, dat was in hen aan wezig. Het bolsjewisme heeft het positieve, liet goede van den Rus- sischen boer onderdrukt en het heeft twee eigenschappen die in deze menschen altijd sluimeren, te voorschijn gebracht. Ook deze eigenschappen kunnen uit het landschap worden afgeleid. Dat landschap immers is oneindig groot. De steppe maakt melan choliek. U zult zeggen, de zee is ook groot, maar de zee is altijd in beweging. Zij is dynamisch, zij verwekt in ons krachten, terwijl de steppe groot en als dood is. Zij maakt melancholiek, zij maakt bereid om te lijden. De menschen van de steppe hebben bepaald een heimwee, zij voe len zich bevredigd, wanneer zij kunnen lijden, wanneer zij ge kweld worden. En het tweede is de onbegrensdheid van de step pe. Zij maakt losbandig en teu gelloos. Deze menschen kunnen in een roes gebracht worden, waaruit zij bepaald elementair losbarsten, zooals wij dat juist kunnen constateeren aan die stormloopen uit het Oosten, die altijd weer tegen Europa komen aanrollen. Deze beide eigen schappen heeft het bolsjewisme tot een „politicum" gemaakt. Het laat de menschen lijden door hun alles te ontnemen wat slechts eenigszins mogelijk is. Dat kan het zich veroorloven omdat deze ostische menschen in het lijden zelf een zekere bevrediging vin den en wel voor een doel, dat weer sterk losbandig is, voor de proletarische wereldrevolutie. Uit deze beide eigenschappen en haar politieke uitwerking kunt u zich het wezen van het bolsjewisme en van de bolsjewis- tischen massamensch verklaren. Tevens kunt u daaraan zien, dat wij hier te doen hebben met menschen en een systeem, waar mede wij het volgens Europee sche spelregels nooit zullen klaar spelen. Dat moeten wij duidelijk inzien. Een vergelijk met het bolsjewisme is niet mogelijk, al leen een tegenover elkaar staan, hoogstens een scherpe afbake ning. Het bolsjewisme draagt zijn gevaarlijkheid niet zoozeer in zijn methoden dan wel in zijn doelstelling, het bolsjewisme drukt het individu terneer tot een minimale levenshouding op dat het de krachten, die zich al dus verzamelen, samengebundeld voor een bepaald politiek doel kan laten optreden. In dit op zicht is het alle andere syste men de baas, om maar in he'. ge heel niet te spreken over een li beraal of over een democratisch systeem. In die systemen gaan alle mogelijke energieën op in de bevrediging van de eigen be hoeften, cultureele wenschen enz. Deze energieëen eischt het bolsje wisme voor zich op. De mensch moet werken, hij moet eeren diensten verrichten, hij wordt geknecht, opdat de volledige som van zijn prestaties gestoken worde in een bepaald poli tiek doel, in dit geval de proletarische wereldrevolutie. Dit doel echter is van een ver nietigend karakter. Ook de totale oorlog, kameraden, dwingt ons thans tot soortgelijke methoden. Echter hier is de impuls onze belijdenis aan het volk en het va derland, dat ons er toe brengt niet meer aan ons zelf te denken en alles wat wij bezitten te rich ten op een enkel doel, namelijk op de verdediging van ons volk en van ons vaderland. Maar dat is een positief, een mooi, een edel doel, terwijl het bolsjewisme de knechting en concentratie van zijn menschen wijdt aan het ver nietigende en onnatuurlijke doel van de proletarische wereldrevo lutie. Het proletariaat vormt op zichzelf een speculatief begrip. Niet de organische eenheid van het volk maar een tot de eigen machtige klasse gemaakte eco nomische laag moet de alleen be voegde en daartoe geroepen klas se zijn om alle anderen te vernie tigen. Ook gaat het bolsjewisme ervan uit, dat er onder alle vol keren en rassen om zoo te zeg gen zonder onderscheid een zoo danige klasse aanwezig is. Dat is de groote vergissing van het bolsjewisme. Het proletariaat is het resultaat van een maatschap pelijk en economisch gefaalde ontwikkeling. En ook deze klas se, wanneer zij dan ontstaan is, wordt weer bepaald door de ras- merken van elk volk. Dat be speurt het bolsjewisme. Het be merkt hier een fout in zijn be rekening en komt derhalve tot een methode der physiek ver nietiging van alle andere klassen en beroepsstanden van een volk en der phvsieke vernietiging van de zuiverheid van ras van een volk door de rassenvermenging. Daaruit valt te verklaren de tot millioenen uitgemoorde beroeps klassen in Rusland en de in de millioenen loopende deportaties. Dat zijn niet zoo zeer politieke maatregelen met het doel een politieken tegenstander van dit oogenblik te vernietigen, neen, dat zijn maatregelen, om de volksche substantie van de af zonderlijke stammen, die in Rus land leven, uit te wisschen en te vernietigen, opdat er juist een proletariaat zonder onderscheid zal ontstaan. Wanneer u enkele dagen gele den in de courant gelezen hebt, dat de bolsjewisten als oorlogs schadeloosstelling verlangen, dat millioenen Duitsche arbeiders naar Siberië gebracht zullen wor den om daar te werken en wan neer eenige politieke narren mee- nen, dat dit een heel juiste her stelmaatregel zou zijn, dan is het doel en de zin van dezen maat regel toch in het geheel niet een schadeloosstelling, maar het doel is uitsluitend de volksche sub stantie van het Duitsche volk te vernietigen door het millioenen mannen te ontnemen en daarvoor millioenen Aziaten en Mongolen over te sturen. En wat voor het Duitsche volk geldt, geldt voor alle andere volken. Want een ding moet men dui delijk inzien: een vergelijk is met het bolsjewisme niet mogelijk, omdat het niet op den bodem eener organische maatschappelij ke orde staat, maar omdat het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1943 | | pagina 1