De rede van Rijksminister von Ribbentrop WOENSDAG 3 DECEMBER 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 De rede, door den minister van Buiten- landsche Zaken van het Duitsche Rijk ge houden ter gelegenheid van het Berlijnsche congres der staten, die als oude of nieuwe partners aan het anti-komintern pact deelnemen, is in ons blad reeds in een uitvoerig uittreksel verschenen. Nu een vertaling van den volledigen tekst be schikbaar is, willen wij deze rede alsnog in haar geheel geven. Mijne heeren, mijne partijgenooten! Ik dank u, dat gij zijt verschenen op deze bijeenkomst, die er toe dient om de in Berlijn aanwezige leden van de rijksregee- ring, van staat, partij en weermacht, de vertegenwoordigers van kunsten en we tenschappen, de industrie en mannen uit alle gebieden van het Duitsche leven in de gelegenheid te stellen kennis te maken met onze zeer welkome, buitenlandsche casten. Ik begroet ook in het bijzonder in mns midden de binnen- en buitenlandsche vertegenwoordigers van de pers en van de radio. Mijne heeren, wij hebben de eer de ministers van buitenlandsche zaken van de meeste Europesche staten alsmede ver- - tegenwoordigers van met ons bevriende staten van het Verre Oosten thans in de hoofdstad van het Rijk te zien, n.l. de ver tegenwoordigers van Italië, Japan, Honga rije, Mandsjoekwo, Spanje. Roemenië, van Slowakije, Kroatië, Finland en Denemar ken. Met de vertegenwoordigers van deze staten, die de ordening beoogen, waarbij ook nog China gekomen is, hebben wij gis teren een heilig pact tegen de Komintern bevestigd, dat den wil van hun volken tot uitdrukking brengt om tot de definitieve bevrijding van het communisme samen te werken en daarbij niet eerder te rusten tot ook het laatste symptoom van deze vreeselijkste geestesziekte der menschheid verdwenen is. Nogmaals zij hier ter gele genheid van deze bijzondere gebeurtenis onze vreugde en voldoening er over uitr gedrukt, dat een nieuwe mijlpaal werd be reikt op den weg tot aaneensluiting en vorming van het nieuwe Europa en tot het grondvesten van een meer rechtvaardige orde ook in de overige wereld. Mijne heeren. ik zou van deze gelegen heid gebruik willen maken om u een kort overzicht te geven van het ontstaan en het verloop van den oorlog, benevens over de opvatting van de Duitsche regeering over de huidige situatie op "het gebied der bui tenlandsche politiek. Door het heldendom van de Duitsche weermacht en de verbon den troepen van Italië, Roemenië, Honga rije en Slowakije, van 't dappere volk in het Noorden en de vrijwilligerscontingem ten uit Spanje, Frankrijk, Kroatië, Dene marken. Noorwegen, Nederland en België is de staatkundige macht van het commu nisme gebroken en zal deze zich naar het woord van den Führer nooit meer verheffen. Twee groote mannen, de Führer van Duitschland en de Duce van Italië, hebben het eerst meer dan twintig jaar geleden het bolsjewistische gevaar geconstateerd, den strijd aangebonden tegen deze laatste uiting van verval in de opvattingen en ze den van een stervend tijdperk, en hun ge zonde volken van den opdoemenden af grond teruggesleurd. Nadat de beide lei ders door hun voorbeeld en de leer van het nationaal-socialisme en het fascisme de eigenlijke voorwaarden voor het bestaan van hun volken geschapen hadden, ont moetten zij bij hun tweeden stap, n.l. het ook naar buiten beveiligen van de toe komst hunner volkeren, een bijna onover komelijke vijandschap van de buitenwe reld. De westelijke democratiën, die geleid werden door een naar verhouding kleine laag uitbuiters van hun eicen volk, en die verstard waren in de egoïstische denkwijze der bezitters, en gewend als zij waren aan de uitbuitingparagrafen van het verdrag van Versailles, dat niet anders was dan een daad van waanzin, wilden van een herzie ning daarvan, ook van de allernoodzake lijkste, niets weten. Van den beginne af aan waren zij tegen iedere verstandige po ging van den Führer of den Duce gekant, om aan het Duitsche en het Italiaansche volk, die beide in het verleden bij de ver deeling der goederen dezer aarde te kort waren gekomen, zelfs maar het fundament van het leven, namelijk het dagelijksche brood, te verzekeren. Mijne heeren, het is thans vrijwel onbe grijpelijk, dat Engeland dezen oorlog tegen Duitschland op touw heeft gezet, omdat Duitschland door middel van een vrije volksstemming de Duitsche stad Danzig in het rijksverband terug wilde hebben en een autoweg wilde aanleggen door den Cor ridor. Dat was weliswaar slechts de voorgewen de aanleiding voor de Engelsche oorlogs verklaring aan' Duitschland van 3 Septem ber 1939. doch in werkelijkheid gunden de machthebbers van het'toen nog de wereld beheerschende Engeland, die bijzonder pleizier hadden in de rol van gouvernante van Europa, aan Duitschland niet de plaats, welke aan een groot volk in Europa toe kwam, of welke daaraan ook maar een eenieszins zorgenvrij bestaan had gewaar borgd. Men vraagt zich af: waarom? Het antwoord kan slechts luiden: Uit je rein ste machtsaanmatiging van Groot-Brittan- nië, dat zelf met 45 millioen Engelschen een derde van de aarde beheerscht, en daartegenover aan het Duitsche volk met meer dan 80 millioen zielen niet zijn nood zakelijke, waarlijk allerbescheidenste, le vensruimte gunde. En uit bezorgdheid van zijn regeerders voor de Duitsche flinkheid en voor het sociale voorbeeld van een weer sterker geworden Duitschland, geloofden dezen, die toen de regeering in handen hadden, dat zij slechts door Duitschland opnieuw te onderdrukken hun onrechtvaar dige heerschersaanspraken konden beveili gen, in plaats van dat zij de Duitsche ge lijkgerechtigdheid weer invoerden en op basis van pariteit der beide volken een vergelijk voor de wederzijdsche belangen trachtten te vinden, en daarbij nog verder gaande een nuttige belangengemeenschap t.o.v. de overige wereld te grondvesten, ""■'genover dit alles heeft de Führer tegen over Engeland een grootmoedige en lank moedige politiek gevoerd, die in vergelij king met het onrecht, dat het Duitsche volk in het verleden door Engeland was aangedaan, wel als voorbeeld mag gelden, en die daardoor begrijpelijk wordt, dat de Führer, consequent aan zijn toenmalig be sluit, alles in het werk wilde stellen om te pogen met Engeland tot een schikking te komen, die voor beide landen nut zou af werpen en voordeelig zou zijn. Wanneer men zich de voordeelen voor Engelknd van déze politiek van den Führer voor oogen stelt, welke niet alleen het Engel sche eilandenrijk zoowel territoriaal als maritiem wilde veilig stellen, maar zelfs* nog verder ging, n.l. bereid was, het Engel sche imperium door Duitsche machtsmidde len in stand te houden, dan zal ieder ver standig mensch zich voor zijn hoofd slaan, hoe de Britsphe staatslieden zoo blind heb ben kunnen zijn. Het werd ons ook toen tijdens de onder handelingen wel reeds duidelijk, dat be slissende, voor alles joodsche, invloeden in Engeland de meening waren toegedaan, dat Duitschland of met de hem door Enge land toegedachte rol in Europa genoegen zou nemen, dat is dus de rol van een infe rieure patie, en het door Eneeland als pas send beoordeelde, levensniveau zou ac- cepteefen onverschillig of deze levens standaard te; verdragen was of niet, of, er komt oorlog. Bij alle onderhandelingen, die destijds gevoerd werd. waren deze verkapte of openlijk uitgesoroken oorlogsdreigementen steeds de laatste wijsheid van de Britsche staatslieden. Ik kan hier met een gerust geweten als kroongetuige optreden, aangezien ik in de jaren na de overname van de macht tel kens weer de aanbiedingen van den Füh rer aan Engeland overbracht en telkens weer terug kon keeren om den Führer te melden, dat zij door de Engelschen hals starrig waren afgewimpeld en dat Enge land ons wel bij de eerste de beste gun stige gelegenheid den oorlog zou verklaren. Die dwaze halsstarrigheid was bijna onbe- grijnelijk Zij versterkte ons echter in ons oordeel over de ware gevoelens van de En gelsche regeerders tegenover Duitschland. Wie zulke ongekend gunstige voorstellen van de har.d v/ijst, is tot den oorlog beslo ten. t Of die verschrikkelijk knappe Engelsphe propagandisten gelijk hebben, wanneer ze beweren, dat ik, omdat ik het Engelsche wezen niet kende en het Engelsche karak ter verkeerd beoordeelde, den Führer had medegedeeld, dat Engeland nooit tot den oorlog zou overgaan, dat wil ik met alle genoegen aan het oordeel van de toekomst overlaten. Maar de toekomst zal ook iets anders, dat van veel grooter belang is, uit wijzen, namelijk, of die Engelsche staats lieden toentertijd een verstandige politiek gevoerd hebben of niet. Ik voor mij geloof, dat de beslissing daaromtrent reeds is ge vallen. Want het verschil tusschen toen en nu, dat moet zelfs den meest bekrompen Engelschman wel duidelijk zijn. Tpen: het aanbieden van een Duitwh bondgenootschap, waardoor Engeland en zijn imperium beveiligd zouden zijn, in ruil voor de erkenning van de bekende Duit sche herziening van Versailles en de terug gave va*n de Duitsche koloniën. En nu: En geland in een hopeloozen strijd gewikkeld tegen de sterkste machtscoalitie ter wereld. ENGELANDS OUDE SPELLETJE. Bij het begin der vijandelijkheden vatte de Engelschman zijn oude spelletje weer op, dat hem in hart en nieren is aangebo ren. Andere staten,.dat wil dus zeggen, het eene land na het andere in Europa, kon den voor hem vechten. Eerst Polen. Had Engeland aan Polen geen gdtantie verleend, dan was het zonder twijfel met Duitschland op vreedzame wij ze tot overeenstemming gekomen. Maar Engeland, of juister mijnheer Churchill, die, zooals wij onlangs te weten zijn geko men, reeds toen achter den rug van zijn eigen minister-president, Chamberlain, om, met president Roosevelt een complot smeedde en op een conflict aanstuurde, zette Polen tot tegenstand aan, om zoo een aanleiding voor den oorlog met Duitsch land te hebben. Tegelijkertijd moest Frank rijk, waarmee Duitschland ook op weg was tot een goede-oplossing te komen, door "het Engelsche gestook daartoe aangezet, er op losslaan. Stommelingen en misdadigers, die van Engeland afhankelijk waren, hebben dit land daartoe gebracht. Toen kwam Noorwegen aan de beurt, vervolgens Nederland en België. In een paar maanden tijds gelukte het de Duit sche weermacht, deze landen te bezetten, en Engeland kreeg zijn glorierijk Duinker ken Italië echter trad in dezen strijd der bezitters tegen de nietsbezittenden aan de zijde van Duitschland. Maar nog had Engeland er niet genoeg van. Bezeten door de idee, dat het zich in Europa kon vastnestelen, richtte het zijn aandacht op den Balkan. De As spande zich in dezen tijd op iedere mogelijke di plomatieke wijze in, om op den Balkan den vrede te bewaren. Tevergeefs! Engeland probeerde in plaats van de les van Duin kerken ter harte te nemen Griekenland en Joegoslavië voor zijn belangen in te spannen. Omdat hij de situatie juist be oordeelde en met het oog op de door deze staten reeds lang gevoerde intriges, hun onneutrale handelingen tot zelfs militairen steun tegen Italië bij zijn strijd in de Mid- dellandsche Zee toe, begon de Duce in de eerste plaats den ook hier door Engeland geprovoceerden strijd tegen Griekenland en opende hij de militaire operaties Toen ook Joegoslavië uiteindelijk aan Engelands zij de trad en Engeland nu ook zijn hulpvol ken uit Australië en Nieuw-Zeeland open lijk inzette, heeft de As na de intrede van het betere jaargetijde ook dit deel van Europa in weinige* weken van de Britten bevrijd. Zoo werden Servië, Griekenland en Kre ta het offer van deze Engelsche strategie. De de president der V.S. ook bij dit nieuwe Engelsche avontuur weer ijverig heeft medegeholpen, zij slechts terloops vermeld. Maar verder is er ook geen land in Europa, dat Engeland niet gepoogd heeft voor zich te winnen of voor zich te laten strijden. Maar een juist inzicht en een reeele beoordeeling van den toestand heb ben de verantwoordelijke staatslieden in die landen aanleiding gegeven, den juisten weg te kiezen en geen gehoor te geven aan de Engelsche garantie-aanbiedingen en overige influisteringen. Maar ook het beslissende militaire echec, dat Engeland zich in het Noorden, Westen, Zuiden en Zuidoosten van Europa op den hals had gehaald, bracht het niet tot rust. De heele hoop van Mr. Churchill en zijn trawanten in de Vereenigde Staten met mijnheer Rr» sevelt aan het hoofd, was nu op het Oosten gevestigd. Hiermede kom ik, mijne Heeren, tot die faze van den gemeenschappelijken vrij heidsstrijd, welke, daar ben ik zeker van, eens voorwaar beschouwd zal worden als beslissend voor het lot van Europa en en daarmede voor de toekomst van de heele beschaafde wereld: den strijd tegen de Sovjet-Unie. Ik mag hier zeker eerst er aan herinne ren, hoe Duitschland in het jaar 1939 in de hoop toch nog een schikking te kunnen treffen tusschen het Duitsche en het Rus sische volk, met Moskou een verdrag heeft gesloten, en wel op basis van wederzijds niet te zullen aanvallen en met begrenzing van beider belangensferen. Aangezien ae nationaal-socialistische en de communisti sche wereldbeschouwing lijnrecht tegen over elkaar staan, was dat destijds geen gemakkelijk stap voor den Führer. Beslis send waren voor hem hierbij de volgende overwegingen: In het k^der van de steeds verder gaande politiek van omsingeling had Engeland aan de meest verscheiden landen van Eurooa garanties aangeboden, onder het motief, dat deze landen door Duitschen expansiedrang bedreigd werden. Verder eaven Engeland en Frankrijk zich in dien tijd moeite om de Sovjet-Unie door middel van het aanbieden van een pact van bijstand als een laatsten hoeksteen aan hun tegen Duitschland gerichte omsinge- lingspolitiek toe te voegen. In het besef, dat het gelukken van een dergelijk plan. d.w.z. het tot stand brengen van een coalitie van machten als Frankrijk. Sovjet-Rusland en Engeland voor Duitschland een ontzaglijk gevaar en evenzeer voor heel Europa en daarmee ook vóór alles voor de kleine na- buurstaten in het Zuiden en in het Noor den zou beteekenen. heeft de Führer Mos kou op de hoogte gesteld van het onhoud bare van de aan Duitschland toegeschreven expansie-wenschen. Oo het oogenblik, dat de Duitsche delegatie te Moskou aankwam, hadden de onderhandelingen van de Engel sche en Fransche militaire missies met de Sovjet-regeering haar hoogtepunt bereikt. Terwijl het nu aan de Duitsche delegatie gelukte, om van haar kant. een ontsoan- ning in de betrekkingen met Rusland te weeg te hrengen, heeft Duitschland althans op zijn minst bereikt, dat het onmiddellij ke binnendrinpen van het bolsjewisme in Eurooa werd verhinderd. Daarbij koesterde de Führer de hoop, welke op grond van ze kere verschijnselen in Rusland, waarover van daar bepaalde berichten waren verkre gen, gewettigd scheen, dat de verdere uit werking van de betere verstandhouding met Rusland de Sovjets er toe zou bren gen hun denkbeeld van een wereldrevolu tie op te geven, waardoor dg Sovjet-Unie ook overigens* geleidelijk aön een vreed zame nabuur van Duitschland en ook voor de andere aan Rusland grenzende landen van Europa kon worden. Duitschland heeft_dan ook loyaal en ge heel in overeenstemming met ziin verkla ringen sinds den zomer van 1939 een vol komen andere politiek ten oDzichte^van Rusland doorgevoerd. Het heeft zich daar bij steeds beperkt tot zuiver Duitsche be langensferen en het heeft met veel geduld gepoogd in alle onkomende kwesties een minnelijke schikking met de Sovjets te treffen. Ingevolge zijn wensch alle moge lijkheden tot 'conflicten bij voorbaat weg te nemen, en geen enkele verdenking op zich te laden, is het zelfs zoo ver gegaan, dat het alle Volksduitschers uit de grens- lalden naar Duitschland liet verhuizen. Terwijl de Duitsche regeering geloofde hierdoor een overeenkomstige houding van de Sovjet-regeering tegenover Duitschland zelf of ook tegenover de om De gordel rond Leningrad Is nauw toegehaald. De bewakingsposten signaleeren iedere pógmg van de inge sloten bolsjewisten om door den hechten ring heen te breken. De wacht in een der loopgraven (Atlantic-Holland) liggende landen te mogen verwachten, werd zij in dit opzicht, zooals wel alge meen bekend is, diep teleurgesteld. In de nota die het ministerie van buiten landsche zaken op den 22en Juni 1941 aan ae Sovjet-regeering deed toekomen, heeft de Duitsche regeering voor de heele we reld bekend gemaakt op welke smadelijke wijze Duitschland door de Sovjet-regee ring om den tuin werd geleid, en dat de Sovjets de afspraken van 1939 slechts als tactische schaakzetten hadden beschouwd. Stalin voorzag, dat Engeland tot den oorlog tegen Duitschland besloten was. Hij hoopte op een langen afmattingsoorlog tusschen Duitschland en de westelijke democratiën, die het hem zonder bijzondere krachtsih- spaning mogelijk zou maken, het bolsjewis me in Europa binnen te doen dringen. In deze hoop zag hij zich bedrogen door de snelle Duitsche overwinning op Frankrijk en het verdrijven van de Engelschen uit Europa. Thans wijzigde hij zijn tactiek, bracht direct weer verbindingen tot stand met Engeland en Amerika en bespoedigde den militairen opmarsch tegen Duitsch land. Het ministerie van Buitenlandsche Za ken heeft destijds in bijzonderheden aan getoond, hoe communistische agenten on danks het Duitsch-Russische pact ook ver der onderijnend werkten en spionage en sabotage tegen Duitschland bedreven, en hoe de Komintern in de Balkanlanden en verder in heel Europa haar propaganda- activiteit voortzette. Het heeft er verder op gewezen, hoe de Sovjet-macht, in strijd met alle overeenkomsten, de gebieden in Oost-Europa verder bolsjewiseerde; hoe de Sovjets in het Noorden het prijsgeven van Finland, in het Zuid-Oosten van Bulgarije, en verder de Duitsche toestemming tot het inrichten van militaire steunpunten aan de zee-engten verlangden en hoe de Führer deze aanspraken van de hand wees; hoe de Sovjets het Roode leger van de Noorde lijke IJszee tot aan de Zwarte Zee toe steeds meer naar het Westen verplaatsten, totdat ten*slotte de geheele Russische strijd macht "tot aan onze grens, de Finsche en Roemeensche was opgemarcheerd en hoe de Sovjets ten slotte begonnen geheel paral lel met hun militairen opmarsch ook op di plomatiek terrein steeds meer openlijk te gen Duitschland stelling te nemen. De in triges van de Sovjets in Bulgarije, Hon garije, Roemenië en in Finland en de over eenkomst met Servië mogen hier nogmaals vermeld worden. In het bijzonder echter heeft de nota van het ministerie van buitenlandsche zaken er destijds reeds op gewezen, dat de Duitsche regeering over de bewijsstukken beschik te, waaruit bleek, dat de Engelsche ge- zant Cripps het geheele jaar 1940 in Moskou toch nog gepoogd had de Sovjets voor de Engelsche doeleinden te winnen en met hoeveel succes deze pogingen bekroond waren. Inmiddels had de Duitsche regee ring ook precieze inlichtingen verkregen over de geheime zitingen van het Engel sche Lagerhuis in 1940. Uit deze bewijs stukken blijkt zonneklaar, dat het Lager huis na de ineenstorting van Frankrijk over den voortgang en de kansen van den oor log begrijpelijkerwijze\ buitengewoon be zorgd was. De heer Churchill heeft toen, blijkens de ons ter beschikking staande gevens gepoogd, de onrust van het Lager huis te bezweren en het Engelsche volk opnieuw voor zijn oorlogspolitiek te winnen door voor het Lagerhuis te verklarein: 1. dat hij op grond van de door den ge zant Cripps te Moskou gevoerde onderhan delingen de besliste toezegging had ont vangen, dat Sovjet-Rusland aan Engelsche zijde aan den oorlog zou deelnemen; en 2. dat president Roosevelt hem zonder eenige beperking had toegezegd, dat deze de Engelsche oorlogvoering zou steunen. Op grond van de inlichtingen, welke wij over deze geheime zittingen verkregen hebben, is het den heer Churchill ten slot te alleen door deze verklaringen gelukt, de bedenkelijke stemming die zich bij ve le afgevaardigden openbaarde, weg te ne men, en hen aap den leiband te houden. Engelsche en Russische agenten werkten in 1940 reeds gemeenschappelijk tegen de Duitsche en Italiaansche belangen. In het begin van 1941 neemt deze reeds genoemde Engelsch-Sovjet-Russische samenwerking nog steeds toe, totdat zij met de Balkan- crisis in het begin van April van dit jaar voor de heele wereld duidelijk werd. On- omstootelijk heeft de nota van het mini sterie van buitenlandsche zaken eveneens vastgesteld, dat de Putsch,na de toetre ding van het toenmalige Joego-Slavië tot het Driemogendhedenpact, door Engeland was aangezet, en dat deze door Engeland met goedkeuring van Sovjet-Rusland was geënsceneerd. Het doel van dit Engelsch- Russische plan was, de zich op den Bal kan bevindende Duitsche troepen zoo mo gelijk van drie kanten aan te vallen, een plan dat zooals bekend is dank -zij de hou ding van onze Balkenvrienden en de Tinrk- sche regeering door de snelle overwinnin gen van de As werd verijdeld. De kort voor het uitbreke.n van den Duitsch-Russischen oorlog bekend gewor den oproep van Lord Beaverbrook om Rusland met alle ter beschikking staande middelen te steunen en zijn tot de V. S. gericht betoog, hetzelfde te doen, belicht te voor de eerste maal heel openlijk den waren stand van de Engelsch-Russische betrekkingen, zoodat het kort na het uit breken van de Duitsch-Russische vijande lijkheden tusschen Moskou en Londen be kend gemaakte sluiten van een verbond slechts de officieele bevestiging was van een toestand, die in werkelijkheid in het geheim reeds langen tijd bestaan had. Inderdaad is hek thans de geheele we reld duidelijk, dat de va banque-speler Churchill, toen hij Sovjet-Rusland tot een breuk met Duitschland aanzette, waarbij zijn eigen wenschen in de lijn vielen van die van Roosevelt en' Stalin, zijn laatste kaart in Europa tegen Duitschland uit speelde, en dat hij daarvan alles ver wachtte. Met Churchill liet nu ook de heele Joodsch-Angelsaksische wereld het masker vallen, gedragen door dè hoop, dat Rus land toch nog in staat zou kunnen zijn, een verandering in de voor Engeland zoo fa tale militaire situatie in Europa tot stand te brengen. Op zeldzaam onwaardige wijze verheer lijkten thans de Wesiersche democratieën plotseling het agressiese bondgenootschap met het bolsjewisme. Engelsche conserva tieven en Amerikaansche milliardairs, die tot dusver ieder contact met bolsjewisten als met melaatschen gemeden hadden, ver klaarden voor de wereld, dat Rusland het land van de vreugde was, het land van den lach en het goede, burgerlijke leven. Duitsch-Spaansche wapenbroederschap aan het Oostfront. Bi] het sorteeren der veldpost gaat de arbeid van Duit- schers en Spanjaarden hand in hand (Orbis-Holland) Engelsche en Amerikaansche vakver- eenipings- en boerenleiders bewezen hun verbaasden toehoorders haarfijn, dat de Sovjets een waar paradijs van goed door voede en tevreden arbeiders geschapen hadden en dat de kolchozen het fundament waren voor het in standhouden van een welgestelden op vruchtbare hoeven leven den boerenstand, Joodsche en Britsche ge leerden en leden van cultureele vereenigin- gen verklaarden, gezeten in clubfauteuils te Londen en New York, dat de Sovjet- Unie van oudsher een bolwerk van weten- schappelijken en cultureelen scheppingsar- beid geweest was. De aartsbisschop van Canterbury bad tijdens een officieele gods dienstoefening voor het Sovjet-legr en zijn Vriend Stalin. Churchill en Roosevelt ver telden aan hun volken, dat geen regeerings- vorm de door hen geproclameerde heilige grondvesten der democratie meer nabij kwam dan juist het bolsjewistische sys teem. Alles ging zich in de Westersche demo cratieën te buiten aan erbarmelijke lief des- en sympathiebetuigingen voor den Joodsch-bolsjewistischên m isdadigersstaat, terwijl de materieele hulp, waarop Sta lin vlaste, toch nog uitbleef. Het had in derdaad een realistische noot, toen Chur chill en Stalin elkaar voor kort weder zijds als „old warhorses" bestempelden. Het wil mij voorkomen, dat dit hun ware hou ding ten opzichte van elkaar heel wat na der komt. LAATSTE MILITAIRE HOOP DER ANGELSAKSERS VERNIETIGD. In vijf maanden tijds is nu ook deze laat ste militaire hoop der Angelsaksers vernie tigd. Mijne heeren, ik geloof, dat ik niets te veel zeg, als ik beweer, dat deze vijf maanden veldtocht in het Oosten als de grootste militaire daad die de wereldge schiedenis kent. bestempeld kunnen wor den. In deze vijf maanden is het gelukt, in een strijd met taaie, verbeten en uit angst voor een schot in den rug van hun eigen commissarissen tot den dood toe vechtende tegenstanders, tegen niet te overziene hoeveelheden oorlogsmaterieel. artillerie, tanks van de modernste typen, tegen de ontzaglijke terreinmoeilijkheden van de Russische ruimte, tegen ongunstig weer, modder, regen, sneeuw, koude en an dere obstakels, over de onbegaanbare we- gen van dit land, de goed uitgeruste en wat getalsterkte betreft grootste leger macht ter wereld volkomen in elkaar te slaan. Dit is een zoo roemvolle daad van onze soldaten en van de met hen verbon den troepen, dat zij ieder, die de verschil lende phasen van dezen gigantischen strijd ook maar uit de verte h'èeft meebeleefd, met onuitsprekelijke bewondering vervult en waarop het vaderland slechts met eer bied kan zien. Maar toch geloof ik. dat alle heldendaden van onze wonderbaarlijke troepen ondanks alles vergeefsch zouden zijn geweest, als niet een alles omvattend veldheersgenie, zooals het maar eens voor alle tijden voorkomt, deze veldslagen ge leid had. Het geheim, waarmede de Russische ko los zich bewust had omgeven, en dat hem in de beide laatste tientallen jaren bijna volkomen van de buitenwereld had afge sloten, werd pas in het verloop van dezen veldtocht in zijn vollen omvang onthuld. Gedreven door ongebreidelden machts- drang heeft hier êen tyran, die zich aan het wereldjodendom verkocht heeft, alle kracht van zijn volkeren ten getale van 100 millioen zielen slechts op één doel gericht: de verovering van de wereld door het bolsjewistische moscovietcndom. In het besef, dat propaganda alleen ter bereiking van dit doel niet voldoende was, heeft Stalin met ijzeren consequentie en zonder mededoogen Sovjet-Rusland voor het vervullen van deze taak met geweld voorbereid. Menschen en materiaal wer den met hetzelfde fanatisme voor dit doel geofferd. De cultureele en materieele levensstandaard der Russen stemt over een met het peil van slaven. Terwijl hij huizen moet in armzalige holen en half verhongerd is. heeft de huidige Rus alles verloren, wat het leven voor ons van waarde maakt. Arbeidsprestaties, schoon heid, familie, God zijn voor hem geen be grippen meer. 'Afgestompt, hard, wreed, zonder levensvreugde en idealen is de Rus tot een niveau gezonken, waarvan men zich nauwelijks meer een voorstelling kan maken. Er ligt iets diep tragisch in het feit en ook in het besef, dat een door de men schen zelf uitgedacht systeem in nauwe lijks een generatie in staat is de men schen bijna tot dieren te maken. In een at mosfeer als van een tuchthuis werden de boeren en arbeiders tot het oorlogshand- werk geprest en de laatste roebel werd voor het Roode leger van het wereldjo dendom uitgegeven voor oorlogsuitrusting en nog eens oorlogsuitrusting. Zoo ont stonden op plaatsen, waar nog slechts wei nige jaren geleden dorpjes en kleine ste den hadden gestaan, enorme bedrijven voor de bewapenings- en oorlogsindusrie, daar,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5