MAANDAG 15 SEPTEMBER 1941 DE LEIDSCHE COURANT PAG. 2 Hoofdredacteur: Th. Wilmer, Leiden. Red. Buitenland: Mr. H. Gelse, Leiden. Red. Stad en Sport: M. Zonderop, Leiden. Red. Omgeving: L. Roozen, Leiden. Red. Letteren en Kunst: Fr. Schneiders, Leiden. Weerbericht ZONS OP-EN ONDERGANG. Zon onder 7.57 uur Maandagavond. Zon op 7.14 uur Dinsdagochtend. Tusschen deze tijden moet worden ver duisterd. MAANSTANDEN. 15 September: De maan komt Maandag nacht om 0.40 uur op en gaat Maandagmid dag om 4.34 uur onder. 16 September: De maan komt Dinsdag nacht te 1.39 uur op en gaat Dinsdagmiddag te 5.16 uur onder. 17 September: De maan komt Woensdag nacht om 2.39 uur op en gaat Woensdag middag om 5.54 uur onder. 18 September: De maan komt Donder dagnacht om 3.46 uur op en gaat Donder dagavond om 6.28 uur onder. 19 September:: De maan komt Vrijdag morgen om 4.58 uur op en gaat Vrijdag avond oh 6.58 uur onder. 20 September: De maan komt Zaterdag morgen om 6.14 uur op en gaat Zaterdag avond om 7.28 uur onder. (Nieuwe maan) 21 September: De maan komt Zondagmor gen om 7.30 uur op en gaat. Zondagavond om 7.56 uur onder. 22 September: De maan komt Maandag morgen om 8.50 uur op en gaat Maandag avond om 8.24 uur onder. WATERTEMPERATUUR. Zweminr. „De Zijl" 17.5 gr. C. GROOT ENGELSCH SCHIP TOT ZINKEN GEBRACHT. Een Duitseh gevechtsvliegtuig heeft in den nacht van Zondag op Maandag aan de Oostkust van Engeland een groot vracht en passagiersschip van 10 tot 12.000 brt. door voltreffers tot zinken .gebracht. Het vaartuig verdween na korten tijd in de golven. SUEZ OPNIEUW AANGEVALLEN. Naar het, D.N.B. verneemt, zijn de ha venwerken van Suez en Port Taufik en de petroleumraffinaderijen van Suez in den nacht van Zaterdag o.p Zondag opnieuw met sucoes door Duitsche vliegtuigen aan gevallen. In de raffinaderijen ontstonden een groote en verscheidene kleine branden. Kaden en pakhuizen werden door bommen getroffen. UITZONDERINGSTOESTAND IN OSLO Naar door politieke kringen te Berlijn werd medegedeeld, is voor Oslo en om geving de uitzonderingstoestand afgekon digd. Deze maatregel werd noodzakelijk door pogingen tot het verstoren van den arbeidsvrede in dit gebied. In verband met het afkondigen van den uitzonderingstoestand mag zich niemand meer na des avonds zeven uur op straat bevinden. De verkeersmiddelen, met uit zondering van de spoorwegen, zijn slechts gedurende bepaalde uren van den dag in bedrijf. De Oslosche bladen manen naar aan leiding van de afkondiging van den uit zonderingstoestand de bevolking aan tot kalmte en verstand. „Aftenposten" schrijft onder meer: „Dat het zoo ver gekomen is, vindt zijn oorzaak daarin, dat onverantwoordelijke elementen den laatsten tijd hun spel onder het Noor- sche volk hebben gespeeld. „Fritt Folk" stelt de vraag, wie de ver antwoordelijken zijn: „welke kringen zijn het, zoo schrijft het blad, die de hoofdstad en haar omgeving in de toestand hebben gebracht, dat de Duitsche bezettende macht, die gedurende anderhalf jaar heeft ge toond, het beste voor ons te willen, thans tegen haar wil tot uitzonderingsmaatrege len moet overgaan, om haar geweldigen strijd tegen het wereldbólsjewisme te kun nen voeren, en aldus ook ons Noorsche land voor de Sowjet-verschrikkingen te be waren. Alleen den vrienden van Engeland, zoo verklaart het blad verder, treft de ver antwoording voor datgene, dat thans ons allen getroffen heeft." „Morgenbladet" schrijft, dat de thans genomen maatregelen er toe zullen bijdra gen om den ophitsers het verder voortzet ten van hun onderaardsche werk onmoge lijk te maken. ROOSEVELT DRIJFT NAAR OORLOG DOCUMENTAIRE BEVESTIGINGEN. Van Duitsche zijde heeft men een over vloed van documentaire bevestigingen ver strekt voor het feit, dat Roosevelt niet slechts een der hoofdschuldigen aan den huidigen oorlog is, maar tevens mede aan sprakelijk is voor de uitbreiding van den oorlog, hetgeen het internationale publiek reeds herhaaldelijk heeft kunnen vaststel- len. De geheele buitenlandsche politiek der Vereenigde Staten wordt sedert de confe rentie van München gekenmerkt door een rooden draad, gevormd door het gestook van Roosevelt, die stelselmatig alle kan sen op een vergelijk in Europa heeft ge saboteerd en tevens met alle beschikbare middelen de oorlogzuchtige groepen in de verschillende landen van Europa heeft ge holpen. Reeds toen met behulp van Tsjecho-Slo- wakije werd gepoogd een Europeeschen oorlog te ontketenen, barstte Roosevelt fel los, daarbij gesteund door zijn kliek van oorlogshitsers. Destijds werd ook in En geland en Frankijk, benevens in Polen de oppositie met alle middelen door Roosevelt bewerkt om een verstandige oplossing te beletten. Het waren weer de lasthebbers van Roosevelt, die in het Engelsche parle ment storm liepen tegen Chamberlain. Te beginnen bij Bullitt te Parijs streefden Roo sevelt's ambassadeur en gezanten in de hoofdsteden van Frankrijk, Polen en op den Ealkan voortdurend naar het zaaien van onrust, hetgeen reeds door de publicatie van officieele documenten van Warschau en La Charité aan de wereld voor oogen is gesteld Uit den overvloed «van bewijzen werd vooral het optreden Van kolonel Donovan naar voren gebracht en tevens werd her innerd aan de onthullingen ter gelegenheid van de springstofvondsten te Belgrado, waarbij Roosevelt en zijn diplomaten even eens de hand in het spel hadden. Voorts werd nogmaal gewezen op Roosevelt's han delwijze bij de crisis van Belgrado, toen Roosevelt ook op den Balkan bijdroeg tot het uitbreken van de crisis door middel van den toenmaligen Jogoslavischen ge zant, Fotitsj, en den complotteerenden ge neraal Simowitsj. Een bijzonder hoofdstuk in de buiten landsche politiek van Roosevelt wordt ge vormd door zijn houding tegenover Frank rijk, dat ook na zijn nederlaag tegen de Duitsche weermacht voortdurend het voor werp is gebleven van Amerikaansche po gingen tot afpersing, waarbij opzettelijk gebruik werd gemaakt Van de Fransche le vensmiddelenpositie. Op dezelfde wijze als in Europa heeft Roosevelt ook mee ge daan aan de overvallen op Fransch gebied, op Syrië en ten slotte op Irak en Iran. Vervolgens werd uiteengezet, hoe het Engelsch-Bolsjewistische bondgenootschap door Washington in de hand werd gewerkt. Dit zijn slechts eenige etappes van Roo sevelt's gestook en zijn bemoeiing met' de toestanden in Europa. Deze etappes vormen niet slechts een verloochening van de Ame rikaansche Monroeleer, maar zij staan ook in het scherpste contrast tot de voortduren de verkiezingsbeloften van den Ameri- kaanschen president, die zijn volle voor zijn verkiezing aanhoudend heeft toegezegd, dat hij het buiten den oorlog zou houden. Ten aanzien van de jongste rede van den president v/erd aangetoond, hoezeer zij ge- sche torpedojager „Greer" is aangevallen. Tegenover de poging- van Roosevelt om zich voor te doen als iemand, die in het defensief is, werden de talrijke Britsche en Amerikaansche stemmen gesteld, waarin steeds weer de hoop op „een eerste Duit sche schot" tot uitdrukking lcomt. Tot slot werd verklaard, dat alle recente incidenten met Amerikaansche schepen op zettelijk zijn geënsceneerd om het Ameri kaansche volk kunstmatig in een toestand van opwinding te brengen, waardoor het volgens den wil van Roosevelt wordt voor bereid tot een avontuur, waaruit het op zekeren dag tot zjjn ontzetting zal ontwa ken. DE BEZETTING VAN SPITSBERGEN. Volgens een bericht in de „Times" zijn ongeveer duizend Noren uit Spitsbergen in noodverlblijven in Schotland onderge bracht. De dienstplichtigen onder hen zul len binnenkort bij het Noorsche leger of de „vrije Noorsche vloot" worden ingelijfd. OPSTAND IN NOORD-IRAK ONDERDRUKT. Volgens te Tunis uit Bagdad ontvangen berichten, is zoo juist in Soeleimani (Noord- Irak) op bloedige wijze een opstand on derdrukt, welke gericht was tegen de En- genschen en de regcering Madfei. Er is al daar een militaire rechtbank ingesteld. Volgens een ander bericht zou een groep „ongewenschte elementen" uit het gebied van Mossoel naar Basra zijn overgebracht. Deze elementen zouden met het eerstvol gende transport naai; Britsch-Indië wor den overgebracht. DE AARDBEVING IN TURKIJE. Na de aardbeving in Turkije zijn uit de puinhoopen in dertig dorpen tot dusver 192 lijken geborgen. De roode Halve Maan heeft voor de door de aardbeving getrof fen personen verscheidene tentenkampen opgeslagen, alsmede geld en levensmidde len gestuurd. DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT. Rede van den aftredenden rector- in agnificus. De aftredende rector-magnificus, mr, G. W. Kamphuisen, sprak hedenmiddag ter gelegenheid van den aanvang van het nieuwe studiejaar een rede uit over de lot gevallen der Katholieke Universiteit in 1940—41. Aan deze rede ontleenen wij: Verreweg het grootste gedeelte van dit jaar valt onder het rectoraat van mijn voorganger, prof. Duynstee, die, voor het studiejaar 194041 benoemd, tengevolge van de beschikking van den secretaris-ge neraal van het departement van Opvoe ding, Onderwijs en Cultuurbescherming van 21 Februari 1941, zijn ambt op 1 Mei 1941 een vroegtijdig einde zag nemen. Met ingang van 3 Juni benoemde het bestuur der St. Radboud-stichting mij tot rector, aldus spr„ oorspronkelijk tot het einde van het studiejaar 194142, maar ook mijn rectoraat moest sindsdien worden inge kort, zoodat ik heden weer afscheid neem. Natuurlijk heeft de oorlogstoestand zijn stempel gedrukt op de uiterlijke omstan digheden, maar het inwendige leven is goed geweest. Wij hebben in het afgeloopen jaar rustig verder gebouwd aan hetgeen wij als onze essentieele taak beschouwden: aan de synthese van geloof en weten - schap. De innerlijke gezindheid van de geheele academische gemeenschap, van docenten en studenten, is goed ge weest. Er is een saamhoorigheid ge groeid en een dieper besef van geeste lijke waarden, die in de toekomst niet anders dan gunstig kan worden. Spr. constateerde dat één van de be langrijkste gebeurtenissen in het. afgeloo pen jaar was, dat de Nijmeegsche univer siteit zich nü ook in academisch verband de lichamelijke ontwikkeling van de stu denten heeft aangetrokken. Zij is daarme de de eerste in Nederland. Het plan daartoe is uitgegaan van prof. mr. R. H. Regout en het heeft een uitste kend onthaal gevonden bij het bestuur van de Sint Radboudstichting, dat op onbe krompen wijze de fondsen heeft ter be schikking gesteld, welke voor het bevor deren van de lichamelijke ontwikkeling der studenten noodig zijn. De opzet is, de studenten geheel vrij te laten ten aanzien van de deelname, maar, wie wenscht deel te nemen is verplicht, één uur per week gymnastiek te beoefenen en de zwemles sen bij te wonen, terwijl hij overigens de baseerd is op den leugen, dat de Amerikaan keuze heeft in welke andere sport hij zich verder onder leiding van den sportleider wenscht te bekwamen. Het komt spr. voor, dat het initiatief, door de universiteit genomen, en waarme de zij een voorbeeld gesteld heeft aan de andere inrichtingen van hooger on derwijs in Nederland, in alle opzichten moet worden toegejuicht. Eenzijdige intellectueele ontwikkeling ten nadeele van het lichaam kan nooit goed zijn en de besluitvaardigheid en moed, die wij bij de sportbeoefening op doen, komen ons in onze geheele persoon lijkheid ten' goede. Mochten wij, aldus spr.. dus verwachten, dat het initiatief, dat hier te Nijmegen genomen is, in studentenkrin gen met vreugde zou zijn ontvangen, dan is het jammer, dat deze verwachtingen, voorloopig althans, niet geheel vervuld zijn. De deelneming van de studenten aan de lichaamsoefening en de sport is nog verre van bevredigend. Het totaal aantal ingeschreven stu denten bedroeg 527, waarvan 407 man nelijke en 120 vrouwelijke, terwijl daarbij opgeteld moeten worden het aantal studenten, dat zich uitsluitend van een studentenkaart voorzag, zijnde 58, waarvan 50 mannelijke en 8 vrou welijke. Het totaal komt op die wijze op 585 tegen 520 in het vorige jaar en 576 in het jaar 1938/39. Voor de eerste maal werden ingeschre- van 167 studenten tegen 111 in het vorig jaar. Zeer verheugend is, dat het aantal promoties, niettegenstaande de moeilijke omstandigheden, dit jaar zeer hoog was. Niet minder dan 19 tegen 7 in het vorig jaar. C. A. O. VOOR DE METAALNIJVER HEID VERLENGD. Op verzoek van den Metaalbond, de R.K. Vereeniging van Werkgevers in de Metaal nijverheid, den Alg. Ned. Metaabewerkers- bond, den Chr. Metaabewerkersbond in Ne- cierand en den Ned. R.K. Metaalbewerkers- bond, die waren overeengekomen de col lectieve arbeidsovereenkomst voor de me taalnijverheid te verlengen van 15 Sep tember 1941 tot 15 November 1941, heeft het College van Rijksbemiddelaars beslist, dat ook de verbindendverklaring zal gelden tot 15 November 1941. ARBEIDSCONTRACTANTEN BIJ DE P. T. T. Gunstige regeling in geval van ziekte. De persdienst van het N. V. V. meldt.: In aansluiting op het reeds bepaalde voor de bij de posterijen werkzaam zijnde locale krachten, die met een volle daktaak zijn belast, n.l. dat zij zullen worden beschouwd als ambtenaren in tijdelijken dienst en hierdoor niet meer onder de zialctewet zul len vallen, is thans besloten, dat dit zal gelden met ingang van 1 dezer voor alle arbeidscontractanten bij de P. T. T., die een ambtelijke loonschaal, dan wel een jeugdschaal volgen, zoomede op die ar beidscontracten, die zulk een schaal voors hands niet volgen, omdat zulks voor hen financieel nadeel zou beteekenen, alles voor zooVer zij definitief met een volle dagtaak zijn belast. De uitbetaling van slechts 80 procent ziekengeld is hiermede dus voor een belang rijk deel der arbeidscontractanten bij de P. T. T. vervallen. In vele gevallen zal thans 100 procent bij- ziekte worden door betaald. MAUSOLEUM VOOR EX-KEIZER WILHELM II. Door een bekend architect uit Berijn is dezer dagen begonnen met den bouw van een mausoleum in den fraaien tuin van huize Doorn, waar wijlen ex-keizer Wil helm II jarenlang heeft gewoond, en enkele maanden geleden is overleden. Het te bouwen mausoleum voor den ge storven ex-keizer zal worden opgetrokken in Hollandsch baksteen gedekt met pannen en gekroond door een groot koperen kruis. De wanden van het interieur zullen bestaan uit wit-zwart geaderde marmeren platen, afgewisseld door stemmige glas in lood motieven. Wanneer het mausoleum gereed is, zal het stoffelijk overschot, dat thans in de hofkapel rust, in alle stilte in dezen graf kelder worden bijgezet. NEDERLANDSCH RADIO-MUZIEK FEEST GEOPEND. De persdienst van den Nederlandschen Omroep meldt: Gistermiddag had de opening plaats van het aangekondigde radio-muziekfeest. Tal van genoodigden, waaronder de se cretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten dr. T. Goe- dewaagen, de heer Jan Goverts, hoofd van de afdeeling muziek van het departement, de heeren van Gorkum en Taubert van de Rundfunkbetreuungsstelle, de directeur- generaal van den Nederlandschen Omroep, de heer ir. W. A. Herweyer, alsmede diver se kopstukken uit de muziek-, radiomu- ziek- en radiowereld woonden de uitvoe ring bij. Om 2 uur nam prof. dr. Goedewaagen het woord voor het uitspreken van een ope ningsrede, waarin hij de doelstelling van het Nederlandsche radiomuziekfeest be sprak. Hierna volgde de feestelijke ouverture van het muziekfeest, uitgevoerd door het- Omroepsymphonie-orkest onder leiding van Pierre Reynaards. De ouvertuïe werd gecomponeerd door Henk Badings en door hem opgedragen aan het Omroepsymphonie-orkest en zijn1 dirigent. De dirigent Leo Ruygrok voerde niet zijn symphonieorkest vervolgens de door hem gecomponeerde syrpphonie in fis kl. terts opus 22 uit, waarna de heer Jan Goverts in een korte rede den huidigen stand van het muziekleven in Nederland schilderde. Het programma werd vervolgd met inter mezzo en slotscène uit de opera „Beatrijs" van Willem Landre, waarbij als soliste op trad Corrie Bijster. Hierna werd een werk van A. Voormolen uitgevoerd, getiteld: „Zomerzang" voor so praan en orkest, waarbij Corrie Bijster eveneens als soliste optrad. Het programma werd beëindigd met de ouverture „Cyano de Bergerac" van wijlen dr. Wagenaar. Na afloop verzamelden de gasten zich in den foyer van de studio, waar een thee werd aangeboden. Qemengdeffiexicfiten BRUTALE DIEVEN IN GOUDSMIDS WINKEL TE AMSTERDAM. Een brutaal stukje hebben Vrijdag twee dieven geleverd in een goudsmidswinkel in de Leidschestraat te Amsterdam. Zij wilden een gouden horlogeketting koopen, zeiden zij tot de winkeljuffrouw, die hen te woord stond. De winkeljuffrouw vroeg, of zij oud goud ter inlevering bij zich hadden en op hun bevestigend ant woord. toonde zij vijf kettingen. Op een daarvan ontbrak de aanduiding van het gewicht. De klanten hadden natuurlijk juist hun zinnen gezet op dien ketting; de juffrouw begaf zich even naar een achter den winkel gelegen lokaliteit om de ketting te wegen. Nauwelijks was zij daar, of zij hoorde de winkeldeur dichtslaan en vreezende, dat er iets niet in den haak was snelde zij weer naar -voren, waar zij met een oog opslag constateerde, dat èn de beide klan ten èn de vier gouden kettingen verdwe nen waren. Zij riep een in het atelier wer kenden horlogemaker ter hulp en beiden zetten onmiddellijk de achtervolging van de dieven in, die ieder in een andere rich ting op de vlucht waren geslagen. Na een ingespannen wedloop gelukte het hun, in de Nieuwe Spiegelstraat een der dieven te grijpen, dien zij zoo spoedig mo gelijk aan een agent overleverden. Andere burgers hadden inmiddels op het geroep „houdt den dief" den anderen dief achter volgd en ook hij werd op het Muntplein gepakt en door een agent gearresteerd. De vier kettingen had hij inmiddels in de Vijzelstraat weggeworpen, waar ze door de achtervolgers werden opgeraapt. CLANDESTIENE HANDEL IN SPEK. Dor de marechausseeo en gemeentepoli tie van Lemsterland zijn te Echten aan gehouden S. S. en A. B., beiden wonende te Lemmer, die aldaar bij het wachten op de autobus de aandacht trokken. De kof fer, die zij bij zich hadden, bleek bij on derzoek een partij spek te bevatten. Verdachten zijn daarop naar het politie bureau te Lemmer overgebracht, waar bij verhoor bleek, dat zij zich met den ver koop van de in beslag genomen partij spek hadden belast. In verband met deze zaak is tevens nog aangehouden D. J. S. te Eesterga en de veehouder H. te Echtenerpolder. De aangehoudenen hebben voor het mee- rendeel een bekentenis afgelegd. De hoe veelheid spek werd in beslag genomen. Het onderzoek in deze zaak wordt nog voortgezet. FRAUDULEUZE SLACHTERS GEARRESTEERD. Reeds geruimen tijd bestond het vermoe den, dat een tweetal inwoners van Breu- kelen, M. en O., zich schuldig maakten aan frauduleus slachten van vee. Na een in tensief onderzoek deed de marechaussee een inval in een geheime slachtplaats, waar zij de verdachten op heeterdaad be trapten. Een geslachte koe werd in be slag genomen, terwijl M. en O. in arrest werden gesteld. FEUILLETON DE VLUCHTELING VAN CAYENNE door OTTO BINNS. Geautoriseerde vertaling. 11) Harborough keek strak naar De Fara- mond, die blijkbaar nog steeds wantrouwen koesterde. „Dat is allemaal volkomen waar", zeide hij nadrukkelijk. „De dame vertrok in een rijtuig dat volgens haar zeggen op haar wachtte". De ander bleef achterdochtig. „Een leu gen is gemakkelijk verteld", beweerde hij heftig. „Ik ken Le Coq, en ik weet dat hij niet te vertrouwen is. Maar u ken ik liee- lemaal niet...." „Vertel hem alles", sprak de Amerikaan kortaf tegen Le Coq. „Mijnheer", stelde het hoofd van de Broederschap van de Kust voor, „deze heer is Amerikaan. Gisterenavond kwam hij hier om een bespreking te houden over een po ging, tot ontsnapping van een vriend die het ongeluk had, naar Cayenne gedeporteerd te worden, een zekere Dudley Langdon..." „Wel alle duivels!" Met open mond staarde De Faramond naar Harborough, terwijl zijn wantrouwen plaats maakte voor een uitdrukking van groote angst. Terwijl hij stomgeslagen bleef zitten kij ken, vervolgde Le Coq kalm, onverholen zijn vreugde toon end over de schrik van den ander: „Hij vischte echter achter het net. Ter wijl wij zaten te beraadslagen, had mijn heer Langdon samen met vier anderen zijn eigen zaakjes reeds opgeknapt. Een hunner is, evenals de Engelschman, een oude bekende van u, Jules, de Apache". Le Coq wachtte een oogenblik, met spot tende beleefdheid den ander gelegenheid tot spreken schenkend, en toen deze bleef zwijgen, ging hij door: „Drie van de vijf werden doodgescho ten, maar de anderen wisten te ontkomen." Hier werd zijn stem hard en triomfante lijk. „Kunt u gissen wie die twee zijn, mon sieur! Uw kleine meisje stelde veel be lang in een van hen, en zijstelden eveneens zeer veel belang in u! We kunnen wel zeggen, dat zij een grief tegen u heb ben. Zou het niet mogelijk zijn, dat zij uw dochter uitgekozen hebben als middel om hun rekening met u te vereffenen?" De uitdrukking op het gezicht van De Faramond toonde, dat deze insinuatie doel had getroffen. Zijn dikke lippen trilden van emotie, en in zijn oogen was te lezen, hoe hij inwendig sidderde van angst. Harborough bezag hem zonder medelij den. Hij wist, dat hetgeen Le Coq gezegd had, een onmogelijkheid was, maar uitte daar geen woord over, om te voorkomen, dat er in den geest van De Faramond een vermoeden zou kunnen ontwaken, dat noodlottig zou kunnen zijn voor den man, dien hij op zijn jacht verborgen hield. Eenige minuten bleef De Faramond zwij gend voor zich uitstaren, en barstte dan, vertwijfeld los: „Als Jules haar in zijn macht heeft, Is er geen hoop meer!" „Geen schijn", stemde Le Coq opgewekt toe. „Jules is 'niet bepaald een zachtzin nige knaap". Harborough -keek den spreker nadenkend aan. Was hij inderdaad zoo onschuldig aan de verdwijning van De Faramond's doch ter, als hij wilde doen voorkomen? Le Coq was een schurk, die tot alles in staat was en het was al heel vreemd, dat de ontvoe ring zoo vlak op de gebeurtenisseh van den voorgaanden avond plaats vond. Het vol gend oogenblik voelde hij zijn verdenking grooter worden. „Wat moet ik in 's hemelschnaam aan vangen?" riep De Faramond in wanhoop uit, waarna Le Coq zich voor den Ameri kaan volkomen verried door hetgeen hij aan den wanhopigen vader voorstelde. „Mijn waarde heer, als ik in jouw plaats was wat ik allerminst begeer zou ik een groote belooning uitloven, voor den- gene, die je kleine meid ongedeerd terug brengt; laten we bijvoorbeeld zeggen, die zeldzame diamanten welke je van dien dooden Engelschman in Montmartre gesto len hebt, twee jaar geleden. Of een flinke som geld zal ook wel voldoende zijn om Jules te bewegen zijn gruwelijke wraak op te geven!" HOOFDSTUK IV. Gedurende een paar minuten na de woorden van Le Coq dacht Harborough snel na. De hoofdman van de Broeders van de Kust bezat ongetwijfeld zeer veel goede inlichtingsbronnen, maar het was onmo gelijk, dat hij kon weten dat Langdon en Jules werkelijk ontkomen waren! De lij ken van de drie gedoode vluchtelingen kon den zijn gevonden en geidentificeerd, aan de hand van welke wetenschap Le Coq zijn conclusies getrokken zou hebben, maar zekerheid over het lot van de andere twee ontsnapten had hij zeker niet. En toch deed hij het kalm voorkomen alsof Jules de ont voerder was van het vermiste meisje en suggereerde hij de mogelijkheid, den ex- gevangene van zijn voorgenomen wraak te doen afzien in ruil voor een beduidende som gelds. Hier was iets niet in den haak. Terwijl hij achterover leunde in zijn stoel, met de eene hand zijn glas vasthou dend en met de andere achteloos met een sigaret spelend, hield hij Le Coq scherp in de gaten. De man trachtte zich onschuldig genoeg voor te doen maar in zijn oogen was een waakzame glans als van een kat, die een muis tracht wijs te maken, dat ze geen belang in haar nabijheid stelt. Har borough begreep, dat hij er op gebrand was, dat De Faramond zijn suggestie voor werkelijkheid zou slikken, en dat hij zat te draaien op zijn stoel van verlangen om het antwoord te vernemen. „Vervloekt", schreeuwde De Faramond ten slotte woest. „Hoe kan ik dan met dien kerel in contact komen?" Een seconde lang flikkerden de oogen ■van Le Coq triomfantelijk om dan onmid dellijk weer hun onverschillige uitdruk king te hernemen. Harborough begreep, dat de schurk zijn doel bereikt had. „Door middel van een advertentie, mijn beste kerel! De macht van de hedendaag- sche dagbladpers is, zelfs hier in Cayen ne, ongelooflijk groot. Geef bericht dat je een hoog losgeld wil betalen, en je kunt er zeker van zijn dat Jules het ergens zal lezen, en niet aan de verleiding zal kun nen weerstaan. Hij is een Apache; daar gaat niets van af, maar onverschillig waar hij uithangt, hij heeft geld noodig, dus als je het aas groot genoeg maakt, zal hij er op den duur zeker in bijten." Le Cocq sprak met zooveel vertrouwen in het welslagen van zijn plan, dat De Faramond zich ten slotte liet overtuigen. „Ja, dat zal wel de eenige weg zijn..^.. tenzij de broederschap mij kan helpen." „De broederschap heeft dezen keer niets te maken met de ontvluchte gevangenen, mijn beste vriend", onderbrak Le Coq. „Het eenige waarmee ik u van dienst kan zijn, is met goede raad. Ik kan niet vermoeden, waar Jules op het oogenblik ergens uit hangt. De heele kwestie hangt van u zelf af". „Dan ga ik onmiddellijk een adverten tie plaatsen." De Faramond stond op en wendde zich naar de deur. „Maar beta len „Je hebt al ééns-als Judas gehandeld tegenover Jules", sneed Le Coq zijn woor den af. ;,En de tweede keer zul je geen •kans krijgen hem met een kus te verraden, mannetje. En bovendien, er valt ook nog rekening te houden met dien Engelsch man...." „Mijn vriend", riep Harborough er tus schen. „En tevens de vriend van Pelham, dien je doodschoot, terwijl Langdon bewus teloos naast hem lag; de flesch die je hem tegen het hoofd geworpen hebt „Vervloekt", schreeuwde De Faramond, ontsteld Harborough aanstarend. „Hoe kunt u. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2