MAANDAG 20 OCTOBER 1941 OE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 hoewel hij eigenlijk niets te verdedigen heeft, dat den inzet waard is aan lijf en le ven. Aan het front wordt hem bovendien geen keus gelaten. Vóór hem staat de vij and, achter hem de politieke commissaris met het dreigende machinepistool. Maar ook daar waar de Duitsche kolon- nes reeds lang zijn voorbij gemarcheerd, in de onmetelijke oerwouden en op de schier oneindige vlakten, zwerven nog bolsjewis tenhorden. „Partisanen" noemt de Duitsche soldaat hen. Deze partisa. en, samengerot tot secties en compagnieën, maken de op- marschwegen onveilig, snijden telefoon- en telegraafdraden door en trachten allerwege door springladingen, vernielingen aan te richten aan bruggen en verkeersmiddelen. Zij oefenen hun bedrijf uit in het nachtelijk duister. Als koerier, terugkomende van het front, ten Noorden van het Ilmenmeer, hebben wij op den weg tusschen Luga en Pleskow des nachts midden tusschen deze benden inge zeten. Slechts drie man sterk, in een auto, die zooveel frontervaring had opgedaan, dat zijn beste binnenband twee-en-dertig reparatieplaksels droeg. Een kleine „Orts- kommandantur", drie-en-dertig geweren sterk, onder commando van een ouderen ka pitein, die den wereldoorlog had medege maakt, was onze redding. Wat deze Ortskommandanturen daar ove rigens aan ordenenden arbeid verrichten, dikwerf in gebiedsdeelen, zoo groot als een geheele Nederlandsche provincie, grenst aan het ongelooflijke. De goedwillende boerengezinnen, die naar gelang van hun kindertal zich weer een of meer koeien en geiten zien toegewe zen uit de kolchozen en hun eigen akker weer mogen bebouwen, helpen naar hun vermogen mee, om de orde te herstellen. Maar zij leven onder de bedreiging van de rondzwervende partisanen, die des nachts hun schamele hoeven uitplunderen of zich onder doodsbedreiging daarin verstopt houden. Dag en nacht wordt er door de Duitsche bezettingsmacht gepatrouilleerd en het leven van de bezettingsmanschappen en officieren der „Ortskommandanturen" wekt sterke herinneringen aan onze koloniale be zetting op de Sumatrasche voorposten, als mede aan het zuiverende werk onzer Atjeh- sche marechaussee-brigades. Lang zullen de Sovjet-benden het even wel niet kunnen uithouden. In de eerste plaats dreigen de honger en de naderende winter, ten tweede zijn zij van hun opera tiebasis Leningrad volledig afgesneden, ten slotte worden zij toch opgespoord en neergelegd of ontwapend door de ruste- looze Duitsche zuiveringspatrouilles. SS-Hauptsturmfuehrei W. Hulstijn. RECHTZAKEN HAAGSCHE POLITIERECHTER. Toen de nieuwe wereldburger kwam. Er is een echt Hollandsoh spreekwoord, dat zegt, en terecht „als de drank is in den man, dan is de wijsheid in de kan". Men kan anders tot gekke dingen komen als men teveel gerstenat door zijn keelgat heeft laten glijden. Daar was die meneer uil een plaatsje in de omgeving van Lei den het levend bewijs van. Toen hij zoo het verdachtenbankje bin nenstapte dacht men: een keurig mannetje en een eerzaam huisvadertje. Deze eerste gedachte bleek juist te zijn. Het was een keurig-eerzaam huisvader, iemand, die nog nimmer een verbaaltje had gekregen. Soms komt er evenwel in het leven van een man wel eens een moment voor, dat hij even tjes den tel kwijt raakt. Bij de een gebeurt het hierom en bij een ander daarom. Bij dezen meneer was het hierdoor gekomen, dat hij naar den Burgelijken Stand moest om te gaan melden, dat wederom een zoon het levenslicht had aanschouwd. Nadat hij keurig de nog nieuwe namen had laten regislreeren was hij met de beste voorne mens bezield op weg naar huis gegaan. Hij was voorloopig zoover niet gekomen, want hij kwam een kennis tegen, die wij maar Janus zullen doopen. En Janus in formeerde belangstellend hoe het kwam. dat hij om dezen tyd van den dag langs 's Heeren wegen zwierf, gekleed in gala. Natuurlijk vertelde hij trots van den nieu wen wereldburger. „Sjonge, jonge" zei Ja nus natuurlijk en begon handen te schud den. Of papa daar geen biertje op weg gaf. Papa voelde daar veel voor en men toog naar een gelegenheid met een bierpomp. „Proost op een lang leven", enz. Meerdere kennissen kwamen binnen en allen meen den het boorlingske te moeten eeren met bier, hetgee;. pa moest betalen. En pa klonk maar,voor en na en pa kreeg een beetje de hoogte. Was hij toen maar naar huis ge gaan, dan w:.s alles nog goed verloopen, maar neen, pa liet zich door Janus verlei den om een partijtje biljart te gaan spelen. Nu was pa geen matedor in dit edele spel en daarbij kwam nog. dat hij een beetje onvast ter been raakte, zoodat de ballen van alles deden, behalve caramboleeren. De kastelein hield bovendien zijn hart vast vanwege het kostbare laken. Toch bleek tenslotte, dat pa het van Ja nus gewonnen'had, hetg:een volgens Jan is en de omstanders niet mogelijk was maar volgens den biljartteller wel. Men kwam toen tot de conclusie, dat pa voor elke ge maakte stoot, raak of niet, deftig zijn to taal steeds met tien vermenigvuldigde en dus zoo aan de honderd was. En daar was ruzie overgekomen, want Janus voelde zich overwinnaar. Pa boos en pa bood dus aan het geval even uit te boksen. Janus voelde daar niet veel voor, maar voor be talen nog minder en toen waf pa dermate nijdig geworden, dat hij de oiljartstok op het hoofd van Janus had geslagen. Deze carambole was in ieder geval zeker door pa gemaakt, want Janus ging zoolang op den grond zitten en zag voor zijn oogen, bij klaarlichtendag, een sterrenhemel in Augustus. Men poogde pa zijn knots te ont nemen, maar zulks ging niet zonder strub belingen. Ieder, die hem poogde te benade ren, had kans op een ei zonder bon, al was het maar zooiets op zijn hoofd. Inmiddels waren een tafeltje en twee stoelen tot brandhout gedegradeerd. Aan den eenen kant gelukkig, want toen kon men met een van die stoelpooten pa tijde lijk kalmeeren en naar buiten werken, al waar hij door eenige kennissen onder zijn armen werd genomen en bij de baker af geleverd, die vermoedelijk wel niet in haar sas was. maar door ervaring wijs wel raad met zulk een gelukkigen vader heeft ge weten. Zooals gezegd was pa een keurig net mensch en hij had veel berouw over het gebeurde. ..De .volgende maal zal het mij niet meer overkomen", was zijn belofte. De officier geloofde zulks graag, maar hield hem toch 't gevolg van zijn daod voor, n.l. eerst de noodige biertjes betaald, dan de toegebrachte schade, zijnde het gemaak te brandhout en dan thans nog een eisch van 40 subs. 40 dagen wegens een ern stige mishandeling. Neen, goedkoop was het niet, daar was pa het mee eens. Enfin de Politierechter volstond met een boete van 25 of 25 dag dn. Maar niettemin is het een dure aangif te voor een nieuwen wereldburger. Land- en Tuinbouw WELK GRASLAND IS GESCHIKT OM GESCHEURD TE WORDEN? Nu tot 15 November 1941 de gelegenheid openstaat om nog perceelen grasland voor scheuren op te geven en het feit, dat, als er niet voldoende wordt opgegeven, een scheurpiicht zal worden ingevoerd, waarbij voor de aan te wijzen perceelen geen scheurpremie wordt verleend, komt bij velen de vraag'naar voren welk land ge schikt is voor scheuren. In de eerste plaats zal men dit moeten zoeken in de streken met gemengd bedrijf, waar men bekend is met of althans niet vreemd staat tegenover akkerbouw. Bij voorkeur zal men de goed ontwater de perceelen nemen. Het bouwland wordt vaak gedraineerd en, daarvoor is een ont watering van minstens 1 meter onder het maaiveld gewenscht. Alle klei-, zavel- en zandgronden, die zoo goed uit het water liggen zijn geschikt en meest ook de veengronden. Op zandgronden is een hoogere water stand weinig bezwaarlijk en ook al is de slootwaterstand nog slechts 30 a 40 cm. onder het maaiveld, dan is nog een be hoorlijke exploitatie als bouwland moge lijk Op de klei- en zavelgronden ligt de grens m.i. ongeveer bij 60 cm. Draineeren heeft dan geen zin of wordt te duur, want de drainreeksen moeten te dicht bij elkaar liggen. Men houdt dus in het algemeen dapr den last van greppelontwatering. Maar wanneer de grond voldoende stevig is. is eveneens nog een behoorlijke exploi tatie als bouwland mogelijk De veengrond is bij een dergelijke wa terstand vaak reeds te slap om als bouw land te worden bewerkt met paarden of machines en komt niet in aanmerking. Zeer zeker zijn de lager gelegen veengron den in het algemeen ongeschikt. Bij den overgang van veen naar zand kan dit nog wel het geval zijn. In deze provincie komen veel perceelen voor met z.e klei veen. De bovenlaag is humusrijke klei of venige klei, die rust op veen. Om voldoende draagkracht voor de bewerking te hebben, moet de boven laag wel minstens 50 cm dik zijn en de slootwaterstand ook minstens zooveel on der het maaiveld liggen. Is dit niet het geval, dan doet men verstandiger om niet te scheuren. Behalve de grondsoort, heeft de ontwa tering dus veel invloed, in veel sterkere mate als bij grasland het geval is. De Rijkslandbouwconsulent. Ir. H. DE GROOT. Rotterdam, 18 October 1941. HET BEWAREN VAN WINTER GROENTEN EN FRUIT. Het voorlichtingsbureau van den voe dingsraad schrijft: Wie zelf een tuin heeft, komt op een oogenblik voor de vraag te staan, hoe met de geoogste producten te handelen? Als bewaarplaats komt de kelder in aan merking, mits deze vorstvrij is en op een zonnigen, milden dag gelucht kan worden. Bij zeer strengen vorst hangt men voor het raampje een mat of iets dergelijks om de koude buiten te houden. Voor groente en fruit neemt men, zoo mogelijk een ge scheiden ruimte. De aardappelen. De aardappelen mogen niet nat in den kelder gebracht worden. Men moet de aardappelen op een koude, vorstvrije plaats bewaren, daar ze anders te gauw kiemen; zij blijven n.l. na het oogsten doorgroeien, halen adem en gaan uitloopen. Ook moeten zij niet in het licht worden bewaard, daar zij anders groen worden. Een kleine hoeveelheid aardappelen kan men desnoods op wat planken of losse turf in een hoek van den keldej, leggen: maar de kelder blijft er altijd rommelig en stof fig door, daar de. aardappelen geregeld (om de 3 weken) omgewerkt moeten wor den. Beter worden de aardappelen be waard in een aardappelkist, waarvan de bodem hellend afloopt naar een luikje, zoodat men de aardappelen onder uit de kist kan halen en de voorraad voortdurend in beweging blijft. De koolsoorten. Roode-, witte- en savoyekool en bloem kool kunnen met een touwtje aan den stronk en met den kop naar beneden opge hangen worden. Van bloemkool verwijdert men hiervoor de al te stugge, buitenste bladeren en de binnenste worden als be schutting over de bloek getrokken. Als men de kool op een hoop legt, gaat zij spoedig rotten, tenzij men de hoop we kelijks omwerkt. Voor wie meerdere koo ien heeft, is het geschikter de kooien op een koolrek te leggen, zoodat,zij voldoen de luchtverversching krijgen. Het is nood zakelijk om regelmatig de rotte plekken te verwijderen. Winterwortelen, knolselderij en bieten. Deze kunnen in kisten laag om laag met zand bewaard worden. Van de bieten wqjdt het blad voorzichtig verwijderd. Uien worden in bosjes gebonden en han gend bewaard; ook kan men ze als ze goed droog zijn in dunne, zeer grof geweven zakken bewaren. Fruit. Zooals hierboven al even opgemerkt wordt, moeten appelen liefst apart gehou den worden. Men kan ze zoowel op zolder, als in den kelder bewaren, indien deze plaatsen vorstvrij, maar ook niet te warm zijn. Een verwarmingskelder is niet ge schikt voor het bewaren van fruit. Wormstekige en schurftige vruchten ko men niet voor bewaring in aanmerking, daarom dienen de vruchten bij het neer leggen stuk vóór stuk nagekeken te wor den. Legt men het fruit op rekken, dan mogen de appels elkaar nfet raken en moe ten zij van tijd tot tijd gekeerd worden. Het bewaren op rekken heeft het bezwaar, dat de scherpe kanten van het hout de vruchten kneuzen, daarom legt men een dikke laag kranten onder de vruchten. Appels en peren kunnen ook op planken of op den zoldervloer gelegd worden, doch hierop moeten eerst weer kranten worden uitgespreid. Bij vorst moeten de appelen beschermd worden. Het verdient aanbeve ling om het fruit, teneinde uitdrogen en rimpelen te voorkomen, ook met kranten af te dekken. Peren worden bij voorkeur op rekken in den kelder bewaard. Welke wijze van bewaren ook- wordt toegepast, men moet er voor zorgen, dat de vruchten elkaar niet raken en dat er geen aangestoken vruchten tusschen de goede komen. Het fruit dient daarom regelmatig te worden gecontro leerd en de aangestoken exemplaren ver wijderd. Bij zeer strenge koude kunnen de appels op de rekken of in de kisten afgedekt wor den. Bij dooi dient de deklaag weer ver wijderd te worden. Stoottroepen voor Blanke wapenen Man tegen wan Steunt de Nederlandsche ambulance voor het, Oostfront Koninginnegracht 22 Giro: 87600 's-Gravenhage WILT U IETS WETEN? Vraag: betreffende opleiding zieken verpleging en het daarvoor noótlige Mulo examen. Antwoord: De opleiding voor het verpleegstersdiploma A (gewone zieken verpleging) is een practische opleiding, welke van een theoretischen cursus verge zeld gaat. Deze duurt 3 jaar. Men moet daarvoor een aan' telling zien te verkrijgen als leerling-verpleegster aan een zieken huis, dat verpleegsters opleidt. Gewoonlijk wordt hiervoor het Mulo-diploma vereischt. Wellicht is avondscbooldiploma of iets der gelijks, dat er mee gelijk staat, ook vol doende, maar dat zal de ervaring moeten leeren. Wendt U daarvoor eens tot het Acad, Ziekenhuis alhier. Vraag: Mag een schoenmakersbaas of smidsbaas die alleen werkt zoolang wer ken als hij zelf wil. Antwoord: Binnenshuis mogen ze zooveel werken als ze zelf willen. Zi.i mo gen hun zaak evenwel niet onbeperkt ge opend houden. Vraag: Hoe kan een bruine inmaak- pot, die gebarsten is, weer dicht gemaakt worden? Antwoord: U kunt de pot wel weer dicht maken door ze te bestrijken met wa terglas of oude witte verf. De verf moet zeer lang drogen, enkele maanden. Als in- maakpot kunt u de pot echter niet meer gebruiken. Vraag: Hoe kan ik een wollen jumper die met wasschen hard en stug geworden is, weer zacht maken? Antwoord: U schrijft, dat u een slap sopje gebruikt hebt. Dit is een groote fout. Een te slap scp is nooit goed, alleen scha delijk. Misschien hebt u ook gewreven bij het wasschen en waarschijnlijk hebt u de eerste maa! met veel water gespoeld. Mis schien kunt u de jumper nog eens nawas- schen in een goed vervangmiddel, zooals b.v. Super Laval. Veel hoop kunnen wij u niet geven, daar de wol hoogstwaarschijn lijk geheel vervilt is. Vraag: Hoe kan ik een onbekende zwarte viek uit een crêpe satijnen japon verwijderen? Antwoord: Daar u zelf niet weet welk soort stof de vlek veroorzaakt heeft, kun nen wij u allee" aanraden eens vlekkcwa- ter te probeeren of de japon geheel te wasschen Vraag X. te A. Antwoord: Een borg kan niet ont slagen worden, tenzij die crediteur zoo welwillend is, van die persoonlijke zeker heidstelling af te zien, hetgeen hij des te gemakkelijker zal doen naarmate er een andere zekerheid voor in i.e plaats gesteld kan worden. De borg hoeft niet toe te stem men in een uitstel voor den debiteur, want. uitstel verzwaart zijn eigen positie. Niette min kan de crediteur dat uitstel toch ver- leenen. De borg heeft dan het recht den schuldenaar te vervolgen „om hem tot beta ling te noodzaken, of om hem het ontslag van zijn borgtocht te bezorgen" (art. 1887 B. W.). Vraag: Ik ben dienstbode voor dag en nacht. Nu ben ik op vacantie geweest en wil mevrouw mij geen kostgeld geven. Antwoord: Tijdens een vacantie, waar op de dienstbode recht heeft, moet kostgeld betaald worden. Vraag: Ik ben 4 weken ziek geweest en mijn patroon is aangesloten bij de ziektewet, moet ik nu zelf de dokterskosten betalen? Antwoord: Ja, indien u niet bent aangesloten bij een ziekenfonds. Vraag: 1. Waar kan ik een konijnen vel laten prepareeren? Wat zijn ongeveer de kosten er van? 2. Wat is bet adres van mevr. Schelfhoutvan der Meulcn? Antwoord: 1. Adressen kunnen wij in deze rubriek niet noemen, wendt u zich tot een bonthandclaar. 2. Graf Zeppelinlaan 10, Amstelveen. Vraag: Is saccharine een binnenlandsch product? Waaruit wordt het bereid? Hoe veel bedraagt de prijs op het oogenblik. vastgesteld door Dep. van Landbouw en Visscherij. afd. Prijzen van het Rijksbur. voor Voedselvoorziening in oorlogstijd no. 1512 d.d. 20-5-'41 en hoeveel bedroeg de prijs voor 10 Mei 1940? Antwoord: Saccharine is een buiten- landsch product, maar wordt ook in Ne derland gemaakt in de chemische fabriek Naarden. Saccharine wordt op verschillen de manieren in het groot gemaakt ó.a. uit Toluol (steenkoolteerproduct). De prijs per kg. bedraagt heden 13.20 vastgesteld in prijzenbeschikking no. 1 voor invoergoed. De prijs per kg. voor 10 Mei 1940 bedroeg 13 gld. Deze prijzen zijn voor winkeliers, niet voor 't publiek. SS-P.K. BERICHT NEDERLAND No. 6 SS-PK NEDERLANDSCH LEGIOEN. De laatste salon-communist in de Rand staten Estland, Lithauen en Letland is na een jaar Sovjetregiem wel volslagen ge nezen van zijn bolsjewistische neigingen. De les is te hard en te duur, anders zou men haast wenschen, dat diegenen onder onze landgenooten, die willens en wetens doof en blind zijn, haar eens ondergingen. Wat de Sovjet-terroristen, gedurende het jaar van hun bezetting, de bevolking dezer Randstaten hebben aangedaan, tart eiken vorm van beschaving en gaat de gruwelijk ste voorstelling te boven. Tienduizenden mannen werden gevangen genomen, in de Gepeoe-gevangenissen gefolterd en ver moord of weggevoerd naar een onbekende bestemming, hetgeen gelijk staat aan een ter dood veroordeeling na wreeden slaven arbeid. En om geen enkel ander motief dan hun politieke instelling of juister nog hun afkomst of enkel maa" hun academische vorming. In Estland, enkele kilometers ten Zuiden van de Sovjet-Russische stad Ostrof, over nachtten wij in het huis van een eenvoudig landman. Onze leidsman had het, met den goeden neus van den ervaren front-soldaat, uitgekozen als nachtkwartier, omdat het zich door properheid onderscheidde van de omliggende huizen. De keus was voortref felijk. Wij werden er ontvangen als „be vrijders". De goede logeerkamer werd ons aangeboden, onzen manschappen werd een gemakkelijk kwartier bereid en allen teza men werden wij aan den familiedisch ge- noodigd waarop de „samowar" gezellig pruttelde. De geu. van deze delicatessen, alsmede de landelijke eierkoeken en andere, voor ons onbekende doch smakelijke toebereide Russische gerechten, brak het ijs De be jaarde gastheer sprak moeilijk, doch ver staanbaar Duitsch, de dochter des huizes fungeerde zoo nu en dan als tolk, de gast vrouw lachte ons toe met die moederlijke vriendelijkheid, welke in alle landen der wereld verstaan wordt. Overigens konden wij met haar helaas niet conserveeren. Over dit vriendelijk huis lag diepe rouw. Onze gastheer bleek een Russische chirurg te zijn, die vóór den oorlog als geneesheer- directeur een groot ziekenhuis leidde in Pensa. Tijdens den wereldoorlog werden in zijn ziekenhuis rond 60.000 gewonden ge opereerd, waarvan ruim 2000 door hem zelf. De revolutie joeg hem weg van zijn eigen haard en bodem. In Letland bouwde hij een nieuwe praktijk op en doceerde aan de uni versiteit te Riga. Doch ook hier vervolgde hem het bolsjewisme, zij het- dan ook na twintig-jarigen nieuwen moeizamen arbeid. Zijn eenige zoon, luitenant in het Letland- sche leger, werd verleden jaar gevangen genomen en weggevoerd; hetzelfde lot on dergang zijn schoonzoon, een ingenieur. De Gepeoe lichtte hen des nachts van het bed. Waarheen de ongelukkige jongelui gevoerd zijn, weten de ouders niet. Wat zij gezien hebben van andere jeugdige kameraden, doen hen bidden, dat beiden maar dood zou den zijn.... doch die vreeselijke onzeker heid. Het is moeilijk, als gast een brok eten door de keel te krijgen, wanneer zooveel leed mede aanzit aan den disch Wat het bolsjewisme van de „heilige" Russische aarde overliet en de zoo karakte ristieke oud-Russische cultuur, schetsten wij reeds in een vorig artikel. Wat het in de zielen der Sovjet-onderdanen verwoest te, is nauwelijks te beschrijven. Ongeveer een kwart-eeuw heeft dit verfoeilijkste al ler terreur-systemen ongebreideld voort gewoekerd. Alles werd volgens een vast plan neergetrokken tot het niveau van de proleten-cultuur. Wat hoog was en verhe ven. werd ondermijnd en neergetrokken, totdat alles één woeste, hopelooze chaos ge worden was, waarin de mensch slechts tijd vond om te denken aan de bevrediging van zijn aller-primitiefste behoeften. Uitgezon derd dan een clique van commissarssen en andere bonzen, die zich „uitleefden" op veel al bestiale wijze. De opgroeiende jeugd werd ingeprent, dat Sovjet-Rusland de heilstaat was. Dat het overal elders in de wereld veel slechter ge steld was. De Sovjetbladen brachten- onbe schaamde leugenberichten uit West-Europa en Amerika, waarin gewaagd werd van hongersnood en pestilentie. En omdat Sovjet Rusland hermetisch afgesloten gehouden werd van de buitenwereld, ervoeren de be woners geen tegenspraak. Wie uit het bui tenland terugkeerde of binnendrong, werd óf angstvallig bewaakt en geisoleerd, óf ge vangengezet en „geliquideerd". De Sovjet krijgsgevangenen had men zoo verzekerd, dat zij zouden worden doodgemarteld, dat zij den roode kruissoldaat, die hen laafde en verbond nog in den rug schoten. Dat is da vrucht van een kwart-eeuw afschuwelijke massa-suggestie bij een volk, dat door zijn Slavische ziel meer dan eenig volk ter we reld gevoelig is voor psychische beïnvloe ding. Dit moge wellicht de verklaring zijn van den onbegrijpelijken weerstand, dien de Sovjet-armist biedt aan den 'tegenstander, FEUILLETON DE VLUCHTELING VAN CAYENNE door OTTO BINNS. Geautoriseerde vertaling. 40) Intusschen vervolgde Sandy zijn ver haal, een levendig verslag gevend van de gebeurtenissen en vooral den nadruk leg gend op de volgens hem vreeselijk belang rijke rol, die zij daarin gespeeld had. „Dat kind heeft me het leven gered! En het jouwe evengoed Dudley. Zoolang jij buiten jezelf was van de koorts, heeft ze je geen oogenblik alleen gelaten. Dag en nacht heeft ze de wacht gehouden en gebeden! Denk daar goed over na, mannetje; voor je gebeden. Als er een meisje was dat eens voor mij wilde biddenHij hield op lachte even vreemd, en vervolgde dan: „Wij staan allebei tot over onze ooren in de schuld bi. dat kind, dat mogen we geen van tweeën eer oogenblik vergeten." De hei-stellende stelde weer een vraag, welke Mimi niet kon verstaan, maar uit het antwoord van den Schot kon zij de betee- kenis ervan raden: „Een van die schurkenbende? Lieve he me.' neen, man. De schurken hadden haar ontvoerd en hielden'haar daar gevangen om een losgeld te eischen. Zij kómt van Cayenne, snap je. en hoe ik haar daar weer terug moet zien te krijgen, met jou ook bij me dat mag de hemgl weten. Het is dui delijk dat ik jou niet in het hol van den leeuw mag voeren." „Ze blijft bij ons, tot we haar veilig op een of andere fatsoenlijke handelsboot te- ■rug kunnen sturen. Ik zou haar nooit dur- ,ven toeveitiouwen aan zoo'n schelen Chi nees of aan een bende dronken diamant zoekers dat is te gevaarlijk voor zoo'n knap di.ig als zij". Mimi bloorde van genoegen bij dit com pliment en toen het gesprek in andere rich ting ging, ontdekte ze plotseling, dat ze geweldigen honger had, en stopte gretig een der noten, die Sandy gevonden had, in haar mond. De vrucht smaakte als room, en deed haor trek toenemen. In minder dan een minuut verdwenen de andere twee eveneens in haar maag, waarna zij haar aandacht wijdde aan de etenswaren. Sandy's bijna giftig-zwarte koffie smaakte haar, alsof zij nooit beter toebe reiden drank geproefd had. Toen zij klaar was en de reusachtige Schot einde lijk weer naar buiten trad, glimlachte zij hem opgewekt toe. „Buitengewoon mooie dag vanmorgen", meende Sandy. ..Zeldzaam" antwoordde zij. „Een och tend om iemand gelukkig te maken, mijn heer Sandy." „Niet zooveel met dat „mijnheer" wer ken. meisje", sprak Sandy. „Daar ben ik heelemaal niet aan gewoon. Ginds in Glas gow was ik zelfs voor het kleinste kind Sandy, zonder meer, en niemand dacht er aan, ooit mijnheer te zeggen, behalve na tuurlijk mijn hospita als ze met de reke ning kwam. Dus, als je het goed vindt, is het in het vervolg ook hier alleen Sandy". Mimi de Faramond glimlachte. ..Zooals u wilt.Sandy. Maar dan is het bij mij ook Mimi". „Dat is eerlijk", antwoordde hij. ,,Je zult Mimi heeten tot we Cayenne bereiken en je vader vindenMaar- nu zul je weer aan het werk moeten. Dudley moet te eten krijgen." „Bouillon! Dat kan ik wel klaarmaken", onderbrak het meisje. „Uitstekend, juffie. Ik zal het geheel aan jou overlaten, terwijl ik hout voor het vuur ga kappen." Hij verdween stroomopwaarts in het woud, en het meisje begon de bouillon klaar te maken Terwijl het vocht op het vuur stond te pruttelen, herinnerde ze zich plotseling een paar woorden, die San dy zoo straks gezegd had, en nadenken :1 staarde zij voor zich uit. Na eenigen tijd zag zij Sandy terugkomen uit het bosch met een armvol takken. Even aarzelde zij, maar dan snelde ze hem vastbesloten tege moet. .„Mijnheer.begon ze haatsig, maar hij onderbrak haar. ,,We waren overeengekomen dat het Sandy zou zijn." „Goed dan, Sandy, ik wilde u iets uit leggen, iets dat u verkeerd begrepen heeft „Wat ik!" spotte de Schot goedgehu meurd. „Dat kan niet." „Ik meen het werkelijk", antwoordde zij op een toon, die hem duidelijk maakte, dat het haar ernst was. „U moet goed luisteren. Het betreft uw vriend en Phi- libert en de anderen. „Vooruit er mee, Mimi". f,U meent, dat zij van plan waren, mijn heer Langdon weer naar het bagno terug te brengen, dat hoorde ik u zoo juist ver tellen. Maar zoo was het niet. Een onbe kende, een Amerikaan, een vriend van mijnheer Langdon had hen een groote be looning toegezegd, indien zij Langdon zou den terugbrengen bij hem...." „Alle duivels!" riep Sandy verrast uit. „En daar hij en d« vrouw meenden, dat u hen vóór zoudt willen zijn, en zelf de belooning zoudt willen opstrijken, wilde Philibert u dooden, heelemaal niet omdat zij mijnheer Langdon weer naar de gevan genis wilden voeren." „Verdraaid! Aan zoo iets heb ik nooit van mijn leven gedacht". „En juist toen ik het u wilde vertellen, kwam Philibert aansluipen, zooals u zich zult herinneren", verklaarde het meisje. „Met zijn mes gereed! Ja, ik herinner het me volkomen duidelijk, en ik kan me best begrijpen, dat je toen vergeten hebt, verder te vertellen. Dus terwijl ik vast oVertuigd was, in zijn beste belang te han delen heb ik voortdurend Dudley den weg naar de vrijheid versperd". „Dat is nog niet zoo zeker. Die lieden waren absoluut niet to vertrouwen. Het is keel goed mogelijk, dat zij de uitgeloofde "elooning opgestreken zouden hebben, om daarna uw vriend toch aan de gevangenis uit te leveren". „Lieve hemel, ja dat is lang niet on waarschijnlijk." „En bovendien, ze wilden u dooden, en ik weet zeker, dat mijnheer Langdon daar groote spijt van zou hebben." „En ik niet minder!" Sandy lachte zor geloos. en dacht eenige oogenblikken diep na. waarna hij meende: „Nu ja, het is nu toch allemaal zoo ge- loopen. we kunnen er niets meer aan ver anderen. Wat gedaan is, is gedaan. Ik han delde naar beste weten, en iemand, die een ander zonder eenigen grond een mes in het lijf wil steken, kun je bezwaarlijk een andermans leven veilig toevertrouwen. Ik^ geloof dat het voor Dudley veel beter is.' uit hun handen te blijven, en als je het goed vindt, zou ik hem maar niets ver tellen over dien Amerikaan. Het is beter, dat hi; daar niets van af weet, anders kon hij wel eens te ongeduldig worden." „Zooals u wilt. Maar het leek me het veiligst dat u er van op de hoogte was." „Natuurlijk. Maar het hindert eigenlijk niets, dat ik het indertijd niet geweten heb. Dat stelletje ginds was toch niet te ver trouwen. En bovendien, jij was er zelf ook nog meisje. Na wat ik gezien heb en i\a hetgeen je me vertelde, weet ik zeker, dat die kerel niet veel goeds met je van plan was. Ik geloof vast. dat zooals alles geloopen is, het ook het beste was." (Word' v gd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5