ZATERDAG 3 JANUARI 1942 OE LEIDSCHE COURANT rwmifc blau eau. s KERKNll UWS JUBILEA EEUISHEEREN. 60 jaar priester. 19 October: pater E. van 't Klooster, Maeseick (B.). 40 jaar priester. 24 Mei: pater A. Hovenaars, vicaris- generaal def. prior, Maaseick. 25 jaar priester. 2 Juni: Mgr. F. Blessing, Vicarius Apos- tolicus, Bondo Kongo. Pater P. Bakx, IJsel- monde; pater J. van Engelen, Maeseick; pater J. Klaver, Butler Minn! U.S.A. 121/2 jaar priester. 15 September: Pater J. Kropmans, Kon go; pater J. Francino, Uden; pater G. Wester, Rotterdam. 50 jaar -geprofest.. 2 October: Pater S. Drost, Maeseick. 40 jaar geprofest. 18 September: Z. H. Exc. Mgr. J. Gou- mans, Ap. prefect te Bandoeng; pater J. Jaspers, def., prior, Hannut (B.); pater W. Mulder rector te Neeritter; pater G. Kla verweiden; subpr., pastoor, Zo e t e r- w.oude; pater Th. Esselaar, Diest (B.); pater J. Koch, Maeseick; pater E. Waer- necke, Hanut (B.). 25 jaar geprofest. 14 September: Pater M. Nilessen, Vica rius def., prior, pastoor; pater J. v. d. Braak, subprior, Uden; pater J. de Pater, bibl., St. Agatha (Cuyck). I September viert zijn zilveren profes- siefeest pater Mauritius Lans, Carmeliet, geb. te Haarlem, subprior te Santos. (Bra zilië). 16 September viert zijn. zilveren profes- siefeest pater Ferdinand van Dijk, Lazarist, geb. te Roelof a rends veen. Overste der Lazaristen te Cameta (Brazilië, Paré). DTE EEN HEEFT VFEL DE AKI DER NIETS GECTT WINTERHULP LETTtREN EN KUNST Ilse Meudtner in een Neder- landsche dansfilm (Van een specialen V.P.B.-verslaggever). In de, kleine, bescheiden studio van Mul tifilm danst de wereldberoemde, Duitsche danseres Ilse Meudtner in het meedoogen- looze licht van de schijnwerpers voor de camera's van Nedérland-Folm. Zij heeft speciaal voor deze Nederlandsche filmop namen haar vacantie onderbroken; het ex periment van de Nederland-film onder re- die van den heer van Putten is namelijk een der eerste pogingen tot het maken van een echte dansfilm, waarin de rhythmische beweging het uitgangspunt zal zijn. Het is op dit oogenblik nog1 te vroeg om reeds mededeelingen inzake de artistieke preten ties van dit experiment te doen, men kan echter veilig aannemen, dat de medewer king van een kunstenares als Ilse Meudt ner een waarborg is voor den ernst van de onderneming. Ook in het kille, zakelijke licht van de schijnwerpers kan men zich niet onttrek ken aan de geestige charmes van haar dan sen: „Ein Mannlein steht im, Walde", „Die Wut über den verlorenen Groschen" (Beethoven) en „De goedhartige vlinder vanger" (Haydn). Dat men juist de studio van Multifilm (bekend door de cultuur- filmpjes van Mol) heeft gekozen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat voor deze rolprent zeer bijzondere eischen aan het geluid ge steld worden, waaraan de klankinstallatie van Multifilm het beste kan voldoen. De cameramannen zijn Walt VerWey, Ben Keu len en Reynier J. Meyer. Goede "Nederlandsche traditie. Terwijl Ilse Meudtner met smaak een portie appelmoes opsnoept training en dieet beheerschen nu eenmaal het leven van elke danseres hebben wij even ge legenheid om met haar te babbelen. Zü kent ons land goed. „In 1928 kwam ik nog als schoolmeisje in Amsterdam voor Duitschland uit op de Olympische Spelen. Als schoonspringster. Toen heb ik ook kennis gemaakt met Willy den Ouden. Wij waren ondergebracht in Zandvoort en ik heb daar erg gelachen om die grappige badkoetsjes, waarmee de menschen in zee gingen". „U heeft voor en na den oorlog reeds verschillende toumée's door Nederland ge maakt, nietwaar? Treedt U graag hier op?" Het bevestigende antwoord komt er op een zoo overtuigende wijze uit, dat het on getwijfeld méér is, dan een beleefdheid tegenover het Nederlandsche publiek: „In de eerste plaats is het mij opgevallen, dat het tooneel-personeel zoo prettig en be- j hulpzaam is. Maar ik dans ook bijzonder graag voor het Nederlandsche publiek. De zaal is bij u haast altijd gelijkmatig en rus tig. Men brengt geen ovaties op het ver keerde oogenblik, doch wacht rustig en be daard af, of het gebodene de moeite waard zal blijken. Is dat het geval, dan toont men zich ook zeer warm en geestdriftig en in het algemeen heb ik hier haast altijd zeer spoedig contact met cie zaal. Er wordt door het kunstlievende pukliek ongetwijfeld een traditie op het gebied van den dans hoog gehouden, want de zaal is gewoonlijk cri- tisch en goed op de hoogte. Het heeft mij /.oei Roggebrood GEBR. TEN HOEVE ROTTERDAM. TIL. 38A27 ,r^(^ DEN HAAG, TEL. 333298 trouwens voor den oorlog al getroffen, dat het mogelijk was in een klein land als Nederland een tournée van tien avonden achter elkaar te houden". Nederlandsche danskunst. „Ik ken Yvonne Georgi nog uit Duitsch land en ik heb onlangs bij haar het proef- dansen van nieuwelingen bijgewoond. Het viel my op, dat er onder de toekomstige Nederlandsche danseressen zooveel mate riaal is, dat zeer veel belooft. Men toonde een groote mate van muzikaliteit en een gave voor origineele gedachten en invallen Het werk van Yvonne Georgi zal dan ook ongetwijfeld niet zonder succes blijken, er zijn genoeg danseressen-in-den-dop en er is voldoende belangstelling' van de zijde van het publiek." „Kent U nog andere van onze sterren?" „Op de Trümpy-school in Berlijn heb ik o.a. les gehad van Raden Djokjana. Zijn kunst is leerzaam en zeer belangwekkend." Hiermede komt het gesprek op de dans kunst van 3j)dere volkeren en op Ilse Meudtner's verdere buitenlandsche erva ringen. Hoe zij na haar opleiding een tour née maakte naar Amerika met Kreutzberg, waar men haar voornamelijk waardeerde, omdat zü Olympisch schoonspringster was. Zij werd genulaigd door vrouwenclubs en zwemvereenigingen. De kunst kwam daarby wel wat in het gedrang; men kon alleen optreden met een programma, dat voornamelük in het cabaret-genre lag en met iseieische décors e.d. Inmiddels wordt ons gesprek nog onder broken door een telefoontje dat zü eind Januari een tournée door Roemenië zal maken. Hard werken. Over het geheel genomen heeft deze danseres geboren Berlünsche en groot- meesteresse van de groteske en humoreske een zwaar leven. Voor Kerstmis had zü reeds 65 avonden achter elkaar gegeven in Duitschland; op den 64sten blesseerde zy' tüdens „Die Wüt um den verlorenen Groschen" haar knie, de 65ste avond ging het nog nét, toen begon haar vacantie, waarin zü, toen de knie weer was hersteld, naar ons land kwam voor de film-opnamen. Over eenige dagen is haar vacantie ten einde en gaat zy weer drie maanden lang op tournée in Duitschland; daarna naar Denemarken, Noorwegen, de Baltische landen en inmiddels wordt er een tournée naar Zweden voorbereid. Daar tusschen- door maakt zü haar nieuwe dansen, elk jaar twaalf en soms nog een stuk of vyf extra. „Heerlijk werk," besluit Ilse Meudtner met een glimlach, „ik hoop spoedig weer eens in Nederland op te treden". Aan het front voor Sebastopei. In veilige d< '<king achter de rotsen is een Duitsche machinegeweerpost in Stelling gebracht Orbis- Holland- Kirsch» Op Nieuwjaarsdag ontving de Rijkscommissaris, dr. Seyss inquart. een aantal hooggeplaatste autoriteiten van weermacht en partij, die hem bij de jaarwisseling hun gelukwenschen kwamen aanbieden. De Rijkscommissaris dankt gen. komm. ScRmidt voor de aangeboden gelukwenschen Stapf-Mo! De Noord Oostpolder zal dit jaar zijn aandeel leveren in de voedselvoorziening van ons volk. Voor den productieslag 1942 zijn in het nieuw gewonnen land de werkzaamheden begonnen. Ploegen scheuren den bodem, om dezen te veranderen In vruchtberen grond Ven Buiten iïaótowde Güeueii HET LATIJN (De eerste les) U zult het me niet kwalijk nemen, be minde parochianen, dat ik u geen Zalig Nieuwjaar wensch. Ik ben het beu: het zit me tot hier, en ik vermoed, dat u allen met overeenkomstige gevoel--züt bezield. We zullen er dus maar het zwügen toe doen, en onmiddellijk overgaan tot het be spreken van een nieuw ideetje, waarmede op treffende wüze het nieuwe jaar zou kunnen worden geopend. Dat ideetje is eenige kennis bü te bren gen van het Latün. Kennis in haar aller eenvoudigste vorm. U kunt moeilük ver wachten, dat door praatjes in de krant een grondig overzicht van een betrekkelijk moeilijke taal als het Latün kan worden gegeven. Er zijn trouwens eenige uitste kende leerboeken van het Kerklatün; daar kom ik straks nog op terug. Bij het aanmoedigen van den volkszang in mijn parochiekerk en by gesprekken, die ik daarover had met verscheidene van de mij toevertrouwden, bleek één ding zon nehelder en glasklaar: dat het gros van mijn parochianen als het over Latün gaat, van toeten noch blazen weten. Wie zou hun dat euvel duiden? De mees ten hunner hebben alleen de lagere school doorloopen en zijn nooit gedwongen ge weest de beginselen van «een vreemde taal, het Fransch b.v., in hun hoofd te stampen. Zoolang de volkszang in het Latün nog niet in zwang was gekomen, was de be hoefte van ten minste éénige kennis van de kerktaal niet bizonder groot. Terwül de priester in het Latijn de Mis las, baden de geloovigen litanieën of een novene ter eere van St. Judas Thaddeus. Dat was na tuurlijk een onbevredigende toestand, waaraan hard gewerkt is en wordt om deze •uit de wereld te helpen. Nu het besef al gemeen hèrleeft, dat priester en geloovi gen één geheel uitmaken bü het H.. Offer en er tusschen het altaar en de „kerk" een gestadige wisselwerking behoort te zyn, is ook de eeuwen-oude volkszang weer in eere hersteld. In geen land was de volks zang zóó in het vergeetboek geraakt als in ons dierbaar vaderland. Volkszang moet men daarom niet beschouwen als een nieu- wigheidje en als iets bizonders, want het is een oudheidje en gemeengoed van de Kerk. Echter zijn er wel eenige bezwaren aan verbonden, om de geloovigen te laten zin gen in een taal, waar zij niets van begry- pen. In veel sterkere mate (want de gezangen door de geloovigen te zingen zün hoogst een voudig) geldt dat bezwaar voor de koorzan gers. Eigenlijk moest het verplicht gesteld worden, dat iedere koorzanger een examen tje aflegde, waaruit bleek, dat hü Latijnsche gezangen en psalmen behoorlijk «.on verta len. Vele koordirecteuren hebben dat ook reèds lang ingezien en geven zelf een cur sus in de beginselen vap het Latün, of la ten dat klusje door den pastoor of kape laan opknappen. Andere koordirecteuren, en dat zy'n er eveneens vele, zün nog piet zoo ver. Een zeer handig boek om het Kerklatijn eenigszins machtig te worden (en meer-ontwikkelden ook voor zelf-stu- die warm aanbevolen) is „Het Kerklatün" van dr. H,. W. E. Moller, uitgave „De Kem pen", Tilburg; geschikt en overzichte lijk is ook „Beknopte Spraakleer van het Kerklatijn", door A. van Wük, uitgave E. van der Vecht, Amsterdam. De bedenkingen, die tegen het zingen van een onbegrepen taal te maken zijn, gelden in zejcere mate voor de geloovigen, in ernstiger mate voor de koorzangers, maar het is een misstand, dat in enkele Zusters-congregaties zelfs de getijden in het Latijn gebeden worden, zonder dat de zusters te voren daarin voldoende ge schoold zijn. Hoe eerder daar een einde aan gemaakt kan worden, hoe beter te meer nu het Brevier in het Nederlandsch is vertaald. Om thans met ons onderwerp te begin nen, moet ik eerst even vertellen, dat het ^Latijn de taal is, die gesproken werd door de Romeiren in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Die taal is dood, ze is uitge storven, ze wordt niet meer gesproken door eenig volk. Die taal leeft echter voortin de Westersche Katholieke Kerk in de .Oostersche Katholieke Kerk is het Grieksch in gebruik) Er zün echter verscheidene Europeesche talen, die als dichte of verre verwanten van het Latijn zy'n te beschouwen, o.a. het Spaansch, het Italiaansch en het Fransch. Wie een van deze talen onder de knie heeft, zal bij de bestudeering van het Latijn een streepje voor hebben, doch ook niet meer dan dat. Een bizonderheid van het Latijn is, dat het woordje „de" er onbekend is. Dé va der is kortweg: Pater, dé moeder: Mater. Wanneer de priester de zegen geeft, zegt hij: Zegene en beware u de almachtige God.... Pater et Filius et Spiritns Sanctos Dé vader en dé Zoon en dé Heilige Geest. Laten wij deze woorden even bekijken, want u zult bemerken, dat al is het Latün een vreemde taal er met onze moedertaal toch vele aanknoopingspunten en overeen komsten zijn. Daar is het woord: Pater vader. Iedere klooster-geestelijke wordt in or ze taal pater, dus vader genoemd, zooals de missionarissen van Mill Hill „father" dus in het Engelsch: vader worden genoemd. Filius de zoon, vinden we terug in „filiaal". Groote kruideniersbedrüven, ban ken en dergelijke hebben filialen, die af hankelijk zijn van de moeder-zaak. Filialen zün dus „kinderen" van de moeder-zaak. Bij Spiritus geest, moogt u gerust aan de schaarsche brand-spiritus denken, want het is hetzelfde woord. Ons theelichtje brandt namelijk 8p „geest van wyn". Ook zeggen we wel eens van een ondernemende jonge man: dat is een vent waar spirit, waar fut, waar geest in zit. Het woord Sanctus heilig,-klinkt iedereen welbekend in de ooren door de drievoudige herhaling in de Mis na de drie tikken op de bel: Sanctus, sanctus, sarctus heilig, heilig, heilig. In het Nederlandsch is Het verbasterd tot „Sint" en u vindt het ook terug in „de heele santekraam", wat oorspronkelijk wel een spottende uitdruk king is geweest. Het woordje e t, behoeft wel geen nadere verklaring. Het beteekcnt: en. Maar wel moet erop gewezen worden, dat er feite- ly'k niet staat „heilige geest", doch „geest heilige", een verwisseling en omdraaiing, die in het LatyV herhaaldelijk voorkomt. Wij kennen eenzelfde manier van stoeltje verwisselen in woorden als Staten-Gene raal, in plaats van Generale Staten. Misschien bent u nieuwsgierig, hoe de Latijren het klaarspeelden om zonder het woordje „de" te gebruiken, toch de inge wikkeldste gesprekken te voeren. Dezen eersten keer wil ik de lezers niet te lang ophouden, maar een voorproefje van de wijze waarop de Latijnen dat lapten, kan ik nog even geven: We hadden de woorden uit de zegen: Pater et Filius et Spiritus Sanctus en nu komt het foefje. Als we in het Latün het kruisteeken maken, luidt dat: In nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti. In den naam van den Vader en van den Zoon en van den Geest heilige en dan in het overbekende slot van de ge zangen: Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto Glorie aan den Vader en aan den Zoon en aan den H. Geest. Wanneer u deze drie kerkelijke zinnen na elkaar leest, zult u bemerken, dat de woorden Pater, Filius en Spiritus Sanctus aan het einde veranderd worden al naar gelang bedoeld wordt van den Vader, of aan den Vader. Ook in het Nederlandsch kennen wij wel zoo iets: Vader Vaders boek het boek van den Vader. En in spreuken als: Den arme gegeven is Gode (aén God) geleend. In het Latijn evenwel, dat, zooals wij reeds zeiden, het woordje „de" niet kent, worden alle woorden op die wijze toegeta keld, d.w.z. dat zij verbogen worden. PASTOOR. Tijdens een tocht door de Middelland- sche Zee maakte een matroos van een Italiaansche duikboot van de gelegen heid gebruik. om een paar flinke visschen te verschalken Atlantlc-Holland-Cusian Dringend verzc^k aan onze week-abonné's ■'YV Wegens de schaars'chte aan wis selgeld zijn wij genoodzaakt een dringend beroep te doen op onze week-abonné's, indien eenigs zins mogelijk met gepast geld te betalen. Het is ondoenlijk voor de be zorgers om eenieder van 1 terug te betalen. DE DIRECTIE. De strijd ter zee. Begeleid door torpedojagers loopt het slagschip uit van zijn steunpunt aan den Atlantischen Oceaan. Vliegbooten en onderzeeërs beveiligen het verband Orbis-Holland-Reinhardt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 5