OPROEP VAN DEN FÜHRER VOOR 1942 Mamentje Nieuwe bonnen DAGORDER VAN HITLER AAN DE WEERMACHT VRIJDAG 2 JANUARI 1942 33ste Jaargang No. 10140 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. 1941: JAAR DER GROOTSTE OVERWINNINGEN Dit nummer bestaat alt twee bladen. V De haat Er is, ongetwijfeld, by de wederkeerige gelukwenschen op den Nieuwjaarsdag heel wat gepraat over den „toestand". Merkwaardig is, dat vele menschen, hoe gecompliceerd deze „toestand" ook is, een frappant helderen kijk erop schijnen te hebben. Jammer* dat zy, vaak zelfs ge heel en al onbewust, zich bij hun besliste verzekeringen en positieve voorspellingen laten leiden door hun wenschen en door hun wenschen alléén en met de feiten geen of weinig rekening houden! Maar over het algemeen kan dat praten geen kwaad doen. Over het algemeen, zeggen we Als het tot pessimisme, zwartgalligheid, of defaitisme, lusteloosheid, voert dan doet het wél kwaad. Dan is dat praten sociaal-gevaarlijk. En sociaal gevaarlijk is het óók en in zéér sterke mate als er haat door wordt gekweekt. Het laatste, waarover wij in het oude jaar schreven, was over den waren, den christelijken gemeenschapszin; het eerste artikeltje in het nieuwe jaar willen wij schrijven, om te signaleeren het groote kwaad van den haat. I Haat, haat tegen personen is a 11 ij d een kwaad. Zulk een haat is a 11 y d on christelijk. Een christen haat niet! Iedereen begrijpt, dat niet bedoeld is, dat een christen niet het kwaad haat, maar dat bedoeld is, dat een christen niet personen haat, geen en kele zijner mede-menschen haat. Het kwade haat1 de christen, moét hij haten, daadwerkelijk, met alle consequen ties, door gezond verstand en zuiver ge voel vereischt of gebillijkt. Een christen zal niet sentimenteel, niet over-gevoelig zijn in den styijd tegen het kwaad, als hij daardoor ook personen treft. Maar hij moet er zich levendig van bewust blijven, hij moet er diep van doordrongen zijn, het moet hem zijn een allereerste ge wetensplicht, dat hij zijn mede-menschen, wien dan ook, élk leed moet besparen, dat niet onafwendbaar en onontkoombaar vast zit aan de bestrijding van het kwaad, het werkelijke kwaad, als zoodanig. Een christen haat niet; hij bemint! In dezen tijd. vooral mogen de christenen zich dezen, negatieven en positieven, plicht iederen dag herinneren, in hun daden en hun gesprekken! Zeker, het is gemakkelijk over de slechtheid van de haat te „preeken" in woord of in geschrift. En het kan moeilijk zijn, er in de practijk naar te handelen, naar te leven. Maar het moet. Het wordt van den christen geëischt onder alle omstandig heden. Een christen moet bezitten vol doende zelfbeheersching en voldoende positieve naastenliefde, om altijd verre van zich te houden den haat DE RIJKSCOMMISSARIS OP OUDE JAARSAVOND BIJ DE LUCHTDOEL ARTILLERIE TE ROTTERDAM. De rijkscommissaris heeft op den laat- sten avond van het oude jaar stellingen vah de Duitsche luchtdoelartillerie in de Maasstad bezocht. ..Rijkscommissaris Seyss-Inquart werd hierbij, toen hij zich onder leiding van ma- jaar Pöttker en in gezelschap van den gemachtigde voor de stad Rotterdam, dr. Völckers, in de kwartieren en stellingen der luchtdoelbatterijen bevond, door de soldaten overal levendig en hartelijk ver welkomd. Hij maakte van deze gelegen heid gebruik om de officieren en man schappen te danken voor hun optreden tot bescherming van Rotterdam en voor hun zwaren dienst, benevens om uiting te ge ven aan zijn vreugde, dat hij de laatste uren van het jaar 1941, dat een jaar van groote en voor Duitschl&nd gunstige beslio» singen op het gebied der wereldpolitiek is geweest, kon doorbrengen bij een der jong ste en. belangrijkste wapens van de roem rijke Duitsche weermacht. „Het komende ]aar zal ge weldige eischen stellen, doch front en binnen land zullen daar aan voldoen" DUITSCHLAND WILDE DEN OORLOG NIET. Ter gelegenheid van de jaarwisseling heeft de Fuehrer den volgenden oproep uitgevaardigd. Duitsch volk, nationaal-socialistische mannen en vrouwen, partijgenooten: Toen op 3 September 1939 Engeland en Frankrijk Duitschland den oorlog ver klaarden, geschiedde dat'niet om'op te tre den tegen een of anderen Duitschen eisch, welke het bestaan of zelfs de toekomst de zer staten zou bedreigen. Want het eenige verlangen, dat ik jaar na jaar zoowel te Londen als te Parijs kenbaar maakte, was dat naar een beperking der bewapening en een toenadering tusschen de volken. Doch iedere Duitsche poging om met de mannen, die toen de leiding hadden, tot een verstandig en vreedzaam vergelijk te komen mislukte, deels door den haat dergenen, die in het nieuwe Duitschland een boos voorbeeld van socialen vooruit gang zagen, deels door de hebzucht derge nen, die grootere winsten verwachtten van de oorlogsbewapening dan van den vredes- arbeid. In de landen, die verantwoordelijk waren voor het uitbreken van den oor- 'log, is er geen enkele vooraanstaande staatsman, die niet als bezitter van aan- deelen in de wapenindustrie tegelijkertijd groote belangen by den oorlog heeft. En achter allen staat als drijvende kracht de Joodsche Ahasverus, die sedert duizenden jaren steeds' de onveranderlijke vijand is' van iedere menschelijke ordening en daar door van een ware maatschappelijke ge rechtigheid. Hoe weinig gerechtvaardigd de aanval op Duitschland was, blijkt ook duidelijk uit het ontbreken van ieder dui delijk oorlogsmotief, dat zij zelf zouden kunnen noemen. Want waarom hebben zij Duitschland den oorlog verklaard? Omdat zij niet willen leven in een we reld, zooals wij die wenschen, vertelde aan den haard de grootstê oorlogsdrijver van onzen tijd, Roosevelt. Nu heeft de Duitsche wereld met Amerika even weinig uitstaande als de Amerikaansche met ons. Het zou geen mensch .in de gedachten zijn gekomen bijv. mevrouw Roosevelt uit te noodigen, op Duitsche wijze te leven, zoo als ook het Duitsche volk het nooit zal kun nen vinden met Amerikaansche beginselen of levenshouding. Of is misschien de bewering juist, dat Engeland en Frankrijk ons den oorlog moesten verWaren, omdat wij de wereld wilden veroveren. Was Danzig de wereld? En wie heeft nu eigenlijk de wereld ver overd? Aan 85 millioen Duitschers heeft men zelfs geen levensgebied van nauwe lijks een half yiillioen vierkante kilometer toegestaan. De koloniën, die door onze voorvaderen waren verworven door ver dragen, koop en ruil, werden onder bedrie- lijke voorwendsels geroofd. Maar 45 mil lioen Engelschen mogen 40 millioen vier kante kilometer der wereld beheerschen en hebben daarmede het recht volken te onderdrukken, van welke alleen al de In dische volken zevenmaal zooveel zielen tellen als het Engelsche moederland. DEZELFDE MOTIEVEN. Neen, deze oorlog is begonnen evenals die van 25 jaar vroeger, door gelijke man nen en uit gelijke motieven. De Joodsch- Angelsaksische financieele samenzwering strijdt niet voor een democratie, maar door de democratie voor haar kapitalistische be langen. En Roosevelt streeft niet naar een nieuwe soort wereld, maar naar een be tere soort zaken, waardoor hij in de eer ste -plaats hoopt, de critiek tot zwijgen te brengen op het mislukte economische be heer, dat zijn regeering het Amerikaan sche volk gebracht heeft. En bij allen was er de gemeenschappe lijke bezorgdheid, dat het nationaal-socia listische Duitschland in den loop der jaren door zijn succesvolle economische en so ciale politiek wellicht ook anderen vol ken de oogen voor de werkelijke oorza ken huiyier verarming kon openen. Want terwy} het nieuwe Duitschland er in slaag de in enkele jaren de werkloosheid, wel ke onder de democratie en de daarmede gepaard gaande algemeene verliederlij king ontstaan was, te doen verdwijnen, deed zich in andere landen het omgekeer de proces voor, het aantal millionaire steeg, doch dat der arbeidende menschen daalde. Amerika had na eenige jaren van de regeering van Roosevelt 13 millioen werkloozen en een ontredderd financieel bestel. Tezelfder tyd 'begon in dit rijkste land ter wereld de eene sociale crisis op de andere te volgen. Toen had Roosevelt tot God moeten bidden om licht voor zyn geest, opdat hij zijn eigen land beter en nuttiger zou kunnen leiden. Maar in deze jaren kenden de Roose- velts, Churchills, Edens enz. nog geen volksidealen, laat staan menschëlijkheids- idealen. Zij kenden uitsluitend economi sche oogmerken. Eerst nadat zij geloofden, dat yj hun vermolmd economische stelsel door den opbloei van een nieuwe wapen en oorlogsindustrie weer op de been kon den helpen, begonnen zij te bidden; zy ba den, dat het verbond tusschen het Jood sche kapitalisme en het evenzoo Joodsche bolsjewisme door de vernietiging der an dere volken mocht leiden tot de overwin ning hunner idealen, d.w.z. tot den oorlog, een langen oorlog en daardoor winstge vende zaken. Volksgenooterr, dit is ook de oorzaak dat al mijn pogingen om met dit internationale, ijskoude financieele gezelschap tot een vergelijk betreffende volksbelangen te ko men, moesten mislukken. Zij wilden den oorlog, omdat zij daarin een winstgevende belegging van hun kapitaal zagen. En ach ter hen staat als een drijvende kracht de Jood, die als laatste resultaat van dezen oorlog de Joodsche wereldictatuur on der het mom van het bolsjewisme ver wacht. Daarom werden mijn ontwape- nings- en verzoeningsvoorstellenvan 1933 tot 1939 steeds weer afgewezen. Daarom schrok Chamberlain, toen ik na den veld tocht in Polen onmiddellijk weer de hand van den vrede reikte. 'En om dezelfde re den werd ik in 1940 na het einde van den veldtocht in het Westen eenvoudig voor lafaard uitgescholden, toen ik voor de der de maal trachtte de onzinnigheid van dezen oorlog aan te toonen en uiting te geven aan Duitschlands bereidzijn tot vrede. Zij allen zagen in den man, die naar vrede streefde, den vijand van hun hn de oorlogsindustrie belegd kapitaal. Daarom ook konden zij niet den waren grond van den oorlog bekend maken, maar moesten zy hun toevlucht nemen tot een wolk van nevel en gezwets, van phrasen en schijn heiligen leugens, die alle ten doel hadden iets te omschrijven, dat zij niet openlijk konden uitspreken, deze heeren bewape- ningsindustrieelen en bezittere van bewa- peningsaandeelen. Chamberlain, Churchill, Eden en vooral Roosevelt enz., n.l. het woord „zaken". Als nu in 1940 Churchill op een oogenblik, dat het geheele weste lijke front ineengestort was, niettemin nog geloofde, in éen voortzetting van den oor log een mogelijk zakenvoordeel te kun nen zien, dan deed hij dit niet in de ver wachting, dat deze oorlog mogelijk door Engelsche kracht kon worden gewonnen, maar uitsluitend met de wetenschap van de Amerikaansche hulp en vooral van de reeds tot stand gekomen overeenkomsten met de Sovjet-Unie. MARXISME BESTREDEN. Partygenooten, ik heb jarenlang het marxisme bestreden, niet omdat het socia listisch was, maar omdat een socialisme, dat door de „Frankfurter Zeitung" en daar- Het jaar 1941 was een jaar van belangrijkste beslui- 11 ten en van de bloe digste gevechten De Fuehrer en opperste bevelhebber heeft bij de jaarwisseling den volgenden dagorder tot de weermacht gericht, die tegelijkertijd den groet van den Fuehrer als opperbevelhebber van het leger bevat. „Soldaten, evenals na den veldtocht in Polen heb ik in weerwil van bittere .erva ringen ook in Juli 1940 na het glorie rijke einde van den oorlog in het Westen besloten den vijanden, die ons op 3 Sep tember 1939 den oorlog verklaard hadden, de vredeshand toe te steken. Zij werd te- ruggestooten en mijn aanbod werd uitge legd als het teeken van onze zwakte. De mannen, die reeds voor 1914 tot den eer sten wereldoorlog hebben aangezet, meen den stellig door nieuwe coalities het Duit sche Volk en de verbonden staten in 1941 voorgoed te kunnen neerslaan, doen ont binden en doen verdwijnen. Zoo bleef ons niets anders over dan den helm vaster te binden en het oog te vestigen op den ver deren strijd. De reden voor het besluit de zer internationale oorlogsdrijvers, die on der geen omstandigheden vrede wilden sluiten, lag, behalve in hun economisch- kapitalistische belangen, in de overtuiging, dat zy het Duitsche rijk definitief zouden kunnen vernietigen door de deelneming van de Sovjet-Unie aan den strijd tegen Europa, welke in het geheim was voorbe reid voor den zomer van 1941. Nu ligt dat jaar 1941 achter ons. Het was een jaar van de belangrijkste beslui ten en van de bloedigste gevechten. Het zal in de geschiedenis worden geboekstaafd als het jaar van de grootste overwinningen aller tijden. Zonen van alle Duitschegou wen hebben schouder aan schouder met de soldaten onzer bondgenooten roemriik ge streden op den Balkan en Kreta, in Afrika, in de Middellandsche Zee en op den At- lantischen Oceaan. Sedert 22 Juni hebt gij, mijn soldaten, op de oorlo°stooneelen van het Oosten, van het hooge Noorden tot aan de Zwarte Zee, gevechten geleverd, die door hun omvang en hun hevigheid onge hoorde eischen aan u stelden, doch door hun successen de glorieriikste wapenfei ten der geschiedenis zijn. Door u, soldaten, is de strijd tot behoud van ons bestaan, die ons volk zoo vaak is opgedrongen, bekroond met overwinningen, die alles overtreffen, wat de geschiedenis der volken kende. Soldaten van het Oostelijke front, ln 1941 hebt gij in tallooze slagen den vijand, die voor den aanvalssprong gereed was, niet alleen verwijderd van de grenzen van Finland, Duitschland, Slowakije, Hongarije mede door de geheele Joodsche en niet Joodsche geldaristocratie gefinancierd werd, slechts een leugen kon zijn. Of mijn bewering, dat het marxisme slechts tot een afschuwelijke ellende der volken moet lei den, juist was, kunnen allen onderzoeken en beantwoorden, die intusschen het para dijs van het bolsjewistische experiment zelf hebben leeren kennen. Zoo bestreden wy tientallen jaren het Joodsche bondgenoot schap van financieele belangen en marxis me reeds in het binnenland. Wat zich toen in ons eigen volk aaneensloot tegen de na tionaal-socialistische beweging, zweert thans in den grootsten wereldomvang tegen Duitschland samen- de reactionnairsfè ka pitalisten van Churchill en Roosevelt met den leider Van het bolsjewistische paradijs van arbeiders en boeren, Stalin. Toen Churchill in Juli en Augustus 1940 mijn vredeshand met een verontwaardigd ge schreeuw en alle teekenen van afschuw af wees, werd hij tot het uiterste gesteund door Roosevelt. Maar het beslissende ele ment voor Churchill waren niet de toege zegde Amerikaansche oorlogsleveranties, maar de belofte van deelneming der Sov jet-Unie aan den oorlog. Zoo moest het jaar 1941 komen en daarmede het begin van het grootste conflict, dat de wereld beleefd had. Ik behoef aan het einde van dit jaar niet alle gebeurtenissen op te som men, die ons zoo geweldig in de betoove- ring van haar historische grootte hebben gebracht. Dat zich op 22 Juni vrijwel be- heel Europa verhief, is het bewijs voor het beseffen van een gevaar, zoo groot als ons continent vroeger nauwelijks had bedreigd. Toen deze coalitie tot den oorlog tegen Duitschland had besloten, meende ik het aan de veiligheid van ons Rijk. het behoud van ons volk en in den ruimsten zin aan de toekomst van geheel Europa verschul digd te zijn, dat ik geen uur meer verloor om in het onvermijdelijk conflict althans door zeer snel handelen de offers te voor komen, welke de strijd anders in veel groo tere mate van ^ns geëischt zou hebben. SOCIALE ARBEID. Het Duitsche volk zal mij gelooven, wan neer ik zeg", dat ik liever den vrede dan den oorlog had verkozen, want de vrede omvat voor mij een overvloed van geluk kigen arbeid. YVat ik. dank zij de voorzie nigheid en door den steun van talrijke voortreffelijke medewerkers in de weinige jaren van van 1933 tot 1939 voor het Duit sche volk heb kunnen doen aam culturee- len arbeid, aan opvoeding, maar ook aan economischen opbouw en vooral aan maat schappelijke vorming van ons leven, zal men eenmaal gerust kunnen vergelijken met datgene, wat mijn tegenstanders in denzelfden tijd gedaan hebben. Ik kon het in de lange jaren van den strijd om de macht slechts betreuren, dat ik op mijn weg naar de verwezenlijking mijner en Roemenië, maar gij hebt hem meer dan duizend kilometer in zijn eigen land terug geworpen. Zijn poging om in den wintèr van 1941 op 1942 het lot te doen keeren, om weer tegèn ons op te trekken, moet en zal mislukken. Ja, integendeel, in 1942 wil len wij met alle voorbereidingen die zijn getroffen, dezen vijand der menschheid op nieuw aanpakken en zoo lang slaan, tot de .ïietigigingswil der joodsch-kapitalisti sche en bolsjewistische wereld gebroken is. •i'- hland wil en kan niet om de 25 jaar door dezelfde misdadigere in een nieuwen oorlog om het zijn of niet zijn worden ge worpen. Europa kan en wil rich ook niet eeuwig inspannen alleen daarvoor, dat een bende Angelsaksische en joodsche samen zweerders in de twisten der volken bevre diging voor haar zakenmanoeuvres vindt. Het bloed, dat in dezen oorlog vergoten wordt, moet dat is onze hoop in Europa voor generaties lang het laatste zijn. Moge God ons daarbij in het komende jaar helpen". t Door uw dapperheid, uw doodsverach ting en uw offervaardigheid werd niet al leen ons Duitsche vaderland, maar geheel Europa gered en bewaard voor een lot, waaraan wij slechts met huivering kunnen denken. Vrouwen en kinderen en alle an deren in het vaderland, kunnen u, solda ten van het Oostelijk front, niet genoeg danken voor hetgeen gij voor hen gedaan hebt. Gijzelf ziet sedert 22 Juni met eigen oogen den aard van het „paradijs", waarin de gemeenschapeplijke samenzwering van joodsche kapitalisten en joodsche bolsje wisten ook ons Duitschland wilde veran deren. Groet aan het leger Soldaten, als Fuehrer en woordvoerder van de millioenen van ons volk en als op perste bevelhebber der weermacht, dank ik alle dappere mannen van ganscher harte voor hun zoo vaak betoonde heldhaftigheid. U, soldaten van het leger en van de Waf- fen S.S., in het bijzonder aan het Oostelijke front, groet ik met de trotsche blijdschap, dat ik thans het onmiddellijke opperbevel voer over het deel der weermacht, dat, zooals overal en altijd, den zwaarsten last van den strijd heeft te dragen. Het geheele Duitsche vaderland ziet met grenzeloos vertrouwen tegen zijn weermacht op en zou ieder van u gaarne helpen, waar dat mogelijk is. Wij allen, front en volk, ge denken gemeenschappelijk en eerbiedig de kameraden, die hun liefde en trouw voor Duitschland met den dood moesten bezegelen, als mede de slachtoffers onder de soldaten der bondgenooten, die in onze rijen hebben gestreden voor hun landen en voor geheel Europa. DE TIJD Daar is het niet we jaar dan weer Wij weten nog niet hoe Het zijn zal of het loopt alweer Vlug naar zajm einde toe. De tijd gelijkt een vlammend vuiur, GewaJtkerd door den wind, Daar 't vuur zich zelve mee verbrandt De tijd zioh zelf verslindt. Wat uren netjes in de rij, Wat dagen aan elkaar, Wat weken recht in het gelid, Dat is het nieuwe jaar, De tijd is als het water, dat Ons door de vingers glipt, Daartegen helpt ons maar één ding, Dat zit in 't woordje: stipt. Het jaar is oud, het jaar is nieuw. Het jaar ging, laat het gaan, De tijd gaat door en neemt een uur, Een dag van onzen baan. Zoolang de wereld er zal zijn, Zoolang is er ook tijd, Maar eens bepaalt de tijd ons lot Voor onze eeuwigheid. Kijk nog eens om naar 't budo jaar Voor het voor goed verdwijn' En leer dan uit het oude jaar Hoe 't nieuwe jaar moet zijn. V plannen werd gestoord door verschijnse len, die niet alleen minderwaardig, maar vooral zoo zonder beteekenis lyaren. Ik betreur dezen oorlog dan ook niet al leen om de offers, die hij van mijn Duit sche en ook van andere volkeren vraagt, maar ook om den tijd, djen hij ontneemt aan degenen, die zich hebben voorgenomen een groot werk van socialen en beschaven- den arbeid te vervullen en het ook te ver wezenlijken. Want wat Roosevelt eigenlijk presteert, heeft hij bewezen. Wat Churchill heeft gepresteerd weet geen mensch. De prestaties echter, dis mij en de geheele nationaal-socialistische beweging door de zen oorlog voor jaren onmogelijk gemaakt worden, kunnen mij slechts met het groot ste leedwezen vervullen. Het is ellendig, dat er niets aan te veranderen valt, dat een stumper of een luiaard den kostbaren tijd steelt, dien men had willen wijden aan den cultureelen, socialen en economischen arbeid van zijn volk. Hetzelfde geldt voor het fascistische Italië, waar eveneens een man voor alle tijden zijn naam heeft ver eeuwigd door een beschavende en nationale revolutie, die voor eeuwen van beteekenis is, en die evenmin vergeleken kan worden met het democratisch-politieke gestumper dezer dagdieven en dividendjagers, die bijv. in de Angelsaksische landen het ver mogen hunner vaderen verteren of door smerige zaken een nieuw vermogen ver werven. Maar juist omdat dit jonge Europa werkt aan de vervulling van waarlijk groote ta ken, zal het zich niet door de vertegen woordigers van een groep mogendheden, die zich op tactvolle wijze de staten der bezittenden noemen, laten berooven van het laatste, dat voor een mensch het leven waard maakt om geleefd te worden, n.l. de waarde der eigen volken, hun vrijheid, het sociale en algemeen menschelijke be staan. (Zie vervolg 2de kolom pag. 2. Nieuwjaarsreceptie bij den Rijkscommissaris In den ochtend van den Nieuw jaarsdag heeft Rijkscommissaris-Rijks minister Seyss-Inquart een delegatie ontvargen van Iqden van den staf van het Rijkscommissariaat als woordvoer der waamin commissaris-generaal Schmidt den Rijkecommissaris de bes te wenschen voor het nieuwe jaar overbracht. De Rijkscommisaris dankte met har telijke woorden en sprak de hoop uit, dat de gemeenschappelijke arbeid ook in het jaar 1942 tot heil moge strekken van het Duitsche en het Nedprlandsche volk. Voor de week van Zondag 4 tot Za terdag 10 Januari zullen de gebruike lijke rantsoenen brood of gebak en aardappelen verkrijgbaar zyn op de bonnen 02a en 02b van de daarvoor aangewezen kaarten. Ook voor vleesch of vleeschwaren is bon 02 aan gewezen, met dien verstande echter, dat op bon 02a zooals reeds werd aange kondigd, een rantsoen zal kunnen wor den gekocht, doch dat op bon 02b slechts een kwart ranfeoen verkrijgbaar zal zijn, waardoor de tot dusver be schikbaar gestelde wekelijksche hoe veelheid van 3 rantsoenen worde te ruggebracht tot 2 1/2 rantsoen, voorts is bon 26 van de petroleum kaart aan gewezen voor het koopen van 2 liter petroleum' van 4 Januari tot 14 Fe bruari. MET DUITSCHLAND VOOR EEN VRIJ NEDERLAND GELUKWENSCH VAN DEN FUEHRER AAN DEN RIJKSCOMMISSARIS. De Fuehrer heeft op Oudejaarsdag aan den rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied het vol gende telegram gericht: „Aan Rijkscommissaris Seyss- Inquart, Den Haag. Met oprechten dank voor den tot dusver verrichten waardevollen ar beid zend ik u mijn hartelijke wen schen voor n persoonlijk en voor de voortzetting van uw succesvolle werk zaamheden in het komende jaar. ADOLF HITLER".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1