DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Momentje DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1942 33ste Jaargang No. 10321 3)e £cld^cHe0oti^a/iit Bureaux: Papengracht 32 - Giro 103003 Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935 G. M. van Hamersveld, Directeur. Th. Wilmer, Hoofdredacteur. V Hel mooiste apostolaat Het is nog altijd, ook in dezen geweldi gen tijd van oorlog waar: dat heel veel leed de menschen zichzelf en elkander berokkenen, geheel en al vrij willig, noodeloos en nutteloos; dat heel veel vreugde de menschen zich zélf en elkander onthouden, terwijl zij die vreugde konden genieten en terW$l zy die vreugde vooral in een tijd als deze zoo noo- dig hebben voor hun lichamelijke en gees- telijke gezondheid. Velen zullen dit droeve verschijnsel van kortzichtigheid en enghartigheid in zichzelf en in hun omgeving kunnen constateer en. Het kon zoo veel mooier zijn in het le ven van velen, ondanks den oorlog! Het kón zoo véél mooier zijn, als wij en anderen zouden zijnmenschen met een gouden hart: „Boven goud en diamant, kan de eene mensch den andere, veel andere menschen rijk maken door z'n gouden hart"! „Een mensch, die het wèl meent met een ander; een mensch, die maar dan gelukkig is, als hij kan weldoen aan een ander; als hij maar kan ont halen, kan vergasten en verrassen: zoo een is een geluksbron, in heel zijn omgeving; hij is de centrale verwarmer van een deel van de menschheid" aldus pater dr. de Vreese S.J. in zijn brochuurtje „Alles komt terecht". En hij vervolgt dan (wij meenen dit citaat onzen lezers al eens eerder te hebben voorgezet, maar het is waard, te worden herlezen): „Wat liggen er geheimen van liefde en geluk en uitvindingen vóf attentie in een goed menschenhart, als het zijn levens drang: om goed te doen, om mee te dee- len, om wèl te willen voor den even- mensch, mag laten gaan! Wat voelt men God nabij, wat tast men den milden zin, door al de goedheid van de menschen heen, van Hèm, den Gelukzaaier bij uitstek, den Wei-Doener van den beginne af en tot het einde! En wat is er een keus van sympa thieke menschen, reeds hier op aarde! Wat zijn er veel vormen van goedheid, die wij reeds in dit leven kunnen ondervinden! Wat is de liefde vindingrijk in deze wereld! Wat kunnen goede medemenschen elkaar verrassen, elkanders wenschen raden en voorkómen! Wat is de aarde mooi, als ze op haar mooist is! Wat zijn de menschen goed, als ze op hun best zijn! En als nu die goede menschen onder elkaar feest vieren, geen zorgen hebben, geen verdriet, één blij verheugen, "bij een Communiefeest, bij huwelijk of bij een Priesterwijding, by een verjaringsfeest en. een behaald succes, waar men elkaar ver blijdt en aan elkanders vreugde steeds nieu we vreugde heeft: dan wil men soms gelooven dat de aarde is omgetooverd; dat men reeds samen leeft „in een hoekje van den hemel!" O, mochten wij als christenen, als katho lieken, het als een gewetensplicht erken nen, om te trachten een „geluksbron", een „centrale verwarmer" voor onze omgeving, .voor een deel van de menschheid te zijn! We kunnen er overvloedig motief en kracht en vorm voor vinden in onze heerlijke ge loofsleer en godsdienstige levensbeginse len. En dat is: het mooiste apostolaat! Vervlogen droomen „....Thans is Singapore de sterkste zee- en luchtvesting van geheel het Britsche Rijk en indien Engeland zelf ooit zou worden bezet, zouden wij ons hoofdkwartier naar Singapore kunnen overbrengen, om vandaar uit met een zeer goede kans op de overwin ning onzen strijd voor te zetten. Aldus schreef „Everybody's Weekly" van 16 Maart 1940, op een tijdstip, dat Enge land nog de droom van het Empire droom de, hoewel de wereld reeds den adem in hield voor den slag, die op dezen droom een bitter ontwaken zou doen volgen. Sin gapore, twee jaar geleden nog beschouwd als de laatste toevlucht der imperiale macht, thans een voor eiken Brit onbereik bare illusie, is het symbool geworden van de groote misrekening, ooit in eenig stra tegisch systeem gemaakt. Matelooze zelf voldaanheid spreekt nog uit de hierboven aangehaalde woorden van het Londensche weekblad. Zelfvoldaan en zelfverzekerd en prat op de macht, die het voorgaf te bezit ten dat was nog het Engeland van 1940 hetzelfde Engeland, dat nu, twee jaar la ter, berooid en gehavend, zich nog slechts met Amerikaanschen steun overeind houdt. Dit is de tragiek van het Britsche Rijk. Maar die tragiek heeft een keerzijde: de ironie. Immers, de mogelijkheden, in Maart 1940 door „Everybody's Weekly" in vollen ernst geopperd, hebben thans, na twee jaar, een ironische bijsmaak gekre'gen. Dat hoo- vaardij voor den val komt, is een oude wijs heid. Maar in het lot, dat de Engelsche macht te Singapore trof, kan men moeilijk de ironische speling van het lot ontkennen. Singapore, zoo schrijft „Everybody's Week ly" en zoo meenden het toen in 1940 ook allen in Engeland, wier woord gezag had, zou ook in den felsten strijd onbedwingbaar blijken. Was het niet de sterkste zee- en luchtvesting ter wereld? Zoo verlustigde men zich in het geweld, dat in de forten, in de arsenalen, op de vliegvelden en in de oorlogsschepen van Singapore lag opge hoopt en.daarbij zag men volkomen de mogelijkheid over het hoofd, dat een lan dingsleger, in den rug der vesting, op de „doode wal" van Koeala Trer.sganoe aan „wal gebracht, al dat geweld krachteloos zou kunnen maken. Dat was het zout der ironie in de bittere spijs, die Engeland te Singapore te slikken kreeg. Ook een overwinning! Eindelijk kan de New Yorksche radio dan toch een overwinning melden. Niet in de barre Russische steppen en niet in het ongastvrije Nijlland, neen wereldstrateeg Roosevelt heeft voor zijn zegepraal een streek uitgezocht, waar tegenstanders als Rommel hem minder hinderlijk voor de voetèn loopen. En omdat een goed zaken man weet, dat een gewild handelsmerk al hêt halve succes waarborgt, heeft Roose- vèlt er verder voor gezorgd, dat het bericht van zijn Overwinning bij zijn Amerikaan- sche cliëntèle al dadelijk een prettige klank kon hebben. Immers, welke aangename vi sioenen openen zich niet voor den Ameri kaanschen belastingbetaler, indien hij hoort, dat de lauweren, die Roosevelt thans om de „Stars en stripes" gevlochten heeft, aan de Goudkust ja, ja, uitgerekend aan de G o u d-kust zijn geplukt. Aan deze kust met haar prettige, veelbelovende naam, waar geen Rommel de genoegens van een beetje oorlogsspel vergalt, zijn na dat eerst Britsche troepen aan wal waren gegaan en naastig hadden rondgespeurd of misschien nog uit eenigerlei hoek gevaar dreigde, thans ook Amerikaansche soldaten ontscheent. Na de onaangename ervaringen op de Philippijnen, is .-nu dus ook voor de zegevierende Amerikaansche armee een plekje gevonden, waar zij met succes aan den oorlog kan deelnemen. Roosevelt be hoeft nu ook niet langer met zijn mond vol tanden te staan bij de hinderlijke bezoeken van Litwinof, die steeds maar over een tweede front komt praten. Er is nu De situatie in Br. Indië HET DOCUMENT VAN GANDHI. De re^eering van den vice-koning van Indië heeft drie dagen vóór het bijeenko men van het plenum der Congrespartij in Bombay een ongehoorden inbreuk op het recht gepleegd door de dienstlokalen van de Al-Indische Congrescommissie door de politie te doen doorzoeken en daar docu menten in beslag te laten nemen. Zij heeft zich op die wijze in het bezit gesteld van de protocollen, welke de ontwerpen behel zen voor de vrijheidsresolutie van het Con gres. Vervolgens heeft zij, zonder de goed keuring Van Gandhi tè vragen, een docu ment gepubliceerd met het voorstel, dat Gandhi op 7 Augustus aan het plenum van het Congres ter goedkeuring wilde aanbe velen. In dit ontwerp staat een, naar beweerd wordt van Gandhi afkomstige passage, die hierop neerkomt, dat Indië, zoodra het zijn vrijheid zou hebben verkregen, terstond onderhandelingen zou aanknoopen met de Japanners. Pandit Nehroe zou wijziging geëischt hebben van deze passage met de motiveering, dat daarin een indirecte uit spraak vóór de landen van het Driemo- gendhedenpact gezien zou kunnen worden. De Engelsche pers heeft zich van het ge val meester gemaakt en Gandhi beschul digd van landsverraderlijke voornemens. In Duitsche politieke kringen wordt het optreden van de regeering van den vice- koning den grootsten aanval genoemd, dien de Engelschen den laatsten tijd gericht hebben op Gandhi en zijn beweging. De publicatie van de processen-verbaa# over de interne onderhandelingen van het Con gres, zoo wordt hier verklaard, heeftuit sluitend en alleen ten doel de nationale beweging in Indië te splitsen en de mee- ningsverschillen tusschen Gandhi en Neh roe, die door een compromis werden opge heven, weer te doen opvlammen en aan te wakkeren. Bovendien is het de bedoeling door de publicatie Gandhi openlijk te betichten van samenwerking met den vijand, teneinde daarmede een juridische aanleiding te heb ben om Gandhi onder beschuldiging van landverraad te kunnen arresteeren en on schadelijk te maken. De spanning in Indië is daarmede, naar politieke kringen te Berlijn verklaren, in een acuut stadium getreden, welks ernst niet meer kan worden verbloemd. Met zulke terreurmaatregelen zullen de Engel schen de nationale beweging en opstand in Indië echter niet kunnen stuiten. In de Wilhelmstrasse wordt derhalve de meening uitgesproken, dat de rol van Engeland in Indië ^als uitgespeeld moet worden be schouwd, met welke middelen Groot-Brit- tannië ook de actueele problemen mocht trachten té knevelen. Men geeft bovendien in de Wilhelmstrasse uitdrukking aan de meening, dat de volgende weken verrassin gen in Indië verwacht kunnen worden. een tweede front: het front aan de Goud kust. En de Amerikaansche belastingbeta ler, die deze zegevierende expeditie ten slotte betalen moet en gelukkig maar over een zeer elementaire geografische kennis be schikt, zal in de meening verkeeren, dat de Goudkust een kust van louter goud is, waar het gezofchte gele metaal maar voor het opscheppen ligt. Bij zoo'n goede bussi- nes kan men weer het een en ander door de vingers zien, wanneer Roosevelt als een parvenu het geld met handen vol de vensters uit gooit. WINTERHULP NEDERLAND LOTERIJ 1942 BETEEKENT: 1 PRIJS OP 2 LOTEN! IN HET OOSTEN LIGT DE TOEKOMST GERMAANSCHE HEERSCHAREN. SS-P.K. Toen in 1939 deze oorlog be gon,' scheen het een strijd te zijn om Dan zig, om de Duitsche families aan de Weieh- seï, de laatste schakel van de worsteling te gen Versailles, het laatste gevecht van alle veldslagen, die in 1914 begonnen en in 1918 niet geëindigd zijn. Toen Frankrijk in 1940 verslagen was, geloofden velen, dat nu de beslissing in den oerouden strijd tusschen Duitschland en Frankrijk om de heerschappij op het con tinent opnieuw en ditmaal zegenrijk voor Duitschland uitgevochten was. Maar daar tusschen lagen al Noorwegen en de bezet ting van Nederland en België tot aan Duin kerken. En heden weten wij, in het aange zicht van het Oosten, dit is meer dan eipi oorlog, meer ook dan een herziening van den vrede van 1648, zelfs meer dan alleen een overwinning van een nieuw, jong rijk. Na ruim een jaar oorlog in het Oosten wordt de sluier der toekomst voor ons op gelicht en zien wij in een vlammend mor genrood: een nieuwe eeuw, het nieuwe Europa. Van Finland tot aan de Zwarte Zee, van de rotsachtige oever van den Atlantischen Oceaan tot de in het blauw van de horizon vervangende verte van het Oosten breekt opnieuw een tijd aan, zooals eens toert de huifkar door Europa ratelde. En, waar toen de heilige teekens van oeroude sibbe tot vaandels van nieuwe geslachten geworden zijn, zoo waaien nu over de wagens, over krijgers en boeren weer dezelfde teekens. Aldus is het verre nieuwe aan het al ver dere oude gebonden, zooals de zoon al dopr den naam aan de daden zijner voorvade ren gebonden is. Altijd zijn Noord en Zuid, Germanen en Romanen naar het Westen eri Oosten getrokken. Uit den marschtred hun ner krijgers ontsproot eén nieuwe tijd, uit hun boezem ruischten gezangen, uit de visioenen van hun gedachten: levende kiinst. De .oorlog en niet de vrede is de vader van een volk; uit de gevallenen groeit het eeuwige leven. Met deze gedachten gingen wij naar het Oosten: twaalf man van vele millioenen, die gegaan zijn, niet omdat men ons het bevel daarvoor gegeven heeft, maar omdat ons bloed ons dat bevolen heeft, vrijwil lig, om ons daarmede nog hechter aan den Fuehrer te verbinden .Een uiterlijk bevel kan wellicht herroepen worden, een inner lijke opdracht nooit. Germaansche heerscharen. Die twaalf dat waren, Duitschers en Ne derlanders, Vlamingen en Zweden, Noren en Denen en op de stations daar troffen wij Italianen en Spanjaarden, Slowaken en Hongaren, Krcraten en Fransehen, Roeme nen en Finnen: de Europeesche ridderschap, krijgsknechten en schildknapen. Vele dagen en nachten waren wij teza men, wij blikten gemeenzaam naar het Oosten op en terug naar onze landen, wij aten tezamen gemeenschappelijk het brood, wij spraken veel over onze gedachten, al tijd weer in dezelfden ban; en als wij slie pen, ergens op een bank in een hoek van eeh stroohut óf op de munitiekisten in een naar voren rollenden wagen, dan was ook deze slaap vol van beelden en wij probeer den dè droomen van den nacht voor onzen geest te halen. En altijd weer was de be krachtiging van deze, onze gemeenzaam heid een nieuw en trotsch geluk: ook wij twaalf waren eenGermaansche heer schaar. En zoo voelen wij het nieuwe. Op onze kragen dragen wij de twee „Sigrunen", het „Hoheitszeichen" siert on zen arm,.-aan onze wagen straalt het zonne- rad, het zinnebeeld van onze groot-Ger- maansche-divisie. Nog drie dagen, misschien nog wel tien, dan zullen wij midden in hem zijn, in dezen heerban van Germanen, die nu al een jaar strijdt, en vechten zal, zoo als onze voorvaderen gevochten hebben want ook hier, ver in het Oosten, slapen Germaansche dooden Zoo zien wij nu dit land, niet dat arme, vernielde, uitgezogen, verwilderde met dui- zende litteekens bedekte bolsjewistische land, zijn armzalige, leelijke en verkom merde steden en gehuchten, zijn onbegaan bare wegen en straten. Neen," wij zien de schoonheid van de zich zacht wiegende ver ten, van zijn velden en wouden, heuvels en dalen, ravijnen en rivieren en wij zien een prachtig en gelukkig volk leven in goede met stroo bedekte buizen, die zullen zijn als villa's in prachtige parken. Wij zien een stralenden rij kom den nog altijd kuischen bodem ontspruiten, zien het vee en graan en heerlijke steden in een warmen gloed van een stralende zon, daar zien wij: Ons land der toekomst. Hoe lang hebben wij vergeten, dat dit al les hier Europa is? Was niet eenmaal het einde van Europa al aan de Elbe? Was niet later de Oder de grens of de Weichsel? Was er ook niet eenmaal een tijd, dat de gren zen van Europa onder de muren van Wee- nen lagen of aan den voet der Pyreneeën? Nu keert zijn laatste deel weer: Europa's Oosten is terug. En wij hebben het gezien op deze reis, onze oogen hebben het omvat, onze handen hebben het gevoeld, onze mond heeft het geproefd dat dit land wer kelijk Europa is. Ook als geen andere be wijzen daarvoor getuigen, bewijst het land schap het. Het is geen sprong tusschen on ze velden en deze hier, alles is ons eigen en behoort bij ons, zelfs de sterren voegen zich 's nachts bij alle beelden, die wij kennen als een deel van onszelf. „In het Oosten ligt de toekomst", zegt een spreuk, met houtskool op den witten wand van de kamer, die ons toegewezen is, geschreven. Een kameraad, die al voor ons hier was, heeft hem als vermaning, als be krachtiging daar geschreven. Hij heeft weergegeven wat allen weten en in gedach te met zich voeren, allen die hier strijden, SS-mannen van de Groot-Germaansche di visie: Duitschers, Z\Veden, Denen, Noren, Nederlanders, Vlamingen en Zwitsers. On ze toekomst in ons Oosten. SS-oorlogsberiChtgever, W. BADE. HET ITALIAANSCHB WEERMACHTSBERICHT. In zijn weermadhtsbericht van gisteren maakt het Italiaansdhe opperbevel het vol gende bekend: In Egypte aan het front te land geen enkele vermeldenswaardige gebeurteiiis. Een vijandelijk vliegtuig werd door het luchtdoelgeschut van een van onze groote eenheden neergehaald, vier andere vijan delijke vliegtuigen werden door Duitsche jagers neergeschoten. Formaties vliegtuigen ondernamen bombardementen op de ach- terwaartsohe verbindingen van den vijand. Duitsche vliegtuigen waren bijzonder ac tief ten aanzien van doelen in het gebied van Alexandrië. De activiteit der bommenwerpers van de as werd ook voortgezet boven Malta. In de wateren van Feodosia (de Krim) werd een stoutmoedige nachtelijke aanval'onder- nomen op*een formatie der Sovjefvloot door een flottielje Italiaansche motortorpe- dobooten, die een kruiser van 5500 ton, be- hoorende tot de klasse „Roode Krim" tot zinken brachten. Ondanks de hevige vijan delijke reactie keerden al onze eenheden behouden op haar bases terug. HET NOORD-AFRIKAANSCHE FRONT. Over den militairen toestand aan het Egyptische front schrijft een oorlogsver slaggever onder meer: „Het pantserleger van generaal-veld- maarschalk Rommel staat, het geweer bij den voet, in de stelling van El Alamein. Het is thans in de eerste plaats zaak te hou den, wat verworven is. Het is maar al te begrijpelijk, dat gedurende eey pauze en een defensief de moed van den vertwij felden vijand toeneemt. Maar ook hij zal moeten inzien, dat het in ons voordeel is, wanneer hij, zooals eenige dagen geleden, bij een plotselingen aanval in één slag 150 pantserwagens verliest, terwijl de Spil geen verliezén lijdt. De Engelsche brengen hier op een klein gebied alles, wat zij aan vlieg tuigen hebben, bijeen, doch dit belet niet, dat de luchtmacht der Spil het luchtruim beveiligt". De verslaggever meldt dan, dat de ver kenningsvliegtuigen cjer Spilmogendheden voortdurend de bewegingen van den vijand controleeren. Zij zien, dat de strijdkrach ten van den vijand nog aanzienlijk zijn. Tal- looze voertuigen, pantserwagens en stukken geschut staan op een klein gebied. Onbe wegelijk ligt de vijandelijke kolos als bol werk voor den Eg^ptischen grond. De Duit sche vliegers breng'en hun waarnemingen in kaart: het eommando kan daaruit zijn ge- voltrekkingen maken. De wet van het han delen, aldus de verslaggever, blijft bij Rommel berusten, oOk in het defensief. SARADSJOGLOE OVER TURKUE's BUITENLANDSCHE POLITIEK. De Turksche minister-president Sa- radsjogloe heeft voor de groote nationale vergadering omtrent de Turksche buiten- landsche politiek o.a. verklaard, dat de nieuwe regeering met waakzame aandacht er voor zal zorgen, dat Turkije buiten de zen oorlog blijft. Ondanks alle rampen, welke Turkije in het verleden heeft mee gemaakt, is het thans tot een vaste eenheid aaneengesmeed. De nieuwe regeering stelt al haar streven en al haar moeite en aandacht in het werk, om Turkije buiten den oorlog te houden. Onze hoop, zoo verklaarde Saragjogloe letterlijk, dat wij onze schoone taak ook naar het doel kunnen leiden, zal ook niet vervliegen, wanneer wij eens ondanks onze inspanningen een aanval op ons land of op onze onafhankelijkheid zouden beleven. In dat geval zouden wij ons leven slechts in dienst stellen van dit eene ideaal n.l. den strijd tot het uiterste. In het verdere verloop van zyn rede-pe toogde Saradsjogloe,. dat het Turksche le ger machtig, krachtig en paraat is. De nieu we regeering zal al haar kracht er aan be steden om het leger nog sterker te maken. De Turksche neutraliteit is de uitdruk king van een algemeen politiek stelsel, dat op alle gebieden een geruststellende op rechtheid en duidelijkheid vertoont. Een be wijs voor de Turksche neutraliteitspolitiek moet gezien worden in den vorm van het Turksch-Duitsche pact, dat opnieuw de vriendschap en het wederzijdsch begrip tus schen beide landen bezegelt. Een ander bewijs voor de Turksche neutraliteitspoli tiek is het Turksch-Engelsche verdrag van bondgenootschap. Deze beid^. bondgenoot schappen, zoo constateerde de minister president, vormen het doorslaggevende be wijs voor de kracht der actieve politiek van Turkije en toonen de Turksche houding aan tegenover de beide groote mogendheden, die met elkaar oorlog voeren. Jegens beide oorlogvoerende partijen is de houding van Turkije op gelijke wijze vriendschappelijk en loyaal. De premier besloot zijn rede met de vol gende verklaring: Een vriendschappelijke houding van den kant van welke mogend heid ook beantwoorden wij met gelijke vriendschap. Op vijandelijkheden antwoor den wij echter met ontembaren moed en energieke kracht. Volgens deze richtsnoe ren streeft de nieuwe regeering de doel stellingen na van de Turksche buitenland- sche politiek. GEBAKKEN VREDE. Gisteren hebben wij in de krant de volgende bepaling gelezen: hij, die duiven houdt moet deze binnen een week slachten en de pooten bij den burgemeester inleveren. Ik heb geen duiven en ik heb ook nog nooit dui ven geslacht of gegeten. Zelfs het laatste lijkt mij een mager genoegen. Ik bemin meer de sappige bout, die je met twee handen moet vasthouden en waarin je, zoo ongeveer naar de ze den der oude Germanen, je tanden kunt zetten, en dat is een genoegen, dat heden ten dage al te schaarsch is. En toch zou ik mij zelf wel eens wil len zien zitten bij ons midden op de laan, een stevig stuk wild draaiend boven een houtvuur zonder een drup pel vet te doen verloren gaan. Het zijn slechts de duifjes, die straks op hoog bevel in de pan zullen liggen. Nu behoeft ons medelijden zich niet uit te strekken tot die diertjes zelf. Indien u morgen een paar vette var- kenscarbonades in uw pan zoudt vin den, zoudt u er ook geen medelijden mee hebben en niet eens denken aan het varken, dat ze heeft geleverd. U heeft misschien alleen medelijden met u zelf, dat de carbonade zoo lang uit blijft. Nu zullen er duiven liggen sud deren in de pan. Het dier, dat wij al tijd hebben gezien als het symbool van den vrede. Dat het begrip was wan iets, dat teer is en onschuldig. Dat een olijftak naar de ark droeg, toen het water was gezakt. Hoe zal het nu gaan met de zondvloed van dezen zo mer, als alle duiven weg zijn. De doodsklok luidt over alle duiven. En er is geen ark om er twee te sparen, die het geslacht zullen redden en den vrede. Wij slachten en bakken den vrede. Gebakken vrede. Ik ben be nieuwd hoe dat smaken zal „EEN JONGEN VAN ZESTIEN". Hedenavond van 21.00 tot 21.15 spreekt Max Blokzijl via Hilversum II in den serie brandende kwesties over het onderwerp: „Een jongen van zestien". OPROEP AAN FAMILIELEDEN VAN IN NEDERLANDSCH-INDIë GEINTER- NEERDE LEDEN DER N.S.B. Echtgenooten, kinderen en ouders van in Nederlandsch-Indië geintemeerde leden der N.S.B. die in behoeftige omstandighe den verkeeren of orri andere redenen hulp of raad noodig hebben, wordt verzocht zich daartoe schriftelijk onder opgave van vol ledige bijzonderheden te richten tot het secretariaat-generaal der N.S.B., Malie baan 35 te Utrecht. DE PAUS NIET NAAR CASTEL GANDOLFO. Op 15 Augustus, den bekenden Ferragos- todag, waarop in Italië algemeen de va- cantie begint, zal ook in het Vaticaan de zomerpauze aanvangen. In verband met den oorlog echter zal de Paus ook dit jaar niet naar zijn zomerverblijf, CasteT Gan- dolfo, gaan, maar in het Vaticaan blijven en alleen in de heete uren van den dag den toren Leo XIII betrekken, waar de Pausen tijdens het cönflict met Italië be schutting plachten te zoeken tegen de zo- merhitte. ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN DUITSCHLAND. Afzonderlijke Britsche bombardements vliegtuigen hebben in den afgelóopen nacht storingsvluchten zonder militaire uitwer king ondernomen op West-Duitsch gebied. In eenige plaatsen ontstond door brisant - en brandbommen geringe materieele scha de, overwegend in woonwijken. Volgens de voorloopige- berichten werden vijf der- aanvallende machines neergeschoten. IN EEN PAAR REGELS Het Amerikaansche bureau voor de oorlogsproductie heeft bepaald, dat de auto productie voor particuliere doeleinden ge heel gestaakt moet worden. Naar de Britsche berichtendienst meldt, heeft Cripps ter motiveering van het regeeringsvoorstel tot verdaging van "het parlement voor het zomerreces aange voerd, dat de ministers overwerkt zijn en de voorgeschreven aanwezigheid in het parlement niet meer kunnen verdragen. Over den bomaanslag te Montevideo wordt nog vernomen, dat de ontploffing in de voorstad Carasco, 15 kilometer van de hoofdstad, plaats vond. De geheele zender installatie en een groot deel d,er gebouwen werd vernield. Menschenlevens zijn er niet te betreuren. De Engelsche koning heeft gisteren uit de eerste hand een verslag over den mislukten veldtocht in Libye gekregen. Hij heeft n.l. generaal Ritchie, die toen het bevel over het achtste leger voerde, in audiëntie ontvangen. De admiraliteit der Ver. Staten heeft gistereruhet verlies van drie koopvaardij schepen bekend gemaakt, die in den Indi- schen Oceaan, het Noordelijke deel van den Stillen Oceaan en voor de Zuid-Afrikaan- sche kust doof duikbooten tot zinken ge bracht zijn. Japansche vlooteenheden hebben op 30 Juli j.l. strategische punten bezet op de Kei-eilanden, de Aróé-eilanden en de Te- nimbèr-'feilanden in de Alfoeren-Zee ten Noorden van Australië.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1