ZATERDAG 25 OCTOBER 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 iïaó texale faaeuen WANT ZIE: IK SCHEP EEN NIEUWE AARDE 24 October. Een grijze prelaat stond aan het sterfbed van een innig-vrome oude dame, wier ge- heele leven doortrokken was van gebed en wier hoogste glorie daarin had bestaan: haar moederlijke plicht te vervullen. De prelaat troostte het doodzieke moedertje rnet het vooruitzicht van de hemelsche heerlijkheid De hemel w°s zoo schoon, en op aarde was het toch maar narigheid en misère. „Je bent te benijden" zei de va derlijke vriend, en zoo denken ook wij erover, wanneer wij aan zulk een door-en- door Christelijk sterfbed staan. Maar het antwoord van die .vrome moeder zou u toch niet hebben verwacht. Zij keerde haar vriendelijk gezicht naar den troostenden priester en zei, met een tinteling in haar donkere oogen: „Hebt dan zin om mee te gaan?" Het sterven is zoo hard en het aardsche leven ons zoo dierbaar, niet omdat het zoo verrukkelijk is dit „tranendal" te bewo nen, maar omdat het tot de natuur van den mensch behoort, dat ziel cn lichaam met elkaar vereenigd zijn. Het sterven is zoo echt gekenmerkt als het losscheuren van ziel en lichaam^ De menschelijke ziel is niét" een engelach tige geest, die tijdelijk ur een licha-im woont en erg blij mag zijn het stoffelijk omhulsel te verlaten. Neen, ziel en lichaam van den mensch zijn één. De menschelij ke ziel is naar haar wezen de „vorm" van het lichaam. Bij het sterven ont.taat voor de ziel de eenigszins ónnatuurliiken- toe-, stand, dat zij (gelukkig slechts tijdelijk) van het lichaam wordt gescheiden. Daarom is het sterven zoo benauwend.. De geheele natuur van den mensch houdt met hand en tand vast om het van-elkaar- scheuren van wat bij elkaar behoort te voorkomen en tegen te streven. Op den laatsten dag der wereld, als de krachten van het heelal geschokt worden en Chnstus zal wederkomen op de wol ken „met groote macht en majesteit" zul len de dooden verrijzen. „En de dood" schrijft St. Paulus „is de laatste vijand, die vernietigd wordt". De zielen der ge storvenen zullen wederom met hun lichamen worden vereenigd niet lang zaam opbloeiend uit de graven doch „in een oogwenk". En zoodra dit bederfelijke met het on bederfelijke is bekleed en dit sterfelij ke met onsterfelijkheid, wordt het v/cord vervuld, dat geschreven staat: De dood is verzwolgen in overwin ning. (I Corr 54, 55). Na den schrikwekkenden Oordeelsdag, na den proeftijd van het menschdom zal een eeuwige vrede het deel zijn van hen. die God hebben liefgehad. „Geen oog heeft ge zien, en geen oor heeft gehoord en in geen menschenhart is het opgekomen, wat God bereid heeft voor degenen, die Hem liefhebben". Ons geluk zal volkomen zijn: wij zullen God zien. ,,Wjj zullen aan Hem gelijk zijn; want wij zullen Hem zien gelijk Hij is." (1 Jo. 3 2). Maar waar zullen dé gelukzalig-verre zenen samenkomen? Zooals vorigen keer reeds gezegd, daaromtrènt laat de H. Schrift ens niet in 't onzekere. Er zal ko men een nieuwe wereld, waarbij wij vooral niet moeten denken aan onze ervaring en voorstelling van de oude wereld: Want zie, Ik schep een nieuwe he mel en een nieuwe aarde. Aan het vervlogene wordt niet meer gedacht. In niemands hart komt 't meer op. aldus spreekt God door den mond van den profeet Isaias. Gelijkerwijs getuigt St. Petrus: „Wij ver- wachten, ingevolge Zijn belofte, een nieu wen hemel en een nieuwe aarde, waarin ge rechtigheid woont." En St. Jan, die in een machtig visioen den ondergang der aarde aanschouwde, schrijft in het Boek der Openbaring: Toen zag ik een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, want de eerste he mel en de eerste aarde waren ver dwenen, en ook de zee bestond niet meer. Fn de heilige Stad, het Nieuw-Jerusa lem, zag ik neerdalen van God uit den hemel, toegerust als een bruid, die voor haar man is getooid: En ik hoorde een machtige stem uit den Troon en ze sprak: Zie de Woonstede Gods bij de menschen: Hij zal Zijn tent bij hen spannen. Zij zullen zijn tot Zijn volk, Hij zal zijn: God met hen. Eiken traan wischt Hij weg uit hun oogen; En nooit zal de dood er meer zijn, Geen rouw, geen geween en geen smart; Want het vroegere is voorbij." Wij behoeven geen poging te wagen ons die nieuwe wereld voor te stellen. Al zal, volgens Isaias en Paulus, ook de onrede lijke, door ons menschen vaak zoo mis handelde en misbruikte natuur in de ver heerlijking deelen, en al zal de nieuwe we reld ongetwijfeld een paradijs zijn van schoonheid, toch moet men er zich voor hoeden het „leven der toekomende eeuwen" volgens ons tegenwoordig, uiterst beperkt bevattingsvermogen voor te stel len: „Niet meer zal de zon uw daglicht zijn. Noch de glans der maan u beschij nen; Maar God zal uw licht zijn voor eeuwig. profeteerde de groote, begenadigde ziener Isaias, en zoo zag ook Joannes in geestver rukking het Nieuw-Jerusalem: Ook heeft de Stad de zon niet van noode, noch de maan, om haar te be schijnen; want de Glorie van God doet haar lichten, en het Lam is haar fakkel. Het is dus vruchteloos onze fantasie aan het werk te zetten en ons te verbeelden, hoe de nieuwe wereld eruit zal zien. Het eenige, wat wij weten is, dat een onme- De strijd tegen de distributie-fraude NIEUWE BEPALINGEN VAN HET CENTRAAL DISTRIBUTIEKANTOOR. Nieuwe boterkaarten. Er moeten nieuwe boterbonnen worden uitgegeven. Zij die op onrechtmatige wijze in het bezit van boter- en vetkaarten gekomen zijn, zullen daar in de komende maanden niet van profiteeren. Ook voor hen, die hun kaarten verkocht hebben, zijn de moelijkheden groot, want om een nieuwe kaart te krijgen moet de oude ingeleverd worden. En de handelaren in bonnen kunnen er op rekenen, dat het C. D. K. het niet bij dezen maatregel zal laten. Er staan hun nog verschillende verrassingen te wach ten. Vaste brandstoffen. Ook ten aanzien van vaste brandstoffen moet het C. D. K. maatregelen treffen, die indruischen tegen den stelregel, dat de normale gang van zaken in het bedrijfsle ven zoo weinig mogelijk verstoord moet worden. Daaromtrent zijn binnekoort na dere mededeelingen te verwachten. Vleesch en brood. Controleurs van den centralen crisis con- ti'oledienst constateeren herhaaldelijk, dat er slagers zijn, die vleesch verkoopen op een nog niet geldig verklaarde bon. Door op deze wijze de wettelijke bepalingen te negeeren, kunnen dezé slagers een oner- iijke concurrentie uitoefenen tegenover an dere slagers, die meer begrip hebben van de noodzakelijkheid der distributiebepalin gen en zich aan de gestelde regels hou den. De slagers, die zich op deze wijze be- vocrdeelen, en het met de regeling zoo nauv niet nemen, blijken zichzelf echter te benaaeelen. Want de controleurs grijpen bij de ontdekking krachtdadig in, niet al leen wordt proces-verbaal opgemaakt, doch bovendien worden de door hen in ont vangst genomen nog niet geldige bonnen, in beslag genomen. Ook vele bakkers hebben de nadeelen ondervonden van het innemen van nog niet aangewezen bonnen. Eenigen tijd ge leden is door controleurs van den centra len crisis controledienst, in samenwerking met controleurs van de landbouw-crisis organisatie der-, betreffende provincie, een speciale controle gehouden bij bakkers, molenaars en landbouwers. Hierbij kwam vast te staan, dat de meeste bakkers in het gecontroleerde gebied reeds bezig waren met het innemen van broodbonnen, die in vele weken nog niet voor aanwijzing aan de beurt waren. Deze bonnen zijn in be slag genomen, terwijl tegen de bakkers proces-vertaal is opgemaakt. Daar de bak kers ten gevolge van het in beslag nemen der brcodbonnen met hun voorraden bloem en meel krap kwamen te zitten, trachtten enkelen hun tekort aan voorraad aan te vullen door clandestien te koopen. Doch ook hiermede hadden zij geen suc ces, daar de clandestiene aankoopen kon den worden achterhaald. Andere bakkers, die niet in staat waren geweest om clandes tien te koopen, zaten nu bijna geheel zon der voorraad, één bakker zelfs ^ag zich ge noodzaakt zijn bedrijf stop te zetten. En 'hoe gaat het met de huismoeders? Er zijn vele wijken in de groote steden, waar men huis aan huis reeds weken „vooruit" is met de bannen. En straks is de brood kaart afgeloopen en de nieuwe nog niet uitgereikt. Dan zit men eenige weken zon der bonnen. Consumentenbonnen. Tot dusver bestond voor handelaren de mogelijkheid, van andere handelaren te koopen op z.g. consumentenbonnen. Hier door waren zeer kleine detaillisten, die niet altijd het voor een toewijzing ver- eischte aantal bonnen bijeen wisten te krij gen, toch xn staat, het noodige op te doen. Teneinde te voorkomen, dat de kleine detaillisten door de nieuwe regeling gedu peerd zouden worden, wordt het minimum aantal in te leveren bonnen, dat voor de meeste aitikelen 40 was, teruggebracht tot 30 en voor boter en vet zelfs tot 10 per periode. 't Ziekenfonds ,,Tot Hulp der Menschheid" Zorgt, dat U ten allen tijd, Als U soms eens ziek mocht worden, Daardoor nimmer schade lijdt. 2460 Ziekenfonds „Tot Hulp der Menschheid" ZOETERWOUDSCHE SINGEL 2, TEL. 25018 telijk groot geluk ons wacht, wanneer wij God en onzen medemensch hebben liefge had in déze wereld. Dan zal de weder komst van Christus geen „dies irae" geen dag van toorn zijn. maar zal Hij Zijn be lofte gestand doen en ons tot Zich nemen: „opdat ook gij moogt zijn, waar Ikzelf ben". Wij hebben deze drie brieven over Verrijzenis en het Leven der Toekomende Eeuwen voor u geschreven, om duidelijk te maken, dat deze leerstukken van het Christendom wel verre van ons tot twij fel te brengen voor alle menschen, die leven in ellende, in gevangenschap, in werkloosheid, in tegenslag, in ziekte, in rouw, in angst, in pijn een groote, godde lijke verstroosting inhouden. Toen de vrome Christen-moeder, waar van ik u in den aanvang verhaalde, in laatsten doodsstrijd zuchtte, trachtte zij nog het grijze hoofd te buigen als de naam van Jezus haar werd toegeroepen. „Amen, Heer Jezus kom!" met dat aangrijpend woord van verlangen en heimwee naar de zalige aanschouwing Gods, besluit St. Jan het „Boek der Openbaring". De naam van Je zus lag ook op de lippen van de stervende moeder en in haar bleeke handen het kruis van den Verlosser. Toen, plotseling, gingen haar oogen wijl en stralend open; over haar door pijn afgetobde trekken gleed een jeugdige glans: de Heer Jezus was gekomen. Moge zoo ons aller sterfbel zijn. „Mo ge" zooals Bex-nanos zijn dorpspas toor in het dagboek liet schrijven „dan de eerste blik van mijn Meester, wan neer ik zijn heilig aanschijn zal aanschou wen, een blik zijn, die mij geruststelt!" Hoe ons leven ook in de war moge loo- pen door onze schuld of buiten onze schuld, loten wij kop-op blijven houden in de sterkende zekex-heid, dat, al zien we nu „door een spiegel als in raadsel" wij eens God zullen zien, „van aangezicht tot aan gezicht" en in heerlijkheid verrijzen zul len gelijk* de zegevierende Christus op Paaschmorgen uit het gesloten graf opstond „als eersteling onder hen, die gestorven zijn". PASTOOR. De St.crt. vanqjistèren bevat een besluit van den secretaris-generaal van landbouw en vissoberij, waarbij wordt bepaald, dat ieder, die zijn normaal bedrijf maakt van het verkoopen én' afleveren van vleesch- waren in den zirHvan-artikel 1 der Vleesch- distributiebeschikking 1940 II, is verplicht op 27 October 1941 aan den distributie- dienst, bedoeld in artikel 12 der Distribu- tiewet 1939, opgave te doen van: a. Zijn voorraad vleeschwaren, in den zin van artikel 1 der Vleeschdistributiébe- schikking 1940 II, per 26 October 1941; b. de hoeveelheid vleeschwaren, be doeld in artikel 1 der Vleeschdistrlbutle- beschikking 1940 n, waarvoor hij op, dan wel vóór 26 October 1941 bonnen of toe wijzingen heeft afgegeven, voor zoover deze hoeveelheid vleeschwaren op 26 Octo ber 1941 nog niet aan hem is afgeleverd; c. het aantal bonnen en toewijzingen, be doeld in artikel 3 der Vleeschdistributie- beschikking 1940 n, hetwelk hij ter zake van de uitoefening van zijn bedrijf op 26 October 1941 in zijn bezit heeft, voor zoo ver deze bonnen en toewijzingen op dien datum recht geven op het koopen van vleeschwaren. HET DOOR KAASPRODUCENTEN IN TE HOUDEN RANTSOEN KAAS. In de Ned. Staatscourant van gisteren is opgenomen een. besluit van den secre taris-generaal van het departement van Landbouw en Visscherij, waarbij het op grond van de artikelen 7 en 8, lid 2, van het zuivelbesluit 1Ö41 (kaas) den boe renkaasproducent en den pro du- cent van Limburgse he kaas wordt toegestaan van de door hem bereide kaas een hoeveelheid van 3 0 0 gram per in wonend gezinslid per week ach ter te houden. Onder het begrip „inwonend gezinslid" valt thans ook het inwonend personeel. De période, waarvoor dit rant soen gehandhaafd blijft, wordt verlengd tot 23 Mei 1942. UITREIKING AANSLAGBILJETTEN INKOMSTENBELASTING. Binnen korten tijd zullen worden uitgereikt de biljetten voor de voorloo- pige aanslagen in de inkomstenbelas ting over het belastingjaar 1941. Deze aanslagen vervallen in vjjf termijnen. De eerste termijn vervalt aan het ein de van de maand, volgende op die, wel ke in de dagteekening van het aanslag biljet is vermeld, de volgende telkens een maand later. Aan de ontvangers der directe belas tingen is opgedragen aanstonds na het vervallen van den eeisten termijn tot vervolging over te gaan. HET HAAGSCHE SCHUILKERK JE. Men schrijft ons uit Den Haag: Het toegangsbiljet voor de belangwek kende tentoonstetlling van documenten, portretten, platen, foto's, paramenten, al- taarbenoodigdheden, kelken, een merk waardige ciborie en andere kerkelijke voor werpen, alles betrekking hebbend op ka tholiek Den Haag en bijeengebracht ter ge legenheid van het eeuwfeest der St. Tere- siakerk datzelfde biljet geeft ook toe gang tot het meer dan 3 eeuwen oude schuilkerkje in de Nobelstraat No. lb. Na tuurlijk ben ik ook dat gaan zien. 't Is een smal huis: naast de deur slechts één venster, zij 't wat breeder dan gewoon. Een handelaar in oudheden is er in geves tigd, een niet-katholiek, die echter welwil lend zijn huis openstelde vor de vele be zoekers. Den eersten Zondag waren er zelfs meer dan 500, waaronder Haarlems Bisschop. Een smalle gang door en twee smalle trappen op, zoo bereikt men den zolder, waar onze geloofsgenoóten voorheen kerk ten. 't Geheel was die eeuwen door onver anderd gebleven al waren dan ook alle kerkelijke voorwerpen er uit verdwenen. Bovengenoemde expositie toont er nog een en ander van. Er staat thans voor deze gelegenheid opgesteld een ouderwetsch altaartje, waarneven een mooi oud Mariabeeld, ter wijl een paar rijen stoeltjes het kerkelijk aanzien voltooien. Boven het middengedeelte van den zol der is een vliering, langs een trapje be reikbaar. Aan de altaarzijde sluit een hou ten traliehekje de viering af. Daarachter konden ook geloovigen plaats nemen. "Wie er achteraan zat of stond zag alleen den muur boven het altaar. Men wijst den bezoekex-s een luik, waar door de kerkgangers naar het dak de vlucht konden nemen. Nog een tweede luik moet er geweest zijn, maar dit is nu dichtgemet seld. 't Is wel hoogst belangwekkend, dat de tand des tijds dat eenvondige bedehuis ge spaard heeft. Bij 't bezoek aan de vliering kan men er zich van overtuigen, dat de eiken dakspanten het de eeuwen door goed hebben uitgehouden. Ze kunnen nog een heele poos meee. Wel moeten de pannen eens aangestreken worden. Wie in dat eenvoudige kerkje zijn ge dachten eens laat ^gaan over het verleden en dat doet méh pnwillekeurig komt diep onder den indruk van den godsdienst zin onzer voorvaderen, die ondanks geva ren die kleine ruimte meermalen vulden en langdurig in eere hielden. 't Waren- pater Jezuieten, die dit kerkje stichtten en bedienden, zoodat deze open stelling prachtig aansluit bij het eeuw feest der paterskerk in het Westeinde. Mogen pogingen, om het schuilkerkje in wezen te houden,-in alle opzichten sla gen. Den Haag krijgt .er een bezienswaar digheid te meer door. Den huiseigenaar Inmiddels hulde voor zijn gastvrijheid. 35e Week 26 October1 November. Evangelie van den H. Markus 3:14:29 Een sprekend voorbeeld van de verstar ring der Farizeën biedt ons het verhaal, waarmede het 3e hoofdstuk van het evan gelie aanvangt. Christus vestigt tegen Zijn gewoonte in aller aandacht op het wonder om het gebod der naastenliefde in een bij zonder licht te stellen. Wij voelen het on redelijke in de Wetsverklaring van Chris tus' vijanden. De Sabbat zou een goede daad verhinderen! Door de tegenstellin gen in Zijn vraag legt Christus hier den vollen nadruk op. De Farizeën blijven, zooals meer gebeurt, het antwoord schul dig. In het volgend wonder geeft Christus Zijn Wetsverklaring. Het eigenbelang doet een overigens be staande vijandschap gemakkelijk verge ten. Dit toont vers 6. De Herodianen vorm den meer een politieke dan godsdienstige partij. Zij waren de aanhangers van koning Herodes den Grooten; deze vorst stond in de gratie bij de Romeinen. Na zijn dood was de partij blijven bestaan. De Farizeën wilden in andere omstandigheden van deze „afvalligen" niets weten: zulke menschen toonden zich geen ware kinderen van Abraham. Maar misschien konden zij zich op deze manier de hulp verzekeren van Herodes Antipas, den Viervorst van Gali lea. Deze zoon van Herodes had zijn rich ting reeds bepaald door de gevangenname van Johannes den Dooper. Voor vers 1112 verwijzen we naar hetgeen we ver leden week schreven. (Zondag). In het Johannes-evangelie staat Chris tus' woord vermeld: „Niet gij hebt Mij uit verkoren, maar Ik heb uitverkoren; en Ik heb u aangesteld om vrucht te gaan dragen" (15:16). Deze uitverkiezing laat Markus heel goed uitkomen in vers 13. Kenmerkend voor dezen evangelist, ver bindt hy aan de zending om te prediken de macht om duivelen uit te drijven (3:15). De naamsverandering van Simon en de naam gegeven aan de zonen van Zebedeus vinden we bij Markus niet verklaard, maar respectievelijk in Matt. 16:18 en Luk. 9:45. (Maandag). Het optreden en de leer van Christus bevatten veel, wat voor ons, menschen, on begrijpelijk is en alleen kan aanvaard worden in nederig geloof. Traagheid van geest, welke het wonderbare niet ziet, kan de houding verklaren van Christus' ver wanten of dorpsgenooten (3:21); hun hou ding is verkeerd, maar verklaarbaar en kan zich gemakkelijk wijzigen. Erger staat het met hen, die niet begrijpen willen; zij moeten redenen zoeken om hun houding aannemelijk te maken en komen dan ge makkelijk tot dwaze uitvluchten: Christus geeft dit den Farizeën duidelijk te ver staan. Zij sluiten door hun manier van doen den weg voor de genade af en maken zoo de bekeering uiterst moeielijk. Heer lijk staat tegenover deze afstraffing de volgende bemoedieing. Wie in liefde zich richt naar Gods Wil, wordt door Christus onder Zijn verwanten gerekend. Het ge nadeleven maakt ons naar Petrus' woord: „deelachtig aan Gods natuur" (II Petr. 1:4). Er ontstaat dus een verwantschap met God en deze mag onder den invloed van Gods genadehulp voortdurend uit broeien. Wat eën kostelijke bemoediging! In deze verwantschap gaat Maria vooraan, zoodat dit woord van Christus voor Haar niets onaangenaams inhoxidt. (Dinsdag- Woensdag). In de drie eerste evangeliën vinden we bijzonder melding gemaakt van Christus' ontreden in Galilea. Zijn gehoor bestaat hier hoofdzakelijk uit het gewone volk. In Judea richt Hij zich vooral tot de meer ontwikkelde priesters en schriftgeleerden; daarover licht Johannes ons bijzonder in. Christus houdt in Zijn spreken rekening DE ONDERGANG VAN DE „SLAMAT". Nadere bijzonderheden zijn bekend ge worden over den ondergang van de „Sla mat" van den Rotterdamschen Lloyd. Het schip had opdracht gekregen, naar Grie kenland te varen om Engelsche troepen aan boord te nemen, die vluchten moesten voor de Duitsche weermacht. Op weg naar een Grieksche haven werd de „Slamat" door Duitsche Stuka's aangevallen. Het schip werd beschadigd, maar aangezien het zijn zeewaardigheid nog niet verloren had, zette het de reis voort. Op de plaats van bestemming nam de „Slamat" een contin gent Britsche troepen aan boord. Kort na het vertrek vielen de Duitsche Stuka's op nieuw aan. Het schip kreeg een voltreffer, 700dat het begon te zinken. Van de heele bemanning en bezetting hebben slechts vier het leven weten te redden. met den aard van zyn gehoor. Vandaal vinden we in de onderrichtingen in Galilea de eenvoudige taal met de parabels. Chris tus gebnjikt voorstellingen aan het gewo ne leven ontleend om daardoor een verhe ven waarheid voor te houden. In een pa rabel moet vooral gelet worden op hel punt van "vergelijking en moet men niel altijd in alle onderdeelen een overeen komst zoeken; evenmin behoeft men zich altijd te beperken tot de hoofdgedachte, zooals in de uitleg, door Christus Zelf van sommige parabels gegeven, naar voren komt. De parabel van den Zaaier is ons welbekend- op Zondag Sexagesima lezen we haar in de beschrijving van Lukas (8:415). De reden, waarom Christus in gelijkenissen tot het volk spreekt, wordt breeder aangegeven door Matteus (13:10— 17): er ligt hier een straf om de onwil van het volk. Door de verklaring van Je sus zien we de beteekenis van deze eerste parabel gemakkelijk. (Donderdag-Vrijdag). De parabel van het stil kiemende zaad, welke we alleen bij Markus aantreffen, geeft ons een nieuwe prikkel tot groot vertrouwen. Evenmin als de werking Gods in de natuur geheel is na te speuren, maar toch altijd aanwezig is, zoo ook in de bo vennatuur. De werking der genade is een groot geheim, maar zij is er en leidt tot volle rijpheid. (Zaterdag). Bijbellezing voor de volgende week Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Markus 3: 112 Markus 3:1319 Markus 3:2027 Markus 3:2825 Markus 4:1 12 Markus 4:1320 Markus 4:2129 De liturgie der Kerk ZONDAG 26 Oct. Feestdag van Onzen Heer Jesus Christus, Koning. Een en twin tigste Zondag na Pinksteren. Mis: Dignus est. Gloria. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. 21ste Zondag na Pinksteren. Credo. Eigen Prefatie. Kleur: Wit. Vandaag wordt in de Liturgie v. d. H. Mis hulde gebracht aan Hem, Die voor Pi- latus getuigde: „Ik ben koning", aan Jesus Christus, het Lam, Dat geslacht is, Wien x-oem en heerschappij toekomt in de eeuwen der eeuwen" (Introitus). Christus is koning over al het geschapene, over de zichtbare en onzichtbare dingen. Koning is Hij, omdat Hij, behalve onze Schepper, ook onze Verlosser is. Hij heeft ons aan de macht van de duisternis (slavernij van de duivel) onttrokken en overgezet in het Rijk van Zijn liefde (wederom gemaakt tot kinderen van God en erfgenamen van de hemel). Door Christus is het menschelijk geslaclit weer met God verzoend. (Epistel). Ja, werkelijk, Christus is onze Koning! Daarom heeft Hij ook recht op alle volken en op geheel de aarde als Zijn bezit. (Of fertorium); daarom moeten alle volken, ja zelfs alle koningen van de aarde Hem aan bidden en dienen. (Graduale). Maar.... het Rijk van Christus is niet van deze wereld (Evangelie). Geestelijk is Zijn koninkrijk, dat nooit vervallen zal (Alleluja-vers). Het is een Rijk van waar heid en leven, van heiligheid en genade, van gerechtigheid, liefde en vrede. (Pre fatie). Christus wil Koning zijn over de harten van de menschen, daar Zijn ko ninkrijk vestigen, iedere dag (door de H. Communie) van daar uit Zijn zegen schen ken. (Communio). Een waarborg wil Hij zijn voor ons, dat wij na den strijd onder Zijn vaan, als overwinnaars met Hem in de hemel zullen heerschen (Postcommu- nio). Bidden wij op dezen feestdag met de H. Kerk, dat, om de oneindige verdiensten van den gekruisten Koning Christus, welke in elke H. Mis op ons worden toegepast, alle volken aan Zijn zoete heerschappij mogen ondex*worpen worden (Gebed) en deelachtig aan de koninklijke gaven van Christus, n.l. vrede en eendracht. (Stil- gebed). MAANDAG 27 Oct. Vigiliedag voor het feest v. d. H.H. Simon en Judas, Aposte len. Mis: Intret. 2c gebed (Concede) ter eere van Maria; 3e voor Kerk of Paus; 4e voor den vrede. Kleur: Paars. In de kerken van de E.E. P.P. Franciscanen MAANDAG. Mis van de zesde dag onder het Kerkwijdingsoctaaf: Terribilis. (Zie het Gemeenschappelijke van Kerkwijding). Gloria. 2e gebed v. d. Vigilie v. d. H.H. Si mon en Judas 3e ter eere van Maria; 4e voor den vrede. Credo. Laatste Evangelie v. d. Vigilie. Kleur: Wit. LIED VAN DEZEN TIJD GALANTERIE Weg is de zoete romantiek Van jammerlijk voorbije tijden. Toen een gekeurste dame chique En in een vierspan voor kwam rijden, Als het portier geopend was Dan hielp een heer, zeer diep genegen En met een schoone reverence. De dame, die kwam uitgestegen. Nu gaat dat anders. Pa en Moe Staan samen op de tram te wachten,- Zij staan er zielig bij elkaar En elk verdiept in zijn gedachten. Daar komt de tram, zij stappen in En Pa staat rustig toe te kijken Hoe Moe de trede is wat hoog 't Balcon der tram wel zal bereiken. In een rechtszaak heeft iemand eens gezegd: „Mijnheer was be spottelijk lief tegen zijn vrouw en dat doe je onder normale omstan digheden niet". Daaruit conclu deerde getuige, dat de verdachte beschonken was. Dan wordt Moe door den conducteur Met mannenkracht erin getrokken, Pa trekt zich van 't geval niets aan, Hij is de heer, want hij moet dokken. En texrwijl Moe stil in een hoek En eenzaam zit ineengedoken. Staat hij op het balcon der tram Manmoedig een sigaar te rooken. Zie, dat getuigt van man'lijkheid, Van flinke huw'lijks-eigenschappen, De dame moet dus zelve maar De tram in- en de tram uitstappen. De zaak is, niet galant te zijn. Opdat toch niemand maar zou denken, Dat je verplicht bent al te veel Je aandacht aan je vrouw te schenken. Wel is 't verschil met vroeger groot, Maar nu, zoo willen het de horden, Is het verschil met vroeger tijd Wel onafzienbaar groot geworden. Galanterie heeft afgedaan. Zooals dit feit alweer doet blijken, En 'k zie het woord: galanterie Nog slechts op oude winkels prijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5