fBiffrettezing,
Geldige bonnen voor Voedingsmiddelen
l/2
ZATERDAG 28 FEBRUARI 1942
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
ffaótwcaie öxieuen
HET VERBRANDEN VAN LIJKEN
„Na drie maanden is gewoonlijk het
rottingsproces met stank-ontwikkeling
afgeloopen en komt vermolming met
schimmelvorming tot stand".
Aldus wordt ons in een verhandeling
over het, begraven aangezegd, wat ons na
het sterven te wachten staat.
Je houdt je neus dicht, als je 't weder
varen van de eerste drie maanden leest,
een gebaar, dat op een muurschildering van
het Campo Santo te Pisa ook een van de
ridders maakt, die bij een geopende groeve
staat. En een ander draait zijn hoofd ziek
van walging om.
Men verhaalt, dat de hertog van Gandia.
Franciscus Borgia, het besluit nam zich uit
de wereld terug te trekken (hij werd gene
raal van de Jezuieten en heilig-verklaard),
toen hij het gelaat van koningin Isabella
van Spanje aanschouwde, die na haar dood
vervoerd werd naar het zuiden des lands
Granada meen ik, was het doel van de reis
en bij aankomst er niet erg koninklijk meer
uitzag. Een beschrijving zal ik u maar be
sparen.
„Na zeven jaar" gaat onze verhande
ling onbewogen voort „is het lichaam
tot op het been verteerd". Dan zijn we dus
teruggebracht tot een hoop knokels ejt een
lachend doodshoofd, opgeborgen onder den
vochtigen grond in een uit zijn voegen ge-,
barsten kist.
Wanneer je deze droog-opgesomde grie
zeligheden overdenkt, is het wel heel be
grijpelijk, dat een- mensch er geweldig te
gen opziet fe gaan sterven, al gaat hij dan
ook volgens de populaire manier van
zeggen hemelen. En het „Hier rust
in vrede" op de zerken, en alle romantische
versiering tot stemmige begraafplaats is
eigenlijk bewust zelfbedrog.
Onze taal kent voor dergelijke heuvels,
waar menschèlijke lichamen in groote aan
tallen aan de verrotting worden prijsgege
ven, slechts de weinig-zéggende benamin
gen: kerkhof of begraafplaats. Diepzinniger
is het Duiteche „Gottesacker", een naam,
die ook vroeger in ons land voorkwam. (Een
straat in Franeker tenminste, welke rond de
kerk loopt, heet „Godsakker"). Want op
een kerkhof gaat in vervulling, wat St. Pau-
lus schreef: „Het wordt gezaaid in bederfe
lijkheid, het zal verrijzen in onverderfelijk-
heid". Het lichaam wordt als een graan
korrel neergelaten in de donkere aarde, om
straks weer omhoog te schieten. In het La
tijn wordt daarom een kerkhof „coemete-
rium" of sluimer-plaats genoemd. Het is
slechts een tijdelijk verblijf.
Met het oog op de vergiftige stoffen, die
ons téeder-gekoesterde lichaam na onzen
dood gaat versoreiden, moeten tegenwoor
dig de begraafplaatsen minstens 50 M.
buiten de bebouwde kom liggen en zoodanig
zijn opgehoogd, dat de lijken .boven het
grondwater liggen. Ook is bepaald, dat een
lijk niet laneer dan vijf dagen „boven aar
de" mag blijven staan, en soms al heel*
spoedig na den dood zien we de eerste
verschijnselen van het volslagen bederf
optreden.
Waarom wij al deze nuchtere narigheden
opdisschen. Och, niet om er een stichtelijk
preek je £an te verbinden over de vergan
kelijkheid van alle aardsche glorie, kracht,
sterkte en schoonheid, doch meer om in het
straatje te komen.van de voorstanders der
lijkverbranding!
De lijkverbranding is zoo zuiver en
kuisch beweren deze lieden, en wij zul
len niet ontkennen, dat lijkverbranding in
een zéér korten tiid tot stand brengt, en
afdoende, waartoe de natuur jaren van noo-
de heeft langbeen weinig appetijtelijk ont-
bindings-proces. Na een uur in den ver
brandingsoven te hebben vertoefd, komt
hét stoffelijk overschot eruit als een hoon
asch en beenkorrels, welke twee h drie
pond weegt.
De lijkverbranding is ook niet recht
streeks in strijd met eenig goddelijk gebod,
noch met de geloofsleer. Dat weten de
voorstanders ervan misschien niet; toch is
het zoo. Er zullen vele lijken van christe
nen verbrand zijn, en nog wel verbrand
worden.
De lezer wriift zijn oogen eens uit. want
dit artikel schijnt wel degelijk een pleidooi
te worden voor lijkverbranding. En dat
van een pastoor, en dat in een katholieke
krant! De lijkverbranding echter en bij
dit echter nemen wij op het laatste mo
ment onze draai is voor christenen niet
aanvaardbaar, omdat de Kerk haar met na
druk verboden heeft. Natuurlijk niet zon
der reden. De Kerk verbiedt nooit iets
zonder reden.
De voornaamste redën is deze, dat de
lijkverbranding een stokpaardje is van de
vrijmetselaars, een aanfluiting van het
Christendom, dat altijd zijn dooden heeft
begraven en een moedwillige beleediging
van. het christelijk gevoel. De vrijmetse
laars, en al.die daarmede sympathiseerden,
hebben hun bedoeling nooit onder stoelen
of banken gestoken. Daarom verbiedt de
Kerk iedere plechtigheid voor iemand, die
'zich na zijn dood heeft laten verbranden,
omdat zoo iemand kennelijk dwars tegen
het Christendom inging. Öok is het ver
boden aan Katholieken een crematie bij te
wonen, tenzij in heel bijzondere en zwaar
wichtige omstandigheden en op voorwaarde
dat geen ergernis wordt gegeven.
Veronderstel, dat de vrijmetselaars er
nooit geweest waren om aan de lijkver
branding het karakter te geven van een
„afschuwelijk misbruik" (Leo XIII) en een
„goddelooze plechtigheid", zou de Kerk dan
even scherp tegenover de verassching
staan?
Niet zoo scherp, doch evenzeer afwij
zend. En dat op grond van het feit, dat
begraven meer in overeenstemming is met
het Woord Gods, met den Bijbel. Evenals
Christus begraven is en verheerlijkt uit
het graf opgestaan, zoo zullen ook wij eens
uit het graf verrijzen. Voor de verrijzenis
doet het natuurlijk niets - terzake of het
lichaam verbrand is of verteerd. Het ont
bindingsproces is hetzelfde; alleen geschiedt
het bij verbranding veel vlugger. Maar de
christenen hebben van de oudste tijden af
(ofschoon de lijkverbranding toen alge
meen in zwang was) vastgehouden aan het
begraven der lijken.
Daarvoor pleit ook de overweging, dat
begraven, hoe afzichtelijk het ontbindings
proces ook is, eerbiedwaardiger toeschijnt.
In plaats van op gewelddadige wijze
door het vuur het lichaam te laten ver
woesten, is het passender dat het gesloopt
wordt door dezelfde natuurkrachten, die
het hebben opgebouwd.
Om al deze redenen, is de Kerk scherp
gekant tegen verassching. Bij uitbarsting
van besmettelijke ziekten, in oorlogstijd of
bij rampen, die onnoemelijk veel slacht
offers eischen, heeft de Kerk er echter hoe
genaamd geen bezwaar - tegen dat om
redenen van volksgezondheid de lijken
worden verbrand. „Het is zelfs een eisch
der natuurwet" lezen wij in Potters
Katechismus „dat het bezwaar van be
smetting moet voorkomen worden. Aan deze
goddelijke natutïrwet gehoorzaamt ook de
Kerk".
De bewering, vroeger geuit in vrijmetse
laars-kringen en met veel vertoon voorge
dragen, dat het begraven-op-zich reeds
schadelijk zou zijn voor de volksgezondheid,
is afdoende Weerlegd.
Er is nog een manier, om zich van een
lijk te ontdoen, die nóch begraven nóch
verbranden kan heetert, en waartegen de
Kerk geen enkel bezwaar heeft: het neer
laten van een lijk in zee.
Dit is een zeer bijzondere plechtigheid,
waarvoor aan boord van onze Nederland-
sche marine een vast ceremonieel is opge
steld. De kist, gedekt met de vaderlandsche
driekleur, wordt driemaal rond gedragen
voorafgegaan door pijpers en tamboers, die
op met blauw vlaggedoèk omfloerste trom
mels roffelen.
Bij de valreep aan stuurboord gekomen,
wordt de vlag van de kist genomen en op
bevel van den commandant:
Een, twee, in Gods naam!
overboord geworopen, waarbij voor en na
een salvo wordt afgevuurd. Dan vervolgt
het schip zijn vaart.
Er staat geen kruisje op het matrozen
graf. De eindelooze deining van de zee
vloeit over zijn lijk en toch zal ook hij
eens, als de krachten der hemelen zullen
geschokt worden en „de menschen ver
drogen van angst bij het gedonder der gol
ven" verrijzen in onbederfelijkheid.
PASTOOR.
GEBEDSACTIE S.P.L.
„Dat alle katholieken^zullen waar-
deeren' en krachtig steunen de op
leiding van inlandsche priesters
in de missielanden"
is de voor de maand Maart door het Pau
selijk Liefdewerk van den H. Apostel' Pe
trus aanbevolen intentie voor de deelne
mers aan de Gebedsactie.
Voor den opbouw der inlandsche kerken
is een inlandsche clerus noodzakelijk: de
inlandsche clerus op zich is een normaal,
noodzakelijk bestanddeel der Kerk.
Voor de definitieve vestiging der Kerk in
de missielanden moet die inlandsche cle
rus er dus komen: dat kan alleen door een
goede, deugdelijke opleiding van daarvoor
geschikte jongens uit de bevolking der mis
sielanden.
Van die noodzakelijke opleiding moeten
alle katholieken diep overtuigd zijn: helaas
zijn zij dat niet alleen, want waren zij het
wel, dan zouden zij meer daadwerkelijken
steun aan de opleiding geven, dan zou in de
missielanden niet het groote vraagstuk be
staan hoe de zeer hooge kosten der pries
teropleiding te bestrijden.,
Dankbaar mogen echter hier vermeld
worden de zo° ve^e leden van S.P.L., beurs-
stichters, weldoeners, die door hun gaven,
geestelijke zoowel als stoffelijke, de oplei
ding van zoovele jongelingen mogelijk n^a-
ken.
Daarom bidden we in de maand Maart op
bijzondere wijze voor bovengenoemde in
tentie, opdat Gods genade de harten van
alle-geloovigen moge treffen.
Nieuwe deelnemers aan deze Gebedsactie
kunnen op aanvrage gratis intentie-formu
lieren bekomen bij den Nationalen Secre
taris van S.P.L.
Mgr. TH. M. P. BEKKERS
te Voorschoten.
De liturgie der Kerk
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks geen Gloria, geen Credo. Prefa
tie v. d. Vasten. Kleur: Paars.
In de Missen van den dag geen Gloria,
geen Credo. Prefatie v. d. Vasten. Kleur:
Paars.
ZONDAG 1 Maart. Tweede Zondag v. d.
Vasten. Mis: Rcminiscere. 2e gebed v. d.
H. Suitbertus, Bisschop en Belijder. (Zie
in het feesteigen ,v. h. Bisdom); 3e voor
den vrede. Credo.
Tot heiligheid heeft God ons geroepen.
Om ons zelf te heiligen moeten wij ons
levensgedrag ondergeschikt maken aan
Gods heilige geboden. Wij kennen die
(Epistel), magr onze gedachten, woorden
en werken zijn er zoo menigmaal mee in
strijd. Wij erkennen onze zonden in nede
righeid en bidden den goeden en barm-
hartigen God om vergiffenis, (Introitus,
Graduale, Tractus), om bescherming van
onze uiterlijke en innerlijke vermogens,
bijzonder echter om zuivering van onze
verbeelding en ons -verstand (Gebed). Hij
zal ons verhooren (Communio). Getroosten
willen wij ons ook de moeite ons verstand
beschouwend te richten op Gods heilige
Wet (Offertorium), om met de genade van
God door de beschouwing te komen tot de
daadwerkelijke beleving van de heilige
Wet van God. (Postcommunio). Dan zullen
wij bezitten net ware geluk, dat dé Vader
van ons ook zal kunnen getuigen, dat wij
Zijn welbeminde kinderen zijn. (Evan
gelie).
MAANDAG 2 Maart. Mis v. d. Maandag
in de 2e week v. d. Vasten: Redime. 2e ge
bed A Cunctis (om de voorbede van de
Heiligen); 3e Omnipotens (voor levenden
en dooden); 4e voor den Paus (wegens de
verjaardag van zijn keuze); 5e voor den
vrede.
In de kerken van de E.E. P.P. Franciscanen.
ZONDAG. 2e gebed A Cunctis; 3e Omni
potens; 4e voor den vrede.
MAANDAG. Mis v. d. Z. Agnes van
Praag, Maagd: Dilexisti. Gloria. 2e gebed
(en laatste Evangelie) v. d. Maandag; 3e
A Cunctis; 4e voor den vrede Kleur: Wit.
In de Mis v. d. Maandag: 2e gebed v. d.
Z Agnes; 3e A Cunctis; 4e voor den vrede.
BINNENLAND
N. G. VAN HEEK t
Op 67-jarigen leeftijd is te Enschedé over
leden de bekende textiel-industrieel, de
heer N. G. van Heek.
DEPARTEMENT
ZATERDAGS GESLOTEN
De Secretaris-Generaal van het Departe
ment van Volksvoorlichting en Kunsten
brengt ter algemeene kennis, dat het de
partement voornoemd met ingang van 28
Februari a.s. tot nader order des Zaterdags
gesloten zal zijn.
C.A.O. LOODGIETERS- EN FITTERS-
BEDRIJF.
Het college van rijksbemiddelaars heeft,
blijkens de Staatscourant van gisteren, op
verzoek van den Bedrijfsraad voor het
loodgieters- en fittersbedrijf, de algemeen
verbindendverklaring der collectieve ar
beidsovereenkomst voor dit bedrijf, welke
oorspronkelijk geschiedde voor het tijdvak
van 1 Augustus 1941 t/m 28 Februari 1942,
verlengd voor den tijd van 1 Maart tot en
met 30 Juni 1942.
door. prof. P. Stammeyer
53e WEEK 1—7 MAART.
Brief aan de Filippenzen 2:1eir.de.
Na in de laatste verzen van het eerste
hoofdstuk dé Filippenzen te hebben aange
spoord moedig stand' te houden in de een
heid des geloofs tegenover vijandig gezin
de Joden en het lijden te hebben voorge
houden in de v^ieven beteekenis, welke
het voor den Christen heeft, waarom hij
het zelf ook aanvaard heeft, zoowel vroe
ger (Hand. 16:1640) als nu in zijn gevan-
genschap," wijst Paulus op het groote goed
der onderlinge eensgezindheid in liefde. Hij
weet, dat hetgeen hij vraagt, moeielijk is;
het valt den mensch zwaar zich los te ma
ken van alle egoïsme. Paulus doet daarom
een beroep op de hartelijke gevoelens, wel
ke zij hem toedragen om hen te brengen
tot die belangenlooze nederigheid. Terecht
wijst hij op 't voorbeeld van Christus; doch
niet op een of andere daad, maar op Zijn
geheele gezindheid, omdgt daaruit de af
zonderlijke daden als vanzelf voortvloeien.
In enkele regels staat hier hfet ontzaggelijk
geheim der verlossing uitgedrukt, hetgeeri
veronderstelt, dat de Filippenzen deze leer
uit de prediking reeds volledig kenden. Die
diepe vernedering heeft Christus gedragen
om ons: „Gij kent toch de liefdedaad van
onzen Heer Jesus Christus: hoe Hij om
uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk
was, opdat gij rijk zoudt worden door Zijn
armoede" (II Kor. 8:9). Dat voorbeeld heeft
beteekenis, zooals o.a. Augustinus zegt:
„Gij zoudt u misschien schamen om een ne
derig mensch na te volgen, doch volg ten
minste na de nederigheid van een God".
Zoo stelt Paulus Christus voor aan de Fi
lippenzen: in Zijn nederigheid als een voor
beeld, in Zijn verheerlijking als bemoedi
ging. ((Zondag).
Daarom moeten zij met ijver werken:
wel staat hun ter beschikking de machtige
hulp van God, maar zij behouden hun
vrijen wil; vandaar „bewerkt uw heil met
vreezen en beven" (2:12), waarin we de
echo_ vernemen van Paulus' woord tot de
Korinthiërs: „We bezitten deze schat in
leem en vaten; want de overvloed van
kracht komt van God, en niet van onszelf'
(II Kor. 4:7; zie ook I Kor. 10:12 en 9:27).
Het geloof in de goddelijke Voorzienigheid
doet ons nederig wantrouwen aan onszelf,
maai* krachtig vertrouwen op God. Dit ge
loof en vertrouwen zal voorkomen, dat zij
morren tegen God, zooals eertijds de Joden
in de woestijn (Deut. 32:5), die daarom ge
noemd werden „ontaarde zonen, een valsch
en bedorven geslacht". Dart zullen zij te
midden van de kinderen der duisternis
schitteren* als sterren.
Wanneer de moeielijkheden, bij de pre
diking te Filippi verduurd, vrucht dragen
in hun standvastigheid en deugd, dan zal
Paulus zijn reeds gebracht offer vervolma
ken door zijn marteldood. De Filippenzen
wisten door hun vroegeren offerdienst, dat
een brandoffer dikwijls rijker werd door
het uitstorten van wijn ep water, soms van
olie. „Wilt toch niets anders voor mij doen,
dan dat ik geslachtofferd worde voor God,
terwijl het offeraltaar nog gereed staat, op
dat gij, in liefde tot één koor geworden,
den Vader moogt loven in Christus Jesus"
(Ignatius v. Antiochië). Zoo bieden de of
fers gemeenschappelijke vreugde. (Maan-
dag).
Onmiddellijk na deze ernstige vermarin-
gen gaat Paulus over tot vertrouwelijke j
mededeelingen. Nu hijzelf niet kan komen,
zendt hij Timoteus, hun bekend door de
eerste prediking (Hand.. 16:1—3) en zijn
latere bezoeken (Hand. 19:22 en 20:4); zij
weten dus, dat Paulus geen beteren plaats
vervanger sturen kan. Met hem komt hun
afgevaardigde Epafroditus terug; de Apos
tel teekent zijn bezorgdheid om de ernstige
AANSPRAKELIJKHEID VAN TELERS
EN ANDEREN, DIE PRODUCTEN IN
VOORRAAD OF VOORHANDEN
HEBBEN
Onder de huidige omstandigheden is het
geboden, dat van de voorraden producten
ten dienste van de voelselvoorziening in
geen geval iets verloren gaat.
In dit verband vestigt het Rijksbureau
voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd
er de aandacht op, dat zij, die graan of
eenig ander product, dat voor de voedsel
voorziening van belang is, in voorraad of
voorhanden hebben, volgens art. 2 van het
voedsel voorzieningsbesluit verplicht zijn,
daarvoor die zorg aan te wenden, welke re
delijkerwijs van hen verlangd kan worden.
Dit houdt in, dat personen, die bo
venvermelde producten in voorraad
of voorhanden hebben, verplicht zijn
voor afdoende beveiliging tegen
brand, diefstal, inbraak e.d. zorg
te dragen. Indien producten verloren
gaan, doordat onvoldoende voorzorgs
maatregelen zijn getroffen, zal ver
volging plaats hebben op grond van het*
voedseivoorzieningsbesluit.
Het is noodzakelijk gebleken,» in het bij
zonder in de grensstreken, de aandacht
te vestigen op deze verplichting. Nalatig
heden worden gestraft met hechtenis van
ten hoogste een jaar en geldboete tot een
maximum van 25.000 gulden, terwijl aan
hen, die opzettelijk in strijd handelen met
het hier bedoelde voorschrift, langdurige
gevangenisstraffen kunnen worden opge
legd.
PRIJSVRAAG VOOR COMPONISTEN
VAN MODERNE AMUSEMENTS
MUZIEK
De persdienst van den Nederlandschen
Omroep meldt:
Om het componeeren van moderne amu
sementsmuziek in Nederland te stimuleeren
en daardoor sluimerende talenten tot ont
plooiing te brengen, schrijft de Nederland-
sche Omroep een prijsvraag uit voor com
ponisten van moderne amusementsmuziek.
Voor de winnaars van deze prijsvraag zijn
fraaie geldprijzen beschikbaar gesteld.
Onder moderne amusementsmuziek
wordt verstaan: marschen, marschliede-
ren, paso-dobles, foxtrots; tango's, walsen,
genre-nummers, soli voor diverse instru
menten en dergelijke.
De prijsvraag is in drie categoriën inge
deeld, namelijk:
a. marschliederen met tqkst;
b. andere composities met tekst;
c. composities zonder tekst.
De deelnemers aan deze prijsvraag moe
ziekte, welke Epafroditus om zijnentwil
had opgeloopen; God heeft zijn gebed ver
hoord en daardoor zijn zorgen verminderd.
(Dinsdag).
De intimiteit van dezen brief komt naar
voren in de onverwachte verandering van
stof. Paulus heeft juist gezegd een zorg
minder te hebben en nu komt in zijn ge
dachten een nieuwe, reden van bezorgd
heid voor de Filippenzen. Hy zal ze dui
delijk en scherp waarschuwen tegen hen,
die roemen op hun afstamming van den
Vader van het uitverkoren volk, op het
verbondsteeken (de besnijdenis) en op het
onderhouden van de Joodsche voorschrif
ten met de omschrijvingen van de Fari-
zeën. Paulus heeft veel la§.t gehad met deze
menschen, die zich op hun Joodsche af
komst en levenswijze lieten voorstaan ook
na hun overgang tot het christendom en
daardoor aan de prediking voor de heide
nen veel moeielijkheden veroorzaakten.
Deze dwalenden noemden de onbesnedenen
„honden": de Apostel kaatst deze bal terug
(3:2"). Op hun titels kan hij zich zelfs met
meer recht beroepen (3:4—6); hij behoorde
tot de meest aanzienlijken order de Joden
en heeft als vervolger zijn ijver voor de
overleveringen der Vaderen getoond. Dat
alles heeft hij opgeofferd, omdat1 hij nu
weet, dat Christus de eenige Middelaar is.
Om deze openbaring gaf hij alles prijs, om
dat in dit licht alles zijn waarde verliest;
wie op die uiterlijkheden zijn hoop bouwt,
kan slechts schadé' lijden. De ware gerech-,
tigheid komt ons uitsluitend toe als gave
yan God (1:29). „Want niet door onszelf,
en als door eigen kracht zijn we in staat
iets te bedenken, maar onze geschiktheid
is uit God" (II Kor. 3:5). Het geloof in
Christus^ birdt ons aan Hem en aan Zijn
mysteriën, brengt ons tot een nieuw leven
(3:1011). Zelf heeft Paulus eerst de
kracht leeren kennen van ,den verrezen
Christus op weg naar Damascus (Hand.
9:37)' alvorens te mogen deelen in Zijn
Riden (9:16): vandaar zijn volgorde in 3:10.
Wij zijn als gedoopten vereenigd met den
verheerlijkten Christus en moeten zijn le
ven in ons doen uitgroeien door Hem ge
lijkvormig te worden in deugd. Dat geldt
ook voor Paulus (3:12—15). Maar dan ook
niet terugvallen in ons oude leven, doch
blijvend streven naar die vervolmaking:
dan zullen we die heerlijkheid bereiken,
waartoe God ons geroepen heeft.' (Woens
dag-Donderdag).
Ook de persoonlijke belangen der Filip
penzen gaan Paulus ter harte (4:23),
doch liever spreekt hij tot allen over zijn
geliefd onderwerp: de blijheid. De christe
lijke vreugde is de glans van een ziel, open
voor het licht en toegankelijk voor de ge
nade; zij is dus een geestelijke gesteldheid,
geen gevolg van zelfvoldoening; zij is de
normale vrucht van een groeiend geeste
lijk leven. Bij een goed geloofsleven is een
groot vertrouwen op Gods voorzienigheid
en dus geen verkeerde bezorgdheid: inte
gendeel heerschen de vrede en innerlijke
rust. Houdt daarom vast aan het goede.
(Vrijdag).
Reeds enkele malen heeft Paulus gewe
zen op de aanhankelijkheid ten opzichte
van hem (1:3—7; 2:25 en 30), toch wil hij
nog nadrukkelijk' danken voor hun gaven.
Met groote tact toont hij tegelijkertijd zijn
apostolische onafhankelijkheid: het was
een gave aan God. Zóó kan hij vrij prijzen
en ziet daarbij op de geestelijke voordee-
len, welke zij ervan genieten.
De genade van den Heer Jesus Christus
7.ij met uw geest.
Bijbellezing voor de volgende weekj
Zondag
Filipp. 2: 1-41
Maandag
Filipp. 2:12^-18
Dinsdag
Filipp. 2:19—30
Woensdag
Filipp. 3: 1—11
Donderdag
Filipp. 3:12—21
Vrijdag
Filipp. 4: 1— 9
Zaterdag
Filipp. 4:10einde.
ten aan de volgende voorwaarden voldoen:
Zij mogen voor iedere categorie hoog
stens drie composities inzenden.
De tijdsduur der nummers mag niet lan
ger dan drie minuten bedragen.
Een volledig uitgewerkte pianopartij,
desgewenscht met aanwijzingen voor de
instrumentatie, dient men met onderge
schreven tekst in te zenden.
De tekst moet Nederlandsch zijn e® In
getypten vorm los worder bijgevoegd.
Alle ingezonden werken moeten voorzien
zijn van een pseudoniem, terwijl in een
gesloten enveloppe eveneens voorzien
van dit pseudoniem de naam en het
adresv van den inzender vermèld moeten
worden.
De deelnemers moeten voor 1 April 1942
hun composities hebben ingezonden. Na
dezen datum kunnen zij geen aanspraak
meer maken op~mededinging.
De inzendingen moeten geadresseerd
worden aan den Nedérlandschen Omroep,
Postbus 2 Hilversum. Links boven op de
envelopp-- vermeldde men „Prijsvraag amu
sementsmuziek".
UITVOERING BOUWMATERIALEN-
BESCHIKKING.
De directeur van het Rijksbureau voor
Bou\ymaterialen maakt bekend, dat de
thans van kracht zijnde ontheffing van het
verbod, zonder een van hem verkregen
schriftelijke vergunring bouwmaterialen te
verkoopen of af te leveren, met ingang van
1 Maart 1942 is ingetrokken ten aanzien
van den verkoop en de aflevering van drai-
neerbuizen en daartoe behoorende hulp
stukken.
Derhalve zal -t nader order de verkoop
en de aflevering van draineerbuiren en
daartoe behoorende hulpstukken 6lechts
zyn toe£ .staan met schriftelijke vergun
ning van genoemden directeur.
Elk der volgende
bonnen
Geeft recht op het koopen van:
lieschikbaar per persoon
ijl
al
28
1 c
Eenheid
1 Mrt. tot en met 7 Mrt. 1942
In tijdvak van één week
11 A Brood
11 B Brood
11 A VIeesch
11 B VIeesch
11 A Aardapp.
11 B Aardapp.
4 Rants.
'/j Rantsoen Brood of Geb,k
1 Rantsoen j yieeseh of Vl.waren
V4 Rantsoen
IV4 K.G. Aardappelen
Va K.G. Aardappelen
9
ll/4
1«'4
18
2Va
3Va
Va
22
2i/2
51/4
Va
18
2Vr
3 Va
Va
Rants.
Rants.
K.G.
K.G.
22 Febr. tot en met 21 Mrt. 1942
ln tijdvak van 4 weken
213 Algemeen
IOC of 10 D Res.
214 Algemeen
215 Algemeen
221 t.m. 224 Alg.
11 D-12 D Reserve
225 Algemeen
/226 Algemeen
227 Algemeen
216 t.m. 220 Alg.
10 A t.m. 13 A Melk I
10 B t.m. 13 B Melk I
1 KG Suiker
50 Gram Cacao
250 Gram Kotfiesurrogaat
500. Gram1 jam
1 Rantsoen Bloem, Brood of Gebak
250 Gram Rijst
250 Gram Peulvruchten
250 Gram Gort
100 Gram Vermicelli of Maïzena
100 Gram Kaas
3V2 Liter Melk
1% Liter Melk
1
50
250
500
4
500
250
250
100
500
28
1
50^
250
500
4
250
250
100
500
14
1
250
500
4
250
250
100
500
7
1
250
500
4
250
250
100
500
7
K.G.
Gram
Gram
Gram
Rants.
Gram
Gram
Gram
Gram
Gram
Liter
Lvter
28 Febr. tot en met 16 Mrt. 1942
In tijdvak van 9 dagen
11 Boter en 11 Vet I l/2 'ants. Boter, Margarine of Vet
12 Boter en 12 Vet V2 rants. Margarine en Vet
Va
V2
1
1
1
1
1
1
rants,
rants.
GELDIGE BONNEN VOOK DIVERSE ARTIKELEN
Elk der volgende bonnen
Geeft recht op 't koopen van
van
tot en met
15 Petrbleum
26 Petroleum
07 K.F. Brandst1)
05 t/m 07 H.K. Brandst.
13 en 17 H.K. Brandst.
08 H.K. Brandst.-)
12 t/m 20 C.V. Brandst.
23 t/m 28 C.V. Brandst.
Ie t/m 8e Per. Brandst.
08 K.F. Brandst.
228 Algemeen
H Zeep
H Toiletzeep
L Textiel
(mannen)
o "v
2 liter Petroleum
1 Eenh- Brandstoffen
A Eenh. Brandstoffen
1 Rants. Zeep*
75 Gram toiletzeep 80%
50 Gram Scheerzeep
28 Dec. 1941
4 1942
Diverse data
1 Febr. '42
1 Mrt. 1942
1 Mrt. 1942
1 Tan. 1942
31 Mrt. 1942
31 Mrt. 1942
30 Apr.1942
30 Apr.1942
30 Aprrl942
30 Apr. 1942
30 Apr.1942
30 Apr. 1942
30 Apr. 1942
30 April 1942
31 Mrt. 1942
31 Mrt. 1942
30 Apr. 1942
1) Hierop geen Anthraciet verkrijgbaar
2) Hierop uitsluitend Turf verkrijgbaar