MAANDAG 27 OCTOBER 1941 CE LF.1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 NEDERLANDSCHE VRIJWILLIGER IN FINLAND RADIO-PROGRAMMA GEMENGEF BERICHTEN OVERREDEN EN GEDOOD. Vrijdag is op den Pleinweg te Rotter dam een ongeluk gebeurd, waarbij een ar beider om het leven is gekomen. Deze, de 35-jarige T. W. Boerman uit Waddinx- veen, zat op een wagentje, dat achter een auto was gekoppeld, waarop betonnen hei palen werden vervoerd. Plotseling brak het touw waarmede de voertuigen waren verbonden. Het wagentje begon te slinge ren met het gevolg, dat Boerman er afviel en onder de wielen terecht kwam. Hij werd zoo zwaar gewond, dat hij op weg naar het ziekenhuis overléed. De 35-jarige R. H. Ambachtsheer, eveneens uit Wad- dinxveen, die ook op het wagentje zat en er afviel, liep slechts lichte verkon dingen aan het oog op. De 29-jarige W. Bakker kreeg een klap van het voertuig, waardoor hij lichte verwondingen aan het hoofd opliep. Zaterdagmiddag geraakte het 9-jarig zoontje van den landbouwer S. Middel te Uithuizen onder een wagen, geladen met suikerbieten. Een wiel ging het knaapje over het hoofd. De dood trad bijna onmid dellijk in. DOODELIJK MIJNONGELUK. Gisteren is de twintigjarige Border in de mijn Juli te Eygelshoven onder val lende kolen geraakt. Het slachtoffer werd ernstig gewond en overleed korten tijd later. LANDBOUWER DOOR ZIJN PAARD ERNSTIG GEWOND. De landbouwer K. van Rossum te Ooll- gensplaat kreeg tijdens zijn werkzaamhe den een trap van een paard. Onmiddellijk werd de hulp van een dokter ingeroepen. Het slachtoffer werd in zorgwekkenden toestand naar het ziekenhuis te Dirksland overgebracht. LIJKJE VAN VERMIST MEISJE UIT TILBURG GEVONDEN. Op het landgoed Mariahoeve, onder de gemeente Berkel, tusschen Oisterwijk en Tilburg, is Zaterdagochtend elf uur het lijkje gevonden van de tienjarige Ri„ Pa- gie. Het meisje werd sinds Augustus te Tilburg vermist. Bij het jagen vond de jachtopziener een schoentje en zag onder een laagje heide een kleedingstukje. Hij verwijderde de heide en vond een jurkje. Toen hij ver der groef, ontdekte hij het lijkje. Men zal zich herinneren, dat onmidde- üjik na het bekend worden der verdwijning de recherche indertijd zonder Sresultaat eén onderzoek instelde. Veertien dagen la ter werd wederom een meisje uit Rotte- dam, dat in Tilburg logeerde, vermist. Men vond in de Oisterwijksche bosschen het lijkje van het Rotterdamsohe kind. In ver band hiermede werd korten tijd later overgegaan tot de arrestatie van zekeren B uit Tilburg. De man bleef hardnekkig ontkennen, doch de aanwijzingen waren tegen hem Men vond o.a. zijn fiets op de plaats van den moord. De Tilburgsche po litie zocht verband tusschen dezen moord en de verdwijning van het tienjarige meis je Ria Pagie. Met de vondst van het stof felijk overschot, dat werd aangetroffen op betrekkelijk korten afstand van de wo ning van den verdachte, beschikt zij nu ongetwijfeld over gegevens, die haar in staat zullen stellen zich een oordeel te vor men over de gegrondheid der verdenkin gen tegen B. ZWARTE HANDEL TE DEVENTER. Dertien personen gearresteerd en veel smokkelwaar in beslag genomen. Op aanwijzing van de politie te Kampen heeft de politie te Deventer 13 personen, allen wonende in Deventer, in hechtenis genomen, verdacht van zich te hebben schuldig gemaakt aan den zwarten handel, aan distributieovertreding en prijsopdrij ving. In verband hiermede werd te Deven ter een groote partij smokkelwaar in be slag genomen, waarbij 2000 pond vet, 60.000 sigaren, een aantal rijwielen, een groole oartij leverworst, 36 blikken ham, een partij elastiek, zakken met hogge, rollen manufacturen en wollen stoffen, 100 pond. cacao en koffie en een groote partij slaolie. Men zoekt nog naar me^r. BOTER- EN VETBONNEN GESTOLEN EN VERHANDELD. De Bussumsche politie is een belangrij ken diefstal van boter- en vetbonnen op het spoor gekomen. Een twintigjarige kan toorbediende bij een melkzaak heeft in eenige maanden tijds ten nadeele van de firma meer dan duizend van deze bonnen verduisterd. Het juiste aantal is nog niet bekend, doch zal ongeveer 1200 bedragen. Pc bediende verkocht deze bonnen aan een RTi.CHTZAw m I1AAGSCJHE POLITIERECHTER. Van drie jonge dames en zekeren Jonas. Het is een niet te ontkennen feit, dat de vroegere vriendinnen Lena en Suse uit Leiden elkaar niet goed meer konden „zetten". Zulks vond zijn oorzaak in het feit, dat Lena verkeering had met een ze keren Jonas, welke Jonas, na een ontmoe ting met Suse. deze laatste aanminniger vond en dus zijn attenties van Lena op Suse overbracht. Sedertdien zat Lena Suse in het vaarwater. Toen Suse en haar Jonas op een avond in een cafétje gezellig resp. van een ad vocaatje en een biertje zaten te genieten, mitsgaders van eikaars gezelschap, was Lena binnengekomen, vergezeld van een vriendin. Er was plaats genoeg in het eta blissement en diverse tafeltjes en stoelen noodden tot verpoozen. maar Lena en aanhang vonden het nu juist nocdig om aan het tafeltje van Suse en Jonas te gaan zitten Er werden reeds wederzijds booze blik ken gewisseld en het werd een hoogst on aangename situatie „Zijne ze dat nou", had Lena's vrien din het gesprek geopend. „Nou ik vin die Jonas maar een miezerig ventje". Het „miezerige ventje" stelde plotselfng vee] belang in zijn biertje, maar Suse vond het noodig commentaar te geven en noem de Lena plus aanhang „darren". De „darren" konden zulk een betiteling niet maar zoo aanvaarden en bleven het antwoord niet schuldig. Het werd een ge zellig ruzietje, waarbij de opmerkingen over en weer kaatsten. „Afrekenen", brulde Jonas plotseling ge decideerd. De witgejaste schoot toe en nam de hem toekomende dubbeltjes in ontvangst. Suse stevende naar het deurgat en moest voorbij Lena en van deze gele genheid maakte laatstgenoemde gebruik om haar. in een zijden kous gestoken, been uit te steken; waardoor Suse duikelde. De gedoken Suse krabbelde weer over eind en liep met haar neus in den wind naar buiten, het aan Jonas overlatend den aftocht te dekken. Dat het zoo af zou loo- pen was evenwel niet de bedoeling van Lena en aanhang en zij togen eveneens de avondlucht in, Suse en Jonas achterna, Lena vond het noodig om Suse op haar hielen te gaan trappen en dat was de be kende druppel, die den even bekenden emmer deed overloopen. Suse zei iets te gen Jonas, vermoedelijk een verzoek om tot den aanval over te gaan, maar Jonas weigerde dit verzoek en Suse noemde hem een lafaard. Ze draaide zich toen zelf maar om. om Lena een watjekou cadeau te doen. Deze had daar evenwel op gerekend en het bleef bij een voornemen van Suse. want voor ze eigenlijk goed wist wat er gebeur de, had Lena haar puntige gemanicuurde nageltjes al over Suse's vleezige, geblan- kette wangen eeroetst, waardoor hloeden- ge gToefjes ontstonden. Over en weer werd van dit specifiek vrouwelijk wapen gebruik gemaakt en bet was alleen san het moderne kapsel te wij ten, dat er geen haarspelden in het geding gebracht werden. Niettemin werd er aar dig gestompt, geschopt, aan haardossen getrokken en wat dies meer zij. ..Jonas, Jonas' klonk de hartekreet Suse, maar Jonas bleek verre te zijn. Ook Le na's vriendin was niet meer aanwezig. Nietwaar, als twee zulke „ordinaire schepsels in het openbaar gaan vechten, dan hehooren „nette" menschen daar niet bij. Zoowel Suse als Lena "irl1 we~ gen* mishandeling te verantwoorden. Eerst was de een verdachte en de ander getuicp en danma werd er van plaats ver wisseld Als getr'een waren daar Jonas en Le na's. vriendin. ZoowpI Suse als Lena werden dom- Jonas en de vriendin „te kijk" gezet, want Jonas en de vriendin hadden zoo te zien thans ..verkeering" met elkaar en dat nadat ze hem een „mïeserig ventje" had genoemd. Het kan raar gaan in deze wereld en er is bij sommige menschen ve«i he «rip van het woord moraal. groep personen, die deze weer doorver kocht, zoodat een levendige handel in de bonnen ontstond. Het onderzoek is in vol len gang. De bediende is in arrest gesteld. INBRAAK BIJ DEN BURGEMEESTER VAN LOO'^T-WT. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is ingebroken in de villa van den burge meester van Loosdrecht, jhr. G. J. van Swinderen. De daders hebben hun werk ongestoord kunnen verrichten, hoewel de familie boven sliep. De inhoud van kasten en bureaux op de benedenverdieping werd overhoop gehaald. De buit bestond uit een groot bedrag aan contanten, het tafelzil ver en verschillende kostbaarheden Zoowel Suse als Lena kreeg een geld- boetentje van 5. Het zat hen evenwel niet in het bedrag, maar in de ondervon den vernedering. En zoo vertrokken Jonas de wispelturige en Suse en Lena eerst vriendinnen, toen vijandinnen en thans door de vernedering weer vriendinnen, totdat er weer een soortgelijke Jonas komt in hun leven, want dan is het weer mis. Familiereünie. Moeder was jarig en als moeder jarig is, dan komen de kinderen weer eens te za- nien, om op zulk een dag den familieband weer eens te verstevigen. De gebroeders R. uit Leiden waren dus naar mama ge gaan om haar te feliciteeren. Mama was in Den Haag woonachtig en tevens in haar schik haar groote jongen,- weer te zien. „Dag Chris, dag Toon," zal de begroeting wel geklonken hebben, toen haar jongens binnen kwamen. De derde zoon, Gerrit ge- neeten, was eveneens gekomen en ook. deze werd op het drempeltje ontvangen. En hoe kan een moeder haar groote jongens beter ontvangen dan met een „pakkerd". Het was alles zoo spontaan gemeend geweest, dat het drietal werkelijk bloosde. Een buurman was getuige geweest van deze begroeting en aangezien die buurman, Dirk geheeten, nogal twistziek was, had hij een schampere opmerking gemaakt, door de moeder een kwijlebabbel" te noemen. „Och laat maar", had moeder tegen haar zoons gezegd. „Het is een naar mensch, waarvan een ieder last heeft en niemand durft hem aan. omdat hij zoo groot en sterk is". De gebroeders keken elkaar eens Aan en zonder iets te zeggen kwamen ze gezamelijk op het idee om dien lastigen, grooten sterken buurman eens op zijn num mer te zetten. Het was of de moeder er een voorgevoel van had, want zij posteerde zich in het deurgat en verbood de jongens om zich aan buurman te vergrijpen, die L-ar groot, sterk en uitdagend op de keien stond. „Moeder, bemoei je er niet mee", zei Gerrit en hij pakte het oude moedertje r eet en zette haar op zij. Toon nam een duik naar buiten en sprong buurman Dirk op zijn rug. Hij schokte wel oven. maar kwam niet ten val. Chris kwam zijn broer tt hulp en dook naar Dirks bee nen Tegen (leze dubbelen frontaanval was een Dirk niet bestand en hij duikelde, met Toon aan zijn nek hangend en Chris zijn beenen omknellend, op het plaveisel. Vor stelijk troonde Chris op Dirks onderdanen, het aan Toon overlatend om Dirks gezicht re behandelen. Gerrit met ma op zijn hie- len probeerde ook het zijne bij te dragen tot de algemeene feestvreugde en hij begon Dirks middenrif technisch te bekloppen. Aangezien een en ander niet geruischloos geschied was, gingen allerwege de ramen op en het ontbrak niet aan aanmoedigings- kreten, waaruit viel op te maken, dat buurman Dirk allerwege nogal een beetje ■'ehaat was. Wegens mishandeling stonden ie drie broeders gebroederlijk naast elkaar in het verdachtenbankje. Toon gaf toe Dirk op zijn nek gesprongen te zijn. maar geslagen had hij hem niet. Chris gaf toe naar Dirks beenen gedoken te zijn, maar seslagen had hij hem niet. Gerrit gaf toe op Dirks middenrif te zijn gaan zitten, maar geslagen had hij hem niet. Zie zoo, dat was dat. Men kwam dus voor het geval te staan, dat er iemand zoo'n beetje „beurs" geslagen was door drie broers, maar gesla gen hadden ze niet, Er waren evenwe' getuigen, die het ge beurde gezien hadden. Een van hen noem de het net een „wild-West-film". Hij gaf grif toe. dat hij geweten had van het ge vecht, maar wie nu eigenlijk de bloedneus enz, gefabriceerd' had kon deze getuige niet verklaren. Het ging hem een beetje te vlug voor nauwkeurige waarnemingen. De tweede getuige sprak van een onont warbaar kluwen. Dan zag men een been. dan een hoofd en dan was het weer net een inelkaar gedoken stekelvarken, alias een gehakt bal. Ook van dezen getuige werd men niet erg veel wijzer, Dirk in hoogst eigen persoon wist te vertellen, dat hij na genoeg ..mottig" gebeukt was. Een dok tersverklaring bevestigd" dit „mottig" slaar Maakten Chris en Toon het al bont met nun ontkentenis, Gerrit deed de deur toe door te gaan vertellen, dat hij graag eenige stompen zou hebben gegeven aan Dirk, maar dat hij er ongelukkig gennee niet goed bii kon komen. De Officier vond, dat de geboeders Dirk gedrieën „netjes" had en afgedroogd. Elk voor zich ontkent geslagen te hebben en daarom oordeelde spreker, dat elk der ge broeders een geldboete van 15 of 15 da gen moesten hebben. De broeders vonden zulks billijk, al had den ze zich zoo onschuldig voorgedaan En zoo kreeg ieder een geldboete van 15 of I ^5 dagen. Het was net alsof ze best voor j r 45 plezier hadden gehad, want den Dirk - sindsdien erg mak" gewerd"*1. WAT HIJ SCHREEF VAN HET FRONT. Van een Nederlandsch journalist in Hel sinki ontvingen wij onderstaand stukje, dat hem is toegestuurd door den eenigen Nederlandsch en vrijwilliger, die in de ge lederen van de Finsche troepen tegen de Sovjets strijdt: Oost-Karelië tusschen Aunus en Aanislinna (Petroskoj). Veldpost. „Ik ben bij een zware batterij en wij schieten onophoudelijk. De tactiek der Finsche troepen is verbluffend en men ziet noch hoort hen aankomen. Men kan bijv. onze batterij naderen tot op een tiental meters en dan bespeurt men nog niets. We hebben hier in de omgeving een electri- sche centrale veroverd bij een 400 M. bree- de rivier, die, naar ik meen, het Stalinka- naal heet. Ik heb nu met eigen oogen kun nen aanschouwen, hoe de Russen overal teruggedrongen zijn en nog worden onder enorme verliezen. De geest onder onze mannen is uitstekend, evenals het eten. Op dit oogenblik worden juist pannekoeken gebakken, die uitstekend smaken. Ik weet zelf niet hoe het mogelijk is, dat we hier onder kanongebulder nog de grootste pret kunnen hebben, maar het is toch zoo. Op mijn weg hierheen kwam ik van Pitka- ranta naar Aunus en aanschouwde de „ze geningen van het communisme". Onein dige stukken onbebouwd vruchtbaar land, huizen van balken, ruw weg in elkaar ge timmerd en op willekeurige plaatsen. Het woord „stad" voor Aunus is dan ook mis plaatst, ofschoon de oppervlakte en het aantal houten huizen groot genoeg zijn. Van straten is niets te zien, hoogstens kan men spreken van een slechten weg. Ik zit nu in een bunker en kan maar ge brekkig schrijven, want de Russen zijn zeer actief en schieten geweldig veel; ook de vliegtuigen laten zich niet onbetuigd. De zer dagen kwamen ze met 40 tanks, maar wij hebben er 15 vernield en de rest is ge vlucht. Ik heb dat krachtstation bewonderd over het Stalinkanaal, waar het water met donderend geweld neerkomt en electrici- teit tot aan Petersburg levert. Nu is het onbruikbaar gemaakt. Een Russisch vlieg tuig is voor deze centrale neergevallen. De propellers zijn van een mooi wit metaal, ik denk aluminium. Groote brokken heb ben wij er afgezaagd, er worden ringen van gemaakt, Zoo nu en dan moeten we even verdwijnen voor de granaten. Ik schrijf eigenlijk op gevoel af, want twee weken onder den grond is niet licht. Als onze troepen wat verder staan en onze stelling zekerder wordt, hebben we het wat geriefelijker. Ik hen hier, zooveel be kend, de eenige „HoHantilainen vapaaeh- toinen" (Nederlandsche vrijwilliger). WILT U IETS WETEN Vraag: Kan men boonen inmaken in een nieuwe, ongebruikte, zinken wasch- ketel. Antwoord: Zinken voorwerpen zijn ongeschikt voor den inmaak van levens middelen. 101. Hè, het was nd of K .i.perij^ wat hoorde. Zou er zoo laat nog een boot naar huis komen? Dat kon niet, want alle vis- schers van Palingdam waren al binnen. Wel verdraaid, wat zou er nu gebeuren? Lieve help, daar kwam me zoo maar een verschrikkelijk monster aan. DINSDAG 28 OCTOBER 1941. HILVERSUM I. 415, 5 M. 6.45 Gramo- foonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek 7.00 Gramofoonmuziek 7.15 Voor de rij pere jeugd van het platteland 7.30 Gra mofoonmuziek 7.45 Ochtendgymnastiek 8.00 B. N. O.: Nieuwsberichten 8.15 Politiek weekpraatje (opn.) 8.30 Gra mofoonmuziek 9.15 Voor de huisvrouw 9.25 Gramofoonmuziek 10.30 Zang en piano 11.00 Voor de kleuters 11.20 Ensemble Rentmeester - - 12.00 Klaas van Beeck en zijn orkest en gramofoonmuziek 12.40 Almanak 12.45 B. N. O.: Nieuws- en economische berichten 13.00 Zang met planobegeleiding 13.30 Ensemble Bandi Balogh 14.00 Gramofoonmuziek 14.30 Lichte toets 15.30 Pianovoordracht 16.00 Bijbellezing 16.20 Gramofonomu- ziek 16.45 Voor de jeugd 17.00 Gra mofoonmuziek 17.15 B. N. O.: Niemvs- economische- en beursberichten 17.30 Omroep orkest (Om 18.Voor de vrouw) 19.00 Actueel halfuurtje 19.30 Geva rieerd p'-ogranima 20.15 Gramofoonmu ziek 20.45 Het Oost-Nederlandsche strijk kwartet J11.3U Gramofoonmuziek 21.45 B N. O.: Nieuwsberichten 22.00 B. N. O.- En?elsche uitzending: „Economie News 'rom Holland" of gramofoonmuziek 22.1524.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II. 301 5 M. 6 45 Gramo foonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek 7.00 Gramofoonmuziek 7.45 Ochtend gymnastiek 8.00 B. N. O.: Nieuwsberich ten. 8.15 Gramofoonmuziek 10.00 Mor- gemviiding - 10.15 Gramofoonmuziek 10.40 Voordracht 11.00 Gramofoonmu ziek 11.30 Orgelconcert 12.00 Otto Hendriks en zijn orkest 12.45 B. N. O.: Nieuws- en economische berichten 13.00 Frans Wouters en zijn orkest 13.40 Or gelconcert 14.00 Haarlemsche Orkest- vereeniging, solist en gramofoonmuziek 15.30 Voor de zieken 16.00 „Daniël Fran cois Esprit Auber", „een vergeten compo nist". causerie met gramofoonmuziek 16.45 Gramofoonmuziek 17.15 B. N. O.: Nieuw*-, economische- en Ijeursberichten 17.30 Gevarieerd programma 18.15 Boekbespreking 18.30 Gramofoonmuziek 18.45 Cyclus „In een nieuw licht bezien" (Voorbereid door de N. S. B.). 19.00 Ac tueel halfuurtje 19.30 Gramofoonmuziek 19.45 ReDortage 20.00 Gramofoonmu ziek 20.40 Gevarieerd programma PI 30 Gramofoonmuziek 21.45 B. N. O Nieuwsberichten 22.00 B. N. O.: T^elwh- 'inf on het weormachtsbericht 22,10 22.15 Avond wijding. Beide zenders sluiten om 20.15. Het pro- "ramma loopt door, alleen voor de Radio- Centrales: no Hilversum I tot 24.00; op Hilversum II tot 22.15 uur. GEM. RADIO.DISTRIBUTIEBEDRIJF. Ie Programma: 6.4522.15 Hilversum I 22.1524.00 Duitsch Programma. 2e Programma: 6.4522.15 Hilvei'sum TI 22 1523.00 Programma uitsluitend voor aangeslotenen bij Radio Centrales 23.00 -24.00 Duitsch Programma. 3e en 4e Programma: 6.4524.00 Duitsch Programma. 102. Klompertje had geen tijd om te den ken en nog minder tijd natuurlijk om iets te doen. Het vervaarlijke dier was met écn slag bij hem. Klompertje v/erd met bootje en al opgetild en werd mot zulk ccn vaart in de hoogte geslingerd, dat hij cr duizelig van werd. Klompertje Klomp, een echte Hollandsche Jongen FEUILLETON DE VLUCHTELING VAN CAYENNE door OTTO BLNNS. Geautoriseerde vertaling. 45 Zij keerden terug naar het kamp, en gin gen korten tijd later weer op weg, terwijl de Schot pagaaide, ondertusschen zijn mee ning over den toestand ten beste gevend. Ik denk dat Pedro spoedig nadat wij zijn twee lieve vrienden in hun kamp achter lieten, teruggekomen is van zijn tocht. Ze zijn ons natuurlijk nagegaan. Vermoedelijk hebben ze deze rivier in het eerst over het het hoofd gezien, terwijl ze zoo spoedig mogelijk de hoofdrivier afzochten, waarna ze zich verdeeld hebben om alle zijrivie ren af te speuren. Tenzij de bende juist dezen stroom opgevaren is, zal het Pedro nog al heel wat tijd kosten eer hij hen weer berekit heeft, zoodat het goed mo gelijk is, dat we een dag of twee voor sprong hebben. In dat geval zullen wij zorgen, dat we in dien tijd een flinken afstand afleggen, en als je je over een •poosje fit genoeg voelt om een pagaai vast houden, zullen we des te harder opschie- „Weet je waar deze rivier heen voert, Sandy?" „Ik heb er heelemaal geen notie van. Ik voer hier op goed geluk in. omdat ik rust verlangde voor jou maar zeker is het, dat het onze eenige uitweg is voor het oogenblik. Als we teruggaan, vallen we de schurken wel al te gemakkelijk in han den. Misschien vinden we ergens een qjooie aftakking, zoodat we de honden een poets kunnen bakken, als ze ons blijven achter volgen. „Ik wilde, dat ik je kon helpen roeien". „Houd je voorloopig maar kalm, dat is het beste". Urenlang volgden zij de loop van de ri vier, zonder een gelegenheid te vinden, hun spoor uit te wisschen. Later op den dag echter verbreedde het riviertpje zich tot een langgerekt moeras, in een groote laag gelegen vlakte, begrensd door dichte be- boschte heuvels. Na dit moeras eenige kilo meters geyolgd te hebben, kwamen ze aan een plek waar een heuvelrij een wig vorm de in het water, waarlangs aan iederen kant een modderige rivier stroomde. De Schot bekeek ze onderzoekend. „We zullen de rechtsche volgen", meen de hij. „En laten we hopen, dat, als ze ons achterna komen, ze de linksche nemen." Hij roeide verder tot het moeras ver ach ter hen lag, en een uur voor zonsondergang landden ze en begonnen 't kamp klaar te maken. De duisternis viel snel. Korten tijd nadat de avondmaaltijd verorberd was, be gon het weer te regenen, de stortbui was zoo hevig, dat het vuur er geheel door werd gebluscht, en de rivier in een uur tijd steeg tot ze ??l:!k met den oever ston9. Dudley Langdon kon den slaap onmoge lijk pakken, en met den Schot was het al niét veel beter gesteld. Terwijl Mimi vlak bij hen in diepe rust was, zaten beiden te rooken en te praten, met zachte stem, tot het gekletter van den regen ophield, en slechts de laatste druppels zacht van het eene blad op het andere dropten. Langdon sloot de oogen, echter zonder den verlangden slaap te kunnen verschal ken. Nu de regen opgehouden was, kwamen de nachtdieren weer in actie. Dichtbij deed een jaguar zijn huilend gebrul hooren. Vuurvliegen schoten door de lucht en van alle kanten klonk het vleugelgerucht van vampiers, die hun jacht naar bloed aan vingen. Bij dit alles klonk nog een ander geluid, iets dat hij niet thuis kon bren gen, en dat hij in het begin meende te moe ten houden voor het kloppen van zijn eigen hart. Een oogenblik later wist hij evenwel, dat het dit niet was, want plot seling bewoog de Schot zic^i en fluisterde scherp. „Pst, Dudley, ben je wakker?" „Ja". „Hoor je niets?" „Jawel, maar ik kan niet uitmaken wat het is, het klinkt zoo regelmatig als het getik van een klok maar zwaarder." „Verdraaid, dus je hoort het ook! Ik heb al geprobeerd, mezelf wijs te maken, dat het een van die dwaze inbeeldingen is, die je krijgt als je niet kunt slapen, maar dan zou jij het niet kunnen hooren. Nu weten we zeker, dat het werkelijk bestaat. Ik vraag me af, wat het kan zijn." „Ik begrijp gr niet veel van. Het is een volkomen regelmatig geluid. Als we op de groote rivier waren, zou ik zeggen, dat het het stampen van een motorboot was..."- „Verduiveld, kerel", meende de ander. ..Je hebt het geraden! Het stampen van een motor, dat is het, of ik laat me hangen. Luister nog maar eens goed." Beiden luisterden weer scherp toe, maar eenigen tijd vernamen ze niets anders dan de gewone geluiden van den nacht. Dan hoorde Langdon het gestamp weer op nieuw. en fluisterde opgewonden: „Daar is het weer." „Ja, ik hoor het ook." Een paar minuten bleef het geluid dui delijk waarneembaar, en Sandy fluis terde: „Het is de schro.van een motorboot. Zoolang ik op zee voer, heb ik het altijd in mijn ooren gehad. Het moet een heel kleine boot zijn, want anders zou ze niet op deze riviertjes vooruit kunnen komen. De vraag is maar, wie het zijn?" „Daar zullen we voorloopig wel geen antwoord op kunnen geven. Maar wie het ook is, het moet een moedige kerel zijn, om in het donker voort te durven gaan." „Dat is waar. Maar vooral, ik vind het verdraaid verdacht, dat iemand het in zijn hoofd haalt, 's nachts gewoon door te blij ven varen. Of hij heeft geweldige haast, of hij zoekt naar iemand." „Naar ons, bedoel je." ,,Naar wie anders?" En een kampvuur kan 's nachts een kamp verraden waar men overdag zonder meer voorbij varen zou." „Zooals het onze brandt, zullen ze het niet licht ontdekken." „Dat vrees ik ook niet", iriompelde de Schot. „We zijn bovendien goed verborgen achter de boomen. Als die boot naar ons zoekt, hebben we een goede kans, dat ze ons kalm voorbijvaren. Maar het lijkt me goed als we probeerden uit te visschen wie het zijn, als ze langs komen. Als het mijn heer Filbert is, zal ik ditmaal de kans om dat. nootje te kraken niet voorbij laten gaan." Hij stond op en onderzocht het magazijn van zijn geweer om er zeker van te zijn dat het geladen was, Zijn manier van han delen liet aan duidelijkheid niets te wen- schen over. Plotseling schoot hem evenwel iets anders te biancn." „Daar denk ik -juist aan de cano. Ze ligt in het volle zicht, boven op den oever. We moeten ze verbergen." Hij verliet de hut, maar keerde een oogenblik later weer terug om de bijl te halen én na een poosje vernam Langdon het doffe geluid van bijlslagen. Even later dook de Schot weer uit het woud op met een aantal groene takken in zijn armen, die hij vlak voor de cano in de zachte aarde stak, zoodat deze vanaf de rivier onzichtbaar was. Dan meende hij: „We moeten het licht uitdoen, ondanks de vleermuizen." De stormlamp werd gedoofd, en in de diepe duisternis wachtten de twee mannen luisterend af, terwijl het geluid van de schroef als het zwakke kloppen van een menschen'hart tot hen kwam door den nacht. (Word* vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5