Nieuwe bonnen
Momentje v
VRIJDAG 20 FEBRUARI 1942
33ste Jaargang No. 10182
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSÏREKEN Giro 103003. - Postbus 11.
Eilanden bezuiden Singapore bezet
V Wal niet mag terugkeeren
De krant wordt vaak vluchtig ingezien
en gelezen. En daarin mogen wij een re
den vinden; om hetzelfde meer dan één
keer te zeggen. Zeker als het gaat om een
gedachte, een inzicht, waarvan wij de
overtuiging hebben, dat deze gemeengoed
moeten worden; als het gaat om de propa
geering van èen zaak, die naar onze over
tuiging ten nauwste samenhangt met, in-
haerent is aan een groot, een overheer-
schend-groot volksbelang.
En daarom mogen wij wij zouden
durven zeggen: moeten wij herhalen,
dat het kapitalisme het kapitalistisch
stelsel en de kapitalistische mentaliteit
in den nieuwen tijd niet meer mag terug
keeren.
Ten overvloede voor onze lezers, hopen
we, zij ér nog eens op gewezen, dat strijd
tegen het kapitalisme niet beteekent
strijd tegen het privaat bezit van kapitaal;
niet beteekent strijd tegen de persoonlij
ke bezitters van kapitaal. Dat laatste be
oogde het Marxisme met zijn leer over het
privaat-bezit, dat diefstal zou zijn, en over
den klassenstrijd, die noodzakelijk werd
geheeten.
Kapitalisme is kort gezegd —hetstel
sel, waarin wordt geproduceerd alléén en
uitsluitend om de winst; waarin al dan
niet winst maken de norm is voor de be
paling van het al dan niet nuttige van de
productie; waarin het kapitaal een dicta
toriale macht heeft over den arbeid; waar
in de kapitaal-bezitters voor degenen, die
den arbeid praesteeren, geen enkele mede
zeggenschap in het productie-proces erken
nen.
De kapitalistische mentaliteit openbaart
zich in het altijd-in-geld-denken en in,het
alles-in-geld-waardéeren een afschuwe
lijke mentaliteit, welke, zooals wij onlangs
opmerkten, zoozeer is doorgedrongen en
ingekankerd, dat men ze constateeren moet
ook bij personen, van wier geestelijke
„standing" men een hoogere cultuur zou
verwachten..
Dat kapitalisme, het liberalistische ka
pitalisme, het mammonisme is door de
Pausen herhaaldelijk en scherp veroor
deeld. De katholieken als zoodanig kunnen
en moeten vooraan staan in den strijd te
gen dat kapitalisme.
Voor de volgende week zijn voor het
koopen van de gebruikelijke rantsoenen
brood, vleesch en aardappelen aangewe
zen de bonnen 10 van de daarvoor ba-
stemde kaarten.
Voorts is in de vierwekelijksche perio
de van 22 Februari tot Zaterdag 21 Maart
verkrijgbaar gesteld:
1 kilo suiker, op bon 213 van de bon
kaart algemeen.
250 gram koffiesurrogaat op bon 214.
500 gram jam op bon 215.
100 gram kaas op elk van de bonnen
216, 217, 218 219 en 220.
Een rantsoen bloem, brood of gebak op
elk van de bonnen 221, 222, 223 en 224.
250 gram peulvruchten op bon 225.
250 gram gort op bon '226.
100 gram vermicelli of maïzena op
bon 227.
50 gram cacao op de bonnen 10c en d
reserve.
250 gram rijst op elk der bónnen lid en
12d reserve.
31/2 liter melk op elk der bonnen 10a,
11a, 12a en 13a van de melkkaart I en
13/4 liter melk op elk der bonnen 10b,
11b, 12b en 13b dezer melkkaart.
Bonnen die afloopen
DE VOLGENDE BONNEN ZIJN
BINNENKORT NIET MEER GELDIG:
Na Zaterdag 21 Februari:
09 Brood, Vleesch.
08 Aardappelen.
193, 195, 197 tot en met 203, 209,
210, 212 Algemeen.
04 tot en met 07 Reserve.
06 tot en met 09 Melk.
De geldigheidsduur van de volgende
bonnen is verlengd:
Tot en met Zaterdag 28 Februari:
09 Aardappelen.
204 tot en met 208 Algemeen (Kaas)
08 Boter en Vet.
NEEMT DE BUS TER HAND
VOOR WINTERHULP NEDERLAND.
BURGEMEESTERS.
Bij besluit van den commissaris-generaal
van bestuur en justitie is aan J. M. van
Doorninck ontslag verleend als burge
meester der gemeente Oudewater en aan
.rar. A. J. Romijn als burgemeester der ge
meente Winschoten.
Java zal zoolang mogelijk
verdedigd worden
BATAM EN SAMBOE.
Japansche strijdkrachten hebben
het eiland Batam, ten Zuiden van
Straat Singapore, bezet.
Behalve dit eiland hebben, volgens
Domei, Japansche strijdkrachten zon
der zelf verliezen te lijden, ook het ten
Zuiden van Singapore gelegen eiland
Samboe bezet.
Bij de landing op het eiland Batam heb
ben de Japansche troepen vijftien petro-
Jeumreservoirs in beslag genomen, en op
Samboe twintig petroleumreservoirs. Op
beide" eilanden woeden nog hevige bran
den, daar de Britten, overeenkomstig hun
politiek van de „verschroeide aarde" over
al brand hebben gesticht.
Te Batavia is medegedeeld, dat Japan
sche gevechtsvliegtuigen talrijke kleine
Soenda-eilanden tusschen Java en Austra
lië hebben aangevallen. In Nederlandsch-
mdische militaire kringen is men er niet
zeker van, of ook het tweede vliegveld
van Palembane reeds door de Japanners
bezet is. Het feit echter, dat geen radio
contact meer met dit vliegveld mogelijk
is, doet vreezen, dat het of door de Japan
ners bezet, of onbruikbaar is gemaakt.
Verder is men te Batavia van meening,
dat Japansche voorhoedetroepen van Pa-
lembang naar het Westen oprukken langs
de spoorlijn naar de bocht van Loempoer.
DE HEER VAN MOOK AAN HET
WOORD:
Volgens een bericht van United Press
uit Sydney heeft de luitenant-gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië, de heer
Van Mook, die zich naar Australië heeft be
geven, om te confereeren rnet de defensie
autoriteiten aldaar, o. m. verklaard: Het
is een groote fout, dat de democratieën
steeds slechts aan d° verdediging denken.
De politiek Van het zich voortdurend te
rugtrekken op voorbereide stellingen, kan
leiden tot een toestand, waarin de geallieer
den den oorlog verliezen.
De heer Van Mook zeide voorts, dat
Java zoo lang mogelijk verdedigd zal
worden en een bepaalden tijd ook
zonder hulp van buiten zal volhou
den. Indien men echter alleen zou moe
ten vechten, zou dat meer dan een ne
derlaag alleen voor Nederlandsch-
Indië beteekenen.
LUCHTAANVALLEN OP TIMOR
EN SOERABAJA.
De Japansche luchtmacht heeft haar
aanvallen thans ook op Timor gericht.
Naar het Nederlandsch-Indische legerbe-
richt uit Batavia meldt, hebben Japansche
BRIEVEN VAN NEDERLANDSCHE
SOLDATEN IN HET OOSTEN.
SS.-Schuetze A. V. H. van Maarseveen
schrijft:
Het is vandaag Allerzielen. Dat is altijd
een bijzondere dag, nu zoowel als vroe
ger. Buiten sneeuwt het onafgebroken en
steeds hooger hoopen de witte vlokken zich
op. Het wordt een wonderbaarlijke ein-
delooze vlakte. Dit witte kleed dekt vele
ja taTooze helden, die zichzelf hebben ge
offerd voor het vaderland, voor geheel
Europa.
Deze dag stemt ons weemoedig. Niet om
dat zoovele broeders vielen, want deze
rouw dragen we met trots. Neen, we zijn
weemoedig, omdat in ons eigen land nog
zooveel menschen deze ontelbare offers,
welke ook voor hen worden gebracht, niet
waardeeren, omdat zij liog vastgeroest
zitten in hun grenzeloos egoisme en ver
stard zijn in hun betweterij. Wij zijn wee
moedig, omdat zij niet willen zien en niet
willen hooren. Zij marcheeren niet mee
in onze rijen, doch waar zullen zij mor
gen, wanneer de strijd voorbij is, staan,
wanneer wij datgene bevochten hebben,
waarop onze nakomelingen trotsch zullen
zijn? Zullen zij zich dan niet hun geheele
leven schamen en spijt hebben? Zullen zij
zich dan niet bedrogen voelen?
SS-radiotelegrafist Eduard Schiphorst
schrijft:
De Russen zien er in werkelijkheid nog
tienmaal verschrikkelijker uit, dan men
ze op de foto's in de kranten en tijdschrif
ten ziet. Het zijn eenvoudig geen men
schen meer. Wanneer een van ons een siga
rettenpeukje weggooit, dan storten zich on
-middellijk tien van deze zwijnen er op.
Wat zij aan hun lijf dragen, zijn slechts
lompen. En wat een boeventronies. Ver
der zijn ze even lui als smerig. En die
moesten ons de beschaving brengen. Op
hen hebben onze echte ..humane" Neder
landers hun hoop gevestigd. Dat zijn de
bondgenooten van onze hoogbeschaafde
Koningin en consorten. Deze troep uit En
geland en de vrijmetselaars en plutocra
ten uit Amerika moeten ons geliefd Neder!
bevrijden van de Duitsceh overheersching.
Jullie, die allen nationaal socialist bent,
moest er een week kunnen vertoeven, dan
zou je zien, welke onbegrijpelijke denk
beelden men eigenlijk ons nuchtere volk
heeft ingegoten. Eén ding staat evenwel
vast: „Wanneer wij terugkomen, dan is
het daarmee uit."
Alleen jongens met veel idealen en met
grooten moed komen hier naar toe. Alleen
zij hebben vertrouwen in hun leiders en
zijn tot ieder offer bereid. Wie hier van
daan komen, zijn evenwel staalharde, door
en door krachtige nationaal-socialistische
soldaten. Dat zal de redding worden voor
ons dietsche land en dat vormt een be
dreiging voor de landverraders.
Denk daar eens over na. Er bestaat geen
middenweg meer tusschen afwachten en
neutraliteit. Het parool luidt thans: Met
ons of tegen ons. Ik heb niet voor niets ge
schreven.
bommenwerpers Koepang, het Nederland-
sche deeL van Timor, in tv/ee golven aan
gevallen. Het legerbericht zegt, dat dit
respectievelijk op Dinsdagmiddag en
Woensdagochtend is geschied en dat in de
havenwijk materieele schade is veroor
zaakt. Ook Soerabaja is opnieuw aange
vallen.
Eenige personen, die de bezetting van
het vliegveld te Palembang geheel hebben
meegemaakt, deelden aan perscorrespon
denten te Batavia medé» dat het lot van
Palembang reeds 8 dezer was bezegeld,
daar toen een groot aantal geallieerde
vliegtuigen door Japansche bommenwer
pers op den grond was vernield. Ook het
vliegveld was toen zoodanig beschadigd,
dat de overgeblevep machines niet meer
raar behooren konden opstijgen. Die erva
ring leert, zoo zeide deze bevoegde beoor
deelaars, dat de vliegvelden ook met be
hulp van Engelsche en Amerikaansche ma
chines niet te behouden zijn.
GENERAAL WAVELL GEWOND.
Naar Domei meldt, blijkt uit een Ame-
r'kaansch radiobericht, dat generaal Wa-
vell, de opperbevelhebber van de geallieer
de troepen in het Zuid-Westelijke deel van
der. Stillen Oceaan, tijdens een Japansche
luchtaanval gewond is geraakt. Op het
cogenblik zou Wavell zich in de omgeving
van Soerabaja ophouden.
GENERAAL PERCIVAL GEÏNTERNEERD
Lt.-generaal Percival, de opperbevelheb
ber van de Britsche strijdkrachten op
Malakka, en de opperbevelhebber van de
Australische strijdkrachten, generaal ma
joor Bennet, zijn Woensdag, naar uit Sin
gapore gemeld wordt, in de vesting Tsjangi
geïnterneerd, waar intusschen bijna 60.000
man vijandelijke troepen ondergebracht
z\jn.
De speciale verslaggever van de „Tokio
r itsji Nitsji" meldt: Hoewel de stukken
geschut van 45 c.m. in de vesting Sjangi
e°n zwenking van 240 graden konden ma-
kei en over een afstand van dertig mijlen
k~r.den schieten, is er geen enkel schot op
de Japansche troepen gelost. De bouwers
van deze vesting hadden niet gedroomd,
dat de Japanners Singapore zouden aan
vallen binnen den dooden hoek van 120
graden. Iedere loop is ongeveer dertig me
ter lang en de twee meter breede geschut-
torens zijn voorzien van staal van 14 cm.
dikte. De batterijstelling is omgeven door
zware ijzeren hindernissen en ligt onge
veer vier mijlen achter de stellingen van
het geschut met een kaliber van 24 en 15
cm Alle meetinstrumenten en andere on
derdeden van het geschut werden door de
Engelschen voor de capitulatie vernield. In
Sjangi bevindt zich ook de telefoon-cen
trale. die alle vestingen van het eiland
verbindt.
OPROEP VAN QUISLING AAN HET
NOORSCHE VOLK.
Minister-president Quisling heeft bij een
ontvangst van binnen- en buitenlandsche
pers alle Noorsche patriotten opgeroepen,
deel te nemen aan den vaderlandschen ar
beid der Noorsche vernieuwing.
De Nasjonal Samling, aldus Quisling,
zal den strijd voor het nieuwe Noorwegen
doelbewust voortzetten en elk verzet en
elke terreur der liberalistische en Marxis
tische cliques breken. De vernieuwingsbe
weging kan ongetwijfeld soms fouten ma
ken, maar haar voorvechters zijn goede
Noren, die onbaatzuchtig werken voor de
toekomst van hun land. Die weg is de
eenige mogelijkheid voor een betere toe
komst.
Bij de reeds gemelde persontvangst heeft
Quisling nog verklaard, dat zijn bezoek
aan Berlijn een uiterst bevredigend ver
loop heeft gehad. De Noorsche delegatie
is ontvangen met een hartelijkheid en een
kameraadschap, die eiken twijfel aan het
succes der bespreking uitsluiten.
Quisling zeide in Berlijn geen enkelen
Duitscher ontmoet te hebben, die Noor
wegen niet beschouwde als een volkomen
gelijkwaardig land in het Germaansche
verband.
WIJZIGING IN BRITSCHE OORLOGS
KABINET.
Het Britsche oorlogskabinet heeft een
wijziging ondergaan. Te Londen is daar
omtrent de volgende officieele verklaring
verstrekt.
„De koning heeft den aangenamen plicht
de volgende benoemingen goed te keuren:
minister-president, eerste lord van de schat
kist en minister van verdediding: Winston
Churchill; minister voor de dominions:
Clement Attlee; lord-zegelbewaarder en
voorzitter van het Lagerhuis: sir Stafford
Cripps; voorzitter van den staatsraad: sir
John Andersen; minister van buitenland
sche zaken: Anthony Eden; minister van
staat: Oliver Lyttleton; minister van ar
beid en nationale dienst Ernest Bevin.
Attlee zal ook fungeeren als vertegen
woordiger van den minister-president. Bo
vengenoemde ministers vormen tezamen
het oorlogskabinet".
IN 'N PAAR REGELS
Britsche torpedojager tot
zinken gebracht.
De Britsche admiraliteit- heeft Donder
dagavond te Londen medegedeeld, dat de
torpedojager Gurkha" tot zinken is ge
bracht. De bemanning bestond uit 240 kop
pen.
Engelsche kruiser getroffen.
De commandant van een Duitsche duik
boot heeft naar het D. N. B. verneemt waar
genomen, dat een Britsche kruiser door
een Italiaansche torpecovl iegtuig getrof-
VASTENBRIEF
der
Nederlandsche Bisschoppen
DE AARTSBISSCHOP EN DE
BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND
Aan de hun toevertrouwde geestelijkheid
en geloovigen
ZALIGHEID IN DEN HEER.
Beminde geloovigen!
Het Epistel van den Kerstnacht opent
met de indrukwekkende en treffende
woorden van den H. Paulus: „Veelgelief
de, de genade van God, onze Zaligmaker,
is ons verschenen, verlossing brengend aan
alle menschen. Zij leert ons, dat wij de
goddeloosheid en de wereldsche begeerlijk
heid moeten verzaken en ingetogen, recht
schapen en godvruchtig moeten leven in
deze wereld, om de zalige hoop te verwach
ten en de openbaring der glorie van onzen
grooten God en Zaligmaker Jesus
Christus" 1).
Deze woorden, die de hoofdgedachten
van ons christelijk geloof en geheel het
program van een christelijk leven omvat
ten, roepen ook Wij u toe bij den aanvang
van den H. Vastentijd, waarin wij ons
moeten bezinnen op ons zelf, ons moeten
vernieuwen naar den geest en den nieuwen
mensch aantrekken, „die naar God gescha
pen is in gerechtigheid en ware heilig
heid" 2).
In den vorigen Vastenbrief hebben Wij
u opgewekt om trouw te blijven aan het
geloof in God den Almachtigen Vader,
Schepper van hemel en aarde, om sterk te
staan in het geloof, zonder hetwelk „het
onmogelijk is Gode te behagen" 3).
En Wij mogen het met vreugde en
groote dankbaarheid erkennen gij zijt
trouw en gij zijt sterk gebleven. Niet al
leen hebt gij plechtig in de kerken getui
genis afgelegd van uw geloof, maar velen
van u hebben er ook offers, groote offers I
voor gebracht.
Zulk een geloof vormt een onoverwinne
lijke kracht.
Doch, beminde geloovigen en daarop
willen Wij u wijzen in dezen Vastenbrief
het is niet voldoende het geloof te be
waren en te belijden, wij moeten het ook
beleven. Met den Apostel „houden wij dan
ook niet op voor u te bidden en te smee-
kendat gij een leven moogt leiden, den
Heer waardig; dat gij in ieder goed
werk vruchten moogt dragen en toenemen
moogt in de kennis van God" 4). Want
waarde voor God heeft uiteindelijk slechts
het geloof, „dat werkzaam is door de lief
de" 5). „Zonder de werken", zegt de H. Ja
cobus, „is het geloof innerlijk dood" 6). En
St. Paulus: „Al heb ik het volle geloof, dat
bergen verzet, zonder liefde ben ik
niets" 7).
De Goddelijke Zaligmaker heeft de goe
de werken tot een voorwaarde gesteld,
waarvan onze eeuwige zaligheid afhangt.
„Indien gij tot het leven wilt ingaan, on
derhoud dan de geboden" 8). Wie op het
einde van zijn leven geen goede werken
kan aanbieden, zal niet in de bruiloftszaal
worden toegelaten, evenmin als de dwaze
maagden die geen olie in haar lampen had
den 9); hij zal in de duisternis geworpen
worden, zooals de trage dienaar, die zijn
talent ongebruikt had gelaten 10). Doch
van den anderen kant, wie goede werken
doet, zal honderdvoudig beloond worden
door God, die Zich door ons nooit in edel
moedigheid laat overtreffen.
Want de hemelsche zaligheid is ons
loon 11), een vergelding 12), een kamp-
prijs 13), een kroon des levens 14).
De goede werken kunnen wij dus ver
richten en de zonden vermijden uit vrees
voor de straffen Gods, doch ook uit hoop
op onzen gèestelijken vooruitgang en op
de hemelsche belooning „om te verwachten
de zalige hoop en de openbaring der glorie
van onzen grooten God en Zaligmaker" 15).
Doch het meest nobele en volmaakte mo
tief is te werken uit liefde 16): omdat God
het van ons vraagt uit liefde tot Hem, tot
Zijn eer en glorie. De liefde is een godde
lijk zaad: er moet een bovennatuurlijk ge
was uit opschieten. Zij bant de vrees
uit 17) en onderhoudt als vanzelf de ge
boden. De werken, door haar bezield, zijn
het beste bewijs onzer liefde en het hoog
ste, wat wij God kunnen aanbieden.
„Zoo iemand Mij liefheeft zal hij Mijn
woord onderhouden; dan zal Mijn Vader
ook hem beminnen en Wij zullen tot hem
komen en Ons verblijf bij hem nemen" 13).
Niet dat wij ons ooit mogen verhoovaar-
digen op onze goede werken. Uit ons
zelf vermogen wij niets; alles danken wij
aan Gods genade. „Want niet door ons
zelf, als door eigen kracht zijn wij in staat
iets te bedenken; maar onze geschiktheid
is uit God, die ons bekwaam heeft ge
maakt, om bedienaars te worden van een
nieuw Verbond" 19. „Want Gods maaksel
zijn wij, in Christus Jesus geschapen tot
goede werken, die God vooruit bereid heeft,
opdat wij daarin zouden leven" 20). Onze
fen werd en dat een hevige ontploffing ont
stond.
Ontploffing te Gibraltar.
In Gibraltar heeft zich gisteren aan boord
van een patrouillevaartuig een ontploffing
voorgedaan. Een andere ontploffing deed
zich in den afgeloopen nacht voor op een
koopvaardijschip. In verscheidene kruitma
gazijnen en op verscheidene andere plaat
sen kwamen eveneens ontploffingen voor.
In vier dagen zijn boven Gibraltar vijf
vliegtuigen „door onbekende oorzaak" neer
gestort.
Vulkaan in Ecuador actief.
Naar de „Piccolo" uit Buenos-Aires
meldt, is de vulkaan Pootpaxi in de Cor
dilleras in Ecuador plotseling actief ge
worden. De uitbarsting ging gepaard met
hevige aardschokken, waardor de plaatsen
Grenados, Vallocillos Estancia en Foras
Manuelito voor het grootste deel werden
verwoest. De schade is aanzienlijk.
PLANTAGE.
Zou het dan toch waar zijn? Het be
gon met advertenties, waarin wij wer
den opgewekt tabakszaden in onze
tuintjes te zaaien. Zoo iets van twee
duizend zaden voor 75 cent. Je kon
kiezen tusschen Virginia, Maryland,
Kentucky (pruimtabak) en nog enkele
andere merken. Ik, achterdochtige, heb
er toen den draak mee gestoken, ik
heb vijf en zeventig koperen centen
uitgespaard (waar zijn zij?) en nu kan
ik binnenkort op een houtje bijten.
De mare van een eigen tabaksplantage
is immers niet bij dien eenen adver
teerder gebleven. Ik zag al een plaatje
in de krant, waarop de tabaksplanter
vereeuwigd stond. En nu lees ik weer
dat de inlandsche tabak bezig is vas
ten voet te krijgen om de rookers te
bevredigen. Zelfs schrijft men dat ook
de wijnproever niet zonder het edel nat
zou behoeven te zitten omdat de ge
schiedenis „koele" wijn van eigen bo
dem kent. Laat ik mij echter bepalen
tot de tabak. Ik onderschat de moei
lijkheden in een open tuintje zonder
prikkeldraad en toezicht niet. Dat ri
sico neem ik. Maar wie levert mij nu
nog tweeduizend tabakszaden.
Of anders! Van een groot fabrikant
(groot in geestelijken zin) niet ver bij
ons vandaan wordt het charmante ver
haal verteld, dat hij dezer dagen een
een gouden bruidegom ter viering van
het feest een kistje met vijftig sigaren
leverde. Ik zal hem opbellen en in ont
roerende zinnen vertellen, dat ik dezer
dagen mijn gouden bruiloft denk te
vieren. Waarom zou Jk dat niet doen?
Wat de feestelijkheden betreft lijkt het
mij het veiligst een voorschot te nemen
op de lengte van mijn leven. Want wie
zegt mij, dat ik mijn gouden bruiloft
■halen zal?
V_J
werken blijven tenslotte Gods werken,
doch wij van onzen kant moeten zooveel
mogelijk onze medewerking verleenen.
De goede werken, die God van ons
vraagt, de geboden, die wij moeten onder
houden, die wij moeten vermijden, de
deugden, die wij moeten beoefenen, wij
vinden ze in dc Tien Geboden, door God
aan Mozes gegeven en door Christus be
krachtigd en aangevuld, in het Evangelie,
in de voorschriften en richtlijnen der H.
Kerk, die immers als het mystieke lichaam
van Christus Zijn verlossingswerk hier op
aarde voortzet.
Wij vinden ze ook in de aangehaalde
woorden van St. Paulus: ,.dat wij ingeto
gen, rechtschapen, godvruchtig leven in
deze wereld". Ingetogen d.w.z. ons zelf be-
heerschen, niet toegeven aan onze booze
neigingen; rechtschapen d.w.z. de recht
vaardigheid en de naastenliefde beoefenen
jegens onzen evenmensch; godvruchtig, God
de Hem toekomende eer geven en Hem
beminen boven alles.
Om deze plichten te kunnen vervullen
jegens ons zelf, jegens onzen evenmensch
en jegens God, is het noodzakelijk te „ver
zaken aan de wereldsche begeerlijkheid"
of zooals de Apostel het elders zegt: „zij,
die Christus toebehooren, hebben het
vleesch gekruisigd met zijn driften en be
geerten." 21)
Ach, beminde geloovigen. Wij vermanen
u niet alleen, Wij smeeken u hier vooral
de kracht te toonen van uw geloof, dat
door de liefde werkt. Uw eigen geestelijk
heil staat immers op het spel. Van alle kan
ten lokt de wereld met haar verleiding: in
de zedelooze lectuur, in de bioscoop, in de
lichtzinnige mode, in het gemengde bad
leven, in den te vrijen omgang der beide
geslachten, in een heidensche en zuiver
egoistische opvatting van het huwelijk en
de echtelijke liefde, overal liggen hier naas
te gelegenheden tot zonden en willen wij
goede Christenen zijn en blijven, dan moe
ten wij die vluchten als een dreigend ge
vaar, als een besmettelijke ziekte ons niet
wagen op de grenzen maar resoluut ons af
zijdig houden van de gelegenheden waar
onze deugd in gevaar komt. Want „wij be
zitten dezen schat in leemen vaten". 22) De
Goddelijke Zaligmaker, immer zoo vol goed
heid en liefde, is hier onverbiddelijk streng.
„Zoo uw hand of voet u ergert, houw ze
af en werp ze van u weg, want het is be
ter voor u, verminkt of kreupel het leven
binnen te gaan. dan met twee handen of
twee voeten geworpen te worden in het
eeuwige vuur. En zoo uw oog u ergert, ruk
het uit". 23) Wij moeten een keuze doen;
wij kunnen niet tegelijk God en de we
reld dienen; voor halve Christenen is in
onzen geweldigen tijd geen plaats. Wij
moeten God dienen ,,met heel ons hart,
met heel onze ziel en heel ons verstand".
24) Als wij ons niet vastklampen aan God,
worden wij meegesleurd door de wereld.
Onze jonge mannen en vrouwen moeten
rein, na een eerbare verkeering, het hu
welijk ingaan en rein moeten zij het hu
welijk, het heilige ,door Christus ingestelde
Sacrament, beleven. Ook op de ouders rust
hier een groote verantwoordelijkheid; zij
moeten toezien op den omgang en de ge
dragingen van hun kinderen. E nallen zon
der uitzondering moeten wij onze naasten
liefhebben als ons zelf; dit is immers het
tweede gebod, gelijk aan 't eerste, het be
minnen van God". 25)
1) Titus II, 11, 2) Ef. IV, 23, 3) Hebr.
XI, 6. 4) Kol. I, 9, 10. 5) Gal. V, 6. 6) Jac.
II, 17, 7) II Kor. XIII, 2) 8) Matth. XIX,
17, 9) Matth. XXV, 1-4. 10) Matth. XXV,
24-30, 11) Matth. V 12. 12) Kol. III, 24, 13)
I Kor. IV, 24-25, 14) Jac. I, 12. 15) Titus
II, 11, 16) I Kor. XIII, 13. 17) I Joh. IX, 18.
18) Joh. XIV, 23, 19) II Kor. III, 5. 20) Ef
II, 10, 21) Gal. V. 20, 22) II Kor. IV, 7. 23)
Matth. XVIII, 8, 9, 24) Matth. XXII. 37. 25
Matth. XXII, 39.