DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
f Momentje
WOENSDAG 29 APRIL 1942
33ste Jaargang No. 10238
3)c CeiobcheGoti/teï/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 1L
V Socialisme
Wie tot voor korten tijd sprak over het
socialisme bedoelde het Marxisme, bedoel
de in ons land de S.D.A.P. en daar
mede verwante, in meerdere of mindere
mate Marxistische, partijen.
Het woord en het begrip socialisme heeft
den laatsten tijd een anderen inhoud ge
kregen. t
Men bedoelt er niet meer mee de histo-
risch-materialistische wereld- en levensbe
schouwing met den, als principieel onont
koombaar aanvaarde, klassenstrijd.
Men bedoelt er juist daartegenover mee
een samengaan van allen in alle lagen of
deelen van het volk naar een gemeen
schappelijk doel een samengaan in na
tionale eenheid.
Wie dezen inhoud geeft aan het begrip
socialisme brengt dit begrip dicht bij wat
velen en in het bijzonder de katholieken
hebben gepropageerd als solidarisme; de
samenwerking van alle maatschaopelijke
„stenden", maatschappelijke groepen.
Het socialisme, dat Marxisme was, moge
tot den volkomen verleden tijd behooren
deze tijd zal de princiepen van de ware
solidariteit tusschen alle burgers van een
volk tot concrete verwerkelijking brengen.
Dat hopen wij, daarnaar streven wij en
dat verwachte n wij ook.
Aan het socialisme, dat solidarisme is,
ligt, zooals gezegd, niet ten grondslag de
materialistische wereld- en levensbeschou
wing, waarmede het Marxisme onverbre
kelijk verbonden was.
Aan het socialisme, dat solidarisme is,
moet positief ten grondslag liggen een we
reldbeschouwing, waarin de mensch wordt
erkend in zijn waarde en waardigheid als
een schepsel van God met een eeuwigheids
bestemming; waarin sociale rechtvaardig
heid en sociale liefde het leidend beginsel
vormen.
Het socialisme, dat solidarisme is, zal
bereiken, dat in de toekomst de voortge
brachte goederen overvloed in voldoend
ruime mate toestroomen aan hen, die ar
beid praesteeren, en zich niet langer „op-
hoopen bij hen. die kapitaal bezitten"
(Qu adragesimo Anno).
Het socialisme, dat solidarisme is, zal
de v e rscheidenheid in ors volk overbrug
gen door een eenheid in ons volk, een na
tionale eenheid.
Als allen het „nieuwe" begrip „socialis
me" aldus willen verstaan, dan zal dat be
grip een basis zijn voor daadwerkelijke,
vruchtbare samenwerking!
NIEUWE BON
DISTRIBUTIE VAN BOTER, MARGARINE
EN VET.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij maakt
bekend, dat gedurende het tijdvak van 30
April tot en met 8 Mei a.s. de met „23" ge
nummerde bon van de boterkaart recht
geeft op het koopen van 125 gram boter.
Gedurende genoemd tijdvak geeft voorts
de met „23" genummerde bon van de vet-
kaart recht op het koopen van 125 gram
boter (zonder reductie) of 125 gram mar
garine of, voor zoover nog voorradig 100
gram bak- en braadvet.
Bekendmaking
VAN DEN COMMISSARIS-GENERAAL
VAN DE OPENBARE VEILIGHEID
OVER DE KENTEEKENING VAN
DE JODEN IN NEDERLAND.
Op grond van par. 45 van de verorde
ning nr. 138/41 van den Rijkscommissaris
van het bezette Nederlandsche gebied be
treffende de openbare veiligheid geef ik
hiermede volgende orders:
Par. 1.
1) Een jood, die zich in het openbaar
vertoont, moet een jodenster dragen.
2) Jood, in den zin van deze verorde
ning, is hij, die, naar par. 4 van de verorde
ning nr. 189/40 over de aanmelding van
ondernemingen, jood is of als jood geldt.
Kinderen onder 6 jaren vallen niet onder
het kenteeken.
3) De jodenster bestaat uit een zwart ge-
teekende zespuntige ster uit gele stof ter
grootte van een handpalm met het zwarte
opschrift „jood". Deze moet zichtbaar en
vast opgenaaid op de linkerkant ter borst
hoogte van het kleedingstuk gedragen
worden.
4) Het is aan joden verboden, orde-, eere-
teekens of andere insignes te dragen.
Par. 2.
1) Hij, die in strijd handelt met de be
palingen van par. 1 of deze omzeilt, wordt
voor zoover niet volgens andere maat
regelen een zwaardere straf bepaald is
met hechtenis van ten hoogste 6 maanden
en met een geldboete van ten hoogste dui
zend gulden of met een van doze boeten
bestraft. Dezelfde straf wordt opgelegd aan
hem, die voor een omzeiling van deze be
palingen zorg draagt, deze mogelijk maakt
of daaraan medewerkt.
2) De opleggirg der maatregelen op het
gebied der veiligheidspolitie blijft onaan
getast.
Par. 3.
Deze politieverordening treedt drie da
gen na hare afkondiging in werking.
Den Haag, 29 April 1942.
Der Generalkommissar fuer das
Sicherheitswesen und Hoehere
S.S.- und Polizeifuehrer
gez. RAUTER.
HET ITALIAANSCHE
W EERM ACHTSBER1CHT.
Het 696e weermachtsbericht luidt:
In Cyrenaica werden aanvallen van vij
andelijke pantserwagens afgeslagen door
het we!onderhouden vuur van onze artille
rie, terwijl de activiteit van verkennings
vliegtuigen eveneens groot was. De Engel-
sche luchtmacht verloor bij een luchtge
vecht een Curtiss-jager.
Vliegtuigformaties ondernamen krach
tige bombardementsacties tegen het eiland
Malta, waarbij militaire werken en instal
laties van de luchtmacht en marine getrof
fen werden. Een Spitfire werd neerge
haald.
In het Oostelijk deel van de Middelland-
sche Zee werd bij een door onze torpedo
vliegtuigen ondernomen aanval een schip
van gemiddelde tonnage getroffen, dat deel
uitmaakte van een convooi, dat door vlieg
tuigen en oorlogsschepen begeleid werd.
De strijd in de lucht
De Britsche en de bolsjewistische lucht
macht hebben de laatste 48 uur 139 vlieg
tuigen verloren volgens de gegevens,
waarover het opperbevel vooralsnog be
schikt. Daarvan komen voor rekening van
de Britsche luchtmacht 87 toestellen en
voor die der bolsjewieken 52. Daartegen
over zijn slechts 20 Duitsche vliegtuigen
'niet op hun basis teruggekeerd.
Naar het opperbevel van de weermacht
medeteelt, zijn bij het vliegen van Britsche
formaties jagers aan de Noord-Fransche
kust in den loop van Dinsdag zes Spitfires
door Duitsche jagers neergeschoten. De
verliezen van de Britsche luchtmacht in
den nacht van Maandag op Dinsdag zijn
volgens de nieuw ontvangen rapporten
thans tot in totaal 25 bommenwerpers ge
stegen. Hieronder bevonden zich volgens
het totdusver ingestelde onderzoek 4 vier
motorige bommenwerpers van het type
Stirling en Halifax.
ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
DUITSCHLAND.
Britsche bommenwerpers hebben, naar
het D.N.B. verneemt, in den nacht van 28
op 29 April het Noord-Duitsche kustgebied
aangevallen. Er ontstond schade in woon
wijken en de burgerbevolking leed verlie
zen.
Volgens de totdusver ontvangen rappor
ten werden vier vliegtuigen neergeschoten.
DUITSCHE VERGELDINGSAANVAL
OP YORK.
Ter vergelding van den Britschen lucht-
overval op de burgerbevolking van Keulen
hebben, naar het D.N.BZ. wordt gemeld,
Duitsche formaties gevechtsv 1 iegtuien in
den afgeloopen nacht de stad York met
zware uitwerking van brand- en brisant
bommen aangevallen.
Gisteren hebben Duitsche gevechtsvlieg
tuigen aanvallen op de Engelsche Zuidkust
gedaan en in scheervlucht een werf aan
de Oostkust van White met bcnr.en en
mitrailleur vuur bestookt, waarbij aanzien
lijke schade werd aangericht. Een bom
kwam terecht vlak naast een torpedojager.
Op de werf braken branden uit.
AMERIKA WIL MEER LUCHTSCHEPEN.
Volgens een Reuterbericht heeft het
Amerikaansche ministerie van marine van
het congres de machtiging gevraagd voor
het koopen of bouwen van nog 24 lucht
schepen, om den strijd tegen de duikbooten
te „verscherpen". Hst departement had
reeds eerder machtiging gekregen voor
den aankoop van 48 niet stijve luchtsche
pen.
.Japansche operatie op
Nieuw-Guinea
In aansluiting op de operaties van Ja
pansche vlooteenheden tegen de Noord
westelijke gebieden van Nieuw-Guinea,
meldt de „Tokio Nitsji-Nitsji", dat hierdoor
gebieden met groote rijkdommen aan pe
troleum in Japansche handen zijn geraakt.
Volgens het blad hebben Japansche troe
pen o.a. de kustplaats Fakfak en in de Golf
van Mac-Cluer Babo bezet. Aan de Noord
oostkust van Nederl. Neiuw-Guinea, niet
ver van de grens van het Keizer Wilhelm-
land, werd Hollandia bezet. De bezetting
van Hollandia is juist van bijzondere be-
teekenis, omdat vandaar uit de operaties
tegen de Noordoostelijke gebieden van
Nieuw-Guinea kunnen worden uitgevoerd.
Naar voorts bskend-wordt hebben Japan
sche eenheden de laatste dagen verschei
dene ten Westen van Nieuw-Guinea gele
gen eilanden bezet. De eenige haven der
Geallieerden op Nieuw-Guinea, Port Mo
resby, is den laatsten tijd zoo hevig gebom
bardeerd, dat deze marinebasis steeds meer
aan beteekenis voor de Geallieerde strijd
krachten verliest. Krachtens de succesvolle
operaties der Japansche weermacht van de
laatste weken is den Geallieerden de ge
legenheid ontnomen, de gebieden ten Oos
ten van Celebes tot aan de Salomons-eilan-
den te gebruiken voor operaties tegen Ja
pan of als bases voor Amerikaansche leve
ranties aan Australië.
DE STRIJD IN BIRMA.
Naar Radio New York meldt, is de
situatie in Birma de laatste uren zeer
kritiek geworden. Snelle Japansche ge
motoriseerde eenheden hebben Lasjio
ten N.O. van Mandalay bereikt.
In een extrabericht uit New-Delhi
beweert de Britsche berichtendienst,
dat Lasjio met bommen bestookt is en
in vlammen staat.
Evacuatie van Mandalay.
150.000 inwoners van de stad Mandalay
in Birma hebben hun huizen ten gevolge
van de herhaalde bombardementen van
het luchtwapen moeten verlaten.
DE VERJAARDAG VAN DEN
JAPANSCHEN KEIZER.
De Japansche keizer viert vandaag zijn
41sten verjaardag. In het centrum der stad
werd een tankparade voor de bevolking
gehouden, 's Middags nam de Ten<no de
gelukwenschen van de vorstelijke personen
en de hooge ambtenaren van de keizerlijke
hofhouding :n ontvangst.
Verklaring van Cripps In
het Lagerhuis
„MEN KAN NIET VERDER GAAN DAN
THANS GEBEURDE".
Sir Stafford Cripps heeft gisteren, naar
de Britsche berichtendienst meldt, bij de
opening van de debatten in het Lagerhuis
een uitvoerige verklaring over zijn missie
naar Voor-Indië afgelegd. Hij zeide, dat
het oogenblik van zijn bezoek om drie re
denen ongunstig was: le Door het recht-
streeksche naderen van den vijand tot de
kust van Indië; 2e Door de sfeer van de
faitisme, die in zekere lagen van het Indi
sche publiek ten aanzien van de gebeurte
nissen in Oost-Azië aan den dag trad; 3e.
Doordat de communale meeningsverschil-
len ten aanzien van de toekomstige regee-
rirg van Indië duidelijker en ondubbelzin
niger aan den dag waren getreden. De
noodzakelijkheid eener opheldering van
den toestand en consolideering van de
openbare meening in Indië heeft, zoo zeide
Cripps verder, de Britsche regeering ge
dwongen tot het besluit een positieven
stap te ondernemen.
In het verder verloop van zijn uiteenzet
ting noemde Cripps de aankomst van den
specialen lasthebber van Roosevelt, kol.
Johnson, tijdens zijn aanwezigheid een
„toeval''. Van een ingrijpen der Ver. Sta
ten is geen sprake geweest, maar „alleen
van de persoonlijke hulp van zeer bekwa
me en voorkomende Amerikaansche bur
gers". Sir Stafford zeide verder, dat de on-
eenigheden in de eerste plaats betrekking
hadden gehad op de.manier, waarop de In
dische zelfbeschikking -zou worden uitge
oefend.
De toestand in Voor-Iüdië is echter,
zoo zeide hij, zoo ernstig, dat de strijd
krachten voorloopig onder alle om
standigheden onder Engelsch bevel
moeten blijven. Verder dan men thans
ten aanzien vein Indië is gegaan, kan
men niet gaan.
Sir Stafford Cripps verklaarde verder,
dat de zich voordoende moeilijkheden in
Indië betrekking hadden gehad op de me
thode van vastlegging der nieuwe consti
tutie, de verdediging en den algemeenen
vorm der voorloopige regeering. Dat de
onderhandelingen tenslotte waren vastge-
loopen, was niet gebeurd op grond van de
kwestie der defensie, maar in verband met
den vorm van de regeering, die tot aan het
einde van den oorlog aan de macht zou
zijn. De Congresleden hadden den indruk
gehad, dat zij riet de vérstrekkende vol
machten zouden hebben, die zij noodzake
lijk achtten voor een succesvolle deelne
ming aan de regeering.
In de reeds vermelde verklaring van
Crioos in het Lagerhuis over zijn reis naar
Indië, verklaarde hij nog, dat zoowel hij
als de Britsche regeering ten zeerste het
mislukken van zijn pogingen betreuren. Al
heeft men ook contact gekregen met de
„Indische vrienden", toch is dit contact ntet
zoo nauw geworden, als voor de doeltref
fende verdediging van Indië noodig is.
Voorloopig kan niets anders gedaan wor
den. Engeland moet geduld hebben en be
reid zijn, eventueele voorstellen van Indi
sche leiders te overwegen. Cripps besloot
met de woorden: „Wij moeten ons thans
concentreeren op den plicht ons uiterste
best te doen voor de verdediging van In
dië. een taak. waarvoor onze groote Ame
rikaansche Geallieerden ons hun hulp heb
ben aangeboden.
Aan het slot van het Lagerhuisdebat
heeft de staatssecretaris van Indië, Amery,
volgens den Engelschen nieuwsdienst ver
klaard, dat deze opdracht ten aanzien van
haar rechtstreeksche doel mislukt moet
worden geacht.
Generaal Grraud over Zwitserland
ontvlucht
Naar officieel wordt gemeld, is de Fran-
sche generaal Giraud, die eerst onlargs was
ontsnapt uit de krijgsgevangenschap op
den KÖnigstein, 21 April onder een aange
nomen naam in Zwitserland gekomen.
Zoodra zijn identiteit was vastgesteld,
werd hem vergund zijn reis voort te zetten
en Zaterdag heeft hij Zwitserland verlaten.
Arbeiders en kantoorbedienden,
schenkt hier aandacht aan.
De jonge en lichamelijke gezonde
Nederlander, die zijn betrekking in Ne
derland aan een ouderen of lichamelijk
zwakkeren kameraad afstaat, dient
Nederland en handelt in 't belang van
het vaderland. Wanneer je er ook zoo
over^ denkt, meld je dan aan bij het
arbeidsbureau in je woonplaats.
VREDKGERECHTSHOF
VOLLEDIG EERHERSTEL VAN OVERSTE MUSSERT
De res. kapitein Bom en de res. 1ste luitenant Kruithof
veroordeeld resp. tot 10 en 20 jaren gevangenisstraf
Aan het arrest is het volgende ontleend:
Naar aanleiding van de voor het hof af
gelegde verklaringen van getuigen en de
opgaven der verdachten overweegt-het hof
het volgende:
Uit de verklaringen van de getuigen: den
Boer, van der Flier, van der Mark, de
Roon, van Ingen Schenau, zoomede uit de
bekentenis van den verdachte is komen
vast te staan, dat op 14 Mei 1940 omstreeks
4 uur des namiddags de verdachte Kruit
hof eenige malen met zijn dienstpistool
heeft geschoten op den luitenant-kolonel
Mussert. tengevolge waarvan deze zooda
nig is verwond, dat hij aan de bekomen
verwondingen is overleden, gelijk door de
getuigen-deskundigen Bauer en Folmer
wordt bevestigd. Uit de verklaringen van
eerstbedoelde getuigen, zoomede uit de be
kentenis van den verdachte Bom is ge
bleken, dat deze ter zelfder plaatse en tijd
genoemden luitenant-kolonel Mussert on
der bedreiging met zijn dienstpistool heeft
gesommeerd de handen omhoog te houden
en zich als arrestant aan hem, verdachte,
over te geven. Verdachten hebben ter recht
vaardiging van hun daad aangevoerd, dat
zij zich gerechtigd achtten den luitenant
kolonel Mussert, hoewel hun meerdere in
rang, te arresteeren, vermits zij overtuigd
waren in het belang der landsverdediging
daartoe verplicht te zijn. Bovendien heeft
de verdachte Kruithof er zich op beroepen
uit zelfverdediging te hebben gehandeld,
toen hij de doodelijke schoten loste, omdat
hij in de meening verkeerde, dat de luite
nant-kolonel Mussert bij verzet tegen zijn
arrestatie van zijn vuurwapen gebruik
wilde maken.
Voorzoover het klaarblijkelijk beroep op
noodweer, door verdachte Kruithof ge
daan, afhankelijk is van de vraag naar de
rechtmatigheid der arrestatie van den lui
tenant-kolonel Mussert door beide ver
dachten, stelt het hof in de eerste plaats
dienaangaande het volgende vast.
Verdachten, zijnde de reserve-kapitein
Bom en de- reserve-eerste luitenant Kruit
hof. hebben zich vergrepen aan de waar
digheid en de vrijheid van den luitenant
kolonel Mussert, hun meerdere in rang,
zonder dat zij persoonlijk en uit eigen er
varing volgens de uitdrukkelijke ver
klaring van de beide verdachten eeni
ge handelwijze van dien luitenant-kolonel
hadden vastgesteld, waaruit zij redelijker
wijze de overtuiging konden bekomen om
trent landverraderlijke bedoelingen zijner
zijds. Onder deze omstandigheden is het
hof van oordeel, dat de arrestatie door de
verdachten van den luitenant-kolonel Mus
sert op eigen gezag, zonder eenige daartoe
bekomen opdracht of aanwijzing, in den
meest volstrekten zin als onrechtmatig
moet worden aangemérkt, waarbij nog als
bijz. verzwarende omstandigheden komt,
dat verdachten deze daad hebben gepleegd
in tijd van oorlog, wanneer de militaire
verhoudingen van gezag en tucht op de
nauwgezetste wijze in acht genomen be
hooren te worden. Weliswaar is door den
raadsman der verdachten aangevoerd, dat
in verband met het bepaalde in artikel 67,
sub 3, van het wetboek van militair straf
recht de kapitein Bom krachtens zijn hoe
danigheid van vakcommandant binnen het
betrokken vak de meerdere zou zijn ge
weest van den luitenant-kolonel Mussert,
die in het bedaoelde gebied zelf geen com
mando zou hebben gehad.^ zoodat de kapi
tein Bom. optredend tegen den luitenant
kolonel Mussert, gelijk hij deed, in deze
omstandigheden niet geacht kon worden
te*en zijn meerdere te ziin oogetreden.
Naar 't oordeel van het Hof vindt deze opvat
ting echter in zooverre geen steun in de aan
gehaalde bepaling, als de luit.-kol. Mussert
voor en ten tijde zijner arrestatie niet al
leen op geenerlei wijze bij de verdediging
van bedoeld vak betrokken was, maar zich
evenmin gemengd had in de bevelsverhou
dingen binnen bedoeld vak en daartoe ook
geenszins het voornemen te kennen had
gegeven, zoodat te zijnen opzichte er geen
sprake van kon zijn. dat hij onder de be
velen van verdachte Bom als vakcom
mandant zou hebben gestaan.
Voorts is door verdachten ter rechtvaar
diging van hun handelwijze'een beroeo ge
daan op een samenloop van omstandighe
den, welke als overmacht op hen zou heb
ben gewerkt, tengevolge waarvan zij ertoe
zouden zijn overgegaan tegen hun meer
dere op te treden, gelijk zij deden.
Bedoelde omstandigheden zouden heb
ben bestaan in de geruchten, welke zich in
den oorlog rondom den persoon van den
luitenant-kolonel Mussert hadden gevormd
en de strekking hadden aan de eerlijkheid
zijner bedoelingen met betrekking tot de
belangen der landsverdediging te twijfe
len, zoomede in de noodzakelijkheid voor
de veiligheid en het behoud van de ves
ting Holland er voor te waken, dat de lui
tenant-kolonel Mussert geen nadeeligen in
vloed zou kunnen uitoefenen od de krijgs
verrichtingen in het vak, welks verdedi
ging aan den verdachte Bom was opge
dragen.
Ook dit verweer acht het hof niet aan
nemelijk, vermits de beoordeeling van de
betrouwbaarheid en militaire geschiktheid
van den luitenant-kolonel Mussert onder
geenerlei omstandigheid aan de verdachten 1
GOED EN SLECHT.
Wat is de wind? De wind is een be
zem die wolken wegvaagt en den hemel
schoon veegt. De wind zwiert en zwaait
den hemel langs aLs een dolleman en
maakt hem glanzend en blauw. Naar
dien blauwen zonmigen hemel hebben
wij zoo verlangd, maar zonder den
wind. Ik weet het. De wind houdt den
regen weg en mijn tuintje zou ver
smachten, als ik de bloemen en het
groen niet zou lesschen uit mijn kraan.
Maar nu hebben wij zon en een blauwe
lucht en nu moesten wij er ook tevre
den mee zijn. Want zoo is het met alles
wat wij wenschen. Aan al het goede
zit een minder goede kant en aan al het
slechte iets goeds. En het ligt er dan
maar aan wat U lokt. Indien het 't goe
de is dat aan 't slechte zit, kies dan het
slechte, kies anders het goede en neem
het slechte erbij. Waarom niet? Zoo is
het niet zonder reden geregeld. Ik denk,
dat het slechte er is, om het goede beter
te kunnen proeven. Zoo is het ook met
dezen tijd. Wij verlangen het goede en
zouden het slechte willen voorbijgaan.
Dat gaat niet.
Wij moeten door het slechte naar het
goede, want het verlangen naar het
goede veronderstelt, dat men het nog
niet heeft. Maar daarom behoeft het
geen men heeft nog niet slecht te zijn.
Er is nogal zooveel moois, vooral in
hoop en verlangen. In een tijd, dat het
slecht is kan het alleen maar beter
worden. Laten wij daaraan denken
toekwam, wier eerste plicht het was een
meerdere, van wien hun persoonlijk gee
nerlei landsverraderlijk gedrag was geble
ken en die door hoogere commandanten in
z(jn militaire waardigheid werd gehand
haafd, als zoodanig te eerbiedigen.
Deze plicht van verdachten is naar het
oordeel van het hof van dien aard, dat van
hen redelijkerwijs geëischt had kunnen
worden, dat zij welke geruchten en ver
moedens ook aan dezen plicht onderge
schikt zouden hebben gemaakt, te meer
daar zij moesten weten, dat ook de belan
gen der landsverdediging, waarvoor zij
wilden opkomen, door niets meer konden
worden geschaad, dan door aantasting der
militaire verhoudingen van gezag en tucht.
Verdachten hadden derhalve naar het oor
deel van het hof aar. den drang der om
standigheden, waarop zij zich beroepen,
redelijkerwijs weerstand moeten bieden.
Het hof stelt mitsdien vast, dat de ver
dachten Bom en Kruithof de hun respec
tievelijk telaste gelegde misdrijven hebben
gepleegd, terwijl van geen gronden is ge
bleken, welke hun strafbaarheid zouden
kunnen opheffen.
Met het oog op de bepaling van de mate
van strafwaardigheid der verdachten, acht
het Hof het noodzakelijk de overige voor
het Hof afgelegde getuigenverklaringen aan
een nader onderzoek te onderwerpen.
Het Hof stelt daarbij op den voorgrond,
dat de verdachten zoowel persoonlijk als
bij monde van hun verdediger niet in ge
breke zijn gebleven zonder eenig voorbe
houd hun dwaling met betrekking tot den
persoon van den luitenant-kolonel Mussert
te erkennen en nun overtuiging uit te spre
ken, dat aan zijn ongerepte krijgsmanseer
op geenerlei wijze meer kan worden get wij
feld.
Overweging van de bedoelde getuigenver
klaringen heeft het Hof de overtuiging ge
schonken. dat zij, die aan de goede trouw
van den* luitenant-kolonel Mussert hebben
getwijfeld, veelal niet alleen van aan mis-
dadi°heid grenzende lichtvaardigheid heb
ben blijk gegeven, maar zelfs grootendeels
mede oorzaak van het te zijnen opzichte
gewekte wantrouwen ziin geweest en in de
hoogste mate zelf schuldig staan aan het
ongunstig verloop der krijgsverrichtingen,
hetwelk ten onrechte den luitenant-kolonel
Mussert werd aangerekend.
Daarbij is mede uit verschillende ver
klaringen van getuigen komen vast te staan
De bekende Duitsche componist van
soldatenliederen en marschen. prof.
Herms Niels, geeft deze week met het
muziekcorps van den Rijksarbeidsdienst
een aantal volksconcerter in ons land
ten bate van het Roode Kruis
Wildmann-Stapf-Pax Holland m