De rede van Rijksminister
von Ribbentrop
WOENSDAG 3 DECEMBER 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
De rede, door den minister van Buiten-
landsche Zaken van het Duitsche Rijk ge
houden ter gelegenheid van het Berlijnsche
congres der staten, die als oude of
nieuwe partners aan het anti-komintern
pact deelnemen, is in ons blad reeds in een
uitvoerig uittreksel verschenen. Nu een
vertaling van den volledigen tekst be
schikbaar is, willen wij deze rede alsnog
in haar geheel geven.
Mijne heeren, mijne partijgenooten!
Ik dank u, dat gij zijt verschenen op deze
bijeenkomst, die er toe dient om de in
Berlijn aanwezige leden van de rijksregee-
ring, van staat, partij en weermacht, de
vertegenwoordigers van kunsten en we
tenschappen, de industrie en mannen uit
alle gebieden van het Duitsche leven in de
gelegenheid te stellen kennis te maken
met onze zeer welkome, buitenlandsche
casten. Ik begroet ook in het bijzonder in
mns midden de binnen- en buitenlandsche
vertegenwoordigers van de pers en van de
radio. Mijne heeren, wij hebben de eer de
ministers van buitenlandsche zaken van
de meeste Europesche staten alsmede ver-
- tegenwoordigers van met ons bevriende
staten van het Verre Oosten thans in de
hoofdstad van het Rijk te zien, n.l. de ver
tegenwoordigers van Italië, Japan, Honga
rije, Mandsjoekwo, Spanje. Roemenië, van
Slowakije, Kroatië, Finland en Denemar
ken. Met de vertegenwoordigers van deze
staten, die de ordening beoogen, waarbij
ook nog China gekomen is, hebben wij gis
teren een heilig pact tegen de Komintern
bevestigd, dat den wil van hun volken tot
uitdrukking brengt om tot de definitieve
bevrijding van het communisme samen te
werken en daarbij niet eerder te rusten
tot ook het laatste symptoom van deze
vreeselijkste geestesziekte der menschheid
verdwenen is. Nogmaals zij hier ter gele
genheid van deze bijzondere gebeurtenis
onze vreugde en voldoening er over uitr
gedrukt, dat een nieuwe mijlpaal werd be
reikt op den weg tot aaneensluiting en
vorming van het nieuwe Europa en tot het
grondvesten van een meer rechtvaardige
orde ook in de overige wereld.
Mijne heeren. ik zou van deze gelegen
heid gebruik willen maken om u een kort
overzicht te geven van het ontstaan en het
verloop van den oorlog, benevens over de
opvatting van de Duitsche regeering over
de huidige situatie op "het gebied der bui
tenlandsche politiek. Door het heldendom
van de Duitsche weermacht en de verbon
den troepen van Italië, Roemenië, Honga
rije en Slowakije, van 't dappere volk in
het Noorden en de vrijwilligerscontingem
ten uit Spanje, Frankrijk, Kroatië, Dene
marken. Noorwegen, Nederland en België
is de staatkundige macht van het commu
nisme gebroken en zal deze zich naar
het woord van den Führer nooit meer
verheffen.
Twee groote mannen, de Führer van
Duitschland en de Duce van Italië, hebben
het eerst meer dan twintig jaar geleden
het bolsjewistische gevaar geconstateerd,
den strijd aangebonden tegen deze laatste
uiting van verval in de opvattingen en ze
den van een stervend tijdperk, en hun ge
zonde volken van den opdoemenden af
grond teruggesleurd. Nadat de beide lei
ders door hun voorbeeld en de leer van het
nationaal-socialisme en het fascisme de
eigenlijke voorwaarden voor het bestaan
van hun volken geschapen hadden, ont
moetten zij bij hun tweeden stap, n.l. het
ook naar buiten beveiligen van de toe
komst hunner volkeren, een bijna onover
komelijke vijandschap van de buitenwe
reld. De westelijke democratiën, die geleid
werden door een naar verhouding kleine
laag uitbuiters van hun eicen volk, en die
verstard waren in de egoïstische denkwijze
der bezitters, en gewend als zij waren aan
de uitbuitingparagrafen van het verdrag
van Versailles, dat niet anders was dan een
daad van waanzin, wilden van een herzie
ning daarvan, ook van de allernoodzake
lijkste, niets weten. Van den beginne af
aan waren zij tegen iedere verstandige po
ging van den Führer of den Duce gekant,
om aan het Duitsche en het Italiaansche
volk, die beide in het verleden bij de ver
deeling der goederen dezer aarde te kort
waren gekomen, zelfs maar het fundament
van het leven, namelijk het dagelijksche
brood, te verzekeren.
Mijne heeren, het is thans vrijwel onbe
grijpelijk, dat Engeland dezen oorlog tegen
Duitschland op touw heeft gezet, omdat
Duitschland door middel van een vrije
volksstemming de Duitsche stad Danzig in
het rijksverband terug wilde hebben en
een autoweg wilde aanleggen door den Cor
ridor.
Dat was weliswaar slechts de voorgewen
de aanleiding voor de Engelsche oorlogs
verklaring aan' Duitschland van 3 Septem
ber 1939. doch in werkelijkheid gunden de
machthebbers van het'toen nog de wereld
beheerschende Engeland, die bijzonder
pleizier hadden in de rol van gouvernante
van Europa, aan Duitschland niet de plaats,
welke aan een groot volk in Europa toe
kwam, of welke daaraan ook maar een
eenieszins zorgenvrij bestaan had gewaar
borgd. Men vraagt zich af: waarom? Het
antwoord kan slechts luiden: Uit je rein
ste machtsaanmatiging van Groot-Brittan-
nië, dat zelf met 45 millioen Engelschen
een derde van de aarde beheerscht, en
daartegenover aan het Duitsche volk met
meer dan 80 millioen zielen niet zijn nood
zakelijke, waarlijk allerbescheidenste, le
vensruimte gunde. En uit bezorgdheid van
zijn regeerders voor de Duitsche flinkheid
en voor het sociale voorbeeld van een weer
sterker geworden Duitschland, geloofden
dezen, die toen de regeering in handen
hadden, dat zij slechts door Duitschland
opnieuw te onderdrukken hun onrechtvaar
dige heerschersaanspraken konden beveili
gen, in plaats van dat zij de Duitsche ge
lijkgerechtigdheid weer invoerden en op
basis van pariteit der beide volken een
vergelijk voor de wederzijdsche belangen
trachtten te vinden, en daarbij nog verder
gaande een nuttige belangengemeenschap
t.o.v. de overige wereld te grondvesten,
""■'genover dit alles heeft de Führer tegen
over Engeland een grootmoedige en lank
moedige politiek gevoerd, die in vergelij
king met het onrecht, dat het Duitsche
volk in het verleden door Engeland was
aangedaan, wel als voorbeeld mag gelden,
en die daardoor begrijpelijk wordt, dat de
Führer, consequent aan zijn toenmalig be
sluit, alles in het werk wilde stellen om te
pogen met Engeland tot een schikking te
komen, die voor beide landen nut zou af
werpen en voordeelig zou zijn. Wanneer
men zich de voordeelen voor Engelknd
van déze politiek van den Führer voor
oogen stelt, welke niet alleen het Engel
sche eilandenrijk zoowel territoriaal als
maritiem wilde veilig stellen, maar zelfs*
nog verder ging, n.l. bereid was, het Engel
sche imperium door Duitsche machtsmidde
len in stand te houden, dan zal ieder ver
standig mensch zich voor zijn hoofd slaan,
hoe de Britsphe staatslieden zoo blind heb
ben kunnen zijn.
Het werd ons ook toen tijdens de onder
handelingen wel reeds duidelijk, dat be
slissende, voor alles joodsche, invloeden in
Engeland de meening waren toegedaan,
dat Duitschland of met de hem door Enge
land toegedachte rol in Europa genoegen
zou nemen, dat is dus de rol van een infe
rieure patie, en het door Eneeland als pas
send beoordeelde, levensniveau zou ac-
cepteefen onverschillig of deze levens
standaard te; verdragen was of niet, of, er
komt oorlog.
Bij alle onderhandelingen, die destijds
gevoerd werd. waren deze verkapte of
openlijk uitgesoroken oorlogsdreigementen
steeds de laatste wijsheid van de Britsche
staatslieden.
Ik kan hier met een gerust geweten als
kroongetuige optreden, aangezien ik in de
jaren na de overname van de macht tel
kens weer de aanbiedingen van den Füh
rer aan Engeland overbracht en telkens
weer terug kon keeren om den Führer te
melden, dat zij door de Engelschen hals
starrig waren afgewimpeld en dat Enge
land ons wel bij de eerste de beste gun
stige gelegenheid den oorlog zou verklaren.
Die dwaze halsstarrigheid was bijna onbe-
grijnelijk Zij versterkte ons echter in ons
oordeel over de ware gevoelens van de En
gelsche regeerders tegenover Duitschland.
Wie zulke ongekend gunstige voorstellen
van de har.d v/ijst, is tot den oorlog beslo
ten. t
Of die verschrikkelijk knappe Engelsphe
propagandisten gelijk hebben, wanneer ze
beweren, dat ik, omdat ik het Engelsche
wezen niet kende en het Engelsche karak
ter verkeerd beoordeelde, den Führer had
medegedeeld, dat Engeland nooit tot den
oorlog zou overgaan, dat wil ik met alle
genoegen aan het oordeel van de toekomst
overlaten. Maar de toekomst zal ook iets
anders, dat van veel grooter belang is, uit
wijzen, namelijk, of die Engelsche staats
lieden toentertijd een verstandige politiek
gevoerd hebben of niet. Ik voor mij geloof,
dat de beslissing daaromtrent reeds is ge
vallen. Want het verschil tusschen toen en
nu, dat moet zelfs den meest bekrompen
Engelschman wel duidelijk zijn.
Tpen: het aanbieden van een Duitwh
bondgenootschap, waardoor Engeland en
zijn imperium beveiligd zouden zijn, in ruil
voor de erkenning van de bekende Duit
sche herziening van Versailles en de terug
gave va*n de Duitsche koloniën. En nu: En
geland in een hopeloozen strijd gewikkeld
tegen de sterkste machtscoalitie ter wereld.
ENGELANDS OUDE SPELLETJE.
Bij het begin der vijandelijkheden vatte
de Engelschman zijn oude spelletje weer
op, dat hem in hart en nieren is aangebo
ren. Andere staten,.dat wil dus zeggen, het
eene land na het andere in Europa, kon
den voor hem vechten.
Eerst Polen. Had Engeland aan Polen
geen gdtantie verleend, dan was het zonder
twijfel met Duitschland op vreedzame wij
ze tot overeenstemming gekomen. Maar
Engeland, of juister mijnheer Churchill,
die, zooals wij onlangs te weten zijn geko
men, reeds toen achter den rug van zijn
eigen minister-president, Chamberlain, om,
met president Roosevelt een complot
smeedde en op een conflict aanstuurde,
zette Polen tot tegenstand aan, om zoo een
aanleiding voor den oorlog met Duitsch
land te hebben. Tegelijkertijd moest Frank
rijk, waarmee Duitschland ook op weg was
tot een goede-oplossing te komen, door "het
Engelsche gestook daartoe aangezet, er op
losslaan. Stommelingen en misdadigers, die
van Engeland afhankelijk waren, hebben
dit land daartoe gebracht.
Toen kwam Noorwegen aan de beurt,
vervolgens Nederland en België. In een
paar maanden tijds gelukte het de Duit
sche weermacht, deze landen te bezetten,
en Engeland kreeg zijn glorierijk Duinker
ken Italië echter trad in dezen strijd der
bezitters tegen de nietsbezittenden aan de
zijde van Duitschland.
Maar nog had Engeland er niet genoeg
van. Bezeten door de idee, dat het zich in
Europa kon vastnestelen, richtte het zijn
aandacht op den Balkan. De As spande
zich in dezen tijd op iedere mogelijke di
plomatieke wijze in, om op den Balkan den
vrede te bewaren. Tevergeefs! Engeland
probeerde in plaats van de les van Duin
kerken ter harte te nemen Griekenland
en Joegoslavië voor zijn belangen in te
spannen. Omdat hij de situatie juist be
oordeelde en met het oog op de door deze
staten reeds lang gevoerde intriges, hun
onneutrale handelingen tot zelfs militairen
steun tegen Italië bij zijn strijd in de Mid-
dellandsche Zee toe, begon de Duce in de
eerste plaats den ook hier door Engeland
geprovoceerden strijd tegen Griekenland en
opende hij de militaire operaties Toen ook
Joegoslavië uiteindelijk aan Engelands zij
de trad en Engeland nu ook zijn hulpvol
ken uit Australië en Nieuw-Zeeland open
lijk inzette, heeft de As na de intrede van
het betere jaargetijde ook dit deel van
Europa in weinige* weken van de Britten
bevrijd.
Zoo werden Servië, Griekenland en Kre
ta het offer van deze Engelsche strategie.
De de president der V.S. ook bij dit
nieuwe Engelsche avontuur weer ijverig
heeft medegeholpen, zij slechts terloops
vermeld. Maar verder is er ook geen land
in Europa, dat Engeland niet gepoogd heeft
voor zich te winnen of voor zich te laten
strijden. Maar een juist inzicht en een
reeele beoordeeling van den toestand heb
ben de verantwoordelijke staatslieden in
die landen aanleiding gegeven, den juisten
weg te kiezen en geen gehoor te geven aan
de Engelsche garantie-aanbiedingen en
overige influisteringen.
Maar ook het beslissende militaire echec,
dat Engeland zich in het Noorden, Westen,
Zuiden en Zuidoosten van Europa op den
hals had gehaald, bracht het niet tot rust.
De heele hoop van Mr. Churchill en zijn
trawanten in de Vereenigde Staten met
mijnheer Rr» sevelt aan het hoofd, was nu
op het Oosten gevestigd.
Hiermede kom ik, mijne Heeren, tot die
faze van den gemeenschappelijken vrij
heidsstrijd, welke, daar ben ik zeker van,
eens voorwaar beschouwd zal worden als
beslissend voor het lot van Europa en
en daarmede voor de toekomst van de
heele beschaafde wereld: den strijd tegen
de Sovjet-Unie.
Ik mag hier zeker eerst er aan herinne
ren, hoe Duitschland in het jaar 1939 in de
hoop toch nog een schikking te kunnen
treffen tusschen het Duitsche en het Rus
sische volk, met Moskou een verdrag heeft
gesloten, en wel op basis van wederzijds
niet te zullen aanvallen en met begrenzing
van beider belangensferen. Aangezien ae
nationaal-socialistische en de communisti
sche wereldbeschouwing lijnrecht tegen
over elkaar staan, was dat destijds geen
gemakkelijk stap voor den Führer. Beslis
send waren voor hem hierbij de volgende
overwegingen: In het k^der van de steeds
verder gaande politiek van omsingeling
had Engeland aan de meest verscheiden
landen van Eurooa garanties aangeboden,
onder het motief, dat deze landen door
Duitschen expansiedrang bedreigd werden.
Verder eaven Engeland en Frankrijk zich
in dien tijd moeite om de Sovjet-Unie door
middel van het aanbieden van een pact van
bijstand als een laatsten hoeksteen aan
hun tegen Duitschland gerichte omsinge-
lingspolitiek toe te voegen. In het besef, dat
het gelukken van een dergelijk plan. d.w.z.
het tot stand brengen van een coalitie van
machten als Frankrijk. Sovjet-Rusland en
Engeland voor Duitschland een ontzaglijk
gevaar en evenzeer voor heel Europa en
daarmee ook vóór alles voor de kleine na-
buurstaten in het Zuiden en in het Noor
den zou beteekenen. heeft de Führer Mos
kou op de hoogte gesteld van het onhoud
bare van de aan Duitschland toegeschreven
expansie-wenschen. Oo het oogenblik, dat
de Duitsche delegatie te Moskou aankwam,
hadden de onderhandelingen van de Engel
sche en Fransche militaire missies met de
Sovjet-regeering haar hoogtepunt bereikt.
Terwijl het nu aan de Duitsche delegatie
gelukte, om van haar kant. een ontsoan-
ning in de betrekkingen met Rusland te
weeg te hrengen, heeft Duitschland althans
op zijn minst bereikt, dat het onmiddellij
ke binnendrinpen van het bolsjewisme in
Eurooa werd verhinderd. Daarbij koesterde
de Führer de hoop, welke op grond van ze
kere verschijnselen in Rusland, waarover
van daar bepaalde berichten waren verkre
gen, gewettigd scheen, dat de verdere uit
werking van de betere verstandhouding
met Rusland de Sovjets er toe zou bren
gen hun denkbeeld van een wereldrevolu
tie op te geven, waardoor dg Sovjet-Unie
ook overigens* geleidelijk aön een vreed
zame nabuur van Duitschland en ook voor
de andere aan Rusland grenzende landen
van Europa kon worden.
Duitschland heeft_dan ook loyaal en ge
heel in overeenstemming met ziin verkla
ringen sinds den zomer van 1939 een vol
komen andere politiek ten oDzichte^van
Rusland doorgevoerd. Het heeft zich daar
bij steeds beperkt tot zuiver Duitsche be
langensferen en het heeft met veel geduld
gepoogd in alle onkomende kwesties een
minnelijke schikking met de Sovjets te
treffen. Ingevolge zijn wensch alle moge
lijkheden tot 'conflicten bij voorbaat weg
te nemen, en geen enkele verdenking op
zich te laden, is het zelfs zoo ver gegaan,
dat het alle Volksduitschers uit de grens-
lalden naar Duitschland liet verhuizen.
Terwijl de Duitsche regeering geloofde
hierdoor een overeenkomstige houding
van de Sovjet-regeering tegenover
Duitschland zelf of ook tegenover de om
De gordel rond Leningrad Is nauw
toegehaald. De bewakingsposten
signaleeren iedere pógmg van de inge
sloten bolsjewisten om door den hechten
ring heen te breken. De wacht in een
der loopgraven (Atlantic-Holland)
liggende landen te mogen verwachten,
werd zij in dit opzicht, zooals wel alge
meen bekend is, diep teleurgesteld.
In de nota die het ministerie van buiten
landsche zaken op den 22en Juni 1941 aan
ae Sovjet-regeering deed toekomen, heeft
de Duitsche regeering voor de heele we
reld bekend gemaakt op welke smadelijke
wijze Duitschland door de Sovjet-regee
ring om den tuin werd geleid, en dat de
Sovjets de afspraken van 1939 slechts als
tactische schaakzetten hadden beschouwd.
Stalin voorzag, dat Engeland tot den oorlog
tegen Duitschland besloten was. Hij hoopte
op een langen afmattingsoorlog tusschen
Duitschland en de westelijke democratiën,
die het hem zonder bijzondere krachtsih-
spaning mogelijk zou maken, het bolsjewis
me in Europa binnen te doen dringen. In
deze hoop zag hij zich bedrogen door de
snelle Duitsche overwinning op Frankrijk
en het verdrijven van de Engelschen uit
Europa. Thans wijzigde hij zijn tactiek,
bracht direct weer verbindingen tot stand
met Engeland en Amerika en bespoedigde
den militairen opmarsch tegen Duitsch
land.
Het ministerie van Buitenlandsche Za
ken heeft destijds in bijzonderheden aan
getoond, hoe communistische agenten on
danks het Duitsch-Russische pact ook ver
der onderijnend werkten en spionage en
sabotage tegen Duitschland bedreven, en
hoe de Komintern in de Balkanlanden en
verder in heel Europa haar propaganda-
activiteit voortzette. Het heeft er verder op
gewezen, hoe de Sovjet-macht, in strijd
met alle overeenkomsten, de gebieden in
Oost-Europa verder bolsjewiseerde; hoe de
Sovjets in het Noorden het prijsgeven van
Finland, in het Zuid-Oosten van Bulgarije,
en verder de Duitsche toestemming tot het
inrichten van militaire steunpunten aan de
zee-engten verlangden en hoe de Führer
deze aanspraken van de hand wees; hoe de
Sovjets het Roode leger van de Noorde
lijke IJszee tot aan de Zwarte Zee toe
steeds meer naar het Westen verplaatsten,
totdat ten*slotte de geheele Russische strijd
macht "tot aan onze grens, de Finsche en
Roemeensche was opgemarcheerd en hoe de
Sovjets ten slotte begonnen geheel paral
lel met hun militairen opmarsch ook op di
plomatiek terrein steeds meer openlijk te
gen Duitschland stelling te nemen. De in
triges van de Sovjets in Bulgarije, Hon
garije, Roemenië en in Finland en de over
eenkomst met Servië mogen hier nogmaals
vermeld worden.
In het bijzonder echter heeft de nota van
het ministerie van buitenlandsche zaken er
destijds reeds op gewezen, dat de Duitsche
regeering over de bewijsstukken beschik
te, waaruit bleek, dat de Engelsche ge-
zant Cripps het geheele jaar 1940 in Moskou
toch nog gepoogd had de Sovjets voor de
Engelsche doeleinden te winnen en met
hoeveel succes deze pogingen bekroond
waren. Inmiddels had de Duitsche regee
ring ook precieze inlichtingen verkregen
over de geheime zitingen van het Engel
sche Lagerhuis in 1940. Uit deze bewijs
stukken blijkt zonneklaar, dat het Lager
huis na de ineenstorting van Frankrijk over
den voortgang en de kansen van den oor
log begrijpelijkerwijze\ buitengewoon be
zorgd was. De heer Churchill heeft toen,
blijkens de ons ter beschikking staande
gevens gepoogd, de onrust van het Lager
huis te bezweren en het Engelsche volk
opnieuw voor zijn oorlogspolitiek te winnen
door voor het Lagerhuis te verklarein:
1. dat hij op grond van de door den ge
zant Cripps te Moskou gevoerde onderhan
delingen de besliste toezegging had ont
vangen, dat Sovjet-Rusland aan Engelsche
zijde aan den oorlog zou deelnemen; en
2. dat president Roosevelt hem zonder
eenige beperking had toegezegd, dat deze
de Engelsche oorlogvoering zou steunen.
Op grond van de inlichtingen, welke wij
over deze geheime zittingen verkregen
hebben, is het den heer Churchill ten slot
te alleen door deze verklaringen gelukt,
de bedenkelijke stemming die zich bij ve
le afgevaardigden openbaarde, weg te ne
men, en hen aap den leiband te houden.
Engelsche en Russische agenten werkten
in 1940 reeds gemeenschappelijk tegen de
Duitsche en Italiaansche belangen. In het
begin van 1941 neemt deze reeds genoemde
Engelsch-Sovjet-Russische samenwerking
nog steeds toe, totdat zij met de Balkan-
crisis in het begin van April van dit jaar
voor de heele wereld duidelijk werd. On-
omstootelijk heeft de nota van het mini
sterie van buitenlandsche zaken eveneens
vastgesteld, dat de Putsch,na de toetre
ding van het toenmalige Joego-Slavië tot
het Driemogendhedenpact, door Engeland
was aangezet, en dat deze door Engeland
met goedkeuring van Sovjet-Rusland was
geënsceneerd. Het doel van dit Engelsch-
Russische plan was, de zich op den Bal
kan bevindende Duitsche troepen zoo mo
gelijk van drie kanten aan te vallen, een
plan dat zooals bekend is dank -zij de hou
ding van onze Balkenvrienden en de Tinrk-
sche regeering door de snelle overwinnin
gen van de As werd verijdeld.
De kort voor het uitbreke.n van den
Duitsch-Russischen oorlog bekend gewor
den oproep van Lord Beaverbrook om
Rusland met alle ter beschikking staande
middelen te steunen en zijn tot de V. S.
gericht betoog, hetzelfde te doen, belicht
te voor de eerste maal heel openlijk den
waren stand van de Engelsch-Russische
betrekkingen, zoodat het kort na het uit
breken van de Duitsch-Russische vijande
lijkheden tusschen Moskou en Londen be
kend gemaakte sluiten van een verbond
slechts de officieele bevestiging was van
een toestand, die in werkelijkheid in het
geheim reeds langen tijd bestaan had.
Inderdaad is hek thans de geheele we
reld duidelijk, dat de va banque-speler
Churchill, toen hij Sovjet-Rusland tot een
breuk met Duitschland aanzette, waarbij
zijn eigen wenschen in de lijn vielen van
die van Roosevelt en' Stalin, zijn laatste
kaart in Europa tegen Duitschland uit
speelde, en dat hij daarvan alles ver
wachtte.
Met Churchill liet nu ook de heele
Joodsch-Angelsaksische wereld het masker
vallen, gedragen door dè hoop, dat Rus
land toch nog in staat zou kunnen zijn, een
verandering in de voor Engeland zoo fa
tale militaire situatie in Europa tot stand
te brengen.
Op zeldzaam onwaardige wijze verheer
lijkten thans de Wesiersche democratieën
plotseling het agressiese bondgenootschap
met het bolsjewisme. Engelsche conserva
tieven en Amerikaansche milliardairs, die
tot dusver ieder contact met bolsjewisten
als met melaatschen gemeden hadden, ver
klaarden voor de wereld, dat Rusland het
land van de vreugde was, het land van den
lach en het goede, burgerlijke leven.
Duitsch-Spaansche wapenbroederschap
aan het Oostfront. Bi] het sorteeren
der veldpost gaat de arbeid van Duit-
schers en Spanjaarden hand in hand
(Orbis-Holland)
Engelsche en Amerikaansche vakver-
eenipings- en boerenleiders bewezen hun
verbaasden toehoorders haarfijn, dat de
Sovjets een waar paradijs van goed door
voede en tevreden arbeiders geschapen
hadden en dat de kolchozen het fundament
waren voor het in standhouden van een
welgestelden op vruchtbare hoeven leven
den boerenstand, Joodsche en Britsche ge
leerden en leden van cultureele vereenigin-
gen verklaarden, gezeten in clubfauteuils
te Londen en New York, dat de Sovjet-
Unie van oudsher een bolwerk van weten-
schappelijken en cultureelen scheppingsar-
beid geweest was. De aartsbisschop van
Canterbury bad tijdens een officieele gods
dienstoefening voor het Sovjet-legr en zijn
Vriend Stalin. Churchill en Roosevelt ver
telden aan hun volken, dat geen regeerings-
vorm de door hen geproclameerde heilige
grondvesten der democratie meer nabij
kwam dan juist het bolsjewistische sys
teem.
Alles ging zich in de Westersche demo
cratieën te buiten aan erbarmelijke lief
des- en sympathiebetuigingen voor den
Joodsch-bolsjewistischên m isdadigersstaat,
terwijl de materieele hulp, waarop Sta
lin vlaste, toch nog uitbleef. Het had in
derdaad een realistische noot, toen Chur
chill en Stalin elkaar voor kort weder
zijds als „old warhorses" bestempelden. Het
wil mij voorkomen, dat dit hun ware hou
ding ten opzichte van elkaar heel wat na
der komt.
LAATSTE MILITAIRE HOOP DER
ANGELSAKSERS VERNIETIGD.
In vijf maanden tijds is nu ook deze laat
ste militaire hoop der Angelsaksers vernie
tigd. Mijne heeren, ik geloof, dat ik niets
te veel zeg, als ik beweer, dat deze vijf
maanden veldtocht in het Oosten als de
grootste militaire daad die de wereldge
schiedenis kent. bestempeld kunnen wor
den. In deze vijf maanden is het gelukt, in
een strijd met taaie, verbeten en uit
angst voor een schot in den rug van hun
eigen commissarissen tot den dood toe
vechtende tegenstanders, tegen niet te
overziene hoeveelheden oorlogsmaterieel.
artillerie, tanks van de modernste typen,
tegen de ontzaglijke terreinmoeilijkheden
van de Russische ruimte, tegen ongunstig
weer, modder, regen, sneeuw, koude en an
dere obstakels, over de onbegaanbare we-
gen van dit land, de goed uitgeruste en
wat getalsterkte betreft grootste leger
macht ter wereld volkomen in elkaar te
slaan. Dit is een zoo roemvolle daad van
onze soldaten en van de met hen verbon
den troepen, dat zij ieder, die de verschil
lende phasen van dezen gigantischen strijd
ook maar uit de verte h'èeft meebeleefd,
met onuitsprekelijke bewondering vervult
en waarop het vaderland slechts met eer
bied kan zien. Maar toch geloof ik. dat alle
heldendaden van onze wonderbaarlijke
troepen ondanks alles vergeefsch zouden
zijn geweest, als niet een alles omvattend
veldheersgenie, zooals het maar eens voor
alle tijden voorkomt, deze veldslagen ge
leid had.
Het geheim, waarmede de Russische ko
los zich bewust had omgeven, en dat hem
in de beide laatste tientallen jaren bijna
volkomen van de buitenwereld had afge
sloten, werd pas in het verloop van dezen
veldtocht in zijn vollen omvang onthuld.
Gedreven door ongebreidelden machts-
drang heeft hier êen tyran, die zich aan
het wereldjodendom verkocht heeft, alle
kracht van zijn volkeren ten getale van 100
millioen zielen slechts op één doel gericht:
de verovering van de wereld door het
bolsjewistische moscovietcndom.
In het besef, dat propaganda alleen ter
bereiking van dit doel niet voldoende was,
heeft Stalin met ijzeren consequentie en
zonder mededoogen Sovjet-Rusland voor
het vervullen van deze taak met geweld
voorbereid. Menschen en materiaal wer
den met hetzelfde fanatisme voor dit
doel geofferd. De cultureele en materieele
levensstandaard der Russen stemt over
een met het peil van slaven. Terwijl hij
huizen moet in armzalige holen en half
verhongerd is. heeft de huidige Rus alles
verloren, wat het leven voor ons van
waarde maakt. Arbeidsprestaties, schoon
heid, familie, God zijn voor hem geen be
grippen meer. 'Afgestompt, hard, wreed,
zonder levensvreugde en idealen is de Rus
tot een niveau gezonken, waarvan men
zich nauwelijks meer een voorstelling kan
maken.
Er ligt iets diep tragisch in het feit en
ook in het besef, dat een door de men
schen zelf uitgedacht systeem in nauwe
lijks een generatie in staat is de men
schen bijna tot dieren te maken. In een at
mosfeer als van een tuchthuis werden de
boeren en arbeiders tot het oorlogshand-
werk geprest en de laatste roebel werd
voor het Roode leger van het wereldjo
dendom uitgegeven voor oorlogsuitrusting
en nog eens oorlogsuitrusting. Zoo ont
stonden op plaatsen, waar nog slechts wei
nige jaren geleden dorpjes en kleine ste
den hadden gestaan, enorme bedrijven voor
de bewapenings- en oorlogsindusrie, daar,