Hitler verbreekt zijn stilzwijgen
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
ZATERDAG 4 OCTOBER 1941
33ste Jaargang No. 10068
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer bestaat uit drie
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad
v Licht
Wij zijn nu weer gekomen in den tijd van
4e lange, donkere avonden avonden,
waarin buiten, op de straat en langs de
wegen, vaak de dikste donkerte heerscht.
Wij gaan nu weer het licht missen.
Het 1 i c h t! Het licht, aldus de „Tijd"
,in een artikel, „is een vriendelijk element^
en het meest gevoelt men dat, als men uit
het donker een ver, klein licht ziet schijnen.
Zulk een licht heeft men altijd vriendelijk
gevoeld en vriendelijk genoemd, en zelfs
nu nog voelt men het even zóó, zelfs als het
een licht is van een oorlogswapen. De diep
ste droevigheid van den strijd, die de
menschheid verscheurt, wordt daarin ge-
teek'end, dat men het licht, dat ieders
vriend is, moet vreezen en haten en ver-
iagen als een vijand; de diepste droevigheid
ls, dat de wet van den oorlog de menschen
dwingt, de vriendelijke gedachten te ver
duisteren, die in him hart ondanks alles
willen schijnen".
De „vriendelijke gedachten" in de har
ten der menschen behoeven echter lang niet v
alle verduisterd te worden!
Wij moeten er juist naar-streven, om die
„vriendelijke gedachten", zooveel mogelijk,
niet te verduisteren, maar lichtend te
laten, helder lichtend door de donkerte, de
geestelijke donkerte, van dezen tijd!
Wij kunnen in den dagelijkschen om
gang dat licht laten schijnen.
Niet alléén het licht van „vriendelijke
gedachten", maar méér nog het licht van
verstandige en wijze, van opbeurende en
sterkende woorden en van liefdevolle
daden.
In een artikel'naar aanleiding van het
feest van de H. Theresia van Lisieux (jl.
Vrijdag) schrijft mr. A. baron van Wijnber
gen in de „Utrechtsche Courant" o.m.:
„Onlangs beklaagde zich iemand, dat
in deze waarlijk niet gemakkelijke tij
den men in de dagelijksche gesprekken
betrekkelijk zoo weinig hulp en steqn
ondervindt van zijn mede-katholieken.
Ik verstond aanstonds, wat werd be
doeld.
En inderdaad, we moeten, naar we
meenen, erkennen dat onze samenle
ving ook op heden een gansch and^r
beeld vertoonen zou, dat er vreugde zóu
kunnen wezen ook in de huidige pm-
standigheden, indien we ons zelf maar
wilden inspannen, om, althans als het
blijkt noodig te wezen, de gesprekken
te leiden in andere richting, dan, waar
in ze bijna altijd gaan .Ze ze brengen
op ander plan, dan het vrijwel alle-
daagsche en onmiddelijk hen te steu
nen, die pogen dat te doen.
Het zou zoo heel anders kunnen zijn
dan het nu is, als men dat gezamenlijk,
systematisch wilde ondernemen, eiken
dag opnieuw. Moge het dan ook anders
worden.
Moge ons daarbij helpen de H. The
resia, van wie gansch het leven een
leven van overgave en vertrouwen is
geweest.
Haar voorbeeld zij een lichtend voor
beeld in dezen donkeren tijd".
't Is natuurlijk, dat de geweldige
dingen-van-den-dag onze levendige belang
stelling hebben. Maar, zooals wij onlangs
schreyen, onze belangstelling moet ook uit
gaan naar de-dingen, die niet zijn van dezen
tijd alleen, maar van alle tijden; en, onder
de dingen van den dag, waarover'wij onze
gesprekken voeren, behoort toch niet alléén
de oorlog met zijn rampzaligen nasleep.
Van christenen mag zeker worden ver
wacht, dat zij zijn licht-dragers in donkere
tijden lichtdragers van vertrouwen en
vreugde; dat zij zijn ware optimisten, d.w.z.
menschen, die in alle werkelijkheden en
mogelijkhelen zien het beste (optimum
het beste), wat er in ligt; en daarvan ook
blijk geven in hun daden en gesprekken.
OVERZICHT OVER DEN STRIJD IN HET OOSTEN
Opnieuw een reusachtige operatie op gang
Charkow in het operatiegebied. Ter
herinnering.... Sajenko, commandant
van de Tsje Ka te Charkow, een berucht
pijniger en beul. Zijn wreedheden tijdens
de bezetting en de evacuatie van de
stad door de Bolsjewiki in 1919, waren
in heel Rusland bekend. Honderden
menschen waren overgeleverd aan
dezen sadisten-maniak
(Continental-Holland*
Inleiding van
Winterhulpactie
REDEVOERINGEN TEGENOVER DADEN
Bij de gisteren gehouden betooging ter
gelegenheid der opening van het Oorlogs
winterhulpwerk 194142 heeft de Fiihrer
het woord gevoerd. Hij zeide, dat het niet
het doel was van deze redevoering om van
repliek te dienen aan een van die staats
lieden, welke zich kort geleden hebben af
gevraagd, waarom hij zoo lang heeft ge
zwegen. Later zal eenmaal worden afge
wogen en vastgesteld, wat in deze maan
den belangrijker was: de redevoeringen
van den heer Churchill of de daden van
hem, den Fiihrer.
De Fiihrer wees er op, dat hem het deel
nemen aan deze betooging zoo bijzonder
moeilijk was geworden, omdat juist thans
aan het Oostelijke front ter voleindiging
van ingezette operaties de weg wordt ge
baand voor een nieuwe geweldige gebeur
tenis: „sedert 48 uur is wederom een ope
ratie van reusachtigen omvang aan den
gang. Zij zal medehelpen den tegenstander
in het Oosten te verpletteren".
De Führer herinnerde eraan, dat hij de
zen strijd niet heeft gewild, dat hij steeds
slechts een doel voor oogen heeft gehad,
dat in hoofdzaak werd omlijnd door het
program van de nationaal-socialistische
partij. f
De Führer wees op de beginselen, die
ten grondslag lagen aan zijn streven: „Ten
eerste, de inwendige consolidatie der Duit-
sche natie, ten tweede, de verovering van
de rechtsgelijkheid naar buiten en ten
derde, de hereeniging van het Duitsche
volk en daarmede het herstel van een door
de natuur gegeven toestand, die eeuwen
lang slechts kunstmatig was onderbroken".
De Führer maakte duidelijk, dat daar
mede nooit gestreefd werd naar eep oor
log. Hoe vele vredesaanbiedingen ik deze
wereld ook deed, ontwapeningsvoorstellen,
voorstellen tot een vreedzaam treffen van
verstandige oeconomischenieuwe regelin
gen alles is afgewezen. In dien tijd ge
lukte het mij een aantal bondgenooten te
verwerven, aan het hoofd Italië, met wiens
staatsman mij een persoonlijke, nauwe en
innige vriendschap verbindt (levendige
óok met Japan werden onze betrekkin
gen steeds beter. In Europa hadden wij
bovendien een reeks volken en staten, die
jegens ons een gelijkblijvende sympathie
en vriendschap koesterde, vooral Honga
rije en eenige Noordsche staten. Bij deze
volken zijp andere gekomen, helaas niet
het volk, tot hetwelk ik mjj in mijn leven
het meest heb gewend, het Britsche.
In de maanden, waarin ik er naar streef
de een overeenstemming tot stand te bren
gen heeft Churchill steeds maar één ding''
geroepen: „Ik wil- een oorlog hebben". Hij
heeft hem nu en al zijn mede-opruiers, die
zeiden, dat het een prettige oorlog zou zijn,
zullen thans wellicht over dezen „pretti-
gen oorlog" reeds anders denken. En als
zij nog niet mochten weten, dat deze oor
log voor Engeland geen prettige zaak
wordt, zullen zij het mettertijd merken,
zoo waar als ik hier sta.
Deze opruiers tot oorlog zijn erin ge
slaagd, Polen naar voren te schuiven, de
opruiers, niet alleen in de oude, ook in de
nieuwe wereld. Dat was in den tijd, toen
Engeland nog niet overal ter wereld om
hulp bedelde, maar nog aan ieder groot
moedig zijp hulp beloofde. Ik heb toenter
tijd juist Jegens Polen voorstellen gedaan
waarvan ik thans, nu de gebeurtenissen te
gen onzen wü in een anderen loop hebben
genomen, waarlijk moet zeggen: „dat was
toch de Almachtige Voorzienigheid, die
toentertijd heeft verhinderd, dat dit aan
bod van mij werd aangenomen". (Krachti
ge bijval).
Sindsdien nu wordt een strijd geleverd
tusschen de waarheid en de leugen. Zooals
4 steeds zal deze strijd tenslotte zegevierend
eindigen voor de waarheid. Dat wil zeg
gen: Wat de Britsche propaganda, wat het
internationale werèldjodendom en zijn de
mocratische handlangers ook mogen lie
gen, aan de historische feiten zullen zij
niets veranderen. En het historische feit
is, dat thans sedert twee jaren Duitschland
den eenen tegenstander na den anderen
ter aarde heeft geworpen. (Stormachtige
bijval). Ik heb terstond na de eerste bot
sing weer mijn hand toegestoken. Ze is
terstond afgewezen en sindsdien hebben
wij telkens beleefd, dat van elk vredes
aanbod van mij terstond door den oorlogs
opruier Churchill en zijp aanhang, mis
bruik werd gemaakt om te verklaren, dat
het een bewijs van onze zwakheid was.
Ik heb het derhalve opgegeven nogmaals
te trachten dien weg te gaan. Ik ben tot
de overtuiging gekomen, dat hier slechts
een volkomen duidelijke beslissing en wel
eene van wereldhistorische beteekenig voor
de eerste honderd jaar kan worden be
vochten.
Het pact met Rusland.
Er steeds naar strevende den omvang
van den oorlog te beperken, heb ik in '39
besloten mijn minister naar Moskou te zen
den. Het was de bitterste overwinning op
mijn gevoel. Ik heb getracht hier tot over
eenstemming te komen. Gij weet zelf het
best, hoe eerlijk ik deze verplichtingen ben
nagekomen. Helaas heeft de andere partij
zich er van den aanvang af niet aan ge
houden. Het gevolg van deze overeenkom
sten was een verraad, dat allereerst het
geheele Noord Oosten van Europa liqui
deerde. Desondanks heb ik over dit alles
gezwegen. Eerst toen ik van week tot week
meer gevoelde, dat Rusland het oogenblik
gekomen zag, om tegen ons op te treden,
toen ik geleidelijk de bewijzen kreeg, dat
aan onze grens vliegveld na vliegveld ont
stond, dat de eene divisie na de andere uit
het heele reusachtige Sowjet-rijk hierheen
werd geconcentreerd, toen was ik ver
plicht mij van mijn kant bezorgd te ma
ken. Ik was derhalve gedwongen langzaam
ook mijnerzijds afweermaatregelen in te
leiden. Hoeveel voorbereidingen waren ge
troffen hebben wij eerst thans in vollen
omvang leeren kennen. Ik wilde toen nog
één maal het geheele probleem ophelderen
en heb derhalve Molotow uitgenoodigd
naar Berlijn te komen.
Hij stelde mij de u bekende vier voor
waarden, welke zijn afgewezen.
De toestand was inmiddels in Mei zoo
ver gekomen, dat er geen twijfel meer mo
gelijk was of Rusland had het voornemen
ons bij de eerste gelegenheid de beste te
overvallen. Ik moest toen zwijgen. Het is
mij dubbel moeilijk geworden, niet zoo
moeilijk wellicht jegens het vaderland,
want ten slotte moet dit begrijpen, dat er
oogenblikken zijn, waarop men niet kan
spreken, indien men niet de geheele natie
in gevaar wil brengen. Veel moeilijker viel
mij het zwijzen jegens mijn soldaten, die
nu, de eene divisie naast de andere, aan
de Oostgrens van het rijk stonden en niet
wisten, wat er eigenlijk gebeurde. En juist
om hunnentwil mocht ik ni# spreken,
want wanneer ik ook maar een woord had
losgelaten, zou dit weliswaar niet in het
minst wijziging hebben gebracht in het toe
sluit van Stalin, maar de verrassings-mo-
gelijkheid, die mij als laatste wapen bleef,
zou dan zijn weggevallen (bijval).
Op 22 Juni des ochtends begon deze
grootste strijd der wereldgeschiedenis.
Sindsdien zijn iets meer dan drie en een
halve maand verstreken en ik mag hier
allereerst één ding constateeren: alles
heeft zich sindsdien stelselmatig ontwik
keld (stormachtige bijval). De leiding
heeft zich in al dien tijd geen seconde de
wet der actie laten ontnemen (wederom
stormachtige bijval). Integendeel heeft
zich tot op den dag van heden elke actie
precies zoo systematisch ontplooid als eens
in het Oosten tegen de Polen, toen tegen
Noorwegen en eindelijk tegen het Westen
en op den Balkan.
Slechts één ding moet ik hier constatee
ren: wij hebben ons niet vergist in de juist
heid der plannen, wij hebben ons even
min vergist in de weergalooze historische
dapperheid der Duitsche soldaten, wij heb
ben ons eyenmin vergist in de kwaliteit
van onze wapenen. Wij hebben ons niet
vergist in het vlotte functioneeren van on
ze geheele organisatie van het front over
de reusachtige daarachter liggende ruim
ten en evenmin hebben wij ons vergist in
het Duitsche Vaderland.
Wel hebben wij ons in iets vergist: Wij
hadden er geen denkbeeld van, hoe reus
achtig de voorbereidingen van dezen te
genstander tegen Duitschland en Europa
waren en hoe ontzaglijk groot het gevaar
was, hoe wij ditmaal op een haar na zijn
ontkomen, niet alleen aan de vernietiging
van Duitschland, maar van Europa,
(stormachtige instemming). Ik spreek dat
eerst heden uit, omdat ik heden zeggen
mag, dat deze tegenstander reeds is ge
broken en nooit weer zal opstaan, (minu
ten durende daverende bijval). Hier heeft
zich tegen Europa een macht geconcen
treerd, waarvan helaas de meesten geen
voorstelling hadden en waarvan velen
zich vandaag nog geen voorstelling kun
nen maken. Dit zou een tweede stormloop
van een Dzjengis Khan zijn geworden,
Dat dit gevaar werd afgewend hebben
wij in de eerste plaats te danken aan de
dapperheid, de volharding, de offervaar
digheid van onze Duitsche soldaten en ook
aan de opofferingen van allen, die met ons
zijn opgerukt. Want voor den eersten keer
is ditmaal iets als een Europeesch ontwa
ken door dit continent heengegaan. In het
Noorden strijdt Finland, een waar helden
volk (levendige bijval). In het Zuiden
strijd Roemenië (bijval). Het heeft zich
van een der zwaarste staatscrisissen, die
een volk en een land kunnen overkomen
in verbazingwekkende snelheid hersteld.
En daarmede omvatten wij ook reeds
de geheele uitgestrektheid van dit oor-
logstooneel, van de IJszee tot aan de
Zwarte Zee. En in deze gebieden strijden
nu onze Duitsche soldaten èn met hen de
Finnen, Italianen, (bijval), de Hongaren
(bijval), de Roemenen, Slovaken (bijval),
de Kroaten zijn op marsch (bijval),
Spanjaarden rukken thans op naar den
slag (bijval), Belgen, Nederlanders, Denen,
Noren, ja zelfs Franschen hebben zich ge
schaard in dit groote front. (Stormachtige
bijval).
Vaak kon niet gesproken worden een
voudig, omdat wij den tegenstander niet
voorbarig in kennis mogen stellen van si
tuaties, die hem zelf door zijn miserabelen
berichtendienst vaak eerst dagen, ja dik
wijls weken later ter kennis komen. Het
Duitsche weermachtsbericht is een verslag
der waarheid.
Volgens de Engelsche lezing hebben wij
in het Oosten sedert drie maanden de eene
nederlaag na de andere geleden, maar wij
staan ten Oosten van Smolensk, wij staan
voor Leningrad en wij staan aan de Zwar
te Zee. Wij staan voor de Krim en het
zijn niet de Russen, die aan den Rijn staan.
(Hilariteit).
Wat reeds werd bereikt.
Voor het overige zijn omtrent de groot
heid van dezen strijd eenige cijfers wel
sprekend. Het aantal gevangenen is thans
gestegen tot ongeveer -2 millioen Russen.
Het aantal buitegemaakte of vernietigde,
maar bij ons aanwezige stukken geschut
bedraagt reeds thans 22.000. Het aantal ver
nielde of buit gemaakte, dus in onze han
den zijnde tanks bedraagt reeds thans
ruim 18.000, het aantal Vernietigde, ver
nielde en neergeschoten vliegtuigen ruim
14.500.
Daarachter ligt nu een gebied, dat twee
maal zoo groot is als het Duitsche rijk was,
toen ik in 1933 de leiding kreeg of vier
maal zoo groot als Engeland.
En wat achter dit front wordt gepres
teerd is even geweldig. Ruim 25.000 K.M.
Russische spoorlijnen zijn weer op gang.
Ruim 15.000 KLM. Russische spoorlijnen
zijn weer op Duitsche spoorbreedte ge
bracht en achter dit front wordt reeds het
nieuwe bestuur opgebouwd, dat er zorg
voor' zal dragen, dat deze reusachtige ge
bieden, als de oorlog langer duurt, voor het
Duitsche vaderland en de met ons verbon
denen nuttig zal zijn. En hun nut zal ont
zaglijk zijn en niemand behoeft er aan te
twijfeleh, dat wij het weten te organisee-
ren.
Dank aan het vaderland.
De Führer verbond hieraan een dankbe
tuiging aan het vaderland. In dit verband
merkte hij op: ik weet, dat er thans geen
tegenstander meer is, dien wij niet met de
voorradige hoeveelheden munitie op de
knieën zouden kunnen brengen en als gij
menigmaal in de courant iets leest over de
reusachtige plannen van andere staten, wat
zij alles voornemens zijn te doen en te be
ginnen en als gij hoort van milliarden som
men herinnert u dan, mijne volksgenooten,
wat ik thans zeg: ten eerste, wij stellen in
dienst van dezen strijd ook een heel conti
nent. Ten tweede, wij spreken niet van ka
pitaal, maar van arbeidskracht en deze ar
beidskracht stellen wij voor honderd pro
cent in dezen dienst, en ten derde, indien
wij er niet over spreken beteekent dat
niet, dat wij niets doen.
Wanneer deze oorlog eens zal zijn ge
ëindigd, heeft de Duitsche soldaat hem ge
wonnen, die in zijn massa werkelijk de
massa van ons volk vertegenwoordigt en hij
is gewonnen door het Duitsche vaderland
met de millioenen arbeidende menschen.
Wanneer deze oorlog zal zijn geëindigd zal
ik daaruit terugkeeren als een nog veel fa
natieker nationaal-socialist dan ik vroeger
was. Ik kom uit dezen oorlog eens terug,
weer met mijn oude partijprogram, waar
van de verwezenlijking mij nog belang
rijker is en schijnt te zijn dan wellicht op
den eersten dag.
WAT WINTERHULP OPBRACHT.
Minister dr. Goebbels, die de rede van
den Führer inleidde, heeft in zijn verslag
over de Winterhulp in het tweede oorlogs
jaar 1940'42 gemeld, dat de totale op
brengst 916.240.000 mark bedroeg tegen
vorig jaar 681 millioen, een stijging dus met
235 millioen. Er werden 442 millitoen in
signes verkocht. Alle bijdragen, ook aan
het Roode Kruis, voor menschlievende
doeleinden meegerekend, heeft het Duit-
pche volk in het afgeloopen offerjaar da
gelijks vier millioen vrijwillig opgebracht.
IN 'N PAAR REGELS
Engelsch-Bolsjewistische stappen in
Afghanistan.
De regeeringen van Engeland en van de
Sovjet-Unie hebben bij de regeering van
Afghanisten stappen ondernomen wegens
den z.g. „verderfelijken invloed" van de
in Afghanistan wonende Duitschers.
Doodvonissen in het Protectoraat.
De standTechtbamk te Praag en te Bruenn
heeft enkele personen ter dood veroordeeld
wegens voorbereiding tot hoogverraad,
economische sabotage en ongeoorloofd be
zit van wapenen. De vonnissen zijn reeds
voltrokken.
Joden moeten uit Pressburg vertrek-
Volgens verordening moeten de Press-
burgsche Joden onverwijld de Slowaak-
sche hoofdstad verlaten om naar aange
wezen gemeenten te vertrekken. Voor het
einde van dit jaar moet deze verhuizing
voltrokken zijn.
Colette begenadigd.
Colette, de dader van den aanslag van
Laval en Qéat, heeft van maarschalk Pé-
tain gratie "gekregen.
Japansche duikboot gezonken.
De Japansohe onderzeeboot „I "61" is in
aanvaring gekomen met een gewoon vaar
tuig en gezonken. Een deel van de beman
ning der duikboot kon gered worden.
Ter herinnering aan de Roode Terreur.
Ingang van een der donkere kelders te
Tsaritsyw, waarin de Bolsjewiki hun
gevangenen opsloten (1921), de meeste
gevangenen, die deze kelders verlieten,
gingen den dood in
(Continental-Holland)
TENTOONSTELLING
FRAUENSCHAFTEN IN DEUTSCHLAND.
Te Amsterdam geopend.
In het Rijksmuseum te Amsterdam is
gisteren de tentoonstelling „Frauenschaffen
in Deutschland" in tegenwoordigheid van
den Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss
Inquart en de Reiohsfrauenführerin, Fr au
Gertrud ScholtzKlink, op plechtige wijze
geopend.
Frau de la Fontaine, de leidster van de
N. S. Frauenschaft van het Arbeitsbereich
der NSDAP in Nederland, begroette den
Rijkscommissaris en hield een korte toe
spraak, waarin zij o.a. *wees op de taak, die
de Duitsche vrouw te vervullen heeft bij
den wederopbouw van Europa. x
Vervolgens verklaarde de Reiohsfrauen
führerin, Frau Gertrud Soholtz-Klink, de
tentoonstelling geopend, den wensch uit
sprekend, dat deze zou bijdragen tot het
vernauwen van de betrekking tusschen de
'Duitsche en Nederlandséhe vrouwen.
De eere-gasten maakten hierna een rond
gang over de tentoonstelling.
De zeer interessantetentoonstelling,
welke is ingericht onder het devies
„Duitschland's vrouwen reiken elkaar de
hand tot gemeenschappelijken arbeid voor
haar volk" biedt een indrukwekkend over
zicht van de werkzaamheid van de Duit
sche vrouwen in dezen tijd.
Het is een expositie, die in al haar een
voud duidelijk de-rol toont, welke de Duit
sche vrouw vervult.
Op elk gebied weet zij zich nuttig te ma
ken en het is vooral in sociaal opzicht, dat
zij haar arbeidsterrein heeft uitgebreid.
Maar ook het werk, dat voor alle tijden
is en dat niet gebasseerd is op den oorlogs
toestand, bloeit, zooals duidelijk uit de ten
toonstelling blijkt. En ook dit werk heeft
een grondslag van kameraadschap, van
Ohristelijke solidariteit en van diepe ge
bondenheid. Want de eene Duitsche vrouw
-f of zij van, wat men vroeger noemde,
anderen stand is of niet helpt de andere
Duitsche vrouw en zij maakt daardoor het
leven voor de moeders schooner en vreug
devoller
In zes af deelingen wordt dit op de ten
toonstelling duidelijk gemaakt.
HET ZIEKENFONDSENBESLUIT EN DE
VERZEKERINGEN TEGEN DE KOSTEN
VAN ZIEKENHUIS VERPLEGING.
Hier en daar heeft in belanghebbende
kringen de meening post gevat, dat door
de werking van het ziekenfondsbesluit
het bestaansrecht van de vereenigingen
voo^ de verzekering tegen de kosten van
ziekenhuisverpleging zou zijn komen te
vervallen. In verband hiermede vestigt de
commissaris, belast met het toezicht op de
ziekenfondsen er de aandacht op, dat vol
gens genoemd besluit ook deze vereenigin
gen, evenals de ziekenfondsen in engeren
zin, aan hem erkenning zullen kunnen
verzoeken.
ROOI- EN SNOEÏVERBOD
De Secretaris-Generaal van het Departe
ment van Landbouw en Visscherij heeft
bepaald, dat artikel 7 der Bodemproductie-
beschikking 1939 wordt gewijzigd.
Bosschen en andere houtopstanden
waaronder in deze beschikking mede wor
den verstaan enkele boomen, mogen slechts
worden geveld of gerooid krachtens ver
gunning.
De gebruiksgerechtigde van den grond,
waarop na 9 December 1939 een boscb of
andere houtopstand geheel of gedeeltelijk is
geveld of gerooid, is verplicht, overeenkom
stig de hem door den Productiecommissa
ris voor den boschbouw en de hóhtteelt te
geven aanwijzingen, dezelfde of een gelijke
oppervlakte als werd ontbloot binnen een
door dezen te stellen termijn na het vellen
of rooien te bebosschen of te beplanten.
Van deze verplichting kan de Productie-
commissaris voor den boschbouw en de
houtteelt ontheffing verleenen.
Het snoeien van bosschen en anderen
houtopstanden is verboden, voor zoover het
niet volgens de regels van normaal beheer
noodzakelijk of gebruikelijk is.
In bijzondere gevallen kan de Productie
commissaris voor den boschbouw en de
houtteelt van dit verbod ontl"~'":TT v—-
leenen.