Advent BIJBELLEZING BINNENLAND MOMENTJE LITURGIE DE LEIDSCH1 COURANT TWEEDL BLAD ZATERDAG 28 NOVEMBER 1942. Wij hebben feesten noodig. Geen ^feesten van uitgelatenheid, waarin wij 3onszelf verliecen, maar feesten van 'geestelijke verdieping, waarin wij ons zelf vinden, zooals wij zijn, zooals wij snoeten en willen zijn; feesten, die «wij vieren met anderen, maar waar- (Jvan de bron en de kern ligt in ons ),binnenste, daarwaar wij het Jmeest verlaten en dus het meest ons- ïzelf zi.in. Zulk een mooi en gelukkig-makend 1 feest moge voor ons allen worden het tomende Kerstfeest! Wij willen vóóral dat feest vieren op sociale wijze, als ware gemeenschaps- menschen. En daarom moeten wij, voorzoover in ons vermogen ligt, trachten ook voor anderen de uiter lijke omstandigheden geschikt en gun stig te doen zijn voor een geestelijke viering. Wij moeten, om waar en waardig Kerstmis te vieren, dat feest de herinnering aan de geboorte van Christus vieren in daadwerkelijke liefde voor den evenmensch! Dan kan het voor ons een innerlijk gelukkig Kerstfeest zijn. De Kerk bereidt ons op het Kerst feest voor door der. Advent, welke a.s. Zondag begint. In den Adventstijd zullen wij weer in de kerk hooren het ons toekende „Rorate Coeli", in welks melodie het dringend-smeekend ver langen van een naar verlossing ver langende ziel zoo wonder-schoon wordt uitgezongen. Zondag begint de voorbereiding voor Kerstmis en het Kerkelijk Jaar, de Advent. In de Introïtus van de Mis op den eersten dag van het Kerkelijk - Jaar bidden wij: Wijs mij Uw wegen, 2 Heer, en maak mij Uw paden be kend". Als dat verlangen wordt ver vuld, zal ons leven vruchtbaar zijn onder alle omstandigheden. 92e Week 29 November5 December. EVANGELIE VAN DEN H. JOHAN NES 9 1—10 42. De weergave van de genezing van den blindgeborene blinkt uit door duidelijkheid en levende verhaal trant; de eenvoud in de telkens her haalde getuigenis van den genezene valt ons op: eenieder kan met behulp van de gegevens nagaan, dat deze ge nezing niet op natuurlijke wijze te ver klaren is; we zouden geneigd zijn te zeggen: „het middel is erger dan de kwaal". De genezing wordt verhaald in 9: 17; dan volgt het onderzoek 834 en daarna de conclusie in 3541. In zijn anawoord op de vraag der -leerlingen ontkent Jesus niet de mo gelijkheid dat een beproeving in aardsch goed of in lichamelijke ge zondheid een gevolg kan tijn van de personlijke zonden (zie 5 14); de vraag betreft dit afzonderlijk geval; deze man is blindgeboren door natuur lijke oorzaken, maar God heeft het toe gelaten tot Zijn grooter verheerlij king. Hier wordt het wonder reeds voorzegd. Onder „zoolang het dag is" hebben we te verstaan den tijd van Je sus' optreden, hetwelk binnen een half jaar ten einde loopt (zie Luk. 18 32). Het geheele vers 5 is een waar schuwing om den genadetijd niet on gebruikt te laten voorbijgaan (zie 8 21 en 24). Misschien heeft Jesus in de manier van genezen een symbool wil len geven van de werking der sacra menten. Dan volgt het onderzoek. In de blij heid om zijn genezing antwoordt de man zonder eenige vrees. De eersten, die de genezing constateeren, zijn de buren en tij vragen zich af, of zij zich niet vergissen. We kunnen ons voor stellen, hoe de man vol vreugde voor hen staat en zegt: „Kijk maar goed: ik ben het", pe Farizeën beginnen daar zij het wondere feit niet kunnen I ontkennen met een beschuldiging van Sabbatschennis (9 16); we veraf schuwen dat kleinzielig gedoe! Dan ko men de ouders: we denken hierbij aan J 7 13, zij nemen een laffe houding aan. We staan in blijde bewon- j dering om den moed van den j genezene in het verhoor voor de Oversten van het volk. Christus ver bindt aan de genezing van de licha melijke blindheid ook die van de gees telijke blindheid (3538). Dat de zien den blind worden, ligt niet aan de werking Gods, maar aan de reactie der menschen. De geheele genezing wordt door vele bijbelverklaarders gezien als een aanwijzing van de roeping der heidenen (blindgeborenen) tot hei ware geloof en daarom wordt deze ge nezing meermalen afgebeeld als sym bool. voor het Doopsel. De Farkeën staan schuldig in hun niet-erkennen van Christus, daar zij Zijn wonderen hebben gezien en Zijn woorden heb ben gehoord. De allegorie van den goeden Her der sluit bijzonder goed aan op het voorafgaande, waar Jesus hem op neemt, die door de Synagoge was uit- gestooten. Een allegorie is een door gezette gelijkenis, zoodat alle onder- deelen ook beteekenis hebben. Het herdersleven was in Judea overbe kend en dus sprak Jesus duidelijke taal; de schaapstal was de omheinde plaats, waar de herders 's nachts de kudden samenbrachten en toever trouwden aan een wachter; 's mor gens riep eenieder zijn eigen kudde met een eigen teeken naar buiten; dit teeken gebruikte een herder altijd sr daarom was het aan de schapen bekend. Onder degenen, die vóór Hem gekomen zijn, verstaat Jesus de valsche Messiassen en ook de Schriftgeleer den en Opperpriesters (vergelijk Eze- kiel hoofdst. 34). In IC 11 blijkt dui delijk de allegorische beteekenis: Christus spreekt hier over het boven- atuurlijke leven zijner schapen, dat Hij verwerft door Zijn leven te geven. Tot driemaal toe (vers 11, 15 en 17) wijst Christus op de vrijheid van Zijn offer. In 10 16 wordt nog gewezen op de roeping der heidenen en hun goede gesteldheid: „zij zullen luiste ren naar Mijn stem." Waarschijnlijk is de allegorie uitge sproken op het feest van tempelwij ding en sluit dus het volgende geheel aan: deze veronderstelling steunt op de termen in 2629. In de woorden van Jesus komt uit, dat de Joden in Hem niet kunnen ge- looven, omdat zij de goede gesteldheid missen: zij willen niet medewerken met de genade (10 26). Bij 10 31 ver wijzen we naar 8 59. De Joden too- nen in vers 33, dat zij het woord van Christus in vers 30 goed hebben be grepen. De getuigenis van 10 41 kunnen we zcfo omschrijven: Al heeft Johannes tij dens zijn prediking geen enkel wonder gedaan, de waarheid van zijn woord over Christus wordt in de volledige vervulling daarvan aangetoond. Bijbellezing v. de Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag volgende week: Joh. 9 1—12 Joh. 9 13—23 Joh. 9 24—41 Joh. 10 1—10 Joh. 1011—21 Joh. 10 22—31 Joh. 10 32—42 HET' LANGEMARCK- STUDÏUM, Om tot het Langemarck- Studium te worden toege laten moet men aan be paalde normen, wat betreft verstand, karakter en li chamelijke Toestand kun nen voldoen. Deze drie fac toren geven voor den 'uit slag van de schifting den doorslag. De godsdienstige en politieke overtuiging .van den candidaat spelen slechts in zooverre een rol, dat zij niet in tegenspraak mogen :.ijn met dc tradi tie en de doeleinden van het Langemarck-Studium. Iedere ''■andidaat, die be seft, dat het Langemarck- Studium in deEe jaren, waarin de Germaansche mensch worstelt om zijn godsdienst en zijn cultuur tegen de vernietigende machten van het kapitalis me en bolsjewisme te ver dedigen, de Germaansche lotsverbondenheid ook hierin tot uitdrukikng wil brengen, dat iedere jonge, begaafde arbender uit, Duitschland, Nederland, Vlaanderen, Noorwegen en Denen.arken de kans krijgt zijn kennen en kun nen tot aller welzijn te ontwikkelen, zal in het bo venstaande een voldoende verkl aring vinden voor de onzekerheid, die er bij hem op dit punt zou kunnen heer- schen. Wij wonen in een gebied van de Noordzee tot de Weichsel, dat klein is in vergelijking met de levens- ruimten, die andere volkeren en ande re rassen ter beschikking staan. Uit het diepste van ons innerlijk hebben wij ondanks dat cte krachten geput, ons door scheppingsdrang, plichtbesef, ar- bsidislust, sociaal gevoel en trouw aan ons volk, een samenleving, een culi'.uur te scheppen, die het hoogste laat zien, wat ooit ter wereld werd. bereikt. Ons aller lot hangt daarvan af, of wij in deze jaren gezamenlijk het onheil kun nen afweren, dat ons bedreigt. In deze •enorme krachtsontplooiing, die van ons verlangd wordt, is 'het Langenvarck- Stu'diium slechts een klein onderdeel. Geweldig is zijn waardte echter, wan neer wij beseffen, weitoe ongekende krachten er in ons volk schuilen en welke mogelijiktoedien het Lamgeonarok- Studium biedt om dtezie productief te maken. Elke mannelijke jonge Neder* lander tusschen 16 en 22 jaar heeft thans gelegenheid, hieraan mede te werken. Zijn eigen gel.uk en dat van zijn volk hangen er van at Meldit u aan bij het Langemarck-Studium, Waalsdorperwag 12, Den Haag. ZIN VAN HET LEVEN. Wij zijn zoolang den dag reeds ingegaan En dagen zijn voorbijgewaaid of weggevroren; Reeds drie jaar blijft de dood op 't s.agveld staan Drie jaren dood en 't leven drijft verloren. Wij zagen trotsch naar alles in het rond, Wat wij het werk van onze handen meenden, Maar vast alleen bleef hier Gods eigen grond, Terwijl wij al het andere slechts leenden. 't Stond al opeens in onze dagen dood, Wat onze handen hadden ons gegeven; Wij stonden daar beschaamd, verlegen, rood En vroegen aan ons zelf: wat is ons leven? Drie donk're jaren hebben 't ons geleerd, Nu weten wij het tot onz' eigen schande. Het leven is wat ons het hart verteert, Het leven is het werk niet onzer handen. Het leven is geen hebzucht en geen haat, Die rond ons al die donk're dagen schiepen, Die slopen op ons aan met bleek gelaat. Terwijl wij in den lichten dag nog sliepen. Het leven is, o God, die lichte dag, Uw sterren en Uw meren en Uw golven, Wie was er nog, die al die schoonheid zag, Waaronder hij werd dag en nacht bedolven? Het leven is de zee, het groene gras D' onzichtb're wind in wolken en in boomen, De blauwe hemel, die er eerst niet was,' De avond en de nacht vol diepe droomen. Het leven is, o God, Uw meesterwerk. Waarvoor wij nog geen bronzen cent betalen. En wie niet lachen wil of bidden in Uw kerk, Leer het hem of laat hem de duivel halen. ZONDAG 29 Nov. Eerste Zondag v. d. Advent. Mis: Ad te levavi. Geen Gloria. 2e gebed v. d. Radboud, Bis schop van Utrecht (Zie in bet feest eigen v. 'h. Bisdom); 3e v. d. H. Sa- turninus, Martelaar; 4e voor d®n vre de. Credo. Prefatie v. d. Allerheiligste Drieësnheid. Kleur: paars. MAANDAG 30 Nov. Feestdag v. d. H. Andreas, Apostel. Mis: Mihi autem. Gloria. 2e gebed v. cL vorige Zondag; 3e voor den vrede. Credo. Prefatie v. d. Apostelen. Kleur; rood. In de kerken v. d. E.E.P.P. Franciscanen: ZONDAG. 2e gebed v. d. H. Satur- ninuis; 3e ter eere van Maria; 4e voor den vrede. MAANDAG. Feestdag van alle Hei ligen van de Serafijnsche Orde. Mis: Gauidearcius. (Zie 29 Nov.) Gloria. 2e gebed v. d. Z. Antonius Bonfadini, Be lijder; 3e v. d. vorige Zondag; 4e' voor den vrede. Credo. Prefatie v. <3. H. Franciscus. Kleur: wit DE NEDERLANDSCHE KULTUUR KAMER. Arbeidsovereenkomsten op het terrein van het gilde voor theater en dans. Het Verordeningenblad der Neder- landsche Kultuurkamer bevat een ver ordening Van den president, waarbij wordt bepaald, dat tusschen leden van de Kultuurkamer gesloten arbeids overeenkomsten, welke verhoudingen regelen op het gebied, bestreken door de werkzaamheden van het gilde voor theater en dans, moeten worden aan gegaan bij authentieke of onderhand- sche akte. Op de overtreding van dit voorschrift is een boete gesteld van ten hoogste vijfhonderd gulden. Het is n 1. gebleken, dat het ontbreken van eenig schriftelijk bewijs der overeen komst in de theaterwereld heeft geleid tot een zekere mate van rechteloosheid. De werknemer zoowel als de werkge ver immers aarzelen veelal om een ge rechtelijke actie te ondernemen, om dat bij gebreke van een duidelijk schriftelijk contract vaak de stellin gen niet voldoende te bewijzen zijn. Bovendien is een bemiddelend ingrij pen van de zijde van het gilde voor theater en dans bijna ondoenlijk, in dien schriftelijke bewijsstukken ont breken. Door de verordening wordt nu bereikt, dat er althans omtrent het be paalde bij tje overeenkomst geen ver schil van meening meer kan bestaan, waardoor werkgever en werknemer bei-ten zün gebaat. Gebedsactie S. P. L. Voor de maand December luidt de in tentie; „dat missionarissen en inland- sche priesters in wederzijdsche waar- dteerinig en broederlijke liefde mogen samenwerken'' Goed gecamoufleerd staat het pantser* afweerkanon voor den inzet gereed. De pantserjagers houden de wacht, om op iedere verdachte beweging van den vijand te reageeren PK Paul-Sche-F-P H m De molen .Jan van Cuyk" te Cuyk, die gerestaureerd werd onder auspiciën van de vereeniging De Hollandsche Molen", te thans weer in gebruik genomen J. C. Stevens-Pax Holland m

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 5