DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Momentje DINSDAG 14 JULI 1942 33ste Jaargang No. 10301 ~ye£eid6efi^(Bou/z>a/m Bureaux: #apengracht 32 - Giro 103003 Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935 C. M. van Hamersveld, Directeur. Th. Wilmer, Hoofdredacteur. ORDENING IN EUROPA i. „Voor de naaste toekomst teekent zich in elk geval in zekeren zin als eerste schets van het toekomstige economische wereldbeeld en als vervolg van een ont wikkeling, welke reeds vóór dezen oorlog inzette de vorming van groote econo mische ruimten af. Dat de economische be langen van Engeland gericht waren op zijn tot dusver bestaand Imperium, was reeds lang als een vaststaand feit bekend. De economische politiek der Vereenigde Sta ten wijst duidelijk in de richting van een „Pan-Amerika" ofschoon men het niet wil toegeven. In het Verre Oosten zijn wij ge tuigen van de ontwikkeling van een Azia tische economische ruimte onder leiding van Japan. Ook het vasteland van Europa kan zich aan deze natuurlijke ontwikkeling niet langer onttrekken. Het is echter tee kenend, dat zijn vorming pas op de laatste plaats volgde, hetgeen de Angelsaksische propaganda stiekum dood zwijgt. Het is daarom in zekeren zin een rechtvaardige vergelding, wanneer de idee van een con tinentaal Europeesche economische ruimte zich juist door den tegenwoordigen oorlog steeds sterker baan breekt, hetgeen Enge land als verwekker van dezen oorlog ze ker niet bedoeld noch voorzien heeft". Dit is een gedeelte uit een rede van staatssecretaris Landfried van het Rijks ministerie van economische zaken te Ber lijn, toen hij verleden jaar te Kopenhagen sprak. Wij worden daaraan weer herinnerd door een boekje, getiteld „Die Wirtschaft im Neuen Europa", waarin de uitspraken van verschillende vooraanstaande perso nen op dit gebied zijn opgenomen. Het denkbeeld van een groote Europee sche levensruimte is een machtige con ceptie; een grootsch visioen, dat wel in staat is bewondering af te dwingen en geestdrift te ontketenen. Het is een denk beeld, dat ons aller belangstelling waard is. Het is begrijpelijk, dat men zich op de eerste plaats afvraagt, hoe zulk een Euro peesche leefruimte er dan wel uit zal zien, hoe haar inrichting zal zijn en haar finan- cieringsmogelijkheden. Dat is een begrijpe lijke nieuwsgierigheid, maar aldus zegt de Duitsche minister van economische za ken en Rijksbankpresident Funk „wij willen ook in de toekomst geen kunstmati ge bouwsels maken. De nieuwe economi sche ordening in Europa zal zich uit de na tuurlijk gegroeide toestanden ontwikkelen, voorzoover er voor een nauwe economische samenwerking tusschen Duitsohland en de Europeesche landen natuurlijke grondsla gen aanwezig zijn". Men wil dus niets for- ceeren, doch het nieuwe laten aansluiten bij hetgeen natuurlijk gegroeid is en op de basis van hetgeen voorhanden is de ontwik keling leiden. „In Europa moet ieder land zijn eigen economische krachten ontwikkelen en ont plooien zoo gaat dr. Punk voort en ieder land moet ook met ieder ander land handel kunnen drijven, maar de principes en de methoden, volgens welke deze han del zich voltrekt, zullen in 't algemeen de zelfde moeten zijn. Wij moeten erop bedacht zijn, zooveel mogelijk al die producten in voldoende mate in de Europeesche economische ruim te voorhanden te helbben, welke deze ruim te onafhankelijk maken van andere ruim ten. Wij moeten derhalve de economische vrijheid van deze ruimte veilig stellen. Dat is in laatste instantie een vraag van den levensstandaard. Wij zouden bijv. in de toekomst geen tonnen olie van de over- zeesche markten behoeven in te voeren, als wij het verbruik van deze brandstof overeenkomstig rantsoeneerden. Wil men echter iedereen zooveel auto laten rijden als hij wensoht en wil men zooveel auto's als maar mogelijk is laten vervaardigen, dan is daar niets op tegen, als men hetgeen er meer noodig is aan olie uit het buiten land invoert, omdat in noodgevallen het verbruik op dien standteruggebracht kan worden, waarop wij het zelf kunnen dek ken. Nog sterker is dit het geval met ge notmiddelen, zooals koffie, thee, cacao enz. Men moet er dus steeds op bedacht zijn, dat in tijd van nood de Groot-Duitsche levensruimte, voor zoover 't zijn eigen eco nomische krachten betreft, niet afhanke lijk wordt van krachten en machten, waarop wij geen invloed kunnen uitoefenen. Daar bij zal men eraan moeten denken, dat de positie van de Groot-Duitsche grondstoffen zich gedurende den oorlog geweldig ver beterd heeft en dat Duitschland aan het einde van d: gewonnen oorlog over een export-mogelijkheid zal beschikken, zooals nog nooit is voorgekomen. Op het gebied van steenkolen, kali, ijzer, hout, electrisohe energie, maar ook van alle door de Duit sche economie en wetenschap met zoo groot succes tot ontwikkeling gebrachte synthe tische stoffen en door de nieuwe werkstof- fen, zullen wij nog onafhankelijker van de wereldmarkt en vooral van de mono culturen der wereld zijn als tot nu toe het geval was. Dat geldt voor alle grondstof fen, maar in 't bijzonder voor de landbouw producten. Juist op het gebied van de volksvoeding zal een planmatige produc tie-verhooging en een nieuwe instelling der productie op de noodzakelijke levensbe hoeften de voedsel-onafhankelijkheid nog verder zeker stellen als dat reeds in Groot- Duitschland geschied is. De centraal ge leide en georganiseerde Europeesche graan markt zal in elk geval niet den vorm van de oude speculatieve graanbeurzen hebben, maar evenals de geld-clearing als graan- clearing functioneeren. Maar principieel zal men de economische politiek steeds daarheen moeten richten, dat wij ook met de overige wereld economische betrekkin gen onderhouden, om den levensstandaard van het Duitsche volk en van de hoog ont wikkelde Europeesche industriestaten steeds verder te verzekeren en te verhoo- gen". Met deze woorden heeft dr. Funk in groo te globale trekken de plannen voor een groot-Europeesohe leefruimte geteekend. In een volgend artikel zullen wij dr. Funk DE BESTRIJDING VAN DE SABOTAGE Toelichting op de nieuwe verordening De Wehrmachtsbefehlshaber heeft ter waarschuwing van onbezonnen elementen tegen daden van sabotage, waartoe de vijand den laatsten tijd de bevolking der bezette gebieden weder in versterkte mate opzet een vrij groot aantal gijzelaars gevangen doen zetten. Tot hetzelfde doel, de beveiliging van de uitvoering van zijn militaire op dracht, is ook gisteren de verordening van kracht geworden betreffende den afweer van daden van sabotage, gericht tegen de bezettingsmacht. Herhaaldelijk, tegen de bezettingsmacht en in het bijzonder tegen installaties van de Duitsche weermachts gerichte pogingen tot sabotage hebben aanleiding gegeven tot het gebruik maken van Nederlanders voor de bewaking van bepaalde objecten. Herhaaldelijk moest worden geconstateerd, dat zulke bewakingsopdrachten niet, of niet voldoende nagekomen werden. Dat kan alleen reeds met het oog op de open bare veiligheid, welker handhaving ook in het belang van de Nederlandsche "bevolking is, niet geduld worden. Wie een hem ter bescherming tegen daden van sabotage verleende opdracht, onder welke omstan digheden of invloeden tot deze daden ook aanleiding mocht zijn gegeven, niet plichts getrouw en nauwgezet nakomt, stelt zich bloot aan de zwaarste bestraffing en wordt volgens art. 1 van de genoemde verordening met den dood gestraft. Vrijheidsstraffen kunnen slechts in minder ernstige gevallen worden gegeven. Zelfs in geval van een slechts door nalatigheid ontstane overtre ding van een bewakingsopdracht worden deze straffen gegeven wanneer door de daad eenigerlei schade is ontstaan. Een meedoogenlooze bestrijding van alle daden van sabotage en andere tegen de bezet tingsmacht gerichte misdaden eischte ech ter niet slechts een intransigent optreden tegen ieder, die bereid is tot dergelijke da den, maar ook de scherpste bestraffing van allen, die, op de hoogte zijnde van een dergelijke daad, ook wanneer daartoe slechts plannen bestaan, hun plicht tot loyaal ontreden tegen de bezettende macht schenden. Volgens art. 2 der verordening wordt degene, die van een misdrijf tegen de bezettende macht of van het voornemen tot zulk een misdrijf in geloofwaardigen vorm kennis krijgt en nalaat een instantie der Duitsche weermacht of der Duitsche politie onverwijld hiervan te verwittigen, gestraft met dezelfde straf, waarmee de da der wordt bedreigd, voor het geval het misdrijf wordt volvoerd. Dat beteekent, dat bij een misdrijf, waarop de doodstraf staat, niet alleen de dader zelf, maar ieder, die op eenigerlei wijze in geloofwaaruigen vorm kennis heeft gekregen van het plan tot de daad, doch nagelaten heeft hiervan volgens voorschrift aangifte te doen, zijn leven heeft verspeeld. Artikel 3 der verordening dient eveneens tot den veelomvattenden, doelmatigen af weer van alle handelingen, gericht tegen de bezettende macht. Het is gericht tegen een ieder, die een persoon, van wien hij weet, of, de omstandigheden in aanmer king genomen, moet aannemen, dat hij deel heeft aan een misdrijf tegen de bezetten de mogendheid of een dergelijk misdrijf in den zin heeft, niet onverwijld aangeeft bij de-Duitsche politie of de Duitsche weer macht of die een dergelijk iemand ver bergt, bij zich opneemt of in anderen vorm steun verleent. In al deze gevallen wordt de schuldige als regel getroffen door de zelfde straf waarmee de geholpen dader wordt bedreigd, in geval het misdrijf is volvoerd. Een nieuw element met betrekking tot de strafvervolging brengt tenslotte artikel 5 der verordening. Volgens dit artikel zijn van nu af functionarissen der Nederland sche politie of leden van een formatie, die gesteld is onder de instructies en bevelen der Nederlandsche politie, onderworpen aan de buitengewone rechtspleging voor leden van S.S. en politieformaties met bij zondere opdracht, als zij een strafbare han deling tegen de bezettende macht plegen. Daardoor wordt ook deze verordening een ondubbelzinnige, scherpe waarschu wing aan het adres van al degenen, die thans spelen met de gedachte, dat zekere, door hen gehoopte acties der vijandelijke mogendheden het signaal zouden kunnen zijn voor eigen handelingen, gericht tegen dè bezettende macht. Moge ieder beseffen, dat al dergelijke pogingen in den kiem worden gesmoord en dat allen, die zich daaraan in eenigerlei vorm medeplichtig mochten maken, met onverbiddelijke hard heid onschadelijk worden gemaakt. ENGELSCHE BOMMEN OP DEENSCH GEBIED. Engelsche bimrnenwerpers, die Zater dagmiddag over Zuid-Jutland hebben ge vlogen, hebben op woonhuizen der stad Tondern bommen geworpen. Daarbij wer den verscheidene woonhuizen beschadigd. Vier personen werden gedood, verscheide ne zwaar gewond. Een locomotief werd tijdens den rit in de nabijheid der stad Doestrup getroffen, de machinist werd ge dood, de stoker zwaar gewond. Een Engel sche bommenwerper werd neergeschoten. Twee inzittenden kwamen om het leven. Bij aanvallen in den nacht van Zaterdag op Zondag werd nog een Engelsche ma chine neergeschoten, die brandend in zee stortte. Britsche bommenwerpers hebben, naar vernomen wordt, in den afgeloopen nacht brisant, en brandbommen uitgeworpen bo ven West-Duitsch gebied. Oorlogseconomi- sche schade ontstond niet, maar verschei den burgers werden gekwetst. Volgens tot dusver bekende gegevens zijn twee der aanvallende toestellen neergeschoten. nog in een paar korte samenvattende zin nen meer concrete gedachten laten ontwik kelen omtrent de nadere uitwerking van het grootsche plan. Inzake de jongste hulpkreten van de bolsjejvisten naar de onmiddellijke vor ming van een tweede front schrijft de Boston Herald: „De eisch der Sovjets is eigenlijk practisch reeds vervuld. Dit twee de front is reeds in volle actie, nl. in Egyp te. Dit „tweede front" in Noord-Afrika iaa* volgens het standpunt der geallieer den. nog te wenschen over, want de ravi- tailleeringslinies naar Noord-Afrika zijn voor de Spilmogendheden „te gunstig" en voor de geallieerden te „slecht". Het is werkelijk zeer twijfelachtig, zoo schrijft bet blad, of dit tweede front kan bewerk stelligen, dat Duitsche strijdkrachten hier voor worden vrijgemaakt, hetgeen toch roodig is, om de Sovjets te kunnen red den. Toch mag men de hoop koesteren, ?.oo meent de Eoston Herald, dat het uveede front in Afrika de Sovjets aan den Don toch „een beetje" ontlast heeft. In militaire kringen te Berlijn verklaart men, dat de achtervolging dei Bolsjewis tische troepen in de Zuidelijke zone van het Oostelijke front, thans plaats vindt ovei een breed front en wel in het gebier. waar de zwarte aarde der Oekrair.e over gaat in de steppe. Deze achtervolging wcrdt gekenmerkt door het inhalen en over e ugelen der Sovjettroepen, maar ook dror nieuwe doorbraken, waardoor een chaos onder de bolsjewisten ontstaat. Men kan zeggen, aldus werd verklaard, dat de bolsjewisten op het Zuidelijke front het bevel over de troepen niet meer in handen hebben. Voor Timosjenko is hierdoor naar het oordeel van leden den den Duitschen gc-neralen staf een catastrofe ontstaan, wel ker strategische gevolgen men moet af wachten. ENGELSCHE PERSSTEM OVER DE OVERWINNINGEN IN RUSLAND. De Daily Herald keert zich tegen enkele Britsche militaire deskundigen, die het doelmatig achten, aldus het blad, de Duit sche successen aan het Oostelijk front te kleineeren. Het argument, dat terreinwinst in Rusland den oorlog niet beslist, houdt volgens het blad geen steek, want men kan zijn tegenstander ook den ruggegraat oreken, zonder hem daarbij terstond te dooden. De Duitsche opmarsch aan het Oostelijk front dreigt het geheele Russi sche transport te verlammen of heeft dit wellicht reeds DE SCHENDINGEN DER ZWEEDSCHE NEUTRALITEIT. Ten aanzien van de door bolsjewistische duikbooten in Zweedsche territoriale wa teren gepleegde neutraliteitsschendingen heeft de Zweedsche pers reeds op ondub belzinnige wijze een standpunt bepaald, zoodat men in toonaangevende Duitsche kringen afziet van een bespreking. De Wil- helmstrasse bepaalt zich er toe de opwin ding der Zweedsche openbare meening in het licht te stellen en aan de opvatting uitdrukking te geven, dat het Zweedsche volk iedere maatregel zijner regeering wel zal goedkeuren, welke in staat is zulke in cidenten in het vervolg te verhinderen. Wat het vliegen van Britsche vliegtuigen over Zweedsch gebied betreft, gaat het naar de meening van de Wilhelmstrasse om een systematische schending der neu traliteit, die ten doel had zich te onttrek ken aan militairen afweer, teneinde op die wijze beter aanvalshandelingen te kunnen uitvoeren tegen een tegenstander. Zonder vooruit te loopen op het standpunt van de Zweedsche pers gelooft men in toonaange vende Duitsche kringen reeds thans, dat deze bijzonder flagrante neutraliteits- schending gebrandmerkt moet worden. Volgens een bericht van Associated Press u:t Havanna is Zondag aan de Noordkust van Cuba een Amerikaansche vrachtboot jn den grond geboord. De overlevenden zijn in een niet genoemde haven op Cuba aangekomen. DE STRIJD IN CHINA. Naar Domei uit Tokio meldt, hebben Ja- pansche afdeelingen bij de gevechten in Kiangsi den spoorweg tusschen de provin ciën Tsjekiang en Kiangsi bezet. Zij voe ren thans strijd tegen de 65ste en de 147ste divisie van Tsjoenking, die zich hebben ge nesteld in het bergachtige gebied in het Noord-Oosten van Kiangsi, op 30 kilome ter ten Zuid-Oosten van Jangajang. De Japanners hebben het gros der troepen van Tsjoengking vernietigd en de rest naar het Oosten teruggedrongen. Zij heb ben Sjwangtsjang bezet en daar de laat ste resten der beide Tsjoengkineesche di visies vernietigd. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN NEDERLAND LET OP UW SAECK! Onder dit opschrift schrijft de Vooruit o.m.: „De bekend gemaakte maatregel van den opperbevelhebber der Duitsche weer macht in de Nederlanden is ernstig; ernstiger nog is hetgeen er aanleiding toe gaf. Wij zien thans op alle fronten, dat de zaak der geallieerden er steeds minder gunstig voor komt te staan; ook in de com mentaren te Londen en Moscou en in de Amerikaansche pers valt dit tusschen de regels door te lezen. Met de stijgende nood, stijgt ook in dit kamp de roekeloos heid. Met nog meer ijver dan voor enkele maanden, wordt door de Britsche en com munistische propaganda-centralen de be volking der bezette gebieden tot sabotage en tegenstand-bieden opgewekt. Tot onze diepe beschaming moeten wij daarbij vaststellen, dat het zich nog regee ring noemende college van Nederlandsche oud-ministers te Londen dusdanig onder den invloed staat harer omgeving, dat ook van de Oranje-propaganda thans weer aan sporingen in die richting uitgaan. Zooals Engeland gevochten heeft tot den laatsten Pool, en den laatsten Griek, zoo is het thans bezig te vechten tot den laat sten Bolsjewiek en begint op dit oogen- blik de allerlaatste overzeesche reserve- troepen in het vuur te brengen, de burger bevolking der bezette gebieden. Zonder eenige verantwoordelijkheidsgevoel jegens deze bevolking wordt zij opgezet tegen de weermacht; niet, omdat men te Londen kan hopen daarmede de overwinning te be halen, maar om de Duitsche weermacht zooveel mogelijk te hinderen en de eind- nederlaag uit te stellen. Dat in deze volko men negatieve en hopelooze actie de bur gerbevolking zoo zij onverstandig ge noeg zou zijn gevolg te geven aan de op roep het hoofd te pletter zou loopen te gen de op alle gebeurlijkheden volkomen voorbereide Duitsche weermacht en dat een dergelijke actie tot nameloos leed en ellende aanleiding zou geven, zender één enkel tastbaar resultaat, laat de „regeer ders" te Londen blijkbaar koud". DE IN TOULON AANGEKOMEN FRANSCHE OORLOGSBODEMS. De Fransche duikboot Glorieux en de Aviso d'Iberville, die Zondag in Toulon zijn aangekomen, hebben, naar Ofi meldt, Madagascar op uitdrukkelijk bevel van de admiraliteit verlaten, nadat ieder verder ingrijpen der beide schepen in de opera ties op Madagascar doelloos was gebleken. Op hun tocht om de kaap De Goede Hoop en langs de Westkust van Afrika zijn de schepen herhaaldelijk door Engelschen achtervolgd. HET JAPANSCHE BESTUUR OP SUMATRA. Het militaire, bestuur op Sumatra, dat sedert Maart van dit jaar bestaat, zal vol gens berichten uit Singapore worden ge wijzigd in een burgerlijk bestuur. Te dien einde is Sumatra verdeeld in tien staten, elk met een gouverneur aan het hoofd. ZUIVERINGSACTIE OP DE BALKAN. 2000 bendeleden gedood. Servische communisten, onder aanvoe ring van bolsjewistische agenten en ver sterkt door uiteengedreven restanten van het verslagen vroegere Zuid-Slavische le ger, voeren na de gevechtshandelingen op de Balkan een guerilla op eigen houtje. De meerderheid van deze georganiseerde ben den bestaat uit beroepsbandieten en struik- roovers, die zich in moeilijk toegankelijke bergterreinen van het land, in eenzame votsdalen en holen verborgen houden om van daar hun overvallen uit te voeren. Roovend, moordend en brandstichtend overvallen zij eenzame hofsteden en afge- «egen dorpen en willen de bevolking dwin gen zich bij hen aan te sluiten. De strijd tegen deze zich als „nationalen" camou- üeerende misdadigers wordt sedert een jaar door Duitsche, Italiaansche en Kroati sche troepen met toenemend succes ge voerd. Aan de zuivering van de rivierge- bieden nemen ook de Duitsche en Hon- gaarsche Donauflottieljes deel. Na de vernietiging van de benden in Ser vië ligt het zwaartepunt van de gemeen schappelijke strijd tegen deze horden thans in Bosnië. Talrijke groepen benden zijn reeds in hun holengebieden ingesloten en vernietigd. Oost-Bosnië is daarmede gepa cificeerd. De laatste dagen hebben de benden in West-Bosnië alleen reeds 2000 dooden ver loren. Het moeilijke terrein, waar ook in normale tijden het bendewezen een bekend verschijnsel was, eischt zuiveringsacties, die systematisch en met succes vorderen. BINNENLAND Wijzigingen rantsoenen van enkele levensmiddelen Met het oog op de voedselvoorziening tijdens d:en komenden winter ziet het Rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd zich voor de noodzaak geplaatst enkele rantsoenen te verlagen en wel van boter, melk en kaas. De verlaging van het boterrantsoen is echter zoodanig geregeld, dat de rantsoenen van personen tot 21 jaar ongewijzigd blijven. Naar verwachting zullen deze rantsoenen gedurende den win ter worden gehandhaafd. Tegenover deze verlagingen heeft het Rijksbureau voor de voedselvoorziening voor geruimen tijd een verhooging van het vleëschrantsoen kunnen stellen. Het laat zich bovendien aanzien, dat de aardappel oogst van dien aard zal zijn, dat in den ko menden winter het aardappelrantsoen hoo- gel zal kunnen worden gesteld dan gedu rende den afgeloopen winter het geval was. BOTER. Het boterrantsoen voor volwassenen zal met ingang van 15 Juli worden terugge bracht van 175 graim per week op 146 gram. Het boterrantsoen voor minderjarigen, dat thans 175 gram per week voor personen van 421 jaar, en 8714 gram per week KOOK EENS WAT ANDERS! Een mijner lijfbladen heeft een ru briek: Kook eens wat anders! «ï.a, ja» daar zegt u zoowat. In die ru briek krijgen de huismoeders gelegen heid mededeeling te doen van de uit vindingen, welke zij in de keuken al zoo hebben gedaan. En deze uitvindin gen zijn waarlijk hoogst merkwaardig. Er worden daar menu's uitgedacht, die ons een dieper inzicht geven in de mogelijkheden, welke wij vroeger lichtzinnig hebben verwaarloosd. Ik moet nu erkennen, dat wij in onzen overmoed ons ten pleiziere heele os sen hebben laten slachten, veestapels hebben doen opruimen, en dat alleen om wille van een ossenstaartsoep, een malsche biefstuk, een vette ham of een overvloedige carbonade, terwijl rondom ons de vruchten des velds hun weligen overvjoed toonden en niet bij machte waren onze aandacht meer dan hoogst noodzakelijk te trekken. Zelfs de dieren in het woud konden wij niet met rust laten. En eindelijk nu, door de omstandigheden daartoe gedrongen, componeeren al die huismoeders de heerlijkste schotels van een beetje snijbiet, wat wortelloof en de pitten van komkommer en weten het met een scheutje van dit en een likje van ^at heerliiker te maken dan vroeger fazant met zuurkool. Ik vraag mij nu af: waarom moesten wij vroeger de zalm speciaal uit Alaska en de kreeft ik-weet-niet-van-waar laten komen, als wij hier bloemkoolbladeren, kla ver, brandnetels en aardappelschillen in overvloed hadden? En dan lees ik nog in die rubriek dit: „Melde een onverwoestbaar onkruid op akkers is een smakelijk gerecht. Het werd in de middeleeuwen als groente ge kweekt". Dus zijn wij nu met onze voedsel voorziening bij de middeleeuwen aan geland. En'ik begin er nu nieuwsgie rig naar te worden wat Adam en Eva vroeger eigenlijk gegeten hebben. Maar dat zullen wij nu binnenkort ook wel vernemen. voor kinderen van 04 jaar bedraagt, blijft echter ongewijzigd gehandhaafd. Een en ander wordt bereikt, doordat voortaan in plaats van eens per 10 dagen slechts eens per 12 dagen een bonnummer voor boter zal worden aangewezen, terwijl voorts voor de minderjarigen eens per 60 dagén een extra rantsoen van 250 gram (kinderen beneden 4 jaar 125 gram) be schikbaar zal worden gesteld. KAAS. Met ingang van 9 Augustus wordt het kaasrantsoen, dat thans 125 gram per week bedraagt, verlaagd tot 75 gram per week. Dit wordt bereikt, doordat met ingang van genoemden datum per distributieperiode van 4 weken in plaats van 5 bonnen a 100 gram slechts 3 bonnen a 100 gram zullen worden aangewezen. MELK. Met ingang van 6 September a.s. wordt het melikrantsoen voor kinderen beneden 4 jaar, dat thans 1 liter per dag bedraagt, teruggebracht op 3/4 liter per dag. Voor kinderen van 414 jaar blijft het tegen woordig rantsoen van 1/2 liter per dag ge handhaafd. VLEESCH. Het vleeschrantsoen zal met ingang van 19 Juli a.s. worden verhoogd van 250 gram per week, been inbegrepen, tot 300 gram per week, been inbegrepen. Voor kinderen beneden 4 jaar beteekent dit een vexhoo- ging van 125 gram tot 150 gram. De ver hooging van het vleeschrantsoen zal wor den bereikt door op de „B"-bonnen in plaats van 25 gram per bon 50 gram per bon beschikbaar te stellen. Met ingang van 19 Juli zullen derhalve wekelijks 2 „A"- bonnen a 100 gram en 2 „B"-bonnen a 50 gram geldig worden verklaard. DISTRIBUTIE VAN BOTER, MARGARINE EN VET. De secretaris-generaal van het departe ment van Landbouw en Visscherij maakt, met verwijzing naar de bekendmaking van het Rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd betreffende de verlaging van het boterrantsoen bekend, dat gedurende het tijdvak van 15 Juli tot en met 26 Juli a.s. elke der met „36" genummerde bonnen van de boterkaart en van de vetkaart recht geeft op het koopen van 125 gram boter. Voorts kunnen gedurende het tijdvak van 15 Juli tot en met 12 September a.s. personen van 4 tot en met 13 jaar op ellke der bonnen „reserve 3-35" en „reserve 336" en personen van 14 tot en met 20 jaar op elke der bonnen „reserve 235" en „reserve 236", 125 gram .boter verkrijgen. Voor kinderen van 0 tot en met 3 jaar wordt gedurende laatstgenoemd tijdvak 125 gram boter beschikbaar gesteld op den met „reserve 436" gemerkten bon. BIJDRAGEN WINTERHULP. Door Winterhulp Nederland is in de periode van 29 Juni tot en met 4 Juli 1942 14.135.18 verzameld. NED. OOST-COMPAGNIE. Bij besluit van den secretaris-generaal, van het departement voor Bijzondere Eco nomische aangelegenheden is benoemd tot voorzitter van den Raad van Toezicht op de Nederlandsche Oost-Compagnie N.V. te 's-Gravênhage, F. B. J. Gips te Wasse naar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1