fBif&Mezing. VRIJDAG 31 OCTOBER 194i DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 DISTRIBUTIE VAN TEXTIELPRODUCTEN De regeling, welke op 3 November a.s. ingaat De Secretaris-Generaal van het Depar tement van Handel, Nijverheid en Scheep vaart maakt bekend, dat met ingang van 3 November a.s. de onlangs uitgereikte, der de, textielkaart voor den aankoop van tex- tielgoederen in gebruik zal worden geno- men. Uit den aard der zaak heeft de beschik bare hoeveelheid goederen het noodzake lijk gemaakt de rantsoeneering van textiel producten te verscherpen. In de eerste plaats zal met 60 punten (de nummers 61 t/m 120) volstaan moeten worden tot 1 Mei 1942, de punten van de nu loopende textielkaart zullen tegen de nieuwe waardeering voor het aankoopen van artikelen eveneens nog mogen worden gebruikt tot dien datum. In de tweede plaats zullen volgens de reeds gepubliceerde regeling de groote stukken en de stoffen daarvoor slechts te verkrijgen zijn op een speciale vergunning onder gelijktijdige inlevering van punten. Voorts is voor kousen en sokken, welke tot op zekere hoogte onontbeerlijk kunnen worden geacht en waarnaar de vraag groot is. een speciale regeling getroffen. In de waardeering van de punten is eenige verandering gekomen, die voor en kele artikelen iets gunstiger, voor andere ietsi ongunstiger is geworden. Enkele arti kelen, waarvan de aankoop tot nu toe zon der inlevering van punten kon geschieden, zullen voortaan slechts op punten verkrijg baar zijn. Textieltoeslagkaarten zullen eerst na 1 Januari 1942 worden uitgereikt. Nader zal worden bekend gemaakt, wie voor toeslag- kaarten in aanmerking kunnen komen. De nu loopende textiel toeslagkaarten blijven geldig tot 1 Mei 1942. Voor'kinderen van 1 tot 3 jaar en voor babies 'van 0 tot 1 jaar zullen binnenkort speciale textielkaarten worden uitgereikt. Op den dag der uitreiking van deze kaar ten vervalt de regeling, dat de benoodigd- heden voor kinderen beneden de drie jaar slechts op de distributiestamkaart van het kind of op de machtigingen voor aankoop van textielartikelen voor a.s. moeders kun nen worden gekocht. Hieronder volgen enkele nadere bijzon derheden aangaande de regeling. Bovenkleeding. Alle soorten overjassen, jekkers en da mesmantels (met uitzondering van speci fieke regenkleeding) evenals heeren- en jongenscostuums en onderdeelen daarvoor en alle stoffen voor de voornoemde artike len zullen vanaf 3 November uitsluitend op een speciale vergunning onder gelijktij dige inlevering van punten kunnen wor den gekocht. Een speciale vergunning zal slechts worden verstrekt aan hen, die niet meer beschikken over een draagbaar exem plaar vèm het aan te schaffen artikel. Zy, die tot Januari 1942 een overall noo- dig hebben, dienen deze aan te schaffen op de punten hunner textiel en/of textiel toe- slagkaart, voor deze beroepskleeding zul len geen speciale punten worden verstrekt. Kousen en sokken. Mannen en jongens van 15 jaar en ouder kunnen op de speciale kousenbonnen welke zich aan de bovenzijde van de tex tielkaart bevinden onder gelijktijdige afgifte van het daarvoor bepaalde aantal punten der textielkaart of textieltoeslag- kaart in de periode van 3 November 1941 tot 1 April 1942 twee paar kousen of sok ken koopen. Het eerste paar zal van 3 No vember en het tweede paar eerst vanaf 1 Februari 1942 verkrijgbaar zijn. Een der de kousenbon geeft dan vanaf 1 April 194Z nog eens een aankoopmogelijkheid van een paar kousen of sokken. Wanneer van deze kousenbon wordt gebruik gemaakt, zal men in afwijking van de beide vorige kousen- bonnen, daarvoor echter 1V, maal de pun- tenwaarde van kousen of sokken moeten offeren. De drie overige niet van een datumopdruk voorziene kousenbonnen mogen voorloopig niet worden gebruikt, deze krijgen eerst geldigheid na een be kendmaking op of omstreeks 1 Mei 194Z. Vrouwen en meisjes van 15 jaar en ouder kunnen op de van den datumopdruk „Nov.- April" voorziene kousenbon A een paar geminderde kousen (met naad) tegen de gewone puntenwaarde of twee paar onge- minderde rondgebreide kousen (zonder naad) elk tegen de halve puntenwaarde aanschaffen. Verder kunnen zij in de periode van 1 Januari 1942 tot 1 Anril 1942 op elk der kousenbonnen D. en C. nog een paar kou sen (of sokjes) tegen gelijktijdige afgifte van het vereischte aantal punten der tex tiel- en/of toeslagkaarten aanschaffen De kous bon D. welke vanaf 1 April 1942.ge bruikt mag worden, biedt de mogelijkheid tot aankoop van nog een paar kousen of sokken, doch wanneer deze kousenbon ge bruikt wordt, zal men daarvoor iy, maal de puntenwaarde moeten afstaan. De overige, niet van datumopdruk voor ziene. kousenbonnen mogen voorloopig evenmin worden gebruikt, deze krijgen eerst geldigheid na bekendmaking op of omstreeks 1 Mei 1942. Op de speciale kousenbonnen A. B. C. D. van de textielkaarten voor jongens en meisjes van 3—15 jaar, welke niet van da tumopdruk voorzien zijn, kunnen tegen ge lijktijdige afgifte van textielpunten, vier paar kousen en/of sokken worden gekocht tot 1 Mei 1942, de overige drie speciale kousenbonnen zullen eerst dan gebruikt mogen worden, nadat bij een nadere be kendmaking op of omstreeks 1 Mei 1942. daaromtrent mededeelingen zullen zijn verstrekt. Artikelen, welke nu vrij doch met in gang van 3 November slechts op purten verkrijgbaar zijn. Hieronder vallen de volgende artikelen: corsetten. corseletten, bustehouders, hoeden (met uitzondering van stroohoeden), pet ten, mutsen, baretten, gordels, buikbanden, pols- en borst- en kniewarmers en opera- tiejassen, bovendien zal men bij den aan koop van bontjassen en lederen jassen, voor de daarin aangebrachte zichtbare voe- ringstof. de puntenwaarde per verwerkte vierkante meter stof moeten geven. Artikelen verhoogd in puntenwaarde. Verhoogd in puntenwaarde werden ka toenen naai-, rijg- en festonneergarens, n..l tot 2 punten per 100 yard. Natuurzijden artikelen, welke vroeger onder de groep K. (kunstzijden artikelen) werden gerangschikt, zijn thans gebracht onder de groep W. (natuurwollen, natuur- Wolhoudende en natuurzijden artikelen), waardoor zij automatisch hooger in punten worden gewaardeerd. Artikelen verlaagd in puntenwaarde. Restcoupons van stoffen, die in de loo pende distributieperiode voor de volle pun tenwaarde moesten worden gekocht, zullen j voortaan tegen de halve puntenwaarde per vierkante meter worden gekocht en wel van stoffen tot en met 90 c.m. breedte, per restcoupon niet langer dan 1 meter, van stoffen boven 90 c.m. breedte, per restcou pon niet langer dan 60 c.m., terwijl rest coupons gordijnstoffen van 2 meter lengte en minder, van 3 November 1941 af tot de vrijgestelde producten gerekend worden en dus zonder leveringsvergunning kunnen worden gekocht. Artikelen, welke nu en ook voortaan vrij verkrijgbaar zullen zijn. Kunstzijdgn naai-, rijg- en festonneerga rens zullen in den vervolge puntenvrij verkrijgbaar zijn. Nog kan de aandacht er op worden ge vestigd, dat de verkooper de overlegging van de distributiestamkaart moet eischen en dat iedere houder van een textielkaart is verplicht zijn naam en adres op die kaart met inkt in te vullen. Over de nieuwe textielkaart is reeds veel te doen geweest. Tal van onjuiste geruch ten zijn haar komst voorafgegaan. We la ten dat thans rusten, omdat het veel be langrijker is wat de nieuwe textielkaart in werkelijkheid voor het publiek beteekent. Op komende minder gunstige verande ringen, die ten deele zelfs vrij ingrijpend zouden zijn, was men wel voorbereid. An ders was ook wel niet te verwachten, bijna anderhalf jaar hebben wij geput uit en ge teerd op onzen voorraad textielgoederen en textielgrondstoffen, die na Mei 1940 van buitenaf vrijwel niet meer is kunnen wor den aangevuld, terwijl onze eigen industrie niet by machte was te voldoen aan het beroep, dat in de huidige omstandigheden op haar werd gedaan. Zoo teerden we in, evenals dat op zoo menig ander gebied het geval was en werd het noodzakelijk de bestaande distributie- regeling te herzien. Want al slonken de voorraden, de rechtvaardigheid diende bij de rantsoeneering blijvend te worden be tracht. De minder kapitaalkrachtige bevol kingsgroepen mochten principieel niet in ongunstiger positie komen dan de meer welgestelden, die zoo licht de mogelijkheid kunnen aangrijpen om zich in ruime mate van het benoodigde. ook al is dat niet on middellijk noodzakelijk, te voorzien. Uit overwegingen van wat men pleegt te noemen de distributieve rechtvaardig heid" een eerlijke rantsoeneering dus, is nu voor de a.s. distributieperiode tot ze kere beperkingen overgegaan. HET EINDE DER CRISISORGANISATIES INGELUID DE OPRICHTING VAN DEN NEDERLANDSCHEN LANDSTAND De Landstand Persdienst meldt: De afgeloopen week heeft ons volk den Nederlandschen Landstand gebracht, met als verantwoordelijk leider den boeren leider E. J. Roskam Hzn. aan het hoofd. Niet beter dan door de woorden aan te halen uit het slot der officieele toelichting op de desbetreffende verordening, meenen wij de taak van dit instituut te kunnen j schetsen. Kort en krachtig werd daarin gezegd: „De hoofdtaak van den Landstand is en blijft de van alle politieke en overige beperkingen vrije samenvatting van het geheele landvolk, teneinde de zware taken van den tegenwoordigen tijd ten uitvoer te leggen en om aan den anderen kant het landvolk de grootst mogelijke rechten te geven". Tweemaal gaat daaraan een verzekering vooraf, en wel deze: „Met de uitwerking van de markt ordeningsorganisaties en den opbouw van den Landstand zal derhalve een einde ge komen zijn aan de crisisorganisaties". „Met behoud van de uitsluitende ver antwoordelijkheid van den Staat in de leiding van de voedingshuishouding juist in oorlogstijden bestaat hier de weg om vooral bij de provinciale en plaatselijke in stanties een samenwerking vol vertrouwen tot stand te brengen tusschen het Staats bestuur en de vertegenwoordigers van den Landstand". „Zoodra deze wisselwerking tusschen staat en Landstand tot stand is gebracht, is het tijdperk van de Crisisorganisaties de finitief overwonnen." Wat kan wel meer verheugend zijn voor onze boeren, dan deze verzekering dat het lot der crisisorganisaties in hun handen is gelegd. Hoe vreemd en onwennig velen misschien zullen staan tegenover de toe komst, ongetwijfeld zullen alle boeren in zien, dat met de oprichting van den Land stand een verleden wordt afgesloten, waar over niemand een traan behoeft te laten. Het tijdperk, waarin de crisisorganisatie .i stond van haar macht, ligt bij ieder onzer nog versch in het geheugen: de periode, waarin tegen-de-natuur werd vernietigd wat met Gods hulp moeizaam aan den akker was ontworsteld; waarin over het lot van den boer en zijn grond werd beslist door hen voor wie beide slechts theoretische waarde hadden. Wan neer de oprichting van den Nederland schen Landstand een nieuwe periode in luidt, dan moge als zijn eerste verdienste worden aangeteekend, dat hij ons hoeren dom eerherstel biedt door het de gelegen heid te geven, in verantwoordelijkheid tegenover volk en staat, zelf die regelen te stellen, welke het ter vervulling van zijn hoogsten plicht, ter verzekering van ij" hoofd ®n leiimateV alsook bij Kiespijn en gevatte Koude,IRheaMatische pijnen, Griep, Influenza en vaKzitte&le Hoest, zallen Mijnhard!^» Poeders U spoedig helpen. PrijAper poeder 8 ct* Doos -45 ct. Verkrijgbaal bij Uvr Drogist. zijn rechten, en ter zekerstelling van de toekomst van ons volk en daarmee van zichzelve, voor noodzakelijk houdt. Wanneer we den Landstand in het kort willen samenvatten, is het noodig er in de allereerste plaats op te wijzen, dat hij is: een openbaar lichaam in den zin der Grondwet, waaraan verordenende bevoegd heid is toegekend, een Beroepsstand, welks aangelegenheden door zijn leden met ver antwoordelijkheid worden bestuurd en ge leid. Dat de Landstand een beroepsstand is, blijkt uit. het feit, dat zoowel de boer en ae tuinder als de landarbeider, de-grond bezitter zoowel als de pachter, en zij allen met hun gezin in den stand zullen worden opgenomen. In verantwoordelijkheid tegenover het Nederlandsche volk werd zijn taak ver ankerd. Dat wil zeggen: dat niet enkel het belang der betrokkenen den doorslag geeft. Hierdoor wordt de overkoepeling van heel ons boerenorganisatieleven, en daar mee vanzelfsprekend ook de aangesloten organisaties zelve, op den volkschen grondslag geplaatst van verantwoordelijk heid voor het geheel. Was het karakter van strijdorganisatie den vakorganisaties reeds ontnomen, de leidinggevende gedachte waarvan ook de Landstand uitgaat is deze, dat alle econo mische en sociale maatregelen moeten worden getroffen, rekening houdende met het belang van het geheele volk ter eenre en het belang der betrokkenen ter andere zijde. Hiermede wordt dus tevens de hoek steen gelegd voor den socialen vrede in het bedryf. Binnen het kader van de door den Staat aan te geven richtlijnen zal de Landstand verder den landarbeider, den beer en het gezin inschakelen in de groote taak, die de geheele landelijke bevolking in den huidigen tijd moet vervullen. Draagt de Landstand als zoodanig het merkteeken der tijdsomstandigheden, het spreekt vanzelf, dat deze niet alleen hier aan ten grondslag liggen, maar vooral de zorg voor de toekomst van een gezonden boerenstand. Als zoodanig zal de Land stand vooral stimuleerend werken via het landbouwonderwijs, opdat het opkomend boerengeslacht zich bewust van ideeele waarden van zijn plicht zal kunnen kwij ten. Door de mogelijkheid van inschakeling van organisaties en vereenigingen, welke zich op nevengebieden bewegen en het recht van den Landstand voorstellen te doen betreffende vertegenwoordigers van den landbouw in alle belangrijke corpora ties, die beslissen over landbouwbelangen, wordt de Landstand in staat gesteld zijn invloed te doen gelden op alle gebieden waar dat noodig of wenschelijk is. De Staatscontrole werd opgedragen aan het Departement van Landbouw en Vis- sehery. Uit de soepele formuleering, dat ervoor gezorgd moet worden, «lat het op treden van den Staat en van den Land stand niet met elkander in strijd komen, blijkt welk een ruime mate van zelfstan digheid onzen boerenstand werd toege deeld. C. VAN GEELKERKEN BIEDT ER. MUS- SERT EEN BOEKWERK OVER DE GE SCHIEDENIS DER N.S.B. AAN Op het hoofdkwartier der N.S.B. heeft gistermiddag een korte, doch treffende plechtigheid plaats gehad. In het byzijn van tal van hooge functio narissen der beweging heeft de plaatsver vangende leider der N.S.B. C. van Geel kerken den leider dezer beweging Ir. A. A Mussert het eerste exemplaar van het boekwerk „Voor Volk en Vaderland, strijd der N.S.B." uitgegeven door de Nenasu t Utrecht, samengesteld door C. van Gee' kerken en weergevende de geschieden' der N.S.B. vanaf de oprichting tot hedc met een korte rede overhandigd. Ir. Mussert, zeide in zijn dankwoord vor dit geschenk o.m.: „U weet het, mijne kameraden, Adc^ Hitier heeft mij verzekerd, het Nederlarv sche volk te respecteeren en het een eigc plaats in het nieuwe Europa te geven, dor het is duidelijk, als er geen N.S.B. zou zi. geweest, dat er dan van een dergelijke toe zegging geen sprake zou zijn geweest". Vele autoriteiten uit de kringen der N.S.B. woonden deze plechtigheid bij. DISPENSATIE HOUTBESCHIKKING In de Ned. Staatscourant van Woensdag is opgenomen een mededeeling van den di recteur van' het rijksbureau voor hout, waarbij deze met ingang van 31 October 1941 voor het koopen, verkoopen, verwer ken enz. van exotische houtsoorten het be zit van een vergunning van het rijksbureau voor hout verplichtend stelt. Amerika's grootste zoutmijn NAAR PETROLEUM GEZOCHT, MAAR ZOUT GEVONDEN. Weinigen zullen weten, dat zich in de nabijheid van New York een van de groot ste zoutmijnen ter wereld bevindt schrijft een V.P.B.-medewerker. In Februari 1921 liet een ingenieur uit New York, dien men er van *h^d weten te overtuigen dat de bo dem zes mijlen ten Zuiden van de stad Rochester in-den staat New York petro leum bevatte, op die plaats boringen ver richten. In plaats van op petroleum stiet •hij echter op zout, Men weigerde hem echter te gelooven. Niemand was bereid oon te onderzoeken of de man soms gelijk had. Hij wist echter met steun van een bank zijn onderzoek voort te zetten en liet 36e Week 2—8 November. Evangelie van den H. Markus 4:30-6:13 De laatste parabel, welke Markus ons hier geeft, wijst op de geweldige groei kracht, welke Christus aan Zijn Rijk op aarde, de Kerk, geven zal. De evangelist is er zich van bewust, dat hij slechts een greep gedaan heeft uit de vele gelijkenis sen (4:33); we bemerken dan ook, dat Mat- teus er in hoofdstuk 13 veel meer geeft. Vers 34 komt nog even terug op Christus' woorden in vers 1112. Na de parabelen geeft Markus de beschrijving van vier wonderen. Bij deze verhalen moeten we er onzen aandacht aan geven, dat de wonder verhalen ons dikwijls meer geven dan het bewijs voor Christus' goddelijke mocht. In het algemeen wijzen ze ons op de reden van_ de Menschwording, namelijk de ver lossing uit de zonde; in vele gevallen ver lost Jesus door Zijn wondermacht de men schen van de gevolgen der zonde: gene zing van zieken, opwekking van dooden enz. Bij het wonder, verhaald in 4:3541, komt bijzonder uit de eisch, welke Chris tus stelt om te gelooven in de goddelijke Voorzienigheid. Al bestormen de moeie- lijkheden ons van alle kanten, zoodat er menschelijkerwijze geen uitweg is en we ons van God verlaten meenen, dan moe ten we achter alles blijven erkennen de wondere leiding Gods, Die alles ten goede richt voor wie Hem liefhebben. Dat vraagt een groot geloof! (Zondag). Een verschrikkelijk beeld van de beze tenheid door den duivel biedt de geschie denis van den bezetene der Gerasenen. We kunnen ons voorstellen, welk een afschuw een dergelijke toestand wekt; de man ge leek meer een wild dier dan een mensch. De duivel, die zooveel vermag, kan echter niet verder gaan dan God toelaat; hier lijdt satan tegenover Christus een groote neder laag. Wat een onteerend verzoek: „Zend mij naar de zwijnen, opdat we daar in gaan". Deze dieren waren voor de Joden onrein; zij mochten geen varkensvleesch eten, ja zelfs was het zwijn voor hen het beeld van allerlei onreinheid. De heidenen wisten dit. Zoo komt de verachtelijkheid van den satan nog scherper uit. Het slot van dit verhaal geeft ons een nieuwe belichting van de waarheid, dat Gods wegen anders zijn dan de onze; Hij laat Zich niet narekenen. De heidensche Gerasenen verzochten Christus heen te gaan uit hun gebied: zij vreesden Zijn macht. Christus geeft aan dit verzoek ge volg, maar laat den genezene achter onj Gods barmhartigheid aan zijn landgenoo- ten te verkondigen. Wie van ons zou zulk een persoon zonder prestige, zonder onder richt als eersten prediker uitzenden? We leeren hier, dat God ook door onvolmaakte instrumenten zijn bedoelingen kan uitwer ken: de eenige eisch is, dat we ons door God als instrument laten gebruiken; an ders gezegd: een ongeschiktheid volgens het oordeel der menschen behoeft voor God geen belemmering te zjjn (Maandag en Dinsdag). De geschiedenis van de vrouw, die aan bloedvloeiing leed, hebben we reeds gele zen bij Lukas (8:4348). We moeten hier letten op het verschil tusschen Markus 5:26 en Lukas 8:43; we denken eraan, dat Lu- kas als arts de eer van zijn collega's moet hooghouden, terwijl Markus in andere om standigheden verkeert. (Woensdag). Het is wel opvallend, dat in het koTtste evangelie (Markus) de opwekking van het dochtertje van Jafrus veel uitvoeriger wordt verhaald dan bij de andere evange listen; we hebben de bijzonderheden te danken aan den ooggetuige Petrus: bij het wonderv zyn slechts vijf getuigen toegela ten: de ouders van het kind en de drie ge liefde leerlingen. Heel nauwkeurig zijn de twee laatste verzen. (Donderdag). De maagdelijkheid van Maria heeft her haaldelijk bestrijders gevonden, die zich beriepen op de mededeelingen in het evan gelie over de „broeders en zusters van Je sus" (6:3). In onze Canisiusvertaling wordt terecht de verklaring gegeven bij Markus 15:40, omdat daar uit den samen hang reeds duidelijk is, dat hier geen spra ke is van broeders en zusters in de betee- kenis, waarin wij dat verstaan. Iedere bloedverwantschap werd met deze termen aangegeven. Ook in het Oude Testament gebeurde dit al: zo noemt Abraham zijn vrouw Sara een paar maal „zijn zuster" (Genesis hoofdstuk 20 en 24). Van den be ginne af hebben velen met dit gebruik bij de Joden geen rekening willen houden. Onder de eerste Christenen hebben som migen om voor goed met dien onwil af te rekenen een middel verzonnen om zelfs onwilligen te overtuigen. Zij stelden het toen voor, als zouden die „broeders en zusters" kinderen zijn van S. Joseph. Deze zou dus weduwnaar geweest zijn, toen hij zich aan Maria verloofde. Waarschijnlijk hebben we het aan deze goedbedoelde po ging te danken, dat S. Joseph meestal als een oude man wordt afgebeeld. Er is even wel geen enkele gezonde reden voor aan te geven, dat Maria en Joseph veel in leef tijd verschilden. Gelukkig, dat de nieu were afbeeldingen van Jesus' Voedster vader Hem meer en meer als een jongen man voorstellen. (Vrijdag). Bij de voorloopige uitzending der apos telen tijdens het openbare leven moet Mar kus natuurlijk vermelden, dat Christus „hun de macht gaf over de onreine gees ten" (6:7) en dat zij deze macht met suc ces hebben gebruikt (6:13). (Zaterdag). Bijbellezing voor de volgende week Zondag Markus 4:3041 Maandag Markus 5: 110 Dinsdag Markus 5:1120 Woensdag Markus 5:2134 Donderdag Markus 5:3543 Vrijdag Markus 6: 16 Zaterdag Markus 6: 713 over een oppervlakte vain 10 hectaren door een aantal arbeiders naar zout graven. Reeds een maand later konden de onge- loovigen zich er van overtuigen, dat de in genieur inderdaad een rijke zoutmijn had ontdekt, In Augustus richtte hy een maat schappij tot exploitatie van de zoutmijn op, die in den loop van de daaropvolgen de jaren volgens alle regelen van de mo derne techniek werd ontgonnen. Het witte goud strekt zich uit tot 350 meter diep on der den ibegcfoen grond. Wanneer men een Ibezoek brengt aan de witte stad komt men eerst in een onderaardsdh bureau, welks bodem, wanden en plafond uit zout be staan. Tegenover dit bureau bevindt zich een groote, mechanische werkplaats, die 60 meter lang, 10 meter breed en bijna 3 meter hoog is. De luchtverversching geschiedt door mid del van ventilatoren en luchtgeleidingen, die overal in de onderaardsehe stad zijn aangebracht. Zij wordt verlicht door schijnwerpers en kwikzilverlampen. De meeste dwars gang en zijn 25 meter lang en too hoog. dat de arbeiders rechtop kunnen 'oopen. De hoofdgangen zijn 2250 meter ing. In den zout-ondergrond zijn reusach- ïge blokken beton aangebracht; hierop taan de machines, waaraan de arbeiders en gamschen dag werken bij een tempera- uur van 17 granden Celsius. De zoutlagen 'orden door middel van springladingen aneengespleten. Het transport van de outblokken vindt plaats door een smal- ooor, dat door de hoofdgang van 11 me- 3r breedte rijdt. De blokken worden in en reusachtige draaitrommel gestort en oor een stampmachine verpulverd. In het -nidden van September heeft de zoutstad naar 20-jarig bestaan gevierd. In het eer ste jaar wierp zij 40.000 dollar winst af, thans evenwel 60 millioen dollar. WILT U IETS WETEN Vraag: Hoeveel jaar blijven artikelen, vooral kip, in de weck, goed? Ik heb een kip in de weck, die 20 jaar oud is. Zou die nog te gebruiken zijn? Antwoord: Inmaak in weck mits goed verzorgd, blijft onbeperkt goed. Of de kip nog goed is, is zoo niet uit te maken. Het beste is de flesch te openen. Vraag: Hoe is het recept om speculaas te. bakken? Antwoord: Benoodigdheden: 200 gr. zelfrijzend bakmeel 100 150 gr. boter, 120 gr. lichtbruine basterdsuiker, 8 80 gr, speculaaskruiden, zout,, geraspte oitroen- schil, le lepel melk (bij gebruik van 50 gr. boter 4 lepels melk), (50 gr. amande len), (50 gr. sucade), (60 gr. kruimels van koekjes deze maken het deegzachter). Alle bestanddeelen tot een zeer stijf deeg door elkaar kneden. Heeft men speculaas printen dan deze met bloem bestrooien, het deeg er in drukken en vlak boven de plank afsnijden. Daarna op een beboterd bakblik leggen. Heeft men geen printen dan met de hand figuren vormen. Dunne spe culaas bakken in een matig warmen oven (150 gr. 15 h 20 min. Dikke speculaas in een zeer weinig warmen oven (130 gr. C.3 3/4 k 1 uur. Vraag: Ik kook dikwijls rijst (natuur lijk van het rantsoentje!) Als ik deze in tvater kook, dan blijft alles goed. Kook ik ze in melk (met 2 1/2 pet. vet), dan schift de melk. Kan dit verholpen worden? Zoo ja, door welke methode? Antwoord: Probeert u eens de rijst pl.m. 5 min. af te koken in ruim water, daarna af te spoelen en de melk toe te voe gen. Mogelijk is ook de melk minder versch. LIED VAN DEZEN TIJD LIED VAN DEN SCHOORSTEENVEGER. Ik leef nu weer een tijdje lang Hoog boven op het dak; Ik ben daarboven heusch met bang En loop op mijn gemak; Ik doe mijn werk, zooals het moet, Als is 't gevaar ook groot, En 'k lig nu dikwijls zwart van roet En.nuchter, in de goot. Ik zie er uit als Zwarte Piet, De 'knecht van Sinterklaas. Wie mij zoo op de straten ziet Vindt dat een beetje dwaas. Maar zit ik boven op het dak, Waar ik mijn werk verricht, Dan past toch. bij mijn vegend vak Beslist een zwart gezicht. Zoo Wanneer ik door de straten ga Met roet in mijn gezicht, Dan weet men, want men kijkt mij na, Dat ik goed werk verricht. En daarom juist wasch ik mij niet, Dat doet mijn vak niet goed, Wat elders steeds met zeep geschiedt, Gebeurt bij mij met roet. 'k Zorg dat bij felle winterkou En winterlijk gestook, De kachel altijd trekken zou En branden zonder rook. Ik maak misschien uw huis wat zwart, Want 'k ben met roet bedekt, Maar ik spreek rechtstreeks tot uw hart, Wanneer uw kachel trekt. ik nu weldoende rond Hoog boven het gewoel Der menschen op beganen grond, Als 'k in den schoorsteen voel. Dan wordt u van roet en van rook Gemakkelijk bevrijd, En ik bezorg u daarbij ook Straks nog gezelligheid. TROUBADOUR. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 6