DAGBLAD VOOR LÈIHEN EN OMSTREKEN
DUITSCHLAND
Momentje
DINSDAG 6 JANUARI 1942
33ste Jaargang No. 10143
^eCclcUclteSoii^aAit
Bureaux Papengraeht 32.
Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V Vormen van apostolaat
De apostolische taak, die iedere katho
liek moet vervullen wij wezen er
gisteren op is er één van: woord (ge
sproken en geschreven), "voorbeeld en ge-
bed.
Onder „voorbeeld" rangschikken wij
ook het apostolaat van de daad.
Het apostolaat van het woord is een
plicht. „Gaat en verkondigt het Evangelie
aan alle volken" heeft Christus bevolen.
En aan dat bevel moeten wy gehoorza
men.
Hoogst belangrijk is het apostolaat van
het woord.
Maar het is een kortzichtigheid #n
erger! als men zich tot dezen vorm van
apostolaat- beperkt! Christus bedoelt met
de hier gememoreerde opdracht zeker niet
alléén de „verkondiging" door het woord!
„Woorden wekken, voorbeelden trék
ken". Het voorbeeld is een middel van
apostolaat, dat ter -beschikking staat van
een ieder. De een heeft door zijn voor
beeld een verder strekkenden invloed, dan
de ander. Maar een ieder heeft een
bepaalden kring, waarin zijn voorbeeld
wordt gezien en.... beoordeeld. Wij ver
geten dit maar al te dikwijls!
Uit de geschriften van bekeerlingen
blijkt, dat zij tot de Katholieke Kerk zijn
getrokken door het voorbeeld van katho
lieken, maar./eveneens dat zij door hét
voorbeeld van katholieken een tijd lang
van de Katholieke Kerk zijn teruggehou
den.
Wij hebben hier voor ons het-geschrift
van een bekeerling, die zijn eerste sym
pathie voor de Katholieke Kerk dankt aan
de „geestelijke klaarheid en gemoedsrust,
blijmoedige berusting in tegenspoed" van*
katholieken, met wie hij omging, aan hét
feit, dat hij onder de katholieken aantrof
„een intelligentie, eén levenskracht, eèn
levensblijheid, een liefdevolle samenwer
king", die hem sterk troffen.
Het apostolaat van het gebed wij be
doelen: een waar, gebed, dat wordt gedra
gen door een lèvenspractijk, waarvan het
de bron en de vrucht is is een vorm van
apostolaat, die onberék'enbaar-groot is in
zijn gevolgen. „Vraagt en gij zult ver
krijgen", heeft Christus beloofd. Wij her
inneren ons uit een redevoering van wijlen
prof. dr. ae Groot O.P. (wij citeéren uit
het hoofd), ter gelegenheid van een voor
de katholieken belangrijke gebeurtenis, de
opmerking, dat voor de totstandkoming dier
gebeurtenis misschien van veel meer be-
teekenis is geweest het gebedsleven van
een eenvoudig moedertje, ergens in een
klein kamertje verscholen levend, dan de
lofwaardige en noodzakelijke actie
van een aantal werkers.
Het apcfstolaat moet worden beoefend
door het woord, door het voorbeeld (de
daad) en door het gebed.
Het lijkt ons nuttig, op deze drie vor
men van apostolaat te wijzen, omdat er
schijnen te zijn, die tè veel, die haast uit
sluitend op den eersten vorm hun aan
dacht spannen, de- twee andere vormen min
of meer verwaarloozend.
MUSEUM VAN DEN ARBEID.
INSTITUUT VAN BELANG VOOR HEEL
HET LAND.
Zooals bekend mag worden verondersteld,
bestaat te Amsterdam het Museum van den
Arbeid, dat een collectie voorwerpen, schil
derijen, enz., betrekking hebbende op het
proces van den arbeid, bevat.
Deze verzameling is bijeengebracht door
den schilder Herman Heijenbrock, die zijn
kunst in dienst heeft gesteld van het be
drijfsleren In eenige tientallen jar^n heeft
hij voor dit museum behalve de honder
den zee?' verdienstelijke schilderijen, en et
sen vu. zyn hand, duizenden voorwerpen,
werktuigen, half producten, mhteriaal, enz.,
weten bijeen te brengen, aldus een collectie
vormaende, die, in 1922 voor het eerst in
het Stedelijk Museum voor het publiek
opengesteld, de aandacht trok van 20.000
bezoekers. Vrienden van den schilder
richtten in 1923 een vereeniging op, welke
zich ten doel stelde, de verzameling in een
museum onder te brengen en in stand te
hóuden De eerste jaren werd de collectie
in een paar lokalen van het veiligheids
museum opgesteld, doch in 1920 kon het
materiaal overgebracht en permanent ge-
exposeerd worden in de lokalen van een
door het gemeentebestuur voor dit doel
aan de vereeniging kosteloos in gebruik af
gestaan schoolgebouw aan de Rozen
gracht 224.
Het museum omvat thans de volgende
afdeelingen het dier als leverancier van
producten voo/ de industrie; het ijzer als
grondstof voor de industrie; papier en cel
lulose; steenkool-, teer- en petrolemupro-
ducten; glas; electriciteit; het schildersvak
en de grondstoffen daarvoor; kleur en het
waarnemen. Voor het tentoongestelde zijn
op het oogenblik 28 lokalen in gebruik.
Niettegenstaande de bescheiden middelen
is het de vereeniging mogelijk geweest,
zonder noemenswaardig en steun van de
overheid zy genoot slechts een subsidie
van 400.— per jaar van de gemeente
STRIJDT VOOR EUROPA
.Moedige aanvallen van
fcroalische vliegers
HOOFDKWARTIER VAN DEN
FUEHRER, 6 Jan. (D. N. B.). Het
opperbevel der Duitsche weermaent
deelt mede:
De gevechten in de middenzone \^n
het Oostelijke front duren voort. Onze
troepen brengén den vijand door af-
weervuur e^* tegenaanvallen overal
z\j^re verliezen toe. Bij den oorlog in
de lutht heeft zich een formatie Kroa
tische vliegers bijzonder onderscheiden
door moedige aanvallen in scheer-
vlucht. De bij Feodosia aan land ge
zette Sovjetstrijdkrachten en schepen
voor Jewjpatoria zijn met succes aan-,
gevallen door gevechts- en jacht vlie
gers. Een motortorpedoboot werd tot
zinken gebracht, drie transportsche
pen werden beschadigd.
Bij de Faroer en aan de Westkust
van Engeland zijn twee vijandelijke
koopvaardijschepen door bommen be
schadigd.
In Noord-Afrika levendige verken-
nings- en artillerie-actie in het gebied
van Solloem en bij Agedabia. Op Brit-
sche stellingen en ravitaillgeringswe-
gen zjjn doeltreffende aanvallen ge
daan.
Op Malta zijn Britsche vliegtuigen
gebombardeerd.'"
HET 1TALIAANSCHE
W 3 ER MAC HTS BE RICHT.
ROME, 6 Januari (Stefani). In zijn
weermachtsbericht No. 583 piaakt het
Italiaansche hoofdkwartier het volgende
bekend:
Levendige activiteit van de wederzijd-
sche artillerie aan de fronten van Ageda
bia cn Solloem In Cyrenaica hebben lta
liaansche en Duitsche luchtformaftes, die
veelvuldige aanvallen ondernamen op de
achter waartschc verbindingen van den
vijand, belangrijke verkeerscentra, concen
traties van gemotoriseerde strijdmiddelen
en op marsch zijnde troepen bestookt. Tal
rijke pantserwagens werden in brand ge
schoten. De luchtmacht van de as zette
met. duidelijk resultaat haar offensief
voort op de luchtbases en havens van
Malta. Tijdens luchtgevechten haalden
Duitsche jagers drie Hurricanes en een
Blenheim neer.
DE JAPANSCHE OPMARSCH OP
MALAKKA.
TOKIO, 6 Jan. (D. N. B.). Naar Do
mei van een steunpunt op Malakka meldt,
zijn de Britsche verdedigingsstellingen in
hel Zuidelijk deel van het schiereiland
niet bij machte, zich tegen den concentri-
schen Japanschen opmarsch langs de Oost
en Westkust te verzetten en vertoonen zij
reeds teekenen van de naderende ineenstor
ting.
Japansche vliegtuigen hebben de laatste
dagen de Britsche achterhoedes zonder op
houden tol in de buurt van Singapore met
hun storingsacties achtervolgd en onder de
Britsche troepen groote verwarring veroor
zaakt. Reusachtige branden woeden in
vijandelijke installaties in het gebied tus-
schen Selangor en Singapore.
Volgens een ander Domei-bericht vluch
ten de Britsche troepen voor de aanstor
mende Japanners van Kwantan in de rich
ting van Johore.
Het luchtsteunpunt van Kwantan, dat op
3 Januari is bezet, is.de laatóte sterkte aan
de Ccstkust van Malakka vóór Johore. De
Eritsche troepen zijn zoodoende van de
laatste stelling beroofd, waar zij vóór Sin
gapore eenigen tijd stand hadden kunnen
houden.
in de jaren van haar bestaan gemiddeld
5000 bezoekers per jaar te trekken.
Wil men echter de thans aanwezige zeer
belangwekendc verzameling in stand hou
den en uitbreiden, hetgeen niet slechts van
stedelijk otlang, doch ongetwijfeld van be
lang is voor het geheele rijk, dan zal van
's lands zijde een belangrijke subsidie zeer
zeker gerechtvaardigd zijn.
DE HEER H. M. C. SCHRÖDER PERS
CHEF VAN DEN NEDERLANDSCHEN
OMROEP.
Met ingang van 5 Januari is tot perschef
van den Nederlandschen Omroep benoemd
de heer H. M. C. Schroder, voordien pers
chef ^an de N.V. Koolhoven Vliegtüigen"
te Rotterdam en laatstelijk werkzaam als
afdeelingschef bij den pers- en propagan-
aadienst van den Nederlandschen Omroep.
De aeer Schroder >s tevens beneomd tot
hoofd van den persdienst van den Na^io-
nalen Jeugdstorm, welke functie door hem
„ehrenamtlich" wordt vervuld.
De heer H. M. C. Schroder is de tweede
zoon van den beroemden .Nederlandschen
journalist wijlen J. C. Schroder, „Barba-
rossa". den vroegeren hoofdredacteur van
„De Te'egraaf'. In Nederlandsch-Oost-In-
dië was de nieuwe perschef van den Ne
derlandschen Omroep verbonden aan het
Persbureau Aneta, terwijl hij, teruggekeerd
in het moederland, alvorens bij Koolhoven
in dienst te treden, nog aan verschillende
Nedcrlandsche bladen werkte.
De strijd in Oosl-Aziê
Felle aanvallen, vooral van de Japan
sche luchtvloot op Amerikaansche troepen
op de Philippijnen vormen nog steeds het
kenmerk der Japansche operaties.
Zoo heeft gisterochtend een Japansche
formatie ten Noorden van Mariveles groo
te colonnes vrachtauto's van den vijand
aangevallen en daarbij met bommen ruim
20 auto's vernield.
Het Japansche luchtwapen heeft de on
beperkte heerschappij over deze gebieden.
Naar de afdeeling leger van het hoofd
kwartier gisteren heeft medegedeeld, heb
ben de Japansche troepen op Britsch-Bor
neo op 31 December dé stad Broenei en op
1 Januari het eiland Laboean aan den in
gang van de baai van Broenei bezet.
Met groote belangstelling heeft men te
Tokio kenis genomen van de uit Batavia
via Saigon ontvangen berichten, volgens
welke zich Amerikaansche strijdkrachten
in de wateren van Nederlandsch-Indië be
vinden en dat reeds een aanval vay Japan
sche luchtstrijdkrachten op deze Ameri
kaansche schepen is gedaan.
Volgens deze berichten, zoo verklaart
men in 'welingelichte kringen te Tokio
voorts nog, schijnt zich een zoogenaamd"4
Aziatisch eskader, voor zover het niet in
de Baai van Manilla is ingesloten, of tot
zinken gebracht, in de wateren van Ne-
derlandsch-Indië te hebben teruggetrokken.
Onder deze schepen bevinden zich ook de
kruiser „Houston" met admiraal Hart aan
boord, alsmede het kleine vliegtuigmoe
derschip „Heron".
DE STRIJD OP MALAKKA.
De Britsche berichtendienst publiceert
een bericht uit Singapore, volgens hetwelk
de Britsche strijdkrachten in het gebied
van Kwala Selangor zich hebben moeten
terugtrekken. De Japanners staan thans 35
mijl ten Noorden van de rivier de Bur-
nam. Het is niet bekend, aldus de Brit
sche berichtendienst, of de Japanners door
de operaties te land deze stellingen heb
ben veroverd, of een nieuwe landing heb
ben ondernomen. Onder deze omstandighe
den kunnen de Japanners thans de Britsche
troepen in den rug aanvallen.
GROOTE VERLIEZEN DER BRITSCHE
LUCHTMACHT IN BIRMA.
Ongeveer 75 procent van de Britsche
luchtmacht in Birma is, naar te Bangkok
bekend wordt, reeds vernietigd.
Het overschot is in kleine groepen ver
deeld over de vliegvelden in Birma.
Tweeduizend Britsch-Indische soldaten,
die naar de Japanners zijn overgeloopen,
zijn vereenigd in een Britsch-Indisch regi
ment, naar gemeld wordt van het front op
Malakka.
Dit regiment moet reeds tegen het Brit
sche front in den strijd gebracht zijn. Ver
der wordt medegedeeld, dat er zich tee
kenen voordoen van een toenemende de
moralisatie van de aan Engelsche zijde
strijdende Britsch-Indische troepen, aan
gezien deze laatste door de Britsche officie
ren slecht behandeld werden.
Hoe Liddell Hart den
toestand ziet
WAAR BLIJFT DE VLOOT DER V.S.Ï
De bekende Engelsche militaire publi
cist, kapitein Lid-dell Hart, schrijft in een
beschouwing over den algemeenen toe
stand en over de gebeurtenissen in Oost-
A z i o.a he. volgende:
In het zuidelijke deel van den Stillen
Oceaan is de toestand in de afgeloopen
twee weken voor de. Entgelscben en Ame
rikanen voordurend slechter geworden.
Nog steeds is niets te bemerken van een
of andere actie van de Amerikaansche
vloot in den Stillen Oceaan, die alleen nog
den toestand zou kunnen redden.
De Japanners hebben daarom zoowel te
land, alsook met hun verschillende over-
zeesche aanvallen groote sucsssen behaald.
Zij zetten bün opmarsch voort.
Britsche en Amerikaansche gebieden
zyr. door hen zonder bedenken bezet.
Hongkong is gevallen, de Philippijnen vcr-
keeren in ernstig gevaar en de verbinding
met Noord-Borneo is afgesneden.
Op Malakka heeft de vijand reeds waar
devolle rubberplantages en tinmijnen be
zet en Nederlandsch Sumatra
alsmede Singapore komen steeds meer in
het gebied der krijgsoperaties te liggen.
Het is zelfs mogelijk, dat de Japanners
eerst door luchtaanvallen en later door
aanvallen van hun leger met succes zullen
trachten de Engelsch-Amerikaansche le
veranties voor China in Rangoon af te
snijden.
Het gevaarlijkst is echter de Japansche
opmarsch op de Philippijnen en in het
Noorden van Borneo. Zouden deze krijgs
operaties op Nederlandse h-0 ost-
I n d i overslaan, dan zou zelfs Engelands
weerstandsvermogen hierdoor worden ver
zwakt, daar de geheele rubberproductie der
wereld den Japanners in handen zou val
len. Deze bedreiging had door Engeland
en Amerika kunnen worden vermeden.
Japan heeft intussehen in het westelijke
deel van den Stillen Oceaan een zoodanige
overheersehende positie als zeemogend
heid veroverd, dat het moeilijk zou zyn,
deze aan Japan te ontnemen.
De sleutel voor de oplossing van dit voor
Engeland en Amerika ernstige vraagstuk
ligt bij de Amerikaansche vloot in den
Stillen Oceaan. Bevindt zij zich op weg
naar Singapore of houdt men deze als ge
volg van de in Pearl Harbour geleden ver
liezen achter.
Voor het uitbreken van den oorlog in
den Stillen Oceaan was berekend, dat de
Amerikaansche (rloot in den Stillen Oceaan
ongeveer y veertien dagen noodig zou heb
ben voorden overtocht van Pearl Harbour
naar Singapore. Intussehen zijn reeds drie
weken verstreken en nog nergens is iets
van een actie van deze vloot te bespeuren.
In dezen tijd hebben de Engelschen en
Amerikanen aan alle fronten in den Stil
len Oceaan nederlaag na nederlaag gele
den, zoodat de tijd, waarin men Japan nog
doeltreffend het hoofd zou kunnen bieden,
steeds korter wordt.
Gaat echter het westelijke deel van den
Stillen Oceaan verloren, dan zal het zeer
moeilij zijn, dit in een tegenoffensief te
h m.
Wat betreft; de krijgsoperaties in
Noor d-A frika, is het duidelijk, dat
zoolang de vijand niet geheel uit Noord-
Afrika is verdreven, het Britsche offensief
in breed strategisch opzicht geen volledig
succes kan zijn.
Aan het oostelijk front, zoo
schrijft Liddel Hart, zijn die oorlogskansen
voor de Duitschers ook maar bij benade
ring niet op zoo beslissende wijze gekeerd,
dat de toon zou zijn gerechtvaardigd,
waarop van geallieerde zijde over de ge
beurtenissen aan het oostelijke front wordt
geschreven en gesproken.
Diegenen, die hun oordeel over militairs
gebeurtenissenvormen op grond van de
geweldige koppen in de bladen, zouden
natuurlijk kunnen gelooven, dat de bolsje
wisten rondom Moskou zich in vollen op
marsch en de DuitscheTS zich op de vlucht
bevinden.
Beziet men echter met aandacht den
Duitschen terugtocht op een eenigszins be
hoorlijke landkaart, dan is hiervan nauwe
lijks iets te zien.
Op enkele punten in de buurt van Mos
kou hebben de Duitschers zich slechts zoo
ver teruggetrokken als een man in een
uur kan afleggen.
In werkelijkheid Is dus de zoogenaamde
Duitsche terugtocht over het geheel ge
zien een zeer geleidelijk en gering wijken.
Het geschiedde ook in een tempo, dat
geheel en al in overeenstemming was met
het voornemen der Duitsohers om een ge
schikte winterstellin.g te betrekken.
Ten slotte waarschuwt Liddel Hart zijn
lezers er voor, overdreven verwachtingen
te koesteren van de militaire gebeurtenis
sen aan het oostelijke front, want zij zijn,
zoo zegt hij, in haar eindresultaat gevaar
lijk voor het moreel.
De verklaring van de
^nti-Asmogendheden
Om den indruk van de militaire nederlaag
in Europa en de verloren beslissende slagen
in het Zuidzeegebied te verzachten, heb
ben Stalin, Churchill en Roosevelt het dit-
iraal met Nieuwjaar eens op diplomatiek
gebied geprobeerd. Het Witte Huis heeft
♦hans medegedeeld, dat Sovjet-Rusland,
Engeland en de Vereenigde Staten, een
aantal economisch afhankelijke reep. omge
kochte regeeringen van Midden-Amerika
alsmede verder de gebruikelijke Camarilla
1 estaande uit monarchen en ministers uit
Europa, die hun land ontvlucht zijn, een
verklarirfjg onderteekend hebben, waarin tot
het volle gebruik van alle hulpmiddelen
voor den strijd tegen de in het pact van
drie verbonden staten besloten en ver
klaard wordt dat geen van deze regeerin
gen een afzonderlijken vrede mag sluiten.
Uit Washington meldt de Britsche berich
tendienst, dat de onderteekenaars van de
gemeenschappelijke verklaring, behalve de
reeds genoemden, nog behooren: Australië,
België. Canada, Costa Rica, Cuba, Tsjecho-
STowakije, de Dominicaansche republiek,
Salvador, Griekenland, Guatemala, Haiti,
Honduras, Indië, Luxemburg, Nieuw-Zee-
land, Nicaragua, Noorwegen. Panama, Po
len, Zuid-Afrika en Joegoslavië. Voor de
Vereenigde Staten onderteekende Roose
velt en voor Engeland Churchill. De onder
teekenaars hebben de volgende formeele
verklaring afgelegd:
1. Elke regeering verplicht zich, haar
volledige militaiie of economische hulp
bronnen te gebruiken tegen die leden van
het pact van drie en zijn aanhangers, waar
mede de betreffende regecring zich in oor
log bevindt.
2. Elke regeering verplicht zich, met de
andere onderteekenaars samen te werken
en geen afzonderlijken wapenstilstand of
vrede met de vijanden te sluiten.
COMMENTAAR UIT BERLIJN.
In een commentaar uit Berlijn wordt o.m.
gezegd, dat het te Washington genomen ge-
meenschapplijke besluit van Groot-Brittan-
nië, de Vereenigde Staten, de Sovjet-Unie
en hun bondgenooten niet meer dan een
zeepbel is. De bewering alleen reeds, dat
de verklaihng door 26 vrije staten onder
teekend werd, houdt bij een nadere be
schouwing geen stand. Van de onderteeke-
i.aar zijn Canada, Zuid-Afrika, Australië,
Nieuw-Zeeland en Indië geen zelfstandige
sraten, doch Britsche dominions en kolo
niën. Deze vijf Janden hebben evenmin een
e'gen buitenlandsche politiek als Californië
of Noord-Carolina België. Nederland. Joe
goslavië, Polen, Griekenland. T^jecho-S'o-
wakije, Noorwegen en Luxemburg, die
eveneens als onderteekenaars genoemd
worden, genieten op het oogenblik geen
e.gen souvereiniteit of zijn resp. in nieuwe
staatkundige vormen opgegaan. Zij bezit
ten ook geen wettige vertegenwoordigin
gen, Mie krachtens een mandaat harer voli
keren, verdragen kunnen onderteekenen.
De derde groep van „vrije staten", die aan
c'e carnavaüs^efenlng van Washington heb-
THEE.
Er is in Den Haag een meneer ge
arresteerd wegens oplichting en daar
heb iik iets over te zeggen. Ik ben vam
meening, dat,die meneer zoo al ge
arresteerd gearresteerd had" moeten
worden wegens prijsopdrijving.
De zaaJc zit namelijk zoo. Die men^r
verkoopt thee aan een anderen meneer.
Voor een partijtje thee vraagt hij 500
en de ander gaat erop in. De meneer
gaat een kruidenierswinkel binnen
waar hij het zaakje van te voren heeft
neergezet en komt er uit met een
flink paket. Daar zit de thee in. Hij
overhandigt het aan den kooper, ont
vangt zijn 500 en verdwijnt. De koo-
per vindt in zijn paket geen thee, maar
apoelsch'llëh.
Hier begint voor mij het dillemma.
Want tante Jo heeft mij verzekerd, dat#
van appelschillen, indien slechts op
deskundige, om «niet te zeggen kunst
zinnige, wijze gedroogd, een voortref-
felij'ke thee is te trekken. En als U
tante Jo kent,weet U, dat haar woorden
goud waard zijn. Het zou niet bij mij
opkomen te twijfelen aan tante Jo's
moederlijke en liefdevolle raadgevin
gen. Maar dan dringt ook de vraag: is
die meneer schuldig aan oplichting?
En mijn aptwoord is voorloopig: neen!
Want volgens tante Jo zijn aardappel
schil 1c thee in embryon al en toestand
Dus thee. Blyft dus slechts over de
vraag of de verkoopsr de prijs zoo
hoog heeft gemaakt, dat van oplichting
kan worden gesproken. Daartoe zou
men dan een berekening moeten maken
van den prijs der appelen, de verhou
ding der appelschillen tot de appelen
en de vergelijking tussohen beider
prijs en gewicht. En appelen zijn nog
al aan den duren kant.
Ik houdt het dus voorloopig maar by
tante Jo en de aopelsohillen.
Eerlijk is eerlyk
oen deelgenomen, omvat Costa Rica, Cuba
San Domingo, San Salvador, Guatemala,
Haiti, Honduras, Nicaragua en Panama.
Zij staan tot de regeering der Ver. Staten
in eenzelfde verhouding, a!s de sultanaten
i an de Oostkust van Afrika en -op Malakka
tot. de Britsche kroon. Ook China is ver
meld, hoewel het te Washington niet onbe
kend is, dat de regeering van Tsjoengking
*'oor het begrip China even weinig repre
sentatief is als de regeering van Ufcter voor
hè£ begrip Ierland. Zoo kunnen van de 26
genoemde vrye staten eigenlijk slechts drie
als zoodanig beschouwd worden, n.l. de
Ver. Staten, de Sovjet-Unie en Groot-Brit-
tunnië. In de politiek en vooral in den oor
log komt het uitsluitend aan op de inwen
dige kern en doeltreffendheid van een
iriachtscoalitie. De doeltreffendheid van het
Driemogendhedenpact is enorm, omdat de
t/elangen van Duitschland, Italië en Japan
volkomen identiek zijn en de gelijktijdige
rtrijd voor die belangen een gemeenschap
pelijke militaire strategie mogelijk maakt,
c'ie eiken partner in zijn gebied ten voor
deel strekt. De combinatie van Washington
echter is ondoeltreffend en was van het
begin af aan tót ondoeltreffendheid ver
oordeeld, omdat de belangen van Groot-
Brittannië, de Ver. Staten en de Sovjet-
Tlnie volkomen met elkaar in stryd zyn.
Hier betreft het nl. niet, zooaLs bij de lan
den van het Drie-mogendhedenpact na
tuurlijke bondgenooten, doch natuurlijke
rvalen.
MET DUITSCHLAND
VOOR EEN
VRIJ NEDERLAND
Moord op Franschen
secretaris-generaal
DOOD OP DE RAILS GEVONDEN
Naar in bevoegde Fransche kringen te
Vichy vernomen wordt, zou de secretaris
generaal van het ministerie van Binnen-
landsche Zaken, Paringaux, in den trein
van Parijs naar Troyes vermoord zijn.
In Vichy is gisteravond over den plotse-
lingen dood van den secretaris-generaal
het volgende officieele communiqué uit
gegeven i
„De secretaris-generaal van het ministe
rie van binnenlandsche zaken, Ives Parin
gaux, is tusschen Parijs en Troyes dood op
de rails aangetroffen. Men beschikt nog
niet over nadere bijzonderheden over de
omstandigheden waaronder hij den dood
gevonden heeft".
Met betrekking tot deze officieele mede-
deeling verklaart men in bevoegde Fran
sche kringen, op het oogenblik nog niet
nauwkeurig te kunnen zeggen, of hier
sprake is van een moord of van een on
geluk.
Paringaux, die 41 jaar oud was, was reeds
vroeger .als medewerker van Pucheu, den
huidigen minister van binnenlandsche za
ken, werkzaam, toen deze nog aan het
hoofd stond van het ministerie voor de na
tionale prpductie.
In bevoegde Fransche kringen spreekt
men de door Reuter verspreide bewering
tegen, als zou de "Fransche minister van
binnenlandsche zaken, Pucheu. tezamen
met Paringaux vermoord zijn. Alleen laatst
genoemde werd dood op de rails aangetrof
fen in de buurt van het station Flamboin
Gouaix.