MAANDAG 20 OCTOBER 1941
OE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
hoewel hij eigenlijk niets te verdedigen
heeft, dat den inzet waard is aan lijf en le
ven. Aan het front wordt hem bovendien
geen keus gelaten. Vóór hem staat de vij
and, achter hem de politieke commissaris
met het dreigende machinepistool.
Maar ook daar waar de Duitsche kolon-
nes reeds lang zijn voorbij gemarcheerd, in
de onmetelijke oerwouden en op de schier
oneindige vlakten, zwerven nog bolsjewis
tenhorden. „Partisanen" noemt de Duitsche
soldaat hen. Deze partisa. en, samengerot
tot secties en compagnieën, maken de op-
marschwegen onveilig, snijden telefoon- en
telegraafdraden door en trachten allerwege
door springladingen, vernielingen aan te
richten aan bruggen en verkeersmiddelen.
Zij oefenen hun bedrijf uit in het nachtelijk
duister.
Als koerier, terugkomende van het front,
ten Noorden van het Ilmenmeer, hebben wij
op den weg tusschen Luga en Pleskow des
nachts midden tusschen deze benden inge
zeten. Slechts drie man sterk, in een auto,
die zooveel frontervaring had opgedaan,
dat zijn beste binnenband twee-en-dertig
reparatieplaksels droeg. Een kleine „Orts-
kommandantur", drie-en-dertig geweren
sterk, onder commando van een ouderen ka
pitein, die den wereldoorlog had medege
maakt, was onze redding.
Wat deze Ortskommandanturen daar ove
rigens aan ordenenden arbeid verrichten,
dikwerf in gebiedsdeelen, zoo groot als een
geheele Nederlandsche provincie, grenst
aan het ongelooflijke.
De goedwillende boerengezinnen, die
naar gelang van hun kindertal zich weer
een of meer koeien en geiten zien toegewe
zen uit de kolchozen en hun eigen akker
weer mogen bebouwen, helpen naar hun
vermogen mee, om de orde te herstellen.
Maar zij leven onder de bedreiging van de
rondzwervende partisanen, die des nachts
hun schamele hoeven uitplunderen of zich
onder doodsbedreiging daarin verstopt
houden. Dag en nacht wordt er door de
Duitsche bezettingsmacht gepatrouilleerd en
het leven van de bezettingsmanschappen en
officieren der „Ortskommandanturen" wekt
sterke herinneringen aan onze koloniale be
zetting op de Sumatrasche voorposten, als
mede aan het zuiverende werk onzer Atjeh-
sche marechaussee-brigades.
Lang zullen de Sovjet-benden het even
wel niet kunnen uithouden. In de eerste
plaats dreigen de honger en de naderende
winter, ten tweede zijn zij van hun opera
tiebasis Leningrad volledig afgesneden, ten
slotte worden zij toch opgespoord en
neergelegd of ontwapend door de ruste-
looze Duitsche zuiveringspatrouilles.
SS-Hauptsturmfuehrei W. Hulstijn.
RECHTZAKEN
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Toen de nieuwe wereldburger kwam.
Er is een echt Hollandsoh spreekwoord,
dat zegt, en terecht „als de drank is in den
man, dan is de wijsheid in de kan".
Men kan anders tot gekke dingen komen
als men teveel gerstenat door zijn keelgat
heeft laten glijden. Daar was die meneer
uil een plaatsje in de omgeving van Lei
den het levend bewijs van.
Toen hij zoo het verdachtenbankje bin
nenstapte dacht men: een keurig mannetje
en een eerzaam huisvadertje. Deze eerste
gedachte bleek juist te zijn. Het was een
keurig-eerzaam huisvader, iemand, die nog
nimmer een verbaaltje had gekregen. Soms
komt er evenwel in het leven van een man
wel eens een moment voor, dat hij even
tjes den tel kwijt raakt. Bij de een gebeurt
het hierom en bij een ander daarom. Bij
dezen meneer was het hierdoor gekomen,
dat hij naar den Burgelijken Stand moest
om te gaan melden, dat wederom een zoon
het levenslicht had aanschouwd. Nadat hij
keurig de nog nieuwe namen had laten
regislreeren was hij met de beste voorne
mens bezield op weg naar huis gegaan.
Hij was voorloopig zoover niet gekomen,
want hij kwam een kennis tegen, die wij
maar Janus zullen doopen. En Janus in
formeerde belangstellend hoe het kwam.
dat hij om dezen tyd van den dag langs
's Heeren wegen zwierf, gekleed in gala.
Natuurlijk vertelde hij trots van den nieu
wen wereldburger. „Sjonge, jonge" zei Ja
nus natuurlijk en begon handen te schud
den. Of papa daar geen biertje op weg gaf.
Papa voelde daar veel voor en men toog
naar een gelegenheid met een bierpomp.
„Proost op een lang leven", enz. Meerdere
kennissen kwamen binnen en allen meen
den het boorlingske te moeten eeren met
bier, hetgee;. pa moest betalen. En pa klonk
maar,voor en na en pa kreeg een beetje
de hoogte. Was hij toen maar naar huis ge
gaan, dan w:.s alles nog goed verloopen,
maar neen, pa liet zich door Janus verlei
den om een partijtje biljart te gaan spelen.
Nu was pa geen matedor in dit edele spel
en daarbij kwam nog. dat hij een beetje
onvast ter been raakte, zoodat de ballen
van alles deden, behalve caramboleeren.
De kastelein hield bovendien zijn hart
vast vanwege het kostbare laken.
Toch bleek tenslotte, dat pa het van Ja
nus gewonnen'had, hetg:een volgens Jan is
en de omstanders niet mogelijk was maar
volgens den biljartteller wel. Men kwam
toen tot de conclusie, dat pa voor elke ge
maakte stoot, raak of niet, deftig zijn to
taal steeds met tien vermenigvuldigde en
dus zoo aan de honderd was. En daar was
ruzie overgekomen, want Janus voelde
zich overwinnaar. Pa boos en pa bood dus
aan het geval even uit te boksen. Janus
voelde daar niet veel voor, maar voor be
talen nog minder en toen waf pa dermate
nijdig geworden, dat hij de oiljartstok op
het hoofd van Janus had geslagen. Deze
carambole was in ieder geval zeker door
pa gemaakt, want Janus ging zoolang op
den grond zitten en zag voor zijn oogen,
bij klaarlichtendag, een sterrenhemel in
Augustus. Men poogde pa zijn knots te ont
nemen, maar zulks ging niet zonder strub
belingen. Ieder, die hem poogde te benade
ren, had kans op een ei zonder bon, al was
het maar zooiets op zijn hoofd.
Inmiddels waren een tafeltje en twee
stoelen tot brandhout gedegradeerd. Aan
den eenen kant gelukkig, want toen kon
men met een van die stoelpooten pa tijde
lijk kalmeeren en naar buiten werken, al
waar hij door eenige kennissen onder zijn
armen werd genomen en bij de baker af
geleverd, die vermoedelijk wel niet in haar
sas was. maar door ervaring wijs wel raad
met zulk een gelukkigen vader heeft ge
weten.
Zooals gezegd was pa een keurig net
mensch en hij had veel berouw over het
gebeurde.
..De .volgende maal zal het mij niet meer
overkomen", was zijn belofte.
De officier geloofde zulks graag, maar
hield hem toch 't gevolg van zijn daod voor,
n.l. eerst de noodige biertjes betaald, dan
de toegebrachte schade, zijnde het gemaak
te brandhout en dan thans nog een eisch
van 40 subs. 40 dagen wegens een ern
stige mishandeling. Neen, goedkoop was
het niet, daar was pa het mee eens.
Enfin de Politierechter volstond met een
boete van 25 of 25 dag dn.
Maar niettemin is het een dure aangif
te voor een nieuwen wereldburger.
Land- en Tuinbouw
WELK GRASLAND IS GESCHIKT OM
GESCHEURD TE WORDEN?
Nu tot 15 November 1941 de gelegenheid
openstaat om nog perceelen grasland voor
scheuren op te geven en het feit, dat, als
er niet voldoende wordt opgegeven, een
scheurpiicht zal worden ingevoerd, waarbij
voor de aan te wijzen perceelen geen
scheurpremie wordt verleend, komt bij
velen de vraag'naar voren welk land ge
schikt is voor scheuren.
In de eerste plaats zal men dit moeten
zoeken in de streken met gemengd bedrijf,
waar men bekend is met of althans niet
vreemd staat tegenover akkerbouw.
Bij voorkeur zal men de goed ontwater
de perceelen nemen. Het bouwland wordt
vaak gedraineerd en, daarvoor is een ont
watering van minstens 1 meter onder het
maaiveld gewenscht. Alle klei-, zavel- en
zandgronden, die zoo goed uit het water
liggen zijn geschikt en meest ook de
veengronden.
Op zandgronden is een hoogere water
stand weinig bezwaarlijk en ook al is de
slootwaterstand nog slechts 30 a 40 cm.
onder het maaiveld, dan is nog een be
hoorlijke exploitatie als bouwland moge
lijk
Op de klei- en zavelgronden ligt de
grens m.i. ongeveer bij 60 cm. Draineeren
heeft dan geen zin of wordt te duur, want
de drainreeksen moeten te dicht bij elkaar
liggen. Men houdt dus in het algemeen
dapr den last van greppelontwatering.
Maar wanneer de grond voldoende stevig
is. is eveneens nog een behoorlijke exploi
tatie als bouwland mogelijk
De veengrond is bij een dergelijke wa
terstand vaak reeds te slap om als bouw
land te worden bewerkt met paarden of
machines en komt niet in aanmerking.
Zeer zeker zijn de lager gelegen veengron
den in het algemeen ongeschikt. Bij den
overgang van veen naar zand kan dit nog
wel het geval zijn.
In deze provincie komen veel perceelen
voor met z.e klei veen. De bovenlaag is
humusrijke klei of venige klei, die rust
op veen. Om voldoende draagkracht voor
de bewerking te hebben, moet de boven
laag wel minstens 50 cm dik zijn en de
slootwaterstand ook minstens zooveel on
der het maaiveld liggen. Is dit niet het
geval, dan doet men verstandiger om niet
te scheuren.
Behalve de grondsoort, heeft de ontwa
tering dus veel invloed, in veel sterkere
mate als bij grasland het geval is.
De Rijkslandbouwconsulent.
Ir. H. DE GROOT.
Rotterdam, 18 October 1941.
HET BEWAREN VAN WINTER
GROENTEN EN FRUIT.
Het voorlichtingsbureau van den voe
dingsraad schrijft:
Wie zelf een tuin heeft, komt op een
oogenblik voor de vraag te staan, hoe met
de geoogste producten te handelen?
Als bewaarplaats komt de kelder in aan
merking, mits deze vorstvrij is en op een
zonnigen, milden dag gelucht kan worden.
Bij zeer strengen vorst hangt men voor
het raampje een mat of iets dergelijks om
de koude buiten te houden. Voor groente
en fruit neemt men, zoo mogelijk een ge
scheiden ruimte.
De aardappelen.
De aardappelen mogen niet nat in den
kelder gebracht worden. Men moet de
aardappelen op een koude, vorstvrije plaats
bewaren, daar ze anders te gauw kiemen;
zij blijven n.l. na het oogsten doorgroeien,
halen adem en gaan uitloopen. Ook moeten
zij niet in het licht worden bewaard, daar
zij anders groen worden.
Een kleine hoeveelheid aardappelen kan
men desnoods op wat planken of losse turf
in een hoek van den keldej, leggen: maar
de kelder blijft er altijd rommelig en stof
fig door, daar de. aardappelen geregeld
(om de 3 weken) omgewerkt moeten wor
den. Beter worden de aardappelen be
waard in een aardappelkist, waarvan de
bodem hellend afloopt naar een luikje,
zoodat men de aardappelen onder uit de
kist kan halen en de voorraad voortdurend
in beweging blijft.
De koolsoorten.
Roode-, witte- en savoyekool en bloem
kool kunnen met een touwtje aan den
stronk en met den kop naar beneden opge
hangen worden. Van bloemkool verwijdert
men hiervoor de al te stugge, buitenste
bladeren en de binnenste worden als be
schutting over de bloek getrokken.
Als men de kool op een hoop legt, gaat
zij spoedig rotten, tenzij men de hoop we
kelijks omwerkt. Voor wie meerdere koo
ien heeft, is het geschikter de kooien op
een koolrek te leggen, zoodat,zij voldoen
de luchtverversching krijgen. Het is nood
zakelijk om regelmatig de rotte plekken
te verwijderen.
Winterwortelen, knolselderij en bieten.
Deze kunnen in kisten laag om laag met
zand bewaard worden. Van de bieten wqjdt
het blad voorzichtig verwijderd.
Uien worden in bosjes gebonden en han
gend bewaard; ook kan men ze als ze goed
droog zijn in dunne, zeer grof geweven
zakken bewaren.
Fruit.
Zooals hierboven al even opgemerkt
wordt, moeten appelen liefst apart gehou
den worden. Men kan ze zoowel op zolder,
als in den kelder bewaren, indien deze
plaatsen vorstvrij, maar ook niet te warm
zijn. Een verwarmingskelder is niet ge
schikt voor het bewaren van fruit.
Wormstekige en schurftige vruchten ko
men niet voor bewaring in aanmerking,
daarom dienen de vruchten bij het neer
leggen stuk vóór stuk nagekeken te wor
den. Legt men het fruit op rekken, dan
mogen de appels elkaar nfet raken en moe
ten zij van tijd tot tijd gekeerd worden.
Het bewaren op rekken heeft het bezwaar,
dat de scherpe kanten van het hout de
vruchten kneuzen, daarom legt men een
dikke laag kranten onder de vruchten.
Appels en peren kunnen ook op planken
of op den zoldervloer gelegd worden, doch
hierop moeten eerst weer kranten worden
uitgespreid. Bij vorst moeten de appelen
beschermd worden. Het verdient aanbeve
ling om het fruit, teneinde uitdrogen en
rimpelen te voorkomen, ook met kranten
af te dekken.
Peren worden bij voorkeur op rekken
in den kelder bewaard. Welke wijze van
bewaren ook- wordt toegepast, men moet
er voor zorgen, dat de vruchten elkaar niet
raken en dat er geen aangestoken vruchten
tusschen de goede komen. Het fruit dient
daarom regelmatig te worden gecontro
leerd en de aangestoken exemplaren ver
wijderd.
Bij zeer strenge koude kunnen de appels
op de rekken of in de kisten afgedekt wor
den. Bij dooi dient de deklaag weer ver
wijderd te worden.
Stoottroepen voor Blanke wapenen
Man tegen wan
Steunt de Nederlandsche ambulance
voor het, Oostfront
Koninginnegracht 22 Giro: 87600
's-Gravenhage
WILT U IETS WETEN?
Vraag: betreffende opleiding zieken
verpleging en het daarvoor noótlige Mulo
examen.
Antwoord: De opleiding voor het
verpleegstersdiploma A (gewone zieken
verpleging) is een practische opleiding,
welke van een theoretischen cursus verge
zeld gaat. Deze duurt 3 jaar. Men moet
daarvoor een aan' telling zien te verkrijgen
als leerling-verpleegster aan een zieken
huis, dat verpleegsters opleidt. Gewoonlijk
wordt hiervoor het Mulo-diploma vereischt.
Wellicht is avondscbooldiploma of iets der
gelijks, dat er mee gelijk staat, ook vol
doende, maar dat zal de ervaring moeten
leeren. Wendt U daarvoor eens tot het
Acad, Ziekenhuis alhier.
Vraag: Mag een schoenmakersbaas of
smidsbaas die alleen werkt zoolang wer
ken als hij zelf wil.
Antwoord: Binnenshuis mogen ze
zooveel werken als ze zelf willen. Zi.i mo
gen hun zaak evenwel niet onbeperkt ge
opend houden.
Vraag: Hoe kan een bruine inmaak-
pot, die gebarsten is, weer dicht gemaakt
worden?
Antwoord: U kunt de pot wel weer
dicht maken door ze te bestrijken met wa
terglas of oude witte verf. De verf moet
zeer lang drogen, enkele maanden. Als in-
maakpot kunt u de pot echter niet meer
gebruiken.
Vraag: Hoe kan ik een wollen jumper
die met wasschen hard en stug geworden
is, weer zacht maken?
Antwoord: U schrijft, dat u een slap
sopje gebruikt hebt. Dit is een groote fout.
Een te slap scp is nooit goed, alleen scha
delijk. Misschien hebt u ook gewreven bij
het wasschen en waarschijnlijk hebt u de
eerste maa! met veel water gespoeld. Mis
schien kunt u de jumper nog eens nawas-
schen in een goed vervangmiddel, zooals
b.v. Super Laval. Veel hoop kunnen wij u
niet geven, daar de wol hoogstwaarschijn
lijk geheel vervilt is.
Vraag: Hoe kan ik een onbekende
zwarte viek uit een crêpe satijnen japon
verwijderen?
Antwoord: Daar u zelf niet weet welk
soort stof de vlek veroorzaakt heeft, kun
nen wij u allee" aanraden eens vlekkcwa-
ter te probeeren of de japon geheel te
wasschen
Vraag X. te A.
Antwoord: Een borg kan niet ont
slagen worden, tenzij die crediteur zoo
welwillend is, van die persoonlijke zeker
heidstelling af te zien, hetgeen hij des te
gemakkelijker zal doen naarmate er een
andere zekerheid voor in i.e plaats gesteld
kan worden. De borg hoeft niet toe te stem
men in een uitstel voor den debiteur, want.
uitstel verzwaart zijn eigen positie. Niette
min kan de crediteur dat uitstel toch ver-
leenen. De borg heeft dan het recht den
schuldenaar te vervolgen „om hem tot beta
ling te noodzaken, of om hem het ontslag
van zijn borgtocht te bezorgen" (art. 1887
B. W.).
Vraag: Ik ben dienstbode voor dag en
nacht. Nu ben ik op vacantie geweest en wil
mevrouw mij geen kostgeld geven.
Antwoord: Tijdens een vacantie, waar
op de dienstbode recht heeft, moet kostgeld
betaald worden.
Vraag: Ik ben 4 weken ziek geweest en
mijn patroon is aangesloten bij de ziektewet,
moet ik nu zelf de dokterskosten betalen?
Antwoord: Ja, indien u niet bent
aangesloten bij een ziekenfonds.
Vraag: 1. Waar kan ik een konijnen
vel laten prepareeren? Wat zijn ongeveer
de kosten er van? 2. Wat is bet adres van
mevr. Schelfhoutvan der Meulcn?
Antwoord: 1. Adressen kunnen wij in
deze rubriek niet noemen, wendt u zich tot
een bonthandclaar. 2. Graf Zeppelinlaan 10,
Amstelveen.
Vraag: Is saccharine een binnenlandsch
product? Waaruit wordt het bereid? Hoe
veel bedraagt de prijs op het oogenblik.
vastgesteld door Dep. van Landbouw en
Visscherij. afd. Prijzen van het Rijksbur.
voor Voedselvoorziening in oorlogstijd no.
1512 d.d. 20-5-'41 en hoeveel bedroeg de
prijs voor 10 Mei 1940?
Antwoord: Saccharine is een buiten-
landsch product, maar wordt ook in Ne
derland gemaakt in de chemische fabriek
Naarden. Saccharine wordt op verschillen
de manieren in het groot gemaakt ó.a. uit
Toluol (steenkoolteerproduct). De prijs per
kg. bedraagt heden 13.20 vastgesteld in
prijzenbeschikking no. 1 voor invoergoed.
De prijs per kg. voor 10 Mei 1940 bedroeg
13 gld. Deze prijzen zijn voor winkeliers,
niet voor 't publiek.
SS-P.K. BERICHT
NEDERLAND No. 6
SS-PK NEDERLANDSCH LEGIOEN.
De laatste salon-communist in de Rand
staten Estland, Lithauen en Letland is na
een jaar Sovjetregiem wel volslagen ge
nezen van zijn bolsjewistische neigingen.
De les is te hard en te duur, anders zou
men haast wenschen, dat diegenen onder
onze landgenooten, die willens en wetens
doof en blind zijn, haar eens ondergingen.
Wat de Sovjet-terroristen, gedurende het
jaar van hun bezetting, de bevolking dezer
Randstaten hebben aangedaan, tart eiken
vorm van beschaving en gaat de gruwelijk
ste voorstelling te boven. Tienduizenden
mannen werden gevangen genomen, in de
Gepeoe-gevangenissen gefolterd en ver
moord of weggevoerd naar een onbekende
bestemming, hetgeen gelijk staat aan een
ter dood veroordeeling na wreeden slaven
arbeid. En om geen enkel ander motief dan
hun politieke instelling of juister nog hun
afkomst of enkel maa" hun academische
vorming.
In Estland, enkele kilometers ten Zuiden
van de Sovjet-Russische stad Ostrof, over
nachtten wij in het huis van een eenvoudig
landman. Onze leidsman had het, met den
goeden neus van den ervaren front-soldaat,
uitgekozen als nachtkwartier, omdat het
zich door properheid onderscheidde van de
omliggende huizen. De keus was voortref
felijk. Wij werden er ontvangen als „be
vrijders". De goede logeerkamer werd ons
aangeboden, onzen manschappen werd een
gemakkelijk kwartier bereid en allen teza
men werden wij aan den familiedisch ge-
noodigd waarop de „samowar" gezellig
pruttelde.
De geu. van deze delicatessen, alsmede
de landelijke eierkoeken en andere, voor
ons onbekende doch smakelijke toebereide
Russische gerechten, brak het ijs De be
jaarde gastheer sprak moeilijk, doch ver
staanbaar Duitsch, de dochter des huizes
fungeerde zoo nu en dan als tolk, de gast
vrouw lachte ons toe met die moederlijke
vriendelijkheid, welke in alle landen der
wereld verstaan wordt. Overigens konden
wij met haar helaas niet conserveeren.
Over dit vriendelijk huis lag diepe rouw.
Onze gastheer bleek een Russische chirurg
te zijn, die vóór den oorlog als geneesheer-
directeur een groot ziekenhuis leidde in
Pensa. Tijdens den wereldoorlog werden in
zijn ziekenhuis rond 60.000 gewonden ge
opereerd, waarvan ruim 2000 door hem zelf.
De revolutie joeg hem weg van zijn eigen
haard en bodem. In Letland bouwde hij een
nieuwe praktijk op en doceerde aan de uni
versiteit te Riga. Doch ook hier vervolgde
hem het bolsjewisme, zij het- dan ook na
twintig-jarigen nieuwen moeizamen arbeid.
Zijn eenige zoon, luitenant in het Letland-
sche leger, werd verleden jaar gevangen
genomen en weggevoerd; hetzelfde lot on
dergang zijn schoonzoon, een ingenieur. De
Gepeoe lichtte hen des nachts van het bed.
Waarheen de ongelukkige jongelui gevoerd
zijn, weten de ouders niet. Wat zij gezien
hebben van andere jeugdige kameraden,
doen hen bidden, dat beiden maar dood zou
den zijn.... doch die vreeselijke onzeker
heid. Het is moeilijk, als gast een brok eten
door de keel te krijgen, wanneer zooveel
leed mede aanzit aan den disch
Wat het bolsjewisme van de „heilige"
Russische aarde overliet en de zoo karakte
ristieke oud-Russische cultuur, schetsten
wij reeds in een vorig artikel. Wat het in
de zielen der Sovjet-onderdanen verwoest
te, is nauwelijks te beschrijven. Ongeveer
een kwart-eeuw heeft dit verfoeilijkste al
ler terreur-systemen ongebreideld voort
gewoekerd. Alles werd volgens een vast
plan neergetrokken tot het niveau van de
proleten-cultuur. Wat hoog was en verhe
ven. werd ondermijnd en neergetrokken,
totdat alles één woeste, hopelooze chaos ge
worden was, waarin de mensch slechts tijd
vond om te denken aan de bevrediging van
zijn aller-primitiefste behoeften. Uitgezon
derd dan een clique van commissarssen en
andere bonzen, die zich „uitleefden" op veel
al bestiale wijze.
De opgroeiende jeugd werd ingeprent,
dat Sovjet-Rusland de heilstaat was. Dat het
overal elders in de wereld veel slechter ge
steld was. De Sovjetbladen brachten- onbe
schaamde leugenberichten uit West-Europa
en Amerika, waarin gewaagd werd van
hongersnood en pestilentie. En omdat Sovjet
Rusland hermetisch afgesloten gehouden
werd van de buitenwereld, ervoeren de be
woners geen tegenspraak. Wie uit het bui
tenland terugkeerde of binnendrong, werd
óf angstvallig bewaakt en geisoleerd, óf ge
vangengezet en „geliquideerd". De Sovjet
krijgsgevangenen had men zoo verzekerd,
dat zij zouden worden doodgemarteld, dat
zij den roode kruissoldaat, die hen laafde en
verbond nog in den rug schoten. Dat is da
vrucht van een kwart-eeuw afschuwelijke
massa-suggestie bij een volk, dat door zijn
Slavische ziel meer dan eenig volk ter we
reld gevoelig is voor psychische beïnvloe
ding.
Dit moge wellicht de verklaring zijn van
den onbegrijpelijken weerstand, dien de
Sovjet-armist biedt aan den 'tegenstander,
FEUILLETON
DE VLUCHTELING
VAN
CAYENNE
door
OTTO BINNS.
Geautoriseerde vertaling.
40)
Intusschen vervolgde Sandy zijn ver
haal, een levendig verslag gevend van de
gebeurtenissen en vooral den nadruk leg
gend op de volgens hem vreeselijk belang
rijke rol, die zij daarin gespeeld had.
„Dat kind heeft me het leven gered! En
het jouwe evengoed Dudley. Zoolang jij
buiten jezelf was van de koorts, heeft ze je
geen oogenblik alleen gelaten. Dag en nacht
heeft ze de wacht gehouden en gebeden!
Denk daar goed over na, mannetje; voor je
gebeden. Als er een meisje was dat eens
voor mij wilde biddenHij hield op
lachte even vreemd, en vervolgde dan: „Wij
staan allebei tot over onze ooren in de
schuld bi. dat kind, dat mogen we geen
van tweeën eer oogenblik vergeten."
De hei-stellende stelde weer een vraag,
welke Mimi niet kon verstaan, maar uit het
antwoord van den Schot kon zij de betee-
kenis ervan raden:
„Een van die schurkenbende? Lieve he
me.' neen, man. De schurken hadden haar
ontvoerd en hielden'haar daar gevangen
om een losgeld te eischen. Zij kómt van
Cayenne, snap je. en hoe ik haar daar weer
terug moet zien te krijgen, met jou ook bij
me dat mag de hemgl weten. Het is dui
delijk dat ik jou niet in het hol van den
leeuw mag voeren."
„Ze blijft bij ons, tot we haar veilig op
een of andere fatsoenlijke handelsboot te-
■rug kunnen sturen. Ik zou haar nooit dur-
,ven toeveitiouwen aan zoo'n schelen Chi
nees of aan een bende dronken diamant
zoekers dat is te gevaarlijk voor zoo'n
knap di.ig als zij".
Mimi bloorde van genoegen bij dit com
pliment en toen het gesprek in andere rich
ting ging, ontdekte ze plotseling, dat ze
geweldigen honger had, en stopte gretig
een der noten, die Sandy gevonden had, in
haar mond. De vrucht smaakte als room,
en deed haor trek toenemen. In minder
dan een minuut verdwenen de andere twee
eveneens in haar maag, waarna zij haar
aandacht wijdde aan de etenswaren.
Sandy's bijna giftig-zwarte koffie
smaakte haar, alsof zij nooit beter toebe
reiden drank geproefd had. Toen zij klaar
was en de reusachtige Schot einde
lijk weer naar buiten trad, glimlachte zij
hem opgewekt toe.
„Buitengewoon mooie dag vanmorgen",
meende Sandy.
..Zeldzaam" antwoordde zij. „Een och
tend om iemand gelukkig te maken, mijn
heer Sandy."
„Niet zooveel met dat „mijnheer" wer
ken. meisje", sprak Sandy. „Daar ben ik
heelemaal niet aan gewoon. Ginds in Glas
gow was ik zelfs voor het kleinste kind
Sandy, zonder meer, en niemand dacht er
aan, ooit mijnheer te zeggen, behalve na
tuurlijk mijn hospita als ze met de reke
ning kwam. Dus, als je het goed vindt, is
het in het vervolg ook hier alleen Sandy".
Mimi de Faramond glimlachte. ..Zooals u
wilt.Sandy. Maar dan is het bij mij ook
Mimi".
„Dat is eerlijk", antwoordde hij. ,,Je zult
Mimi heeten tot we Cayenne bereiken
en je vader vindenMaar- nu zul je
weer aan het werk moeten. Dudley moet
te eten krijgen."
„Bouillon! Dat kan ik wel klaarmaken",
onderbrak het meisje.
„Uitstekend, juffie. Ik zal het geheel aan
jou overlaten, terwijl ik hout voor het
vuur ga kappen."
Hij verdween stroomopwaarts in het
woud, en het meisje begon de bouillon
klaar te maken Terwijl het vocht op het
vuur stond te pruttelen, herinnerde ze
zich plotseling een paar woorden, die San
dy zoo straks gezegd had, en nadenken :1
staarde zij voor zich uit. Na eenigen tijd
zag zij Sandy terugkomen uit het bosch
met een armvol takken. Even aarzelde zij,
maar dan snelde ze hem vastbesloten tege
moet.
.„Mijnheer.begon ze haatsig, maar hij
onderbrak haar.
,,We waren overeengekomen dat het
Sandy zou zijn."
„Goed dan, Sandy, ik wilde u iets uit
leggen, iets dat u verkeerd begrepen
heeft
„Wat ik!" spotte de Schot goedgehu
meurd. „Dat kan niet."
„Ik meen het werkelijk", antwoordde zij
op een toon, die hem duidelijk maakte,
dat het haar ernst was. „U moet goed
luisteren. Het betreft uw vriend en Phi-
libert en de anderen.
„Vooruit er mee, Mimi".
f,U meent, dat zij van plan waren, mijn
heer Langdon weer naar het bagno terug
te brengen, dat hoorde ik u zoo juist ver
tellen. Maar zoo was het niet. Een onbe
kende, een Amerikaan, een vriend van
mijnheer Langdon had hen een groote be
looning toegezegd, indien zij Langdon zou
den terugbrengen bij hem...."
„Alle duivels!" riep Sandy verrast uit.
„En daar hij en d« vrouw meenden, dat
u hen vóór zoudt willen zijn, en zelf de
belooning zoudt willen opstrijken, wilde
Philibert u dooden, heelemaal niet omdat
zij mijnheer Langdon weer naar de gevan
genis wilden voeren."
„Verdraaid! Aan zoo iets heb ik nooit
van mijn leven gedacht".
„En juist toen ik het u wilde vertellen,
kwam Philibert aansluipen, zooals u zich
zult herinneren", verklaarde het meisje.
„Met zijn mes gereed! Ja, ik herinner
het me volkomen duidelijk, en ik kan me
best begrijpen, dat je toen vergeten hebt,
verder te vertellen. Dus terwijl ik vast
oVertuigd was, in zijn beste belang te han
delen heb ik voortdurend Dudley den weg
naar de vrijheid versperd".
„Dat is nog niet zoo zeker. Die lieden
waren absoluut niet to vertrouwen. Het is
keel goed mogelijk, dat zij de uitgeloofde
"elooning opgestreken zouden hebben, om
daarna uw vriend toch aan de gevangenis
uit te leveren".
„Lieve hemel, ja dat is lang niet on
waarschijnlijk."
„En bovendien, ze wilden u dooden, en
ik weet zeker, dat mijnheer Langdon daar
groote spijt van zou hebben."
„En ik niet minder!" Sandy lachte zor
geloos. en dacht eenige oogenblikken diep
na. waarna hij meende:
„Nu ja, het is nu toch allemaal zoo ge-
loopen. we kunnen er niets meer aan ver
anderen. Wat gedaan is, is gedaan. Ik han
delde naar beste weten, en iemand, die
een ander zonder eenigen grond een mes in
het lijf wil steken, kun je bezwaarlijk een
andermans leven veilig toevertrouwen. Ik^
geloof dat het voor Dudley veel beter is.'
uit hun handen te blijven, en als je het
goed vindt, zou ik hem maar niets ver
tellen over dien Amerikaan. Het is beter,
dat hi; daar niets van af weet, anders kon
hij wel eens te ongeduldig worden."
„Zooals u wilt. Maar het leek me het
veiligst dat u er van op de hoogte was."
„Natuurlijk. Maar het hindert eigenlijk
niets, dat ik het indertijd niet geweten heb.
Dat stelletje ginds was toch niet te ver
trouwen. En bovendien, jij was er zelf ook
nog meisje. Na wat ik gezien heb en i\a
hetgeen je me vertelde, weet ik zeker,
dat die kerel niet veel goeds met je van
plan was. Ik geloof vast. dat zooals alles
geloopen is, het ook het beste was."
(Word' v gd).