DAGBLAD VOOR LÈIHEN EN OMSTREKEN DUITSCHLAND Momentje DINSDAG 6 JANUARI 1942 33ste Jaargang No. 10143 ^eCclcUclteSoii^aAit Bureaux Papengraeht 32. Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. V Vormen van apostolaat De apostolische taak, die iedere katho liek moet vervullen wij wezen er gisteren op is er één van: woord (ge sproken en geschreven), "voorbeeld en ge- bed. Onder „voorbeeld" rangschikken wij ook het apostolaat van de daad. Het apostolaat van het woord is een plicht. „Gaat en verkondigt het Evangelie aan alle volken" heeft Christus bevolen. En aan dat bevel moeten wy gehoorza men. Hoogst belangrijk is het apostolaat van het woord. Maar het is een kortzichtigheid #n erger! als men zich tot dezen vorm van apostolaat- beperkt! Christus bedoelt met de hier gememoreerde opdracht zeker niet alléén de „verkondiging" door het woord! „Woorden wekken, voorbeelden trék ken". Het voorbeeld is een middel van apostolaat, dat ter -beschikking staat van een ieder. De een heeft door zijn voor beeld een verder strekkenden invloed, dan de ander. Maar een ieder heeft een bepaalden kring, waarin zijn voorbeeld wordt gezien en.... beoordeeld. Wij ver geten dit maar al te dikwijls! Uit de geschriften van bekeerlingen blijkt, dat zij tot de Katholieke Kerk zijn getrokken door het voorbeeld van katho lieken, maar./eveneens dat zij door hét voorbeeld van katholieken een tijd lang van de Katholieke Kerk zijn teruggehou den. Wij hebben hier voor ons het-geschrift van een bekeerling, die zijn eerste sym pathie voor de Katholieke Kerk dankt aan de „geestelijke klaarheid en gemoedsrust, blijmoedige berusting in tegenspoed" van* katholieken, met wie hij omging, aan hét feit, dat hij onder de katholieken aantrof „een intelligentie, eén levenskracht, eèn levensblijheid, een liefdevolle samenwer king", die hem sterk troffen. Het apostolaat van het gebed wij be doelen: een waar, gebed, dat wordt gedra gen door een lèvenspractijk, waarvan het de bron en de vrucht is is een vorm van apostolaat, die onberék'enbaar-groot is in zijn gevolgen. „Vraagt en gij zult ver krijgen", heeft Christus beloofd. Wij her inneren ons uit een redevoering van wijlen prof. dr. ae Groot O.P. (wij citeéren uit het hoofd), ter gelegenheid van een voor de katholieken belangrijke gebeurtenis, de opmerking, dat voor de totstandkoming dier gebeurtenis misschien van veel meer be- teekenis is geweest het gebedsleven van een eenvoudig moedertje, ergens in een klein kamertje verscholen levend, dan de lofwaardige en noodzakelijke actie van een aantal werkers. Het apcfstolaat moet worden beoefend door het woord, door het voorbeeld (de daad) en door het gebed. Het lijkt ons nuttig, op deze drie vor men van apostolaat te wijzen, omdat er schijnen te zijn, die tè veel, die haast uit sluitend op den eersten vorm hun aan dacht spannen, de- twee andere vormen min of meer verwaarloozend. MUSEUM VAN DEN ARBEID. INSTITUUT VAN BELANG VOOR HEEL HET LAND. Zooals bekend mag worden verondersteld, bestaat te Amsterdam het Museum van den Arbeid, dat een collectie voorwerpen, schil derijen, enz., betrekking hebbende op het proces van den arbeid, bevat. Deze verzameling is bijeengebracht door den schilder Herman Heijenbrock, die zijn kunst in dienst heeft gesteld van het be drijfsleren In eenige tientallen jar^n heeft hij voor dit museum behalve de honder den zee?' verdienstelijke schilderijen, en et sen vu. zyn hand, duizenden voorwerpen, werktuigen, half producten, mhteriaal, enz., weten bijeen te brengen, aldus een collectie vormaende, die, in 1922 voor het eerst in het Stedelijk Museum voor het publiek opengesteld, de aandacht trok van 20.000 bezoekers. Vrienden van den schilder richtten in 1923 een vereeniging op, welke zich ten doel stelde, de verzameling in een museum onder te brengen en in stand te hóuden De eerste jaren werd de collectie in een paar lokalen van het veiligheids museum opgesteld, doch in 1920 kon het materiaal overgebracht en permanent ge- exposeerd worden in de lokalen van een door het gemeentebestuur voor dit doel aan de vereeniging kosteloos in gebruik af gestaan schoolgebouw aan de Rozen gracht 224. Het museum omvat thans de volgende afdeelingen het dier als leverancier van producten voo/ de industrie; het ijzer als grondstof voor de industrie; papier en cel lulose; steenkool-, teer- en petrolemupro- ducten; glas; electriciteit; het schildersvak en de grondstoffen daarvoor; kleur en het waarnemen. Voor het tentoongestelde zijn op het oogenblik 28 lokalen in gebruik. Niettegenstaande de bescheiden middelen is het de vereeniging mogelijk geweest, zonder noemenswaardig en steun van de overheid zy genoot slechts een subsidie van 400.— per jaar van de gemeente STRIJDT VOOR EUROPA .Moedige aanvallen van fcroalische vliegers HOOFDKWARTIER VAN DEN FUEHRER, 6 Jan. (D. N. B.). Het opperbevel der Duitsche weermaent deelt mede: De gevechten in de middenzone \^n het Oostelijke front duren voort. Onze troepen brengén den vijand door af- weervuur e^* tegenaanvallen overal z\j^re verliezen toe. Bij den oorlog in de lutht heeft zich een formatie Kroa tische vliegers bijzonder onderscheiden door moedige aanvallen in scheer- vlucht. De bij Feodosia aan land ge zette Sovjetstrijdkrachten en schepen voor Jewjpatoria zijn met succes aan-, gevallen door gevechts- en jacht vlie gers. Een motortorpedoboot werd tot zinken gebracht, drie transportsche pen werden beschadigd. Bij de Faroer en aan de Westkust van Engeland zijn twee vijandelijke koopvaardijschepen door bommen be schadigd. In Noord-Afrika levendige verken- nings- en artillerie-actie in het gebied van Solloem en bij Agedabia. Op Brit- sche stellingen en ravitaillgeringswe- gen zjjn doeltreffende aanvallen ge daan. Op Malta zijn Britsche vliegtuigen gebombardeerd.'" HET 1TALIAANSCHE W 3 ER MAC HTS BE RICHT. ROME, 6 Januari (Stefani). In zijn weermachtsbericht No. 583 piaakt het Italiaansche hoofdkwartier het volgende bekend: Levendige activiteit van de wederzijd- sche artillerie aan de fronten van Ageda bia cn Solloem In Cyrenaica hebben lta liaansche en Duitsche luchtformaftes, die veelvuldige aanvallen ondernamen op de achter waartschc verbindingen van den vijand, belangrijke verkeerscentra, concen traties van gemotoriseerde strijdmiddelen en op marsch zijnde troepen bestookt. Tal rijke pantserwagens werden in brand ge schoten. De luchtmacht van de as zette met. duidelijk resultaat haar offensief voort op de luchtbases en havens van Malta. Tijdens luchtgevechten haalden Duitsche jagers drie Hurricanes en een Blenheim neer. DE JAPANSCHE OPMARSCH OP MALAKKA. TOKIO, 6 Jan. (D. N. B.). Naar Do mei van een steunpunt op Malakka meldt, zijn de Britsche verdedigingsstellingen in hel Zuidelijk deel van het schiereiland niet bij machte, zich tegen den concentri- schen Japanschen opmarsch langs de Oost en Westkust te verzetten en vertoonen zij reeds teekenen van de naderende ineenstor ting. Japansche vliegtuigen hebben de laatste dagen de Britsche achterhoedes zonder op houden tol in de buurt van Singapore met hun storingsacties achtervolgd en onder de Britsche troepen groote verwarring veroor zaakt. Reusachtige branden woeden in vijandelijke installaties in het gebied tus- schen Selangor en Singapore. Volgens een ander Domei-bericht vluch ten de Britsche troepen voor de aanstor mende Japanners van Kwantan in de rich ting van Johore. Het luchtsteunpunt van Kwantan, dat op 3 Januari is bezet, is.de laatóte sterkte aan de Ccstkust van Malakka vóór Johore. De Eritsche troepen zijn zoodoende van de laatste stelling beroofd, waar zij vóór Sin gapore eenigen tijd stand hadden kunnen houden. in de jaren van haar bestaan gemiddeld 5000 bezoekers per jaar te trekken. Wil men echter de thans aanwezige zeer belangwekendc verzameling in stand hou den en uitbreiden, hetgeen niet slechts van stedelijk otlang, doch ongetwijfeld van be lang is voor het geheele rijk, dan zal van 's lands zijde een belangrijke subsidie zeer zeker gerechtvaardigd zijn. DE HEER H. M. C. SCHRÖDER PERS CHEF VAN DEN NEDERLANDSCHEN OMROEP. Met ingang van 5 Januari is tot perschef van den Nederlandschen Omroep benoemd de heer H. M. C. Schroder, voordien pers chef ^an de N.V. Koolhoven Vliegtüigen" te Rotterdam en laatstelijk werkzaam als afdeelingschef bij den pers- en propagan- aadienst van den Nederlandschen Omroep. De aeer Schroder >s tevens beneomd tot hoofd van den persdienst van den Na^io- nalen Jeugdstorm, welke functie door hem „ehrenamtlich" wordt vervuld. De heer H. M. C. Schroder is de tweede zoon van den beroemden .Nederlandschen journalist wijlen J. C. Schroder, „Barba- rossa". den vroegeren hoofdredacteur van „De Te'egraaf'. In Nederlandsch-Oost-In- dië was de nieuwe perschef van den Ne derlandschen Omroep verbonden aan het Persbureau Aneta, terwijl hij, teruggekeerd in het moederland, alvorens bij Koolhoven in dienst te treden, nog aan verschillende Nedcrlandsche bladen werkte. De strijd in Oosl-Aziê Felle aanvallen, vooral van de Japan sche luchtvloot op Amerikaansche troepen op de Philippijnen vormen nog steeds het kenmerk der Japansche operaties. Zoo heeft gisterochtend een Japansche formatie ten Noorden van Mariveles groo te colonnes vrachtauto's van den vijand aangevallen en daarbij met bommen ruim 20 auto's vernield. Het Japansche luchtwapen heeft de on beperkte heerschappij over deze gebieden. Naar de afdeeling leger van het hoofd kwartier gisteren heeft medegedeeld, heb ben de Japansche troepen op Britsch-Bor neo op 31 December dé stad Broenei en op 1 Januari het eiland Laboean aan den in gang van de baai van Broenei bezet. Met groote belangstelling heeft men te Tokio kenis genomen van de uit Batavia via Saigon ontvangen berichten, volgens welke zich Amerikaansche strijdkrachten in de wateren van Nederlandsch-Indië be vinden en dat reeds een aanval vay Japan sche luchtstrijdkrachten op deze Ameri kaansche schepen is gedaan. Volgens deze berichten, zoo verklaart men in 'welingelichte kringen te Tokio voorts nog, schijnt zich een zoogenaamd"4 Aziatisch eskader, voor zover het niet in de Baai van Manilla is ingesloten, of tot zinken gebracht, in de wateren van Ne- derlandsch-Indië te hebben teruggetrokken. Onder deze schepen bevinden zich ook de kruiser „Houston" met admiraal Hart aan boord, alsmede het kleine vliegtuigmoe derschip „Heron". DE STRIJD OP MALAKKA. De Britsche berichtendienst publiceert een bericht uit Singapore, volgens hetwelk de Britsche strijdkrachten in het gebied van Kwala Selangor zich hebben moeten terugtrekken. De Japanners staan thans 35 mijl ten Noorden van de rivier de Bur- nam. Het is niet bekend, aldus de Brit sche berichtendienst, of de Japanners door de operaties te land deze stellingen heb ben veroverd, of een nieuwe landing heb ben ondernomen. Onder deze omstandighe den kunnen de Japanners thans de Britsche troepen in den rug aanvallen. GROOTE VERLIEZEN DER BRITSCHE LUCHTMACHT IN BIRMA. Ongeveer 75 procent van de Britsche luchtmacht in Birma is, naar te Bangkok bekend wordt, reeds vernietigd. Het overschot is in kleine groepen ver deeld over de vliegvelden in Birma. Tweeduizend Britsch-Indische soldaten, die naar de Japanners zijn overgeloopen, zijn vereenigd in een Britsch-Indisch regi ment, naar gemeld wordt van het front op Malakka. Dit regiment moet reeds tegen het Brit sche front in den strijd gebracht zijn. Ver der wordt medegedeeld, dat er zich tee kenen voordoen van een toenemende de moralisatie van de aan Engelsche zijde strijdende Britsch-Indische troepen, aan gezien deze laatste door de Britsche officie ren slecht behandeld werden. Hoe Liddell Hart den toestand ziet WAAR BLIJFT DE VLOOT DER V.S.Ï De bekende Engelsche militaire publi cist, kapitein Lid-dell Hart, schrijft in een beschouwing over den algemeenen toe stand en over de gebeurtenissen in Oost- A z i o.a he. volgende: In het zuidelijke deel van den Stillen Oceaan is de toestand in de afgeloopen twee weken voor de. Entgelscben en Ame rikanen voordurend slechter geworden. Nog steeds is niets te bemerken van een of andere actie van de Amerikaansche vloot in den Stillen Oceaan, die alleen nog den toestand zou kunnen redden. De Japanners hebben daarom zoowel te land, alsook met hun verschillende over- zeesche aanvallen groote sucsssen behaald. Zij zetten bün opmarsch voort. Britsche en Amerikaansche gebieden zyr. door hen zonder bedenken bezet. Hongkong is gevallen, de Philippijnen vcr- keeren in ernstig gevaar en de verbinding met Noord-Borneo is afgesneden. Op Malakka heeft de vijand reeds waar devolle rubberplantages en tinmijnen be zet en Nederlandsch Sumatra alsmede Singapore komen steeds meer in het gebied der krijgsoperaties te liggen. Het is zelfs mogelijk, dat de Japanners eerst door luchtaanvallen en later door aanvallen van hun leger met succes zullen trachten de Engelsch-Amerikaansche le veranties voor China in Rangoon af te snijden. Het gevaarlijkst is echter de Japansche opmarsch op de Philippijnen en in het Noorden van Borneo. Zouden deze krijgs operaties op Nederlandse h-0 ost- I n d i overslaan, dan zou zelfs Engelands weerstandsvermogen hierdoor worden ver zwakt, daar de geheele rubberproductie der wereld den Japanners in handen zou val len. Deze bedreiging had door Engeland en Amerika kunnen worden vermeden. Japan heeft intussehen in het westelijke deel van den Stillen Oceaan een zoodanige overheersehende positie als zeemogend heid veroverd, dat het moeilijk zou zyn, deze aan Japan te ontnemen. De sleutel voor de oplossing van dit voor Engeland en Amerika ernstige vraagstuk ligt bij de Amerikaansche vloot in den Stillen Oceaan. Bevindt zij zich op weg naar Singapore of houdt men deze als ge volg van de in Pearl Harbour geleden ver liezen achter. Voor het uitbreken van den oorlog in den Stillen Oceaan was berekend, dat de Amerikaansche (rloot in den Stillen Oceaan ongeveer y veertien dagen noodig zou heb ben voorden overtocht van Pearl Harbour naar Singapore. Intussehen zijn reeds drie weken verstreken en nog nergens is iets van een actie van deze vloot te bespeuren. In dezen tijd hebben de Engelschen en Amerikanen aan alle fronten in den Stil len Oceaan nederlaag na nederlaag gele den, zoodat de tijd, waarin men Japan nog doeltreffend het hoofd zou kunnen bieden, steeds korter wordt. Gaat echter het westelijke deel van den Stillen Oceaan verloren, dan zal het zeer moeilij zijn, dit in een tegenoffensief te h m. Wat betreft; de krijgsoperaties in Noor d-A frika, is het duidelijk, dat zoolang de vijand niet geheel uit Noord- Afrika is verdreven, het Britsche offensief in breed strategisch opzicht geen volledig succes kan zijn. Aan het oostelijk front, zoo schrijft Liddel Hart, zijn die oorlogskansen voor de Duitschers ook maar bij benade ring niet op zoo beslissende wijze gekeerd, dat de toon zou zijn gerechtvaardigd, waarop van geallieerde zijde over de ge beurtenissen aan het oostelijke front wordt geschreven en gesproken. Diegenen, die hun oordeel over militairs gebeurtenissenvormen op grond van de geweldige koppen in de bladen, zouden natuurlijk kunnen gelooven, dat de bolsje wisten rondom Moskou zich in vollen op marsch en de DuitscheTS zich op de vlucht bevinden. Beziet men echter met aandacht den Duitschen terugtocht op een eenigszins be hoorlijke landkaart, dan is hiervan nauwe lijks iets te zien. Op enkele punten in de buurt van Mos kou hebben de Duitschers zich slechts zoo ver teruggetrokken als een man in een uur kan afleggen. In werkelijkheid Is dus de zoogenaamde Duitsche terugtocht over het geheel ge zien een zeer geleidelijk en gering wijken. Het geschiedde ook in een tempo, dat geheel en al in overeenstemming was met het voornemen der Duitsohers om een ge schikte winterstellin.g te betrekken. Ten slotte waarschuwt Liddel Hart zijn lezers er voor, overdreven verwachtingen te koesteren van de militaire gebeurtenis sen aan het oostelijke front, want zij zijn, zoo zegt hij, in haar eindresultaat gevaar lijk voor het moreel. De verklaring van de ^nti-Asmogendheden Om den indruk van de militaire nederlaag in Europa en de verloren beslissende slagen in het Zuidzeegebied te verzachten, heb ben Stalin, Churchill en Roosevelt het dit- iraal met Nieuwjaar eens op diplomatiek gebied geprobeerd. Het Witte Huis heeft ♦hans medegedeeld, dat Sovjet-Rusland, Engeland en de Vereenigde Staten, een aantal economisch afhankelijke reep. omge kochte regeeringen van Midden-Amerika alsmede verder de gebruikelijke Camarilla 1 estaande uit monarchen en ministers uit Europa, die hun land ontvlucht zijn, een verklarirfjg onderteekend hebben, waarin tot het volle gebruik van alle hulpmiddelen voor den strijd tegen de in het pact van drie verbonden staten besloten en ver klaard wordt dat geen van deze regeerin gen een afzonderlijken vrede mag sluiten. Uit Washington meldt de Britsche berich tendienst, dat de onderteekenaars van de gemeenschappelijke verklaring, behalve de reeds genoemden, nog behooren: Australië, België. Canada, Costa Rica, Cuba, Tsjecho- STowakije, de Dominicaansche republiek, Salvador, Griekenland, Guatemala, Haiti, Honduras, Indië, Luxemburg, Nieuw-Zee- land, Nicaragua, Noorwegen. Panama, Po len, Zuid-Afrika en Joegoslavië. Voor de Vereenigde Staten onderteekende Roose velt en voor Engeland Churchill. De onder teekenaars hebben de volgende formeele verklaring afgelegd: 1. Elke regeering verplicht zich, haar volledige militaiie of economische hulp bronnen te gebruiken tegen die leden van het pact van drie en zijn aanhangers, waar mede de betreffende regecring zich in oor log bevindt. 2. Elke regeering verplicht zich, met de andere onderteekenaars samen te werken en geen afzonderlijken wapenstilstand of vrede met de vijanden te sluiten. COMMENTAAR UIT BERLIJN. In een commentaar uit Berlijn wordt o.m. gezegd, dat het te Washington genomen ge- meenschapplijke besluit van Groot-Brittan- nië, de Vereenigde Staten, de Sovjet-Unie en hun bondgenooten niet meer dan een zeepbel is. De bewering alleen reeds, dat de verklaihng door 26 vrije staten onder teekend werd, houdt bij een nadere be schouwing geen stand. Van de onderteeke- i.aar zijn Canada, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland en Indië geen zelfstandige sraten, doch Britsche dominions en kolo niën. Deze vijf Janden hebben evenmin een e'gen buitenlandsche politiek als Californië of Noord-Carolina België. Nederland. Joe goslavië, Polen, Griekenland. T^jecho-S'o- wakije, Noorwegen en Luxemburg, die eveneens als onderteekenaars genoemd worden, genieten op het oogenblik geen e.gen souvereiniteit of zijn resp. in nieuwe staatkundige vormen opgegaan. Zij bezit ten ook geen wettige vertegenwoordigin gen, Mie krachtens een mandaat harer voli keren, verdragen kunnen onderteekenen. De derde groep van „vrije staten", die aan c'e carnavaüs^efenlng van Washington heb- THEE. Er is in Den Haag een meneer ge arresteerd wegens oplichting en daar heb iik iets over te zeggen. Ik ben vam meening, dat,die meneer zoo al ge arresteerd gearresteerd had" moeten worden wegens prijsopdrijving. De zaaJc zit namelijk zoo. Die men^r verkoopt thee aan een anderen meneer. Voor een partijtje thee vraagt hij 500 en de ander gaat erop in. De meneer gaat een kruidenierswinkel binnen waar hij het zaakje van te voren heeft neergezet en komt er uit met een flink paket. Daar zit de thee in. Hij overhandigt het aan den kooper, ont vangt zijn 500 en verdwijnt. De koo- per vindt in zijn paket geen thee, maar apoelsch'llëh. Hier begint voor mij het dillemma. Want tante Jo heeft mij verzekerd, dat# van appelschillen, indien slechts op deskundige, om «niet te zeggen kunst zinnige, wijze gedroogd, een voortref- felij'ke thee is te trekken. En als U tante Jo kent,weet U, dat haar woorden goud waard zijn. Het zou niet bij mij opkomen te twijfelen aan tante Jo's moederlijke en liefdevolle raadgevin gen. Maar dan dringt ook de vraag: is die meneer schuldig aan oplichting? En mijn aptwoord is voorloopig: neen! Want volgens tante Jo zijn aardappel schil 1c thee in embryon al en toestand Dus thee. Blyft dus slechts over de vraag of de verkoopsr de prijs zoo hoog heeft gemaakt, dat van oplichting kan worden gesproken. Daartoe zou men dan een berekening moeten maken van den prijs der appelen, de verhou ding der appelschillen tot de appelen en de vergelijking tussohen beider prijs en gewicht. En appelen zijn nog al aan den duren kant. Ik houdt het dus voorloopig maar by tante Jo en de aopelsohillen. Eerlijk is eerlyk oen deelgenomen, omvat Costa Rica, Cuba San Domingo, San Salvador, Guatemala, Haiti, Honduras, Nicaragua en Panama. Zij staan tot de regeering der Ver. Staten in eenzelfde verhouding, a!s de sultanaten i an de Oostkust van Afrika en -op Malakka tot. de Britsche kroon. Ook China is ver meld, hoewel het te Washington niet onbe kend is, dat de regeering van Tsjoengking *'oor het begrip China even weinig repre sentatief is als de regeering van Ufcter voor hè£ begrip Ierland. Zoo kunnen van de 26 genoemde vrye staten eigenlijk slechts drie als zoodanig beschouwd worden, n.l. de Ver. Staten, de Sovjet-Unie en Groot-Brit- tunnië. In de politiek en vooral in den oor log komt het uitsluitend aan op de inwen dige kern en doeltreffendheid van een iriachtscoalitie. De doeltreffendheid van het Driemogendhedenpact is enorm, omdat de t/elangen van Duitschland, Italië en Japan volkomen identiek zijn en de gelijktijdige rtrijd voor die belangen een gemeenschap pelijke militaire strategie mogelijk maakt, c'ie eiken partner in zijn gebied ten voor deel strekt. De combinatie van Washington echter is ondoeltreffend en was van het begin af aan tót ondoeltreffendheid ver oordeeld, omdat de belangen van Groot- Brittannië, de Ver. Staten en de Sovjet- Tlnie volkomen met elkaar in stryd zyn. Hier betreft het nl. niet, zooaLs bij de lan den van het Drie-mogendhedenpact na tuurlijke bondgenooten, doch natuurlijke rvalen. MET DUITSCHLAND VOOR EEN VRIJ NEDERLAND Moord op Franschen secretaris-generaal DOOD OP DE RAILS GEVONDEN Naar in bevoegde Fransche kringen te Vichy vernomen wordt, zou de secretaris generaal van het ministerie van Binnen- landsche Zaken, Paringaux, in den trein van Parijs naar Troyes vermoord zijn. In Vichy is gisteravond over den plotse- lingen dood van den secretaris-generaal het volgende officieele communiqué uit gegeven i „De secretaris-generaal van het ministe rie van binnenlandsche zaken, Ives Parin gaux, is tusschen Parijs en Troyes dood op de rails aangetroffen. Men beschikt nog niet over nadere bijzonderheden over de omstandigheden waaronder hij den dood gevonden heeft". Met betrekking tot deze officieele mede- deeling verklaart men in bevoegde Fran sche kringen, op het oogenblik nog niet nauwkeurig te kunnen zeggen, of hier sprake is van een moord of van een on geluk. Paringaux, die 41 jaar oud was, was reeds vroeger .als medewerker van Pucheu, den huidigen minister van binnenlandsche za ken, werkzaam, toen deze nog aan het hoofd stond van het ministerie voor de na tionale prpductie. In bevoegde Fransche kringen spreekt men de door Reuter verspreide bewering tegen, als zou de "Fransche minister van binnenlandsche zaken, Pucheu. tezamen met Paringaux vermoord zijn. Alleen laatst genoemde werd dood op de rails aangetrof fen in de buurt van het station Flamboin Gouaix.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1