Nieuwe bonnen Momentje v VRIJDAG 20 FEBRUARI 1942 33ste Jaargang No. 10182 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSÏREKEN Giro 103003. - Postbus 11. Eilanden bezuiden Singapore bezet V Wal niet mag terugkeeren De krant wordt vaak vluchtig ingezien en gelezen. En daarin mogen wij een re den vinden; om hetzelfde meer dan één keer te zeggen. Zeker als het gaat om een gedachte, een inzicht, waarvan wij de overtuiging hebben, dat deze gemeengoed moeten worden; als het gaat om de propa geering van èen zaak, die naar onze over tuiging ten nauwste samenhangt met, in- haerent is aan een groot, een overheer- schend-groot volksbelang. En daarom mogen wij wij zouden durven zeggen: moeten wij herhalen, dat het kapitalisme het kapitalistisch stelsel en de kapitalistische mentaliteit in den nieuwen tijd niet meer mag terug keeren. Ten overvloede voor onze lezers, hopen we, zij ér nog eens op gewezen, dat strijd tegen het kapitalisme niet beteekent strijd tegen het privaat bezit van kapitaal; niet beteekent strijd tegen de persoonlij ke bezitters van kapitaal. Dat laatste be oogde het Marxisme met zijn leer over het privaat-bezit, dat diefstal zou zijn, en over den klassenstrijd, die noodzakelijk werd geheeten. Kapitalisme is kort gezegd —hetstel sel, waarin wordt geproduceerd alléén en uitsluitend om de winst; waarin al dan niet winst maken de norm is voor de be paling van het al dan niet nuttige van de productie; waarin het kapitaal een dicta toriale macht heeft over den arbeid; waar in de kapitaal-bezitters voor degenen, die den arbeid praesteeren, geen enkele mede zeggenschap in het productie-proces erken nen. De kapitalistische mentaliteit openbaart zich in het altijd-in-geld-denken en in,het alles-in-geld-waardéeren een afschuwe lijke mentaliteit, welke, zooals wij onlangs opmerkten, zoozeer is doorgedrongen en ingekankerd, dat men ze constateeren moet ook bij personen, van wier geestelijke „standing" men een hoogere cultuur zou verwachten.. Dat kapitalisme, het liberalistische ka pitalisme, het mammonisme is door de Pausen herhaaldelijk en scherp veroor deeld. De katholieken als zoodanig kunnen en moeten vooraan staan in den strijd te gen dat kapitalisme. Voor de volgende week zijn voor het koopen van de gebruikelijke rantsoenen brood, vleesch en aardappelen aangewe zen de bonnen 10 van de daarvoor ba- stemde kaarten. Voorts is in de vierwekelijksche perio de van 22 Februari tot Zaterdag 21 Maart verkrijgbaar gesteld: 1 kilo suiker, op bon 213 van de bon kaart algemeen. 250 gram koffiesurrogaat op bon 214. 500 gram jam op bon 215. 100 gram kaas op elk van de bonnen 216, 217, 218 219 en 220. Een rantsoen bloem, brood of gebak op elk van de bonnen 221, 222, 223 en 224. 250 gram peulvruchten op bon 225. 250 gram gort op bon '226. 100 gram vermicelli of maïzena op bon 227. 50 gram cacao op de bonnen 10c en d reserve. 250 gram rijst op elk der bónnen lid en 12d reserve. 31/2 liter melk op elk der bonnen 10a, 11a, 12a en 13a van de melkkaart I en 13/4 liter melk op elk der bonnen 10b, 11b, 12b en 13b dezer melkkaart. Bonnen die afloopen DE VOLGENDE BONNEN ZIJN BINNENKORT NIET MEER GELDIG: Na Zaterdag 21 Februari: 09 Brood, Vleesch. 08 Aardappelen. 193, 195, 197 tot en met 203, 209, 210, 212 Algemeen. 04 tot en met 07 Reserve. 06 tot en met 09 Melk. De geldigheidsduur van de volgende bonnen is verlengd: Tot en met Zaterdag 28 Februari: 09 Aardappelen. 204 tot en met 208 Algemeen (Kaas) 08 Boter en Vet. NEEMT DE BUS TER HAND VOOR WINTERHULP NEDERLAND. BURGEMEESTERS. Bij besluit van den commissaris-generaal van bestuur en justitie is aan J. M. van Doorninck ontslag verleend als burge meester der gemeente Oudewater en aan .rar. A. J. Romijn als burgemeester der ge meente Winschoten. Java zal zoolang mogelijk verdedigd worden BATAM EN SAMBOE. Japansche strijdkrachten hebben het eiland Batam, ten Zuiden van Straat Singapore, bezet. Behalve dit eiland hebben, volgens Domei, Japansche strijdkrachten zon der zelf verliezen te lijden, ook het ten Zuiden van Singapore gelegen eiland Samboe bezet. Bij de landing op het eiland Batam heb ben de Japansche troepen vijftien petro- Jeumreservoirs in beslag genomen, en op Samboe twintig petroleumreservoirs. Op beide" eilanden woeden nog hevige bran den, daar de Britten, overeenkomstig hun politiek van de „verschroeide aarde" over al brand hebben gesticht. Te Batavia is medegedeeld, dat Japan sche gevechtsvliegtuigen talrijke kleine Soenda-eilanden tusschen Java en Austra lië hebben aangevallen. In Nederlandsch- mdische militaire kringen is men er niet zeker van, of ook het tweede vliegveld van Palembane reeds door de Japanners bezet is. Het feit echter, dat geen radio contact meer met dit vliegveld mogelijk is, doet vreezen, dat het of door de Japan ners bezet, of onbruikbaar is gemaakt. Verder is men te Batavia van meening, dat Japansche voorhoedetroepen van Pa- lembang naar het Westen oprukken langs de spoorlijn naar de bocht van Loempoer. DE HEER VAN MOOK AAN HET WOORD: Volgens een bericht van United Press uit Sydney heeft de luitenant-gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië, de heer Van Mook, die zich naar Australië heeft be geven, om te confereeren rnet de defensie autoriteiten aldaar, o. m. verklaard: Het is een groote fout, dat de democratieën steeds slechts aan d° verdediging denken. De politiek Van het zich voortdurend te rugtrekken op voorbereide stellingen, kan leiden tot een toestand, waarin de geallieer den den oorlog verliezen. De heer Van Mook zeide voorts, dat Java zoo lang mogelijk verdedigd zal worden en een bepaalden tijd ook zonder hulp van buiten zal volhou den. Indien men echter alleen zou moe ten vechten, zou dat meer dan een ne derlaag alleen voor Nederlandsch- Indië beteekenen. LUCHTAANVALLEN OP TIMOR EN SOERABAJA. De Japansche luchtmacht heeft haar aanvallen thans ook op Timor gericht. Naar het Nederlandsch-Indische legerbe- richt uit Batavia meldt, hebben Japansche BRIEVEN VAN NEDERLANDSCHE SOLDATEN IN HET OOSTEN. SS.-Schuetze A. V. H. van Maarseveen schrijft: Het is vandaag Allerzielen. Dat is altijd een bijzondere dag, nu zoowel als vroe ger. Buiten sneeuwt het onafgebroken en steeds hooger hoopen de witte vlokken zich op. Het wordt een wonderbaarlijke ein- delooze vlakte. Dit witte kleed dekt vele ja taTooze helden, die zichzelf hebben ge offerd voor het vaderland, voor geheel Europa. Deze dag stemt ons weemoedig. Niet om dat zoovele broeders vielen, want deze rouw dragen we met trots. Neen, we zijn weemoedig, omdat in ons eigen land nog zooveel menschen deze ontelbare offers, welke ook voor hen worden gebracht, niet waardeeren, omdat zij liog vastgeroest zitten in hun grenzeloos egoisme en ver stard zijn in hun betweterij. Wij zijn wee moedig, omdat zij niet willen zien en niet willen hooren. Zij marcheeren niet mee in onze rijen, doch waar zullen zij mor gen, wanneer de strijd voorbij is, staan, wanneer wij datgene bevochten hebben, waarop onze nakomelingen trotsch zullen zijn? Zullen zij zich dan niet hun geheele leven schamen en spijt hebben? Zullen zij zich dan niet bedrogen voelen? SS-radiotelegrafist Eduard Schiphorst schrijft: De Russen zien er in werkelijkheid nog tienmaal verschrikkelijker uit, dan men ze op de foto's in de kranten en tijdschrif ten ziet. Het zijn eenvoudig geen men schen meer. Wanneer een van ons een siga rettenpeukje weggooit, dan storten zich on -middellijk tien van deze zwijnen er op. Wat zij aan hun lijf dragen, zijn slechts lompen. En wat een boeventronies. Ver der zijn ze even lui als smerig. En die moesten ons de beschaving brengen. Op hen hebben onze echte ..humane" Neder landers hun hoop gevestigd. Dat zijn de bondgenooten van onze hoogbeschaafde Koningin en consorten. Deze troep uit En geland en de vrijmetselaars en plutocra ten uit Amerika moeten ons geliefd Neder! bevrijden van de Duitsceh overheersching. Jullie, die allen nationaal socialist bent, moest er een week kunnen vertoeven, dan zou je zien, welke onbegrijpelijke denk beelden men eigenlijk ons nuchtere volk heeft ingegoten. Eén ding staat evenwel vast: „Wanneer wij terugkomen, dan is het daarmee uit." Alleen jongens met veel idealen en met grooten moed komen hier naar toe. Alleen zij hebben vertrouwen in hun leiders en zijn tot ieder offer bereid. Wie hier van daan komen, zijn evenwel staalharde, door en door krachtige nationaal-socialistische soldaten. Dat zal de redding worden voor ons dietsche land en dat vormt een be dreiging voor de landverraders. Denk daar eens over na. Er bestaat geen middenweg meer tusschen afwachten en neutraliteit. Het parool luidt thans: Met ons of tegen ons. Ik heb niet voor niets ge schreven. bommenwerpers Koepang, het Nederland- sche deeL van Timor, in tv/ee golven aan gevallen. Het legerbericht zegt, dat dit respectievelijk op Dinsdagmiddag en Woensdagochtend is geschied en dat in de havenwijk materieele schade is veroor zaakt. Ook Soerabaja is opnieuw aange vallen. Eenige personen, die de bezetting van het vliegveld te Palembang geheel hebben meegemaakt, deelden aan perscorrespon denten te Batavia medé» dat het lot van Palembang reeds 8 dezer was bezegeld, daar toen een groot aantal geallieerde vliegtuigen door Japansche bommenwer pers op den grond was vernield. Ook het vliegveld was toen zoodanig beschadigd, dat de overgeblevep machines niet meer raar behooren konden opstijgen. Die erva ring leert, zoo zeide deze bevoegde beoor deelaars, dat de vliegvelden ook met be hulp van Engelsche en Amerikaansche ma chines niet te behouden zijn. GENERAAL WAVELL GEWOND. Naar Domei meldt, blijkt uit een Ame- r'kaansch radiobericht, dat generaal Wa- vell, de opperbevelhebber van de geallieer de troepen in het Zuid-Westelijke deel van der. Stillen Oceaan, tijdens een Japansche luchtaanval gewond is geraakt. Op het cogenblik zou Wavell zich in de omgeving van Soerabaja ophouden. GENERAAL PERCIVAL GEÏNTERNEERD Lt.-generaal Percival, de opperbevelheb ber van de Britsche strijdkrachten op Malakka, en de opperbevelhebber van de Australische strijdkrachten, generaal ma joor Bennet, zijn Woensdag, naar uit Sin gapore gemeld wordt, in de vesting Tsjangi geïnterneerd, waar intusschen bijna 60.000 man vijandelijke troepen ondergebracht z\jn. De speciale verslaggever van de „Tokio r itsji Nitsji" meldt: Hoewel de stukken geschut van 45 c.m. in de vesting Sjangi e°n zwenking van 240 graden konden ma- kei en over een afstand van dertig mijlen k~r.den schieten, is er geen enkel schot op de Japansche troepen gelost. De bouwers van deze vesting hadden niet gedroomd, dat de Japanners Singapore zouden aan vallen binnen den dooden hoek van 120 graden. Iedere loop is ongeveer dertig me ter lang en de twee meter breede geschut- torens zijn voorzien van staal van 14 cm. dikte. De batterijstelling is omgeven door zware ijzeren hindernissen en ligt onge veer vier mijlen achter de stellingen van het geschut met een kaliber van 24 en 15 cm Alle meetinstrumenten en andere on derdeden van het geschut werden door de Engelschen voor de capitulatie vernield. In Sjangi bevindt zich ook de telefoon-cen trale. die alle vestingen van het eiland verbindt. OPROEP VAN QUISLING AAN HET NOORSCHE VOLK. Minister-president Quisling heeft bij een ontvangst van binnen- en buitenlandsche pers alle Noorsche patriotten opgeroepen, deel te nemen aan den vaderlandschen ar beid der Noorsche vernieuwing. De Nasjonal Samling, aldus Quisling, zal den strijd voor het nieuwe Noorwegen doelbewust voortzetten en elk verzet en elke terreur der liberalistische en Marxis tische cliques breken. De vernieuwingsbe weging kan ongetwijfeld soms fouten ma ken, maar haar voorvechters zijn goede Noren, die onbaatzuchtig werken voor de toekomst van hun land. Die weg is de eenige mogelijkheid voor een betere toe komst. Bij de reeds gemelde persontvangst heeft Quisling nog verklaard, dat zijn bezoek aan Berlijn een uiterst bevredigend ver loop heeft gehad. De Noorsche delegatie is ontvangen met een hartelijkheid en een kameraadschap, die eiken twijfel aan het succes der bespreking uitsluiten. Quisling zeide in Berlijn geen enkelen Duitscher ontmoet te hebben, die Noor wegen niet beschouwde als een volkomen gelijkwaardig land in het Germaansche verband. WIJZIGING IN BRITSCHE OORLOGS KABINET. Het Britsche oorlogskabinet heeft een wijziging ondergaan. Te Londen is daar omtrent de volgende officieele verklaring verstrekt. „De koning heeft den aangenamen plicht de volgende benoemingen goed te keuren: minister-president, eerste lord van de schat kist en minister van verdediding: Winston Churchill; minister voor de dominions: Clement Attlee; lord-zegelbewaarder en voorzitter van het Lagerhuis: sir Stafford Cripps; voorzitter van den staatsraad: sir John Andersen; minister van buitenland sche zaken: Anthony Eden; minister van staat: Oliver Lyttleton; minister van ar beid en nationale dienst Ernest Bevin. Attlee zal ook fungeeren als vertegen woordiger van den minister-president. Bo vengenoemde ministers vormen tezamen het oorlogskabinet". IN 'N PAAR REGELS Britsche torpedojager tot zinken gebracht. De Britsche admiraliteit- heeft Donder dagavond te Londen medegedeeld, dat de torpedojager Gurkha" tot zinken is ge bracht. De bemanning bestond uit 240 kop pen. Engelsche kruiser getroffen. De commandant van een Duitsche duik boot heeft naar het D. N. B. verneemt waar genomen, dat een Britsche kruiser door een Italiaansche torpecovl iegtuig getrof- VASTENBRIEF der Nederlandsche Bisschoppen DE AARTSBISSCHOP EN DE BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND Aan de hun toevertrouwde geestelijkheid en geloovigen ZALIGHEID IN DEN HEER. Beminde geloovigen! Het Epistel van den Kerstnacht opent met de indrukwekkende en treffende woorden van den H. Paulus: „Veelgelief de, de genade van God, onze Zaligmaker, is ons verschenen, verlossing brengend aan alle menschen. Zij leert ons, dat wij de goddeloosheid en de wereldsche begeerlijk heid moeten verzaken en ingetogen, recht schapen en godvruchtig moeten leven in deze wereld, om de zalige hoop te verwach ten en de openbaring der glorie van onzen grooten God en Zaligmaker Jesus Christus" 1). Deze woorden, die de hoofdgedachten van ons christelijk geloof en geheel het program van een christelijk leven omvat ten, roepen ook Wij u toe bij den aanvang van den H. Vastentijd, waarin wij ons moeten bezinnen op ons zelf, ons moeten vernieuwen naar den geest en den nieuwen mensch aantrekken, „die naar God gescha pen is in gerechtigheid en ware heilig heid" 2). In den vorigen Vastenbrief hebben Wij u opgewekt om trouw te blijven aan het geloof in God den Almachtigen Vader, Schepper van hemel en aarde, om sterk te staan in het geloof, zonder hetwelk „het onmogelijk is Gode te behagen" 3). En Wij mogen het met vreugde en groote dankbaarheid erkennen gij zijt trouw en gij zijt sterk gebleven. Niet al leen hebt gij plechtig in de kerken getui genis afgelegd van uw geloof, maar velen van u hebben er ook offers, groote offers I voor gebracht. Zulk een geloof vormt een onoverwinne lijke kracht. Doch, beminde geloovigen en daarop willen Wij u wijzen in dezen Vastenbrief het is niet voldoende het geloof te be waren en te belijden, wij moeten het ook beleven. Met den Apostel „houden wij dan ook niet op voor u te bidden en te smee- kendat gij een leven moogt leiden, den Heer waardig; dat gij in ieder goed werk vruchten moogt dragen en toenemen moogt in de kennis van God" 4). Want waarde voor God heeft uiteindelijk slechts het geloof, „dat werkzaam is door de lief de" 5). „Zonder de werken", zegt de H. Ja cobus, „is het geloof innerlijk dood" 6). En St. Paulus: „Al heb ik het volle geloof, dat bergen verzet, zonder liefde ben ik niets" 7). De Goddelijke Zaligmaker heeft de goe de werken tot een voorwaarde gesteld, waarvan onze eeuwige zaligheid afhangt. „Indien gij tot het leven wilt ingaan, on derhoud dan de geboden" 8). Wie op het einde van zijn leven geen goede werken kan aanbieden, zal niet in de bruiloftszaal worden toegelaten, evenmin als de dwaze maagden die geen olie in haar lampen had den 9); hij zal in de duisternis geworpen worden, zooals de trage dienaar, die zijn talent ongebruikt had gelaten 10). Doch van den anderen kant, wie goede werken doet, zal honderdvoudig beloond worden door God, die Zich door ons nooit in edel moedigheid laat overtreffen. Want de hemelsche zaligheid is ons loon 11), een vergelding 12), een kamp- prijs 13), een kroon des levens 14). De goede werken kunnen wij dus ver richten en de zonden vermijden uit vrees voor de straffen Gods, doch ook uit hoop op onzen gèestelijken vooruitgang en op de hemelsche belooning „om te verwachten de zalige hoop en de openbaring der glorie van onzen grooten God en Zaligmaker" 15). Doch het meest nobele en volmaakte mo tief is te werken uit liefde 16): omdat God het van ons vraagt uit liefde tot Hem, tot Zijn eer en glorie. De liefde is een godde lijk zaad: er moet een bovennatuurlijk ge was uit opschieten. Zij bant de vrees uit 17) en onderhoudt als vanzelf de ge boden. De werken, door haar bezield, zijn het beste bewijs onzer liefde en het hoog ste, wat wij God kunnen aanbieden. „Zoo iemand Mij liefheeft zal hij Mijn woord onderhouden; dan zal Mijn Vader ook hem beminnen en Wij zullen tot hem komen en Ons verblijf bij hem nemen" 13). Niet dat wij ons ooit mogen verhoovaar- digen op onze goede werken. Uit ons zelf vermogen wij niets; alles danken wij aan Gods genade. „Want niet door ons zelf, als door eigen kracht zijn wij in staat iets te bedenken; maar onze geschiktheid is uit God, die ons bekwaam heeft ge maakt, om bedienaars te worden van een nieuw Verbond" 19. „Want Gods maaksel zijn wij, in Christus Jesus geschapen tot goede werken, die God vooruit bereid heeft, opdat wij daarin zouden leven" 20). Onze fen werd en dat een hevige ontploffing ont stond. Ontploffing te Gibraltar. In Gibraltar heeft zich gisteren aan boord van een patrouillevaartuig een ontploffing voorgedaan. Een andere ontploffing deed zich in den afgeloopen nacht voor op een koopvaardijschip. In verscheidene kruitma gazijnen en op verscheidene andere plaat sen kwamen eveneens ontploffingen voor. In vier dagen zijn boven Gibraltar vijf vliegtuigen „door onbekende oorzaak" neer gestort. Vulkaan in Ecuador actief. Naar de „Piccolo" uit Buenos-Aires meldt, is de vulkaan Pootpaxi in de Cor dilleras in Ecuador plotseling actief ge worden. De uitbarsting ging gepaard met hevige aardschokken, waardor de plaatsen Grenados, Vallocillos Estancia en Foras Manuelito voor het grootste deel werden verwoest. De schade is aanzienlijk. PLANTAGE. Zou het dan toch waar zijn? Het be gon met advertenties, waarin wij wer den opgewekt tabakszaden in onze tuintjes te zaaien. Zoo iets van twee duizend zaden voor 75 cent. Je kon kiezen tusschen Virginia, Maryland, Kentucky (pruimtabak) en nog enkele andere merken. Ik, achterdochtige, heb er toen den draak mee gestoken, ik heb vijf en zeventig koperen centen uitgespaard (waar zijn zij?) en nu kan ik binnenkort op een houtje bijten. De mare van een eigen tabaksplantage is immers niet bij dien eenen adver teerder gebleven. Ik zag al een plaatje in de krant, waarop de tabaksplanter vereeuwigd stond. En nu lees ik weer dat de inlandsche tabak bezig is vas ten voet te krijgen om de rookers te bevredigen. Zelfs schrijft men dat ook de wijnproever niet zonder het edel nat zou behoeven te zitten omdat de ge schiedenis „koele" wijn van eigen bo dem kent. Laat ik mij echter bepalen tot de tabak. Ik onderschat de moei lijkheden in een open tuintje zonder prikkeldraad en toezicht niet. Dat ri sico neem ik. Maar wie levert mij nu nog tweeduizend tabakszaden. Of anders! Van een groot fabrikant (groot in geestelijken zin) niet ver bij ons vandaan wordt het charmante ver haal verteld, dat hij dezer dagen een een gouden bruidegom ter viering van het feest een kistje met vijftig sigaren leverde. Ik zal hem opbellen en in ont roerende zinnen vertellen, dat ik dezer dagen mijn gouden bruiloft denk te vieren. Waarom zou Jk dat niet doen? Wat de feestelijkheden betreft lijkt het mij het veiligst een voorschot te nemen op de lengte van mijn leven. Want wie zegt mij, dat ik mijn gouden bruiloft ■halen zal? V_J werken blijven tenslotte Gods werken, doch wij van onzen kant moeten zooveel mogelijk onze medewerking verleenen. De goede werken, die God van ons vraagt, de geboden, die wij moeten onder houden, die wij moeten vermijden, de deugden, die wij moeten beoefenen, wij vinden ze in dc Tien Geboden, door God aan Mozes gegeven en door Christus be krachtigd en aangevuld, in het Evangelie, in de voorschriften en richtlijnen der H. Kerk, die immers als het mystieke lichaam van Christus Zijn verlossingswerk hier op aarde voortzet. Wij vinden ze ook in de aangehaalde woorden van St. Paulus: ,.dat wij ingeto gen, rechtschapen, godvruchtig leven in deze wereld". Ingetogen d.w.z. ons zelf be- heerschen, niet toegeven aan onze booze neigingen; rechtschapen d.w.z. de recht vaardigheid en de naastenliefde beoefenen jegens onzen evenmensch; godvruchtig, God de Hem toekomende eer geven en Hem beminen boven alles. Om deze plichten te kunnen vervullen jegens ons zelf, jegens onzen evenmensch en jegens God, is het noodzakelijk te „ver zaken aan de wereldsche begeerlijkheid" of zooals de Apostel het elders zegt: „zij, die Christus toebehooren, hebben het vleesch gekruisigd met zijn driften en be geerten." 21) Ach, beminde geloovigen. Wij vermanen u niet alleen, Wij smeeken u hier vooral de kracht te toonen van uw geloof, dat door de liefde werkt. Uw eigen geestelijk heil staat immers op het spel. Van alle kan ten lokt de wereld met haar verleiding: in de zedelooze lectuur, in de bioscoop, in de lichtzinnige mode, in het gemengde bad leven, in den te vrijen omgang der beide geslachten, in een heidensche en zuiver egoistische opvatting van het huwelijk en de echtelijke liefde, overal liggen hier naas te gelegenheden tot zonden en willen wij goede Christenen zijn en blijven, dan moe ten wij die vluchten als een dreigend ge vaar, als een besmettelijke ziekte ons niet wagen op de grenzen maar resoluut ons af zijdig houden van de gelegenheden waar onze deugd in gevaar komt. Want „wij be zitten dezen schat in leemen vaten". 22) De Goddelijke Zaligmaker, immer zoo vol goed heid en liefde, is hier onverbiddelijk streng. „Zoo uw hand of voet u ergert, houw ze af en werp ze van u weg, want het is be ter voor u, verminkt of kreupel het leven binnen te gaan. dan met twee handen of twee voeten geworpen te worden in het eeuwige vuur. En zoo uw oog u ergert, ruk het uit". 23) Wij moeten een keuze doen; wij kunnen niet tegelijk God en de we reld dienen; voor halve Christenen is in onzen geweldigen tijd geen plaats. Wij moeten God dienen ,,met heel ons hart, met heel onze ziel en heel ons verstand". 24) Als wij ons niet vastklampen aan God, worden wij meegesleurd door de wereld. Onze jonge mannen en vrouwen moeten rein, na een eerbare verkeering, het hu welijk ingaan en rein moeten zij het hu welijk, het heilige ,door Christus ingestelde Sacrament, beleven. Ook op de ouders rust hier een groote verantwoordelijkheid; zij moeten toezien op den omgang en de ge dragingen van hun kinderen. E nallen zon der uitzondering moeten wij onze naasten liefhebben als ons zelf; dit is immers het tweede gebod, gelijk aan 't eerste, het be minnen van God". 25) 1) Titus II, 11, 2) Ef. IV, 23, 3) Hebr. XI, 6. 4) Kol. I, 9, 10. 5) Gal. V, 6. 6) Jac. II, 17, 7) II Kor. XIII, 2) 8) Matth. XIX, 17, 9) Matth. XXV, 1-4. 10) Matth. XXV, 24-30, 11) Matth. V 12. 12) Kol. III, 24, 13) I Kor. IV, 24-25, 14) Jac. I, 12. 15) Titus II, 11, 16) I Kor. XIII, 13. 17) I Joh. IX, 18. 18) Joh. XIV, 23, 19) II Kor. III, 5. 20) Ef II, 10, 21) Gal. V. 20, 22) II Kor. IV, 7. 23) Matth. XVIII, 8, 9, 24) Matth. XXII. 37. 25 Matth. XXII, 39.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1