Momentje )NDERDAG 9 APRIL 1942 33ste Jaargang No. 10221 :ID B)e Geicbcne (2oti/^a/ivt lichti ^Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Wij weven aan een tapijt 'ij zijn principieele tegenstanders van individualisme het individualisme, vaak onder schijnschoone leuzen, zoo- „ieder voor zich en God voor ons al- j, het bruutste egoisme laat heerschen; de grondslag is van het liberalisme en het kapitalisme vertroetelt. Tij moeten zijn echte gemeen'schaps- oschen, sociaal niet slechts in woorden ar ook en allereerst in daden, in daden, offers vragen van zelfverloochening! laar toch is er een zeker soort van „in- idualisme", dat ons heilig moet zijn. Wij loeien het „individualisme", dat. bij al maatschappelijke en sociale gebeuren irop stelt de groote beteekenis van het d i v i d u als schepsel van God met i groot persoonlijk levensdoel! n het geweldige massale wereldgebeu- i van dezen grooten tijd is het zoo nood- —felijk, dat de menschheid doordrongen en blijft van de belangrijke taak, die *"*d e r individueel heeft te vervullen.... TT^ij willen hier citeeren den grooten so- f.k* len werker Ariëns CAlfons Ariëns, door jjg'rard Brom, 2de deel blz. 13): of ,Het is een troostende waarheid, dat de ir- diarde van ons leven heelemaal niet af- ïigt van de betrekking, die wij beklee- n, of van de schittering onzer daden, —aar uitsluitend hiervan, of wij ons dage- oni&sch werk goed doen, zorgvuldig en lee^erig en volgens het woord van den ïnhif^tel'Al wa^ SÜ doet woord of werk, iet het in naam van JezusDe ge- [O0pne dingen, die onzen dag vullen, vor- aeten de stof, waaruit ons bruiloftskleed 'ak^weven moet wordenHet is niet noo-v r' om martelaar te zijn, maar alleen de )st waar te nemen, waarover God ons ge beld heeft." scj]Ariëns vertrouwde vast op de Voorzie- srufgheid, die hem en ieder mensch de rech- eni plaats aanwees. Telkens werd dat ge- verkondigd: U „Het is ermee als met een tapijt, dat de m(:beiders weven met de draden, die een pa- p-oon hun verstrekt. Zij volgen eenvoudig h teekening van een kunstenaar. Zij wer- 'er»n aan de keerzij en weven daarin de fleuren juist, zooals hun meester het wil. laar als het werk klaar is en het tapijt 'ordt omgekeerd, dan zien wij met be- ifirondering de bloemen, de vogels, de figu- '"|en, die een voorbeeldige kunst vertoo- ■en. Zoo is het ook met ons." iWij weven aan een tapijt.... De een edahijnt harder en lastiger stof te hebben g«ekregen dan de ander, den een schijnt het berken gemakkelijker af te gaan dan den jlider; maar ieder, die waarlijk zijn best z^oet, zal later ervaren, dat hij goed werk deeft afgeleverd. Het leven van ieder onzer individueel, afzonderlijk is zoo groot en zoo mooi! Ariëns zegt het elders aldus: „Wij moe- la«n allen menschen vangen voor Jezus n Christus. Er is niemand onder u, of hij kan ^jen engel zijn, die een ander mensch van jeJet kwaad afhoudt, een apostel". (Brom, Cïde deel blz. 19). m Zóó de taak te zien van ieder individu, Qfat zouden wij kunnen noemen: christelijk e,individualisme". ZIJ DIE VIELEN.... In de worsteling tegen het bolsjewisme ^vallen ook Nederlandsche strijders. Hier- brengen zij het hoogste offer in van 'hun volk en vaderland. Zij die hun namen zullen geschreven ^worden op gulden bladzijden in onze ge schiedenisboeken en de naaste toekomst zal ons leeren, dat zij niet vergeefs geval len zijn. Zij, die vielen, voor hein kunnen wij iets meer doen, maar zooveel te meer oor hen, die eveneens bereid zijn, als 't toet, hun leven te geven. Landgenoot, het "erzorgingsfonds vrijwilligerslegioen Ne derland zendt duizenden pakketten naar het Oostfront. Deze pakketten, bestemd voor onze dappere vrij willigers kosten veel geld. Helpt mede dit fonds versterken. Schrijft een flink bedrag over op giroreke ning: 4 3 2 10 0 DUITSCHE LUCHTMACHT IN ACTIE. BERLIJN, 9 April. (D.N.B.). Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben gisteren een bolsjewistische haven aan de kust van de Kaukasus aan de Zwarte Zee gebombar deerd, zoo deelt het opperbevel der weer macht mede. Ondanks fel afweergeschut bereikten de gevechtsvliegtuigen met tal rijke bommen het binnenste havengebied. In een olieraffinaderij ontstonden na zwa- bomtreffers omvangrijke branden. Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben gis teren de haveninstallaties van Tobroek aangevallen, aldus meldt het opperbevel der weermacht. In scheervluchten werden de bommen geworpen op de kadeinstalla ties en materiaal-opslagplaatsen. Bij het wegvliegen zagen de Duitsche vliegers branden in de opgegeven doelen. In de Marmarische woestijn werden Britsche autocolonnes doeltreffend met boordwa- pens bestreden. Zeeslag In de Golf van Bengalen BRITSCHE VLOOT IN GEVECHT MET JAPANSCHE OORLOGSBODEMS. Volgens United Press heeft radio Tokio medegedeeld, dat Britsche oorlogsbodems en vliegtuigen in contact gekomen zijn met de Japansche vlooteenheden, die in de Golf van Bengalen opereeren. Radio Tokio verklaart, dat het de Ja pansche eenheden zijn, die den strijd heb ben aangebonden. ADMIRALITEITSEILANDEN DOOR DE JAPANNERS BEZET? Een kleine formatie Japansche strijd krachten zou volgens den Engelschen nieuwsdienst de Admiraliteitseilanden heb ben bezet. Te Washington is officieel medegedeeld dat de Amerikaansche troepen op het schiereiland Balanga zich in den afgeloo- pen nacht hebben teruggetrokken op voor bereide defensieve stellingen. In het legerbericht van het Amerikaan sche ministerie van oorlog van Woensdag avond wordt, naar uit Washington wordt gemeld, met betrekking tot den toestand aan het front op de Philippijnen mede gedeeld, dat versche Japansche troepen hun aanval op het schiereiland Bataan met gvoote kracht voortzetten. Op het oogen- blik is een zware aanval op de nieuwe s-ellingen der Amerikaansche troepen aan den gang. Duikbommenwerpers en ge vechtsvliegtuigen bestoken de Amerikaan sche frontlinies met bommen en mitrail- leurvuur, terwijl zware bommenwerpers hun aanvallen op de achterwaartsche ge bieden in de nabijheid van de Zuidelijke ount van Bataan voortzetten. De huidige Japansche aanval is de langstdurer.de en met de grootste kracht uitgevoerde aan val, welke de Japanners sedert het berin van de oneraties op het schiereiland Ba taan hebben ondernomen. Golven storm troepen hebben bijna zonder onderbreking aangevallen. De verliezen der Amerikaan sche troepen zijn zwaar. CIJFERS NA DEN STRIJD IN NED. INDIë. Het Japansche Keizerlijke hoofdkwar tier heeft bekend ge-maakt, dat de Japan sche expeditietroepen 82.618 krijgsgevan genen hebben gemaakt, alleen op Java. tot 25 Maart j.l. Onder dit aantal waren 66 219 Nederlanders. 4890 Australiërs, 10.636 Brit. ten en 883 Amerikanen. Het aantal krijgs gevangenen is 9000 grooter dan opgege ven in de lijst die door de Nederlandsch- Indische troepen is overgelegd aan de Ja pansche strijdkrachtèn op 9 Maart, toen de onvoorwaardelijke overgave tot stand kwam. Onder den buit bevinden zich 177 oor logsvliegtuigen, 940 kanonnen van ver schillend type. Voorts werden 4228 lichte en zware machinegeweren, 80.778 pistolen en revolvers. 5152 zoeklichten, 1.728.865 granaten, 89.771.800 geweerpatronen, 36.000 bommen. 1059 tanks en andere pantserwa gens, 9500 auto's en 7108 spocrrijtuigen buit gemaakt. Medicamenten, genoeg voor 100.000 per sonen gedurende een jaar, vielen den Ja panners in handen. De Japansche verliezen bedroegen 845 dooden, 1784 gewonden. De ontmoeting !n het Skagerrak NADERE BIJZONDERHEDEN. Omtrent de in het weermachtsbericht van Woensdag vermelde vernietiging van Noorsche schepen door Duitsche zeestrijd krachten deelt het opperbevel van de weer macht nog eenige bijzonderheden mee, waaruit blijkt, dat tie in de haven van Go- tenburg liggende scheper, probeerden naar Engeland over te steken. Zij werden buiten de Zweedsche terri toriale wateren door Duitsche patrouille vaartuigen in het Skagerrak aangehouden. Deze brachten de tankboot „Storsten" en het schip „Gudvang" in een artilleriege vecht tot zinken. De walvischvaarder „Skytteren", de tankboot „Buccaneer" en het schip „Oharente" onttrokken zich aan de aanhouding door zichzelf tot zinken te brengen.è De schepen „Dicto' en „Lionel" trokken zich in de Zweedsche territoriale wateren terug om weer Gotenburg binnen te loopen. De tankboot „Rigmor" werd door de luchtmacht tot zinken gebracht. De tankboot .Newton" ontkwam. Van de be manningen der schepen, die overwegend uit Britten bestonden, werden door de Duitsche zeestrijdkrachten 235 man gered en gevangen genomen. Het succes tegen de gewapende Noorsche schepen is te danken aan het optreden van de patrouillevaartuigen en aan de goede samenwerking met de luchtmacht. De voorstellen van Cripps NIEUWE VOORSTELLEN OVERHANDIGD Volgens een bericht van de „Goeteborgs Handels och Sjoefarts Tidningen" uit Lon den heeft Cripps gisteren het nieuwe En- gelsche plan aan Nehroe en Azad overhan digd. Men acht het waarschijnlijk, dat ook dit voorstel wordt afgewezen. Het Al-Indische Congres heeft gisteren zijn definitieve antwoord aan Cripps mee gedeeld, zoo meldt de Times. Men meent, .-"at vastgehouden is aan'de eerste beslis sing, waarbij de Britsche voorstellen wer den afgewezen. De Britsche berichtendienst meldt nog uit New Dehli, dat de commissie van de Al-Indische Moslemliga een resolutie heeft aangenomen, waarin verklaard wordt, dat DE CULTUREELE TAAK VAN NEDERLAND IN HET NIEUWE EUROPA PROF. Dr. T. GOEDEWAAGEN SPREEKT TE STUTTGART Gisterenavond sprak prof. Goedewaagen te Stuttgart voor de Deutsch Niederlandi- sche Gesellschaft over „de cultureele taak van de Nederlanden in het nieuwe Europa" Hij herinnerde aan de dagen van Mei 1940, toen een storm over ons Nederlanders is gegaan, die de zwakken heeft neergeslagen maar de sterken heeft gestaald. Velen zijn gezonken, maar velen hebben zich zelf gered. Een groot deel van ons volk, zelfs het grootste deel, heeft den zin van dezen tijd nog niet verstaan en zit mis moedig en gekrenkt langs den weg. Wij, nationaal-socialisten, echter marcheeren verder, ons bewust van de epische groot heid van onze generatie. Thans is het noo- dig, dat wij ons bezinnen op ons verleden en op onze toekomst. Voor diegenen in het Nederlandsche volk, die klagen over den goeden ouden tijd, beteekent bezinnen: zich de waarden bewust maken van huma nisme en kapitalisme, van individualisme en democratie. Wij, nationaal socialisten, bezinnen ons op de Germaansche verant woordelijkheid, Germaansche kracht en Germaansch geloof. En zoo vragen wij ons af: heeft ons volk in het verleden zijn plicht gedaan tegenover de Germaansche gemeenschap? En: wat is onze taak in de toekomst? Wij kennen in onze geschiedbeschouwing verschillende perioden: eeuwenlang was de Nederlandsche geschiedenis die van de provincies Holland en Zeeland. Sinds den wereldoorlog van 1914—'18 en onder in vloed der Vlaamsche beweging ontstond een breedere opvatting, n.l. de groot- Nederlandsche. De gebeurtenissen der laatste jaren zijn ook over deze geschied beschouwing heengegaan. De groot- Nederlandsche geschiedschrijving is nog niet groot en volledig, ook zij ziet slechts het deel en haar ontbreekt het wijde pers pectief. Geleidelijk rijpt in ons land echter de idee van de Germaansche geschiedbe schouwing, waarin de Nederlanden en ten slotte ook Holland eerst e dieperen zin kregen. Dit is een revolutie in ons histo risch bewustzijn. Spr. zette verder uiteen, dat in politiek opzicht, maar vooral op cultureel gebied ons land zich in de zestiende en zeventien de eeuw bewust was van zijn Germaan sche zending. In den rijksdag in Juli 1578 appelleerde Marnix van St. Aldegonde aan de eenheid van geyoel, aan de overeen stemming in uitdrukkingswijze en taal, handelen en traditie. Aan het einde van de zestiende, eeuw gaan de eerste Nederlanders als nieuwe vikingen om de Noordkaap en naar het Oosten. Maar ook in de kunst, wetenschap en religie toonden de Nederlanders zich pioniers. Zij veroverden met den inzet van hun leven nieuw gebied en brachten het in cultuur. Zij ontsloten nieuw land en be taalden tol aan de geheele Germaansche wereld. In de zeventiende eeuw hebben wij gevochten voor de vrijheid der zeeën voor het geheele Germanendom, drie zee oorlogen hebben wij met Engeland ge voerd. Zoo stond de republiek der zeven pro vinciën op de bres voor de Germaansche cultuur en heeft zijn heele Germaansche gebied doordrenkt met haren geest. Ons volk heeft gediend, het heeft den Germaanschen stam met zijn talenten ver rijkt. Onze bouwmeesters en schilders, onze musici en dichters, onze geleerden en denkers en voor alles de stille strijders en martelaars om des geloofs wille, allen vormden van de dertiende tot het einde van de zeventiende eeuw een scheppende kern aan den rand van het Germaansche gebied. Spr. gaf aan de oorzaken, dat toen aan het scheppend vermogen een einde heb ben gemaakt. Men ging varen in het kiel zog van de Fransche cultuur. In lateren tijd werden de Nederlanden in het cultu reele leven van Europa steeds meer een drijvend eiland. Aan drie zijden omgeven door groote mogendheden en niet meer in staat, een eigen richting te kiezen, rustend op de winst, welke de voorouders in. vroe gere eeuwen hadden verworven, werden de Nederlanden zelfgenoegzaam, tevreden met hun niet onbeteekenend bezit. Zij stelden zich tevreden met het opnemen van buiten- landsche cultuur en bleven zelf in de we reld bekend als het land van Rembrandt en Ruysdael. In de zestiende en ook in de zeventiende eeuw is de Nederlander we reldburger, die zijn stempel drukt op de geheele Germaansche cultuur. In de negen tiende eeuw brengt onze wetenschap, onze litteratuur en onze schilderkunst mannen van beteekenis naar voren, doch de drang naar expansie ontbreekt en de Nederlan der blijft zelfgenoegzaam en geisoleerd thuis. Zoo bleef het ook in de twintigste eeuw. De opkomst van het tweede Duit sche rijk en de cultureele, wetenschappe lijke en kunstzinnige opbloei, welke hier aan verbonden was, had een ongunstig ge volg op den Nederlander. Hij voelde zich bedreigd en de oorzaak, dat tijdens den oorlog 1914'18 vooral de Nederlandsche de voorstellen van Cripps niet voldoende tegemoetkomen aan de eischen van de In dische Mohammedanen en derhalve onaan. vaardbaar zijn, wanneer zij niet veranderd worden. GRIEKSCH SCHIP VERONGELUKT. Het Grieksche schip „Enderani" is bij Kanli Ada door den storm op een rots ge worpen, waar het in stukken brak. Het bad Grieksche reizigers aan boord. Van de 236 opvarenden konden er 29 worden ge red. Het lot der overigen is nog niet be- intellectueel anti-Duitsch was, moet men zoeken in het proces van twee eeuwen, waarin de Nederlanden hun cultureele zen ding in Germanie hebben verwaarloosd. Hierdoor kwamen zij open te staan voor de Fransche en Britsche propaganda en tot 1940 waren al onze historici, zooals Hui- zinga, Colenbrander, Geyl, handlangers van dit streven. Oogenschijnlijk handel den zij om de vrijheid van onze cultuur te beschermen. In werkelijkheid wilden zij de Nederlanden trekken binnen de west- Europeesche machtssfeer, hierbij na 1933 geholpen door de uit het derde rijk ver dreven joodsche intellectueelen. Terwijl de Nederlandsche nationaal socialistische beweging en eenige kringen van intellec tueelen poogden ten minste de oogen van het volk te openen voor de cultuur van het derde rijk, maakten de officieele dragers van de cultuur ieder contact met de Ger maansche wedergeboorte onmogelijk. Het jaar 1940 is voor ons volk een waar schuwing van even groote beteekenis als het jaar 1568 toen de Germaansche gewe tensvrijheid zich verzette tegen den reli gieuzen dwang. Het jaar 1940 vond in deze lage landen een volk en een cultuur van groote verfijning, doch zonder groote be wogenheid en zonder de spanningen, wel ke mensch en volk steeds noodig hebben. Het jaar 1940 schudde ons volk wakker en stelde het voor een wereld van vragen. Op de eerste plaats werd onze cultuur zelf een probleem. Het antwoord hierop is ge geven door den rijkscommissaris voor de bezette gebieden, rijksminister Seyss Inquart en luidt: inschakelen in het Ger maansche Europa met behoud van die volksche krachten, welke kunnen bijdra gen tot den Germaanschen opbouw. Onze taak is, de Germaansche levenshouding en geschiedenis te leeren kennen en de twee de taak van onze cultuur is, zich zelf te verdiepen en eigen krachten te ontdekken. De derde taak van onze cultuur is, zich in het buitenland bekend te maken en, zooals onze koloniale pioniers dit deden in de zestiende eeuw, de wereld te veroveren. Spreker ziet, als leider van het departe ment van Volksvoorlichting en Kunsten, een van zijn gewichtigste opgaven hierin onze cultuur over de grenzen bekend en bemind te maken. Germanie verwacht van ons, dat wij ons dienend inschakelen. Onze taak is, dezen oproep te volgen. De Neder landen willen aantreden in het front van de Germaansche cultuur. RECHTZAKEN HET FUSILLEEREN VAN DE GEBROEDERS VAN DIJK. Dramatische zitting van het Vredegerechtshof. EEN DER GETUIGEN. VERDACHT VAN MEINEED, GEVANKELIJK WEGGELEID. Dinsdag heeft zooals reeds kort ver meld voor het vredegerechtshof te Den Haag de 58-jarige luitenant-kolonel der infanterie, H. Mijsberg, terecht gestaan, wien o. a. ten laste is gelegd, dat hij opzet telijk op 12 Mei 1940 de gebroeders Van Dijk te Dordrecht van het leven heeft doen terooven, door twee hem ondergeschikte militairen te bevelen: „Schiet ze neer". De lijken der beide slachtoffers zijn later uit de Merwede opgevischt. Aan het slot van deze dramatische zitting, waarin een der getuigen onder ernstige verdenking van meineed ge vankelijk uit de zaal moest worden weggeleid, eischte de procureur-gene raal. prof. mr. dr. R. van Genechten, tegen verdachte een gevangenisstraf van twintig jaren. Als eerste getuige werd de pianostem mer Vugts gehoord, die als soldaat het drama van begin tot einde heeft meege maakt. Hij herinnerde zich, dat aan de gebr. Van Dijk geen enkele vraag was ge steld omtrent het vermeende gebeuren in hun huis. Alvorens het bevel tot fusilleeren werd gegeven, waren de slachtoffers met hun gezicht naar den muur geplaatst. Getuige Büter bevestigde, dat de overste geen enkele vraag aan de slachtoffers heeft gesteld. Ook hij had de gebr. Van Dijk geen woord hooren zeggen. Zij maakten op hem den indruk van: „Er is toch niets meer aan te doen, wij zitten er in". President: „Waaruit leidde u die schul dige houding af?" Getuige: ,.Ik kreeg dien indruk, omdat zij zich niet verweerden." Wanneer de verdachte door een inter ruptie poogt te suggereeren, dat hij vragen tot de gebr. Van Dijk heeft gericht, laat de president door den griffier voorlezing doen van zijn verhoor voor den rechter- -ommissiaris. Hieruit blijkt, dat verdachte op weg van zijn commandopost naar een telefoonpost waar hij ontboden was, de twee slachtoffers tegen den muur zag staan met twee soldaten achter hen die hun ka rabijnen schietklaar hadden gericht. Hij heeft toen gevraagd: „Zijn dat die twee ke rels die geschoten hebben?" waarop twee soldaten antwoorden (wie, weet hij niet meer): „Ja, dat zijn die verrekte N.S.B.ers". Verdachte zegt nu, dat zijn vraag niet direct tot de soldaten was gericht, maar meer in 't algemeen was bedoeld. Uit het feit, dat alleen de twee soldaten antwoord gaven, en de gebr. Van Dijk geen woord te hunner verdediging aanvoerden, doch in schuldbewuste houding bleven staan, con cludeerde hij. dat ze inderdaad schuldig waren en gaf bevel te schieten. Verdachte: „Toen ik mijn vraag stelde kneep een der gebroeders zijn oogen dicht, terwijl de ander zich omdraaide en een gezicht trok, waarop te lezen stond: „Wij zijn gesnapt". Proc.-gen. (fel): „Neen, deze menschen waren geterroriseerd." Vervolgens verscheen de officier van ge zondheid, Vegter, voor het hekje, die op INBREKERS. Op diefstal vaa distributiebonnen staat zoo ongeveer de doodstraf, ten minste voor enkele jaren en zoo is het voor een net mensch tot welke cate gorie ik mij zelf in een overmoedige stemming wel eens reken onbegrij pelijk, dat er telkens toch nog lieden zijn, die met hun vingers maar niet van dat kostbare sipul kunnen afblij ven. Ik spreek dan nog niiet over het onmaatschapplijke en a-sociale van deze daad. Ik denk er alleen aan, dat die menschen zulks tooh waarschijn lijk doen om met het kwalijk verkre gen geld van deze bonnen hun levens standaard wat op te voeren en dat zij, goed en wel in him nekvel gegrepen, waarschijnlijk tot 'het einde der distri- butiedagen niet eens meer al hun bon nen zullen kunnen verdisconteeren in boter, melk en binnenkort ook sigaren. Zij hopen natuurlijk niet te worden gevat en dat is de eenige menschelijke kant aan dit euvele geval, dat een uit was is van dezen tijd. Bij mij gaan de bonnen iederen avond mee naar bed. Ik riskeer niets. En de pook ligt op mijn nachtkastje. Er zijn toch geen kolen meer. Mis schien noemt de rechter dat mishan deling, maar het is beter het niet al leen op de straf van den rechter te laten aankomen. En beter de dief een gat in zijn hoofd dan ik een gat in mijn maag. Men zij dus gewaarschuwd. En ik verwacht nu, dat heeren inbre kers, die dit toevallig natuurlijk onder oogen zouden krijgen, naar miin buren zullen gaan. Waar een „Momentje" al niet goed voor is. „WAT DE ANTI'S ZEGGEN". Hedenavond van 19.1519.30 uur spreekt Max Blokzijl, via den zender Hilversum 2, in de serie „Brandende kwesties" over het onderwerp: „Wat de anti's zeggen". enkele meters afstand het drama op het terrein van de gasfabriek had zien voltrek ken. Een der slachtoffers was terstond dood; den ander heeft hij even later nog een genadeschot laten geven. Daarna heeft hij over de beide lijken een zeil gelegd en den volgenden dag van de executie melding gpmaakt. Proc.-gen.: „Hebt u er eenig idee van, hoe de lijken in de Merwede terecht zijn gekomen?" Getuige: „Volstrekt niet. Toen ik uren later mij verwijderde, lagen de lijken nog onder het zeil." Get. Mannessen erkende kort na den oorlog bij overste De Haan te zijn geweest en hem het drama te hebben verteld. Hij heeft in den middag van 12 Mei aan de deur van een woning te Dordrecht ge staan, waar hem thee werd verstrekt. Van daar had hij een onbelemmerd uitzicht op de woning van de gebr. Van Dijk. Plotseling werd er enkele malen kort na elkaar gevuurd. Hij zag duidelijk dat dit vuren uit een der ramen kwam, die hij on belemmerd kon zien. „Het is uit het raam geweest, of uit den tuin voor het huis...." President: „En wat hebt u toen verder gedaan? Tegen den overste De Haan hebt u verteld, dat u met nog enkele soldaten erg dapper het huis zjjt binnengerend en daar op een bovenverdieuping een der ge broeders Van Dijk gekleed en wel met een revolver in zijn hand te bed vond en hul zen op den grond." Getuige: „Ik stak de straat over cn ben toen in het portiek van de nabijgelegen kerk gaan staan. Direct daarna kwam Chr. van Dijk onder geleide van militairen naar buiten. President: „Dus u bent niet in het huis gc v/eest?" Getuige: „Niet verder dan in de vestibule" President: „Ik zal de griffier nogmaals laten voorlezen, wat u aan overste De Haan hebt medegedeeld. Let u vooral op dat mooie gedeelte, waarin u zegt, dat u Van Dijk met een revolver op bed vond." Wanneer dit gebeurd is, antwoordt dc getuige, dat hij het alleen maar van hoo ren zeggen heeft De president: „Juist, u hebt dus zelf niets meegemaakt, en wilde alleen maar tegenover de overste de interessante me neer spelen." Getuige: „Ik veranderde we in ik.." President: „Hebt u gehoord, dat overste Mijsberg aan de gebr. Van Dijk gevraagd heeft of zij schuldig waren?" Getuige: „Ja. Tot tweemaal toe heeft de overste gevraagd of zij geschoten hebben. De eerste maal werd geen antwoord gege ven. Op de herhaalde vraag werd door één van de beide broeders met „ja" geant woord, terwijl de ander alleen "maar kreun de(Groote verbazing). De president: (met stemverheffing): „Be denkt dat u onder ebde staat. Deze verkla ring is in geen enkel opzicht in overeen stemming met hetgeen u aan overste De Haan verteld hebt, bovendien heeft geen enkele der andere getuigen het gehoord er zelfs de Verdachte, overste Mijsberg zelf, heeft verklaard, dat hij het zelfs niet noodig vond een zoodanige vraag te stellen" Wanneer de getuige nochtans bij zijn verklaring blijft, verzoekt de procureur- generaal het hof een onderzoek in te stel len naar de verklaringen van deze getuige. Nadat zijn verklaringen door den griffier zijn opgeteekend en door getuige onder teekend, vraagt de procureur-generaal zijn onmiddellijke gevangenneming verdacht van meineed.Het Hof stemt hierin toe, waarna de getuige Mannessen gevankelijk wordt weggeleid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1