Hitler verbreekt zijn stilzwijgen DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN ZATERDAG 4 OCTOBER 1941 33ste Jaargang No. 10068 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer bestaat uit drie bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad v Licht Wij zijn nu weer gekomen in den tijd van 4e lange, donkere avonden avonden, waarin buiten, op de straat en langs de wegen, vaak de dikste donkerte heerscht. Wij gaan nu weer het licht missen. Het 1 i c h t! Het licht, aldus de „Tijd" ,in een artikel, „is een vriendelijk element^ en het meest gevoelt men dat, als men uit het donker een ver, klein licht ziet schijnen. Zulk een licht heeft men altijd vriendelijk gevoeld en vriendelijk genoemd, en zelfs nu nog voelt men het even zóó, zelfs als het een licht is van een oorlogswapen. De diep ste droevigheid van den strijd, die de menschheid verscheurt, wordt daarin ge- teek'end, dat men het licht, dat ieders vriend is, moet vreezen en haten en ver- iagen als een vijand; de diepste droevigheid ls, dat de wet van den oorlog de menschen dwingt, de vriendelijke gedachten te ver duisteren, die in him hart ondanks alles willen schijnen". De „vriendelijke gedachten" in de har ten der menschen behoeven echter lang niet v alle verduisterd te worden! Wij moeten er juist naar-streven, om die „vriendelijke gedachten", zooveel mogelijk, niet te verduisteren, maar lichtend te laten, helder lichtend door de donkerte, de geestelijke donkerte, van dezen tijd! Wij kunnen in den dagelijkschen om gang dat licht laten schijnen. Niet alléén het licht van „vriendelijke gedachten", maar méér nog het licht van verstandige en wijze, van opbeurende en sterkende woorden en van liefdevolle daden. In een artikel'naar aanleiding van het feest van de H. Theresia van Lisieux (jl. Vrijdag) schrijft mr. A. baron van Wijnber gen in de „Utrechtsche Courant" o.m.: „Onlangs beklaagde zich iemand, dat in deze waarlijk niet gemakkelijke tij den men in de dagelijksche gesprekken betrekkelijk zoo weinig hulp en steqn ondervindt van zijn mede-katholieken. Ik verstond aanstonds, wat werd be doeld. En inderdaad, we moeten, naar we meenen, erkennen dat onze samenle ving ook op heden een gansch and^r beeld vertoonen zou, dat er vreugde zóu kunnen wezen ook in de huidige pm- standigheden, indien we ons zelf maar wilden inspannen, om, althans als het blijkt noodig te wezen, de gesprekken te leiden in andere richting, dan, waar in ze bijna altijd gaan .Ze ze brengen op ander plan, dan het vrijwel alle- daagsche en onmiddelijk hen te steu nen, die pogen dat te doen. Het zou zoo heel anders kunnen zijn dan het nu is, als men dat gezamenlijk, systematisch wilde ondernemen, eiken dag opnieuw. Moge het dan ook anders worden. Moge ons daarbij helpen de H. The resia, van wie gansch het leven een leven van overgave en vertrouwen is geweest. Haar voorbeeld zij een lichtend voor beeld in dezen donkeren tijd". 't Is natuurlijk, dat de geweldige dingen-van-den-dag onze levendige belang stelling hebben. Maar, zooals wij onlangs schreyen, onze belangstelling moet ook uit gaan naar de-dingen, die niet zijn van dezen tijd alleen, maar van alle tijden; en, onder de dingen van den dag, waarover'wij onze gesprekken voeren, behoort toch niet alléén de oorlog met zijn rampzaligen nasleep. Van christenen mag zeker worden ver wacht, dat zij zijn licht-dragers in donkere tijden lichtdragers van vertrouwen en vreugde; dat zij zijn ware optimisten, d.w.z. menschen, die in alle werkelijkheden en mogelijkhelen zien het beste (optimum het beste), wat er in ligt; en daarvan ook blijk geven in hun daden en gesprekken. OVERZICHT OVER DEN STRIJD IN HET OOSTEN Opnieuw een reusachtige operatie op gang Charkow in het operatiegebied. Ter herinnering.... Sajenko, commandant van de Tsje Ka te Charkow, een berucht pijniger en beul. Zijn wreedheden tijdens de bezetting en de evacuatie van de stad door de Bolsjewiki in 1919, waren in heel Rusland bekend. Honderden menschen waren overgeleverd aan dezen sadisten-maniak (Continental-Holland* Inleiding van Winterhulpactie REDEVOERINGEN TEGENOVER DADEN Bij de gisteren gehouden betooging ter gelegenheid der opening van het Oorlogs winterhulpwerk 194142 heeft de Fiihrer het woord gevoerd. Hij zeide, dat het niet het doel was van deze redevoering om van repliek te dienen aan een van die staats lieden, welke zich kort geleden hebben af gevraagd, waarom hij zoo lang heeft ge zwegen. Later zal eenmaal worden afge wogen en vastgesteld, wat in deze maan den belangrijker was: de redevoeringen van den heer Churchill of de daden van hem, den Fiihrer. De Fiihrer wees er op, dat hem het deel nemen aan deze betooging zoo bijzonder moeilijk was geworden, omdat juist thans aan het Oostelijke front ter voleindiging van ingezette operaties de weg wordt ge baand voor een nieuwe geweldige gebeur tenis: „sedert 48 uur is wederom een ope ratie van reusachtigen omvang aan den gang. Zij zal medehelpen den tegenstander in het Oosten te verpletteren". De Führer herinnerde eraan, dat hij de zen strijd niet heeft gewild, dat hij steeds slechts een doel voor oogen heeft gehad, dat in hoofdzaak werd omlijnd door het program van de nationaal-socialistische partij. f De Führer wees op de beginselen, die ten grondslag lagen aan zijn streven: „Ten eerste, de inwendige consolidatie der Duit- sche natie, ten tweede, de verovering van de rechtsgelijkheid naar buiten en ten derde, de hereeniging van het Duitsche volk en daarmede het herstel van een door de natuur gegeven toestand, die eeuwen lang slechts kunstmatig was onderbroken". De Führer maakte duidelijk, dat daar mede nooit gestreefd werd naar eep oor log. Hoe vele vredesaanbiedingen ik deze wereld ook deed, ontwapeningsvoorstellen, voorstellen tot een vreedzaam treffen van verstandige oeconomischenieuwe regelin gen alles is afgewezen. In dien tijd ge lukte het mij een aantal bondgenooten te verwerven, aan het hoofd Italië, met wiens staatsman mij een persoonlijke, nauwe en innige vriendschap verbindt (levendige óok met Japan werden onze betrekkin gen steeds beter. In Europa hadden wij bovendien een reeks volken en staten, die jegens ons een gelijkblijvende sympathie en vriendschap koesterde, vooral Honga rije en eenige Noordsche staten. Bij deze volken zijp andere gekomen, helaas niet het volk, tot hetwelk ik mjj in mijn leven het meest heb gewend, het Britsche. In de maanden, waarin ik er naar streef de een overeenstemming tot stand te bren gen heeft Churchill steeds maar één ding'' geroepen: „Ik wil- een oorlog hebben". Hij heeft hem nu en al zijn mede-opruiers, die zeiden, dat het een prettige oorlog zou zijn, zullen thans wellicht over dezen „pretti- gen oorlog" reeds anders denken. En als zij nog niet mochten weten, dat deze oor log voor Engeland geen prettige zaak wordt, zullen zij het mettertijd merken, zoo waar als ik hier sta. Deze opruiers tot oorlog zijn erin ge slaagd, Polen naar voren te schuiven, de opruiers, niet alleen in de oude, ook in de nieuwe wereld. Dat was in den tijd, toen Engeland nog niet overal ter wereld om hulp bedelde, maar nog aan ieder groot moedig zijp hulp beloofde. Ik heb toenter tijd juist Jegens Polen voorstellen gedaan waarvan ik thans, nu de gebeurtenissen te gen onzen wü in een anderen loop hebben genomen, waarlijk moet zeggen: „dat was toch de Almachtige Voorzienigheid, die toentertijd heeft verhinderd, dat dit aan bod van mij werd aangenomen". (Krachti ge bijval). Sindsdien nu wordt een strijd geleverd tusschen de waarheid en de leugen. Zooals 4 steeds zal deze strijd tenslotte zegevierend eindigen voor de waarheid. Dat wil zeg gen: Wat de Britsche propaganda, wat het internationale werèldjodendom en zijn de mocratische handlangers ook mogen lie gen, aan de historische feiten zullen zij niets veranderen. En het historische feit is, dat thans sedert twee jaren Duitschland den eenen tegenstander na den anderen ter aarde heeft geworpen. (Stormachtige bijval). Ik heb terstond na de eerste bot sing weer mijn hand toegestoken. Ze is terstond afgewezen en sindsdien hebben wij telkens beleefd, dat van elk vredes aanbod van mij terstond door den oorlogs opruier Churchill en zijp aanhang, mis bruik werd gemaakt om te verklaren, dat het een bewijs van onze zwakheid was. Ik heb het derhalve opgegeven nogmaals te trachten dien weg te gaan. Ik ben tot de overtuiging gekomen, dat hier slechts een volkomen duidelijke beslissing en wel eene van wereldhistorische beteekenig voor de eerste honderd jaar kan worden be vochten. Het pact met Rusland. Er steeds naar strevende den omvang van den oorlog te beperken, heb ik in '39 besloten mijn minister naar Moskou te zen den. Het was de bitterste overwinning op mijn gevoel. Ik heb getracht hier tot over eenstemming te komen. Gij weet zelf het best, hoe eerlijk ik deze verplichtingen ben nagekomen. Helaas heeft de andere partij zich er van den aanvang af niet aan ge houden. Het gevolg van deze overeenkom sten was een verraad, dat allereerst het geheele Noord Oosten van Europa liqui deerde. Desondanks heb ik over dit alles gezwegen. Eerst toen ik van week tot week meer gevoelde, dat Rusland het oogenblik gekomen zag, om tegen ons op te treden, toen ik geleidelijk de bewijzen kreeg, dat aan onze grens vliegveld na vliegveld ont stond, dat de eene divisie na de andere uit het heele reusachtige Sowjet-rijk hierheen werd geconcentreerd, toen was ik ver plicht mij van mijn kant bezorgd te ma ken. Ik was derhalve gedwongen langzaam ook mijnerzijds afweermaatregelen in te leiden. Hoeveel voorbereidingen waren ge troffen hebben wij eerst thans in vollen omvang leeren kennen. Ik wilde toen nog één maal het geheele probleem ophelderen en heb derhalve Molotow uitgenoodigd naar Berlijn te komen. Hij stelde mij de u bekende vier voor waarden, welke zijn afgewezen. De toestand was inmiddels in Mei zoo ver gekomen, dat er geen twijfel meer mo gelijk was of Rusland had het voornemen ons bij de eerste gelegenheid de beste te overvallen. Ik moest toen zwijgen. Het is mij dubbel moeilijk geworden, niet zoo moeilijk wellicht jegens het vaderland, want ten slotte moet dit begrijpen, dat er oogenblikken zijn, waarop men niet kan spreken, indien men niet de geheele natie in gevaar wil brengen. Veel moeilijker viel mij het zwijzen jegens mijn soldaten, die nu, de eene divisie naast de andere, aan de Oostgrens van het rijk stonden en niet wisten, wat er eigenlijk gebeurde. En juist om hunnentwil mocht ik ni# spreken, want wanneer ik ook maar een woord had losgelaten, zou dit weliswaar niet in het minst wijziging hebben gebracht in het toe sluit van Stalin, maar de verrassings-mo- gelijkheid, die mij als laatste wapen bleef, zou dan zijn weggevallen (bijval). Op 22 Juni des ochtends begon deze grootste strijd der wereldgeschiedenis. Sindsdien zijn iets meer dan drie en een halve maand verstreken en ik mag hier allereerst één ding constateeren: alles heeft zich sindsdien stelselmatig ontwik keld (stormachtige bijval). De leiding heeft zich in al dien tijd geen seconde de wet der actie laten ontnemen (wederom stormachtige bijval). Integendeel heeft zich tot op den dag van heden elke actie precies zoo systematisch ontplooid als eens in het Oosten tegen de Polen, toen tegen Noorwegen en eindelijk tegen het Westen en op den Balkan. Slechts één ding moet ik hier constatee ren: wij hebben ons niet vergist in de juist heid der plannen, wij hebben ons even min vergist in de weergalooze historische dapperheid der Duitsche soldaten, wij heb ben ons eyenmin vergist in de kwaliteit van onze wapenen. Wij hebben ons niet vergist in het vlotte functioneeren van on ze geheele organisatie van het front over de reusachtige daarachter liggende ruim ten en evenmin hebben wij ons vergist in het Duitsche Vaderland. Wel hebben wij ons in iets vergist: Wij hadden er geen denkbeeld van, hoe reus achtig de voorbereidingen van dezen te genstander tegen Duitschland en Europa waren en hoe ontzaglijk groot het gevaar was, hoe wij ditmaal op een haar na zijn ontkomen, niet alleen aan de vernietiging van Duitschland, maar van Europa, (stormachtige instemming). Ik spreek dat eerst heden uit, omdat ik heden zeggen mag, dat deze tegenstander reeds is ge broken en nooit weer zal opstaan, (minu ten durende daverende bijval). Hier heeft zich tegen Europa een macht geconcen treerd, waarvan helaas de meesten geen voorstelling hadden en waarvan velen zich vandaag nog geen voorstelling kun nen maken. Dit zou een tweede stormloop van een Dzjengis Khan zijn geworden, Dat dit gevaar werd afgewend hebben wij in de eerste plaats te danken aan de dapperheid, de volharding, de offervaar digheid van onze Duitsche soldaten en ook aan de opofferingen van allen, die met ons zijn opgerukt. Want voor den eersten keer is ditmaal iets als een Europeesch ontwa ken door dit continent heengegaan. In het Noorden strijdt Finland, een waar helden volk (levendige bijval). In het Zuiden strijd Roemenië (bijval). Het heeft zich van een der zwaarste staatscrisissen, die een volk en een land kunnen overkomen in verbazingwekkende snelheid hersteld. En daarmede omvatten wij ook reeds de geheele uitgestrektheid van dit oor- logstooneel, van de IJszee tot aan de Zwarte Zee. En in deze gebieden strijden nu onze Duitsche soldaten èn met hen de Finnen, Italianen, (bijval), de Hongaren (bijval), de Roemenen, Slovaken (bijval), de Kroaten zijn op marsch (bijval), Spanjaarden rukken thans op naar den slag (bijval), Belgen, Nederlanders, Denen, Noren, ja zelfs Franschen hebben zich ge schaard in dit groote front. (Stormachtige bijval). Vaak kon niet gesproken worden een voudig, omdat wij den tegenstander niet voorbarig in kennis mogen stellen van si tuaties, die hem zelf door zijn miserabelen berichtendienst vaak eerst dagen, ja dik wijls weken later ter kennis komen. Het Duitsche weermachtsbericht is een verslag der waarheid. Volgens de Engelsche lezing hebben wij in het Oosten sedert drie maanden de eene nederlaag na de andere geleden, maar wij staan ten Oosten van Smolensk, wij staan voor Leningrad en wij staan aan de Zwar te Zee. Wij staan voor de Krim en het zijn niet de Russen, die aan den Rijn staan. (Hilariteit). Wat reeds werd bereikt. Voor het overige zijn omtrent de groot heid van dezen strijd eenige cijfers wel sprekend. Het aantal gevangenen is thans gestegen tot ongeveer -2 millioen Russen. Het aantal buitegemaakte of vernietigde, maar bij ons aanwezige stukken geschut bedraagt reeds thans 22.000. Het aantal ver nielde of buit gemaakte, dus in onze han den zijnde tanks bedraagt reeds thans ruim 18.000, het aantal Vernietigde, ver nielde en neergeschoten vliegtuigen ruim 14.500. Daarachter ligt nu een gebied, dat twee maal zoo groot is als het Duitsche rijk was, toen ik in 1933 de leiding kreeg of vier maal zoo groot als Engeland. En wat achter dit front wordt gepres teerd is even geweldig. Ruim 25.000 K.M. Russische spoorlijnen zijn weer op gang. Ruim 15.000 KLM. Russische spoorlijnen zijn weer op Duitsche spoorbreedte ge bracht en achter dit front wordt reeds het nieuwe bestuur opgebouwd, dat er zorg voor' zal dragen, dat deze reusachtige ge bieden, als de oorlog langer duurt, voor het Duitsche vaderland en de met ons verbon denen nuttig zal zijn. En hun nut zal ont zaglijk zijn en niemand behoeft er aan te twijfeleh, dat wij het weten te organisee- ren. Dank aan het vaderland. De Führer verbond hieraan een dankbe tuiging aan het vaderland. In dit verband merkte hij op: ik weet, dat er thans geen tegenstander meer is, dien wij niet met de voorradige hoeveelheden munitie op de knieën zouden kunnen brengen en als gij menigmaal in de courant iets leest over de reusachtige plannen van andere staten, wat zij alles voornemens zijn te doen en te be ginnen en als gij hoort van milliarden som men herinnert u dan, mijne volksgenooten, wat ik thans zeg: ten eerste, wij stellen in dienst van dezen strijd ook een heel conti nent. Ten tweede, wij spreken niet van ka pitaal, maar van arbeidskracht en deze ar beidskracht stellen wij voor honderd pro cent in dezen dienst, en ten derde, indien wij er niet over spreken beteekent dat niet, dat wij niets doen. Wanneer deze oorlog eens zal zijn ge ëindigd, heeft de Duitsche soldaat hem ge wonnen, die in zijn massa werkelijk de massa van ons volk vertegenwoordigt en hij is gewonnen door het Duitsche vaderland met de millioenen arbeidende menschen. Wanneer deze oorlog zal zijn geëindigd zal ik daaruit terugkeeren als een nog veel fa natieker nationaal-socialist dan ik vroeger was. Ik kom uit dezen oorlog eens terug, weer met mijn oude partijprogram, waar van de verwezenlijking mij nog belang rijker is en schijnt te zijn dan wellicht op den eersten dag. WAT WINTERHULP OPBRACHT. Minister dr. Goebbels, die de rede van den Führer inleidde, heeft in zijn verslag over de Winterhulp in het tweede oorlogs jaar 1940'42 gemeld, dat de totale op brengst 916.240.000 mark bedroeg tegen vorig jaar 681 millioen, een stijging dus met 235 millioen. Er werden 442 millitoen in signes verkocht. Alle bijdragen, ook aan het Roode Kruis, voor menschlievende doeleinden meegerekend, heeft het Duit- pche volk in het afgeloopen offerjaar da gelijks vier millioen vrijwillig opgebracht. IN 'N PAAR REGELS Engelsch-Bolsjewistische stappen in Afghanistan. De regeeringen van Engeland en van de Sovjet-Unie hebben bij de regeering van Afghanisten stappen ondernomen wegens den z.g. „verderfelijken invloed" van de in Afghanistan wonende Duitschers. Doodvonissen in het Protectoraat. De standTechtbamk te Praag en te Bruenn heeft enkele personen ter dood veroordeeld wegens voorbereiding tot hoogverraad, economische sabotage en ongeoorloofd be zit van wapenen. De vonnissen zijn reeds voltrokken. Joden moeten uit Pressburg vertrek- Volgens verordening moeten de Press- burgsche Joden onverwijld de Slowaak- sche hoofdstad verlaten om naar aange wezen gemeenten te vertrekken. Voor het einde van dit jaar moet deze verhuizing voltrokken zijn. Colette begenadigd. Colette, de dader van den aanslag van Laval en Qéat, heeft van maarschalk Pé- tain gratie "gekregen. Japansche duikboot gezonken. De Japansohe onderzeeboot „I "61" is in aanvaring gekomen met een gewoon vaar tuig en gezonken. Een deel van de beman ning der duikboot kon gered worden. Ter herinnering aan de Roode Terreur. Ingang van een der donkere kelders te Tsaritsyw, waarin de Bolsjewiki hun gevangenen opsloten (1921), de meeste gevangenen, die deze kelders verlieten, gingen den dood in (Continental-Holland) TENTOONSTELLING FRAUENSCHAFTEN IN DEUTSCHLAND. Te Amsterdam geopend. In het Rijksmuseum te Amsterdam is gisteren de tentoonstelling „Frauenschaffen in Deutschland" in tegenwoordigheid van den Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss Inquart en de Reiohsfrauenführerin, Fr au Gertrud ScholtzKlink, op plechtige wijze geopend. Frau de la Fontaine, de leidster van de N. S. Frauenschaft van het Arbeitsbereich der NSDAP in Nederland, begroette den Rijkscommissaris en hield een korte toe spraak, waarin zij o.a. *wees op de taak, die de Duitsche vrouw te vervullen heeft bij den wederopbouw van Europa. x Vervolgens verklaarde de Reiohsfrauen führerin, Frau Gertrud Soholtz-Klink, de tentoonstelling geopend, den wensch uit sprekend, dat deze zou bijdragen tot het vernauwen van de betrekking tusschen de 'Duitsche en Nederlandséhe vrouwen. De eere-gasten maakten hierna een rond gang over de tentoonstelling. De zeer interessantetentoonstelling, welke is ingericht onder het devies „Duitschland's vrouwen reiken elkaar de hand tot gemeenschappelijken arbeid voor haar volk" biedt een indrukwekkend over zicht van de werkzaamheid van de Duit sche vrouwen in dezen tijd. Het is een expositie, die in al haar een voud duidelijk de-rol toont, welke de Duit sche vrouw vervult. Op elk gebied weet zij zich nuttig te ma ken en het is vooral in sociaal opzicht, dat zij haar arbeidsterrein heeft uitgebreid. Maar ook het werk, dat voor alle tijden is en dat niet gebasseerd is op den oorlogs toestand, bloeit, zooals duidelijk uit de ten toonstelling blijkt. En ook dit werk heeft een grondslag van kameraadschap, van Ohristelijke solidariteit en van diepe ge bondenheid. Want de eene Duitsche vrouw -f of zij van, wat men vroeger noemde, anderen stand is of niet helpt de andere Duitsche vrouw en zij maakt daardoor het leven voor de moeders schooner en vreug devoller In zes af deelingen wordt dit op de ten toonstelling duidelijk gemaakt. HET ZIEKENFONDSENBESLUIT EN DE VERZEKERINGEN TEGEN DE KOSTEN VAN ZIEKENHUIS VERPLEGING. Hier en daar heeft in belanghebbende kringen de meening post gevat, dat door de werking van het ziekenfondsbesluit het bestaansrecht van de vereenigingen voo^ de verzekering tegen de kosten van ziekenhuisverpleging zou zijn komen te vervallen. In verband hiermede vestigt de commissaris, belast met het toezicht op de ziekenfondsen er de aandacht op, dat vol gens genoemd besluit ook deze vereenigin gen, evenals de ziekenfondsen in engeren zin, aan hem erkenning zullen kunnen verzoeken. ROOI- EN SNOEÏVERBOD De Secretaris-Generaal van het Departe ment van Landbouw en Visscherij heeft bepaald, dat artikel 7 der Bodemproductie- beschikking 1939 wordt gewijzigd. Bosschen en andere houtopstanden waaronder in deze beschikking mede wor den verstaan enkele boomen, mogen slechts worden geveld of gerooid krachtens ver gunning. De gebruiksgerechtigde van den grond, waarop na 9 December 1939 een boscb of andere houtopstand geheel of gedeeltelijk is geveld of gerooid, is verplicht, overeenkom stig de hem door den Productiecommissa ris voor den boschbouw en de hóhtteelt te geven aanwijzingen, dezelfde of een gelijke oppervlakte als werd ontbloot binnen een door dezen te stellen termijn na het vellen of rooien te bebosschen of te beplanten. Van deze verplichting kan de Productie- commissaris voor den boschbouw en de houtteelt ontheffing verleenen. Het snoeien van bosschen en anderen houtopstanden is verboden, voor zoover het niet volgens de regels van normaal beheer noodzakelijk of gebruikelijk is. In bijzondere gevallen kan de Productie commissaris voor den boschbouw en de houtteelt van dit verbod ontl"~'":TT v—- leenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1