VRIJDAG 31 OCTOBER 1941
33ste Jaargang No. 10091
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer bestaat uit vier
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad
Wegens het feest van
Allerheiligen zal „De Leidsche
Courant" MORGEN NIET VER-
SCHIJNEN.
DE DIRECTIE
Gemeenschaps-dagen
Niet kwaad bedoeld, soms zelfs goed be
doeld, kan er toch ook een on-katholieke
tendenz liggen in de uitdrukking: met de
dooden kan men niet leven! 't Klinkt, als
of met de dood alle gemeenschap wordt af
gesneden. En wij kennen de troostrijke ka
tholieke leer over de gemeenschap der hei
ligen, waardoor wij weten, dat de zège-
vierenden in den hemel, de lijders in het
vagevuur en de strijders op de aarde met
elkaar in gemeenschap kunnen zijn.
Morgen vieren wij het feest van alle
heiligen een feest van vreugde en van
jubel! Wij raden allen, die daartoe in
de gelegenheid zijn, met klem aan, de
veranderlijke misgebeden van dezen feest
dag met aandacht te lezen en te overden
ken. De liturgie van dit feest is zoo vol
van opbeurende en verkwikkende gedach
ten! In het „Gebed" van "de heilige Mis
wordt de beteekenis van de katholieke leer
over de vereering der heiligen kort en
klaar uiteengezet: Almachtige, eeuwige
God, die ons vergund hebt, op éénzelfde
feest de verdiensten van al uw Heiligen te
vieren, wij smeeken, dat Gij, bij zoo tal
rijke voorsprekers, ons den begeerden over
vloed uwer goedertierenheid wilt verlee-
nen". En in het „Offertorium" wordt ons
een bron van troost geopend: „De zielen
der rechtvaardigen zijn in Gods hand en
de foltering der boosheid zal hen niet tref
fen, zij schenen in de oogen der dwazen te
sterven; zij echter zijn in vrede". Héél de
liturgie van dezen dag is doortrokken van
geest- en hart-verkwikkende gedachten.
Indrukwekkend zijn de zalig-sprekingen in
het machitg-mooi Evangelie (Mattheus V
1 12).
De Allerzielen-dag, a.s. Maandag, herin
nert ons aan de gemeenschap met de lij
ders in het vagevuur en in de liturgie komt
deze leer tot uitdrukking. Beluister in het
„Gebed" van de heilige Mis de leer van de
Kerk: ..O God, Schepper en Verlosser aller
geloovigen, schenk aan de zielen uwer die
naars en dienaressen vergiffenis van al hun
zonden, opdat zij de kwijtschelding, naar
welke zij altijd verlangd hebben, door onze
vrome smeekgebeden mogen* verkrijgen".
En in de „Postcommunio" bidt de Kerk:
„Wij bidden, o Heer, moge ons smeekge
bed vordeel brengen aan de zielen Uwer
dienaars en dienaressen, opdat Gij hen
moogt ontslaan van- alle zonden en deel
achtig maken aan Uw verlossing".
De aanstaande dagen zijn gemeen
schaps-dagen. Wij beleven dan op bij
zondere wijze de leer der Kerk over de
gemeenschap der heiligen, welke leer ech
ter d a g e 1 ij k s ons leven moet inspi-
reerenl
Die leer over de gemeenschap met de
zegevierenden in den hemel en de lijders
in het vagevuur zal moeten worden gedra
gen door een echt christelijke beleving van
de gemeenschap tusschen de menschen on
derling op deze wereld! Het katholiek ge
loof leert ons, dat de menschen over alle
grenzen der wereld heen elkander kunnen
helpen en steunen, met elkaar in gemeen
schap kunnen staan: door gebed en goede
werken. En deze overtuiging van de gees
telijke gemeenschap tusschen alle men
schen zal weer opwekken tot een daadwer
kelijke gemeenschap van hulpbetoon en
liefdedaden in de eigen onmiddellijke om
geving, op geestelijke en stoffelijke wijze.
Hoe zal men kunnen beminnen degenen,
die men niet ziet, als men de mede-men-
schen, met wie men dagelijks omgaat, niet
lief heeft?
Zóó staat vol-levend en rijk-bloeiend
vóór ons de indrukwekkende, de groot-
sche, de heerlijke en heilrijke katholieke
gemeenschapsgedachte!
Mogen wij allen van elkaar ondervin
den de practische consequenties en de da
gelij ksche toepassingen van deze gemeen
schapsgedachte. Dan kunnen wij de toe
komst inzien en tegemoet treden met blijde
gerustheid....
V Verdwaasde mentaliteit
Volgens een bericht in de bladen zou
een Anglicaansch geestelijke in Engeland,
de bisschop van Canterbury, aan den secre
taris van het bolsjewistische journalisten-
verbond hebben geschreven:
„Kameraden, menschen van de
Sovjet-Unie!
Onze hartelijkste groeten aan het
roode leger, de roode zee- en lucht
vloot, Stalin en de heldhaftige vol
keren der Sovjet-Unie.
Gij toont de geheele wereld, wat
vrije, goed bewapende menschen onder
bekwame leiding en die door edele
motieven zijn bezield in staat zijn te
maken van de verdediging van hun
vaderland, van hun werk en van hun
bodem.
Uw land staat onwankelbaar als
citadel der vrijheid, als verdediger van
ideeën en pogingen, die de volkeren
aanzetten tot zelfverheffing cn tot ver
breking van de ketenen der barbarij.
Het Engelsche volk weet wat gij
hebt gepresteerd en nog presteert. Het
begroet u spontaan als roemrijke bond
genoot.
Wij zijn trotsch op u."
Een dergelijke mentaliteit, als waarvan
deze brief getuigt, is zóó verward en ver
wrongen, dat men hier kan spreken van
een hopeloos geval!
Een christen, die.... de Sovjet-Unie be
groet als een citadel der vrijheid!....
De oorlogsrazernij kan veel dwaze ideeën
oproepen en veel dwaasheid verklaren en
zeis verontschuldigen, maar: er zijn gren
zen óók voor de te verontschuldigen dwaas
heid! Die grenzen worden hier overschre
den.
Wij hebben nog nooit een katholiek ont
moet, die met het bolsjewisme sympathi
seerde of die niet tegen het bolsjeswistisch
regiem vierkant stelling nam. Als wij een
zoodanigen katholiek zouden ontmoeten,
zouden wij onze oogen openzetten als bij
het zien van.... een vierkanten cirkel!
Qeatdend Ewtapa
Rijkscommissaris rijksminster dr.
Seyss-Inquart heeft in een interview
met een vertegenwoordiger van de
„Krakauer Zeitung" de ontwikkeling ge
schetst van het politieke leven in Neder
land in verband met de nieuwe orde in
Europa. De Rijkscommissaris heeft daarbij
gewezen op de kenmerkende kalmte, waar
mede de Nederlanders de heroriënteering
van hun politieke leven opnemen. Waar
bij de „Krakauer Zeitung" de opmerking
plaatste, dat dit ongetwijfeld mede te dan
ken was aan de leiding van den Rijks
commissaris in het bezette Nederlandsche
gebied.
Inderdaad heeft de Rijkscommissaris,
zonder de oogmerken van de bezettende
overheid uit het oog te verliezen, op ruime
wijze rekening gehouden met den eigen
aard van ons volk en in overeenstemming
met de kenmerkende eigenaardigheden de
inschakeling van het bloed- en stamver
wante Nederland in het geheel van het
nieuwe-geordende Europa voorbereid.
Het nieuwe Europa is geboren in de
weeën van den oorlog, op de slagvelden
van het Oosten heeft het den vuurproef
doorstaan en reeds thans kan gezegd wor
den, dat het leeft en levensvatbaarheid
heeft. Opgebouwd op den grondslag van
de bestaande Europeesche volksindividua
liteiten, zal het worden gevormd door sta
ten, die door hun prestaties en hun begrip
voor de nieuwe orde getoond hebben, hun
zelfstandigheid waard te zijn. Zoolang de
oorlogstoestand echter duurt kan die zelf
standigheid in de bezette gebieden slechts
latent aanwezig zijn, want zoolang blijven
in Europa, in het bijzonder in de bezette
gebieden, de harde, maar rechtvaardige
oorlogswetten van kracht, die Duitschland
moet toepassen als de door het lot aange
wezen mogendheid. Duitschland duldt niet
dat het uit Europa verbannen Engeland
de uiteengeslagen resten van zijn gekoch
te aanhangers gebruikt om in Europa nog
verder verwarring te stichten. Duitschland
is vastbesloten iedere noodzakelijke hard
heid toe te passen om zijn legalen bezet
tingstroepen de begrijpelijke bescher
ming en de internationaal vastgelegde rech
ten te verzekeren.
Dat het daarbij ernst is, hebben de re
cente maatregelen in het buitenland bewe
zen; daarop wijst ook de proclamatie van
de drie Nederlandsche secretarissen-gene
raal van deze week.
Het is het welbegrepen eigenbelang der
volkeren, de orde, welke de Duitsche over
heden willen handhaven en bevestigen, op
de eerste plaats niet te saboteeren, maar op
de tweede plaats ook te steunen. Zij be
palen daarmede hun toekomstige positie
in het Europa van den vrede.
Duitschland en Italië hebben den wil en
sedert het neerslaan van het bolsjewis
me en,daarmede het openen van ontzag
gelijke vruchtbare gebieden voor de alge-
meene Europeesche levensbasis ook on
betwistbaar het vermogen om een toe
komst te garandeeren, voor alle volken,
die in éénzelfde lotsgemeenschap verbon
den zijn.
DE VERLIEZEN VAN HET SOWJET-LEGER
Geschat op 4.5 tot 5 millioen
man
VERVANGING IS NIET MOGELIJK.
Na het instellen van een nauwkeurig on
derzoek kan, naar het D.N.B. van militaire
zijde verneemt, thans gezegd worden, dat
de bolsjewisten in den tijd tusschen 22
Juni en 31 Augustus in totaal 148 divisies
infanterie, 39 tankdivisies, 10 divisies ca
valerie, 8 divisies bergjagers, twee divi
sies burgerwachters en twee brigades
luchtlandingstroepen, tezamen dus 209 vol
ledige groote formaties met het totaal van
het daarbij bshoorende oorlogstuig, artil
lerie, tanks, infanteriewapens, paarden en
voertuigen hebben verloren.
Verscheidene Sowjetdivisies werden in
Juni of Juli reeds uiteengeslagen, doch
door de Sow jet-regeering opnieuw geor
ganiseerd. Zij werden in den loop van
Augustus een tweede maal vernietigd.
Wanneer men als gemiddelde sterkte
van een Sowjet-infanteriedivisie 15.000
man aanneemt en van een andere divisie
12.000 man, dan blijkt dat de bolsjewisten
tot 31 Augustus 1941 reeds ten minste 3
millioen man hadden verloren. Aan het
ruim 2000 km. lange Oostelijke front zijn
in dien tijd bovendien talrijke bolsjewis
tische compagnieën, bataillons en regimen
ten afzonderlijk vernietigd.
Stelt men de naar het aantal natuurlijk
niet nauwkeurig te controleeren verliezen
der bolsjewisten aan gewonden, zieken en
aan verliezen uit andere oorzaken op
slechts ongeveer de helft van het verlies
door vernietiging en uiteenslaan van de
divisies, dan komt men voor de bolsjewis
ten op een totaal verhes van ten minste
4.5 tot 5 millioen man voor den tijd van
22 Juni tot 31 Augustus.
Daarbij moet er rekening mede worden
gehouden, "at het hier geheel opgeleide
soldaten betreft die gereed gesteld waren
voor den aanval op Duitschland en op Eu
ropa en die volledig'geoefend waren. Hen
volwaardig te vervangen, was voor de
bolsjewisten reeds toen niet meer moge
lijk.
VERGEEFSCHE TEGENAANVALLEN.
Het D.N.B. verneemt van militaire zij
de: In den centralen sector van het Ooste
lijke front zijn de Duitsche troepen tijdens
de gevechten van Jlaatste dagen, on
danks den harlnekkigen tegenstand der
bolsjewisten, met succes opgerukt. Op een
plaats alleen reeds verloren zij den 27sten
October vierduizend gevangenen, negen
tien tanks en 25 stukke geschut. Tijdens
deze gevechten werd een groep van twin
tig sowjettanks, die gereed werden gehou
den voor den aanval op de Duitsche troe
pen, door Duitsche artillerie onder vuur
genomen. Daardoor werden verscheidene
tanks vernield. Ook den 28en October le
den de bolsjewisten tijdens vergeefsche
tegenaanvallen op de Duitsche troepen
zware verliezen. Een Duitsche infanterie
divisie vernietigde in de ochtenduren
van den 28en October alleen zes sowjet
tanks van 25 ton. Op een ander gedeelte
van het front hadden de sowjets in het ge
bied van den Duitschen aanval zeer veel
landmijnen aangebracht. Het bataljon pio
niers van de hier oprukkende Duitsche in-
fanterie-divisie ruimde op een dag meer
dan 3500 mijnen op en maakte op deze wij
ze een verder oprukken van de divisie
mogelijk.
DE BEDREIGING VAN HET DONETS
BEKKEN.
Nu de Duitsche en met hen samenwer
kende troepen over een breed front den
bovenloop van de Donets hebben bereikt
zijn de spoorlijnen, die uit het industriege
bied Westwaarts naar Dnjepropetrowsk en
in N.W. richting naar Charkow leiden af
gesneden. Het nog niet bezette deel van
het Donetsbekken verstijft daarmee tot
toenemende onbewegelijkheid. Het weer-
machtsbericht meldt verder, laat D.N.B.
hierop volgen, aanvalsoperaties tusschen
Ilmen- en Ladogameer, dus in een sector,
waarin schijnbaar gedurende den opmarsch
in het Zuidelijke en centrale deel van het
front een zekere stilstand was ingetreden.
Dit deel springt O.- en Z.O.-waarts ten
aanzien der insluiting van Leningrad
vooruit.
Het D.N.B. meldt uit Stockholm:
Voor de Sowjetunie zou het verstandi
ger zijn, het Donetsbekken te laten schie
ten, zoo verklaart de Londensche berich
tendienst omtrent de situatie aan het Oos
telijke front en merkt op, dat thans de
voornaamste taak van een Sow jet veldheer
is gelegen in de rédding van zijn leger.
Met verontachtzaming van het Roode-
kruisteeken hebben talrijke bolsjewisten,
naar het D.N.B. verneemt, een Duitschen
ziekenauto beschoten. Er kon worden ge
constateerd, dat de auto ongeveer honderd
kogelgaten vertoonde. Een Duitschen sol
daat, die in den auto lag en twee chauf
feurs werden gedood.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
Hooge bolsjewistische officieren en tal
rijke commissarissen beginnen Leningrad
te verlaten.
Deze vlucht staat ongetwijfeld in ver
band met waarnemingen van neutrale
correspondenten te Leningrad, die den in
druk hebben, dat het moreel van de bols
jewistische verdedigers van Leningrad van
dag tot dag afneemt.
Winterhulp in Nederland
De hagel striemt door de verlaten
straten. De grimmige voorbode van. den
winter. Nog is het kwik niet beneden
nul gedaald, maar de ontbladerde boo-
men, de regen- en sneeuwbuien en de
neerkletterende hagel spreken een
duidelijke taal. De winter is in aan
tocht!
Winter in het oorlogsjaar 1941Wie
nooit zorgen gekend heeft, wiens kleere-
kast ook nu nog gevuld is, op wiens bed
nog wollen dekens liggen, zal ook dezen
winter zonder al te groote ongemakken
doorkomen. Maar wee dengene, die niets
heeft dan de kleeren, die hij op zijn lijf
draagt, die des nachts kleumend het ge
scheurde en dunne dek over zich heen trekt
en die zelfs geen geld heeft om voor zijn
bonnen kolen te koopen. Voor hem zal
deze winter vreeselijk worden.
De nood is groot in Nederland, grooter
dan ae meeste onder ons vermoeden en
grooter dan ooit te voren. Geen kruimels
vallen meer van de tafels der rijken, geen
afgedragen kleeding wordt meer wegge
schonken en geen kolen kunnen meer door
een heimelijken weldoener naar de schame
le woning van een arme worden gestuurd.
Bitter leed zal er dezen winter geleden
worden in duizenden gezinnen.
De nood is groot, dat is het eenige waar
het op het oogenblik op aankomt. De nood
is groot en moet gelenigd worden. En kan
slechts gelenigd worden langs één kanaal:
de Winterhulp.
Dit is een concreet feit en dit feit heb
ben we te aanvaarden. Het komt er nu niet
meer op aan hoe men over de. Winterhulp
denkt, het komt er nu slechts op aan hoe
de nood gelenigd kan worden.
Daarom, sluit uw oor voor gefluister en
laster en open uw hart en uw beurs. Open
ze wijd, want zij, die gebrek lijden, zijn
Nederlanders, zijn menschen van uw
bloed en uw volk.
Nog lijdt een groot deel van ons volk
geen gebrek, nog is hun tafel goed voor
zien, nog hebben zij kleeding en dekking in
overvloed. Op hen rust in de eerste- plaats
de plicht om de nooden van de misdeelde
Nederlanders te helpen verlichten.
Eendrachtig zullen wij de moeilijkheden,
waarmede ons volk thans te kampen heeft,
kunnen en moeten overwinnen. Nooit is
tevergeefs een beroep gedaan op den of
ferzin van ons volk. Laat daarom Winter
hulp evenmin een vergeefsch verzoek doen.
Groote waarden staan op het spel.
Want één ding mag niemand vergeten.
Gij geeft niet aan Winterhulp, gij geeft
aan de armsten onder ons. Gij geeft aan
het Nederlandsche volk.
De Secretaris-Generaal van het Depart-
tement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart maakt bekend, dat gedurende het
tijdvak van Zaterdag 1 November 1941
t/m Zondag 30 November 1941 de met de
woorden „Generator Anthraciet elfde
periode" gemerkte bonnen, recht geven op
het koopen van 1 H.L. (maximum 75 KG.)
Anthracietnootjes 4 of 5, of 50 KG. turf-
cckes, gedurende bovengenoemd tijdvak
geven de met de woorden „Generator-turf"
elfde periode" gemerkte bonnen recht op
het koopen van 50 stuks baggerturf.
HET UITLOVEN EENER BELOONING.
Naar wij vernemen moet het uitloven
eener belooning voor degenen, die perso
nen aangeven, welke zich schuldig maken
aan daden van sabotage, beschouwd wor
den als een maatregel van politioneelen
aard, die zelfstandig is genomen door het
ressort van den directeur-generaal van
politie.
ZIEKENFONDSENBESLUIT.
Ontbinding van fondsen
voorbarig.
De voorlichtingsdienst van het departe
ment van Sociale Zaken schrijft:
Ten aanzien van de toekomstige positie
der ziekenhuisverplegingsfondsen schijnt
nogal wat misverstand te heerschen. Daar
om kan het zijn nut hebben er op te wij
zen, dat het ontbinden van dergelijke
fondsen op dit oogenblik zeer voorbarig
en bovendien ongewenscht moet worden
genoemd. Deze instellingen immers be
houden, ook na de invoering van de ver
plichte verzekering ingevolge het zieken-
fondsenbesluit, haar beteekenis voor de
vrijwillig verzekerden, alsook, wanneer zij
daartoe worden aangewezen, als risico-
draagsters voor de ziekenhuisverpleging.
Wanneer de eerste premie.
Voorts schijnt bij .werkgevers hier en
daar onzekerheid te heerschen ten aanzien
van de loonperiode, waarover voor het
eerst premie kan worden ingehouden.
Daarom zij alsnog medegedeeld, dat de
premiebetaling begint op den eersten dag
van de eerste volle loonperiode. Dit wil
dus ,in normale gevallen voor weekloonen
zeggen: begin der premiebetaling Maandag
3 November, met als gevolg, dat de eerste
inhouding moet plaats vinden op Zaterdag
8 November. Vele werkgevers verkeeren
ten onrechte in de meening dat de premie
betaling in dit geval begint op 1 Novem
ber.
Voor maandloonen is dit uiteraard wel
het geval.
fMamentje
IN SPANBROEK.
In het dorpje Spanbroek is feest
door de vergeetachtigheid van een
muzikaal man. Kent u Spanbroek?
Het is een alleraardigst dorpje in
Noord-Holland's dreven met als mid
delpunt een oud, vierkant gemeente
huis. En op dat gemeentehuis prijkt
het wapen. Een merkwaardig wapen.
Een strak gespannen, bol staande
mansbroek op een blauw veld. Ik
weet niet of de naam Spanbroek aan
leiding werd tot dit wapen of het wa
pen aanleiding tot den naam. De ge
schiedenis ervan ken ik niet, maar ik
vermoed zoo dat die gespannen broek
wel iets te maken zal hebben met een
mattenklopper een een Xantippe van
een huisvrouw.
Dat is Spanbroek, waar het nu feest
is. In Leiden heeft namelijk wel eens
een kunstbeen en een telefoonpaal op
de lijst van gevonden of verloren
voorwerpen gestaan (het is maar hoe
men het bekijkt). In Spanbroek heeft
iemand zijn draaiorgel vergeten en
Spanbroek heeft het gevonden. Het
heeft zes weken lang op het dorps
plein gestaan en niemand kwam er
om zijn eigendom. Toen zijn de Span-
broekelingen op de gedachte gekomen
om met dat gevonden voorwerp de
dorpsfeesten op te luisteren. En de
première werd gedraaid bij het zil
veren huwelijksfeest vdn den dorps
barbier.
Maar ik vraag mij intusschen af:
wie verliest er nu zijn draaiorgel? De
Spanbroekers zijn er goed mee, want
het is toch wel prettig in dezen tijd
een beetje muziek bij de hand te heb
ben. Door de vergeetachtigheid van
één man, kunnen alle Spanbroekers
nu hun leed vergeten. Alle geschillen
zijn daar nu bijgelegd sinds het orgel
speelt.
Als zij dat ding eens naar het frorjt
stuurden.
De persdienst van den Nederlandschen
Omroep meldt:
Zaterdag 1 November, van 7.157.30 uur
wordt over den zender Hilversum I een
programma uitgezonden voor de rijpere
jeugd van het platteland, onder den titel:
„De morgenstond heeft goud in den
mond", een luisterspel, waarin de beteeke
nis van het onderwijs op de landbouwwin-
terscholen tot uitdrukking wordt gebracht.
Deze eerste vroege uitzending voor de
plattelandsjeugd stond aanvankelijk op het
programma voor Dinsdag, doch moest
toen uitvallen, c-n verzet worden naar Z a-
t er dag 1 November.
GOUWLEIDER FORSTER IN ONS LAND
Zaterdagochtend zal de Rijksstadhouder
in Danzig, gouwleider Forster in ons land
aankomen. Hij zal hier worden ontvangen
door den Rijkscommissaris. Zondag en
Maandag zal hij een bezoek brengen aan
Rotterdam en Amsterdam en Dinsdag zal
hij het woord voeren op een groote bijeen
komst der N.S.D.A.P. te Arnhem.
Waarschuwing
Het Rijkscommissariaat maakt be
kend:
Er bestaat aanleiding om nadrukke
lijk te wijzen op de bepalingen in de
paragraphen 8 tot 10 der verordening
no 138/41 van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied,
betreffende handhaving der orde.
Volgens deze voorschriften is het
verboden anti-Duitsche geschriften of
afbeeldingen of andere voorwerpen
van anti-Duitschen aard te vervaar
digen, door te geven, voor doorgeven in
voorraad te hebben of tot dit doel bij
zich te dragen. Voorts zijn door deze
bepalingen anti-Duitsche betoogingen
van welken aard ook verboden. Als
anti-Duitsche betoogingen moeten niet
alleen mondelinge of schriftelijke uit
latingen worden beschouwd, die recht
streeks of midellijk een tegen het
Duitsche Rijk gerichte gezindheid te
kennen geven, maar ook het vervaar
digen, verspreiden, dragen of het ove
rige gebruik van insignes, speldjes,
vlaggen, wimpels, sieraden of ge
bruiksvoorwerpen, van kenteekens van
firma's of goederen, alsmede andere
afbeeldingen en voorwerpen, waardoor
een tegen de bezettingsmacht gerichte
gezindheid tot uitdrukking komt. Daar
onder vallen ook insignes etc.:
a) waarin een sympathiebetuiging
voor levende leden van het koninklijk
huis of voor andere vijanden van het
Duitsche Rijk moet worden gezien,
levende leden van het koninklijk huis
of voor andere vijanden van het Duit
sche Rijk moet worden gezien,
b) waardoor men de bestaande ver
boden tracht te omzeilen, of
c) die zich voordoen als misbruik van
de Nederlandsche kienden, het staats
wapen, of de kleuren of wapenken-
merken van de vroegere Nederland
sche weermacht, haar deelen of
haar afzonderlijke formaties.
De straf, die staat op handelingen
van den genoemden aard, is in het al
gemeen gevangenisstraf tot 5 jaar of
een geldboete tot 50.000 gulden. In
bijzonder ernstige gevallen kan tucht
huisstraf tot 15 jaar en geldboete tot
een onbeperkt bedrag worden opge
legd.