DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN f Momentje WOENSDAG 29 APRIL 1942 33ste Jaargang No. 10238 3)c CeiobcheGoti/teï/nt Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 1L V Socialisme Wie tot voor korten tijd sprak over het socialisme bedoelde het Marxisme, bedoel de in ons land de S.D.A.P. en daar mede verwante, in meerdere of mindere mate Marxistische, partijen. Het woord en het begrip socialisme heeft den laatsten tijd een anderen inhoud ge kregen. t Men bedoelt er niet meer mee de histo- risch-materialistische wereld- en levensbe schouwing met den, als principieel onont koombaar aanvaarde, klassenstrijd. Men bedoelt er juist daartegenover mee een samengaan van allen in alle lagen of deelen van het volk naar een gemeen schappelijk doel een samengaan in na tionale eenheid. Wie dezen inhoud geeft aan het begrip socialisme brengt dit begrip dicht bij wat velen en in het bijzonder de katholieken hebben gepropageerd als solidarisme; de samenwerking van alle maatschaopelijke „stenden", maatschappelijke groepen. Het socialisme, dat Marxisme was, moge tot den volkomen verleden tijd behooren deze tijd zal de princiepen van de ware solidariteit tusschen alle burgers van een volk tot concrete verwerkelijking brengen. Dat hopen wij, daarnaar streven wij en dat verwachte n wij ook. Aan het socialisme, dat solidarisme is, ligt, zooals gezegd, niet ten grondslag de materialistische wereld- en levensbeschou wing, waarmede het Marxisme onverbre kelijk verbonden was. Aan het socialisme, dat solidarisme is, moet positief ten grondslag liggen een we reldbeschouwing, waarin de mensch wordt erkend in zijn waarde en waardigheid als een schepsel van God met een eeuwigheids bestemming; waarin sociale rechtvaardig heid en sociale liefde het leidend beginsel vormen. Het socialisme, dat solidarisme is, zal bereiken, dat in de toekomst de voortge brachte goederen overvloed in voldoend ruime mate toestroomen aan hen, die ar beid praesteeren, en zich niet langer „op- hoopen bij hen. die kapitaal bezitten" (Qu adragesimo Anno). Het socialisme, dat solidarisme is, zal de v e rscheidenheid in ors volk overbrug gen door een eenheid in ons volk, een na tionale eenheid. Als allen het „nieuwe" begrip „socialis me" aldus willen verstaan, dan zal dat be grip een basis zijn voor daadwerkelijke, vruchtbare samenwerking! NIEUWE BON DISTRIBUTIE VAN BOTER, MARGARINE EN VET. De secretaris-generaal van het departe ment van Landbouw en Visscherij maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van 30 April tot en met 8 Mei a.s. de met „23" ge nummerde bon van de boterkaart recht geeft op het koopen van 125 gram boter. Gedurende genoemd tijdvak geeft voorts de met „23" genummerde bon van de vet- kaart recht op het koopen van 125 gram boter (zonder reductie) of 125 gram mar garine of, voor zoover nog voorradig 100 gram bak- en braadvet. Bekendmaking VAN DEN COMMISSARIS-GENERAAL VAN DE OPENBARE VEILIGHEID OVER DE KENTEEKENING VAN DE JODEN IN NEDERLAND. Op grond van par. 45 van de verorde ning nr. 138/41 van den Rijkscommissaris van het bezette Nederlandsche gebied be treffende de openbare veiligheid geef ik hiermede volgende orders: Par. 1. 1) Een jood, die zich in het openbaar vertoont, moet een jodenster dragen. 2) Jood, in den zin van deze verorde ning, is hij, die, naar par. 4 van de verorde ning nr. 189/40 over de aanmelding van ondernemingen, jood is of als jood geldt. Kinderen onder 6 jaren vallen niet onder het kenteeken. 3) De jodenster bestaat uit een zwart ge- teekende zespuntige ster uit gele stof ter grootte van een handpalm met het zwarte opschrift „jood". Deze moet zichtbaar en vast opgenaaid op de linkerkant ter borst hoogte van het kleedingstuk gedragen worden. 4) Het is aan joden verboden, orde-, eere- teekens of andere insignes te dragen. Par. 2. 1) Hij, die in strijd handelt met de be palingen van par. 1 of deze omzeilt, wordt voor zoover niet volgens andere maat regelen een zwaardere straf bepaald is met hechtenis van ten hoogste 6 maanden en met een geldboete van ten hoogste dui zend gulden of met een van doze boeten bestraft. Dezelfde straf wordt opgelegd aan hem, die voor een omzeiling van deze be palingen zorg draagt, deze mogelijk maakt of daaraan medewerkt. 2) De opleggirg der maatregelen op het gebied der veiligheidspolitie blijft onaan getast. Par. 3. Deze politieverordening treedt drie da gen na hare afkondiging in werking. Den Haag, 29 April 1942. Der Generalkommissar fuer das Sicherheitswesen und Hoehere S.S.- und Polizeifuehrer gez. RAUTER. HET ITALIAANSCHE W EERM ACHTSBER1CHT. Het 696e weermachtsbericht luidt: In Cyrenaica werden aanvallen van vij andelijke pantserwagens afgeslagen door het we!onderhouden vuur van onze artille rie, terwijl de activiteit van verkennings vliegtuigen eveneens groot was. De Engel- sche luchtmacht verloor bij een luchtge vecht een Curtiss-jager. Vliegtuigformaties ondernamen krach tige bombardementsacties tegen het eiland Malta, waarbij militaire werken en instal laties van de luchtmacht en marine getrof fen werden. Een Spitfire werd neerge haald. In het Oostelijk deel van de Middelland- sche Zee werd bij een door onze torpedo vliegtuigen ondernomen aanval een schip van gemiddelde tonnage getroffen, dat deel uitmaakte van een convooi, dat door vlieg tuigen en oorlogsschepen begeleid werd. De strijd in de lucht De Britsche en de bolsjewistische lucht macht hebben de laatste 48 uur 139 vlieg tuigen verloren volgens de gegevens, waarover het opperbevel vooralsnog be schikt. Daarvan komen voor rekening van de Britsche luchtmacht 87 toestellen en voor die der bolsjewieken 52. Daartegen over zijn slechts 20 Duitsche vliegtuigen 'niet op hun basis teruggekeerd. Naar het opperbevel van de weermacht medeteelt, zijn bij het vliegen van Britsche formaties jagers aan de Noord-Fransche kust in den loop van Dinsdag zes Spitfires door Duitsche jagers neergeschoten. De verliezen van de Britsche luchtmacht in den nacht van Maandag op Dinsdag zijn volgens de nieuw ontvangen rapporten thans tot in totaal 25 bommenwerpers ge stegen. Hieronder bevonden zich volgens het totdusver ingestelde onderzoek 4 vier motorige bommenwerpers van het type Stirling en Halifax. ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN DUITSCHLAND. Britsche bommenwerpers hebben, naar het D.N.B. verneemt, in den nacht van 28 op 29 April het Noord-Duitsche kustgebied aangevallen. Er ontstond schade in woon wijken en de burgerbevolking leed verlie zen. Volgens de totdusver ontvangen rappor ten werden vier vliegtuigen neergeschoten. DUITSCHE VERGELDINGSAANVAL OP YORK. Ter vergelding van den Britschen lucht- overval op de burgerbevolking van Keulen hebben, naar het D.N.BZ. wordt gemeld, Duitsche formaties gevechtsv 1 iegtuien in den afgeloopen nacht de stad York met zware uitwerking van brand- en brisant bommen aangevallen. Gisteren hebben Duitsche gevechtsvlieg tuigen aanvallen op de Engelsche Zuidkust gedaan en in scheervlucht een werf aan de Oostkust van White met bcnr.en en mitrailleur vuur bestookt, waarbij aanzien lijke schade werd aangericht. Een bom kwam terecht vlak naast een torpedojager. Op de werf braken branden uit. AMERIKA WIL MEER LUCHTSCHEPEN. Volgens een Reuterbericht heeft het Amerikaansche ministerie van marine van het congres de machtiging gevraagd voor het koopen of bouwen van nog 24 lucht schepen, om den strijd tegen de duikbooten te „verscherpen". Hst departement had reeds eerder machtiging gekregen voor den aankoop van 48 niet stijve luchtsche pen. .Japansche operatie op Nieuw-Guinea In aansluiting op de operaties van Ja pansche vlooteenheden tegen de Noord westelijke gebieden van Nieuw-Guinea, meldt de „Tokio Nitsji-Nitsji", dat hierdoor gebieden met groote rijkdommen aan pe troleum in Japansche handen zijn geraakt. Volgens het blad hebben Japansche troe pen o.a. de kustplaats Fakfak en in de Golf van Mac-Cluer Babo bezet. Aan de Noord oostkust van Nederl. Neiuw-Guinea, niet ver van de grens van het Keizer Wilhelm- land, werd Hollandia bezet. De bezetting van Hollandia is juist van bijzondere be- teekenis, omdat vandaar uit de operaties tegen de Noordoostelijke gebieden van Nieuw-Guinea kunnen worden uitgevoerd. Naar voorts bskend-wordt hebben Japan sche eenheden de laatste dagen verschei dene ten Westen van Nieuw-Guinea gele gen eilanden bezet. De eenige haven der Geallieerden op Nieuw-Guinea, Port Mo resby, is den laatsten tijd zoo hevig gebom bardeerd, dat deze marinebasis steeds meer aan beteekenis voor de Geallieerde strijd krachten verliest. Krachtens de succesvolle operaties der Japansche weermacht van de laatste weken is den Geallieerden de ge legenheid ontnomen, de gebieden ten Oos ten van Celebes tot aan de Salomons-eilan- den te gebruiken voor operaties tegen Ja pan of als bases voor Amerikaansche leve ranties aan Australië. DE STRIJD IN BIRMA. Naar Radio New York meldt, is de situatie in Birma de laatste uren zeer kritiek geworden. Snelle Japansche ge motoriseerde eenheden hebben Lasjio ten N.O. van Mandalay bereikt. In een extrabericht uit New-Delhi beweert de Britsche berichtendienst, dat Lasjio met bommen bestookt is en in vlammen staat. Evacuatie van Mandalay. 150.000 inwoners van de stad Mandalay in Birma hebben hun huizen ten gevolge van de herhaalde bombardementen van het luchtwapen moeten verlaten. DE VERJAARDAG VAN DEN JAPANSCHEN KEIZER. De Japansche keizer viert vandaag zijn 41sten verjaardag. In het centrum der stad werd een tankparade voor de bevolking gehouden, 's Middags nam de Ten<no de gelukwenschen van de vorstelijke personen en de hooge ambtenaren van de keizerlijke hofhouding :n ontvangst. Verklaring van Cripps In het Lagerhuis „MEN KAN NIET VERDER GAAN DAN THANS GEBEURDE". Sir Stafford Cripps heeft gisteren, naar de Britsche berichtendienst meldt, bij de opening van de debatten in het Lagerhuis een uitvoerige verklaring over zijn missie naar Voor-Indië afgelegd. Hij zeide, dat het oogenblik van zijn bezoek om drie re denen ongunstig was: le Door het recht- streeksche naderen van den vijand tot de kust van Indië; 2e Door de sfeer van de faitisme, die in zekere lagen van het Indi sche publiek ten aanzien van de gebeurte nissen in Oost-Azië aan den dag trad; 3e. Doordat de communale meeningsverschil- len ten aanzien van de toekomstige regee- rirg van Indië duidelijker en ondubbelzin niger aan den dag waren getreden. De noodzakelijkheid eener opheldering van den toestand en consolideering van de openbare meening in Indië heeft, zoo zeide Cripps verder, de Britsche regeering ge dwongen tot het besluit een positieven stap te ondernemen. In het verder verloop van zijn uiteenzet ting noemde Cripps de aankomst van den specialen lasthebber van Roosevelt, kol. Johnson, tijdens zijn aanwezigheid een „toeval''. Van een ingrijpen der Ver. Sta ten is geen sprake geweest, maar „alleen van de persoonlijke hulp van zeer bekwa me en voorkomende Amerikaansche bur gers". Sir Stafford zeide verder, dat de on- eenigheden in de eerste plaats betrekking hadden gehad op de.manier, waarop de In dische zelfbeschikking -zou worden uitge oefend. De toestand in Voor-Iüdië is echter, zoo zeide hij, zoo ernstig, dat de strijd krachten voorloopig onder alle om standigheden onder Engelsch bevel moeten blijven. Verder dan men thans ten aanzien vein Indië is gegaan, kan men niet gaan. Sir Stafford Cripps verklaarde verder, dat de zich voordoende moeilijkheden in Indië betrekking hadden gehad op de me thode van vastlegging der nieuwe consti tutie, de verdediging en den algemeenen vorm der voorloopige regeering. Dat de onderhandelingen tenslotte waren vastge- loopen, was niet gebeurd op grond van de kwestie der defensie, maar in verband met den vorm van de regeering, die tot aan het einde van den oorlog aan de macht zou zijn. De Congresleden hadden den indruk gehad, dat zij riet de vérstrekkende vol machten zouden hebben, die zij noodzake lijk achtten voor een succesvolle deelne ming aan de regeering. In de reeds vermelde verklaring van Crioos in het Lagerhuis over zijn reis naar Indië, verklaarde hij nog, dat zoowel hij als de Britsche regeering ten zeerste het mislukken van zijn pogingen betreuren. Al heeft men ook contact gekregen met de „Indische vrienden", toch is dit contact ntet zoo nauw geworden, als voor de doeltref fende verdediging van Indië noodig is. Voorloopig kan niets anders gedaan wor den. Engeland moet geduld hebben en be reid zijn, eventueele voorstellen van Indi sche leiders te overwegen. Cripps besloot met de woorden: „Wij moeten ons thans concentreeren op den plicht ons uiterste best te doen voor de verdediging van In dië. een taak. waarvoor onze groote Ame rikaansche Geallieerden ons hun hulp heb ben aangeboden. Aan het slot van het Lagerhuisdebat heeft de staatssecretaris van Indië, Amery, volgens den Engelschen nieuwsdienst ver klaard, dat deze opdracht ten aanzien van haar rechtstreeksche doel mislukt moet worden geacht. Generaal Grraud over Zwitserland ontvlucht Naar officieel wordt gemeld, is de Fran- sche generaal Giraud, die eerst onlargs was ontsnapt uit de krijgsgevangenschap op den KÖnigstein, 21 April onder een aange nomen naam in Zwitserland gekomen. Zoodra zijn identiteit was vastgesteld, werd hem vergund zijn reis voort te zetten en Zaterdag heeft hij Zwitserland verlaten. Arbeiders en kantoorbedienden, schenkt hier aandacht aan. De jonge en lichamelijke gezonde Nederlander, die zijn betrekking in Ne derland aan een ouderen of lichamelijk zwakkeren kameraad afstaat, dient Nederland en handelt in 't belang van het vaderland. Wanneer je er ook zoo over^ denkt, meld je dan aan bij het arbeidsbureau in je woonplaats. VREDKGERECHTSHOF VOLLEDIG EERHERSTEL VAN OVERSTE MUSSERT De res. kapitein Bom en de res. 1ste luitenant Kruithof veroordeeld resp. tot 10 en 20 jaren gevangenisstraf Aan het arrest is het volgende ontleend: Naar aanleiding van de voor het hof af gelegde verklaringen van getuigen en de opgaven der verdachten overweegt-het hof het volgende: Uit de verklaringen van de getuigen: den Boer, van der Flier, van der Mark, de Roon, van Ingen Schenau, zoomede uit de bekentenis van den verdachte is komen vast te staan, dat op 14 Mei 1940 omstreeks 4 uur des namiddags de verdachte Kruit hof eenige malen met zijn dienstpistool heeft geschoten op den luitenant-kolonel Mussert. tengevolge waarvan deze zooda nig is verwond, dat hij aan de bekomen verwondingen is overleden, gelijk door de getuigen-deskundigen Bauer en Folmer wordt bevestigd. Uit de verklaringen van eerstbedoelde getuigen, zoomede uit de be kentenis van den verdachte Bom is ge bleken, dat deze ter zelfder plaatse en tijd genoemden luitenant-kolonel Mussert on der bedreiging met zijn dienstpistool heeft gesommeerd de handen omhoog te houden en zich als arrestant aan hem, verdachte, over te geven. Verdachten hebben ter recht vaardiging van hun daad aangevoerd, dat zij zich gerechtigd achtten den luitenant kolonel Mussert, hoewel hun meerdere in rang, te arresteeren, vermits zij overtuigd waren in het belang der landsverdediging daartoe verplicht te zijn. Bovendien heeft de verdachte Kruithof er zich op beroepen uit zelfverdediging te hebben gehandeld, toen hij de doodelijke schoten loste, omdat hij in de meening verkeerde, dat de luite nant-kolonel Mussert bij verzet tegen zijn arrestatie van zijn vuurwapen gebruik wilde maken. Voorzoover het klaarblijkelijk beroep op noodweer, door verdachte Kruithof ge daan, afhankelijk is van de vraag naar de rechtmatigheid der arrestatie van den lui tenant-kolonel Mussert door beide ver dachten, stelt het hof in de eerste plaats dienaangaande het volgende vast. Verdachten, zijnde de reserve-kapitein Bom en de- reserve-eerste luitenant Kruit hof. hebben zich vergrepen aan de waar digheid en de vrijheid van den luitenant kolonel Mussert, hun meerdere in rang, zonder dat zij persoonlijk en uit eigen er varing volgens de uitdrukkelijke ver klaring van de beide verdachten eeni ge handelwijze van dien luitenant-kolonel hadden vastgesteld, waaruit zij redelijker wijze de overtuiging konden bekomen om trent landverraderlijke bedoelingen zijner zijds. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel, dat de arrestatie door de verdachten van den luitenant-kolonel Mus sert op eigen gezag, zonder eenige daartoe bekomen opdracht of aanwijzing, in den meest volstrekten zin als onrechtmatig moet worden aangemérkt, waarbij nog als bijz. verzwarende omstandigheden komt, dat verdachten deze daad hebben gepleegd in tijd van oorlog, wanneer de militaire verhoudingen van gezag en tucht op de nauwgezetste wijze in acht genomen be hooren te worden. Weliswaar is door den raadsman der verdachten aangevoerd, dat in verband met het bepaalde in artikel 67, sub 3, van het wetboek van militair straf recht de kapitein Bom krachtens zijn hoe danigheid van vakcommandant binnen het betrokken vak de meerdere zou zijn ge weest van den luitenant-kolonel Mussert, die in het bedaoelde gebied zelf geen com mando zou hebben gehad.^ zoodat de kapi tein Bom. optredend tegen den luitenant kolonel Mussert, gelijk hij deed, in deze omstandigheden niet geacht kon worden te*en zijn meerdere te ziin oogetreden. Naar 't oordeel van het Hof vindt deze opvat ting echter in zooverre geen steun in de aan gehaalde bepaling, als de luit.-kol. Mussert voor en ten tijde zijner arrestatie niet al leen op geenerlei wijze bij de verdediging van bedoeld vak betrokken was, maar zich evenmin gemengd had in de bevelsverhou dingen binnen bedoeld vak en daartoe ook geenszins het voornemen te kennen had gegeven, zoodat te zijnen opzichte er geen sprake van kon zijn. dat hij onder de be velen van verdachte Bom als vakcom mandant zou hebben gestaan. Voorts is door verdachten ter rechtvaar diging van hun handelwijze'een beroeo ge daan op een samenloop van omstandighe den, welke als overmacht op hen zou heb ben gewerkt, tengevolge waarvan zij ertoe zouden zijn overgegaan tegen hun meer dere op te treden, gelijk zij deden. Bedoelde omstandigheden zouden heb ben bestaan in de geruchten, welke zich in den oorlog rondom den persoon van den luitenant-kolonel Mussert hadden gevormd en de strekking hadden aan de eerlijkheid zijner bedoelingen met betrekking tot de belangen der landsverdediging te twijfe len, zoomede in de noodzakelijkheid voor de veiligheid en het behoud van de ves ting Holland er voor te waken, dat de lui tenant-kolonel Mussert geen nadeeligen in vloed zou kunnen uitoefenen od de krijgs verrichtingen in het vak, welks verdedi ging aan den verdachte Bom was opge dragen. Ook dit verweer acht het hof niet aan nemelijk, vermits de beoordeeling van de betrouwbaarheid en militaire geschiktheid van den luitenant-kolonel Mussert onder geenerlei omstandigheid aan de verdachten 1 GOED EN SLECHT. Wat is de wind? De wind is een be zem die wolken wegvaagt en den hemel schoon veegt. De wind zwiert en zwaait den hemel langs aLs een dolleman en maakt hem glanzend en blauw. Naar dien blauwen zonmigen hemel hebben wij zoo verlangd, maar zonder den wind. Ik weet het. De wind houdt den regen weg en mijn tuintje zou ver smachten, als ik de bloemen en het groen niet zou lesschen uit mijn kraan. Maar nu hebben wij zon en een blauwe lucht en nu moesten wij er ook tevre den mee zijn. Want zoo is het met alles wat wij wenschen. Aan al het goede zit een minder goede kant en aan al het slechte iets goeds. En het ligt er dan maar aan wat U lokt. Indien het 't goe de is dat aan 't slechte zit, kies dan het slechte, kies anders het goede en neem het slechte erbij. Waarom niet? Zoo is het niet zonder reden geregeld. Ik denk, dat het slechte er is, om het goede beter te kunnen proeven. Zoo is het ook met dezen tijd. Wij verlangen het goede en zouden het slechte willen voorbijgaan. Dat gaat niet. Wij moeten door het slechte naar het goede, want het verlangen naar het goede veronderstelt, dat men het nog niet heeft. Maar daarom behoeft het geen men heeft nog niet slecht te zijn. Er is nogal zooveel moois, vooral in hoop en verlangen. In een tijd, dat het slecht is kan het alleen maar beter worden. Laten wij daaraan denken toekwam, wier eerste plicht het was een meerdere, van wien hun persoonlijk gee nerlei landsverraderlijk gedrag was geble ken en die door hoogere commandanten in z(jn militaire waardigheid werd gehand haafd, als zoodanig te eerbiedigen. Deze plicht van verdachten is naar het oordeel van het hof van dien aard, dat van hen redelijkerwijs geëischt had kunnen worden, dat zij welke geruchten en ver moedens ook aan dezen plicht onderge schikt zouden hebben gemaakt, te meer daar zij moesten weten, dat ook de belan gen der landsverdediging, waarvoor zij wilden opkomen, door niets meer konden worden geschaad, dan door aantasting der militaire verhoudingen van gezag en tucht. Verdachten hadden derhalve naar het oor deel van het hof aar. den drang der om standigheden, waarop zij zich beroepen, redelijkerwijs weerstand moeten bieden. Het hof stelt mitsdien vast, dat de ver dachten Bom en Kruithof de hun respec tievelijk telaste gelegde misdrijven hebben gepleegd, terwijl van geen gronden is ge bleken, welke hun strafbaarheid zouden kunnen opheffen. Met het oog op de bepaling van de mate van strafwaardigheid der verdachten, acht het Hof het noodzakelijk de overige voor het Hof afgelegde getuigenverklaringen aan een nader onderzoek te onderwerpen. Het Hof stelt daarbij op den voorgrond, dat de verdachten zoowel persoonlijk als bij monde van hun verdediger niet in ge breke zijn gebleven zonder eenig voorbe houd hun dwaling met betrekking tot den persoon van den luitenant-kolonel Mussert te erkennen en nun overtuiging uit te spre ken, dat aan zijn ongerepte krijgsmanseer op geenerlei wijze meer kan worden get wij feld. Overweging van de bedoelde getuigenver klaringen heeft het Hof de overtuiging ge schonken. dat zij, die aan de goede trouw van den* luitenant-kolonel Mussert hebben getwijfeld, veelal niet alleen van aan mis- dadi°heid grenzende lichtvaardigheid heb ben blijk gegeven, maar zelfs grootendeels mede oorzaak van het te zijnen opzichte gewekte wantrouwen ziin geweest en in de hoogste mate zelf schuldig staan aan het ongunstig verloop der krijgsverrichtingen, hetwelk ten onrechte den luitenant-kolonel Mussert werd aangerekend. Daarbij is mede uit verschillende ver klaringen van getuigen komen vast te staan De bekende Duitsche componist van soldatenliederen en marschen. prof. Herms Niels, geeft deze week met het muziekcorps van den Rijksarbeidsdienst een aantal volksconcerter in ons land ten bate van het Roode Kruis Wildmann-Stapf-Pax Holland m

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1