DSt
alig
"e leidsche courant
DERDE BLAD.
f iKDERDAG 31 DEC. 1942
huit-L-,
£eri'| BIJBELLEZING
—97e week 39 Januari.
.igelie van den H. Joannes
,deIr 19 1—20 31.
lofdstuk 19 behandelt het
f van het proces voor Pila-
116), de kruisiging en den
huiti(1630), de begrafenis (31
erj:|. Belangrijke bijzonderhe-
geeft Johannes als aanvul-
ou de andere evangelis-
Ecce Homo (5), de rok zon-
inaad (2324), het kruis-
ld tot Maria en Johannes
_,.|27), de lanssteek (3137)
e beteekenisvolle medewer-
van Hikodemus bij de bal-
ng en begrafenis van Chris-
39).
latus heeft tot driemaal toe
nschuld van Jesus in woor-
(18 38; 19 4 en 6), daar-
nog enkele malen door zijn
elwijze (o.a. 19 12). In 19
itaat aangegeven, dat Jesus
Pilatus geen antwoord gaf
jn vraag: Vanwaar zijt Gij?
;us wist reeds, dat Jesus van
[ea kwam (Luk. 23 6), hij
e thans dus weten, met welk
t Christus Zich Gods Zoon
ide. Daar hij evenwel het
'oord niet had afgewacht op
iraag: Wat is waarheid (18
was hij niet in de gesteld-
om Jesus' leer over Zijn
delijke afkomst te aanvaar-
Terwijl Pilatus aangeeft,
hij als machthebber doen
wat hij wil, geeft Jesus hem
erstaan, dat hij slechts een
acht vervult en rechtvaardig
t handelen, niet alleen in
li van Tiberius, zijn onmid-
ijken lastgever, maar ook in
an van God, van Wien bei-
Tiberius en Pilatus, hun ge-
ontvingen. Pilatus beging een
echtvaardigheid in de veroor-
ling van Jesus, wiens on-
uld hij erkende; de hooge-
sster beging een onrecht-
xdigheid en bovendien was
zijn roeping ontrou v, omdat
tot taak had den Messias te
ennen en aan het volk bekend
maken: dus had deze grooter
uld (19 911). Jesus' woord
akte indruk op den land-
gd, want „om die reden
,'htte Pilatus Hem in vrijheid
itellen" (12). Het volk kende
zwakke plek van den land-
gd: geen moeilijkheden met
keizer!
fanneer Johannes het vonnis
t verhalen, deelt hij ons de
chtigheid van het oogenblik
eens nauwkeurig dag en uur
de. De haat kan kan iemand
r onnadenkend doen zijn: de
len veroordeelen iedere po-
g tot opstand tegen de Romei-
(19 12) en bekrachtigen
verlies van hun rechten na
bezetting (19 15). Evenals
in Luk. 23 25 komt in de weer
gave van Johannes (16) uit, dat
Pilatus de verantwoording voor
den Godsmoord wil afschuiven
op de Joden. Uit 19 2527
blijkt zoowel dat S. Josef was ge
storven als dat Jesus de eenige
Zoon was van Maria: anders zou
Hij Zijn Moeder niet aan Johan
nes, een vreemde, ter verzor
ging hebben toevertrouwd. Hier
in vinden we dus een duidelijke
aanwijzing, dat we de term
„broeders van Jesus" volgens
Joodsche gewoonte moeten ver
staan van verdere familieleden
of „neven".
Matt. 27 48; Mark. 15 36 en
Luk. 23 36 worden verklaard
door Joh. 19 2830. In de ver
halen van Jesus' verschijningen
na Zijn Verrijzenis vullen de
evangelisten elkaar aan. Markus
16 9 spreekt wel over een ver
schijning aan Maria Magdalena,
Johannes geeft een uitvoerige
beschrijving. In 20 8: „en nu
hij het zag, geloofde hij ook",
deelt de evangelist mede, dat hij
niet aanvaardt de veronderstel
ling van Magdalena (20 2),
want dan is 20 7 niet verklaar
baar: zoo nauwkeurig is men niet
bij haastwerk! Hij gelooft in de
Verrijzenis.
Aan Petrus is Christus ver
schenen, voordat Hij kwam tot
de elf (Luk. 24 34; 1 Oor. 15
5); we letten op de nauwkeurige
beschrijving door Johannes in
20 1920, Volgens enkele bij
belverklaarders zijn de slotver
zen 3031 door latere afschrij
vers verplaatst en behcoren zij
eigenlijk te staan na 21 23;
anderen zeggen, dat Johannes
oorspronkelijk zijn evangelie
hier beëindigd heeft en later
hoofdstuk 21 heeft toegevoegd,
vooral om de woorden van Je
sus aangaande Johannes juist te
verklaren (21:22—23). In deze
verzen (20 3031) omschrijft
de evangelist het doel van zijn
werk.
ZONDAG, 3 Jan. Feestdag v.
d. Zoeten Naam Jesus. Mis: In
nomine Jesu. Gloria. 2e gebed
(alleen in stille H.H. Missen) v.
d. octaafdag v. d. H. Joannes,
Apostel 3e (2e) voor de vrede.
Credo. Prefatie van Kerstmis.
Kleur: Wit.
MAANDAG, 4 Jan. Octaafdag
v. d. Onnoozele Kinderen, Mis:
Ex ore (als op 28 Dec.) Gloria.
2e gebed ter eere van Maria
(Deus, qui salutis) 3e voor Kerk
of Paus; 4e voor de vrede. Geen
Tractus, maar Alleluja met vers.
Geen Credo. Prefatie van Kerst
mis. Kleur: Rood.
'in de kerken van de E.E.P.P,
Franciscanen:
ZATERDAG. Mis van de Z.Z.
Bentivolis de Bonis en Gcrardus
Cagnoli, Belijders: Confiteantur.
2e gebed v. d. octaafdag v. d. H.
Stepihanus; 3e ter eere van Maria;
4e voor den vrede. Kleur: wit
MAANDAG. Mis v. d. Z. An
gela van Foligno, Weduwe: Cog-
novi. 2e gebed v. d. octaafdag v.
d. H H. Onnoozele Kinderen; 3e
ter eere van Maria; 4e voor den
vrede.
Bijbel'ezing
week:
Zondag
Mc. an dag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
voor de volgende
Joh. 19 1—11
Joh. 19 12—22
Joh. 19 23—30
Joh. 19 3142
Joh. 20 1—13
Joh. 20 14—23
Joh. 20 24—31
LITURGIE
VRIJDAG 1 Januari 1943.
Feestdag van de Besnijdenis des
Heeren. Octaafdag van Kerstmis.
Mis: Puer. Gloria. 2e gebed voor
den vrede. Credo. Prefatie en het
gebed „Communicainibes" van
Kerstmis. Kleur; wit.
ZATERDAG 2 Jan. Octaafdag
van den H. Stephanus, Martelaar.
Mis: Sederunt Gloria. 2e gebed
ter eere van Maria (Deus, qui
salutis); 3e voor Kerk of Paus;
4e voor den vrede. Geen Credo.
Prefatie van Kerstmis. Kleur:
Rood.
PATER ALESSIO MAGNL
De vicaris der Jezuïeten,
Over Pater Alessio Ambrogio
Magni, den vicaris der Jezuïeten,
deelen de Italiaansche bladen me
de, dat hij Milanees van geboorte
is. Hij bekleedde tot dusver het
ambt van assistent voor Italië
en werd door wijlen Pater Wla-
i dimir Ledochowski nog tijdens
diens leven als vicaris aangewe
zen en wel volgens de gewoonte
voor zes maanden. Pater Magni
werd in 1871 geboren en vierde
in October zijn vijftig-jarig
priesterschap. Gedurende dertig
jaren v/as hij rector van het aan
de universiteit van Padua ver
bonden studenten tehuis. Enkele
jaren was hij hoofd van de p o-
vincies Venetië en Loar.bardije
en hij was sinds 1935 assistent
voor Italië, als opvolger van Pa
ter Boet to, teen d'eze kardinaal
werd en aartsbisschop van Genua.
Pater Magni geniet groote be
kendheid als prediker. Hij leid
de herhaaldelijk de geestelijke
oefeningen in het Vat ik aan,
waaraan Benedictus XV en Pius
XI deelnamen.
Als vicaris heeft hij thans de
taak, de verkiezing voor te be
reiden van een nieuwen generaal,
die gekozen wordt door de assis
tenten of vertegenwoordigers
voor de verschillende naties, hei
zijn er acht, alsmede door drie
vertegenwoordigers van elfiae
provincie en wel door den pro
vinciaal en twee assistenten, wel
ke hiertoe door de provincie spe
ciaal benoemd worden. Er zijn
vijftig provincies. De alg. verga
dering, welke de*i nieuwen ge-
&£ied.
Het jaar is voorbij en wij dronken het uit
Tot den laatsten druppel nog wel;
En twintig gulden kost een konijn,
En Judas gaat t'rug naar de hel.
Wij dronken het bitt're het heele jaar door,
Maar bitter was er niet veel,
En van het kijken met één oog dicht.
Een jaar lang, daarvan word je scheel.
De winter was koud en de kolen schaarsch
En de zomer was nat, grauw en guur.
In de lzroeg was het kil en veel te droog
En alle jenever was duur.
Men zegt, dat het water de menschen soms
Welhaast tot de lippen steeg,
Veel liever lig ik met mijn mond aan het vat,
Maar ach, ook het wijnvat is leeg.
Wie brengt mij vanavond het nat uit een kruik
En 't gebrom van een vliegmachien?
Want avond is 't nu voor de laatste maal
En 't regent óók nog misschien.
En regen heb ik genoeg gehad,
Daarvan doen mijn schoenen nog pijn
En als het maar ouwe klare goot
Dan zou het zoo erg niet zijn.
Ik heb naar een hartige dronk soms gesmacht
En mijzelf daarbij nog beklaagd,
Maar dan moest ik huilen, wat water gaf.
En dat heb ik toch niet gewaagd.
Dan dacht ik: wat drinken de Turken nu
Aan hun krenterig middagfestijn?
Och, laat ze maar drinken, wij hebben niks,
Omdat wij zondaren zijn.
Ais d' oorlog voorbij is dan is het ambt
Van schenker des konings voor ir.y,
Met een twintig-urigen werkdag
En overuren daarbij.
Dan noortig ik mjj op de bruiloft uit
En klaar staat het lits jumeaux,
Dan trouwen den eersten dag Lucas Bols
Met de weduwe Cliquot.
Het jaar is voorbij en wij dronken het uit
Tot den laatsten druppel venijn,
Dat drink ik in 't nieuwe jaar niet meer,
Maar een litertje oude wijn.
Mijn trainer zegt dat ik trainen moet
Vcor mijn taak bij de komende vrêe.
En hebt U een kruikje ouwe nog staan
Dan sluit ik mijn lied en drink mee.
31 December 1942.
Frans Schneiderv
geraal kiest, besrtaat aldus uit
158 leden. Ze vindt plaats in den
zetel van de generale ourie in het
Largo Santo Spirito, die enkele
jaren geleden gebouwd werd en
zich uitstekend tot het doel leent.
Aangezien het niet waarschijn
lijk is. dat in dezen oorlogstijd
alle afgevaardigden te Rome zul
len kunnen verschijnen, zal de
vicaris na de vastgestelde zes
maanden <3en Paus toestemming
moeten vragen, zijn ambt voor-
ioopig te blijven vervullen. Als
dan zal hij niet slechts belast
worden met de regeling der loo-
pende zaken, maar ook met het
effectieve bestuur van de orde.
Bij het in de huiskapel van de
generale curie opgebaarde lyk
van Pater Ledochowski zijn vele
prelaten en andere hoogwaardig-
lieidsbekleeders komen bidden.
Bijna alle te Rome vertoevende
kardinalen bevonden zich onder
hen, alsmede de gezanten van
Spanje en Japan bij den H. Stoel,
en een nicht van den overledene
zuster Orsola, die hem tijdens zijn
ziekte in verband met de strenge
clausura niet heeft kunnen be
zoeken. Zuster Orsola behoort
tot de Orde van het H. Hart van
den Stervenden Jezus, een orde,
door een zuster van Pater Le
dochowski gesticht
De rouwmis is in de kerk vaa
Gesu opgedragen. „Tijd
FEUILLETON
vrfjia&en Banden
Roman van
MARLISE KOLLING.
Moet ik dat ook nog geloo-
n? Je verlangt wel heel wat
in me, Robby. Zal ik je eens
ggen, wat ik geloof? Dat alles
at je me daar verteld -hebt,
anders is dan een scha-
sle poging om je ware gevoe-
ns voor deze vrouw voor mij
verbergen. Ik moet zeggen, ge
en de korten tijd van voorbe-
iding, is het niet onhandig in
kaar gezet. Ik moet je helpen
:2e nieuwe liefde over de grens
krijgen om het jullie beiden
het buitenland zoo gemakke-
mogelijk te maken!"
I, Daisy!" Robert balde zijn
bisten, Hij kon Lisaweta niet
b laten beleedigen.
Zij sloeg met haar vlakke hand
tafel. „Laat me met rust! Ik
wil niets meer hooren! Zoo'ang
jij nog maar iets met die vrouw
hebt, besta je eenvoudig voor mij
niet meer!.. Je hebt maar te
kiezen: óf die Lisaweta, óf ipij.
En nu heb ik geen tijd meer;
Gattersworth wacht op me!"
Zij duwde hem woedend op zij,
het tafeltje, waar hij voor stond,
wankelde, een damectaschje van
grijs peau de suede viel er af
en de inhoud verspreidde zich
over den grond; een poederdoos
je, een barnsteen sigarettenpijp
je, een zakdoek, een manicure
étui, een paar brieven
Robert stond er bij en het was,
of dit 'alles langs hem heen
ging, maar intusschen werd zijn
blik magnetisch aangetrokken
door een voorwerp, dat daar
op den grond lag: een bruin pas
poort. En voor hij zichzelf re
kenschap kon geven van zijn
handelwijze, schoof hij met zijn
voet, die door een vreemde
macht scheen te worden gedre
ven, het bruine boekje onder het,
tot den grond afhangende gor
dijn.
De slag, waarmee Daisy de
deur achter zich in het s7ot >,"d
geworpen, trilde nog na. Op Ro
bert's voorhoofd parelden zweet
druppels; zijn handen waren ijs
koud.
Mechanisch bukte hij zich. Nu
had hij het paspoort in zijn hand.
Nu, cp dit oogenblik moest hij
beslissen. Lisaweta of Daisy
Daisy had het immers zelf ge
zegd. Zij had hem voor de keus
gesteld. En al had zijn leven er
by op het spel gestaan, hij zou
Lisaweta hebben gekozen. Dat
was het eenige juiste in Daisy's
zinlooze beschuldigingen: hij
hield van Lisaweta. Hij moest
haar redden tot eiken prijs.
Toen hij Daisy's kamer wilde
verlaten, kwam de nachtportier
hem op de gang tegemoet.
„Pardon, meneer", zei hij, bij
na fluisterend, terwijl hij schuw
naar alle kanten om zich heen
keek, „ik wilde u even waar
schuwen. U bent vannacht toch
ook naar buiten geweest en
zoo
Robert knikte. Wat stond hem
nu te wachten? Hij liet een bank
biljet in de hand van den por
tier glijden.
„Wat is daarmee?"
„Dank u zeer. Ja, ik weet niet,
of meneer er belang bij heeft,
maar beneden in de hal zit een
rechercheur. En buiten voor het
hotel loopt een man op en neer
dien ik daar vanmorgen vroeg
al eerder heb gezien. Zij heb
ben samen buiten staan praten
en daarna kwam die rechercheur
naar u vragen of er ook een da
me bij u op bezoek is geeest. Ik
heb gezegd, dat u direct bene
den kwam, maar ik denk, dat
hij niet zoo erg lang meer zal
willen wachten. Vermoedelijk zal
hij dan ook wel boven komen. Ik
weet niet of het kwaad kan.
maar in ieder geval leek het mij
beter u even te waarschuwen..."
De portier zweeg, toen hij Ro
bert's woedend gezicht zag.
„Je krijgt tien dollar van me,
man, als je mij nu helpt. En nog
eens tien dollar extra als de zaak
lukt! Begrepen?"
„Jawel, meneer."
„Weet je of mijn verloofde,
juffrouw Lohr, het hotel al ver
laten heeft?"
„Zij is juist weg gegaan, me
neer. Kijk, de sleutel zit nog in
het slot. Die behoort toch eigen
lijk beneden aan het bord."
„Laat zitten!" beval Robert.
De portier keek hem in ge
spannen verwachting aan.
„Je wacht drie minuten daar
bij de trap", gaf Robert koel
overleggend, zijn aanwijzingen.
„Dan ga je langzaam naar be
neden en zegt dien rechercheur,
dat ik nog niet klaar ben en dat
ik hem laat verzoeken boven te
komen, als hij iets van mjj
wenscht te weten."
„In uw kamer, meneer?"
„In mijn kamer!"
„En die kamer van die dame
hier?"
„Blyft open!"
De portier verdween. Zoodra
hij om den hoek was verdwe
nen, stormde Robert zijn eigen
kamer binnen. Met een paar
stappen was hij bij de deur, die
toegang gaf tot zyn slaapka-