De geheimzinnige vijand ZATERDAG 13 DECEMBER 1941 CE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Ola&twale (kienen EEN OVERGESCHREVEN PREEK Ik wil u een geheim ontsluiten, dat ech ter voor mijn parochianen reeds lang geen geheim meer is: ik ben geen geboren rede naar. Dat trad in vervlogen tijden reeds aan het daglicht bij de oratorische vivi sectie op het seminarie waar de jeug dige priesters-jn-spe proefpreeken moeten houden voor een uiterst scherpslijpend ge hoor en sindsdien is het er niet beter op geworden. Het ontbreekt me aan alles, wat een kanselredenaar gevierd maakt. Ik waag me niet aan een „ruimeren armslag", waarvan dr. Hein Colijn, zij 't in andere beteekenis, destijds gewaagde. Ik kan me zelf niet opwinden op het juiste oogenblik, dat het van mij wordt verlangd, want de glazige, starende blikken van eenige hon derden menschen heeft op mij juist een ommesgekeerde uitwerking. En ik vermag wel een preek uit te schrijven, doch het kost me een ontzettende moeite bestaan de in luid-prevelend ijsbeeren door de ka mer en een verluchting der geschreven tekst met roode en blauwe potlood-strepen om het geheele geval uit het hoofd te leeren. O! als, gij beminde parochianen eens wistetO! als gij eens beseftet, welke zorgen aan één Zondagspreek worden be steed.... 01 wat zoudet gij u dan stil en aandachtig tot luisteren zetten, terwijl dik wijls nu de eenige vrucht van al dit zwoe gen is: Pastoor heeft het weer lang ge maakt. Er zijn natuurlijk vele kanselredenaars, met zulk een rijkdom van gedachten en woordenkeus begaafd, dat zij de preeken zóó maar uit de wijde mouwen van hun superpli schudden. Tot dezulken behoor ik niet. De predicates, zoohls zij door uw Pastoor op papier worden gezet, zijn wel gemaakt en welgevormd, doch de kerk meesters zeiden met medelijden onder el kander: hij heeft geen voordracht. Daarom verheug ik me in mijn uitver kiezing tot papieren kanselredenaar, want voor u doet het niets ter zake of mijn stem hol of vol, of mijn armslag breed of houte rig is, en, wat nog het voornaamste is, voor u, brave Christenen, behoef ik mijn eigen gedachten niet uit mijn eigen hoofd te leeren. Je schrijft en de zaak is klaar. Echter, om veel te schrijven ontbreekt me op 't oogenblik de tijd, en daarom zult u wel goedvinden, dat, als uitzondering, een ge deelte van een uitgeschreven, en reeds uitgesproken, preek aan u ter beoordeeling, maar vooral tot stichting wordt voorgezet. Bedoelde predikatie handelde over een onderwerp, dat u slechts matig zal interes seeren; zij handelde over het gebed en de tekst was ontleend aan het Lucas-evange- lie: „Men moet altijd biddeii en niet moede worden'' (Luc. 18, 1). Het zij u bespaard de geheele onder richting van tekst tot amen te moeten door lezen en eigenlijjc zou ik de geheele rede kunnen verzwijgen, wanneer u slechts deze, wat bijgewerkte tekst, in iw hoofd wilde hameren: Men moet nooit de moed opgeven te bidden. Met eenige geestige voorbeelden heeft Christus ons duidelijk genaakt, dat het ook bij bidden geldt: de aanhouder wint. „In zekere stad was een rechter, die God niet vreesde en zich aan de menschen niet stoorde" maar die toch d» zaak van de weduwe ter hand nam, omdatze „anders me eindeloos komt vervelen". „Veronderstelt, iemand van u heeft een vriend, en hij gaat te middernacht naar hem toe en zegt: Vriend, leen me drie broo- den". Ge kent het verhaal: de vriend, uit zijn slaap wakker-geroepen, is narrelig en niet geneigd zijn bed uit te stappen. De ander blijft echter maar bellen! „Al zou hij niet opstaan en het hem geven, omdat hij zijn vriend is, dan zal hij toch om zijn las tig aanhouden opstaan, en hem geven alwat hij noodig heeft". Zijn dit nog maar vergelijkingen van onzen goeden Zaligmaker, om aan te geven, dat wij bij God nooit brutaal genoeg kun nen aandringen, wanneer wij onzen zin willen hebben (men noemt dat de hemel „een heilig geweld aandoen") er speelde zich in werkelijkheid ia het leven van Christus een kleine gebeurtenis af, waaruit duidelijk blijkt,' dat Gcd een zeke re vrijpostigheid van onzen hant heusch wel weet te waardeeren. Die gebeurtenis wordt ons verhaald door Mattheus en de vrijpostige was een heidensche vrouw, die genezing vroeg voor haar dochter die vree- selijk door den duivel werd gefweld. „Hij gaf haar geen antwoord", staat er geschre ven. Hoe dikwijls overkomt ook ons dit niet, wanneer wij bidden zonde; verhoord te_ worden. De tnoeder en diarin geeft zij ons een lesje liet de moed echter niet zinken. Zij viel voor Hem neer, en zeide kortweg: „Heer, help me". Christus deed stuurs en afwijzend: „Het is niet goed het brood der kinderen te ne men, en het voor de hondjes te werpen". De moeder echter had een onbeperkt ver trouwen, en evenmin was zij op haar mondje gevallen: „Toch wel, Heer, want ook de honden eten van de kruimels, die van de tafel hunner meesters vallen!" Toen kon Christus zich niet langer goed houden. Hij prees haar geloof. „Van dat uur af was haar dochter genezen". De gelijkenissen, hier aan u verteld, b. g., en deze gebeurtenis met de heidensche vrouw is voor u een aansporing „altijd te bidden en niet moede te worden". We kunnen erop rekenen verhoord te worden, al zal die verhooring niet altijd pre cies zoo uitvallen, als wij het verlangen vooral niet in tijdelijke zaken, waarbij wij soms zullen vragen om iets, waarvan de Vaderlijke Voorzienigheid weet, dat het niet goed voor ons is. Het groote geloof van de Kananeesche vrouw veronderstelt als tegenhanger een even groote onderwer ping, hóe de uitspraak ook luiden zal. Dat klinkt wel hard, maar hoe dikwijls zijn we niet hard tegenover onze eigen kinderen, wanneer ze iets van ons -trachten af te pin gelen, waarvan wij in ons kleine vaderlijke of moederlijke voorzienigheidje aanvoelen, dat wij het hun niet mogen toestaan. (Hier volgden eenige treffende voorbeel den van jongens, die naar bisocopen voor volwassenen willen gaan en meisjes, die blijken van opkomende verliefdheid too- nen voor niet-katholieke, ofschoon recht schapen jongelieden. Kortheidshalve zullen wij deze voorbeelden weglaten). De ouders blijven stok-doof voor al de pleidooien van hun kinderen, omdat zij de eeuwige zaligheid van de hunnen voor het allervoornaamste houden, en hooger aan slaan dan een voorbijgaand pretje. En denl^; ge, b. g., dat God ènders zal oordeelen? Ons leven is evenzeer een voor bijgaand pretje, al is het meestal je pretje wel! We kunnen er echter van verzekerd zijn, dat, wanneer wij bidden om de genade der eind volharding, ons gebed een welwillend oor zal vinden. „Wie bidt wordt zeker za lig", schreef de H. Alphonsus en voegde er aan toe: „wie niet bidt, gaat zeker ver loren". Laten wij, of we bidden om tijdelijke of eeuwige gunsten, daarbij toch stevig vast houden aan de Kerk, en niets vragen dan in den naam van Christus. Ook wanneer zij de voorspraak der heiligen inroept, zal de Kerk in haar gebeden opnemen of deze be sluiten: „Door Jezus Christus onzen Heer". Al onze gebeden, litanieën en novenes moe ten uitstralen naar den Verlosser, die van Zichzelf heeft gezegd: „Al wat ge den Va der in mijn naam zult vragen, zal Hij u geven", en hoe kunnen wij beter in Zijn Naam en met meer kans op welslagen bid den dan door het bijwonen van de H. Mis, waarin Christus, zoolang de wereld draaien blijft, zich voor ons opoffert aan den Vader. Amen. Er kan geen preek voorbijgaan, of Pas toor heeft het over de Mis zeggen mijn parochianen reeds. Dit is wel wat overdre ven, doch het kan niet dikwijls genoeg worden herhaald: er is geen volmaakter gebed dan de H. Mis. Misschien, dat het mijn parochianen reeds verveelt, telkens een lofprijzing op de Mis te moeten aan- hooren. Wanneer zij echter evenals de brpmmerige rechter tenslotte bezweek ertoe komen zouden zoo mogelijk dage lijks ter Misse te gaan al was 't om van die herhaalde lofprijzingen af te raken! dan zou ook dat gebed verhoord zijn. PASTOOR. ijzen. Rijwielst. 5 ct. SPORT ST. JOSEPHSGEZELLENVER. LEIDEN De Tienkamp Morgen wordt de tienkamp voortgezet met de finales der tafeltennis wedstrijden. De ledeh dienen precies 7 uur aanwezig te zijn, VOETBAL NEDERLANDSCHE VOETBALBOND. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. DISTRICT I. Eerste klasse: StormvogelsDOS; VUC- Feijenoord; Ajax—ADO; XerxesDFC; EDO—DWS. DISTRICT II. Eerste klasse: 't GooiHaarlem; Sparta Blauw Wit; EmmaVSV; DHCHermes DVS; HBS—RFC. Tweede klasse A: Hercules—Gouda; UVS Quickt LaakkwartierHVV; BMTVe- Jox; VIOS-VDL. Derde klasse A: Blauw ZwartAlphen; HillinenWassenaar; LFCHillegom. Vierde klasse A: TONAGraaf Willem II Vogel—ZLC; Lisse—VVSB; DOSR—Roo- denburg. Vierde klasse B.: ESDOte Werve; VVP --Spoorwijk; VVLVZwart Blauw; DTJNO —Rouwkoop; AlphiaRKAVV. Vierde klasse C: do JagersVDS; Texas —Maasstraat; DSORijswijk; LDWSPos- radlia; Celeritas— Westerkwartier. Vierde, klasse E: OudewaterMSV; MoordrechtHaastrecht; DONKGoude- Res. 2e klasse A: VUC 3—ON A 2; HVV 2—Scheveningen 2; Gouda 2—DHC 3. Res. 3e klasse A.: Wassenaar 2Alphia 2; I.ugdunum 2LFC 2; ASC 2Laakkwar tier 2; UVS 3—HVV 4: HBS 4—VUC 4. Res. 3e klasse E: Schoonhoven 2GSV 2; HOV 2—DHZ 2; Alphen 2—ONA 2; NHS 2 - Bloemhof 2. DISTRICT III. Eerste kl.: AGOVVWageningen; NEC —Hengelo; HeraclesEnschede; Enschede- sche BoysQuick; TubantiaPEC. DISTRICT IV. Eerste klasse: VelöcitasGVAV; Veen- Willem II; RoermondPSV; Eindhoven Helmond; PicusBW; NACSpekholzer- heide. - DISTRICT V. Serste klasse: Velöcitas—GVAV; Veen- damBe Quick; LeeuwardenHeerenveen; LSC—Sneek; HSC—Achilles. HOCKEY NEDERLANDSCHE HOCKEYBOND. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Heeren: Districtswedstrijden (2e ronde): Amster dam: Noord HollandZuid Nederland; Den Haag: Zuid HollandOost Nederland. Om den J. D. Treslingbeker (2e ronde): LeidenDordrecht. Competitie: Tweede klasse B: Leiden II HDM III. Vierde klasse C: Leiden IVTogo IV b; Togo VITogo IV. Dames: Districtswedstrijd: Amsterdam: West Ne derland BZuid Nederland. Competitie: Vierde klasse C: HDSSOS II; Leiden III—HOC III. Om den Janette Walenbeker: Rood Wit IILeiden. ZUIDWIJCK. District Zuid-Holland. Dames: le klasse A: Zuidwyck IR. B.C. II 2e klasse B: Zuid wij ck IIG. E. HL 3e klasse A: Groen Geel IIIZuidwijck III. Heeren: le klasse A: Groen Geel III Zuidwijck I. 3e klasse A: Zuidwijck IIHDS IV. KORFBAL NEDERL. KORFBALBOND Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag le klas N.H.: SVKKoog Zaandijk; DED DVD, Blauw WitSwift, ArchipelOos terkwartier. le klas Z.H.: DeetosGymnasiasten; HS VHet Zuiden, HKVOns Eibernest, DK CAchilles. 2e klas A: Vicus OrientisFluks, Ready —De Kweek. 3e klas A: OlympiaanAlgemeene, Phoe nixDie Haghe II. 3e klas B: Gymnasiasten IIHSV II, ALOHKV II, Vicus Orientis IIAchil les III. BILJARTEN NEDERL. BILJART BOND Afd. Leiden De uitslagen van de voortgezette wed strijden voor de competitie waren: Cadre afd.: TOG II—P. v. Cleef I 0—8, DOS II—SDO I 2—4, DOS I—TOG I 3—3. Libre afd. I: BOS I—DOS III 6—2, P. v. Cleef II—TOG III 8—0, OSL I—TOP I 2— 6, DSS I—Vierk. I 0—8. Libre afd. II: Vierk. II—TOP II 2—6, P. v Cleef III—TOG IV 2—6, SDO II—BOS II 7—1, OSL II—TOG VI 8—0. Libre afd. Ill: BOS III—TOG V 4—4, T OG VI—P. v. Cleef IV 6—2. Mooie gem. werden gemaakt door B. Tee- gelaar: 26.76 (eigen gem. 15.15), G. Ha gen (TOP) 3.75 (2.25), W. de Haas (P. v. CI) 1.81 1.mooie series door G. M. Tee- gelaar (P. v. C.) 51 car. (eigen gem. 5.95), B. Teegelaar (P. v. C.) 117, J. Was (P. v. C.) 13 (2.—), J. Vrijburg (DOS) 20 (3.12). Het programma voor de volgende week luidt: Zondagmorgen: SDO IDOS I. Dinsdag: DOS III—P. v. Cl. II, TOG III —BOS I, TOP I—Vierk. I. Woensdag: P. v. Cleef IV—BOS III, TOP III—TOG V, SDO III—TOG VII, OSL I— DSS I, TOG VI—BOS II. Donderdag: TOP II—P. v. Cl. Ill, OSL II —SDO II, TOG IV—Vierk. II. BILJARTCLUB T.E.P. De wedstrijden voor a.s. Maandag zijn ais volgt: le klas. M. Scheffers-J. v. Dam; W. v. d. Post-N. Overdijk; A. Roodenhurg- Th. Reizevoort; J. v. Dam-C. v. d. Meel. B, Afd.; Tha v. Houten-W. Dickhof; G. Sohoon-N. Biigstraaten; C. Róodenburg-J. Kuiper; N. Biegstraate:i-W. Dickhof; H. v. d. Veer-H. Nijssen; C. de Geer-J. Kui per; L, v. d, Steen-J. F. Burgihouwt. Voor Donderdag. lie klas: P. Reizevoort- S.Tuit'hof; H. Key-J. Compier; J. Hille- inaar-J. Roodenburg; Th. v. d. Holst-J. v. d. Post. RECHTZAKEN VOOR DEN ECONOMISCHEN RECHTER. Schaap clandestien geslacht. C. F. van Dorp te Nootdorp moest terecht staan, omdat hij clandestien een schaap had geslacht. Hij bekende zulks, maar voegde er aan toe, dat een ziek kind van hem vet noodig had. De Officier vertelde, dat hij verdacht werd, meer clandestien geslacht te hebben, terwijl hij dan het vleesch verkocht. De eisch werd zes maanden gevangenis straf. De economische rechter veroordeelde verdachte tot zes maanden gevangenisstraf met bevel tot zijn onmiddellijke gevangen neming en verbeurdverklaring van het in- beslag genomen schapenvleesch. S. de Grttot te Nootdorp vertelde aan den economischen rechter, dat hij van Dorp alleen maar had geholpen bij het optake len van het geslachte schaap, maar van Dorp vertelde, dat de Groot ook bij andere dingen geholpen had, zooals het irv vieren slaan van het schaap. Hij had twee pond vleesch voor zijn hulp gekregen. De Officier achtte ook hier het ten laste gelegde bewezen en eischte tegen verdach te zes maanden gevangenisstraf. Het vonnis werd zes maanden gevange nisstraf met bevel tot de onmiddellijke ge vangenneming van verdachte en verbeurd verklaring van de twee pond inbeslag ge nomen schapenvleesch. ƒ2.50 en iets voor den hond. De derde verdachte in deze clandestiene schapenslachterij was P. G. Ripken te Nootdorp. Hij had aan van Dorp zijn schuurtje verhuurd voor 2.50, opdat deze daar het schaap zou kunnen slachten. Op éen vraag, of hij ook nog wat vleesch zou gekregen hebben, klonk het antwoord, dat hij iets voor den hond zou krijgen. De Officier eischte tegen verdachte een geldboete van f 75 subs. 75 dagen, tot wel ke straf de economische rechter hem ver oordeelde, er aan toevoegend, dat hij een volgende maal. er niet zoo af zal komen. De liturgie der Kerk ZONDAG, 14 Dec. Derdo Zóndag van den Advent. Mis: Gaudeie. Geen Gloria 2de geb, van het octaaf. 3de geb. voor den vre de. Prefatie van de Allerheiligste Drieëen- neid. Kleur: paars of rose. „Verheugt U in den Heer". (Introitus en Epistél). Dit is de alles overheerschende stemming van een gezond christelijk, gees telijk leven. Dit is vooral nu de alles over heerschende stemming, nu „de Heer nabij is". Nog slechts enkele dagen en het zal weer Kerstmis zijn, het feest van Christus' wederkomst in ons hart met zijn overvloe dige genade. Daarom naast versterving en zelfverloochening blijheid. MAANDAG, 15 Dec. Octaaf van Maria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis: Gaudcns gaudebo van 8 Dec. Gloria. 2de geb. van den dag. (3de Zondag) 3de geb. voor den vrede. Credo. Prefatie van de H. Maria. Kleur: wit. UIT HET ADVENTSBREVIER: Nabij is het, dat zijn tijd zal komen, en zijn dagen zullen niet van langen duur zijn. Kom, Heer, en wil niet dralen, neem de misdaden van uw volk weg, en roep de verstrooiden naar hun land terug. Zie, de wortel van Jesse zal neerdalen tot heil der volkeren, tot Hem zullen de heidenen bidden; en zijn naam zal heerlijk z\jn. LIED VAN DEZEN TIJD WANDELAARSVRIJHEID Alleen de wandelaar was vry In vroeger dagen, Die huppelde maar vrij en blij Naar welbehagen. Op het trottoir of op de straat, Al naar hij lust had En zin in vriendelijk gepraat, Of zin in rust had. Hij scharrelde door auto's heen, Heel onverschrokken, Zoodat zich de bestuurders een Beroerte schrokken. Zag hij aan d' overkant der straat Iets heel moois prijken, Dan was hij steeds direct paraat Er naar te 'kijken. Bij de afkondiging der nieuwe verkeersverordening. Geen stoplicht hinderde zijn tocht, Of 't groen of rood was. Hij liep waarheen zijn lust hem zocht, Ook als 't zijn dood was. En de chauffeurs liet hij altijd Maar rustig razen, Hij stond op het trottoir verblijd Wat uit te blazen. Geen enkele verkeersagent Kon hem ooit deren; Hij stapte verder heel content, Niets kon hem keeren. Tegen de arm, die and'ren joeg, Had hij bezwaren, Geen sterke arm was sterk genoeg Voor wandelaren. Maar nu is 't met die vrijheid uit Der wandelaren; Zij moeten nu bij hoog besluit In 't kielzog varen Van stoplicht en verkeersagent; Straks gaan zij henen, Om er hun vrijheid aan het end Droef te beweenen. TROUBADOUR. FEUILLETON door A. HRUSCHKA Geautoriseerde vertaling. (Nadruk verbiden). 12) De reis duurde twee jaar en eest twee dagen vóór Holzmann's dood was (e kolo nel met zijn dochter in de prachtige huizin- ge op den Parkring teruggekeerd. In den loop van die twee jaar hadien Se rena en Hartwig niets van elkaar gïhoord; want Serena had besloten, haar vacer niet te prikkelen door een briefwisseling, die hij zeker vroeg of laat zou hebben mtdekt. Daar nu haar 21ste verjaardag net ver meer was en dan de groote slag om geluk moest worden geleverd, wilde zij liever een guerrilla-oorlog vermijden en hair ver houding tot haar vader niet noodelcos be derven. En zij dacht, dat hetgeen zij bij let af scheid op Lydia's bruiloft tot Hartwg had gezegd, voldoende voor hem zou zijn:„Mijn lichaam gaat ver van hier, doch mijl ziel blijft bij je, Hartwig. Vergeet niet, lat' ik voor altijd de jouwe ben en dat niets bij machte is, ons fe scheiden. Dat woord het klonk plechtig as een eed had diepen en blijvenden indrik op -V vtwig gemaakt. Maar toen de eene maand na de andere verliep, de maanden zich aaneenschakel den tot jaren en Serena noch terugkeerde, noch eenig teeken van leven gaf, verdween in Hartwig Henter allengs het vertrouwen in hun liefde. Zij had hem vergeten; 't was den kolonel gelukt, zijn beeld weg te va gen uit haar hart alles, alles was voor- by 7 Deze gedachte wortelde zich zoo vast in hem, dat hij er zich niet meer tegen kon verweren. Bovendien had Lydia Holzmann met wie hij dikwijls over Serena sprak, hem ronduit gezegd: „In jouw plaats zou ik uit dat lange en volkomen zwijgen de voor de hand liggende conclusie trek ken. Zoo had Henter zich met passie op zijn beroepsbezigheden geworpen, daar hij ge voelde, dat hij slechts daarin eenige kalm te kon vinden. En nu kwam plotseling dat briefje! Zoo kort, zoo duidelijk, zoo natuurlijk, als wa ren zij niet zoolang door een somber en on heilspellend stilzwijgen van elkaar geschei den geweest. Dus 't was niet uit? Of tochWil de zij hem dat misschien zeggen? VII Het kasteel Ybbenburg had vroeger tot de keizerlijke domeinen behoord, die na de omwenteling door de republikeinsche regee ring in beslag werden genomen. Het kas teel werd ingericht tot een tehuis voor in validen en het groote park toegankelijk ge steld voor het publiek. Toch werd er niet veel gebruik van gemaakt, omdat het zoo afgelegen was. Het was bijna zeven uur. Hartwig Henter liep zenuwachtig de pa den rond het tempeltje op en neer. Het ge bouwtje lag op een kleinen heuvel, was rond en open langs alle kanten. Binnen de zuilen stonden uit steen gehouwen ban ken. Overal in het rond was het stil en een zaam. Van 't kasteel, waar de invaliden juist het avondmaal gebruikten, drong een zwak lichtschijnsel tot het tempeltje door. En zoo zag Hartwig eindelijk een slanke, in een donkeren mantel gehulde vrouwen gedaante op hem toekomen. Snel ging hij haar tegemoet. „Serena?" „Ja, ik ben het. O, Hartwig.... zoo lang Met een snik wierp Serena von Traumetz zich aan zijn borst. Hij sloeg zijn armen om haar heen, drukte haar vast tegen zich aan, als wilde hij haar nooit meer loslaten. Al les, wat zy tot nu toe geleden hadden, ging onder in die zee van zaligheid. „Je houdt dus nog van me?" stotterde Hartwig. „Wist'je dat niet? Altijd.... altijd.... hoe zou ik anders kunnen?" „En je hebt mij geen woord geschreven! Twee jaar lang geen teeken van liefde ge geven!" „Had je niet mijn woord? Voelde je niet lederen dag, ieder uur, elke minuut, dat mijn ziel bij je was? Ik achtte het mijn plicht die twee jaren uitsluitend aan papa te wijden, omdat ik misschien weldra voor goed met hem zou moeten breken. Geloof je, dat het gemakkelijk was? Maar nu.... den 6en December word ik meerderjarig, en dan Hij sloot haar den mond met een kus. Hoe onrechtvaardig had hij haar beoor deeld. Hoe dwaas kwam hem nu alle twij fel aan haar voor! Maar Serena maakte zich plotseling los uit zijn omarming: Niet daarvoor, liefste, ben ik geko men; dat ik je bemin, weet je reeds lang.... iets anders, iets verschrikkelijks, bracht mij hierheen, en ik heb'weinig tijd. Papa denkt, dat ik bij kennissen ben. O, Hart wig, toen ik bij onze thuiskomst vernam, wat er met den heer Holzman is gebeurd, werd ik zoo ongerust. Hij was immers je vriend, en ik kan mij voorstellen, hoe ver schrikkelijk dat alles voor je moet. zijn geweest. En toen papa mij vertelde, dat.... dat Zij kon geen woord meer over de lippen brengen, maar Hartwig zag verbaasd, dat zij van 't hoofd tot de voeten beefde, ter wijl haar gezichtje, dat juist door de op gaande maan helder beschenen werd, een uitdrukking van angst en wanhoop had aangenomen. Werktuigelijk sloeg hij den arm. om haar middel, om haar te ondersteunen. „Wat is er liefste? Waarom zwijg je plot seling? Ja, Gerhard's treurig einde heeft mij zwaar geschokt, en 't zal lang duren voordat ik van die verschrikkelijke aan doening eenigermate ben bekomen. Maar wat maakt je in die zaak zoo geweldig van streek?" Zij verzamelde haar krachten en ant woordde: „Ik zal je zeggen, waarvoor ik gekomen ben. De menschen zeggenje naam wordt overal genoemdmen gelooft niet aan de waarheid van Holzmann's verkla ring, dat een onbekende op hem heeft ge schoten.... men beweert.... o, Hartwig. de menschen zijn zoo slechtikik weet wel, dat het niets dan praatjes zijn maar ik ben zoo bang voor je! Vanmiddag kwam papa, die den rechter van instructie Wasmut kent, met het nieuws, dat.... dat ook de overheid op de hoogte is van die praatjes, en dat zij je...." Wederom beletten smart- en angst haar voort te gaan. Hartwig bleef haar aanstaren: nog be greep hij niet '„Men gelooft Gerard niet?" zeide hij. „En mijn naam wordt genoemd? Waarom? Met betrekking waartoe? Ik begrijp dit al les niet, Serena. Verklaar je nader." Zij nam zijn handen in de hare, keek hem diep, angstig, smeekend aan: „Ja, ik moet het je zeggenwie an ders zou het durven? Zij zeggen, dat je met Lydia in te vertrouwelijke relatie hebt ge staan; dat Gerhard jullie samen verrastte en datdat je hem toen neergeschoten hebt! Alles, wat er toen volgde, was co- medie, een edelmoedige poging van Ger hard om zijn vrouw te sparen. Nu was het er uit. Hartwig Henter, die bleek was geworden stond daar onbewegelijk, als had hij een slag op het hoofd gekregen, een slag, die hem alle denkvermogen ontnam. (Word' 2d).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5