Adverteert in dit blad SEIN 5 CENT. Hebt II iets te koop? Dorlas' STADSGEHOORZAALi Willem Goossens'Volkstooneel BL0I0E GREET Zaadhandel W. SEGAAR C.zn. Tel. 36,'Firn M S=%SsS»."ïSS"- VRIJDAG 5 DECEMBER 1941 DE LEIDSCHE COURANT PAG. 4 CARTON Bij aantallen reductie. Spaarzaamheid .ia na geboden. In deae tijden kan men juist door reclame (couranten-reclame) zijn cliëntèle een inzjcht geren in den toestanÖ van het, bedrijf. Men kan spaarzaamheid aanbevelen of andere ad viezen geven en bewaart bovendien bil contact met zijn afnemen. Dit is in Uw voordeel, t Daarom is couranten-reclame ook nu niet te vervangen Plaatst dan een TELEFOONTJE NIEUWKOOP Abonnemenyen en Advertentiëii worden aangenomep door J. v. d. VOORN Kozflesurrogaat ■suii-unjia» J. C DORLAS N.V.-A'foort-Gouda LEIDEN W A.s. Zondag 7 Dec., 7.30 u. het onovertroffen, stuk in 5 WILLEM rol van „Mooie ROOSJE KÖHLER al GRETA GOOSSENS succes- o.m.s in de dubbele $ucces- ,Bosje" Blom" Blonde Greet". Muzikale leiding: WILÜj HENKESHOVEN Populaire prijzen f0.60, f0.80, f 1.00 (bel. inbegr.). Overal uitverkocht, dus bespreekt vooral Zaterdag 6 Dec. van 111 uur en Zondag 7 Dec. van 113 uur „Ik zou je (maar vragenmaar met het Jus-probleem"..) Hoa-zonder vleesch en Jus te meken? Heel een- Juspesfo in een kwart liter fijnste Jus staat al op tafell p. blokje ZANG en DANS!!! EEN en een TRAAN!!! Net R.K. Dagmeisje gevraagd, ran 5 uur. EVERS, Meerbeeksjfraat 8, 2758 Hiilegom. Geeï 't1 SElNtiel als de ko®e klaar WEGENSk STERFGEVAL ZATERpaG 64 DECEMBER 1941, DEN GEHEELEVD/G GESLOTEN DIEFSTEEG 8 LEIDEN. SPECIALITEIT IN HET MAKEN VAN GRONDBORINGEN EN GRQNDBEMAHNC. AANNEMER VAN KOMT EN kracht. W«"- t Kringhuis, Kaarten vertó^aar 15, beide te straat 35 en J_B OL Kerkstraat te Z"an^ Woerden en c. Oudewater. De begrafenis der slachtoffers van het Britsche luchtbombardement op Maastricht heeft onder groote belangstelling plaats gehad. 1. De stoet onderweg. 2. De plech tigheid op het kerkhof. Foto's Het Zuiden-Fonteyn. In het huis van den Beauttragté te s Gravenhage heeft de be kende Duitsche dichter Hermann Claudius een lezing gehouden. Een foto tiidens de voordracht (Stao'-Moft Eén ding is hetzelfde als vorig jaar. Piet; op het pakje, waaruit we ons kopje troost zet ten, staat nog Dorlas. Weliswaar is het^sur- rogaat nu, „Sein" kof- fiesurrogaat, maar van Dorlas! Bereid met échte koffie! Van daar die treffende ge lijkenis in geur en smaak met de oude Dorlas-koffie! 7. TREKKING HAIGHTON WETTIGE FBEMIELE le KLASSE, TREKKING VAN DONDERDJ} S 100.— 3236 FEUILLETON A. HRUSCHKA Geautoriseerde vertaling, (Nadruk verboden), Deze waren dan ook zeer gehecht aan hun meesters, welke hen nooit trotsch be handelden, maar altijd vriendelijk en toege vend waren. Op de vraag, of de heer Holzmann mis schien in de fabriek met den een of ande ren ai-beider had getwist, misschien ook op voet van vijandschap met iemand leefde, werd eenparig en beslist een ontkennend antwoord gegeven. De arbeiders in zijn fabriek waren aan hem verknocht en zouden, zooals de bedien den, voor hem door het vuur zijn geloo- pen. De commissaris moest maar bij den meesterknecht informeeren De commissaris liet de bedienden einde lijk gaan. Hij verzocht de kamenier, me vrouw Holzmann te vragen, of hij nu een onderhoud met haar kon hebben en zij was onmiddellijk bereid. Er waren geen „geheimen" in huis en Gerhard Holzmann had niet één vijand. „Maar", dacht de beambte, „iemand heeft op hem geschoten en dat moet toch zijn re den hebben!" Sinds jaren had in de provinciale hoofd stad G. geen voorval zooveel opschudding gebaard als de moordaanslag op ingenieur Holzmann. „Want een „moordaanslag"* moest het in ieder geval geweest zijn. lederen dag gaven de kranten heele ko lommen over de zaak, en overal werd ge sproken over de „zaak-IIolzmann", die zoo duister, zoo geheimzinnig, zoo onbegrijpe lijk was, en juist daarom aan de verbeel ding zooveel speelruimte liet. Men had medelijden met de jonge vrouw, die zoo'n vreeselijke schok had gehad en in Hartwig Hénter bewonderde men het ideas! van een 'offervaardigen, trouwen vriend. Doch er waren ook menschen, die elkaar met veelbeteekehenden blik allerlei leelij-» ke dingen toefluisterden De politie werd iederen dag zenu wacht i- ger. Want nof steeds wist men over de eigenlijke toedracht van de zaak niet méér dan den eersten dag. Telkens, wanneer de commissaris van politie Holzmann wilde ondervragen, werd hem door de geneeshee- ren van het ziekenhuis de toegang ontzegd, mei ae vèrklaring, dat ingenieur Holzmann niet in staat was om een verhoor te onder gaan; zijn toestand was zeer ernstig: hij kon zelfs niet spreken. Zoolang hij tusschen dood en leven zweefde, mocht geen bezoek toegelaten worden. Z^lfs de schoonouders, zelfs Lydia moch ten niet komen. Door smeeken en tranen gelukte 't haar eindelijk, verlof te krijgen om, vergezeld van den dokter, van den drempel der ziekenkamer een blik op haar echtgenoot te werpen. Doch men had haar vooruit scherp ge waarschuwd, dat haar man haar niet mocht zien; anders zou hij zich opwjnden en iede re opwinding kon doodeiijk zijn. De arme Lydia schikte zich in alles en hield zich bij het één-zij dig weer zien zoo dapper, dat haar man inderdaad niets van 'haar aanwezigheid bemerkte. Maar zij vond hem zoo verschrikkelijk veranderd, dat zij spoedig daarna een zenuwinzinking kreeg en door haar ontstelde ouders meegenomen moest worden. De eene onbedaarlijke huilbui volgde op de andere, zoodat men haar te bed moest brengen en1 om dr. Wille telefoneerde. Van hem vernam men nadere bijzonder heden aangaande Holzmann's toestand. Men had onverwijld door middel van een ope ratie den kogel verwijderd, maar toen was, tengevolge van het zware bloedverlies, een zwaktetoestand ingetreden, die nog altijd gevaar opleverde. De kogel had de rechter- long doorboord en de dokters duchtten een ontsteking. Aan de gevolgen daarvan zou de zieke in ieder geval bezwijken. Om dit gevaar af te wenden was op de eerste plaats volkomen rust geboden.... Bange dagen.... Hartwig Henter, die, dag en nacht, stil en met bewonderens waardige toewijding, aan het ziekbed zat, hield zich nauwelijks meer op de been. Vijf dagen en vijf nachten was hij niet uit de kleeren geweest, had nauwelijks eenig ■voedsel gebruikt, slechts enkele uren gesla pen; en nu voelde hij zelf, dat zijn krach ten uitgeput waren. Toch kon hij er niet toe besluiten, den post, die hij vrijwillig had ingenomen, te verlaten en een weinig rust te nemen, vóór dat de toestand van HoJzmann beter was geworden. Den zesden dag scheen er eindelijk ver andering Jen goede te komen. Holzmann voelde zich blijkbaar niet meer zoo vreese- lijk zwak; voor de eerste maal gebruikte hij zonder afkeei^-eenigé lepels bouillon. En zonder veel inspanning zijn vriend de hand drukkend, zeide hij: „Dank je, Hartwig". Hij sprak vervolgens ook met den dokter en drukte den wensch uit, zijn vrouw te zien, die onmiddellijk v«n zijn beterschap in kennis werd gesteld. Henter, die eindelijk besloten had, zich een dag rust te gunnen, ging naar huis. Lydia mocht een k war tie® bij haar echt genoot blijven. Zij straalde van blijdschap, want zij vond, dat Gerhard er reeds veel beter uitzag; en in de overmaat van zijn blijdschap maakte zij duizendplannen voor de toekomst. Die plannen kwamen eigenlijk hier op neer, dat zy voortaan „de wereld" den rug zou toekeeren en uitsluitend voor Gerdy leven ■Daar-de volgende nacht een gunstig ver loop had en het spreken den zieke geen kwaad had'gedaan en daar ook de genezing van de wonde normale vorderingen maakte, mocht eindelijk ook de commissaris van po litie een ónderhoud met den zieke hebben. Op verlangen van haar man, mocht Ly dia, die juist gekomen was, het verhoor bij wonen. Zij was even benieuwd als de com missaris, eindelijk te vernemen, hoe haar echtgenoot aan die zware verwonding was gekomen en wie ze hem had toegebracht. Maar zijn mededeelingen waren een te- leurstelling. Holzmann vertelde, dat hij dien nacht mét geen ander doel naar de loods $*as gegaan, waarvan hij den sleutel bij zich had, dan om zich er Van te vergewis sen, dat de nieuwe machine geheel vólgens zijn instructies was gemonteerd. „Toen ik binnentrad", zei hij, „draaide ik eerst het licht aan; de knop bevindt zich rechts van de deur. De ruimte was toen helder, verlicht en tot mijn verbazing zag ik bij het linker-zijvenster een vreemden man, die, met het gezicht naar mij toege keerd, mij zwijgend aanstaarde. „Wat doet u hier?" vroeg ik driftig. De man antwoordde niet, maar hief de hand op, waarin ik eerst toen een revolver zag blinken, en schoot op mij. Ik voelde dat ik getroffen was; en daar ik geen wapen bij mij had en ook niet op hulp van buiten kon rekenen, zocht ik mijn heil in snelle vlucht. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 4