DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Momentje
DINSDAG 14 JULI 1942
33ste Jaargang No. 10301
~ye£eid6efi^(Bou/z>a/m
Bureaux: #apengracht 32 - Giro 103003
Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935
C. M. van Hamersveld, Directeur.
Th. Wilmer, Hoofdredacteur.
ORDENING IN EUROPA
i.
„Voor de naaste toekomst teekent zich
in elk geval in zekeren zin als eerste
schets van het toekomstige economische
wereldbeeld en als vervolg van een ont
wikkeling, welke reeds vóór dezen oorlog
inzette de vorming van groote econo
mische ruimten af. Dat de economische be
langen van Engeland gericht waren op zijn
tot dusver bestaand Imperium, was reeds
lang als een vaststaand feit bekend. De
economische politiek der Vereenigde Sta
ten wijst duidelijk in de richting van een
„Pan-Amerika" ofschoon men het niet wil
toegeven. In het Verre Oosten zijn wij ge
tuigen van de ontwikkeling van een Azia
tische economische ruimte onder leiding
van Japan. Ook het vasteland van Europa
kan zich aan deze natuurlijke ontwikkeling
niet langer onttrekken. Het is echter tee
kenend, dat zijn vorming pas op de laatste
plaats volgde, hetgeen de Angelsaksische
propaganda stiekum dood zwijgt. Het is
daarom in zekeren zin een rechtvaardige
vergelding, wanneer de idee van een con
tinentaal Europeesche economische ruimte
zich juist door den tegenwoordigen oorlog
steeds sterker baan breekt, hetgeen Enge
land als verwekker van dezen oorlog ze
ker niet bedoeld noch voorzien heeft".
Dit is een gedeelte uit een rede van
staatssecretaris Landfried van het Rijks
ministerie van economische zaken te Ber
lijn, toen hij verleden jaar te Kopenhagen
sprak. Wij worden daaraan weer herinnerd
door een boekje, getiteld „Die Wirtschaft
im Neuen Europa", waarin de uitspraken
van verschillende vooraanstaande perso
nen op dit gebied zijn opgenomen.
Het denkbeeld van een groote Europee
sche levensruimte is een machtige con
ceptie; een grootsch visioen, dat wel in
staat is bewondering af te dwingen en
geestdrift te ontketenen. Het is een denk
beeld, dat ons aller belangstelling waard is.
Het is begrijpelijk, dat men zich op de
eerste plaats afvraagt, hoe zulk een Euro
peesche leefruimte er dan wel uit zal zien,
hoe haar inrichting zal zijn en haar finan-
cieringsmogelijkheden. Dat is een begrijpe
lijke nieuwsgierigheid, maar aldus zegt
de Duitsche minister van economische za
ken en Rijksbankpresident Funk „wij
willen ook in de toekomst geen kunstmati
ge bouwsels maken. De nieuwe economi
sche ordening in Europa zal zich uit de na
tuurlijk gegroeide toestanden ontwikkelen,
voorzoover er voor een nauwe economische
samenwerking tusschen Duitsohland en de
Europeesche landen natuurlijke grondsla
gen aanwezig zijn". Men wil dus niets for-
ceeren, doch het nieuwe laten aansluiten
bij hetgeen natuurlijk gegroeid is en op de
basis van hetgeen voorhanden is de ontwik
keling leiden.
„In Europa moet ieder land zijn eigen
economische krachten ontwikkelen en ont
plooien zoo gaat dr. Punk voort en
ieder land moet ook met ieder ander land
handel kunnen drijven, maar de principes
en de methoden, volgens welke deze han
del zich voltrekt, zullen in 't algemeen de
zelfde moeten zijn.
Wij moeten erop bedacht zijn, zooveel
mogelijk al die producten in voldoende
mate in de Europeesche economische ruim
te voorhanden te helbben, welke deze ruim
te onafhankelijk maken van andere ruim
ten. Wij moeten derhalve de economische
vrijheid van deze ruimte veilig stellen.
Dat is in laatste instantie een vraag van
den levensstandaard. Wij zouden bijv. in
de toekomst geen tonnen olie van de over-
zeesche markten behoeven in te voeren,
als wij het verbruik van deze brandstof
overeenkomstig rantsoeneerden. Wil men
echter iedereen zooveel auto laten rijden
als hij wensoht en wil men zooveel auto's
als maar mogelijk is laten vervaardigen,
dan is daar niets op tegen, als men hetgeen
er meer noodig is aan olie uit het buiten
land invoert, omdat in noodgevallen het
verbruik op dien standteruggebracht kan
worden, waarop wij het zelf kunnen dek
ken. Nog sterker is dit het geval met ge
notmiddelen, zooals koffie, thee, cacao
enz. Men moet er dus steeds op bedacht
zijn, dat in tijd van nood de Groot-Duitsche
levensruimte, voor zoover 't zijn eigen eco
nomische krachten betreft, niet afhanke
lijk wordt van krachten en machten, waarop
wij geen invloed kunnen uitoefenen. Daar
bij zal men eraan moeten denken, dat de
positie van de Groot-Duitsche grondstoffen
zich gedurende den oorlog geweldig ver
beterd heeft en dat Duitschland aan het
einde van d: gewonnen oorlog over een
export-mogelijkheid zal beschikken, zooals
nog nooit is voorgekomen. Op het gebied
van steenkolen, kali, ijzer, hout, electrisohe
energie, maar ook van alle door de Duit
sche economie en wetenschap met zoo groot
succes tot ontwikkeling gebrachte synthe
tische stoffen en door de nieuwe werkstof-
fen, zullen wij nog onafhankelijker van
de wereldmarkt en vooral van de mono
culturen der wereld zijn als tot nu toe het
geval was. Dat geldt voor alle grondstof
fen, maar in 't bijzonder voor de landbouw
producten. Juist op het gebied van de
volksvoeding zal een planmatige produc
tie-verhooging en een nieuwe instelling der
productie op de noodzakelijke levensbe
hoeften de voedsel-onafhankelijkheid nog
verder zeker stellen als dat reeds in Groot-
Duitschland geschied is. De centraal ge
leide en georganiseerde Europeesche graan
markt zal in elk geval niet den vorm van
de oude speculatieve graanbeurzen hebben,
maar evenals de geld-clearing als graan-
clearing functioneeren. Maar principieel
zal men de economische politiek steeds
daarheen moeten richten, dat wij ook met
de overige wereld economische betrekkin
gen onderhouden, om den levensstandaard
van het Duitsche volk en van de hoog ont
wikkelde Europeesche industriestaten
steeds verder te verzekeren en te verhoo-
gen".
Met deze woorden heeft dr. Funk in groo
te globale trekken de plannen voor een
groot-Europeesohe leefruimte geteekend.
In een volgend artikel zullen wij dr. Funk
DE BESTRIJDING VAN DE
SABOTAGE
Toelichting op de nieuwe
verordening
De Wehrmachtsbefehlshaber heeft
ter waarschuwing van onbezonnen
elementen tegen daden van sabotage,
waartoe de vijand den laatsten tijd de
bevolking der bezette gebieden weder
in versterkte mate opzet een vrij groot
aantal gijzelaars gevangen doen zetten.
Tot hetzelfde doel, de beveiliging van
de uitvoering van zijn militaire op
dracht, is ook gisteren de verordening
van kracht geworden betreffende den
afweer van daden van sabotage, gericht
tegen de bezettingsmacht.
Herhaaldelijk, tegen de bezettingsmacht
en in het bijzonder tegen installaties van
de Duitsche weermachts gerichte pogingen
tot sabotage hebben aanleiding gegeven
tot het gebruik maken van Nederlanders
voor de bewaking van bepaalde objecten.
Herhaaldelijk moest worden geconstateerd,
dat zulke bewakingsopdrachten niet, of
niet voldoende nagekomen werden. Dat
kan alleen reeds met het oog op de open
bare veiligheid, welker handhaving ook in
het belang van de Nederlandsche "bevolking
is, niet geduld worden. Wie een hem ter
bescherming tegen daden van sabotage
verleende opdracht, onder welke omstan
digheden of invloeden tot deze daden ook
aanleiding mocht zijn gegeven, niet plichts
getrouw en nauwgezet nakomt, stelt zich
bloot aan de zwaarste bestraffing en wordt
volgens art. 1 van de genoemde verordening
met den dood gestraft. Vrijheidsstraffen
kunnen slechts in minder ernstige gevallen
worden gegeven. Zelfs in geval van een
slechts door nalatigheid ontstane overtre
ding van een bewakingsopdracht worden
deze straffen gegeven wanneer door de
daad eenigerlei schade is ontstaan. Een
meedoogenlooze bestrijding van alle daden
van sabotage en andere tegen de bezet
tingsmacht gerichte misdaden eischte ech
ter niet slechts een intransigent optreden
tegen ieder, die bereid is tot dergelijke da
den, maar ook de scherpste bestraffing van
allen, die, op de hoogte zijnde van een
dergelijke daad, ook wanneer daartoe
slechts plannen bestaan, hun plicht tot
loyaal ontreden tegen de bezettende macht
schenden. Volgens art. 2 der verordening
wordt degene, die van een misdrijf tegen
de bezettende macht of van het voornemen
tot zulk een misdrijf in geloofwaardigen
vorm kennis krijgt en nalaat een instantie
der Duitsche weermacht of der Duitsche
politie onverwijld hiervan te verwittigen,
gestraft met dezelfde straf, waarmee de da
der wordt bedreigd, voor het geval het
misdrijf wordt volvoerd. Dat beteekent, dat
bij een misdrijf, waarop de doodstraf staat,
niet alleen de dader zelf, maar ieder, die
op eenigerlei wijze in geloofwaaruigen
vorm kennis heeft gekregen van het plan
tot de daad, doch nagelaten heeft hiervan
volgens voorschrift aangifte te doen, zijn
leven heeft verspeeld.
Artikel 3 der verordening dient eveneens
tot den veelomvattenden, doelmatigen af
weer van alle handelingen, gericht tegen
de bezettende macht. Het is gericht tegen
een ieder, die een persoon, van wien hij
weet, of, de omstandigheden in aanmer
king genomen, moet aannemen, dat hij deel
heeft aan een misdrijf tegen de bezetten
de mogendheid of een dergelijk misdrijf in
den zin heeft, niet onverwijld aangeeft bij
de-Duitsche politie of de Duitsche weer
macht of die een dergelijk iemand ver
bergt, bij zich opneemt of in anderen vorm
steun verleent. In al deze gevallen wordt
de schuldige als regel getroffen door de
zelfde straf waarmee de geholpen dader
wordt bedreigd, in geval het misdrijf is
volvoerd.
Een nieuw element met betrekking tot
de strafvervolging brengt tenslotte artikel
5 der verordening. Volgens dit artikel zijn
van nu af functionarissen der Nederland
sche politie of leden van een formatie, die
gesteld is onder de instructies en bevelen
der Nederlandsche politie, onderworpen
aan de buitengewone rechtspleging voor
leden van S.S. en politieformaties met bij
zondere opdracht, als zij een strafbare han
deling tegen de bezettende macht plegen.
Daardoor wordt ook deze verordening
een ondubbelzinnige, scherpe waarschu
wing aan het adres van al degenen, die
thans spelen met de gedachte, dat zekere,
door hen gehoopte acties der vijandelijke
mogendheden het signaal zouden kunnen
zijn voor eigen handelingen, gericht tegen
dè bezettende macht. Moge ieder beseffen,
dat al dergelijke pogingen in den kiem
worden gesmoord en dat allen, die zich
daaraan in eenigerlei vorm medeplichtig
mochten maken, met onverbiddelijke hard
heid onschadelijk worden gemaakt.
ENGELSCHE BOMMEN OP DEENSCH
GEBIED.
Engelsche bimrnenwerpers, die Zater
dagmiddag over Zuid-Jutland hebben ge
vlogen, hebben op woonhuizen der stad
Tondern bommen geworpen. Daarbij wer
den verscheidene woonhuizen beschadigd.
Vier personen werden gedood, verscheide
ne zwaar gewond. Een locomotief werd
tijdens den rit in de nabijheid der stad
Doestrup getroffen, de machinist werd ge
dood, de stoker zwaar gewond. Een Engel
sche bommenwerper werd neergeschoten.
Twee inzittenden kwamen om het leven.
Bij aanvallen in den nacht van Zaterdag
op Zondag werd nog een Engelsche ma
chine neergeschoten, die brandend in zee
stortte.
Britsche bommenwerpers hebben, naar
vernomen wordt, in den afgeloopen nacht
brisant, en brandbommen uitgeworpen bo
ven West-Duitsch gebied. Oorlogseconomi-
sche schade ontstond niet, maar verschei
den burgers werden gekwetst. Volgens tot
dusver bekende gegevens zijn twee der
aanvallende toestellen neergeschoten.
nog in een paar korte samenvattende zin
nen meer concrete gedachten laten ontwik
kelen omtrent de nadere uitwerking van
het grootsche plan.
Inzake de jongste hulpkreten van de
bolsjejvisten naar de onmiddellijke vor
ming van een tweede front schrijft de
Boston Herald: „De eisch der Sovjets is
eigenlijk practisch reeds vervuld. Dit twee
de front is reeds in volle actie, nl. in Egyp
te. Dit „tweede front" in Noord-Afrika
iaa* volgens het standpunt der geallieer
den. nog te wenschen over, want de ravi-
tailleeringslinies naar Noord-Afrika zijn
voor de Spilmogendheden „te gunstig"
en voor de geallieerden te „slecht". Het is
werkelijk zeer twijfelachtig, zoo schrijft
bet blad, of dit tweede front kan bewerk
stelligen, dat Duitsche strijdkrachten hier
voor worden vrijgemaakt, hetgeen toch
roodig is, om de Sovjets te kunnen red
den. Toch mag men de hoop koesteren,
?.oo meent de Eoston Herald, dat het
uveede front in Afrika de Sovjets aan den
Don toch „een beetje" ontlast heeft.
In militaire kringen te Berlijn verklaart
men, dat de achtervolging dei Bolsjewis
tische troepen in de Zuidelijke zone van
het Oostelijke front, thans plaats vindt
ovei een breed front en wel in het gebier.
waar de zwarte aarde der Oekrair.e over
gaat in de steppe. Deze achtervolging
wcrdt gekenmerkt door het inhalen en over
e ugelen der Sovjettroepen, maar ook
dror nieuwe doorbraken, waardoor een
chaos onder de bolsjewisten ontstaat. Men
kan zeggen, aldus werd verklaard, dat de
bolsjewisten op het Zuidelijke front het
bevel over de troepen niet meer in handen
hebben. Voor Timosjenko is hierdoor naar
het oordeel van leden den den Duitschen
gc-neralen staf een catastrofe ontstaan, wel
ker strategische gevolgen men moet af
wachten.
ENGELSCHE PERSSTEM OVER DE
OVERWINNINGEN IN RUSLAND.
De Daily Herald keert zich tegen enkele
Britsche militaire deskundigen, die het
doelmatig achten, aldus het blad, de Duit
sche successen aan het Oostelijk front te
kleineeren. Het argument, dat terreinwinst
in Rusland den oorlog niet beslist, houdt
volgens het blad geen steek, want men
kan zijn tegenstander ook den ruggegraat
oreken, zonder hem daarbij terstond te
dooden. De Duitsche opmarsch aan het
Oostelijk front dreigt het geheele Russi
sche transport te verlammen of heeft dit
wellicht reeds
DE SCHENDINGEN DER ZWEEDSCHE
NEUTRALITEIT.
Ten aanzien van de door bolsjewistische
duikbooten in Zweedsche territoriale wa
teren gepleegde neutraliteitsschendingen
heeft de Zweedsche pers reeds op ondub
belzinnige wijze een standpunt bepaald,
zoodat men in toonaangevende Duitsche
kringen afziet van een bespreking. De Wil-
helmstrasse bepaalt zich er toe de opwin
ding der Zweedsche openbare meening in
het licht te stellen en aan de opvatting
uitdrukking te geven, dat het Zweedsche
volk iedere maatregel zijner regeering wel
zal goedkeuren, welke in staat is zulke in
cidenten in het vervolg te verhinderen.
Wat het vliegen van Britsche vliegtuigen
over Zweedsch gebied betreft, gaat het
naar de meening van de Wilhelmstrasse
om een systematische schending der neu
traliteit, die ten doel had zich te onttrek
ken aan militairen afweer, teneinde op die
wijze beter aanvalshandelingen te kunnen
uitvoeren tegen een tegenstander. Zonder
vooruit te loopen op het standpunt van de
Zweedsche pers gelooft men in toonaange
vende Duitsche kringen reeds thans, dat
deze bijzonder flagrante neutraliteits-
schending gebrandmerkt moet worden.
Volgens een bericht van Associated Press
u:t Havanna is Zondag aan de Noordkust
van Cuba een Amerikaansche vrachtboot
jn den grond geboord. De overlevenden
zijn in een niet genoemde haven op Cuba
aangekomen.
DE STRIJD IN CHINA.
Naar Domei uit Tokio meldt, hebben Ja-
pansche afdeelingen bij de gevechten in
Kiangsi den spoorweg tusschen de provin
ciën Tsjekiang en Kiangsi bezet. Zij voe
ren thans strijd tegen de 65ste en de 147ste
divisie van Tsjoenking, die zich hebben ge
nesteld in het bergachtige gebied in het
Noord-Oosten van Kiangsi, op 30 kilome
ter ten Zuid-Oosten van Jangajang. De
Japanners hebben het gros der troepen
van Tsjoengking vernietigd en de rest
naar het Oosten teruggedrongen. Zij heb
ben Sjwangtsjang bezet en daar de laat
ste resten der beide Tsjoengkineesche di
visies vernietigd.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
NEDERLAND LET OP UW SAECK!
Onder dit opschrift schrijft de Vooruit
o.m.:
„De bekend gemaakte maatregel van
den opperbevelhebber der Duitsche weer
macht in de Nederlanden is ernstig;
ernstiger nog is hetgeen er aanleiding toe
gaf. Wij zien thans op alle fronten, dat de
zaak der geallieerden er steeds minder
gunstig voor komt te staan; ook in de com
mentaren te Londen en Moscou en in de
Amerikaansche pers valt dit tusschen de
regels door te lezen. Met de stijgende
nood, stijgt ook in dit kamp de roekeloos
heid. Met nog meer ijver dan voor enkele
maanden, wordt door de Britsche en com
munistische propaganda-centralen de be
volking der bezette gebieden tot sabotage
en tegenstand-bieden opgewekt.
Tot onze diepe beschaming moeten wij
daarbij vaststellen, dat het zich nog regee
ring noemende college van Nederlandsche
oud-ministers te Londen dusdanig onder
den invloed staat harer omgeving, dat ook
van de Oranje-propaganda thans weer aan
sporingen in die richting uitgaan.
Zooals Engeland gevochten heeft tot den
laatsten Pool, en den laatsten Griek, zoo
is het thans bezig te vechten tot den laat
sten Bolsjewiek en begint op dit oogen-
blik de allerlaatste overzeesche reserve-
troepen in het vuur te brengen, de burger
bevolking der bezette gebieden. Zonder
eenige verantwoordelijkheidsgevoel jegens
deze bevolking wordt zij opgezet tegen de
weermacht; niet, omdat men te Londen
kan hopen daarmede de overwinning te be
halen, maar om de Duitsche weermacht
zooveel mogelijk te hinderen en de eind-
nederlaag uit te stellen. Dat in deze volko
men negatieve en hopelooze actie de bur
gerbevolking zoo zij onverstandig ge
noeg zou zijn gevolg te geven aan de op
roep het hoofd te pletter zou loopen te
gen de op alle gebeurlijkheden volkomen
voorbereide Duitsche weermacht en dat
een dergelijke actie tot nameloos leed en
ellende aanleiding zou geven, zender één
enkel tastbaar resultaat, laat de „regeer
ders" te Londen blijkbaar koud".
DE IN TOULON AANGEKOMEN
FRANSCHE OORLOGSBODEMS.
De Fransche duikboot Glorieux en de
Aviso d'Iberville, die Zondag in Toulon
zijn aangekomen, hebben, naar Ofi meldt,
Madagascar op uitdrukkelijk bevel van de
admiraliteit verlaten, nadat ieder verder
ingrijpen der beide schepen in de opera
ties op Madagascar doelloos was gebleken.
Op hun tocht om de kaap De Goede Hoop
en langs de Westkust van Afrika zijn de
schepen herhaaldelijk door Engelschen
achtervolgd.
HET JAPANSCHE BESTUUR OP
SUMATRA.
Het militaire, bestuur op Sumatra, dat
sedert Maart van dit jaar bestaat, zal vol
gens berichten uit Singapore worden ge
wijzigd in een burgerlijk bestuur. Te dien
einde is Sumatra verdeeld in tien staten,
elk met een gouverneur aan het hoofd.
ZUIVERINGSACTIE OP DE BALKAN.
2000 bendeleden gedood.
Servische communisten, onder aanvoe
ring van bolsjewistische agenten en ver
sterkt door uiteengedreven restanten van
het verslagen vroegere Zuid-Slavische le
ger, voeren na de gevechtshandelingen op
de Balkan een guerilla op eigen houtje. De
meerderheid van deze georganiseerde ben
den bestaat uit beroepsbandieten en struik-
roovers, die zich in moeilijk toegankelijke
bergterreinen van het land, in eenzame
votsdalen en holen verborgen houden om
van daar hun overvallen uit te voeren.
Roovend, moordend en brandstichtend
overvallen zij eenzame hofsteden en afge-
«egen dorpen en willen de bevolking dwin
gen zich bij hen aan te sluiten. De strijd
tegen deze zich als „nationalen" camou-
üeerende misdadigers wordt sedert een
jaar door Duitsche, Italiaansche en Kroati
sche troepen met toenemend succes ge
voerd. Aan de zuivering van de rivierge-
bieden nemen ook de Duitsche en Hon-
gaarsche Donauflottieljes deel.
Na de vernietiging van de benden in Ser
vië ligt het zwaartepunt van de gemeen
schappelijke strijd tegen deze horden thans
in Bosnië. Talrijke groepen benden zijn
reeds in hun holengebieden ingesloten en
vernietigd. Oost-Bosnië is daarmede gepa
cificeerd.
De laatste dagen hebben de benden in
West-Bosnië alleen reeds 2000 dooden ver
loren. Het moeilijke terrein, waar ook in
normale tijden het bendewezen een bekend
verschijnsel was, eischt zuiveringsacties,
die systematisch en met succes vorderen.
BINNENLAND
Wijzigingen rantsoenen van enkele
levensmiddelen
Met het oog op de voedselvoorziening
tijdens d:en komenden winter ziet het
Rijksbureau voor de voedselvoorziening in
oorlogstijd zich voor de noodzaak geplaatst
enkele rantsoenen te verlagen en wel van
boter, melk en kaas. De verlaging van het
boterrantsoen is echter zoodanig geregeld,
dat de rantsoenen van personen tot 21 jaar
ongewijzigd blijven. Naar verwachting
zullen deze rantsoenen gedurende den win
ter worden gehandhaafd.
Tegenover deze verlagingen heeft het
Rijksbureau voor de voedselvoorziening
voor geruimen tijd een verhooging van het
vleëschrantsoen kunnen stellen. Het laat
zich bovendien aanzien, dat de aardappel
oogst van dien aard zal zijn, dat in den ko
menden winter het aardappelrantsoen hoo-
gel zal kunnen worden gesteld dan gedu
rende den afgeloopen winter het geval was.
BOTER.
Het boterrantsoen voor volwassenen zal
met ingang van 15 Juli worden terugge
bracht van 175 graim per week op 146 gram.
Het boterrantsoen voor minderjarigen, dat
thans 175 gram per week voor personen
van 421 jaar, en 8714 gram per week
KOOK EENS WAT ANDERS!
Een mijner lijfbladen heeft een ru
briek: Kook eens wat anders!
«ï.a, ja» daar zegt u zoowat. In die ru
briek krijgen de huismoeders gelegen
heid mededeeling te doen van de uit
vindingen, welke zij in de keuken al
zoo hebben gedaan. En deze uitvindin
gen zijn waarlijk hoogst merkwaardig.
Er worden daar menu's uitgedacht, die
ons een dieper inzicht geven in de
mogelijkheden, welke wij vroeger
lichtzinnig hebben verwaarloosd. Ik
moet nu erkennen, dat wij in onzen
overmoed ons ten pleiziere heele os
sen hebben laten slachten, veestapels
hebben doen opruimen, en dat alleen
om wille van een ossenstaartsoep, een
malsche biefstuk, een vette ham of
een overvloedige carbonade, terwijl
rondom ons de vruchten des velds hun
weligen overvjoed toonden en niet bij
machte waren onze aandacht meer dan
hoogst noodzakelijk te trekken. Zelfs
de dieren in het woud konden wij niet
met rust laten. En eindelijk nu, door
de omstandigheden daartoe gedrongen,
componeeren al die huismoeders de
heerlijkste schotels van een beetje
snijbiet, wat wortelloof en de pitten
van komkommer en weten het met
een scheutje van dit en een likje van
^at heerliiker te maken dan vroeger
fazant met zuurkool. Ik vraag mij nu
af: waarom moesten wij vroeger de
zalm speciaal uit Alaska en de kreeft
ik-weet-niet-van-waar laten komen,
als wij hier bloemkoolbladeren, kla
ver, brandnetels en aardappelschillen
in overvloed hadden? En dan lees ik
nog in die rubriek dit: „Melde een
onverwoestbaar onkruid op akkers
is een smakelijk gerecht. Het werd in
de middeleeuwen als groente ge
kweekt".
Dus zijn wij nu met onze voedsel
voorziening bij de middeleeuwen aan
geland. En'ik begin er nu nieuwsgie
rig naar te worden wat Adam en Eva
vroeger eigenlijk gegeten hebben.
Maar dat zullen wij nu binnenkort ook
wel vernemen.
voor kinderen van 04 jaar bedraagt,
blijft echter ongewijzigd gehandhaafd. Een
en ander wordt bereikt, doordat voortaan
in plaats van eens per 10 dagen slechts
eens per 12 dagen een bonnummer voor
boter zal worden aangewezen, terwijl
voorts voor de minderjarigen eens per 60
dagén een extra rantsoen van 250 gram
(kinderen beneden 4 jaar 125 gram) be
schikbaar zal worden gesteld.
KAAS.
Met ingang van 9 Augustus wordt het
kaasrantsoen, dat thans 125 gram per week
bedraagt, verlaagd tot 75 gram per week.
Dit wordt bereikt, doordat met ingang van
genoemden datum per distributieperiode
van 4 weken in plaats van 5 bonnen a 100
gram slechts 3 bonnen a 100 gram zullen
worden aangewezen.
MELK.
Met ingang van 6 September a.s. wordt
het melikrantsoen voor kinderen beneden
4 jaar, dat thans 1 liter per dag bedraagt,
teruggebracht op 3/4 liter per dag. Voor
kinderen van 414 jaar blijft het tegen
woordig rantsoen van 1/2 liter per dag ge
handhaafd.
VLEESCH.
Het vleeschrantsoen zal met ingang van
19 Juli a.s. worden verhoogd van 250 gram
per week, been inbegrepen, tot 300 gram
per week, been inbegrepen. Voor kinderen
beneden 4 jaar beteekent dit een vexhoo-
ging van 125 gram tot 150 gram. De ver
hooging van het vleeschrantsoen zal wor
den bereikt door op de „B"-bonnen in
plaats van 25 gram per bon 50 gram per
bon beschikbaar te stellen. Met ingang van
19 Juli zullen derhalve wekelijks 2 „A"-
bonnen a 100 gram en 2 „B"-bonnen a 50
gram geldig worden verklaard.
DISTRIBUTIE VAN BOTER, MARGARINE
EN VET.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij maakt,
met verwijzing naar de bekendmaking van
het Rijksbureau voor de voedselvoorziening
in oorlogstijd betreffende de verlaging van
het boterrantsoen bekend, dat gedurende
het tijdvak van 15 Juli tot en met 26 Juli
a.s. elke der met „36" genummerde bonnen
van de boterkaart en van de vetkaart recht
geeft op het koopen van 125 gram boter.
Voorts kunnen gedurende het tijdvak
van 15 Juli tot en met 12 September a.s.
personen van 4 tot en met 13 jaar op ellke
der bonnen „reserve 3-35" en „reserve
336" en personen van 14 tot en met 20
jaar op elke der bonnen „reserve 235" en
„reserve 236", 125 gram .boter verkrijgen.
Voor kinderen van 0 tot en met 3 jaar
wordt gedurende laatstgenoemd tijdvak
125 gram boter beschikbaar gesteld op
den met „reserve 436" gemerkten bon.
BIJDRAGEN WINTERHULP.
Door Winterhulp Nederland is in de
periode van 29 Juni tot en met 4 Juli 1942
14.135.18 verzameld.
NED. OOST-COMPAGNIE.
Bij besluit van den secretaris-generaal,
van het departement voor Bijzondere Eco
nomische aangelegenheden is benoemd tot
voorzitter van den Raad van Toezicht op
de Nederlandsche Oost-Compagnie N.V. te
's-Gravênhage, F. B. J. Gips te Wasse
naar.