fBif&Mezing.
VRIJDAG 31 OCTOBER 194i
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
DISTRIBUTIE VAN TEXTIELPRODUCTEN
De regeling, welke op 3 November a.s. ingaat
De Secretaris-Generaal van het Depar
tement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart maakt bekend, dat met ingang van 3
November a.s. de onlangs uitgereikte, der
de, textielkaart voor den aankoop van tex-
tielgoederen in gebruik zal worden geno-
men.
Uit den aard der zaak heeft de beschik
bare hoeveelheid goederen het noodzake
lijk gemaakt de rantsoeneering van textiel
producten te verscherpen.
In de eerste plaats zal met 60 punten (de
nummers 61 t/m 120) volstaan moeten
worden tot 1 Mei 1942, de punten van de
nu loopende textielkaart zullen tegen de
nieuwe waardeering voor het aankoopen
van artikelen eveneens nog mogen worden
gebruikt tot dien datum.
In de tweede plaats zullen volgens de
reeds gepubliceerde regeling de groote
stukken en de stoffen daarvoor slechts te
verkrijgen zijn op een speciale vergunning
onder gelijktijdige inlevering van punten.
Voorts is voor kousen en sokken, welke tot
op zekere hoogte onontbeerlijk kunnen
worden geacht en waarnaar de vraag groot
is. een speciale regeling getroffen.
In de waardeering van de punten is
eenige verandering gekomen, die voor en
kele artikelen iets gunstiger, voor andere
ietsi ongunstiger is geworden. Enkele arti
kelen, waarvan de aankoop tot nu toe zon
der inlevering van punten kon geschieden,
zullen voortaan slechts op punten verkrijg
baar zijn.
Textieltoeslagkaarten zullen eerst na 1
Januari 1942 worden uitgereikt. Nader zal
worden bekend gemaakt, wie voor toeslag-
kaarten in aanmerking kunnen komen. De
nu loopende textiel toeslagkaarten blijven
geldig tot 1 Mei 1942.
Voor'kinderen van 1 tot 3 jaar en voor
babies 'van 0 tot 1 jaar zullen binnenkort
speciale textielkaarten worden uitgereikt.
Op den dag der uitreiking van deze kaar
ten vervalt de regeling, dat de benoodigd-
heden voor kinderen beneden de drie jaar
slechts op de distributiestamkaart van het
kind of op de machtigingen voor aankoop
van textielartikelen voor a.s. moeders kun
nen worden gekocht.
Hieronder volgen enkele nadere bijzon
derheden aangaande de regeling.
Bovenkleeding.
Alle soorten overjassen, jekkers en da
mesmantels (met uitzondering van speci
fieke regenkleeding) evenals heeren- en
jongenscostuums en onderdeelen daarvoor
en alle stoffen voor de voornoemde artike
len zullen vanaf 3 November uitsluitend
op een speciale vergunning onder gelijktij
dige inlevering van punten kunnen wor
den gekocht. Een speciale vergunning zal
slechts worden verstrekt aan hen, die niet
meer beschikken over een draagbaar exem
plaar vèm het aan te schaffen artikel.
Zy, die tot Januari 1942 een overall noo-
dig hebben, dienen deze aan te schaffen op
de punten hunner textiel en/of textiel toe-
slagkaart, voor deze beroepskleeding zul
len geen speciale punten worden verstrekt.
Kousen en sokken.
Mannen en jongens van 15 jaar en ouder
kunnen op de speciale kousenbonnen
welke zich aan de bovenzijde van de tex
tielkaart bevinden onder gelijktijdige
afgifte van het daarvoor bepaalde aantal
punten der textielkaart of textieltoeslag-
kaart in de periode van 3 November 1941
tot 1 April 1942 twee paar kousen of sok
ken koopen. Het eerste paar zal van 3 No
vember en het tweede paar eerst vanaf
1 Februari 1942 verkrijgbaar zijn. Een der
de kousenbon geeft dan vanaf 1 April 194Z
nog eens een aankoopmogelijkheid van een
paar kousen of sokken. Wanneer van deze
kousenbon wordt gebruik gemaakt, zal men
in afwijking van de beide vorige kousen-
bonnen, daarvoor echter 1V, maal de pun-
tenwaarde van kousen of sokken moeten
offeren. De drie overige niet van een
datumopdruk voorziene kousenbonnen
mogen voorloopig niet worden gebruikt,
deze krijgen eerst geldigheid na een be
kendmaking op of omstreeks 1 Mei 194Z.
Vrouwen en meisjes van 15 jaar en ouder
kunnen op de van den datumopdruk „Nov.-
April" voorziene kousenbon A een paar
geminderde kousen (met naad) tegen de
gewone puntenwaarde of twee paar onge-
minderde rondgebreide kousen (zonder
naad) elk tegen de halve puntenwaarde
aanschaffen.
Verder kunnen zij in de periode van 1
Januari 1942 tot 1 Anril 1942 op elk der
kousenbonnen D. en C. nog een paar kou
sen (of sokjes) tegen gelijktijdige afgifte
van het vereischte aantal punten der tex
tiel- en/of toeslagkaarten aanschaffen De
kous bon D. welke vanaf 1 April 1942.ge
bruikt mag worden, biedt de mogelijkheid
tot aankoop van nog een paar kousen of
sokken, doch wanneer deze kousenbon ge
bruikt wordt, zal men daarvoor iy, maal
de puntenwaarde moeten afstaan.
De overige, niet van datumopdruk voor
ziene. kousenbonnen mogen voorloopig
evenmin worden gebruikt, deze krijgen
eerst geldigheid na bekendmaking op of
omstreeks 1 Mei 1942.
Op de speciale kousenbonnen A. B. C. D.
van de textielkaarten voor jongens en
meisjes van 3—15 jaar, welke niet van da
tumopdruk voorzien zijn, kunnen tegen ge
lijktijdige afgifte van textielpunten, vier
paar kousen en/of sokken worden gekocht
tot 1 Mei 1942, de overige drie speciale
kousenbonnen zullen eerst dan gebruikt
mogen worden, nadat bij een nadere be
kendmaking op of omstreeks 1 Mei 1942.
daaromtrent mededeelingen zullen zijn
verstrekt.
Artikelen, welke nu vrij doch met in
gang van 3 November slechts op purten
verkrijgbaar zijn.
Hieronder vallen de volgende artikelen:
corsetten. corseletten, bustehouders, hoeden
(met uitzondering van stroohoeden), pet
ten, mutsen, baretten, gordels, buikbanden,
pols- en borst- en kniewarmers en opera-
tiejassen, bovendien zal men bij den aan
koop van bontjassen en lederen jassen,
voor de daarin aangebrachte zichtbare voe-
ringstof. de puntenwaarde per verwerkte
vierkante meter stof moeten geven.
Artikelen verhoogd in puntenwaarde.
Verhoogd in puntenwaarde werden ka
toenen naai-, rijg- en festonneergarens, n..l
tot 2 punten per 100 yard.
Natuurzijden artikelen, welke vroeger
onder de groep K. (kunstzijden artikelen)
werden gerangschikt, zijn thans gebracht
onder de groep W. (natuurwollen, natuur-
Wolhoudende en natuurzijden artikelen),
waardoor zij automatisch hooger in punten
worden gewaardeerd.
Artikelen verlaagd in puntenwaarde.
Restcoupons van stoffen, die in de loo
pende distributieperiode voor de volle pun
tenwaarde moesten worden gekocht, zullen j
voortaan tegen de halve puntenwaarde per
vierkante meter worden gekocht en wel
van stoffen tot en met 90 c.m. breedte, per
restcoupon niet langer dan 1 meter, van
stoffen boven 90 c.m. breedte, per restcou
pon niet langer dan 60 c.m., terwijl rest
coupons gordijnstoffen van 2 meter lengte
en minder, van 3 November 1941 af tot de
vrijgestelde producten gerekend worden
en dus zonder leveringsvergunning kunnen
worden gekocht.
Artikelen, welke nu en ook voortaan
vrij verkrijgbaar zullen zijn.
Kunstzijdgn naai-, rijg- en festonneerga
rens zullen in den vervolge puntenvrij
verkrijgbaar zijn.
Nog kan de aandacht er op worden ge
vestigd, dat de verkooper de overlegging
van de distributiestamkaart moet eischen
en dat iedere houder van een textielkaart
is verplicht zijn naam en adres op die kaart
met inkt in te vullen.
Over de nieuwe textielkaart is reeds veel
te doen geweest. Tal van onjuiste geruch
ten zijn haar komst voorafgegaan. We la
ten dat thans rusten, omdat het veel be
langrijker is wat de nieuwe textielkaart in
werkelijkheid voor het publiek beteekent.
Op komende minder gunstige verande
ringen, die ten deele zelfs vrij ingrijpend
zouden zijn, was men wel voorbereid. An
ders was ook wel niet te verwachten, bijna
anderhalf jaar hebben wij geput uit en ge
teerd op onzen voorraad textielgoederen
en textielgrondstoffen, die na Mei 1940 van
buitenaf vrijwel niet meer is kunnen wor
den aangevuld, terwijl onze eigen industrie
niet by machte was te voldoen aan het
beroep, dat in de huidige omstandigheden
op haar werd gedaan.
Zoo teerden we in, evenals dat op zoo
menig ander gebied het geval was en werd
het noodzakelijk de bestaande distributie-
regeling te herzien. Want al slonken de
voorraden, de rechtvaardigheid diende bij
de rantsoeneering blijvend te worden be
tracht. De minder kapitaalkrachtige bevol
kingsgroepen mochten principieel niet in
ongunstiger positie komen dan de meer
welgestelden, die zoo licht de mogelijkheid
kunnen aangrijpen om zich in ruime mate
van het benoodigde. ook al is dat niet on
middellijk noodzakelijk, te voorzien.
Uit overwegingen van wat men pleegt te
noemen de distributieve rechtvaardig
heid" een eerlijke rantsoeneering dus, is
nu voor de a.s. distributieperiode tot ze
kere beperkingen overgegaan.
HET EINDE DER CRISISORGANISATIES
INGELUID
DE OPRICHTING VAN DEN
NEDERLANDSCHEN LANDSTAND
De Landstand Persdienst meldt:
De afgeloopen week heeft ons volk den
Nederlandschen Landstand gebracht, met
als verantwoordelijk leider den boeren
leider E. J. Roskam Hzn. aan het hoofd.
Niet beter dan door de woorden aan te
halen uit het slot der officieele toelichting
op de desbetreffende verordening, meenen
wij de taak van dit instituut te kunnen
j schetsen. Kort en krachtig werd daarin
gezegd:
„De hoofdtaak van den Landstand is
en blijft de van alle politieke en overige
beperkingen vrije samenvatting van het
geheele landvolk, teneinde de zware taken
van den tegenwoordigen tijd ten uitvoer te
leggen en om aan den anderen kant het
landvolk de grootst mogelijke rechten te
geven".
Tweemaal gaat daaraan een verzekering
vooraf, en wel deze:
„Met de uitwerking van de markt
ordeningsorganisaties en den opbouw van
den Landstand zal derhalve een einde ge
komen zijn aan de crisisorganisaties".
„Met behoud van de uitsluitende ver
antwoordelijkheid van den Staat in de
leiding van de voedingshuishouding juist
in oorlogstijden bestaat hier de weg om
vooral bij de provinciale en plaatselijke in
stanties een samenwerking vol vertrouwen
tot stand te brengen tusschen het Staats
bestuur en de vertegenwoordigers van den
Landstand".
„Zoodra deze wisselwerking tusschen
staat en Landstand tot stand is gebracht,
is het tijdperk van de Crisisorganisaties de
finitief overwonnen."
Wat kan wel meer verheugend zijn voor
onze boeren, dan deze verzekering dat het
lot der crisisorganisaties in hun handen
is gelegd. Hoe vreemd en onwennig velen
misschien zullen staan tegenover de toe
komst, ongetwijfeld zullen alle boeren in
zien, dat met de oprichting van den Land
stand een verleden wordt afgesloten, waar
over niemand een traan behoeft te laten.
Het tijdperk, waarin de crisisorganisatie
.i stond van haar macht, ligt
bij ieder onzer nog versch in het geheugen:
de periode, waarin tegen-de-natuur werd
vernietigd wat met Gods hulp moeizaam
aan den akker was ontworsteld; waarin
over het lot van den boer en zijn grond
werd beslist door hen voor wie beide
slechts theoretische waarde hadden. Wan
neer de oprichting van den Nederland
schen Landstand een nieuwe periode in
luidt, dan moge als zijn eerste verdienste
worden aangeteekend, dat hij ons hoeren
dom eerherstel biedt door het de gelegen
heid te geven, in verantwoordelijkheid
tegenover volk en staat, zelf die regelen
te stellen, welke het ter vervulling van
zijn hoogsten plicht, ter verzekering van
ij"
hoofd ®n leiimateV alsook bij Kiespijn en
gevatte Koude,IRheaMatische pijnen, Griep,
Influenza en vaKzitte&le Hoest, zallen
Mijnhard!^» Poeders
U spoedig helpen. PrijAper poeder 8 ct*
Doos -45 ct. Verkrijgbaal bij Uvr Drogist.
zijn rechten, en ter zekerstelling van de
toekomst van ons volk en daarmee van
zichzelve, voor noodzakelijk houdt.
Wanneer we den Landstand in het kort
willen samenvatten, is het noodig er in
de allereerste plaats op te wijzen, dat hij
is: een openbaar lichaam in den zin der
Grondwet, waaraan verordenende bevoegd
heid is toegekend, een Beroepsstand, welks
aangelegenheden door zijn leden met ver
antwoordelijkheid worden bestuurd en ge
leid.
Dat de Landstand een beroepsstand is,
blijkt uit. het feit, dat zoowel de boer en
ae tuinder als de landarbeider, de-grond
bezitter zoowel als de pachter, en zij allen
met hun gezin in den stand zullen worden
opgenomen.
In verantwoordelijkheid tegenover het
Nederlandsche volk werd zijn taak ver
ankerd. Dat wil zeggen: dat niet enkel
het belang der betrokkenen den doorslag
geeft. Hierdoor wordt de overkoepeling van
heel ons boerenorganisatieleven, en daar
mee vanzelfsprekend ook de aangesloten
organisaties zelve, op den volkschen
grondslag geplaatst van verantwoordelijk
heid voor het geheel.
Was het karakter van strijdorganisatie
den vakorganisaties reeds ontnomen, de
leidinggevende gedachte waarvan ook de
Landstand uitgaat is deze, dat alle econo
mische en sociale maatregelen moeten
worden getroffen, rekening houdende met
het belang van het geheele volk ter eenre
en het belang der betrokkenen ter andere
zijde. Hiermede wordt dus tevens de hoek
steen gelegd voor den socialen vrede in
het bedryf.
Binnen het kader van de door den
Staat aan te geven richtlijnen zal de
Landstand verder den landarbeider, den
beer en het gezin inschakelen in de groote
taak, die de geheele landelijke bevolking
in den huidigen tijd moet vervullen.
Draagt de Landstand als zoodanig het
merkteeken der tijdsomstandigheden, het
spreekt vanzelf, dat deze niet alleen hier
aan ten grondslag liggen, maar vooral de
zorg voor de toekomst van een gezonden
boerenstand. Als zoodanig zal de Land
stand vooral stimuleerend werken via het
landbouwonderwijs, opdat het opkomend
boerengeslacht zich bewust van ideeele
waarden van zijn plicht zal kunnen kwij
ten.
Door de mogelijkheid van inschakeling
van organisaties en vereenigingen, welke
zich op nevengebieden bewegen en het
recht van den Landstand voorstellen te
doen betreffende vertegenwoordigers van
den landbouw in alle belangrijke corpora
ties, die beslissen over landbouwbelangen,
wordt de Landstand in staat gesteld zijn
invloed te doen gelden op alle gebieden
waar dat noodig of wenschelijk is.
De Staatscontrole werd opgedragen aan
het Departement van Landbouw en Vis-
sehery. Uit de soepele formuleering, dat
ervoor gezorgd moet worden, «lat het op
treden van den Staat en van den Land
stand niet met elkander in strijd komen,
blijkt welk een ruime mate van zelfstan
digheid onzen boerenstand werd toege
deeld.
C. VAN GEELKERKEN BIEDT ER. MUS-
SERT EEN BOEKWERK OVER DE GE
SCHIEDENIS DER N.S.B. AAN
Op het hoofdkwartier der N.S.B. heeft
gistermiddag een korte, doch treffende
plechtigheid plaats gehad.
In het byzijn van tal van hooge functio
narissen der beweging heeft de plaatsver
vangende leider der N.S.B. C. van Geel
kerken den leider dezer beweging Ir. A. A
Mussert het eerste exemplaar van het
boekwerk „Voor Volk en Vaderland, strijd
der N.S.B." uitgegeven door de Nenasu t
Utrecht, samengesteld door C. van Gee'
kerken en weergevende de geschieden'
der N.S.B. vanaf de oprichting tot hedc
met een korte rede overhandigd.
Ir. Mussert, zeide in zijn dankwoord vor
dit geschenk o.m.:
„U weet het, mijne kameraden, Adc^
Hitier heeft mij verzekerd, het Nederlarv
sche volk te respecteeren en het een eigc
plaats in het nieuwe Europa te geven, dor
het is duidelijk, als er geen N.S.B. zou zi.
geweest, dat er dan van een dergelijke toe
zegging geen sprake zou zijn geweest".
Vele autoriteiten uit de kringen der
N.S.B. woonden deze plechtigheid bij.
DISPENSATIE HOUTBESCHIKKING
In de Ned. Staatscourant van Woensdag
is opgenomen een mededeeling van den di
recteur van' het rijksbureau voor hout,
waarbij deze met ingang van 31 October
1941 voor het koopen, verkoopen, verwer
ken enz. van exotische houtsoorten het be
zit van een vergunning van het rijksbureau
voor hout verplichtend stelt.
Amerika's grootste zoutmijn
NAAR PETROLEUM GEZOCHT, MAAR
ZOUT GEVONDEN.
Weinigen zullen weten, dat zich in de
nabijheid van New York een van de groot
ste zoutmijnen ter wereld bevindt schrijft
een V.P.B.-medewerker. In Februari 1921
liet een ingenieur uit New York, dien men
er van *h^d weten te overtuigen dat de bo
dem zes mijlen ten Zuiden van de stad
Rochester in-den staat New York petro
leum bevatte, op die plaats boringen ver
richten. In plaats van op petroleum stiet
•hij echter op zout, Men weigerde hem
echter te gelooven. Niemand was bereid
oon te onderzoeken of de man soms gelijk
had. Hij wist echter met steun van een
bank zijn onderzoek voort te zetten en liet
36e Week 2—8 November.
Evangelie van den H. Markus 4:30-6:13
De laatste parabel, welke Markus ons
hier geeft, wijst op de geweldige groei
kracht, welke Christus aan Zijn Rijk op
aarde, de Kerk, geven zal. De evangelist
is er zich van bewust, dat hij slechts een
greep gedaan heeft uit de vele gelijkenis
sen (4:33); we bemerken dan ook, dat Mat-
teus er in hoofdstuk 13 veel meer geeft.
Vers 34 komt nog even terug op Christus'
woorden in vers 1112. Na de parabelen
geeft Markus de beschrijving van vier
wonderen. Bij deze verhalen moeten we er
onzen aandacht aan geven, dat de wonder
verhalen ons dikwijls meer geven dan het
bewijs voor Christus' goddelijke mocht. In
het algemeen wijzen ze ons op de reden
van_ de Menschwording, namelijk de ver
lossing uit de zonde; in vele gevallen ver
lost Jesus door Zijn wondermacht de men
schen van de gevolgen der zonde: gene
zing van zieken, opwekking van dooden
enz. Bij het wonder, verhaald in 4:3541,
komt bijzonder uit de eisch, welke Chris
tus stelt om te gelooven in de goddelijke
Voorzienigheid. Al bestormen de moeie-
lijkheden ons van alle kanten, zoodat er
menschelijkerwijze geen uitweg is en we
ons van God verlaten meenen, dan moe
ten we achter alles blijven erkennen de
wondere leiding Gods, Die alles ten goede
richt voor wie Hem liefhebben. Dat vraagt
een groot geloof! (Zondag).
Een verschrikkelijk beeld van de beze
tenheid door den duivel biedt de geschie
denis van den bezetene der Gerasenen. We
kunnen ons voorstellen, welk een afschuw
een dergelijke toestand wekt; de man ge
leek meer een wild dier dan een mensch.
De duivel, die zooveel vermag, kan echter
niet verder gaan dan God toelaat; hier lijdt
satan tegenover Christus een groote neder
laag. Wat een onteerend verzoek: „Zend
mij naar de zwijnen, opdat we daar in
gaan". Deze dieren waren voor de Joden
onrein; zij mochten geen varkensvleesch
eten, ja zelfs was het zwijn voor hen het
beeld van allerlei onreinheid. De heidenen
wisten dit. Zoo komt de verachtelijkheid
van den satan nog scherper uit.
Het slot van dit verhaal geeft ons een
nieuwe belichting van de waarheid, dat
Gods wegen anders zijn dan de onze; Hij
laat Zich niet narekenen. De heidensche
Gerasenen verzochten Christus heen te
gaan uit hun gebied: zij vreesden Zijn
macht. Christus geeft aan dit verzoek ge
volg, maar laat den genezene achter onj
Gods barmhartigheid aan zijn landgenoo-
ten te verkondigen. Wie van ons zou zulk
een persoon zonder prestige, zonder onder
richt als eersten prediker uitzenden? We
leeren hier, dat God ook door onvolmaakte
instrumenten zijn bedoelingen kan uitwer
ken: de eenige eisch is, dat we ons door
God als instrument laten gebruiken; an
ders gezegd: een ongeschiktheid volgens
het oordeel der menschen behoeft voor
God geen belemmering te zjjn (Maandag
en Dinsdag).
De geschiedenis van de vrouw, die aan
bloedvloeiing leed, hebben we reeds gele
zen bij Lukas (8:4348). We moeten hier
letten op het verschil tusschen Markus 5:26
en Lukas 8:43; we denken eraan, dat Lu-
kas als arts de eer van zijn collega's moet
hooghouden, terwijl Markus in andere om
standigheden verkeert. (Woensdag).
Het is wel opvallend, dat in het koTtste
evangelie (Markus) de opwekking van het
dochtertje van Jafrus veel uitvoeriger
wordt verhaald dan bij de andere evange
listen; we hebben de bijzonderheden te
danken aan den ooggetuige Petrus: bij het
wonderv zyn slechts vijf getuigen toegela
ten: de ouders van het kind en de drie ge
liefde leerlingen. Heel nauwkeurig zijn de
twee laatste verzen. (Donderdag).
De maagdelijkheid van Maria heeft her
haaldelijk bestrijders gevonden, die zich
beriepen op de mededeelingen in het evan
gelie over de „broeders en zusters van Je
sus" (6:3). In onze Canisiusvertaling
wordt terecht de verklaring gegeven bij
Markus 15:40, omdat daar uit den samen
hang reeds duidelijk is, dat hier geen spra
ke is van broeders en zusters in de betee-
kenis, waarin wij dat verstaan. Iedere
bloedverwantschap werd met deze termen
aangegeven. Ook in het Oude Testament
gebeurde dit al: zo noemt Abraham zijn
vrouw Sara een paar maal „zijn zuster"
(Genesis hoofdstuk 20 en 24). Van den be
ginne af hebben velen met dit gebruik bij
de Joden geen rekening willen houden.
Onder de eerste Christenen hebben som
migen om voor goed met dien onwil af
te rekenen een middel verzonnen om
zelfs onwilligen te overtuigen. Zij stelden
het toen voor, als zouden die „broeders en
zusters" kinderen zijn van S. Joseph. Deze
zou dus weduwnaar geweest zijn, toen hij
zich aan Maria verloofde. Waarschijnlijk
hebben we het aan deze goedbedoelde po
ging te danken, dat S. Joseph meestal als
een oude man wordt afgebeeld. Er is even
wel geen enkele gezonde reden voor aan
te geven, dat Maria en Joseph veel in leef
tijd verschilden. Gelukkig, dat de nieu
were afbeeldingen van Jesus' Voedster
vader Hem meer en meer als een jongen
man voorstellen. (Vrijdag).
Bij de voorloopige uitzending der apos
telen tijdens het openbare leven moet Mar
kus natuurlijk vermelden, dat Christus
„hun de macht gaf over de onreine gees
ten" (6:7) en dat zij deze macht met suc
ces hebben gebruikt (6:13). (Zaterdag).
Bijbellezing
voor de volgende
week
Zondag
Markus 4:3041
Maandag
Markus 5: 110
Dinsdag
Markus 5:1120
Woensdag
Markus 5:2134
Donderdag
Markus 5:3543
Vrijdag
Markus 6: 16
Zaterdag
Markus 6: 713
over een oppervlakte vain 10 hectaren door
een aantal arbeiders naar zout graven.
Reeds een maand later konden de onge-
loovigen zich er van overtuigen, dat de in
genieur inderdaad een rijke zoutmijn had
ontdekt, In Augustus richtte hy een maat
schappij tot exploitatie van de zoutmijn
op, die in den loop van de daaropvolgen
de jaren volgens alle regelen van de mo
derne techniek werd ontgonnen. Het witte
goud strekt zich uit tot 350 meter diep on
der den ibegcfoen grond. Wanneer men een
Ibezoek brengt aan de witte stad komt men
eerst in een onderaardsdh bureau, welks
bodem, wanden en plafond uit zout be
staan. Tegenover dit bureau bevindt zich
een groote, mechanische werkplaats, die
60 meter lang, 10 meter breed en bijna 3
meter hoog is.
De luchtverversching geschiedt door mid
del van ventilatoren en luchtgeleidingen,
die overal in de onderaardsehe stad zijn
aangebracht. Zij wordt verlicht door
schijnwerpers en kwikzilverlampen. De
meeste dwars gang en zijn 25 meter lang en
too hoog. dat de arbeiders rechtop kunnen
'oopen. De hoofdgangen zijn 2250 meter
ing. In den zout-ondergrond zijn reusach-
ïge blokken beton aangebracht; hierop
taan de machines, waaraan de arbeiders
en gamschen dag werken bij een tempera-
uur van 17 granden Celsius. De zoutlagen
'orden door middel van springladingen
aneengespleten. Het transport van de
outblokken vindt plaats door een smal-
ooor, dat door de hoofdgang van 11 me-
3r breedte rijdt. De blokken worden in
en reusachtige draaitrommel gestort en
oor een stampmachine verpulverd. In het
-nidden van September heeft de zoutstad
naar 20-jarig bestaan gevierd. In het eer
ste jaar wierp zij 40.000 dollar winst af,
thans evenwel 60 millioen dollar.
WILT U IETS WETEN
Vraag: Hoeveel jaar blijven artikelen,
vooral kip, in de weck, goed? Ik heb een
kip in de weck, die 20 jaar oud is. Zou
die nog te gebruiken zijn?
Antwoord: Inmaak in weck mits goed
verzorgd, blijft onbeperkt goed. Of de kip
nog goed is, is zoo niet uit te maken. Het
beste is de flesch te openen.
Vraag: Hoe is het recept om speculaas
te. bakken?
Antwoord: Benoodigdheden: 200 gr.
zelfrijzend bakmeel 100 150 gr. boter, 120
gr. lichtbruine basterdsuiker, 8 80 gr,
speculaaskruiden, zout,, geraspte oitroen-
schil, le lepel melk (bij gebruik van 50
gr. boter 4 lepels melk), (50 gr. amande
len), (50 gr. sucade), (60 gr. kruimels van
koekjes deze maken het deegzachter).
Alle bestanddeelen tot een zeer stijf deeg
door elkaar kneden. Heeft men speculaas
printen dan deze met bloem bestrooien,
het deeg er in drukken en vlak boven de
plank afsnijden. Daarna op een beboterd
bakblik leggen. Heeft men geen printen dan
met de hand figuren vormen. Dunne spe
culaas bakken in een matig warmen oven
(150 gr. 15 h 20 min. Dikke speculaas
in een zeer weinig warmen oven (130 gr.
C.3 3/4 k 1 uur.
Vraag: Ik kook dikwijls rijst (natuur
lijk van het rantsoentje!) Als ik deze in
tvater kook, dan blijft alles goed. Kook ik
ze in melk (met 2 1/2 pet. vet), dan schift
de melk. Kan dit verholpen worden? Zoo
ja, door welke methode?
Antwoord: Probeert u eens de rijst
pl.m. 5 min. af te koken in ruim water,
daarna af te spoelen en de melk toe te voe
gen. Mogelijk is ook de melk minder versch.
LIED VAN DEZEN TIJD
LIED VAN DEN SCHOORSTEENVEGER.
Ik leef nu weer een tijdje lang
Hoog boven op het dak;
Ik ben daarboven heusch met bang
En loop op mijn gemak;
Ik doe mijn werk, zooals het moet,
Als is 't gevaar ook groot,
En 'k lig nu dikwijls zwart van roet
En.nuchter, in de goot.
Ik zie er uit als Zwarte Piet,
De 'knecht van Sinterklaas.
Wie mij zoo op de straten ziet
Vindt dat een beetje dwaas.
Maar zit ik boven op het dak,
Waar ik mijn werk verricht,
Dan past toch. bij mijn vegend vak
Beslist een zwart gezicht.
Zoo
Wanneer ik door de straten ga
Met roet in mijn gezicht,
Dan weet men, want men kijkt mij na,
Dat ik goed werk verricht.
En daarom juist wasch ik mij niet,
Dat doet mijn vak niet goed,
Wat elders steeds met zeep geschiedt,
Gebeurt bij mij met roet.
'k Zorg dat bij felle winterkou
En winterlijk gestook,
De kachel altijd trekken zou
En branden zonder rook.
Ik maak misschien uw huis wat zwart,
Want 'k ben met roet bedekt,
Maar ik spreek rechtstreeks tot uw hart,
Wanneer uw kachel trekt.
ik nu weldoende rond
Hoog boven het gewoel
Der menschen op beganen grond,
Als 'k in den schoorsteen voel.
Dan wordt u van roet en van rook
Gemakkelijk bevrijd,
En ik bezorg u daarbij ook
Straks nog gezelligheid.
TROUBADOUR.
I