Momentje
)NDERDAG 9 APRIL 1942 33ste Jaargang No. 10221
:ID
B)e Geicbcne (2oti/^a/ivt
lichti
^Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Wij weven aan een tapijt
'ij zijn principieele tegenstanders van
individualisme het individualisme,
vaak onder schijnschoone leuzen, zoo-
„ieder voor zich en God voor ons al-
j, het bruutste egoisme laat heerschen;
de grondslag is van het liberalisme en
het kapitalisme vertroetelt.
Tij moeten zijn echte gemeen'schaps-
oschen, sociaal niet slechts in woorden
ar ook en allereerst in daden, in daden,
offers vragen van zelfverloochening!
laar toch is er een zeker soort van „in-
idualisme", dat ons heilig moet zijn. Wij
loeien het „individualisme", dat. bij al
maatschappelijke en sociale gebeuren
irop stelt de groote beteekenis van het
d i v i d u als schepsel van God met
i groot persoonlijk levensdoel!
n het geweldige massale wereldgebeu-
i van dezen grooten tijd is het zoo nood-
—felijk, dat de menschheid doordrongen
en blijft van de belangrijke taak, die
*"*d e r individueel heeft te vervullen....
TT^ij willen hier citeeren den grooten so-
f.k* len werker Ariëns CAlfons Ariëns, door
jjg'rard Brom, 2de deel blz. 13):
of ,Het is een troostende waarheid, dat de
ir- diarde van ons leven heelemaal niet af-
ïigt van de betrekking, die wij beklee-
n, of van de schittering onzer daden,
—aar uitsluitend hiervan, of wij ons dage-
oni&sch werk goed doen, zorgvuldig en
lee^erig en volgens het woord van den
ïnhif^tel'Al wa^ SÜ doet woord of werk,
iet het in naam van JezusDe ge-
[O0pne dingen, die onzen dag vullen, vor-
aeten de stof, waaruit ons bruiloftskleed
'ak^weven moet wordenHet is niet noo-v
r' om martelaar te zijn, maar alleen de
)st waar te nemen, waarover God ons ge
beld heeft."
scj]Ariëns vertrouwde vast op de Voorzie-
srufgheid, die hem en ieder mensch de rech-
eni plaats aanwees. Telkens werd dat ge-
verkondigd:
U „Het is ermee als met een tapijt, dat de
m(:beiders weven met de draden, die een pa-
p-oon hun verstrekt. Zij volgen eenvoudig
h teekening van een kunstenaar. Zij wer-
'er»n aan de keerzij en weven daarin de
fleuren juist, zooals hun meester het wil.
laar als het werk klaar is en het tapijt
'ordt omgekeerd, dan zien wij met be-
ifirondering de bloemen, de vogels, de figu-
'"|en, die een voorbeeldige kunst vertoo-
■en. Zoo is het ook met ons."
iWij weven aan een tapijt.... De een
edahijnt harder en lastiger stof te hebben
g«ekregen dan de ander, den een schijnt het
berken gemakkelijker af te gaan dan den
jlider; maar ieder, die waarlijk zijn best
z^oet, zal later ervaren, dat hij goed werk
deeft afgeleverd.
Het leven van ieder onzer individueel,
afzonderlijk is zoo groot en zoo mooi!
Ariëns zegt het elders aldus: „Wij moe-
la«n allen menschen vangen voor Jezus
n Christus. Er is niemand onder u, of hij kan
^jen engel zijn, die een ander mensch van
jeJet kwaad afhoudt, een apostel". (Brom,
Cïde deel blz. 19).
m Zóó de taak te zien van ieder individu,
Qfat zouden wij kunnen noemen: christelijk
e,individualisme".
ZIJ DIE VIELEN....
In de worsteling tegen het bolsjewisme
^vallen ook Nederlandsche strijders. Hier-
brengen zij het hoogste offer in
van 'hun volk en vaderland. Zij die
hun namen zullen geschreven
^worden op gulden bladzijden in onze ge
schiedenisboeken en de naaste toekomst
zal ons leeren, dat zij niet vergeefs geval
len zijn.
Zij, die vielen, voor hein kunnen wij
iets meer doen, maar zooveel te meer
oor hen, die eveneens bereid zijn, als 't
toet, hun leven te geven. Landgenoot, het
"erzorgingsfonds vrijwilligerslegioen Ne
derland zendt duizenden pakketten naar
het Oostfront. Deze pakketten, bestemd
voor onze dappere vrij willigers kosten veel
geld. Helpt mede dit fonds versterken.
Schrijft een flink bedrag over op giroreke
ning:
4 3 2 10 0
DUITSCHE LUCHTMACHT IN ACTIE.
BERLIJN, 9 April. (D.N.B.). Duitsche
gevechtsvliegtuigen hebben gisteren een
bolsjewistische haven aan de kust van de
Kaukasus aan de Zwarte Zee gebombar
deerd, zoo deelt het opperbevel der weer
macht mede. Ondanks fel afweergeschut
bereikten de gevechtsvliegtuigen met tal
rijke bommen het binnenste havengebied.
In een olieraffinaderij ontstonden na zwa-
bomtreffers omvangrijke branden.
Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben gis
teren de haveninstallaties van Tobroek
aangevallen, aldus meldt het opperbevel
der weermacht. In scheervluchten werden
de bommen geworpen op de kadeinstalla
ties en materiaal-opslagplaatsen. Bij het
wegvliegen zagen de Duitsche vliegers
branden in de opgegeven doelen. In de
Marmarische woestijn werden Britsche
autocolonnes doeltreffend met boordwa-
pens bestreden.
Zeeslag In de Golf van
Bengalen
BRITSCHE VLOOT IN GEVECHT MET
JAPANSCHE OORLOGSBODEMS.
Volgens United Press heeft radio Tokio
medegedeeld, dat Britsche oorlogsbodems
en vliegtuigen in contact gekomen zijn
met de Japansche vlooteenheden, die in de
Golf van Bengalen opereeren.
Radio Tokio verklaart, dat het de Ja
pansche eenheden zijn, die den strijd heb
ben aangebonden.
ADMIRALITEITSEILANDEN DOOR DE
JAPANNERS BEZET?
Een kleine formatie Japansche strijd
krachten zou volgens den Engelschen
nieuwsdienst de Admiraliteitseilanden heb
ben bezet.
Te Washington is officieel medegedeeld
dat de Amerikaansche troepen op het
schiereiland Balanga zich in den afgeloo-
pen nacht hebben teruggetrokken op voor
bereide defensieve stellingen.
In het legerbericht van het Amerikaan
sche ministerie van oorlog van Woensdag
avond wordt, naar uit Washington wordt
gemeld, met betrekking tot den toestand
aan het front op de Philippijnen mede
gedeeld, dat versche Japansche troepen
hun aanval op het schiereiland Bataan met
gvoote kracht voortzetten. Op het oogen-
blik is een zware aanval op de nieuwe
s-ellingen der Amerikaansche troepen aan
den gang. Duikbommenwerpers en ge
vechtsvliegtuigen bestoken de Amerikaan
sche frontlinies met bommen en mitrail-
leurvuur, terwijl zware bommenwerpers
hun aanvallen op de achterwaartsche ge
bieden in de nabijheid van de Zuidelijke
ount van Bataan voortzetten. De huidige
Japansche aanval is de langstdurer.de en
met de grootste kracht uitgevoerde aan
val, welke de Japanners sedert het berin
van de oneraties op het schiereiland Ba
taan hebben ondernomen. Golven storm
troepen hebben bijna zonder onderbreking
aangevallen. De verliezen der Amerikaan
sche troepen zijn zwaar.
CIJFERS NA DEN STRIJD IN
NED. INDIë.
Het Japansche Keizerlijke hoofdkwar
tier heeft bekend ge-maakt, dat de Japan
sche expeditietroepen 82.618 krijgsgevan
genen hebben gemaakt, alleen op Java. tot
25 Maart j.l. Onder dit aantal waren 66 219
Nederlanders. 4890 Australiërs, 10.636 Brit.
ten en 883 Amerikanen. Het aantal krijgs
gevangenen is 9000 grooter dan opgege
ven in de lijst die door de Nederlandsch-
Indische troepen is overgelegd aan de Ja
pansche strijdkrachtèn op 9 Maart, toen
de onvoorwaardelijke overgave tot stand
kwam.
Onder den buit bevinden zich 177 oor
logsvliegtuigen, 940 kanonnen van ver
schillend type. Voorts werden 4228 lichte
en zware machinegeweren, 80.778 pistolen
en revolvers. 5152 zoeklichten, 1.728.865
granaten, 89.771.800 geweerpatronen, 36.000
bommen. 1059 tanks en andere pantserwa
gens, 9500 auto's en 7108 spocrrijtuigen
buit gemaakt.
Medicamenten, genoeg voor 100.000 per
sonen gedurende een jaar, vielen den Ja
panners in handen. De Japansche verliezen
bedroegen 845 dooden, 1784 gewonden.
De ontmoeting !n het
Skagerrak
NADERE BIJZONDERHEDEN.
Omtrent de in het weermachtsbericht
van Woensdag vermelde vernietiging van
Noorsche schepen door Duitsche zeestrijd
krachten deelt het opperbevel van de weer
macht nog eenige bijzonderheden mee,
waaruit blijkt, dat tie in de haven van Go-
tenburg liggende scheper, probeerden naar
Engeland over te steken.
Zij werden buiten de Zweedsche terri
toriale wateren door Duitsche patrouille
vaartuigen in het Skagerrak aangehouden.
Deze brachten de tankboot „Storsten" en
het schip „Gudvang" in een artilleriege
vecht tot zinken. De walvischvaarder
„Skytteren", de tankboot „Buccaneer" en
het schip „Oharente" onttrokken zich aan
de aanhouding door zichzelf tot zinken te
brengen.è De schepen „Dicto' en „Lionel"
trokken zich in de Zweedsche territoriale
wateren terug om weer Gotenburg binnen
te loopen. De tankboot „Rigmor" werd
door de luchtmacht tot zinken gebracht. De
tankboot .Newton" ontkwam. Van de be
manningen der schepen, die overwegend
uit Britten bestonden, werden door de
Duitsche zeestrijdkrachten 235 man gered
en gevangen genomen.
Het succes tegen de gewapende Noorsche
schepen is te danken aan het optreden van
de patrouillevaartuigen en aan de goede
samenwerking met de luchtmacht.
De voorstellen van Cripps
NIEUWE VOORSTELLEN OVERHANDIGD
Volgens een bericht van de „Goeteborgs
Handels och Sjoefarts Tidningen" uit Lon
den heeft Cripps gisteren het nieuwe En-
gelsche plan aan Nehroe en Azad overhan
digd. Men acht het waarschijnlijk, dat ook
dit voorstel wordt afgewezen.
Het Al-Indische Congres heeft gisteren
zijn definitieve antwoord aan Cripps mee
gedeeld, zoo meldt de Times. Men meent,
.-"at vastgehouden is aan'de eerste beslis
sing, waarbij de Britsche voorstellen wer
den afgewezen.
De Britsche berichtendienst meldt nog
uit New Dehli, dat de commissie van de
Al-Indische Moslemliga een resolutie heeft
aangenomen, waarin verklaard wordt, dat
DE CULTUREELE TAAK VAN
NEDERLAND IN HET
NIEUWE EUROPA
PROF. Dr. T. GOEDEWAAGEN SPREEKT
TE STUTTGART
Gisterenavond sprak prof. Goedewaagen
te Stuttgart voor de Deutsch Niederlandi-
sche Gesellschaft over „de cultureele taak
van de Nederlanden in het nieuwe Europa"
Hij herinnerde aan de dagen van Mei 1940,
toen een storm over ons Nederlanders is
gegaan, die de zwakken heeft neergeslagen
maar de sterken heeft gestaald. Velen
zijn gezonken, maar velen hebben zich
zelf gered. Een groot deel van ons volk,
zelfs het grootste deel, heeft den zin van
dezen tijd nog niet verstaan en zit mis
moedig en gekrenkt langs den weg. Wij,
nationaal-socialisten, echter marcheeren
verder, ons bewust van de epische groot
heid van onze generatie. Thans is het noo-
dig, dat wij ons bezinnen op ons verleden
en op onze toekomst. Voor diegenen in
het Nederlandsche volk, die klagen over
den goeden ouden tijd, beteekent bezinnen:
zich de waarden bewust maken van huma
nisme en kapitalisme, van individualisme
en democratie. Wij, nationaal socialisten,
bezinnen ons op de Germaansche verant
woordelijkheid, Germaansche kracht en
Germaansch geloof. En zoo vragen wij ons
af: heeft ons volk in het verleden zijn
plicht gedaan tegenover de Germaansche
gemeenschap? En: wat is onze taak in de
toekomst?
Wij kennen in onze geschiedbeschouwing
verschillende perioden: eeuwenlang was
de Nederlandsche geschiedenis die van de
provincies Holland en Zeeland. Sinds den
wereldoorlog van 1914—'18 en onder in
vloed der Vlaamsche beweging ontstond
een breedere opvatting, n.l. de groot-
Nederlandsche. De gebeurtenissen der
laatste jaren zijn ook over deze geschied
beschouwing heengegaan. De groot-
Nederlandsche geschiedschrijving is nog
niet groot en volledig, ook zij ziet slechts
het deel en haar ontbreekt het wijde pers
pectief. Geleidelijk rijpt in ons land echter
de idee van de Germaansche geschiedbe
schouwing, waarin de Nederlanden en ten
slotte ook Holland eerst e dieperen zin
kregen. Dit is een revolutie in ons histo
risch bewustzijn.
Spr. zette verder uiteen, dat in politiek
opzicht, maar vooral op cultureel gebied
ons land zich in de zestiende en zeventien
de eeuw bewust was van zijn Germaan
sche zending. In den rijksdag in Juli 1578
appelleerde Marnix van St. Aldegonde aan
de eenheid van geyoel, aan de overeen
stemming in uitdrukkingswijze en taal,
handelen en traditie.
Aan het einde van de zestiende, eeuw
gaan de eerste Nederlanders als nieuwe
vikingen om de Noordkaap en naar het
Oosten. Maar ook in de kunst, wetenschap
en religie toonden de Nederlanders zich
pioniers. Zij veroverden met den inzet van
hun leven nieuw gebied en brachten het
in cultuur. Zij ontsloten nieuw land en be
taalden tol aan de geheele Germaansche
wereld. In de zeventiende eeuw hebben
wij gevochten voor de vrijheid der zeeën
voor het geheele Germanendom, drie zee
oorlogen hebben wij met Engeland ge
voerd.
Zoo stond de republiek der zeven pro
vinciën op de bres voor de Germaansche
cultuur en heeft zijn heele Germaansche
gebied doordrenkt met haren geest.
Ons volk heeft gediend, het heeft den
Germaanschen stam met zijn talenten ver
rijkt. Onze bouwmeesters en schilders,
onze musici en dichters, onze geleerden en
denkers en voor alles de stille strijders en
martelaars om des geloofs wille, allen
vormden van de dertiende tot het einde
van de zeventiende eeuw een scheppende
kern aan den rand van het Germaansche
gebied.
Spr. gaf aan de oorzaken, dat toen aan
het scheppend vermogen een einde heb
ben gemaakt. Men ging varen in het kiel
zog van de Fransche cultuur. In lateren
tijd werden de Nederlanden in het cultu
reele leven van Europa steeds meer een
drijvend eiland. Aan drie zijden omgeven
door groote mogendheden en niet meer in
staat, een eigen richting te kiezen, rustend
op de winst, welke de voorouders in. vroe
gere eeuwen hadden verworven, werden de
Nederlanden zelfgenoegzaam, tevreden met
hun niet onbeteekenend bezit. Zij stelden
zich tevreden met het opnemen van buiten-
landsche cultuur en bleven zelf in de we
reld bekend als het land van Rembrandt
en Ruysdael. In de zestiende en ook in de
zeventiende eeuw is de Nederlander we
reldburger, die zijn stempel drukt op de
geheele Germaansche cultuur. In de negen
tiende eeuw brengt onze wetenschap, onze
litteratuur en onze schilderkunst mannen
van beteekenis naar voren, doch de drang
naar expansie ontbreekt en de Nederlan
der blijft zelfgenoegzaam en geisoleerd
thuis. Zoo bleef het ook in de twintigste
eeuw. De opkomst van het tweede Duit
sche rijk en de cultureele, wetenschappe
lijke en kunstzinnige opbloei, welke hier
aan verbonden was, had een ongunstig ge
volg op den Nederlander. Hij voelde zich
bedreigd en de oorzaak, dat tijdens den
oorlog 1914'18 vooral de Nederlandsche
de voorstellen van Cripps niet voldoende
tegemoetkomen aan de eischen van de In
dische Mohammedanen en derhalve onaan.
vaardbaar zijn, wanneer zij niet veranderd
worden.
GRIEKSCH SCHIP VERONGELUKT.
Het Grieksche schip „Enderani" is bij
Kanli Ada door den storm op een rots ge
worpen, waar het in stukken brak. Het
bad Grieksche reizigers aan boord. Van de
236 opvarenden konden er 29 worden ge
red. Het lot der overigen is nog niet be-
intellectueel anti-Duitsch was, moet men
zoeken in het proces van twee eeuwen,
waarin de Nederlanden hun cultureele zen
ding in Germanie hebben verwaarloosd.
Hierdoor kwamen zij open te staan voor de
Fransche en Britsche propaganda en tot
1940 waren al onze historici, zooals Hui-
zinga, Colenbrander, Geyl, handlangers
van dit streven. Oogenschijnlijk handel
den zij om de vrijheid van onze cultuur te
beschermen. In werkelijkheid wilden zij de
Nederlanden trekken binnen de west-
Europeesche machtssfeer, hierbij na 1933
geholpen door de uit het derde rijk ver
dreven joodsche intellectueelen. Terwijl
de Nederlandsche nationaal socialistische
beweging en eenige kringen van intellec
tueelen poogden ten minste de oogen van
het volk te openen voor de cultuur van het
derde rijk, maakten de officieele dragers
van de cultuur ieder contact met de Ger
maansche wedergeboorte onmogelijk.
Het jaar 1940 is voor ons volk een waar
schuwing van even groote beteekenis als
het jaar 1568 toen de Germaansche gewe
tensvrijheid zich verzette tegen den reli
gieuzen dwang. Het jaar 1940 vond in deze
lage landen een volk en een cultuur van
groote verfijning, doch zonder groote be
wogenheid en zonder de spanningen, wel
ke mensch en volk steeds noodig hebben.
Het jaar 1940 schudde ons volk wakker en
stelde het voor een wereld van vragen.
Op de eerste plaats werd onze cultuur zelf
een probleem. Het antwoord hierop is ge
geven door den rijkscommissaris voor de
bezette gebieden, rijksminister Seyss
Inquart en luidt: inschakelen in het Ger
maansche Europa met behoud van die
volksche krachten, welke kunnen bijdra
gen tot den Germaanschen opbouw. Onze
taak is, de Germaansche levenshouding en
geschiedenis te leeren kennen en de twee
de taak van onze cultuur is, zich zelf te
verdiepen en eigen krachten te ontdekken.
De derde taak van onze cultuur is, zich
in het buitenland bekend te maken en,
zooals onze koloniale pioniers dit deden in
de zestiende eeuw, de wereld te veroveren.
Spreker ziet, als leider van het departe
ment van Volksvoorlichting en Kunsten,
een van zijn gewichtigste opgaven hierin
onze cultuur over de grenzen bekend en
bemind te maken. Germanie verwacht van
ons, dat wij ons dienend inschakelen. Onze
taak is, dezen oproep te volgen. De Neder
landen willen aantreden in het front van
de Germaansche cultuur.
RECHTZAKEN
HET FUSILLEEREN VAN DE
GEBROEDERS VAN DIJK.
Dramatische zitting van het
Vredegerechtshof.
EEN DER GETUIGEN. VERDACHT VAN
MEINEED, GEVANKELIJK WEGGELEID.
Dinsdag heeft zooals reeds kort ver
meld voor het vredegerechtshof te Den
Haag de 58-jarige luitenant-kolonel der
infanterie, H. Mijsberg, terecht gestaan,
wien o. a. ten laste is gelegd, dat hij opzet
telijk op 12 Mei 1940 de gebroeders Van
Dijk te Dordrecht van het leven heeft doen
terooven, door twee hem ondergeschikte
militairen te bevelen: „Schiet ze neer". De
lijken der beide slachtoffers zijn later uit
de Merwede opgevischt.
Aan het slot van deze dramatische
zitting, waarin een der getuigen onder
ernstige verdenking van meineed ge
vankelijk uit de zaal moest worden
weggeleid, eischte de procureur-gene
raal. prof. mr. dr. R. van Genechten,
tegen verdachte een gevangenisstraf
van twintig jaren.
Als eerste getuige werd de pianostem
mer Vugts gehoord, die als soldaat het
drama van begin tot einde heeft meege
maakt. Hij herinnerde zich, dat aan de
gebr. Van Dijk geen enkele vraag was ge
steld omtrent het vermeende gebeuren in
hun huis. Alvorens het bevel tot fusilleeren
werd gegeven, waren de slachtoffers met
hun gezicht naar den muur geplaatst.
Getuige Büter bevestigde, dat de overste
geen enkele vraag aan de slachtoffers heeft
gesteld. Ook hij had de gebr. Van Dijk
geen woord hooren zeggen. Zij maakten op
hem den indruk van: „Er is toch niets meer
aan te doen, wij zitten er in".
President: „Waaruit leidde u die schul
dige houding af?"
Getuige: ,.Ik kreeg dien indruk, omdat
zij zich niet verweerden."
Wanneer de verdachte door een inter
ruptie poogt te suggereeren, dat hij vragen
tot de gebr. Van Dijk heeft gericht, laat
de president door den griffier voorlezing
doen van zijn verhoor voor den rechter-
-ommissiaris. Hieruit blijkt, dat verdachte
op weg van zijn commandopost naar een
telefoonpost waar hij ontboden was, de
twee slachtoffers tegen den muur zag staan
met twee soldaten achter hen die hun ka
rabijnen schietklaar hadden gericht. Hij
heeft toen gevraagd: „Zijn dat die twee ke
rels die geschoten hebben?" waarop twee
soldaten antwoorden (wie, weet hij niet
meer): „Ja, dat zijn die verrekte N.S.B.ers".
Verdachte zegt nu, dat zijn vraag niet
direct tot de soldaten was gericht, maar
meer in 't algemeen was bedoeld. Uit het
feit, dat alleen de twee soldaten antwoord
gaven, en de gebr. Van Dijk geen woord
te hunner verdediging aanvoerden, doch in
schuldbewuste houding bleven staan, con
cludeerde hij. dat ze inderdaad schuldig
waren en gaf bevel te schieten.
Verdachte: „Toen ik mijn vraag stelde
kneep een der gebroeders zijn oogen dicht,
terwijl de ander zich omdraaide en een
gezicht trok, waarop te lezen stond: „Wij
zijn gesnapt".
Proc.-gen. (fel): „Neen, deze menschen
waren geterroriseerd."
Vervolgens verscheen de officier van ge
zondheid, Vegter, voor het hekje, die op
INBREKERS.
Op diefstal vaa distributiebonnen
staat zoo ongeveer de doodstraf, ten
minste voor enkele jaren en zoo is het
voor een net mensch tot welke cate
gorie ik mij zelf in een overmoedige
stemming wel eens reken onbegrij
pelijk, dat er telkens toch nog lieden
zijn, die met hun vingers maar niet
van dat kostbare sipul kunnen afblij
ven. Ik spreek dan nog niiet over het
onmaatschapplijke en a-sociale van
deze daad. Ik denk er alleen aan, dat
die menschen zulks tooh waarschijn
lijk doen om met het kwalijk verkre
gen geld van deze bonnen hun levens
standaard wat op te voeren en dat zij,
goed en wel in him nekvel gegrepen,
waarschijnlijk tot 'het einde der distri-
butiedagen niet eens meer al hun bon
nen zullen kunnen verdisconteeren in
boter, melk en binnenkort ook sigaren.
Zij hopen natuurlijk niet te worden
gevat en dat is de eenige menschelijke
kant aan dit euvele geval, dat een uit
was is van dezen tijd.
Bij mij gaan de bonnen iederen
avond mee naar bed. Ik riskeer niets.
En de pook ligt op mijn nachtkastje.
Er zijn toch geen kolen meer. Mis
schien noemt de rechter dat mishan
deling, maar het is beter het niet al
leen op de straf van den rechter te
laten aankomen. En beter de dief een
gat in zijn hoofd dan ik een gat in mijn
maag. Men zij dus gewaarschuwd.
En ik verwacht nu, dat heeren inbre
kers, die dit toevallig natuurlijk
onder oogen zouden krijgen, naar
miin buren zullen gaan.
Waar een „Momentje" al niet goed
voor is.
„WAT DE ANTI'S ZEGGEN".
Hedenavond van 19.1519.30 uur spreekt
Max Blokzijl, via den zender Hilversum 2,
in de serie „Brandende kwesties" over het
onderwerp: „Wat de anti's zeggen".
enkele meters afstand het drama op het
terrein van de gasfabriek had zien voltrek
ken. Een der slachtoffers was terstond
dood; den ander heeft hij even later nog
een genadeschot laten geven. Daarna heeft
hij over de beide lijken een zeil gelegd en
den volgenden dag van de executie melding
gpmaakt.
Proc.-gen.: „Hebt u er eenig idee van,
hoe de lijken in de Merwede terecht zijn
gekomen?"
Getuige: „Volstrekt niet. Toen ik uren
later mij verwijderde, lagen de lijken nog
onder het zeil."
Get. Mannessen erkende kort na den
oorlog bij overste De Haan te zijn geweest
en hem het drama te hebben verteld. Hij
heeft in den middag van 12 Mei aan de
deur van een woning te Dordrecht ge
staan, waar hem thee werd verstrekt. Van
daar had hij een onbelemmerd uitzicht
op de woning van de gebr. Van Dijk.
Plotseling werd er enkele malen kort na
elkaar gevuurd. Hij zag duidelijk dat dit
vuren uit een der ramen kwam, die hij on
belemmerd kon zien. „Het is uit het raam
geweest, of uit den tuin voor het huis...."
President: „En wat hebt u toen verder
gedaan? Tegen den overste De Haan hebt
u verteld, dat u met nog enkele soldaten
erg dapper het huis zjjt binnengerend en
daar op een bovenverdieuping een der ge
broeders Van Dijk gekleed en wel met een
revolver in zijn hand te bed vond en hul
zen op den grond."
Getuige: „Ik stak de straat over cn ben
toen in het portiek van de nabijgelegen
kerk gaan staan. Direct daarna kwam
Chr. van Dijk onder geleide van militairen
naar buiten.
President: „Dus u bent niet in het huis
gc v/eest?"
Getuige: „Niet verder dan in de vestibule"
President: „Ik zal de griffier nogmaals
laten voorlezen, wat u aan overste De Haan
hebt medegedeeld. Let u vooral op dat
mooie gedeelte, waarin u zegt, dat u Van
Dijk met een revolver op bed vond."
Wanneer dit gebeurd is, antwoordt dc
getuige, dat hij het alleen maar van hoo
ren zeggen heeft
De president: „Juist, u hebt dus zelf
niets meegemaakt, en wilde alleen maar
tegenover de overste de interessante me
neer spelen."
Getuige: „Ik veranderde we in ik.."
President: „Hebt u gehoord, dat overste
Mijsberg aan de gebr. Van Dijk gevraagd
heeft of zij schuldig waren?"
Getuige: „Ja. Tot tweemaal toe heeft de
overste gevraagd of zij geschoten hebben.
De eerste maal werd geen antwoord gege
ven. Op de herhaalde vraag werd door één
van de beide broeders met „ja" geant
woord, terwijl de ander alleen "maar kreun
de(Groote verbazing).
De president: (met stemverheffing): „Be
denkt dat u onder ebde staat. Deze verkla
ring is in geen enkel opzicht in overeen
stemming met hetgeen u aan overste De
Haan verteld hebt, bovendien heeft geen
enkele der andere getuigen het gehoord
er zelfs de Verdachte, overste Mijsberg
zelf, heeft verklaard, dat hij het zelfs niet
noodig vond een zoodanige vraag te stellen"
Wanneer de getuige nochtans bij zijn
verklaring blijft, verzoekt de procureur-
generaal het hof een onderzoek in te stel
len naar de verklaringen van deze getuige.
Nadat zijn verklaringen door den griffier
zijn opgeteekend en door getuige onder
teekend, vraagt de procureur-generaal zijn
onmiddellijke gevangenneming verdacht
van meineed.Het Hof stemt hierin toe,
waarna de getuige Mannessen gevankelijk
wordt weggeleid.