VRIJDAG 31 OCTOBER 1941 33ste Jaargang No. 10091 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer bestaat uit vier bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad Wegens het feest van Allerheiligen zal „De Leidsche Courant" MORGEN NIET VER- SCHIJNEN. DE DIRECTIE Gemeenschaps-dagen Niet kwaad bedoeld, soms zelfs goed be doeld, kan er toch ook een on-katholieke tendenz liggen in de uitdrukking: met de dooden kan men niet leven! 't Klinkt, als of met de dood alle gemeenschap wordt af gesneden. En wij kennen de troostrijke ka tholieke leer over de gemeenschap der hei ligen, waardoor wij weten, dat de zège- vierenden in den hemel, de lijders in het vagevuur en de strijders op de aarde met elkaar in gemeenschap kunnen zijn. Morgen vieren wij het feest van alle heiligen een feest van vreugde en van jubel! Wij raden allen, die daartoe in de gelegenheid zijn, met klem aan, de veranderlijke misgebeden van dezen feest dag met aandacht te lezen en te overden ken. De liturgie van dit feest is zoo vol van opbeurende en verkwikkende gedach ten! In het „Gebed" van "de heilige Mis wordt de beteekenis van de katholieke leer over de vereering der heiligen kort en klaar uiteengezet: Almachtige, eeuwige God, die ons vergund hebt, op éénzelfde feest de verdiensten van al uw Heiligen te vieren, wij smeeken, dat Gij, bij zoo tal rijke voorsprekers, ons den begeerden over vloed uwer goedertierenheid wilt verlee- nen". En in het „Offertorium" wordt ons een bron van troost geopend: „De zielen der rechtvaardigen zijn in Gods hand en de foltering der boosheid zal hen niet tref fen, zij schenen in de oogen der dwazen te sterven; zij echter zijn in vrede". Héél de liturgie van dezen dag is doortrokken van geest- en hart-verkwikkende gedachten. Indrukwekkend zijn de zalig-sprekingen in het machitg-mooi Evangelie (Mattheus V 1 12). De Allerzielen-dag, a.s. Maandag, herin nert ons aan de gemeenschap met de lij ders in het vagevuur en in de liturgie komt deze leer tot uitdrukking. Beluister in het „Gebed" van de heilige Mis de leer van de Kerk: ..O God, Schepper en Verlosser aller geloovigen, schenk aan de zielen uwer die naars en dienaressen vergiffenis van al hun zonden, opdat zij de kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door onze vrome smeekgebeden mogen* verkrijgen". En in de „Postcommunio" bidt de Kerk: „Wij bidden, o Heer, moge ons smeekge bed vordeel brengen aan de zielen Uwer dienaars en dienaressen, opdat Gij hen moogt ontslaan van- alle zonden en deel achtig maken aan Uw verlossing". De aanstaande dagen zijn gemeen schaps-dagen. Wij beleven dan op bij zondere wijze de leer der Kerk over de gemeenschap der heiligen, welke leer ech ter d a g e 1 ij k s ons leven moet inspi- reerenl Die leer over de gemeenschap met de zegevierenden in den hemel en de lijders in het vagevuur zal moeten worden gedra gen door een echt christelijke beleving van de gemeenschap tusschen de menschen on derling op deze wereld! Het katholiek ge loof leert ons, dat de menschen over alle grenzen der wereld heen elkander kunnen helpen en steunen, met elkaar in gemeen schap kunnen staan: door gebed en goede werken. En deze overtuiging van de gees telijke gemeenschap tusschen alle men schen zal weer opwekken tot een daadwer kelijke gemeenschap van hulpbetoon en liefdedaden in de eigen onmiddellijke om geving, op geestelijke en stoffelijke wijze. Hoe zal men kunnen beminnen degenen, die men niet ziet, als men de mede-men- schen, met wie men dagelijks omgaat, niet lief heeft? Zóó staat vol-levend en rijk-bloeiend vóór ons de indrukwekkende, de groot- sche, de heerlijke en heilrijke katholieke gemeenschapsgedachte! Mogen wij allen van elkaar ondervin den de practische consequenties en de da gelij ksche toepassingen van deze gemeen schapsgedachte. Dan kunnen wij de toe komst inzien en tegemoet treden met blijde gerustheid.... V Verdwaasde mentaliteit Volgens een bericht in de bladen zou een Anglicaansch geestelijke in Engeland, de bisschop van Canterbury, aan den secre taris van het bolsjewistische journalisten- verbond hebben geschreven: „Kameraden, menschen van de Sovjet-Unie! Onze hartelijkste groeten aan het roode leger, de roode zee- en lucht vloot, Stalin en de heldhaftige vol keren der Sovjet-Unie. Gij toont de geheele wereld, wat vrije, goed bewapende menschen onder bekwame leiding en die door edele motieven zijn bezield in staat zijn te maken van de verdediging van hun vaderland, van hun werk en van hun bodem. Uw land staat onwankelbaar als citadel der vrijheid, als verdediger van ideeën en pogingen, die de volkeren aanzetten tot zelfverheffing cn tot ver breking van de ketenen der barbarij. Het Engelsche volk weet wat gij hebt gepresteerd en nog presteert. Het begroet u spontaan als roemrijke bond genoot. Wij zijn trotsch op u." Een dergelijke mentaliteit, als waarvan deze brief getuigt, is zóó verward en ver wrongen, dat men hier kan spreken van een hopeloos geval! Een christen, die.... de Sovjet-Unie be groet als een citadel der vrijheid!.... De oorlogsrazernij kan veel dwaze ideeën oproepen en veel dwaasheid verklaren en zeis verontschuldigen, maar: er zijn gren zen óók voor de te verontschuldigen dwaas heid! Die grenzen worden hier overschre den. Wij hebben nog nooit een katholiek ont moet, die met het bolsjewisme sympathi seerde of die niet tegen het bolsjeswistisch regiem vierkant stelling nam. Als wij een zoodanigen katholiek zouden ontmoeten, zouden wij onze oogen openzetten als bij het zien van.... een vierkanten cirkel! Qeatdend Ewtapa Rijkscommissaris rijksminster dr. Seyss-Inquart heeft in een interview met een vertegenwoordiger van de „Krakauer Zeitung" de ontwikkeling ge schetst van het politieke leven in Neder land in verband met de nieuwe orde in Europa. De Rijkscommissaris heeft daarbij gewezen op de kenmerkende kalmte, waar mede de Nederlanders de heroriënteering van hun politieke leven opnemen. Waar bij de „Krakauer Zeitung" de opmerking plaatste, dat dit ongetwijfeld mede te dan ken was aan de leiding van den Rijks commissaris in het bezette Nederlandsche gebied. Inderdaad heeft de Rijkscommissaris, zonder de oogmerken van de bezettende overheid uit het oog te verliezen, op ruime wijze rekening gehouden met den eigen aard van ons volk en in overeenstemming met de kenmerkende eigenaardigheden de inschakeling van het bloed- en stamver wante Nederland in het geheel van het nieuwe-geordende Europa voorbereid. Het nieuwe Europa is geboren in de weeën van den oorlog, op de slagvelden van het Oosten heeft het den vuurproef doorstaan en reeds thans kan gezegd wor den, dat het leeft en levensvatbaarheid heeft. Opgebouwd op den grondslag van de bestaande Europeesche volksindividua liteiten, zal het worden gevormd door sta ten, die door hun prestaties en hun begrip voor de nieuwe orde getoond hebben, hun zelfstandigheid waard te zijn. Zoolang de oorlogstoestand echter duurt kan die zelf standigheid in de bezette gebieden slechts latent aanwezig zijn, want zoolang blijven in Europa, in het bijzonder in de bezette gebieden, de harde, maar rechtvaardige oorlogswetten van kracht, die Duitschland moet toepassen als de door het lot aange wezen mogendheid. Duitschland duldt niet dat het uit Europa verbannen Engeland de uiteengeslagen resten van zijn gekoch te aanhangers gebruikt om in Europa nog verder verwarring te stichten. Duitschland is vastbesloten iedere noodzakelijke hard heid toe te passen om zijn legalen bezet tingstroepen de begrijpelijke bescher ming en de internationaal vastgelegde rech ten te verzekeren. Dat het daarbij ernst is, hebben de re cente maatregelen in het buitenland bewe zen; daarop wijst ook de proclamatie van de drie Nederlandsche secretarissen-gene raal van deze week. Het is het welbegrepen eigenbelang der volkeren, de orde, welke de Duitsche over heden willen handhaven en bevestigen, op de eerste plaats niet te saboteeren, maar op de tweede plaats ook te steunen. Zij be palen daarmede hun toekomstige positie in het Europa van den vrede. Duitschland en Italië hebben den wil en sedert het neerslaan van het bolsjewis me en,daarmede het openen van ontzag gelijke vruchtbare gebieden voor de alge- meene Europeesche levensbasis ook on betwistbaar het vermogen om een toe komst te garandeeren, voor alle volken, die in éénzelfde lotsgemeenschap verbon den zijn. DE VERLIEZEN VAN HET SOWJET-LEGER Geschat op 4.5 tot 5 millioen man VERVANGING IS NIET MOGELIJK. Na het instellen van een nauwkeurig on derzoek kan, naar het D.N.B. van militaire zijde verneemt, thans gezegd worden, dat de bolsjewisten in den tijd tusschen 22 Juni en 31 Augustus in totaal 148 divisies infanterie, 39 tankdivisies, 10 divisies ca valerie, 8 divisies bergjagers, twee divi sies burgerwachters en twee brigades luchtlandingstroepen, tezamen dus 209 vol ledige groote formaties met het totaal van het daarbij bshoorende oorlogstuig, artil lerie, tanks, infanteriewapens, paarden en voertuigen hebben verloren. Verscheidene Sowjetdivisies werden in Juni of Juli reeds uiteengeslagen, doch door de Sow jet-regeering opnieuw geor ganiseerd. Zij werden in den loop van Augustus een tweede maal vernietigd. Wanneer men als gemiddelde sterkte van een Sowjet-infanteriedivisie 15.000 man aanneemt en van een andere divisie 12.000 man, dan blijkt dat de bolsjewisten tot 31 Augustus 1941 reeds ten minste 3 millioen man hadden verloren. Aan het ruim 2000 km. lange Oostelijke front zijn in dien tijd bovendien talrijke bolsjewis tische compagnieën, bataillons en regimen ten afzonderlijk vernietigd. Stelt men de naar het aantal natuurlijk niet nauwkeurig te controleeren verliezen der bolsjewisten aan gewonden, zieken en aan verliezen uit andere oorzaken op slechts ongeveer de helft van het verlies door vernietiging en uiteenslaan van de divisies, dan komt men voor de bolsjewis ten op een totaal verhes van ten minste 4.5 tot 5 millioen man voor den tijd van 22 Juni tot 31 Augustus. Daarbij moet er rekening mede worden gehouden, "at het hier geheel opgeleide soldaten betreft die gereed gesteld waren voor den aanval op Duitschland en op Eu ropa en die volledig'geoefend waren. Hen volwaardig te vervangen, was voor de bolsjewisten reeds toen niet meer moge lijk. VERGEEFSCHE TEGENAANVALLEN. Het D.N.B. verneemt van militaire zij de: In den centralen sector van het Ooste lijke front zijn de Duitsche troepen tijdens de gevechten van Jlaatste dagen, on danks den harlnekkigen tegenstand der bolsjewisten, met succes opgerukt. Op een plaats alleen reeds verloren zij den 27sten October vierduizend gevangenen, negen tien tanks en 25 stukke geschut. Tijdens deze gevechten werd een groep van twin tig sowjettanks, die gereed werden gehou den voor den aanval op de Duitsche troe pen, door Duitsche artillerie onder vuur genomen. Daardoor werden verscheidene tanks vernield. Ook den 28en October le den de bolsjewisten tijdens vergeefsche tegenaanvallen op de Duitsche troepen zware verliezen. Een Duitsche infanterie divisie vernietigde in de ochtenduren van den 28en October alleen zes sowjet tanks van 25 ton. Op een ander gedeelte van het front hadden de sowjets in het ge bied van den Duitschen aanval zeer veel landmijnen aangebracht. Het bataljon pio niers van de hier oprukkende Duitsche in- fanterie-divisie ruimde op een dag meer dan 3500 mijnen op en maakte op deze wij ze een verder oprukken van de divisie mogelijk. DE BEDREIGING VAN HET DONETS BEKKEN. Nu de Duitsche en met hen samenwer kende troepen over een breed front den bovenloop van de Donets hebben bereikt zijn de spoorlijnen, die uit het industriege bied Westwaarts naar Dnjepropetrowsk en in N.W. richting naar Charkow leiden af gesneden. Het nog niet bezette deel van het Donetsbekken verstijft daarmee tot toenemende onbewegelijkheid. Het weer- machtsbericht meldt verder, laat D.N.B. hierop volgen, aanvalsoperaties tusschen Ilmen- en Ladogameer, dus in een sector, waarin schijnbaar gedurende den opmarsch in het Zuidelijke en centrale deel van het front een zekere stilstand was ingetreden. Dit deel springt O.- en Z.O.-waarts ten aanzien der insluiting van Leningrad vooruit. Het D.N.B. meldt uit Stockholm: Voor de Sowjetunie zou het verstandi ger zijn, het Donetsbekken te laten schie ten, zoo verklaart de Londensche berich tendienst omtrent de situatie aan het Oos telijke front en merkt op, dat thans de voornaamste taak van een Sow jet veldheer is gelegen in de rédding van zijn leger. Met verontachtzaming van het Roode- kruisteeken hebben talrijke bolsjewisten, naar het D.N.B. verneemt, een Duitschen ziekenauto beschoten. Er kon worden ge constateerd, dat de auto ongeveer honderd kogelgaten vertoonde. Een Duitschen sol daat, die in den auto lag en twee chauf feurs werden gedood. Het D.N.B. meldt uit Berlijn: Hooge bolsjewistische officieren en tal rijke commissarissen beginnen Leningrad te verlaten. Deze vlucht staat ongetwijfeld in ver band met waarnemingen van neutrale correspondenten te Leningrad, die den in druk hebben, dat het moreel van de bols jewistische verdedigers van Leningrad van dag tot dag afneemt. Winterhulp in Nederland De hagel striemt door de verlaten straten. De grimmige voorbode van. den winter. Nog is het kwik niet beneden nul gedaald, maar de ontbladerde boo- men, de regen- en sneeuwbuien en de neerkletterende hagel spreken een duidelijke taal. De winter is in aan tocht! Winter in het oorlogsjaar 1941Wie nooit zorgen gekend heeft, wiens kleere- kast ook nu nog gevuld is, op wiens bed nog wollen dekens liggen, zal ook dezen winter zonder al te groote ongemakken doorkomen. Maar wee dengene, die niets heeft dan de kleeren, die hij op zijn lijf draagt, die des nachts kleumend het ge scheurde en dunne dek over zich heen trekt en die zelfs geen geld heeft om voor zijn bonnen kolen te koopen. Voor hem zal deze winter vreeselijk worden. De nood is groot in Nederland, grooter dan ae meeste onder ons vermoeden en grooter dan ooit te voren. Geen kruimels vallen meer van de tafels der rijken, geen afgedragen kleeding wordt meer wegge schonken en geen kolen kunnen meer door een heimelijken weldoener naar de schame le woning van een arme worden gestuurd. Bitter leed zal er dezen winter geleden worden in duizenden gezinnen. De nood is groot, dat is het eenige waar het op het oogenblik op aankomt. De nood is groot en moet gelenigd worden. En kan slechts gelenigd worden langs één kanaal: de Winterhulp. Dit is een concreet feit en dit feit heb ben we te aanvaarden. Het komt er nu niet meer op aan hoe men over de. Winterhulp denkt, het komt er nu slechts op aan hoe de nood gelenigd kan worden. Daarom, sluit uw oor voor gefluister en laster en open uw hart en uw beurs. Open ze wijd, want zij, die gebrek lijden, zijn Nederlanders, zijn menschen van uw bloed en uw volk. Nog lijdt een groot deel van ons volk geen gebrek, nog is hun tafel goed voor zien, nog hebben zij kleeding en dekking in overvloed. Op hen rust in de eerste- plaats de plicht om de nooden van de misdeelde Nederlanders te helpen verlichten. Eendrachtig zullen wij de moeilijkheden, waarmede ons volk thans te kampen heeft, kunnen en moeten overwinnen. Nooit is tevergeefs een beroep gedaan op den of ferzin van ons volk. Laat daarom Winter hulp evenmin een vergeefsch verzoek doen. Groote waarden staan op het spel. Want één ding mag niemand vergeten. Gij geeft niet aan Winterhulp, gij geeft aan de armsten onder ons. Gij geeft aan het Nederlandsche volk. De Secretaris-Generaal van het Depart- tement van Handel, Nijverheid en Scheep vaart maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Zaterdag 1 November 1941 t/m Zondag 30 November 1941 de met de woorden „Generator Anthraciet elfde periode" gemerkte bonnen, recht geven op het koopen van 1 H.L. (maximum 75 KG.) Anthracietnootjes 4 of 5, of 50 KG. turf- cckes, gedurende bovengenoemd tijdvak geven de met de woorden „Generator-turf" elfde periode" gemerkte bonnen recht op het koopen van 50 stuks baggerturf. HET UITLOVEN EENER BELOONING. Naar wij vernemen moet het uitloven eener belooning voor degenen, die perso nen aangeven, welke zich schuldig maken aan daden van sabotage, beschouwd wor den als een maatregel van politioneelen aard, die zelfstandig is genomen door het ressort van den directeur-generaal van politie. ZIEKENFONDSENBESLUIT. Ontbinding van fondsen voorbarig. De voorlichtingsdienst van het departe ment van Sociale Zaken schrijft: Ten aanzien van de toekomstige positie der ziekenhuisverplegingsfondsen schijnt nogal wat misverstand te heerschen. Daar om kan het zijn nut hebben er op te wij zen, dat het ontbinden van dergelijke fondsen op dit oogenblik zeer voorbarig en bovendien ongewenscht moet worden genoemd. Deze instellingen immers be houden, ook na de invoering van de ver plichte verzekering ingevolge het zieken- fondsenbesluit, haar beteekenis voor de vrijwillig verzekerden, alsook, wanneer zij daartoe worden aangewezen, als risico- draagsters voor de ziekenhuisverpleging. Wanneer de eerste premie. Voorts schijnt bij .werkgevers hier en daar onzekerheid te heerschen ten aanzien van de loonperiode, waarover voor het eerst premie kan worden ingehouden. Daarom zij alsnog medegedeeld, dat de premiebetaling begint op den eersten dag van de eerste volle loonperiode. Dit wil dus ,in normale gevallen voor weekloonen zeggen: begin der premiebetaling Maandag 3 November, met als gevolg, dat de eerste inhouding moet plaats vinden op Zaterdag 8 November. Vele werkgevers verkeeren ten onrechte in de meening dat de premie betaling in dit geval begint op 1 Novem ber. Voor maandloonen is dit uiteraard wel het geval. fMamentje IN SPANBROEK. In het dorpje Spanbroek is feest door de vergeetachtigheid van een muzikaal man. Kent u Spanbroek? Het is een alleraardigst dorpje in Noord-Holland's dreven met als mid delpunt een oud, vierkant gemeente huis. En op dat gemeentehuis prijkt het wapen. Een merkwaardig wapen. Een strak gespannen, bol staande mansbroek op een blauw veld. Ik weet niet of de naam Spanbroek aan leiding werd tot dit wapen of het wa pen aanleiding tot den naam. De ge schiedenis ervan ken ik niet, maar ik vermoed zoo dat die gespannen broek wel iets te maken zal hebben met een mattenklopper een een Xantippe van een huisvrouw. Dat is Spanbroek, waar het nu feest is. In Leiden heeft namelijk wel eens een kunstbeen en een telefoonpaal op de lijst van gevonden of verloren voorwerpen gestaan (het is maar hoe men het bekijkt). In Spanbroek heeft iemand zijn draaiorgel vergeten en Spanbroek heeft het gevonden. Het heeft zes weken lang op het dorps plein gestaan en niemand kwam er om zijn eigendom. Toen zijn de Span- broekelingen op de gedachte gekomen om met dat gevonden voorwerp de dorpsfeesten op te luisteren. En de première werd gedraaid bij het zil veren huwelijksfeest vdn den dorps barbier. Maar ik vraag mij intusschen af: wie verliest er nu zijn draaiorgel? De Spanbroekers zijn er goed mee, want het is toch wel prettig in dezen tijd een beetje muziek bij de hand te heb ben. Door de vergeetachtigheid van één man, kunnen alle Spanbroekers nu hun leed vergeten. Alle geschillen zijn daar nu bijgelegd sinds het orgel speelt. Als zij dat ding eens naar het frorjt stuurden. De persdienst van den Nederlandschen Omroep meldt: Zaterdag 1 November, van 7.157.30 uur wordt over den zender Hilversum I een programma uitgezonden voor de rijpere jeugd van het platteland, onder den titel: „De morgenstond heeft goud in den mond", een luisterspel, waarin de beteeke nis van het onderwijs op de landbouwwin- terscholen tot uitdrukking wordt gebracht. Deze eerste vroege uitzending voor de plattelandsjeugd stond aanvankelijk op het programma voor Dinsdag, doch moest toen uitvallen, c-n verzet worden naar Z a- t er dag 1 November. GOUWLEIDER FORSTER IN ONS LAND Zaterdagochtend zal de Rijksstadhouder in Danzig, gouwleider Forster in ons land aankomen. Hij zal hier worden ontvangen door den Rijkscommissaris. Zondag en Maandag zal hij een bezoek brengen aan Rotterdam en Amsterdam en Dinsdag zal hij het woord voeren op een groote bijeen komst der N.S.D.A.P. te Arnhem. Waarschuwing Het Rijkscommissariaat maakt be kend: Er bestaat aanleiding om nadrukke lijk te wijzen op de bepalingen in de paragraphen 8 tot 10 der verordening no 138/41 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, betreffende handhaving der orde. Volgens deze voorschriften is het verboden anti-Duitsche geschriften of afbeeldingen of andere voorwerpen van anti-Duitschen aard te vervaar digen, door te geven, voor doorgeven in voorraad te hebben of tot dit doel bij zich te dragen. Voorts zijn door deze bepalingen anti-Duitsche betoogingen van welken aard ook verboden. Als anti-Duitsche betoogingen moeten niet alleen mondelinge of schriftelijke uit latingen worden beschouwd, die recht streeks of midellijk een tegen het Duitsche Rijk gerichte gezindheid te kennen geven, maar ook het vervaar digen, verspreiden, dragen of het ove rige gebruik van insignes, speldjes, vlaggen, wimpels, sieraden of ge bruiksvoorwerpen, van kenteekens van firma's of goederen, alsmede andere afbeeldingen en voorwerpen, waardoor een tegen de bezettingsmacht gerichte gezindheid tot uitdrukking komt. Daar onder vallen ook insignes etc.: a) waarin een sympathiebetuiging voor levende leden van het koninklijk huis of voor andere vijanden van het Duitsche Rijk moet worden gezien, levende leden van het koninklijk huis of voor andere vijanden van het Duit sche Rijk moet worden gezien, b) waardoor men de bestaande ver boden tracht te omzeilen, of c) die zich voordoen als misbruik van de Nederlandsche kienden, het staats wapen, of de kleuren of wapenken- merken van de vroegere Nederland sche weermacht, haar deelen of haar afzonderlijke formaties. De straf, die staat op handelingen van den genoemden aard, is in het al gemeen gevangenisstraf tot 5 jaar of een geldboete tot 50.000 gulden. In bijzonder ernstige gevallen kan tucht huisstraf tot 15 jaar en geldboete tot een onbeperkt bedrag worden opge legd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1