OPROEP VAN DEN FÜHRER VOOR 1942
Mamentje
Nieuwe bonnen
DAGORDER VAN HITLER AAN DE
WEERMACHT
VRIJDAG 2 JANUARI 1942 33ste Jaargang No. 10140
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
1941: JAAR DER GROOTSTE OVERWINNINGEN
Dit nummer bestaat alt
twee bladen.
V De haat
Er is, ongetwijfeld, by de wederkeerige
gelukwenschen op den Nieuwjaarsdag heel
wat gepraat over den „toestand".
Merkwaardig is, dat vele menschen,
hoe gecompliceerd deze „toestand" ook is,
een frappant helderen kijk erop schijnen
te hebben. Jammer* dat zy, vaak zelfs ge
heel en al onbewust, zich bij hun besliste
verzekeringen en positieve voorspellingen
laten leiden door hun wenschen en door
hun wenschen alléén en met de feiten geen
of weinig rekening houden!
Maar over het algemeen kan dat praten
geen kwaad doen.
Over het algemeen, zeggen we
Als het tot pessimisme, zwartgalligheid,
of defaitisme, lusteloosheid, voert dan
doet het wél kwaad. Dan is dat praten
sociaal-gevaarlijk.
En sociaal gevaarlijk is het óók en
in zéér sterke mate als er haat door
wordt gekweekt.
Het laatste, waarover wij in het oude
jaar schreven, was over den waren, den
christelijken gemeenschapszin; het eerste
artikeltje in het nieuwe jaar willen wij
schrijven, om te signaleeren het groote
kwaad van den haat. I
Haat, haat tegen personen is a 11 ij d een
kwaad. Zulk een haat is a 11 y d on
christelijk.
Een christen haat niet! Iedereen begrijpt,
dat niet bedoeld is, dat een christen niet
het kwaad haat, maar dat bedoeld is, dat
een christen niet personen haat, geen en
kele zijner mede-menschen haat.
Het kwade haat1 de christen, moét hij
haten, daadwerkelijk, met alle consequen
ties, door gezond verstand en zuiver ge
voel vereischt of gebillijkt.
Een christen zal niet sentimenteel, niet
over-gevoelig zijn in den styijd tegen het
kwaad, als hij daardoor ook personen treft.
Maar hij moet er zich levendig van bewust
blijven, hij moet er diep van doordrongen
zijn, het moet hem zijn een allereerste ge
wetensplicht, dat hij zijn mede-menschen,
wien dan ook, élk leed moet besparen, dat
niet onafwendbaar en onontkoombaar vast
zit aan de bestrijding van het kwaad, het
werkelijke kwaad, als zoodanig.
Een christen haat niet; hij bemint! In
dezen tijd. vooral mogen de christenen zich
dezen, negatieven en positieven, plicht
iederen dag herinneren, in hun daden en
hun gesprekken!
Zeker, het is gemakkelijk over de
slechtheid van de haat te „preeken" in
woord of in geschrift.
En het kan moeilijk zijn, er in de practijk
naar te handelen, naar te leven.
Maar het moet. Het wordt van den
christen geëischt onder alle omstandig
heden. Een christen moet bezitten vol
doende zelfbeheersching en voldoende
positieve naastenliefde, om altijd verre van
zich te houden den haat
DE RIJKSCOMMISSARIS OP OUDE
JAARSAVOND BIJ DE LUCHTDOEL
ARTILLERIE TE ROTTERDAM.
De rijkscommissaris heeft op den laat-
sten avond van het oude jaar stellingen
vah de Duitsche luchtdoelartillerie in de
Maasstad bezocht.
..Rijkscommissaris Seyss-Inquart werd
hierbij, toen hij zich onder leiding van ma-
jaar Pöttker en in gezelschap van den
gemachtigde voor de stad Rotterdam, dr.
Völckers, in de kwartieren en stellingen
der luchtdoelbatterijen bevond, door de
soldaten overal levendig en hartelijk ver
welkomd. Hij maakte van deze gelegen
heid gebruik om de officieren en man
schappen te danken voor hun optreden tot
bescherming van Rotterdam en voor hun
zwaren dienst, benevens om uiting te ge
ven aan zijn vreugde, dat hij de laatste
uren van het jaar 1941, dat een jaar van
groote en voor Duitschl&nd gunstige beslio»
singen op het gebied der wereldpolitiek is
geweest, kon doorbrengen bij een der jong
ste en. belangrijkste wapens van de roem
rijke Duitsche weermacht.
„Het komende ]aar zal ge
weldige eischen stellen,
doch front en binnen
land zullen daar
aan voldoen"
DUITSCHLAND WILDE DEN OORLOG
NIET.
Ter gelegenheid van de jaarwisseling
heeft de Fuehrer den volgenden oproep
uitgevaardigd.
Duitsch volk, nationaal-socialistische
mannen en vrouwen, partijgenooten:
Toen op 3 September 1939 Engeland en
Frankrijk Duitschland den oorlog ver
klaarden, geschiedde dat'niet om'op te tre
den tegen een of anderen Duitschen eisch,
welke het bestaan of zelfs de toekomst de
zer staten zou bedreigen. Want het eenige
verlangen, dat ik jaar na jaar zoowel te
Londen als te Parijs kenbaar maakte, was
dat naar een beperking der bewapening
en een toenadering tusschen de volken.
Doch iedere Duitsche poging om met de
mannen, die toen de leiding hadden, tot
een verstandig en vreedzaam vergelijk te
komen mislukte, deels door den haat
dergenen, die in het nieuwe Duitschland
een boos voorbeeld van socialen vooruit
gang zagen, deels door de hebzucht derge
nen, die grootere winsten verwachtten van
de oorlogsbewapening dan van den vredes-
arbeid. In de landen, die verantwoordelijk
waren voor het uitbreken van den oor-
'log, is er geen enkele vooraanstaande
staatsman, die niet als bezitter van aan-
deelen in de wapenindustrie tegelijkertijd
groote belangen by den oorlog heeft. En
achter allen staat als drijvende kracht de
Joodsche Ahasverus, die sedert duizenden
jaren steeds' de onveranderlijke vijand is'
van iedere menschelijke ordening en daar
door van een ware maatschappelijke ge
rechtigheid. Hoe weinig gerechtvaardigd
de aanval op Duitschland was, blijkt ook
duidelijk uit het ontbreken van ieder dui
delijk oorlogsmotief, dat zij zelf zouden
kunnen noemen. Want waarom hebben zij
Duitschland den oorlog verklaard?
Omdat zij niet willen leven in een we
reld, zooals wij die wenschen, vertelde
aan den haard de grootstê oorlogsdrijver
van onzen tijd, Roosevelt. Nu heeft de
Duitsche wereld met Amerika even weinig
uitstaande als de Amerikaansche met ons.
Het zou geen mensch .in de gedachten zijn
gekomen bijv. mevrouw Roosevelt uit te
noodigen, op Duitsche wijze te leven, zoo
als ook het Duitsche volk het nooit zal kun
nen vinden met Amerikaansche beginselen
of levenshouding.
Of is misschien de bewering juist, dat
Engeland en Frankrijk ons den oorlog
moesten verWaren, omdat wij de wereld
wilden veroveren. Was Danzig de wereld?
En wie heeft nu eigenlijk de wereld ver
overd? Aan 85 millioen Duitschers heeft
men zelfs geen levensgebied van nauwe
lijks een half yiillioen vierkante kilometer
toegestaan. De koloniën, die door onze
voorvaderen waren verworven door ver
dragen, koop en ruil, werden onder bedrie-
lijke voorwendsels geroofd. Maar 45 mil
lioen Engelschen mogen 40 millioen vier
kante kilometer der wereld beheerschen
en hebben daarmede het recht volken te
onderdrukken, van welke alleen al de In
dische volken zevenmaal zooveel zielen
tellen als het Engelsche moederland.
DEZELFDE MOTIEVEN.
Neen, deze oorlog is begonnen evenals
die van 25 jaar vroeger, door gelijke man
nen en uit gelijke motieven. De Joodsch-
Angelsaksische financieele samenzwering
strijdt niet voor een democratie, maar door
de democratie voor haar kapitalistische be
langen. En Roosevelt streeft niet naar een
nieuwe soort wereld, maar naar een be
tere soort zaken, waardoor hij in de eer
ste -plaats hoopt, de critiek tot zwijgen te
brengen op het mislukte economische be
heer, dat zijn regeering het Amerikaan
sche volk gebracht heeft.
En bij allen was er de gemeenschappe
lijke bezorgdheid, dat het nationaal-socia
listische Duitschland in den loop der jaren
door zijn succesvolle economische en so
ciale politiek wellicht ook anderen vol
ken de oogen voor de werkelijke oorza
ken huiyier verarming kon openen. Want
terwy} het nieuwe Duitschland er in slaag
de in enkele jaren de werkloosheid, wel
ke onder de democratie en de daarmede
gepaard gaande algemeene verliederlij
king ontstaan was, te doen verdwijnen,
deed zich in andere landen het omgekeer
de proces voor, het aantal millionaire
steeg, doch dat der arbeidende menschen
daalde. Amerika had na eenige jaren van
de regeering van Roosevelt 13 millioen
werkloozen en een ontredderd financieel
bestel. Tezelfder tyd 'begon in dit rijkste
land ter wereld de eene sociale crisis op
de andere te volgen. Toen had Roosevelt
tot God moeten bidden om licht voor zyn
geest, opdat hij zijn eigen land beter en
nuttiger zou kunnen leiden.
Maar in deze jaren kenden de Roose-
velts, Churchills, Edens enz. nog geen
volksidealen, laat staan menschëlijkheids-
idealen. Zij kenden uitsluitend economi
sche oogmerken. Eerst nadat zij geloofden,
dat yj hun vermolmd economische stelsel
door den opbloei van een nieuwe wapen
en oorlogsindustrie weer op de been kon
den helpen, begonnen zij te bidden; zy ba
den, dat het verbond tusschen het Jood
sche kapitalisme en het evenzoo Joodsche
bolsjewisme door de vernietiging der an
dere volken mocht leiden tot de overwin
ning hunner idealen, d.w.z. tot den oorlog,
een langen oorlog en daardoor winstge
vende zaken.
Volksgenooterr, dit is ook de oorzaak dat
al mijn pogingen om met dit internationale,
ijskoude financieele gezelschap tot een
vergelijk betreffende volksbelangen te ko
men, moesten mislukken. Zij wilden den
oorlog, omdat zij daarin een winstgevende
belegging van hun kapitaal zagen. En ach
ter hen staat als een drijvende kracht de
Jood, die als laatste resultaat van dezen
oorlog de Joodsche wereldictatuur on
der het mom van het bolsjewisme ver
wacht. Daarom werden mijn ontwape-
nings- en verzoeningsvoorstellenvan 1933
tot 1939 steeds weer afgewezen. Daarom
schrok Chamberlain, toen ik na den veld
tocht in Polen onmiddellijk weer de hand
van den vrede reikte. 'En om dezelfde re
den werd ik in 1940 na het einde van den
veldtocht in het Westen eenvoudig voor
lafaard uitgescholden, toen ik voor de der
de maal trachtte de onzinnigheid van
dezen oorlog aan te toonen en uiting te
geven aan Duitschlands bereidzijn tot
vrede. Zij allen zagen in den man, die naar
vrede streefde, den vijand van hun hn de
oorlogsindustrie belegd kapitaal. Daarom
ook konden zij niet den waren grond van
den oorlog bekend maken, maar moesten
zy hun toevlucht nemen tot een wolk van
nevel en gezwets, van phrasen en schijn
heiligen leugens, die alle ten doel hadden
iets te omschrijven, dat zij niet openlijk
konden uitspreken, deze heeren bewape-
ningsindustrieelen en bezittere van bewa-
peningsaandeelen. Chamberlain, Churchill,
Eden en vooral Roosevelt enz., n.l. het
woord „zaken". Als nu in 1940 Churchill
op een oogenblik, dat het geheele weste
lijke front ineengestort was, niettemin nog
geloofde, in éen voortzetting van den oor
log een mogelijk zakenvoordeel te kun
nen zien, dan deed hij dit niet in de ver
wachting, dat deze oorlog mogelijk door
Engelsche kracht kon worden gewonnen,
maar uitsluitend met de wetenschap van
de Amerikaansche hulp en vooral van de
reeds tot stand gekomen overeenkomsten
met de Sovjet-Unie.
MARXISME BESTREDEN.
Partygenooten, ik heb jarenlang het
marxisme bestreden, niet omdat het socia
listisch was, maar omdat een socialisme,
dat door de „Frankfurter Zeitung" en daar-
Het jaar 1941 was een jaar
van belangrijkste beslui- 11
ten en van de bloe
digste gevechten
De Fuehrer en opperste bevelhebber
heeft bij de jaarwisseling den volgenden
dagorder tot de weermacht gericht, die
tegelijkertijd den groet van den Fuehrer
als opperbevelhebber van het leger bevat.
„Soldaten, evenals na den veldtocht in
Polen heb ik in weerwil van bittere .erva
ringen ook in Juli 1940 na het glorie
rijke einde van den oorlog in het Westen
besloten den vijanden, die ons op 3 Sep
tember 1939 den oorlog verklaard hadden,
de vredeshand toe te steken. Zij werd te-
ruggestooten en mijn aanbod werd uitge
legd als het teeken van onze zwakte. De
mannen, die reeds voor 1914 tot den eer
sten wereldoorlog hebben aangezet, meen
den stellig door nieuwe coalities het Duit
sche Volk en de verbonden staten in 1941
voorgoed te kunnen neerslaan, doen ont
binden en doen verdwijnen. Zoo bleef ons
niets anders over dan den helm vaster te
binden en het oog te vestigen op den ver
deren strijd. De reden voor het besluit de
zer internationale oorlogsdrijvers, die on
der geen omstandigheden vrede wilden
sluiten, lag, behalve in hun economisch-
kapitalistische belangen, in de overtuiging,
dat zy het Duitsche rijk definitief zouden
kunnen vernietigen door de deelneming
van de Sovjet-Unie aan den strijd tegen
Europa, welke in het geheim was voorbe
reid voor den zomer van 1941.
Nu ligt dat jaar 1941 achter ons. Het
was een jaar van de belangrijkste beslui
ten en van de bloedigste gevechten. Het
zal in de geschiedenis worden geboekstaafd
als het jaar van de grootste overwinningen
aller tijden. Zonen van alle Duitschegou
wen hebben schouder aan schouder met de
soldaten onzer bondgenooten roemriik ge
streden op den Balkan en Kreta, in Afrika,
in de Middellandsche Zee en op den At-
lantischen Oceaan. Sedert 22 Juni hebt gij,
mijn soldaten, op de oorlo°stooneelen van
het Oosten, van het hooge Noorden tot aan
de Zwarte Zee, gevechten geleverd, die
door hun omvang en hun hevigheid onge
hoorde eischen aan u stelden, doch door
hun successen de glorieriikste wapenfei
ten der geschiedenis zijn. Door u, soldaten,
is de strijd tot behoud van ons bestaan, die
ons volk zoo vaak is opgedrongen, bekroond
met overwinningen, die alles overtreffen,
wat de geschiedenis der volken kende.
Soldaten van het Oostelijke front, ln
1941 hebt gij in tallooze slagen den vijand,
die voor den aanvalssprong gereed was,
niet alleen verwijderd van de grenzen van
Finland, Duitschland, Slowakije, Hongarije
mede door de geheele Joodsche en niet
Joodsche geldaristocratie gefinancierd
werd, slechts een leugen kon zijn. Of mijn
bewering, dat het marxisme slechts tot een
afschuwelijke ellende der volken moet lei
den, juist was, kunnen allen onderzoeken
en beantwoorden, die intusschen het para
dijs van het bolsjewistische experiment zelf
hebben leeren kennen. Zoo bestreden wy
tientallen jaren het Joodsche bondgenoot
schap van financieele belangen en marxis
me reeds in het binnenland. Wat zich toen
in ons eigen volk aaneensloot tegen de na
tionaal-socialistische beweging, zweert
thans in den grootsten wereldomvang tegen
Duitschland samen- de reactionnairsfè ka
pitalisten van Churchill en Roosevelt met
den leider Van het bolsjewistische paradijs
van arbeiders en boeren, Stalin. Toen
Churchill in Juli en Augustus 1940 mijn
vredeshand met een verontwaardigd ge
schreeuw en alle teekenen van afschuw af
wees, werd hij tot het uiterste gesteund
door Roosevelt. Maar het beslissende ele
ment voor Churchill waren niet de toege
zegde Amerikaansche oorlogsleveranties,
maar de belofte van deelneming der Sov
jet-Unie aan den oorlog. Zoo moest het
jaar 1941 komen en daarmede het begin
van het grootste conflict, dat de wereld
beleefd had. Ik behoef aan het einde van
dit jaar niet alle gebeurtenissen op te som
men, die ons zoo geweldig in de betoove-
ring van haar historische grootte hebben
gebracht. Dat zich op 22 Juni vrijwel be-
heel Europa verhief, is het bewijs voor het
beseffen van een gevaar, zoo groot als ons
continent vroeger nauwelijks had bedreigd.
Toen deze coalitie tot den oorlog tegen
Duitschland had besloten, meende ik het
aan de veiligheid van ons Rijk. het behoud
van ons volk en in den ruimsten zin aan
de toekomst van geheel Europa verschul
digd te zijn, dat ik geen uur meer verloor
om in het onvermijdelijk conflict althans
door zeer snel handelen de offers te voor
komen, welke de strijd anders in veel groo
tere mate van ^ns geëischt zou hebben.
SOCIALE ARBEID.
Het Duitsche volk zal mij gelooven, wan
neer ik zeg", dat ik liever den vrede dan
den oorlog had verkozen, want de vrede
omvat voor mij een overvloed van geluk
kigen arbeid. YVat ik. dank zij de voorzie
nigheid en door den steun van talrijke
voortreffelijke medewerkers in de weinige
jaren van van 1933 tot 1939 voor het Duit
sche volk heb kunnen doen aam culturee-
len arbeid, aan opvoeding, maar ook aan
economischen opbouw en vooral aan maat
schappelijke vorming van ons leven, zal
men eenmaal gerust kunnen vergelijken
met datgene, wat mijn tegenstanders in
denzelfden tijd gedaan hebben. Ik kon het
in de lange jaren van den strijd om de
macht slechts betreuren, dat ik op mijn
weg naar de verwezenlijking mijner
en Roemenië, maar gij hebt hem meer dan
duizend kilometer in zijn eigen land terug
geworpen. Zijn poging om in den wintèr
van 1941 op 1942 het lot te doen keeren,
om weer tegèn ons op te trekken, moet en
zal mislukken. Ja, integendeel, in 1942 wil
len wij met alle voorbereidingen die zijn
getroffen, dezen vijand der menschheid op
nieuw aanpakken en zoo lang slaan, tot de
.ïietigigingswil der joodsch-kapitalisti
sche en bolsjewistische wereld gebroken is.
•i'- hland wil en kan niet om de 25 jaar
door dezelfde misdadigere in een nieuwen
oorlog om het zijn of niet zijn worden ge
worpen. Europa kan en wil rich ook niet
eeuwig inspannen alleen daarvoor, dat een
bende Angelsaksische en joodsche samen
zweerders in de twisten der volken bevre
diging voor haar zakenmanoeuvres vindt.
Het bloed, dat in dezen oorlog vergoten
wordt, moet dat is onze hoop in
Europa voor generaties lang het laatste
zijn. Moge God ons daarbij in het komende
jaar helpen". t
Door uw dapperheid, uw doodsverach
ting en uw offervaardigheid werd niet al
leen ons Duitsche vaderland, maar geheel
Europa gered en bewaard voor een lot,
waaraan wij slechts met huivering kunnen
denken. Vrouwen en kinderen en alle an
deren in het vaderland, kunnen u, solda
ten van het Oostelijk front, niet genoeg
danken voor hetgeen gij voor hen gedaan
hebt. Gijzelf ziet sedert 22 Juni met eigen
oogen den aard van het „paradijs", waarin
de gemeenschapeplijke samenzwering van
joodsche kapitalisten en joodsche bolsje
wisten ook ons Duitschland wilde veran
deren.
Groet aan het leger
Soldaten, als Fuehrer en woordvoerder
van de millioenen van ons volk en als op
perste bevelhebber der weermacht, dank ik
alle dappere mannen van ganscher harte
voor hun zoo vaak betoonde heldhaftigheid.
U, soldaten van het leger en van de Waf-
fen S.S., in het bijzonder aan het Oostelijke
front, groet ik met de trotsche blijdschap,
dat ik thans het onmiddellijke opperbevel
voer over het deel der weermacht, dat,
zooals overal en altijd, den zwaarsten last
van den strijd heeft te dragen. Het geheele
Duitsche vaderland ziet met grenzeloos
vertrouwen tegen zijn weermacht op en
zou ieder van u gaarne helpen, waar dat
mogelijk is. Wij allen, front en volk, ge
denken gemeenschappelijk en eerbiedig
de kameraden, die hun liefde en trouw
voor Duitschland met den dood moesten
bezegelen, als mede de slachtoffers onder
de soldaten der bondgenooten, die in onze
rijen hebben gestreden voor hun landen
en voor geheel Europa.
DE TIJD
Daar is het niet we jaar dan weer
Wij weten nog niet hoe
Het zijn zal of het loopt alweer
Vlug naar zajm einde toe.
De tijd gelijkt een vlammend vuiur,
GewaJtkerd door den wind,
Daar 't vuur zich zelve mee verbrandt
De tijd zioh zelf verslindt.
Wat uren netjes in de rij,
Wat dagen aan elkaar,
Wat weken recht in het gelid,
Dat is het nieuwe jaar,
De tijd is als het water, dat
Ons door de vingers glipt,
Daartegen helpt ons maar één ding,
Dat zit in 't woordje: stipt.
Het jaar is oud, het jaar is nieuw.
Het jaar ging, laat het gaan,
De tijd gaat door en neemt een uur,
Een dag van onzen baan.
Zoolang de wereld er zal zijn,
Zoolang is er ook tijd,
Maar eens bepaalt de tijd ons lot
Voor onze eeuwigheid.
Kijk nog eens om naar 't budo jaar
Voor het voor goed verdwijn'
En leer dan uit het oude jaar
Hoe 't nieuwe jaar moet zijn.
V
plannen werd gestoord door verschijnse
len, die niet alleen minderwaardig, maar
vooral zoo zonder beteekenis lyaren.
Ik betreur dezen oorlog dan ook niet al
leen om de offers, die hij van mijn Duit
sche en ook van andere volkeren vraagt,
maar ook om den tijd, djen hij ontneemt
aan degenen, die zich hebben voorgenomen
een groot werk van socialen en beschaven-
den arbeid te vervullen en het ook te ver
wezenlijken. Want wat Roosevelt eigenlijk
presteert, heeft hij bewezen. Wat Churchill
heeft gepresteerd weet geen mensch. De
prestaties echter, dis mij en de geheele
nationaal-socialistische beweging door de
zen oorlog voor jaren onmogelijk gemaakt
worden, kunnen mij slechts met het groot
ste leedwezen vervullen. Het is ellendig,
dat er niets aan te veranderen valt, dat
een stumper of een luiaard den kostbaren
tijd steelt, dien men had willen wijden aan
den cultureelen, socialen en economischen
arbeid van zijn volk. Hetzelfde geldt voor
het fascistische Italië, waar eveneens een
man voor alle tijden zijn naam heeft ver
eeuwigd door een beschavende en nationale
revolutie, die voor eeuwen van beteekenis
is, en die evenmin vergeleken kan worden
met het democratisch-politieke gestumper
dezer dagdieven en dividendjagers, die
bijv. in de Angelsaksische landen het ver
mogen hunner vaderen verteren of door
smerige zaken een nieuw vermogen ver
werven.
Maar juist omdat dit jonge Europa werkt
aan de vervulling van waarlijk groote ta
ken, zal het zich niet door de vertegen
woordigers van een groep mogendheden,
die zich op tactvolle wijze de staten der
bezittenden noemen, laten berooven van
het laatste, dat voor een mensch het leven
waard maakt om geleefd te worden, n.l.
de waarde der eigen volken, hun vrijheid,
het sociale en algemeen menschelijke be
staan.
(Zie vervolg 2de kolom pag. 2.
Nieuwjaarsreceptie bij den
Rijkscommissaris
In den ochtend van den Nieuw
jaarsdag heeft Rijkscommissaris-Rijks
minister Seyss-Inquart een delegatie
ontvargen van Iqden van den staf van
het Rijkscommissariaat als woordvoer
der waamin commissaris-generaal
Schmidt den Rijkecommissaris de bes
te wenschen voor het nieuwe jaar
overbracht.
De Rijkscommisaris dankte met har
telijke woorden en sprak de hoop uit,
dat de gemeenschappelijke arbeid ook
in het jaar 1942 tot heil moge strekken
van het Duitsche en het Nedprlandsche
volk.
Voor de week van Zondag 4 tot Za
terdag 10 Januari zullen de gebruike
lijke rantsoenen brood of gebak en
aardappelen verkrijgbaar zyn op de
bonnen 02a en 02b van de daarvoor
aangewezen kaarten. Ook voor
vleesch of vleeschwaren is bon 02 aan
gewezen, met dien verstande echter, dat
op bon 02a zooals reeds werd aange
kondigd, een rantsoen zal kunnen wor
den gekocht, doch dat op bon 02b
slechts een kwart ranfeoen verkrijgbaar
zal zijn, waardoor de tot dusver be
schikbaar gestelde wekelijksche hoe
veelheid van 3 rantsoenen worde te
ruggebracht tot 2 1/2 rantsoen, voorts
is bon 26 van de petroleum kaart aan
gewezen voor het koopen van 2 liter
petroleum' van 4 Januari tot 14 Fe
bruari.
MET
DUITSCHLAND
VOOR EEN
VRIJ
NEDERLAND
GELUKWENSCH VAN DEN FUEHRER
AAN DEN RIJKSCOMMISSARIS.
De Fuehrer heeft op Oudejaarsdag
aan den rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied het vol
gende telegram gericht:
„Aan Rijkscommissaris Seyss-
Inquart, Den Haag.
Met oprechten dank voor den tot
dusver verrichten waardevollen ar
beid zend ik u mijn hartelijke wen
schen voor n persoonlijk en voor de
voortzetting van uw succesvolle werk
zaamheden in het komende jaar.
ADOLF HITLER".