*DE VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS OP "i OOGSTDANKFEEST TE GRONINGEN iANDAG 4 OCTOBER 1943 35STE JAARGANG N°- 10675 ag ff tlf aux: Papengracht 32 Giro 103003 foon: Redactie 20015. Admin. 20935 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREÜEN C. M. van Hamersveld, Directeur. Th. Wilmer, Hoofdredacteur. .Jijnheer Mussert, nationaal - klisten, nationaalsocialistische vrouwen. «■^Ikenjare in den hierfst, wan- r bet fooerenjaar zijn einde I6(ert, en idle voohbereidiinigien r een nieuw worden getrof- wanneer een terugblik op i zegen van het verstreken en een blik in de toekomst 25kelijk zijn, vieren wij het bdanikfeesit ais een dag van jnniinig en tevens vain de ge- mscbap. heb me eens voorgesteld, op een dergelijken dag ge- d zou zijn, wanneer de lilbe- economiisclbe en maatsch&p- -,-Jke orde tot taaik gesteld was J1Y dergelijken gedenkdag te .ren. Ik geloof, het zou noch jM feest, nooh een dank aewar- J1-, zijn. doch er zouden balan- 'C*J opgemaakt zijn, men zou de '.eirsprij,zen gecalculeerd en ten 1S te de winisit vastgesteld hiab- Degenen echter, die winst anaakt hebben, waren destijds 53 minste onze boeren. Op deze ze zou men zich ongeveer een Jraal oogstdiankfeest kunnen ^stellen, Het zou er ook in het teel niet op aan gekomen zijn iet een slecht of een goed jaar eg vruchten geweest zou zijn, laii sdeohits of men goede prij- 3 op de beurs gemaakt zou toen of niet. defationaalisocialfciten. TJTit een ncïelijke vergelijking kan men Üpelijik zien, boe verschillend fundamenteele opvatting is, T*rdoor tot voor kort zich nog i.c Suropeasche volkeren hebben n leiden, van die, waartoe nu er het nationaalsocialisme opa doch vooral de Genmaam- 'jp volkeren worden opgeroe- Een dag van bezinning. jg eze oagstdanfc'dag is een dag bezinning, dus van verinner- ïfinig, van overweging. Het is 1, wanneer men zich somtijds, h tenminste eenmaal in het Af iets verwijdert van het le- van allen dag, vooral thans, paidit leven van allen dag door Dl oorlogsgebeurtenissen bijzon- A afmattend is en ons niet tot 5 enken laat komen. Wanneer zoo eens nadenkt over den b' van ons werken en het doel ons handelen, wanneer men s uitgaat van helt gronidbeigin- dat wij juist uit den boeren- ïid het grondbeginsel van het 17' ;n kunnen afleiden, dat zaaien -j worden, oogsten en dan weer tijd van rust beteckenit, om eeuwigen kringloop der na- I r opnieuw te beginnen, dan ,ra dt het ons duidelijk, dat ons i in een zinvolle eeniheid vonmil, a*in wij ais werkende en ver- c| noordelijke memschen zijn r laatst. Öns leidt niet het om- puste instinct van een dier in. veld of in het bosdh. doch de van het inzicht, niet om ons de natuur te rukken, doch ons uit vrijen wil in deze wet- i der natuur te voegen.^ ]a, rij,beid is een begrip, dat juist r er ons Germanen, en Arische n ceren een bijzondere beitiee- 5; is heeft. Het is in gem ander zoo levendig, doch ook onidler /el taimdigbeden zoo verward. De el tar.de geest tracht ons steeds W r los tie lukken van de na- eii rlijke bandien, ook uit de bam- 5 der miensohelijike gemieen- ip. Wij verbeelden ons een vidiu te zijn, dat eigen mees- sa' is en toch leidt deze overmoed ie tweeslachtigheid, die reeds e' u>de Grieken, naar de onidier- heeft gevoerd. Dan slaat de- nentscbeiijke houding om tot szi tegendeel, tot een deemoed, pr, iuisit het leven en de levens- li antwoordlelijiklhetid ontkennen ovi Zij grijpt 'weer terug tot de irni v van verlichting, de eeuw l' ontdekkingen en udtviim- Ri Jen. De mensch vindt de ma- 5; e uit en waant zelf te kunnen tnpen, om te eindigen daar. waar thans en daarom heb ik u deze ontwikkeling der gesohie- denis geschetst het bolsjewis me evenzeeT eindigt als het Ame rikanisme. nl. in de onderwerping van den mensobelijken geest aan de machine, in de massawaan vain het bolsjewisme of in het bescha- vingsschafoloon van 'het Ameri kanisme. En daarom, naitiomaal- socialisten, moeten wij steeds weer worstelen om onzen levens vorm, die c*ns noch tot overmoed nooh aan den anderen kant tot zelfvernietiging drijft, doch ons vrij en duidelijk en siecbts door eigen besluit, plaatst onder de wetten van de natuur en die ons ook tot levenstaak stelt, uit vrijen wil te leven naar de wetten, die aan onzen aard eigen zijn. Zoo te leven, dat uit het moeten ons eigen willen groeit. Vrije boer op vrijen bodem. Mijne kameraden, ik zeg dit juist' nu op den oogstdankdag, omdat da boer degene is, die reeds altijd op grond.van zijn ar beid volgens de wetten der na tuur moet leven. De stedeling meent menigmaal, dat hij met be hulp van zijn machines om zoo te zeggen het tempo van het na tuurlijke kan overtreffen. Voor hem schijnen er geen tijden te zijn. Hij meent, door zijn machi nes boven het natuurlijke ver loop van de dingen te k-unnien uit groeien. De boer niet. De boer weet dat hij in het voorjaar, in. elk geval in den herfst, moet zaaien, hij weet. dat het zaad zijn tijd noodig heeft. Hij weet, dat het met zijr. arbeid alleen niet gedaan is, dt ch dat de zagen daarbij moet komen,, opdat het zaad ópkome. Hij weet, dat de mensch eerst na het zaaien, na het planten en na het verzorgen tot den oogst kan komen. En daarom meen ik. dat juist op den oogstdankdag een dergelijke be zinning op het verloop van bet natuurlijk gebeuren goed is. Ik heb ook gezegd, dat het niet slechts een dag vatn bezinning, dooh ook een dag is, waarop wij ons bewust worden van de ge meenschap. Wij kunnen ons op dezen dag de harmonische en organische betrekkingen tusscben dte boeren en de andere lagen van het volk, dus de gedachte der geiheelie volksgemeenschap voor oogen stellen. Ook hier in die verantwoording om de gemeen schap, wijst een grondbeginsel ons weer den weg: dat men eerst geven moeit, om iater te kunnen nemen. Het gaat in den hiuidigën strijd riet om variaties van het leven, in de Europeesche landen. Het gaat er veeleer om of onze Euro peesche levensorde ueöerhaupt voortbestaan zal met den vrijen boer op den vrijen bodem, of dat de instellingen van het bolsje wisme, van de Kolchose, of die van het Amerikanisme, van de farmers, voor ons bindend zuilen zijn. Het is ons duidelijk dat het bolsjewisme het brute geweld, de volkomen slavernij van den boer bebeekent, en dat de farmer, die zoogenaamd woont in het land dier onbegrensde mogelijkheden en in volkomen vrijheid, zich toch geplaatst ziet tegenover de vol komen ongeremde vrijheid van kapitalistisch© uitbuiting. Vaak is reeds een kleine verandering van de graanprijzen, die diegenen, die de touwtjes in harkten heb ben op de beurs der agrarische producten, bewerken, voldoende om het bestaan van bonderdldui- zenden farmers op het spel te doen staan. Zij moeten hun land laten liggen en werkeloos- naar de steden trekken. Wat de landstand wil. De natuurlijke ordlening in het leven van den boer en in zdjm positie in de volksgemeenschap, waarop thans onze gedachten ge richt worden, bevat ook de be ginselen volgens welke het hoe rendom bier in Nederland en, naar wij meenten, in elk Ger maansch land geordend moet worden. Daarin ligt die beteeke- niis en de taak van den, landstand. De landstand moet de boeren bij een brengen, hun volgens deze nat ion aal -socialistische grondbe ginselen een plaats geven in de volksgemeenschap en de zorg voor elk afzonderlijk lid van den boerenstand op zich nemenHet gaat er niet in de eerste plaats om, dat de landbouwer indivi dueel een volmaakt nationaal- socialist is, want tot het natio- naal-socialisme kan iemand nooit geraken door 'n beschikking van de overheid. Iemand winnen voor het natioiiaal-sociaiisme is een taak, die 'bepaald met de harts tocht eener missie in ons leeft, tereinde de medemenschen te overtuigen, dat de weg van de nationaal-S'Ocialisiten de juiste is, In den landstand is het de voornaamste taak, dat elkeen een goed en redelijk landbouwer is. De leiding van den landstand richt zich naar de vereischten van het werkelijke en van de verantwoordelijkheid bewuste leven van het hoerendom. De taak van den landstand is er zoo wel een van vakkundigen aard als ook een taak van mensche- lijke leiding. Mijn taak kan het slechts zijn, den weg voor den landstand te effenen. Voor de boeien in den landstand spreekt het vanzelf, dat zij dezen weg in eigen verantwoordelijkheid op gaan, den weg die ten slotte leidt naar het welzijn van den boer alsook naar het welzijn van de geheele volksgemeenschap. De boerenstand bevindt zich -op het oogentolik inderdaad in geen gemakkelijke positie. Wij zijn in het vijfde ooiiogsjaar ge plaatst voor beperkingen op ve lerlei gebied, die ontstaan uit den totalen oorlog welke door onze vijanden vooral was onder nomen om ons door economische afsnoering te verstikken. Dat blijft natuurlijk ook niet zonder invloed op den landbouw. Er zijn productiebeperkingen en er zijn verboogingen in de kosten dér productie. Er bestaan moei lijkheden in het verkrijgen van veevoeder, moeilijkheden die in den Nederlandschen landbouw als veredelingS'bedrijf van bij- zonderen aard bijzondere betee- kenis hebben. Gevoelig zijn ook de moeilijkheden voor het ver krijgen van de noodige mest stoffen, omdat de hooge presta ties van den Nederlandschen landbouw, die vooraan staan, niet alleen in Europa, maar in de ge heele wereld ook een redelijken aanvoer van meststoffen ver- eischen. Stikstof is ook van zeer groote beteekenis voor de oorlogsindustrie. Phosfor is slechts in beperkte mate voorra dig. Kali hebben wij nog ter be schikking in hoeveelheden zooals in vredestijd. Het is zeker, dat het tekort aan meststoffen met tertijd verlagingen in de op brengsten van den Nederland schen landbouw zal teweegbren gen. Van speciaal belang voor den Nederl. landbouw is de kwestie van de tewerkstelling. Wij hebben er naar gestreefd, juist bij de terugvoering van de krijgsgevangenen en bij de te werkstelling in Duitschland, om den landbouw zooveel mogelijk in het beizit te laten van zijn werkkrachten. Het is namelijk een buitengewoon belangrijke bijdrage in den strijd oim Euro pa, wanneer de Nederlandsche landbouwer er voor zorgt, dat dit dichtst bevolkte land van Europa met 280 menschen per vierkante kilometer zich om zoo te zeggen van eigen bodem voedt. De richting eener nieuwe ordening in Europa. Bij deze gelegenheid willen wij niet buiten beschouwing la ten, dat zich tlians reed- tegen over deze door den oorlog opge legde moeilijkheden van het oogenblik de richting eener nieu we ordening in Europa haar weg begint te banen, die aan den Nederlandschen landbouw een nieuwen veiligen grondslag geeft. Tot dusver lag de Neder landsche landbouw verankerd in een stelsel van wereldvrijhan del en niet in een gemeenschap die er de grootste waarde aan hecht, dat de eigen bodem het noodige voedsel oplevert. Het wereldvrijhandelstelsel echter heeft slechts uitgerekend wat er aan den overkant van de Ocea nen verdiend kon worden. Daar van was het gevolg, dat de Ne derlandsche landbouwer, in weerwil van zijn buitengewone bekwaamheden en prestaties, toch altijd een onzeker bestaan heeft gehad en heel vaak alleen met premies op de been kon wor den gehouden. Thans is de toestand zoo, dat er niet ge noeg op de Nederlandsche akkers kan groeien. Dit is ssn situatie die ook zoo zal blijven. Het zal niet meer voor komen, dat wereldmarktprijzen in de Vereenigde Staten of op eenige andere beurs buiten Europa den doorslag geven of de Nederlandsche boer zijn bestaan vindt of niet. Stellig heeft de kleine boer heden ten dage zijn bijzondere zorgen, omdat hij vroeger met behulp van ingevoerd veevoeder zijn brood had met het fokken van varkens en het houden van kippen. Deze mogelijkheid is thans vervallen. Wat hem is overgebleven, dat is zijn werk kracht. Voorloopig kunnen wij er slechts toe aansporen, dat dé kleine boer zijn werkkracht zoo intensief mogelijk in het bestek van zijn beperkten grond en bo- dom gebruikt door het kweeken van groenten en koolgewassen of dat hij zijn arbeidskracht ter beschikking stelt van andere landbouwers die dringend werk krachten noodig hebben. Op langen termijn, dus voor later gezien, is het de overtui ging. niet alleen van de verant woordelijke mannen hier in Ne derland, hetgeen vanzelf spreekt, doch ook van de bevoegde man nen in Duitschland, dat Neder land in het nieuwe Europa moet worden opgenomen als het bij zondere land van de veredelings- productie. Immers, de veefokke rij en de groente- en fruitteelt staan hier op een zoo toonaan gevend peil, dat Nederland juist op die gebieden in zijn volledig productievermogen behouden moet blijven. En ook voor den kleinen boer zal dan weer de mogelijkheid ontstaan om in het bestek van de steeds grooter wordende ontsluiting der Oos telijke gebieden als producenten van veevoeder, overeenkomstig de gewijzigde omstandigheden, terug te keeren tot zijn eigen bedrij fsm.ethoden, vooral echter fruit en" groente te verbouwen voorzoover hij niet zelf uit eigen initiatief als pionier en ko lonisator in het Oosten werk zaam wil zijn. Nederlandsche vaklieden heb ben uitgerekend, dat ongeveer tweederde der bewoners van dit land uit eigen bodem op toe reikende wijze in stand kan worden gehóuden. Een derde deel moet zijn behoefte aan voe dingsmiddelen aldus dekken, dat er ofwel door het aangevoerde veevoeder veredelingsproducten gemaakt worden, of dat als ruil voor de goederen die in de in- oustriebedrijven worden gefa briceerd de noodige levensmid delen worden ingevoerd. Een derde deel der Nederlanders is dus aangewezen op economisch contact binnen een groot econo misch gebied. Daar wij die groo te economische gebieden voor zeer, zeer langen tijd niet meer over zee kunnen zoeken, zal Nederland zich moeten voegen in het groote economische gebied van het Europeesche contingent, zooals dit thans wordt opge bouwd. Wij hebben evenwel ook „ONZE JEUGDSTORM". Hedenavond spreekt Max Blok zijl over den zender Hilversum 1, in de serie „Brandende kwes ties" over „Onze Jeugdstorm". 1000 ton aardappelschillen beteekent een week voedsel voor 5000 koeien. tot taak in 't Oosten kolonisatie werk te verrichten. Het zou evenwel volkomen verkeerd zijn om in die richting eenige dwang uit te oefenen. De Nederlanders weten zelf het allerbeste, dat al leen de flinkste als kolonisator geschikt is. De flinkste is echter altijd diegene, die vrijwillig een taak op zich neemt. (Groo te bijval). De aflevering van vee. Tot de bijzondere arbeidsge bieden van den Ned. landbouw, die 't dichtst bevolkte gebied van Europa uit eigen bodem moet voeden, behoort natuurlijk ook dat de gezamenlijke opbreng sten van het land zoo hoog mo gelijk zullen zijn en ook zoo vol ledig mogelijk onder het totaal verdeeld zullen worden. Er zijn in dit verstreken boerenjaar vooral in de provincie Friesland moeilijkheden ontstaan bij de af levering van vee. Die moeilijk heden vielen toe te schrijven aan de omstandigheid, dat de aflevering van vee een tijd lang zeer traag heeft plaats gehad. Toen er daarna een versterkte aflevering geëischt werd, het geen alleen reeds noodzakelijk was uit 't beginsel der billijkheid tegenover de andere provinciën, was 't voorjaar in het land ge komen en met de weer groen ge worden weiden was de melkop- brengst gestegen. Menschelijk gezien is het begrijpelijk, dat de boer in zulk eén tijd zijn melkkoe niet graag af staat. Er werd toen een systeem opgesteld, dat de aflevering van vee in een bepaalde, namelijk omgekeerde verhouding plaatst tot de aflevering van melk. De boer, die de Nederlandsche volksgemeenschap juist op het zoo belangrijke gebied van de verzorging met vet helpt door van zijn 'boerderij zooveel mo gelijk melk voor de vetproductie af te staan, zal een zeker voor recht krijgen bij het afleveren van vee voor de vleeschproductie. Ik hoop dat deze maatregel mag bijdragen om, voor zoover dit slechts op eenigerlei wijze mogelijk is, voor de Nederlan ders bijzonder belangrijke ver zorging met vet te garandeeren Dat de hier ter beschikking ge stelde hoeveelheden voor een, laat ons zeggen op langeren ter mijn normaal gevoerde huishou ding te gering zijn, is een betreu renswaardig, door ons volko men erkend feit, Want het is verre van ons, de biologi sche substantie van het Neder landsche volk op den duur op eenigerlei wijze te willen ver zwakken. Integendeel, wij natio naal- socialisten willen, dat deze zoo kostbare biologische substan tie niet alleen behouden blijft, doch steeds sterker en grooter zal worden. In dit opzicht ken nen wij in het geheel geen af gunst. Wanneer ge kunt, wordt ge zoo sterk en machtig als ge wilt, want wij zijn allen ver- eenigd in de Germaansche lots- gameenschap. (Bijval). Clandestiene handel. Daar ik thans reeds bezig ben met over de aflevering te spre ken. kan ik in dit verband, reeds wegens mijn verantwoordelijke positie, een bepaald hoofdstuk niet achteloos voorbijgaan. Dat is de clandestiene handel. Hier moeten de Nederlanders in hun eigen belang orde bewaren. Heel dikwijls wordt er een va derlandslievend manteltje om dien clandestienen handel ge hangen. Men zegt dan, dat het beter is, wanneer de levensmid delen in den clandestienen han-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1943 | | pagina 1