LOTION
MALWIDA 31
ZATERDAG 23 MEI 1942
OE LLiDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
RECHTZAKEN
VOOR DEN ECONOMISCHEN RECHTER.
Vele verdachten in een boonenzaak.
P. A. W. v. d. Meer teSassenheim
had het plan opgevat om iboonen te stelen
uit de schuur van Remmerswaal. Hij kon
zulks niet alleen en daarom had hij de hulp
gevraagd van P. Duivenvoorden en P. Dui
venvoorden uit N o o r d w ij k e r h o u t.
Deze hadden hem geholpen niet wetende,
dat het hier een diefstal betrof, maar den
kende, dat het smokkelen was. Het totale
gewicht was ongeveer 600 kg. geweest. De
officier eischte tegen v. d. Meer vier maan
den gevangenisstraf. De Economische
rechter was het absoluut niet met dezen
eisch eens en vond vier maanden gevan
genisstraf voor een dief en zwartehande-
laar veel te weinig. Het vonnis werd dan
ook een jaar gevangenisstraf met gevan
genneming van verdachte. Tegen P. Dui
venvoorde werd de eisch vier maanden
gevangenisstraf en de uitspraak conform
met gevangenneming.
De officier vomj, dat P. Duivenvoorden
een kleine rol in deze zaak gespeeld had
en volstond met het eischen van een geld
boete van 100 subs. 50 dagen. De Econo
misch en rechter vond, dat ook hier gevan
genisstraf moest worden opgelegd en ver
oordeelde verdachte tot een maand gevan
genisstraf met gevangenneming.
J. Mens te L i s s e hadi zich ook in deze
zaak begeven, door met zijn auto de boo-
nen te vervoeren. Daartoe was hij met zijn'
auto gereden naar een brug, waaronder
de schuit met boonen lag. Ook hij had ge
dacht, dat het een smokkelzaak betrof.
Eisch en uitspraak werden hier een geld
boete van 200 subs, vier maanden hech
tenis.
S. P. Warmerdam teNoordwyker-
h o u t had een deel van de boonen ge
kocht en ze in zijn schuur geplaatst. De
officier eischte een geldboete van 50 subs
een maand. Het vonnis werd 200 subs
vier maanden hechtenis.
J. S. Geerlimgs te N o o r d w ij k e r-
h o u t had op zijn beurt weer boonen ge
kocht van Warmerdam. Toen hij hoorde,
dat het geen gesmokkelde boonen, maar
gestolen boonen betroffen, had hij dade
lijk het gestolene teruggebracht, want met
zulk een zaak wilde hij niet te makien heb
ben. De eisch werd een geldboete van l'OO
subs. 50 dagen, maar ook hier legdg de
rechter een geldboete op van 200 subs,
vier maanden hechtenis.
J. C. Balk teNoordwijkerhout
had eveneens boonen gekocht. Ook hij had
gedacht, dat het een zwarte handelzaak
was. Eisch 150 subs. 75 dagen. Uitspraak
200 subs, vier maanden hechtenis.
Verkoop distributiebescheiden.
J. C. Rijkelijikhuizen uit V o o r s c h o-
t e n had zich schuldig gemaakt aan: het
verkoopen van distributiebescheiden voor
welk feit de officier drie maanden gevan
genisstraf eischte. Uitspraak conform met
gevangenneming.
HAAG SC HE POLITIERECHTER.
Kinderjasje. De klap.
Er op uitgegaan.
De dienstbode C. J. afkomstig uit Lei
den had een kinder jasje weggenomen voor
„de kleine meid van haar zuster", zooals
zij vertelde. Aangezien het niet de eerste
maal was dat zij met den strafrechter in
aanraking kwam eischte de Officier thans
twee weken gevangenisstraf. De Politie
rechter probeerde het voor ditmaal nog met
een geldboete van 15 subs. 15 dagen.
Doordat J. N. uit L e i d e n niet voldoen
de rechts reed, met zijn fiets, was hij te
gen een tegenligger opgetornd. In plaats
van zijn excuus aan te bieden had hij de
getorpedeerde tegenligger een knetter op
zijn neus gegeven, waardoor er bloed was
gaai vloeien. De linksrijdende peddelaar
kreeg terecht een geldboete van 40.
subs. 40 dagen.
„Het is vrij duidelijk", vond de Politie
rechter tegenover de twee Leidsche
dames, die voor hem terecht stonden, „jul
lie zijn speciaal naar Den Haag gekomen
om eens flink te gappen in warenhuizen".
En de dames hadden heel wat gestolen o.a.
zes damesblouses, twaalf halsdoeken, kam
men enz., zoodat het excuus, dat zij alleen
maar naar Den Haag gekomen waren, om
wat speelgoed te koopen voor haar kinde
ren een beetje raar aandeed. De totale
waarde van het gestolene bedroeg bijna
honderd gulden.
De Officier vond, dat de-dames geraffi
neerde winkeldieveggen waren en eischte
tegen elk drie maanden gevangenisstraf.
Het vonnis werd conform.
GEMENGDE BERICHTEN
SPORT
D DODELIJKE ONGELUKKEN.
De 66-jarige J. M. uit Rijen, die met
een kennis een fietstocht maakte, viel na
bij de Maasbrug by Keizersveer van zijn
rijwiel. Hen kwam met het hoofd op den
kant van het betonnen rijwielpad terecht.
Twee uur na het ongeval is hij overleden.
Het tweejarig zoontje van den land
bouwer M. Meulenbelt te Ankum viel in
een teil met kokend water. Tijdens het
vervoer naar het ziekenhuis te Zwolle is
het kind overleden.
VOETBAL
NEDERLANDSCHE VOETBALBOND.
Wedstrijdprogramma 2en Pinksterdag.
Om het landskampioenschap: ADO
Blauw Wit; EindhovenAGOVV (beiden
Zaterdag); Blauw Wit—ADO; AGOVVV—
Heerenveen.
District I: Prom. "2e kl.: RCHde Vole-
wijckers.
District H: Prom. 3e kl.: Laakkwartier
Scheveningen (Zondag); VIOSASC (terr.
VUC).
Prom 4e kl.: Te WerveRoodenburg;
DHSUrsus.
District IH: Prom. 2e kl.: RhedenHen
gelo; Borne—Go Ahead.
District IV: Prom. 2e kl.: Bleyerheide
Maurits; HelmondVlissingen.
District V: Prom. 2e kl.: VelocitasEra-
men.
Na twee oproepen van den competitie
leider van de afd. Leiden om candidaten
voor den a.s. cursus blijkt weer, dat wij
van het komend seizoen met een tekort
aan scheidsrechters voor de R.K. afdeeling
komen te staan. Als men weet, dat Leiden
een bijzondere plaats inneemt, dat èn de
vereenigingen èn de scheidsrechters een
aparte R.K. afdeeling hebben, zooals bijna
nergens in den lande, dan moet er toch ook
voor gewerkt worden dit te behouden.
Daar is op de eerste plaats voor noodig,
dat er voldoende arbiters zijn. Laten alle
vereenigingen haar oud-spelers aansporen
deel te nemen aan den cursus, die binnen
kort op Zaterdagmiddag gegeven wordt
door den heer Ladan. Waarom kan de V.V.
Teylingen wel drie nieuwe candidaten stu
ren en waar blijven andere vereenigingen,
die het meest klagen over slechte scheids
rechters. Laten de besturen goed beseffen
wat er van afhangt, dan zullen zij zeker
meer hun best doen. Bestuurders en oud
spelers, meldt u daarom zoo spoedig moge
lijk aan bij den heer Caro, want in Juni
begint de cursus. Ook de scheidsrechters
zouden wij willen verzoeken: schrijft naar
den heer Caro of u die middagen kunt bij
wonen, want de lessen, die heer Ladan
geeft, zijn schitterend en er valt voor allen
nog veel te leeren, wat de sport ten goede
komt. P- F. ANGEVAAREN.
oud-voorz. R.K. scheidsrechterscomm.
KORFBAL
KAMPIOENSCHAP VAN HET OOSTEN.
Het bestuur van den Ned. Korfbalbond
heeft besloten dit jaar wel wedstrijden om
het oostelijk kampioenschap te laten ver
spelen. Hieraan zullen de kampioenen van
Gelderland (ZKC) en van Overijsel (DOS)
deelnemen.
Tweeden Pinksterdag wordt in Enschede
DOS—ZKC gespeeld en op 14 Juni a.s. de
wedstrijd ZKC—DOS in Zutphen.
CRICKET
HET PROGRAMMA VOOR PINKSTEREN
Het cricketprogramma voor de beide
Pinksterdagen ziet er als volgt uit:
Eerste Pinksterdag: eerste klasse: HCC
I—HCC n; PW—HBS; VOC—Hermes-DVS.
Tweede klasse; KampongLCC; SCHC
Sparta; Rood en Wit IIHCC II.
Tweede klasse Zuid: Hermes-DVS II—
Quick OH.) H; NLCC—Ajax (L.); VCC—
voc n.
ZEILEN
DE GOUDSCHE ZEILWEEK.
Het aantal inschrijvingen voor de door
dc roei- en zeilvereeniging Gouda op den
plas van Gravenbroek te Reeuwijk te hou
den wedstrijden met Pinksteren, is be
duidend grooter dan vorig jaar.
Van alle vereenigingen uit het Westen
des lands is er deelname, en onder hen
hebben de beste zeilers zich doen inschrij
ven. In de nationale en onderlinge wed
strijden zullen ca. 160 vaartuigen starten.
BILJARTEN
NEDERLANDSCHE BILJARTBOND.
Afdeeling Leiden.
Van de door de Centrale Commissie uit
geschreven kampioenschappen loopen de
lste klasse libre en de 2de klasse libre ten
einde. De laatste partijen in de lste klasse
worden Dinsdag a.s. verspeeld bij S. D. O.,
Nieuwstraat en de 2e klasse op Woensdag
27 Mei en 3 Juni by D. O. S. Haarl.straat.
SCHAKEN
LEIDSCHE SCHAAKBOND
Het kampioenschap der le klasse
De twee afgebroken partijen van den
wedstrijd Philidor IAlphen I zijn thans
beslist. Alphen I wint met 6 p. tegen 4 p.
De eerste wedstrijd is door Philidor I met
5y24j^ gewonnen, indien ten minste het
protest van Alphen tegen een beslissing
van den arbiter niet toegewezen wordt. Dit
is echter niet waarschijnlijk en dan zal
nog een beslissingswedstrijd noodig zijn,
om den kampioen aan te wijzen.
Dr. HERMANN HARSTER
over:
„DE SPORT IN OORLOGSTIJD"
Sport moet geen publieke
vermakelijkheid zijn!
Deze week werd in „Pulchri Studio" te
Den Haag een bijeenkomst gehouden van
do vakgroep Sport van het Verbond van
Nederlandsche Journalisten, waar als spre
ker optrad dr. Hermann Harster, de per
soonlijke pers- en sportreferent van den
rijkscommissaris hier te lande.
Op deze bijeenkomst waren als gasten
aanwezig de secretaris-generaal van het
departement van opvoeding, wetenschap
en cultuurbescherming, prof. J. van Dam,
Max Blokzijl, leider van het persgilde, dr.
J. Miedema namens het college van gevol
machtigden voor de sport, drs. C. van Dop,
vertegenwoordiger voor het commissariaat
van niet-commercieele vereenigingen,
Stammführer H. Hosiers van de Befelh-
stelle Niederlande der H. J., vertegen
woordigers van officieel erkende Sport
bonden, hoofdredacteuren van dagbladen
en Nederlandsche en Duitsche sportautori-
leiten.
De voorz. van het Ned. Verbond van
Journalisten, de heer P. J. van Megchelen,
die de bijeenkomst leidde, gaf na het wel
komstwoord een overzicht van de maat
regelen door de overheid in den laatsten
tijd getroffen tën aanzien van het nationale
sportleven.
Dit zijn, aldus de heer van Megchelen.
de uiterlijke teekenen van de sportieve
hernieuwingsbeweging, die nieuwe, groote
mogelijkheden opent voor ons volk. Niet
alleen doe ik op u allen een beroep om
deze ontwikkeling met teliangstelling
gade te slaan, maar vooral om deze ont
wikkeling naar uw beste krachten te be
vorderen.
Dit moet ik als mijn persoonlijke over
tuiging vooropstellen: het doel moet niet
alleen zijn meer sport, veel sport, sport
voor velen maar voor velen, voor allen
zooveel mogelijk goede sport. Daarmee be
doel ik niet alleen sport, die past bij leef
tijd en ontwikkeling, sport, die de beste
kansen biedt op sterke, individueele ont
wikkeling. Er is meer noodig. Ons spor
tieve leven moet een nieuwen geest ade
men, ons sportleven moet gedragen wor
den door een idee, deze idee: dat we ge
zamenlijk een sterk volk moeten gaan
vormen, een volk. dat bestand is_ tegen de
zware eischen van de komende jaren, een
volk, dat weer vooraan komt te staan.
Sport mag r.iet alleen ontspanning zijn,
r.iet alleen vreugde, sport is ook plicht.
Plicht tegenover ons volk. De sportieve
mensch, en zeker de sportleider moet er
van doordrongen zijn, dat het sterke lichaam
niet alleen een bron is van individueel
genot, maar een kostbaar pand in dienst
van land en volk. Om dat te bereiken is
een sterke, centrale leiding noodig en
voortdurend onderling overleg tusschen de
menschen, die geroepen zijn onze jeugd te
leiden, opdat zy zich stec-ds meer bewust
werden van hun groote taak.
Na deze inleiding nam dr. Hermann
Harster het woord voor het geven van een
uiteenzetting van het sportleven in oor
logstijd. Na eerst de sportpers in het al
gemeen hulde te hebben gebracht voor de
wijze, waarop zij in het verleden haar
taak vervulde, wees spreker op de groote
moeilijkheden, waarmede de sportpers
momenteel te kampen heeft o.a. het pa-
piervraagstuk. Heden ten dage is de sport
journalist, aldus spr., wel het zwaarste ge
troffen door de gevolgen van den huidi-
•gen strijd, want de noodzakelijk geworden
papierbezuiniging benadeelt op de eerste
plaats de sportrubriek. Ondanks deze
moeilijkheden stemt het evenwel tot vreug
de te mogen eonstateeren, dat u met uw
praktischen kijk op alles er toch nog in
geslaagd bent een behoorlijke sportbericht
geving te brengen. Spreker zegde gaarne
zijn steun toe, wanneer deze noodig mocht
blyken om in de toekomst te zorgen, dat
de sportberichtgeving juist in dezen oor
logstijd naar de juiste waarde getaxeerd
zal worden. Het vraagstuk „Sport in oor
logstijd" is hiermede aangesneden. Wij
zullen ons, aldus spreker, hierbij bepalen
tot concrete en praktische feiten en raad
gevingen.
Na de oorlogsdagen heeft men het natio
nale sportleven aan een grondige revisie
onderworpen. Men zocht naar de fouten,
die sinds de Olympische Spelen in Amster
dam in 1928 van remmenden invloed wa
ren voor een behoorlijke ontwikkeling van
ons nationale sportleven. Het sportleven
begon hier duidelijk, zich oriënteerend
naar het Westen, af te dalen van het Hel-
lenische ideaal naar het Circensische peil.
Sport werd een publieke vermakelijkheid
en daardoor gedoemd te vervallen, daar
men het ideaal daarbij uit het oog had
verloren.
Spreker wees hierbij op de versplintering
der sportbonden en het werk van Karei
Lctsy als sportadviseur om wederom tot
de gewenschte eenheid te komen. Geba
seerd op het feit, dat de sport slechts dan
gedijen kan, wanneer de staat hierbij als
toeziende voogd optreedt, werd, aldus spr.,
verleden jaar het college van gevolmach
tigden voor de sport in het leven geroepen.
Spreker herdacht vervolgens het ontijdige
overlijden van den heer J. de Valk, het
geen o.m. tot gevolg had, dat het college
n et zoo snel kon werken als wel gehoopt
werd.
Op de keerzijde kunnen wij gelukkig tal
van gunstige resultaten waarnemen en me-
moreeren. Er waren verschillende bonden,
die verrassend snel begrepen, welke weg
bewandeld moest worden en daarbij reeds
uitstekende resultaten hebben kunnen boe
ken.
De beteekenis van de sport.
Men kent tegenwoordig aan de sport
men. Men kent tegenwoordig aan de sport
een bijzonder belangrijke beteekenis toe.
Iedere periode, volgend na een oorlog, gaat
gepaard met een diepe inzinking van het
moreele leven. Dit te voorkomen is een
der voornaamste opgaven voor de lichame-
'ijke opvoeding. Hier in Nederland kan
men evenwel nu reeds de noodige maat
regelen treffen, en alles voorbereiden, zoo
dat, bij het sluiten van den vrede, een
volkomen voor haar taak berekende orga
nisatie gereed staat, om alle vrij komende
krachten op te vangen en daarvoor den
juisten weg af te bakenen.
In dit op.-.icht kunt u ten volle reke
nen op den steun van de bezettende over
heid. De Rijkscommissaris, Rijksminister
dr. Seyss-Inquart. is zelf immers een groo
te sportvriend, die voorzoover zijn werk
zaamheden dat toelaten een of andere tak
van sport beoefent.
Ongetwijfeld zult u zich allen interes
seeren voor alles, wat thans reeds op het
gebied van sport wordt ondernomen.
Internationale sportbetrekkingen.
Vervolgens wil ik wijzen op het niet min
der interessante vraagstuk: het instand
houden van de internationale sportbetrek
kingen. Van onze zyde wordt in dit op
zicht alle medewerking verleend. Dat kun
nen in het bijzonder de beroeps wielren
ners en beroepsboksers getuigen, die re
gelmatig en vrijwel gelijk als in vredestijd
kunnen starten in België, Duitschland,
Frankrijk en Zwitserland. Een Nederland
sche ijshockey-ploeg is in den afgeloopen
winter uitgekomen op de internationale
wintersportweek te Garmisch-Partenkir-
chen en Duitsche kunstrijders demonstreer
den op de overdekte ijsbaan in do Aoollo-
hal in Amsterdam.
Het ligt ir de bedoeling de b> te Deen-
sche en Duitsche zwemsters naar Neder
land uit te noodigen om haar krachten te
meten met de beste Nederlandsche zwem
sters.
Het Nederlandsche sportleven zelf heeft,
kleine uitzonderingen daargelaten, ten
slotte al heel weinig beperking in dezen
tijd ondervonden. Wie werkelijk van sport
houdt, zal steeds de middelen en wegen
weten te vinden om sport te kunnen be
oefenen. Spr. wees vervolgens op het feit,
dat in Nederland in tegenstelling met an
dere landen het sportleven thans voortduurt
als in vredestijd. Aan het slot van zijn uit
eenzetting deelde dr. Harster nog mede,
dat de Rijksfuehrer Staatssecretaris von
Tschammer und Osten na Pinksteren Ne
derland en in het bijzonder den Rijkscom
missaris, Rijksminister dr. Seys-Inquart
zal komen bezoeken om een indruk te
krijgen van het Nederlandsche sportleven
en persoonlijk in contact te treden met de
Nederlandsche sportautoriteiten.
Daarbij zal er gelegenheid zijn, aldus
eindigde spreker zijn uiteenzetting, om de
vraagstukken welke thans onze aandacht
vragen, aan hem voor te legen.
Na afloop van deze uiteenzetting werd
de gelegenheid geboden tot het houden van
discussies, waarvan verschillende aanwij'
zigen gebruik maakten.
ATHLETEEK
WEER ATHLETIEKWEDSTRIJDEN VOOR
DE SCHOOLJEUGD.
De inschrijfformulieren voor de jaarlyk-
sche nationale schoolathletiekwedstrijden,
voor jongens om het Moormanschild en
voor meisjes om den Gerritsen van Kem
penbeker zijn door de Centrale Commissie
voor Schoolathletiek (C.C.S.A.) aan alle
scholen voor middelbaar, gymnasiaal en
verder voortgezet onderwijs, verzonden.
Voor Leiden en omgeving door den heer
J. A. Noordenbos, Louise de Colignylaan 9,
Oegstgeest, voorzitter A.V. Holland. De
kamp bestaat uit: jongens: 100 M., ko
gelstoten (5 K.G.), vèrspringen, en 4 x 100
M. estafette; voor meisjes: 80 M. loopen,
kastiebal vèrwerpen, vèrspringen en 5 x
80 M. estafette. In alle districten, waarin
ons land door de C.C.S.A. is verdeeld wor
den 20 Juni a.s. voorontmoetingen gehou
den. Iedere school komt uit met 4 jongens
en (of) 5 meisjes. De finale wordt dit jaar
gehouden te Zwolle op 11 Juli, waar de
Gemeentelijke Stichting voor de lichame
lijke opvoeding de voorbereiding van de
organisatie bereids ter hand heeft genomen.
Inschrijfformulieren en alle inlichtingen
aanvragen bij den voorzitter en den secre
taris der A.V. Holland, resp. den heer J. A.
Noordenbos, Louise de Colignylaan 9 te
Oegstgeest en den heer C. Stuivenberg.
Nieuwe Rijn 34a, Leiden.
00K GIJ KUNT WELVAART EN
ARBEIDSVREUGDE VINDEN
DOOR'WERK IN DUITSCHLAND
GUNSTIGE "ARBEIDSVObftWAARDEl
GEWESTELIJKE
Hoe Chailes HóTf na nacht van
omzwervingen het wereldrecord over
500 M. brak
Charles Hoff, de voormalige wereld
recordhouder, die thans de leiding
van het Noorsche sportleven heeft,
vertelt in de „Deutsche Zeitung in
den Niederlanden" van zijn eerste
ontmoeting met Berlijn. Het „Vad."
ontleent daaraan o.a.:
Ten eerste moet ik u even Klumberg
voorstellen, die toentertijd in 1923
in het bezit was van het wereldrecord van
den tienkamp. Een Estlander in de kracht
van zyn jaren met armen als boomstam
men. Hij zou in Berlijn speerwerpen; ik
zou eerst het wereldrecord over 500 M. bre
ken en vervolgens in de Bamboe klimmen.
Klumberg en ik hadden elkaar ontmoet op
reis naar Berlijn.
De organisator der wedstrijden, Ritter
von Halt, had ons in een klein rustig hotel
in een der buftenwijken laten onderbren
gen. Het was mijn eerste optreden in Ber
lijn, ik wilde dus geen slecht figuur slaan
en besloot vroeg naar bed te gaan, maar
Klumberg had het in zijn hoofd gezet een
klein wandelingetje te maken met mij. Hij
wilde wat frissche lucht happen, omdat
hij den volgenden dag het wereldrecord
speerwerpen wilde breken. Na een uurtje
besloten we met een „Aapje" naar het ho
tel terug te rijden. „Waarheen?" vroeg dc
koetsier. „Nu.... Klumberg, zeg eens...'
„Ik weet den naam van ons hotel niet",
antwoordde de Estlander.
Ik wist hem ook niet. Maar wij vertrok
ken op goed geluk. Uur na uur verliep.
Klokken sloegen. Het werd 10, 11, 12 uur.
De koetsier werd moe en viel in slaap. Ik
naam zijn zweep over. We hielden voor
eenige restaurants stil en aten wat. Het
paard toonde belangstelling voor warme
worstjes. Het kreeg zijn portie, maar wiidc
van zijn „paarden toet je" geen afstand doen
en sloeg den weg naar een wei in. En dat
was ons geluk, wat omstreeks acht uur
's ochtends leverde de brave koetsiersknol
ons slapend voor den ingang van het Char-
lottenburger Sportpaleis af. Dit paard had
beslist een zesde zintuig, want in het Char-
lottenburger Sportpaleis zouden wij im
mers wereldrecords breken.
Daarvoor was het acht uur 's ochtends
echter nog wat te vroeg. De eigenaar van
het restaurant daar trof reeds voorberei
dingen voor den grooten dag en was zoo
vriendelijk ons het telefoonnummer van
ons hotel te geven, waar mijn masseur me
handenwringend ontving. Ik heb het ge
voel, dat hy tot op heden nog steeds het
verhaal van het vergeten hoteladres niet
gelooft.
We ontbeten en sliepen twee uren. Twee
uren voor een wereldrecord! Ik was ver
twijfeld. Wat zou de sympathieke Ritter
von Halt wel van mij zeggen? Zou hij my
gelooven? Nauwelijks!
Aldus moest ik het wereldrecord 65.6 sec.
over de 500 meter, dat toen ten name stond
van den Zweed Lungren zien te bereiken
of te verbeteren. Ik,zal nooit vergeten, hor
ik voor den start terneergeslagen in hel
restaurant zat. Ik moest tegen juniores vijf
maal honderd meter loopen. „Drink wat
stelde de stoere Klumberg voor, „je ziet
er uit als een lijk". Ik bestelde, maar dronk
niet. Toen de ober het glas op het tafeltje
zette, kreeg ik zoo'n angst, dat ik naar bui
ten snelde. Toen kwam de start. Ik zal hem
nooit vergeten. Ritter von Halt, dien ik
nauwelijks kende, inspireerde me. Ik kon
den leider van het feest niet teleurstellen
en dusliep ik. De eerste 200 meter in
23 sec., ik lag vooraan. Voor de twee vol
gende ronden werden 27 seconden geno
teerd, mijn tegenstanders haalden mij in
Voor de laatste 100 meter had ik slechts
vijftien seconden noodig en met een halven
meter voorsprong op miin tegenstander ging
ik over de eindstreep. Tijd 65 sec. Een we
reldrecord! Ik was zeer gelukkig.
Nu had ik een half uurtje rust. Ik kon
op adem komen. Bij het polstokhoogsprin
gen bereikte ik net de 4 meter. Hooger
kwam ik niet. De vijfhonderd meter zat
me nog in de beenen
FEUILLETON
Roman van Else Wernecke.
(Nadruk verboden).
17)
„Neen, mevrouw, dat gaat werkelyk
niet", zegt Marga beleefd, maar beslist.
„We hebben er de laatste dagen ook al
herhaaldelijk om gevraagd en
„Ja, ja, dat weet ik wel", valt mevrouw
Scheele haar in de rede en bijt peinzend
op haar onderlip. „Vervelend ik word
zoo dringend verwacht". Ze probeert het
nog eens met een bijna kinderlijk smee-
ken, maar Marga houdt vol en het ziet
er haast naar uit, dat mevrouw dr. Schee-
Ie eenig respect voor deze, haar jongste
assistente, heeft. Met Gabi en Eva kwam
ze in ieder geval veel gemakkelijker klaar.
„Nou, goed dan", zegt ze ten slotte met
een gekrenkt schoolmeisjesgezicht, ik zal
even telefoneeren". En als ze, na een vrij
langdurig gesprek weer opduikt, roept ze
Marga naar voren. „Hoor eens, kindje, ik
heb het me nog eens even overlegd, maar
om daar alleen aan het knoeien te gaan,
dat duurt me veel te lang. Jij gaat mee om
me te helpen, ja? Dat is wel het minste,
dat je voor me doen kan, nu ik zoo'n ver
schrikkelijke haast heb."
Marga heeft allerlei bezwaren Het is
toch veel te druk in de zaak en de beide
anderen zullen het nooit alleen af kun
nen, als ze hen in den steek laat. Me
vrouw Scheele wijst deze argumenten ech
ter kalmweg van de hand met de laconieke
opmerking, dat die twee toch altijd wat
aan te merken hebben en dat dat er dus
niets toe doet.
Maar mevrouw Scheele staat er toch
op. dat zij beiden ongezien *iaar buiten
sluipen als kinderen, die van school spij
belen. Op de trap lacht ze kwajongens
achtig om den gelukten streek. Maar na
tuurlijk heeft Gabi het bemerkt en als ze
zich naar het raam spoedt, komt ze juist
op tijd om te zien, hoe de beide dames be
neden de straat opgaan.
Ze mompelt iets van „monsterkind", dat
er altijd op tijd tusschen uit weet te knij
pen en de kleine Eva komt met een hoog
rood gezicht uit een der cabines vliegen
om met een energiek gebaar de telefoon
van den haak te nemen en op het blad van
het schrijfbureau te leggen, en daarmede
een einde te maken aan het onophoudelij
ke, irriteerende gebel, dat iemand op den
duur gek dreigt te zullen maken.
Als de stroom van bezoeksters reeds
lang heeft afgenomen, ligt de hoorn nog
steeds vergeten op dezelfde plaats en spie
gelt zich in het blanke hout, wat evenwel
niet geheel overeenkomt met zijn bestem
ming.
Mevrouw dr. Scheele roept een taxi aan.
„Mijn wagen is altijd en eeuwig kapot",
zegt ze onschuldig tot Margg. „Het is
eigenaardig, maar ik geloof, dat ik geen
verstand van machines heb. Ik rijd graag,
ik vind het eenvoudig heerlijk zoo rustig
voort te rijden, maar plotseling doe ik dan
het een of ander en dan hoor ik ergens
wat knarsen of kraken en de man van de
garage schudt dan weer wanhopig zyn
hoofd, als ik bij hein aan kom zetten en
zegt: Hoe doet u dat toch, mevrouw? Ik
zou er waarachtig geen kans toe zien dien
wagen zoo klein te krijgen!" Ze lacht ver
genoegd.
Het laboratorium ligt in het achterste
deel van een pand in een oude zakenwijk.
Het ruikt er, als mevrouw Scheele de deur
Opent, bijna ondragelijk naar zoete en
scherpe esences. „Niemand meer hier?"
verwondert ze zich, maar direct daarop
knikte ze begrijpend. Natuurlijk, het is
al over vijven en de beide laboranten zijn
natuurlijk al naar huis.
„Nou, des te beter, dan behoeven we ons
niet eerst daar in dat kleine hok op te slui
ten. Weet je, ik heb dien lotion namelyk
tot dusver altyd alleen klaar gemaakt,
want je. hebt er geen idéé van, hoe voor
zichtig we moeten zijn. Het is werkelyk
een goed artikel en de concurrenten loeren
er dan ook voortdurend op. Telkens weer
vertellen me m'n jonge helpers hier, dat
iemand op meer of minder handige ma
nier geprobeerd heeft hen uit te hooren.
Maar dat zal niet gaan. Koekoek heeft
me op het hart gebonden het reept aan nie
mand te verraden, voor alle zekerheid is het
ook nergens opgeschreven en ik mocht me
er ook tot dusver door niemand bij laten
helpen. Met jou is dat natuurlijk wat an
ders. Ik zou waarlijk niet weten, wat jij
met dat recept zou moeten beginnen. Bij
de andere meisjes, zegt Koekoek, kan men
er nooit zeker van zijn, dat ze zich verpra
ten, hetzij uit ijdelheid dan wel door on
bedachtzaamheid of zoo en dat ze zelf la
ter niet eens een dergelijke zaak beginnen.
Nou ja, dat alles geldt voor jou natuurlijk
niet." Ze werpt Marga een witte jas toe
en begint zorgvuldig haar handen in te
zeepen en te borstelen. „Maar toch", ver
volgt ze, „geloof ik, dat je beter doet Koe
koek er maar niets van te zeggen, dat ik je
mee heb genomen, trouwens, ik zou er
maar niemand iets van vertellen, hè? Koe
koek is verschrikkelijk streng, weet je".
Marga stemt aarzelend toe. Heelemaal
gerust voelt ze zich toch niet. Als de be
drijfsleider er nu door een of ander toeval
eens achter komt? Is het niet volkomen in
strijd met hun vertrouwelijke overeen
komst?
(Wordt vervolgd)