MAANDAG 27 OCTOBER 1941
CE LF.1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
NEDERLANDSCHE
VRIJWILLIGER IN FINLAND
RADIO-PROGRAMMA
GEMENGEF BERICHTEN
OVERREDEN EN GEDOOD.
Vrijdag is op den Pleinweg te Rotter
dam een ongeluk gebeurd, waarbij een ar
beider om het leven is gekomen. Deze, de
35-jarige T. W. Boerman uit Waddinx-
veen, zat op een wagentje, dat achter een
auto was gekoppeld, waarop betonnen hei
palen werden vervoerd. Plotseling brak
het touw waarmede de voertuigen waren
verbonden. Het wagentje begon te slinge
ren met het gevolg, dat Boerman er afviel
en onder de wielen terecht kwam. Hij
werd zoo zwaar gewond, dat hij op weg
naar het ziekenhuis overléed. De 35-jarige
R. H. Ambachtsheer, eveneens uit Wad-
dinxveen, die ook op het wagentje zat
en er afviel, liep slechts lichte verkon
dingen aan het oog op. De 29-jarige W.
Bakker kreeg een klap van het voertuig,
waardoor hij lichte verwondingen aan het
hoofd opliep.
Zaterdagmiddag geraakte het 9-jarig
zoontje van den landbouwer S. Middel te
Uithuizen onder een wagen, geladen met
suikerbieten. Een wiel ging het knaapje
over het hoofd. De dood trad bijna onmid
dellijk in.
DOODELIJK MIJNONGELUK.
Gisteren is de twintigjarige Border in
de mijn Juli te Eygelshoven onder val
lende kolen geraakt. Het slachtoffer werd
ernstig gewond en overleed korten tijd
later.
LANDBOUWER DOOR ZIJN PAARD
ERNSTIG GEWOND.
De landbouwer K. van Rossum te Ooll-
gensplaat kreeg tijdens zijn werkzaamhe
den een trap van een paard. Onmiddellijk
werd de hulp van een dokter ingeroepen.
Het slachtoffer werd in zorgwekkenden
toestand naar het ziekenhuis te Dirksland
overgebracht.
LIJKJE VAN VERMIST MEISJE UIT
TILBURG GEVONDEN.
Op het landgoed Mariahoeve, onder de
gemeente Berkel, tusschen Oisterwijk en
Tilburg, is Zaterdagochtend elf uur het
lijkje gevonden van de tienjarige Ri„ Pa-
gie. Het meisje werd sinds Augustus te
Tilburg vermist.
Bij het jagen vond de jachtopziener een
schoentje en zag onder een laagje heide
een kleedingstukje. Hij verwijderde de
heide en vond een jurkje. Toen hij ver
der groef, ontdekte hij het lijkje.
Men zal zich herinneren, dat onmidde-
üjik na het bekend worden der verdwijning
de recherche indertijd zonder Sresultaat
eén onderzoek instelde. Veertien dagen la
ter werd wederom een meisje uit Rotte-
dam, dat in Tilburg logeerde, vermist. Men
vond in de Oisterwijksche bosschen het
lijkje van het Rotterdamsohe kind. In ver
band hiermede werd korten tijd later
overgegaan tot de arrestatie van zekeren
B uit Tilburg. De man bleef hardnekkig
ontkennen, doch de aanwijzingen waren
tegen hem Men vond o.a. zijn fiets op de
plaats van den moord. De Tilburgsche po
litie zocht verband tusschen dezen moord
en de verdwijning van het tienjarige meis
je Ria Pagie. Met de vondst van het stof
felijk overschot, dat werd aangetroffen op
betrekkelijk korten afstand van de wo
ning van den verdachte, beschikt zij nu
ongetwijfeld over gegevens, die haar in
staat zullen stellen zich een oordeel te vor
men over de gegrondheid der verdenkin
gen tegen B.
ZWARTE HANDEL TE DEVENTER.
Dertien personen gearresteerd en veel
smokkelwaar in beslag genomen.
Op aanwijzing van de politie te Kampen
heeft de politie te Deventer 13 personen,
allen wonende in Deventer, in hechtenis
genomen, verdacht van zich te hebben
schuldig gemaakt aan den zwarten handel,
aan distributieovertreding en prijsopdrij
ving. In verband hiermede werd te Deven
ter een groote partij smokkelwaar in be
slag genomen, waarbij 2000 pond vet, 60.000
sigaren, een aantal rijwielen, een groole
oartij leverworst, 36 blikken ham, een
partij elastiek, zakken met hogge, rollen
manufacturen en wollen stoffen, 100 pond.
cacao en koffie en een groote partij slaolie.
Men zoekt nog naar me^r.
BOTER- EN VETBONNEN GESTOLEN
EN VERHANDELD.
De Bussumsche politie is een belangrij
ken diefstal van boter- en vetbonnen op
het spoor gekomen. Een twintigjarige kan
toorbediende bij een melkzaak heeft in
eenige maanden tijds ten nadeele van de
firma meer dan duizend van deze bonnen
verduisterd. Het juiste aantal is nog niet
bekend, doch zal ongeveer 1200 bedragen.
Pc bediende verkocht deze bonnen aan een
RTi.CHTZAw m
I1AAGSCJHE POLITIERECHTER.
Van drie jonge dames en
zekeren Jonas.
Het is een niet te ontkennen feit, dat de
vroegere vriendinnen Lena en Suse uit
Leiden elkaar niet goed meer konden
„zetten". Zulks vond zijn oorzaak in het
feit, dat Lena verkeering had met een ze
keren Jonas, welke Jonas, na een ontmoe
ting met Suse. deze laatste aanminniger
vond en dus zijn attenties van Lena op
Suse overbracht. Sedertdien zat Lena Suse
in het vaarwater.
Toen Suse en haar Jonas op een avond
in een cafétje gezellig resp. van een ad
vocaatje en een biertje zaten te genieten,
mitsgaders van eikaars gezelschap, was
Lena binnengekomen, vergezeld van een
vriendin. Er was plaats genoeg in het eta
blissement en diverse tafeltjes en stoelen
noodden tot verpoozen. maar Lena en
aanhang vonden het nu juist nocdig om
aan het tafeltje van Suse en Jonas te gaan
zitten
Er werden reeds wederzijds booze blik
ken gewisseld en het werd een hoogst on
aangename situatie
„Zijne ze dat nou", had Lena's vrien
din het gesprek geopend. „Nou ik vin die
Jonas maar een miezerig ventje".
Het „miezerige ventje" stelde plotselfng
vee] belang in zijn biertje, maar Suse vond
het noodig commentaar te geven en noem
de Lena plus aanhang „darren".
De „darren" konden zulk een betiteling
niet maar zoo aanvaarden en bleven het
antwoord niet schuldig. Het werd een ge
zellig ruzietje, waarbij de opmerkingen
over en weer kaatsten.
„Afrekenen", brulde Jonas plotseling ge
decideerd. De witgejaste schoot toe en
nam de hem toekomende dubbeltjes in
ontvangst. Suse stevende naar het deurgat
en moest voorbij Lena en van deze gele
genheid maakte laatstgenoemde gebruik
om haar. in een zijden kous gestoken, been
uit te steken; waardoor Suse duikelde.
De gedoken Suse krabbelde weer over
eind en liep met haar neus in den wind
naar buiten, het aan Jonas overlatend den
aftocht te dekken. Dat het zoo af zou loo-
pen was evenwel niet de bedoeling van
Lena en aanhang en zij togen eveneens de
avondlucht in, Suse en Jonas achterna,
Lena vond het noodig om Suse op haar
hielen te gaan trappen en dat was de be
kende druppel, die den even bekenden
emmer deed overloopen. Suse zei iets te
gen Jonas, vermoedelijk een verzoek om
tot den aanval over te gaan, maar Jonas
weigerde dit verzoek en Suse noemde hem
een lafaard. Ze draaide zich toen zelf maar
om. om Lena een watjekou cadeau te doen.
Deze had daar evenwel op gerekend en
het bleef bij een voornemen van Suse. want
voor ze eigenlijk goed wist wat er gebeur
de, had Lena haar puntige gemanicuurde
nageltjes al over Suse's vleezige, geblan-
kette wangen eeroetst, waardoor hloeden-
ge gToefjes ontstonden.
Over en weer werd van dit specifiek
vrouwelijk wapen gebruik gemaakt en bet
was alleen san het moderne kapsel te wij
ten, dat er geen haarspelden in het geding
gebracht werden. Niettemin werd er aar
dig gestompt, geschopt, aan haardossen
getrokken en wat dies meer zij. ..Jonas,
Jonas' klonk de hartekreet Suse,
maar Jonas bleek verre te zijn. Ook Le
na's vriendin was niet meer aanwezig.
Nietwaar, als twee zulke „ordinaire
schepsels in het openbaar gaan vechten,
dan hehooren „nette" menschen daar
niet bij.
Zoowel Suse als Lena "irl1 we~
gen* mishandeling te verantwoorden.
Eerst was de een verdachte en de ander
getuicp en danma werd er van plaats ver
wisseld
Als getr'een waren daar Jonas en Le
na's. vriendin.
ZoowpI Suse als Lena werden dom- Jonas
en de vriendin „te kijk" gezet, want Jonas
en de vriendin hadden zoo te zien thans
..verkeering" met elkaar en dat nadat ze
hem een „mïeserig ventje" had genoemd.
Het kan raar gaan in deze wereld en er is
bij sommige menschen ve«i he «rip
van het woord moraal.
groep personen, die deze weer doorver
kocht, zoodat een levendige handel in de
bonnen ontstond. Het onderzoek is in vol
len gang. De bediende is in arrest gesteld.
INBRAAK BIJ DEN BURGEMEESTER
VAN LOO'^T-WT.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
is ingebroken in de villa van den burge
meester van Loosdrecht, jhr. G. J. van
Swinderen. De daders hebben hun werk
ongestoord kunnen verrichten, hoewel de
familie boven sliep. De inhoud van kasten
en bureaux op de benedenverdieping werd
overhoop gehaald. De buit bestond uit een
groot bedrag aan contanten, het tafelzil
ver en verschillende kostbaarheden
Zoowel Suse als Lena kreeg een geld-
boetentje van 5. Het zat hen evenwel
niet in het bedrag, maar in de ondervon
den vernedering.
En zoo vertrokken Jonas de wispelturige
en Suse en Lena eerst vriendinnen, toen
vijandinnen en thans door de vernedering
weer vriendinnen, totdat er weer een
soortgelijke Jonas komt in hun leven, want
dan is het weer mis.
Familiereünie.
Moeder was jarig en als moeder jarig is,
dan komen de kinderen weer eens te za-
nien, om op zulk een dag den familieband
weer eens te verstevigen. De gebroeders
R. uit Leiden waren dus naar mama ge
gaan om haar te feliciteeren. Mama was in
Den Haag woonachtig en tevens in haar
schik haar groote jongen,- weer te zien.
„Dag Chris, dag Toon," zal de begroeting
wel geklonken hebben, toen haar jongens
binnen kwamen. De derde zoon, Gerrit ge-
neeten, was eveneens gekomen en ook. deze
werd op het drempeltje ontvangen. En hoe
kan een moeder haar groote jongens beter
ontvangen dan met een „pakkerd". Het was
alles zoo spontaan gemeend geweest, dat
het drietal werkelijk bloosde. Een buurman
was getuige geweest van deze begroeting
en aangezien die buurman, Dirk geheeten,
nogal twistziek was, had hij een schampere
opmerking gemaakt, door de moeder een
kwijlebabbel" te noemen.
„Och laat maar", had moeder tegen haar
zoons gezegd. „Het is een naar mensch,
waarvan een ieder last heeft en niemand
durft hem aan. omdat hij zoo groot en
sterk is". De gebroeders keken elkaar eens
Aan en zonder iets te zeggen kwamen ze
gezamelijk op het idee om dien lastigen,
grooten sterken buurman eens op zijn num
mer te zetten. Het was of de moeder er
een voorgevoel van had, want zij posteerde
zich in het deurgat en verbood de jongens
om zich aan buurman te vergrijpen, die
L-ar groot, sterk en uitdagend op de keien
stond. „Moeder, bemoei je er niet mee",
zei Gerrit en hij pakte het oude moedertje
r eet en zette haar op zij.
Toon nam een duik naar buiten en sprong
buurman Dirk op zijn rug. Hij schokte wel
oven. maar kwam niet ten val. Chris kwam
zijn broer tt hulp en dook naar Dirks bee
nen Tegen (leze dubbelen frontaanval was
een Dirk niet bestand en hij duikelde, met
Toon aan zijn nek hangend en Chris zijn
beenen omknellend, op het plaveisel. Vor
stelijk troonde Chris op Dirks onderdanen,
het aan Toon overlatend om Dirks gezicht
re behandelen. Gerrit met ma op zijn hie-
len probeerde ook het zijne bij te dragen
tot de algemeene feestvreugde en hij begon
Dirks middenrif technisch te bekloppen.
Aangezien een en ander niet geruischloos
geschied was, gingen allerwege de ramen
op en het ontbrak niet aan aanmoedigings-
kreten, waaruit viel op te maken, dat
buurman Dirk allerwege nogal een beetje
■'ehaat was. Wegens mishandeling stonden
ie drie broeders gebroederlijk naast elkaar
in het verdachtenbankje. Toon gaf toe
Dirk op zijn nek gesprongen te zijn. maar
geslagen had hij hem niet. Chris gaf toe
naar Dirks beenen gedoken te zijn, maar
seslagen had hij hem niet. Gerrit gaf toe
op Dirks middenrif te zijn gaan zitten,
maar geslagen had hij hem niet. Zie zoo,
dat was dat. Men kwam dus voor het geval
te staan, dat er iemand zoo'n beetje „beurs"
geslagen was door drie broers, maar gesla
gen hadden ze niet,
Er waren evenwe' getuigen, die het ge
beurde gezien hadden. Een van hen noem
de het net een „wild-West-film". Hij gaf
grif toe. dat hij geweten had van het ge
vecht, maar wie nu eigenlijk de bloedneus
enz, gefabriceerd' had kon deze getuige niet
verklaren. Het ging hem een beetje te vlug
voor nauwkeurige waarnemingen.
De tweede getuige sprak van een onont
warbaar kluwen. Dan zag men een been.
dan een hoofd en dan was het weer net een
inelkaar gedoken stekelvarken, alias een
gehakt bal. Ook van dezen getuige werd
men niet erg veel wijzer, Dirk in hoogst
eigen persoon wist te vertellen, dat hij na
genoeg ..mottig" gebeukt was. Een dok
tersverklaring bevestigd" dit „mottig"
slaar
Maakten Chris en Toon het al bont met
nun ontkentenis, Gerrit deed de deur toe
door te gaan vertellen, dat hij graag eenige
stompen zou hebben gegeven aan Dirk,
maar dat hij er ongelukkig gennee niet goed
bii kon komen.
De Officier vond, dat de geboeders Dirk
gedrieën „netjes" had en afgedroogd. Elk
voor zich ontkent geslagen te hebben en
daarom oordeelde spreker, dat elk der ge
broeders een geldboete van 15 of 15 da
gen moesten hebben.
De broeders vonden zulks billijk, al had
den ze zich zoo onschuldig voorgedaan En
zoo kreeg ieder een geldboete van 15 of
I ^5 dagen. Het was net alsof ze best voor
j r 45 plezier hadden gehad, want den Dirk
- sindsdien erg mak" gewerd"*1.
WAT HIJ SCHREEF VAN HET FRONT.
Van een Nederlandsch journalist in Hel
sinki ontvingen wij onderstaand stukje,
dat hem is toegestuurd door den eenigen
Nederlandsch en vrijwilliger, die in de ge
lederen van de Finsche troepen tegen de
Sovjets strijdt:
Oost-Karelië tusschen Aunus en
Aanislinna (Petroskoj). Veldpost.
„Ik ben bij een zware batterij en wij
schieten onophoudelijk. De tactiek der
Finsche troepen is verbluffend en men ziet
noch hoort hen aankomen. Men kan bijv.
onze batterij naderen tot op een tiental
meters en dan bespeurt men nog niets. We
hebben hier in de omgeving een electri-
sche centrale veroverd bij een 400 M. bree-
de rivier, die, naar ik meen, het Stalinka-
naal heet. Ik heb nu met eigen oogen kun
nen aanschouwen, hoe de Russen overal
teruggedrongen zijn en nog worden onder
enorme verliezen. De geest onder onze
mannen is uitstekend, evenals het eten. Op
dit oogenblik worden juist pannekoeken
gebakken, die uitstekend smaken. Ik weet
zelf niet hoe het mogelijk is, dat we hier
onder kanongebulder nog de grootste pret
kunnen hebben, maar het is toch zoo. Op
mijn weg hierheen kwam ik van Pitka-
ranta naar Aunus en aanschouwde de „ze
geningen van het communisme". Onein
dige stukken onbebouwd vruchtbaar land,
huizen van balken, ruw weg in elkaar ge
timmerd en op willekeurige plaatsen. Het
woord „stad" voor Aunus is dan ook mis
plaatst, ofschoon de oppervlakte en het
aantal houten huizen groot genoeg zijn.
Van straten is niets te zien, hoogstens kan
men spreken van een slechten weg.
Ik zit nu in een bunker en kan maar ge
brekkig schrijven, want de Russen zijn zeer
actief en schieten geweldig veel; ook de
vliegtuigen laten zich niet onbetuigd. De
zer dagen kwamen ze met 40 tanks, maar
wij hebben er 15 vernield en de rest is ge
vlucht. Ik heb dat krachtstation bewonderd
over het Stalinkanaal, waar het water met
donderend geweld neerkomt en electrici-
teit tot aan Petersburg levert. Nu is het
onbruikbaar gemaakt. Een Russisch vlieg
tuig is voor deze centrale neergevallen. De
propellers zijn van een mooi wit metaal,
ik denk aluminium. Groote brokken heb
ben wij er afgezaagd, er worden ringen
van gemaakt, Zoo nu en dan moeten we
even verdwijnen voor de granaten. Ik
schrijf eigenlijk op gevoel af, want twee
weken onder den grond is niet licht. Als
onze troepen wat verder staan en onze
stelling zekerder wordt, hebben we het
wat geriefelijker. Ik hen hier, zooveel be
kend, de eenige „HoHantilainen vapaaeh-
toinen" (Nederlandsche vrijwilliger).
WILT U IETS WETEN
Vraag: Kan men boonen inmaken in
een nieuwe, ongebruikte, zinken wasch-
ketel.
Antwoord: Zinken voorwerpen zijn
ongeschikt voor den inmaak van levens
middelen.
101. Hè, het was nd of K .i.perij^ wat
hoorde. Zou er zoo laat nog een boot naar
huis komen? Dat kon niet, want alle vis-
schers van Palingdam waren al binnen.
Wel verdraaid, wat zou er nu gebeuren?
Lieve help, daar kwam me zoo maar een
verschrikkelijk monster aan.
DINSDAG 28 OCTOBER 1941.
HILVERSUM I. 415, 5 M. 6.45 Gramo-
foonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek
7.00 Gramofoonmuziek 7.15 Voor de rij
pere jeugd van het platteland 7.30 Gra
mofoonmuziek 7.45 Ochtendgymnastiek
8.00 B. N. O.: Nieuwsberichten 8.15
Politiek weekpraatje (opn.) 8.30 Gra
mofoonmuziek 9.15 Voor de huisvrouw
9.25 Gramofoonmuziek 10.30 Zang
en piano 11.00 Voor de kleuters 11.20
Ensemble Rentmeester - - 12.00 Klaas van
Beeck en zijn orkest en gramofoonmuziek
12.40 Almanak 12.45 B. N. O.: Nieuws-
en economische berichten 13.00 Zang met
planobegeleiding 13.30 Ensemble Bandi
Balogh 14.00 Gramofoonmuziek 14.30
Lichte toets 15.30 Pianovoordracht
16.00 Bijbellezing 16.20 Gramofonomu-
ziek 16.45 Voor de jeugd 17.00 Gra
mofoonmuziek 17.15 B. N. O.: Niemvs-
economische- en beursberichten 17.30
Omroep orkest (Om 18.Voor de vrouw)
19.00 Actueel halfuurtje 19.30 Geva
rieerd p'-ogranima 20.15 Gramofoonmu
ziek 20.45 Het Oost-Nederlandsche strijk
kwartet J11.3U Gramofoonmuziek 21.45
B N. O.: Nieuwsberichten 22.00 B. N.
O.- En?elsche uitzending: „Economie News
'rom Holland" of gramofoonmuziek
22.1524.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II. 301 5 M. 6 45 Gramo
foonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek
7.00 Gramofoonmuziek 7.45 Ochtend
gymnastiek 8.00 B. N. O.: Nieuwsberich
ten. 8.15 Gramofoonmuziek 10.00 Mor-
gemviiding - 10.15 Gramofoonmuziek
10.40 Voordracht 11.00 Gramofoonmu
ziek 11.30 Orgelconcert 12.00 Otto
Hendriks en zijn orkest 12.45 B. N. O.:
Nieuws- en economische berichten 13.00
Frans Wouters en zijn orkest 13.40 Or
gelconcert 14.00 Haarlemsche Orkest-
vereeniging, solist en gramofoonmuziek
15.30 Voor de zieken 16.00 „Daniël Fran
cois Esprit Auber", „een vergeten compo
nist". causerie met gramofoonmuziek
16.45 Gramofoonmuziek 17.15 B. N. O.:
Nieuw*-, economische- en Ijeursberichten
17.30 Gevarieerd programma 18.15
Boekbespreking 18.30 Gramofoonmuziek
18.45 Cyclus „In een nieuw licht bezien"
(Voorbereid door de N. S. B.). 19.00 Ac
tueel halfuurtje 19.30 Gramofoonmuziek
19.45 ReDortage 20.00 Gramofoonmu
ziek 20.40 Gevarieerd programma
PI 30 Gramofoonmuziek 21.45 B. N. O
Nieuwsberichten 22.00 B. N. O.: T^elwh-
'inf on het weormachtsbericht 22,10
22.15 Avond wijding.
Beide zenders sluiten om 20.15. Het pro-
"ramma loopt door, alleen voor de Radio-
Centrales: no Hilversum I tot 24.00; op
Hilversum II tot 22.15 uur.
GEM. RADIO.DISTRIBUTIEBEDRIJF.
Ie Programma: 6.4522.15 Hilversum I
22.1524.00 Duitsch Programma.
2e Programma: 6.4522.15 Hilvei'sum TI
22 1523.00 Programma uitsluitend voor
aangeslotenen bij Radio Centrales 23.00
-24.00 Duitsch Programma.
3e en 4e Programma: 6.4524.00 Duitsch
Programma.
102. Klompertje had geen tijd om te den
ken en nog minder tijd natuurlijk om iets
te doen. Het vervaarlijke dier was met écn
slag bij hem. Klompertje v/erd met bootje
en al opgetild en werd mot zulk ccn vaart
in de hoogte geslingerd, dat hij cr duizelig
van werd.
Klompertje Klomp, een echte Hollandsche Jongen
FEUILLETON
DE VLUCHTELING
VAN
CAYENNE
door
OTTO BLNNS.
Geautoriseerde vertaling.
45
Zij keerden terug naar het kamp, en gin
gen korten tijd later weer op weg, terwijl
de Schot pagaaide, ondertusschen zijn mee
ning over den toestand ten beste gevend.
Ik denk dat Pedro spoedig nadat wij zijn
twee lieve vrienden in hun kamp achter
lieten, teruggekomen is van zijn tocht. Ze
zijn ons natuurlijk nagegaan. Vermoedelijk
hebben ze deze rivier in het eerst over het
het hoofd gezien, terwijl ze zoo spoedig
mogelijk de hoofdrivier afzochten, waarna
ze zich verdeeld hebben om alle zijrivie
ren af te speuren. Tenzij de bende juist
dezen stroom opgevaren is, zal het Pedro
nog al heel wat tijd kosten eer hij hen
weer berekit heeft, zoodat het goed mo
gelijk is, dat we een dag of twee voor
sprong hebben. In dat geval zullen wij
zorgen, dat we in dien tijd een flinken
afstand afleggen, en als je je over een
•poosje fit genoeg voelt om een pagaai vast
houden, zullen we des te harder opschie-
„Weet je waar deze rivier heen voert,
Sandy?"
„Ik heb er heelemaal geen notie van.
Ik voer hier op goed geluk in. omdat ik
rust verlangde voor jou maar zeker is het,
dat het onze eenige uitweg is voor het
oogenblik. Als we teruggaan, vallen we de
schurken wel al te gemakkelijk in han
den. Misschien vinden we ergens een qjooie
aftakking, zoodat we de honden een poets
kunnen bakken, als ze ons blijven achter
volgen.
„Ik wilde, dat ik je kon helpen roeien".
„Houd je voorloopig maar kalm, dat is
het beste".
Urenlang volgden zij de loop van de ri
vier, zonder een gelegenheid te vinden, hun
spoor uit te wisschen. Later op den dag
echter verbreedde het riviertpje zich tot
een langgerekt moeras, in een groote laag
gelegen vlakte, begrensd door dichte be-
boschte heuvels. Na dit moeras eenige kilo
meters geyolgd te hebben, kwamen ze aan
een plek waar een heuvelrij een wig vorm
de in het water, waarlangs aan iederen
kant een modderige rivier stroomde. De
Schot bekeek ze onderzoekend.
„We zullen de rechtsche volgen", meen
de hij. „En laten we hopen, dat, als ze ons
achterna komen, ze de linksche nemen."
Hij roeide verder tot het moeras ver ach
ter hen lag, en een uur voor zonsondergang
landden ze en begonnen 't kamp klaar te
maken. De duisternis viel snel. Korten tijd
nadat de avondmaaltijd verorberd was, be
gon het weer te regenen, de stortbui was
zoo hevig, dat het vuur er geheel door
werd gebluscht, en de rivier in een uur tijd
steeg tot ze ??l:!k met den oever ston9.
Dudley Langdon kon den slaap onmoge
lijk pakken, en met den Schot was het al
niét veel beter gesteld. Terwijl Mimi vlak
bij hen in diepe rust was, zaten beiden te
rooken en te praten, met zachte stem, tot
het gekletter van den regen ophield, en
slechts de laatste druppels zacht van het
eene blad op het andere dropten.
Langdon sloot de oogen, echter zonder
den verlangden slaap te kunnen verschal
ken. Nu de regen opgehouden was, kwamen
de nachtdieren weer in actie. Dichtbij deed
een jaguar zijn huilend gebrul hooren.
Vuurvliegen schoten door de lucht en van
alle kanten klonk het vleugelgerucht van
vampiers, die hun jacht naar bloed aan
vingen. Bij dit alles klonk nog een ander
geluid, iets dat hij niet thuis kon bren
gen, en dat hij in het begin meende te moe
ten houden voor het kloppen van zijn
eigen hart. Een oogenblik later wist hij
evenwel, dat het dit niet was, want plot
seling bewoog de Schot zic^i en fluisterde
scherp.
„Pst, Dudley, ben je wakker?"
„Ja".
„Hoor je niets?"
„Jawel, maar ik kan niet uitmaken wat
het is, het klinkt zoo regelmatig als het
getik van een klok maar zwaarder."
„Verdraaid, dus je hoort het ook! Ik heb
al geprobeerd, mezelf wijs te maken, dat
het een van die dwaze inbeeldingen is, die
je krijgt als je niet kunt slapen, maar dan
zou jij het niet kunnen hooren. Nu weten
we zeker, dat het werkelijk bestaat. Ik
vraag me af, wat het kan zijn."
„Ik begrijp gr niet veel van. Het is een
volkomen regelmatig geluid. Als we op de
groote rivier waren, zou ik zeggen, dat
het het stampen van een motorboot was..."-
„Verduiveld, kerel", meende de ander.
..Je hebt het geraden! Het stampen van een
motor, dat is het, of ik laat me hangen.
Luister nog maar eens goed."
Beiden luisterden weer scherp toe, maar
eenigen tijd vernamen ze niets anders dan
de gewone geluiden van den nacht. Dan
hoorde Langdon het gestamp weer op
nieuw. en fluisterde opgewonden:
„Daar is het weer."
„Ja, ik hoor het ook."
Een paar minuten bleef het geluid dui
delijk waarneembaar, en Sandy fluis
terde:
„Het is de schro.van een motorboot.
Zoolang ik op zee voer, heb ik het altijd
in mijn ooren gehad. Het moet een heel
kleine boot zijn, want anders zou ze niet
op deze riviertjes vooruit kunnen komen.
De vraag is maar, wie het zijn?"
„Daar zullen we voorloopig wel geen
antwoord op kunnen geven. Maar wie het
ook is, het moet een moedige kerel zijn, om
in het donker voort te durven gaan."
„Dat is waar. Maar vooral, ik vind het
verdraaid verdacht, dat iemand het in zijn
hoofd haalt, 's nachts gewoon door te blij
ven varen. Of hij heeft geweldige haast, of
hij zoekt naar iemand."
„Naar ons, bedoel je."
,,Naar wie anders?" En een kampvuur
kan 's nachts een kamp verraden waar men
overdag zonder meer voorbij varen zou."
„Zooals het onze brandt, zullen ze het
niet licht ontdekken."
„Dat vrees ik ook niet", iriompelde de
Schot. „We zijn bovendien goed verborgen
achter de boomen. Als die boot naar ons
zoekt, hebben we een goede kans, dat ze
ons kalm voorbijvaren. Maar het lijkt me
goed als we probeerden uit te visschen wie
het zijn, als ze langs komen. Als het mijn
heer Filbert is, zal ik ditmaal de kans om
dat. nootje te kraken niet voorbij laten
gaan."
Hij stond op en onderzocht het magazijn
van zijn geweer om er zeker van te zijn
dat het geladen was, Zijn manier van han
delen liet aan duidelijkheid niets te wen-
schen over. Plotseling schoot hem evenwel
iets anders te biancn."
„Daar denk ik -juist aan de cano. Ze ligt
in het volle zicht, boven op den oever.
We moeten ze verbergen."
Hij verliet de hut, maar keerde een
oogenblik later weer terug om de bijl te
halen én na een poosje vernam Langdon
het doffe geluid van bijlslagen.
Even later dook de Schot weer uit het
woud op met een aantal groene takken in
zijn armen, die hij vlak voor de cano in de
zachte aarde stak, zoodat deze vanaf de
rivier onzichtbaar was. Dan meende hij:
„We moeten het licht uitdoen, ondanks
de vleermuizen."
De stormlamp werd gedoofd, en in de
diepe duisternis wachtten de twee mannen
luisterend af, terwijl het geluid van de
schroef als het zwakke kloppen van een
menschen'hart tot hen kwam door den
nacht.
(Word* vervolgd).