HITLER'S ONBUIGZAME WIL TOT OVERWINNEN
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De Engelsche schijnsuccessen tegenover tastbare resultaten
Geestdrift in het Beriijnsche Sportpalast
Atamentje
DONDERDAG 1 OCTOBER 1942
34ste Jaargang No. 10368
3)e CclcbclieSoii/fcci/nt
Bureaux: Papengracht 32 - Giro 103003
Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935
C. M. van Hamersveld, Directeur.
Th. Wilmer, Hoofdredacteur.
DE FüHRER OPENT DE OORLOGSWINTERHULP
ACTIE 1942/43
Tijdens een machtige, grootsche betooging tier N. S. D. A. P. in het Sportpalast te
Berlijn is de tiende Winterhulpactie van het Duitsche volk, de Oorlogswinterhulp
actie 1942/43, door den Fuehrer geopend, die in een groote, meesleepende rede het
Duitsche volk opriep tot een nieuw offer voor het grootste sociale werk, dat de
geschiedenis kent.
Minister Goebbels, die tevoren rapport uitbracht over de laatste Oorlogswinter-
hulpactie, kon nogmaals op een geweldige stijging van deze sociale gemeenschaps
prestatie wijzen.
De door pers en radio verspreide aankon diging, dat de Fuehrer, die bij de gedenk
waardige Rijksdagbijeenkomst van 26 April jl. voor de laatste maal tot het Duitsche
volk had gesproken, in het Sportpalast het: woord zou voeren, had een groote men-
schcnmenigte op de been gebracht. Nog voordat Goebbels gereed was met zijn
rapport, bleek uit het gejuich, dat van de straat naar binnen klonk, dat de Fuehrer
aangekomen was. Terwijl de tienduizenden zich van de plaatsen verhieven en met
opgeheven rechter arm Hitier groetten, betrad deze de zaal, vergezeld van Reichs-
fuehrer S.S. Himmler en Oberbefehlsleiter Hilgenfeldt. Hij schudde den eveneens in
de zaal aanwezigen generaal-veldmaarschalk Rommel onder het gejubel van tienduizen
den de hand.
In zijn groote rede wees de Fuehrer op het verschil in oorlogsvoering tusschen de
Duitsche legers en die der geallieerden; tegenover de armzalige „successen", waarop
de Britten prat gaan, somde hij de werkelijke successen van de Duitsche oorlogsvoe
ring op. Hij bracht dank aan de soldaten van het front, wier lijden en heldenmoed
bij openhartig en aangrijpend schilderde en wier prestaties schuil gingen achter een
nuchter en kort zinnetje, in het weermachstbericht. Ook bracht hij dank aan het thuis
front, dat hard arbeidt en van geen wankelen weet. Door de geheele rede heen
klonk de vastbeslotenheid van den Fuehrer om den strijd voort te zetten tot de zege
praal.
sische ijzer krijgen, dan is dat volstrekt
niets. Als wij het grootste graangebied
ter wereld practjsch ontginnen voor
het Duitsche volk en daarmee voor
Europa, dan is dat in het geheel niets.
Als wij ons van de oliebronnen ver
zekeren, is dat ook niets.
Dat alles is niets, maar als Canadeesche
voorhoeden met een klein Engelsch staar
tje als aanhangsel naar Dieppe komen en
zich daar moeizaam negen uur vermogen
te handhaven om daarop definitief te wor
den vernietigd, dan is dat een bemoedigend,
wonderbaarlijk blijk van de onuitputte
lijke, zegevierende kracht, die het Britsche
Imperium eigen is.
Reeds in 1939 waren wij niets, want des
tijds blies Churchill zich ook reeds op: „Ik
kan de heuglijke mededeeling doen, dat
het duikbootengevaar als definitief afge
wend kan worden beschouwd". Wij hebben
meer duikbooten vernietigd, dan de Duit-
schers ooit hebben bezeten.
Dat wij hem uit den Balkan hebben ge
worpen, dat wij Griekenland hebben ver
overd en Kreta bezet, dat zij in Noord-
Afrika verdreven zijn, dat alles is niets.
Maar als er ergens een paar man landen
om een eenzamen voorpost te overrompe
len, dan zijn dat daden, dat zijn prestaties.
Wie derhalve dergelijke dingen gelooft,
zal ons geloof nooit begrijpen. Overigens
hebben zij natuurlijk tegenover onze da
den ook wissels op de toekomst. Zij zeg
gen: „Het tweede front zal komen". Daar
omtrent wil ik niet zeggen, dat wij ons niet
op een tweede front voorbereiden. Als de
heer Churchill zegt: „Wij willen thans aan
de Duitschers overlaten in hun angst te
piekeren, waar en wanneer wij dat front
vormen", dan kan ik slechts zeggen: „Me
neer Churchill, angst hebt u mij nog niet
ingeboezemd. Maar dat wij moeten pieke
ren, daarin hebt u gelijk", want als ik een
tegenstander van militair formaat had, kon
ik ongeveer uitrekenen, waar hij moet aan
vallen. Maar als men militaire idioten te
genover zich heeft, kan men natuurlijk niet
weten waar zij aanvallen.
Of de heer Churchill de eerste plek,
waar hij het tweede front wilde starten,
handig uitgekozen heeft of niet, daarover
zijn zelfs in Engeland de meeningen ver
deeld. Maar geheel afgezien van de plaats,
die hij den volgenden keer uitzoekt, mag
hij overal van geluk spreken, als hij negen
uur aan wal blijft.
Hitier vervolgde o.a.: In mijn oogen
heeft het jaar 1942 reeds de zwaarste
beproevingen achter zich. Dit was de
winter 1941/42. Ik mag wel zeggen, dat
in dezen winter het Duitsche volk en
inzonderheid zijn weermacht door de
Voorzienigheid gewogen zijn. Iets er-
gers kan en zal er niet meer komen. Het
was een zeer moeilijke, zeer harde be
proeving. Desondanks hebben wij de
zen moeilijksten tijd niet alleen over
leefd, maar wij hebben het klaar ge
speeld de aanvalsdivisies opnieuw op
te stellen, resp. te vormen, die bestemd
waren tot opening van het nieuwe of
fensief.
Dit offensief verloopt nu niet zooals onze
tegenstanders hadden gedacht. Ik geloof,
dat wij, als wij een terugblik werpen, te
vreden kunnen zijn met de achter ons lig
gende drie jaar. Steeds was de doelstelling
zeer nuchter, dikwijls zeer vermetel, waar
zij zulks moest zijn, dikwijls wel overwo
gen, waar zij wel overwogen kon zijn, vaak
bedachtzaam, waar wij tijd hadden, voor
zichtig waar wij geloofden onder alle om
standigheden vzeer voorzichtig te moeten
zijn. Maar wij zijn ook zeer stoutmoedig
geweest, waar stoutmoedigheid alleen ons
kon redden.
Hitler neemt het woord
De Fuehrer herinnerde in zijn rede in. de
eerste plaats aan het feit, dat het een jaar
geleden was, dat hij voor het laatst op deze
plaats voor het Duitsche volk kon spreken.
In dien tijd heeft hij zich meer met han
delen en daden moeten bezighouden. Wat
thans uitgesproken moet worden, wordt
bovendien door onze soldaten gezegd.
Ik acht het niet juist, zoo verklaarde hij,
mij reeds thans bezig te houden met de ge
daante van datgene, wat eens zal zijn, maar
ik acht het beter, dat wij ^ns bezig houden
met datgene, wat de tijd momenteel van
ons verlangt.
Een Atlantic Charter aan elkaar te lijmen
is natuurlijk zeer eenvoudig. Deze onzin
zal overigens ook slechts weinige jaren
van kracht zijn en door de harde feiten
eenvoudig ter zijde geschoven worden. Ook
om een andere reden is het voor onze te
genstanders gemakkelijk te praten, want
zij hebben nu na jarenlange vergeefsche
moeite plotseling ons partijprogram ont
dekt en wij zien met verbazing, dat zij de
wereld voor de toekomst ongeveer dat be
loven, wat wij ons Duitsche volk reeds heb
ben gegeven en waarvoor ons tenslotte
door de anderen deze oorlog is aangedaan.
Het is wel erg geestig, aldus merkte de
Fuehrer ironisch op, als b.v. een president
zegt: „Wij willen, dat voortaan iedereen
het recht heeft geen gebrek meer te lij
den" of iets dergelijks. Daarop kan men
slechts zeggen, dat het waarschijnlijk veel
eenvoudiger zal zijn geweest, als deze pre
sident, in plaats van in een oorlog te dui
ken, de geheele werkkracht van zijn land
had gebruikt om tot nuttige productie te
komen en vooral om voor zijn eigen volk
te zorgen, zoodat niet in een gebied, dat
per vierkante kilometer slechts tien raen-
schen heeft te herbergen, gebrek en ellende
heerschen en dertien millioen menschen
werkloos moeten zijn.
Als deze heeren thans een hooge borst
opzetten en plotseling tegenover de wereld
als redder optreden en verklaren: „Wij zul
len er voortaan voor zorgen, dat de nood
van het verleden niet terugkeert", dan zeg
ik, dat deze bezittere van wereldrijken
daarvoor reeds lang vóór ons in hun eigen
landen hadden kunnen zorgen. v
Als ik daarbij hoor, dat iemand nu zegt
ik geloof, dat het de heer Eden is, maar
men weet nu eenmaal niet welke nul daar
aan den overkant aan het praten is dat
zij werkelijk gelooven aan datgene, wat zij
voorgeven te gelooven, dan hadden zij dit
geloof vroeger kunnen belijden. Wij hebben
in ieder geval niet alleen iets geloofd, maar
ook gedaan wat wij geloofden.
FEITEN EN WOORDEN.
En thans gelooven wij, dat wij de vijan
den tot de definitieve overwinning moeten
verslaan. Dat gelooven we en moeten we
ook doen. Natuurlijk kunnen wij met deze
lieden over het begrip geloof in het geheel
niet debatteeren. Wie bijvoorbeeld ge
looft. dat Namsos een overwinning was of
Andalsnes, of wie zelfs gelooft, dat Duin
kerken de grootste overwinning der we
reldgeschiedenis was, of dat mijnentwege
een expeditie, die negen uur duurde, een
verwonderlijke, bemoedigende uiting van
een zegevierende natie was, met hem
kunnen wij ons met onze bescheiden suc
cessen natuurlijk niet vergelijken.
Want wat zijn onze overwinningen
daartegenover eigenlijk? Als wij bij
voorbeeld de laatste maanden tot den
Don konden doordringen, stroomaf
waarts deze rivier volgend tenslotte de
Wolga bereiken, Stalingrad bestormen
en het ook zullen nemen waarop zij
zich kunnen verlaten dan is dat in
het geheel niets.
Als wij doordringen tot den Kauka-
sus, dan is ook dat niets. Als wij de
Oekraine bezetten, als wij de Donets
kolen in bezit nemen, dan is dat alles
niets. Als wij 65 of 70 pet van het Rus-
IJET PROGRAM VOOR DIT JAAR.
Voor dit jaar hebben wij een heel een
voudig program opgesteld:
1) Onder alle omstandigheden datgene
vast te houden, wat vastgehouden moet
worden, d.w.z. den ander te laten aanstor
men, waar wij zelf niet voornemens zijn op
te rukken, stevig stand te houden en af te
wachten wie hier nu het eerst vermoeid
raakt.
2) Onvoorwaardelijk daar aan te vallen,
waar de aanval onder alle omstandigheden
noodzakelijk is. Het doel is daarbij volko
men duidelijk: vernietiging van den rech
terarm van deze internationale samenzwe
ring van kapitalisme, plutocratie en bolsje
wisme.
Hier hebben wij ons nu eenige oogmer
ken gesteld. Ik mag ze zeer in het kort, in
één woord samengevat, vermelden om u tot
het besef te brengen, om speciaal het Duit
sche volk tot het besef te brengen, wat nu
in deze weinige maanden is gepresteerd.
Het eerste doel was de beveiliging van
onze domineerende stelling bij de Zwarte
Zee en de definitieve zuivering van het
schiereiland de Krim. Twee slagen, die om
Kertsj en die om Sebastopol hebben hiertoe
gediend. Nadat wij dit in orde hadden ge
bracht, scheen het ons noodzakelijk een
buil weg te werken, die aan de Wolchof
was ontstaan. Zij werd afgesnoerd en de
tegenstander vernietigd, resp. gevangen ge
nomen.
Toen kwam de volgende taak: voorberei
ding van den doorbraak naar den Don. In-
tusschen had de tegenstander van zijn kant
als oogmerk een groot offensief gekozen,
namelijk van Charkof uit door te breken
naar den oever van den Dnjepr om daar
door ons geheele Zuidelijke front te doen
instorten.
U zult u wellicht nog herinneren met
welk een geestdrift onze tegenstanders
deze operaties volgden. Zij eindigden in
drie slagen met de volledige vernietiging
van meer dan 75 divisies van onzen Russi-
schen tegenstander.
Daarop volgde toen het begin van ons
figen groote offensief. Het doel was in de
eerste plaats den tegenstander de laatste
groote tarwegebieden te ontnemen; in de
tweede plaats hem de laatste rest der steen
kolen te ontnemen, waarvan cokes gemaakt
kan worden; in de derde plaats zijn olie
bronnen te bereiken, en ze te nemen dan
wel althans af te sluiten. De aanval zou dan
in de vierde plaats worden voortgezet om
zijn laatste, grootste verkeersader, de Wol-
ga, af te snijden.
Hier werd als doel gesteld de streek, die
tusschen de bocht van den Don en de Wol
ga zelf ligt en als plaats Stalingrad, niet
omdat dit de plaats met den naam van Sta
lin is, maar uitsluitend omdat dit een stra
tegisch belangrijke stad is en omdat ons
duidelijk voor oogen stond, dat door de
uitschakeling van Dnjepr, Don en Wolga
als verkeerswegen voor Rusland hetzelfde
of iets erger geschiedt als voor Duitschland
het geval zou zijn, als we den Rijn, Elbe,
de Oder en den Donan zouden verliezen.
Want alleen op dezen reusachtigen
stroom, de Wolga, wordt in zes maanden
ongeveer dertig millioen ton goederen ver
voerd. Dat is evenveel als per jaar op den
Rijn. Dit is afgesneden en wel reeds gerui-
men tijd. Thans wordt er vooral ook een
eind gemaakt aan de positie van Stalingrad.
Daardoor wordt deze grendeling bereikt
en versterkt en u kunt overtuigd zijn, dat
geen mensch ons van deze plek kan weg-
krijgen.
Wat nu de overige oogmerken betreft, u
zult wel begrijpen, dat ik daarover niet
spreek, omdat het oogmerken zijn, die op
het oogenblik worden nagejaagd. Maar het
moment zal komen waarop het Duitsche
volk volledige opheldering omtrent deze
nieuwe oogmerken zal verkrijgen.
DE ORGANISATIE VAN HET
VERWORVEN GEBIED.
Ik mag u echter wel zeggen, dat wij ons
natuurlijk de organisatie van dit giganti
sche gebied, dat wij thans beheerschen, als
nieuwe taak hebben gesteld. Er is ons iets
aan gelegen in feite dit reusachtige gebied
veilig te stellen voor onze oorlogvoering en
in ruimeren zin niet alleen voor de voe
ding van ons volk en de waarborging van
onze grondstoffen, maar ook voor de in
standhouding van geheel Europa.
Te dien einde moest om te beginnen het
verkeer in orde worden gebracht. Er zijn
tienduizenden kilometers spoorlijnen, die
wij nu herstellen of wel sedert lang heb
ben hersteld. Dit reusachtige verkeersnet,
dat thans reeds voor het grootste deel op
Europeesche spoorbreedte is gebracht, was
volkomen verwoest. Geen honderden, maar
duizenden bruggen moesten opnieuw wor
den gebouwd. Dit alles is thans in enkele
maanden geschied of zal binnen enkele we
ken voltooid zijn.
Nu zijn er aan den kant van onze tegen
standers menschen, die zeggen: waarom
stoppen ze plotseling? Wel, omdat we voor
zichtig zijn, omdat we net zoolang ergens
blijven tot we onzen etappedienst geheel
in orde hebben. Wij organiseeren achter het
front het verkeer en den landbouw. Het
gebied moet worden ontgonnen. Het gaat
erom, dat we een deel hiervan geheel op
nieuw moeten oriënteeren. Wat hier is ge
presteerd, is gewoon ontzaglijk.
En als dan zoo'n schaapskop, ik kan het
niet anders uitdrukken, zooals mijnentwe
gen Duff Cooper of Eden zegt: Dat was
een groote fout, dat de Duitschers de
Oekraine of het Koebangebied zijn binnen
gedrongen dan zal hij nog wel zien, of
het een fout was, dat wij de verste gebie
den zijn binnengedrongen.
De eerste, zij het ook nog bescheiden
resultaten van dit optreden hebben wij
tot onze vreugde voor het Duitsche volk
toegankelijk kunnen maken. Maar u
kunt ervan overtuigd zijn: wij zijn daar
nog maar aan het begin. Volgend jaar
al zal dit gebied geheel anders georga
niseerd zijn. En eindelijk komt daarna
de organisatie van het algemeene eco
nomische leven en daarna komt de
mijnbouw. Ook hij moet worden ont
gonnen. Daarna komt de electrische
stroom. Als u kon zien hoe daar wordt
gewerkt, zou u begrijpen, dat ook in een
tijd, dat er schijnbaar niets wordt ge
daan, desondanks iets geweldigs wordt
tot stand gebracht.
Daarbij komt nu, dat de bevolking wordt
bevrijdt van den druk der bolsjewistische
macht, die ook thans nog millioenen men
schen ginds psychisch gevangen houdt in
een versaagdheid en men mag wel zeggen
in een angst, waarvan men zich/in Duitsch
land en in andere landen haast geen voor
stelling kan maken. Dit is de angst voor
den commissaris, voor de Gpoe, voor het
geheele bewind, waarvan millioenen men
schen vervuld zijn. Dat alles moet langza
merhand verdwijnen en het verdwijnt ook.
(ZIE VERVOLG OP PAG. 5).
Het torpedeeren van drie
troepentransportschepen
OFFICIEELE DUITSCHE MEDEDEELING
Daar de Britsche en Amerikaansche Be
richtendienst het tot zinken brengen van
de drie groote troepentransportschepen in
het cventrale en Noordelijke deel van den
Adantischen Oceaan probeeren te ontken
nen, wordt van officieele Duitsche zijde
verklaard:
1. Het convooi, waartoe de tot zinken
gebrachte schepen van het type „Viceroy
of India", „Reina del Pacifico" en „Der
byshire" behoorden, koerste naar het
Noorder Kanaal tusschen Ierland en Noord-
Schotland.
2. Het transportschip van het type „Vi
ceroy of India" werd op 25 September des
namiddags omstreeks 16.30 uur getorpe
deerd en tot zinken gebracht.
3. Het transportschip van het type „Rei#
na del Pacifico" werd op 26 September te
gen 01.00 uur in het zeegebied op onge
veer 55 graden Noorderbreedte en 26 tot
27 graden Westerlengte getorpeerd en tot
zinken gebracht, d. w. z. ongeveer 750
zeemijlen ten Westen van den ingang van
het Noorder Kanaal.
4. Het transportschip van het type „Der
byshire" werd op 26 September des nachts
tegen 23.30 uur op ongeveer 55.30 graden
Noorderbreedte en 18.30 graden Wester
lengte getorpedeerd en tot zinken gebracht,
d. w. z. ongeveer 400 zeemijlen ten Westen
van ddn ingang naar het Noorder Kanaal.
g De officieele Duitsche instanties zullen in
de eerstvolgende dagen nieuw bewijsma
teriaal over het tot zinken brengen van de
drie groote transportschepen publiceeren,
zoodat de Britsche en Amerikaansche po
gingen om dit te ontkennen, ontzenuwd zijn.
In een speciaal bericht uit Washington
meldt de Britsche Nieuwsdienst, dat het
Amerikaansche ministerie van marine
heeft medegedeeld, dat in het Zuidelijke
deel van den Stillen Oceaan twee Ameri
kaansche transportschepen tot zinken zijn
gebracht, het eene door torpedo's, het an
dere door geschutvuur.
Geallieerden zijn het oneens
MEENINGSVERSCHILLEN OVER DE
OORLOGVOERING.
De „New York Times" publiceert een op
zienbarend artikel over meeningsverechil-
len tusschen Churchill en Roosevelt eener-
zii ds en den opperbevelhebber der beide
verbonden landen anderzijds, aldus „Stock-
holms Tidningen".
Tusschen de Ver. Staten en Engeland
bestaan fundamenteele meeningsverschil-
N len over den weg naar de overwinning, zoo
verklaart de „New York Times". Churchill
en Roosevelt worden door de Amerikaan
sche militairen overtroefd, die eerst een
overwinning van Japan wenschen voordat
men in Europa tot den aanval overgaat.
Bovendien keuren de Amerikaansche mi
litairen op grond van de Leen- en Pacht
wet uit te voeren verschepingen van Ame
rikaansche wapens naar Europa af. Men
zou het verstandiger vinden wanneer dit
oorlogsmateriaal gebruikt zou worden om
ds Amerikaansche vloot en het leger te
bewapenen in plaats van het naar andere
ianden te versturen. Sedert Leahy chef
van den generalen staf geworden is, zoo
verklaart het blad, hebben de militairen
de absolute controle op de krijgsoperaties
en plannen in de Ver. Staten op zich ge
nomen. De vermindering van een burger
lijken invloed met inbegrip van den in
vloed van Roosevelt op de geallieerde stra
tegie weerspiegelt zich niet 'in het minst
in het ontbreken van een tweede front in
West-Europa. Kringen, welke in nauw con
tact staan met admiraal Leahy beweren,
dat men in Washington den aanval op de
Salomons-eilanden als het tweede front
beschouwt, doch dat de Amerikaansche ver
wachtingen om Japan te overwinnen door
de verplichtingen om in Europa mede te
strijden teniet zijn gedaan.
Door Churchill gedane strategische voor
stellen zijn herhaaldelijk door de chefs van
den Anglo-Amerikaanschen generalen staf
onder voorzitterschap van Leahy, afgewe
zen
„Stockholms Tidningen" wijst in dit ver-
DUISTERE HERFST.
Hoort, hoe de winter reeds zacht
aan onze kleine deuren klopt. Ziet,
hoe de avonden reeds duister worden
en weemoedig van ondoordringbaar
heid. De huizen staan anders, stil en
verborgen in den duisteren avond,
alsof zij zich willen onttrekken aan
het harde duister dat nergens verbro
ken wordt. Soms gulpt er even een
lichtkegel over de straat, die, als er
juist controle in de buurt is, honderd
gulden kost plus drie dagen apocalyp
tische duisternis. En in die huizen zit
ten de menschen. Zij zitten er stil en
rustig of 'maken ruzie al naar hun
aard en stemming. Maar wat doen die
menschen, als zij door eigen lichtzin
nigheid en gemakzucht drie volle dagen
van de bron van alle licht zijn afge
sloten? Voor mij zouden het drie dagen
van volkomen wanhoop zijn. Mijn
brood zou niet worden geroosterd.
Mijn Philishave zou niet meer rui-
schen in mijn baard. Ik zou het ge
gons niet hooren van mijn verleide
lijke stofzuiger.
Wie zijn wij, ongelukigen/ in een
zwarten herfstavond, zondèr licht en
zonder stroom? Ik zou naar de Boter-
straat gaan, waar mijn vriend de Koe-
koloog woont en hem zeggen:
Vriend, neem mij op. Dat ik mij
koestere in het licht van uw lamp, in
de warmte van uw vriendschap en in
de sterkte van uw oude klare. Wees
mij het licht des hemels, als de zon
schijnt. Laat mij uw bloemen zien, uw
dranken smaken en uw stem hooren.
En na drie dagen zou ik teruggaan
naar mijn huis en al de lampen bran
den, die er zijn, om het feest te vie
ren van het licht. En ik zou u allen
uitnoodigen daarbij aanwezig te zijn.
Laat ons hopen, dat het niet noodig
zal zijn
Hedenavond spreekt Max Blokzijl om
19.00 uur via den zenden Hilversum I in de
serie brandende kwesties over het onder
werp „De student, die den haat overwon".
EXTRA-VEELEVERINGSPLICHT AAN
VEEHOUDERS IN NOORD
HOLLAND OPGELEGD.
Na het ernstige geval van den veehouder
in Amsterdam, wien de Secretarisgene
raal van het Dejartement van Landbouw
en Visscherii extra-leveringsplicht van 12
koeien had opgelegd, zijn thans nog drie
gevallen in de provincie Noord-Holland
te vermelden, waarin het achterhouden van
melk den betreffenden veehouders duur te
stade is gekomen.
Een veehouder in Landsmeer is extra-le
veringsplicht opgelegd van vier koeien en
vier pinken; een veehoudster te Amster
dam zal vier koeien, twee pinken en 2 kal
veren moeten afstaan, terwijl een veehoud
ster te Bussumv vier koeien en één pink zal
moeten missen.
Deze veehouders, die de voedselvoorzie
ning van ons volk in gevaar brachten, heb
ben deze ernstige gevolgen uitsluitend aan
zichzelf te wijten.
band op het feit, dat de uitlatingen van de
„New York Times" des te opmerkelijker
zijn, daar het blad een van de betrouw
baarste organen der Ver. Staten is. Voorts
stond de „New York Times" reeds voordat
Amerika aan den oorlog deelnam bekend
als een verdediger van Roosevelt. Het blad
heeft niet zelden gediend als spreekbuis
van het Witte Huis.
CHURCHILL OVER DE VERLIEZEN BIJ
DIEPPE.
Naar de Engelsche Nieuwsdienst meldt,
heeft Churchill in het Lagerhuis verklaard,
dat er bij den aanval op Dieppe zeer zware
verliezen ontstaan zijn, die bijna de helft
bedragen hebben vtn de gezamenlijke Brit
sche strijdkrachten. Churchill weigerde
evenwel, nauwkeurige cijfers te noemen.
Voorts zeide hij, dat de in Dieppe aan land
gezette pantserwagens door de ongedacht
groote kracht der verdediging in hun ope
raties zijn belemmerd.
DE STRIJD OP MADAGASCAR.
De gevechten op Madagascar worden met
dezelfde hardnekkigheid voortgezet. Na
den val van Behinge hebben de Fransche
troepen zich in het bosch van Madagascar
terrugge^rokken, dat uitstekende kansen
op verzet biedt. De Britsche opmarsch vor_
dert wegens de groote terreinmoeilijkhe
den slechts langzaam en de verliezen der
Britten zijn belangrijk grooter dan die van
de verdedigers, die door hun kennis van
het terrein in het voordeel zijn. Ondanks
het feit, dat zware strijdmiddelen in den
strijd worden geworpen, is Ambatoly tot-
dusver nog niet gevallen.
De Britsche Berichtendienst meldt, dat
de Amerikaansche Senaat een wetsontwerp
heeft aangenomen, waarin Roosevelt uitge-
noodigd en gemachtigd wordt, vóór 1 No
vember maatregelen te -nemen tot stabili
satie van prijzen, loonen en salarissen,
voor zoover mogelijk op het peil van 15
September. Het wetsontwerp is naar het
Huis van Afgevaardigden teruggezonden.