Toerisme bi) honk RECHTZAKEN BINNENLAND Wilt U Iets welen? WOENSDAG 30 JULI 1941 DF LEIDSCHE COURANT TWEEDE BUD PAG. 7 DE DRIE WAARDEN van WAARDER Tegenwoordig hokkelt het museum- treintje LeidenWoerden v.v. met ontoom- bare snelheid aan Waarder voorbij, maar in den tijd, toen ditzelfde treintje nog last van de hik had en voor ieder damhek en boeren-ge vallet je krijschend en knarsend begon te bokken en ten slotte stil hield, speelde zich op het kiezel-perron een ge beurtenis af, die voor het nageslacht aan de vergetelheid diept te worden ontrukt. De Nederlandsche Spoorwegen, die aan de conducteurs opdroeg bij ieder station langs het front der wagons te schrijden, luide de naam van de bezochte plaats ver kondigend, liet en laat aan zijn dienaren volledige vrijheid dit voorschrift naar eigen smaak en begaafdheid voor te dragen. Som migen maken er maar wat van, doch an deren beschouwen het perron als de eerste opstap naar de schouwburg-planken en zin gen de plaatsnamen in alle toonaarden. Deze conductoriale opera-voorstelling had in Waarder haar vervolmaking bereikt, en daarom is te betreuren, dat het station verdwenen is. Bij het raadplegen van de spoorweg-sta tistieken bleek ons, dat er te Waarder nooit iemand in en één keer iemand uitgestapt was. Dit ééne geval was bovendien een vergissing; de juffrouw waande zich in Woerden. Het kan zijn, dat deze juffrouw haar be klag bij de directie heeft gemaakt; het is ook mogelijk, dat de conducteurs hoopten eindelijk eens een klantje voor Waarder te kunnen uitlokken. Stond het treintje aan het midden in de landelijkheid gedoken station stil, dan begonnen tot algemeen vermaak der reizigers de conducteurs met bizondere overgave hun solo te zingen. Nu telt het woord Waarder slechts twee lettergrepen, maar wat al geluiden en ge moedsbewegingen wisten die trein-gelei- ders op dat twee-snarige instrument weer te geven! Het gewone thema was: Waarder Waarder Waardérrrr met een eindelooze verscheidenheid van nuances, vanaf een woedend-toegebruld Waarder tot een bijna smeekend en hoog- uitgehaald Waardér. „Waar benne we, conducteur?" vroeg een madammeke, die al bij ieder station naar haar karbies met ingestoken paraplu gegrepen had. „Waar?" hijgde de juist-uitgezongen conducteur, „Waarder!" Dat begreep de juffrouw niet. Zij had nog nooit gehoord, dat hier midden in Hol land het „plaatsbepalend voornaamwoord" waar verbogen wordt in de vergrootende trap. En zelfs in de overtreffende trap, want Waarder is werkelijk waard, waarder en waardst om in het bijhonksche toerisme te worden opgenomen. Als de trein aan het piccolo-stationnetje stil hield, hadden wij ons wel eens afge vraagd, waar Waarder was. In velden en wegen viel geen dorp te bekennen. Een aanlokkelijk loover-rijk laantje, het dak van een boerderij dat was alles, wat Waarder van zichzelf bloot gaf. De fout was, dat wy altijd uitkeken aan de Rijnzijde, terwijl het dorp op korten af stand van den Zuidelijken kant van de spoorbaan is gelegen. Het uitzicht erop is nu, door de taluds van den nieuwen Rijks weg, nog beter afgedamd. Het plaatsje is nu volledig in retraite. Tijdens de uren, die we in Waarder door brachten, hebben wij met ongeveer alle be woners kennis gemaakt met de notabe len persoonlijk en met de overigen en bloc. Er trouwde dien middag een paartje, en een groot deel van de bevolking was aan getreden om de bruids-stoet uit de kerk te zien trekken. Terwijl de overgelukkige bruid en brui degom de kerk verlieten, wipten wij naar binnen en vonden den koster, den heer Gijs Kok, gaarne bereid op onze snuffel- neiging in te gaan. De kerk van Waarder is een zeer bizon der bedehuis een stadskerk midden in de weilanden. Hoe de Malthezer Ridders het in hun hoofd gehaald hebben in dit zeer kleine dorpje in de kom wonen mis schien honderd menschen zulk een sta tige en breede kruiskerk te bouwen in ons niet duidelijk geworden. De dominee, die wij er over raadpleegden, beleed zijn on wetendheid inzake de historie der kerk, en de koster deed wel een oplossing aan de hand, doch bekende zelf, dat het maar een oud verhaaltje was. Het verhaaltje is echter een bewijs, dat iedereen, die Waarder binnenloopt, zijn hersens pijnigt over de omgekeerde even redigheid van den omvang der kerk tot die van het dorp. Volgens die legende dan zou de Paus er gens een kerk hebben willen bouwen, en, zonder de curie daarin te kennen, drie mannetjes-eenden of waarden uit hun hok vrijgelaten te hebben, die zonder aarzelen koers zetten naar een stuk weiland tus- schen Bodegraven en Woerden. Onder vreugdevol gekwek strekep zij neer. De bevolking verstond woord voor woord de pauselijke aanwijzing, door het drietal een den overgebracht, en bouwde een kerk uit pauselijke, dus uit ruime, beurs. Deze legende van de drie eenden is, zon der nader onderzoek, als een canard te be schouwen, en brengt ons niets verder. De tegenwoordige kerk *-*- dat is het eenige, wat wij er over kunnen mededeelen is gebouwd rond 1500, op last van het Land- commandeurschap der Malthezer Ridders te Utrecht. In het Noordelijke dwarsschip is aan de buitenzijde een geschonden steen ingemetseld, waarin eveneens sprake is: „doe was comelduir" de rest onleesbaar (Commeldeur is de gewone verbastering van commandeur). Intusschen heeft aan die drie waarden of mannetjes-eenden het dorp zijn wapen te danken: drie waarden of woerden op een zilveren veld. Dat wapen vindt men op een sluitsteen boven den toren-ingang, met het jaartal 1774, toen de spits afgebroken en door een koepel-torentje vervangen werd; dat wapen treft men ook aan op de predi kanten-lijsten, welke in de kerk hangen. De naam van het dorp heeft met eenden echter niets te maken. Waarder is een mid- deleeuwsche betiteling voor een Stuk land aan een rivier (Woerden, Hoogewoerd, La- gewaard, uiterwaarden). „Waarom" zoo vroegen wij aan onze volgende kennismaking, den heer G. van Dijk, toen wij haastig afscheid hadden ge nomen van den koster, die zijn kosters-jas tegen een post-uniform moest verwisselen „waarom draagt het hqantje op den to ren zijn krulstaart naar binnen in plaats van naar buiten, zooals alle hanen plegen te doen?" „Maar meneer!" zei de waard van de uitspanning „Oudervrucht" „het is geen haan; het is een eend". Toen wij het hoogverheven gevogelte wat beter bekeken, ontdekten wij zoo waar, dat het een kwakende eend was met een kuifje op zijn_ kop. Dit is toch wel een vreemde verschijning in de toom van gouden hanen, die op onze torens aan den wind hun staart toekeeren. Maar ook de woerd van Waar der is op dat kunstje gedresseerd. De kerk zou ook inwendig een mooie ruimte zijn, wanneer niet de Herv. gemeen te het knusser gevonden had het schip te drieën-deelen. De kerk is veel te groot, het zij toegegeven, doch het is wel buitenge woon jammer, dat zulk een fraaie, wijdings volle hal door tussch en-schotten verknipt is. De Hervormden houden hun diensten in het midden-partje, dat afgedekt is door een laag, hemelsblauw tongewelf (18e eeuwsch). Tegen het eene schot staat het orgel; het andere schot is beschilderd met witte gor dijnen en groene draperieën, waartusschen de Tien Geboden. Het interieur biedt heel weinig opmerkelijks; er is een brokstuk van Renaissance-banken, waarvan het eiken houtsnijwerk dik onder de verf zit, in de kleur van namaak-eiken! In het koor is de catechisatiekamer een huisje in een huis. Boven het platte houten dak van deze kamer, ontwaart men de donker-houten, vergeten dakstoel van de eigenlijke kerk. Wat zou dit een prach tige tempel kunnen zijn met de rijen spaar- bogen langs de wanden, de hooge ramen en het sobere dak! Het voorste gedeelte, bij de toren, wordt gebruikt als berghok en als petoet. In de toren hangt een klok uit 1438, een oud besie met een schelle, doordringende stem. De koster vertelde ons namelijk, dat de klok vroeger geluid werd om de ingelanden te waarschuwen als de IJsseldijk dreigde te bezwijken. De oude sacristie is een zwaar-ommuurd vertrek, waarvan de gewelven helaas zijn weggebroken. Behalve gewone kerkmeesters schijnt de Herv. gemeente ook opper-kerkmeesters te hebben gekend. Daarvan wordt ten minste gerept op een steen uit 1848 aan de pastorie, herdenkend het leggen van de vier hoek- steenen voor dit gebouw. Het instituut van deze opper-kerkmeesters is sinds long uit gestorven. Uitgestorven is ook de heugenis aan het Hof te Waarder, vermoedelijk een ridder hofstede, welke gelegen was nabij het sta tionnetje er staat een nieuwe boerderij En de kinderen Waarders hebben nu reeds de heugenis verloren van het be faamde stationnetje, dat even spoorloos verdwenen is. Het treintje roddelt nonchalant langs Waarder, dat rond zijn grijze ridderkerk vereenzaamd en vergeten ligt in de groene zee van weilanden. VENATOR VAGANS. GOUDA IS DE MOEITE WAARD OM TE BEZOEKEN. Wij willen, aldus het A.N.P., voor in oud cultuurbezit belangstellenden eens iets ver tellen over Gouda, het oude Hollandsche stedeke, dat zoo ryk is aan prachtig stads- schoon. Het ontstaan van Gouda dateert waar schijnlijk uit de 12e eeuw en kan worden toegeschreven aan de gunstige omstandig heden bij de samenvloeiing van IJsel en Gouwe. Nadat dit plaatsje in de middeleeuwen tot groote bloei was gekomen, werd het in het midden van den 18en eeuw wereldbe roemd door haar Goudsche pijpen, waar voor zeer vele fabrieken bestonden. Een van de historische gebouwen, die dit genoeglijke stadje zooveel bezit, is het stad huis, gelegen midden op het marktplein, opgetrokken in gothische stijl en gebouwd naar het ontwerp van Hendrick Ael- brechtsz, Louis Gerbrandtsz en Klaas Huy- gens. Er zijn in den loop der jaren eeni ge veranderingen aangebracht en restaura ties verricht. Zoo is het geheele stadhuis in 1690 1681 inwendig en van 1874— 1888 uitwendig gerestaureerd. Dat het ge bouw vroeger bij de rechtspraak in ge bruik was, wordt wel bewezen door de woorden boven den ingang: „Audite et alte- rem partem" evenals een roepstoel aan den linkervleugel en het aan de achtergevel aangebrachte schavot. In de raadszaal is een zeer fraai gobe lin te bewonderen van den beroemden Goudschen tapiseerder Willem Andriessen de Raad, waarvan de patronen geteekend zijn door Dirck Pietersz Crabeth. Een bezoek aan Gouda zonder de be roemde St. Janskerk te hebben bezichtigd is moei'uk in te denken. Hier prijken de be roemde glazen van de gebroeders Crabeth, waarvan zooals het „Fonds Goudsche Gla zen" een dezer dagen meldde, eenige prach tige klenrenproducties vervaardigd zijn Hiervan vermelden we de afbèelding van de figuur van Johannes de Dooper of St. Jan Baptist, van Dirck Crabeth. Deze uitgave is de best verzorgde en grootste kleurenreproductie, welke ooit naar de Goudsche ramen gemaakt iS. Maar ook zonder deze ramen is de monumentale Goudsche kathedraal een bezoek zeker v/aard Vele anoere aardige gebouwtjes zijn voor hen, die zich interesseéren voor oude volksche bouwkunst, in Gouda te bewon deren, zooals de waag van Pieter Post, het wees- en aalmoezeniershuis en het pijpen en aardewerkmuseum Kortom, dit oude Holiandsche provincie stadje met zijn roemrijk verleden bevat zooveel historische bezienswaardigheden, dat een bezcek aan Gouda zeker de moeite loont. Haagselte Politierechter Rondom een parapluie. Een ding staat vast, en dat is, dat mej. J. uit Leiden haar parapluie op zeke ren dag miste, toen zij een café had be zocht. Zij had zoo haar vermoedens om trent de verdwijning van het regenscherm. Een vriendin zou er wel meer van weten. En toen zij op een dag deze vriendin tegen kwam, in het 'bezit van een parapluie, die als twee druppels water op de hare geleek, was zij op deze parapluiedraagster toege- rend en had tegen haar gezegd: „soo fiuile dievegge nou 'heb ilk je te pakke, hier me perreplu", en tevens deed zij een poging om de „spuit" in handen te krijgen. Maar hier school een iklein addertje onder het gras, waht de „spuit" was wel degelijk het eigendom van de met dievegge betitelde. Het zal dus niemand verwonderen, dat deze paraluieafgifte met eenige strubbe lingen gepaard was gegaan. Eerstens was de greep, die de „spuit" in het bezit van juffrouw J. moest brengen mislukt, waardoor men het verschijnsel kreeg te zien, dat zij niettemin toch met het ding in aanraking kwam, want de val- sdhelijk 'beschuldigde hief het baleinenge- doe hoog boven het hoofd en liet het ne derdalen op het hoofd van mejuffrouw J. Sleohts doordat deze een kleine hoofdbe weging maakte, was het haar gelukt de pa rapluie net te ontwijken en tegelijk ging zij tot het tegenoffensief over en zij ge bruikte daarvoor haar, door de natuur ge schonken wapens, zijnde haar nagelen. Deze nagelen lieten hun sporen achter op de blozende wangen van de eigenaresse van de tompouche, waardoor genoemde wangen een landkaart geleken. Dit nog niet genoeg zijnde, kreeg zij er nog een blauw oog en een bloedneus bij, waarna zij onder hevig gehuil op de vlucht sloeg met achterlating van haar eigendom, de parapluie, En daar lag de „spuit", de om streden „spuit" achteloos als een vod op het plaveisel. De, natuurlijk thans gewezen, vriendin nen zagen elkaar weer eens in de recht zaal, waar zij danig tegen elkaar uitpak ten. Inplaats van berouw te toon en vond mej, J. dat haar ex-vriendin er nog gena dig afgekomen was. Over haar vergissing omtrent de para pluie repte ze met geen woord. De officier was dan ook in het geheel niet te spreken over deze parapluiekwes- tie. Het gaat maar niet aan, om als men een parapluie vermast, doodleuk op een vriendin toe te stappen om deze haar pa rapluie te ontnemen. En als deze haar eigèndom niet wil af staan hetgeen zeer begrijpelijk is, haar dan ernstig te gaan mishandelen. Spr. aohtte een geldboete van f 25 zeker op (haar plaats. Thans kwam er hevig berouw by mej. J. want f 25 is f 25 en dat was veel van wege de f 6 verdienste per week. Maar een tientje zal zij toch moeten betalen. HAAGSCHE RECHTBANK EEN GEIT UIT DE WEIDE GESTOLEN. Een jaar gevangenisstraf geëiscbt. W. V. en H. V„ beiden gedetineerd in het Huis van Bewaring, hadden zich te verantwoorden wegens diefstal van een geit uit een weide onder de gemeente Leidschendam. Zij waren op hee- terdaad betrapt en waren zonder geit aan de haal .gegaan. Deze hardlooperij had hen niets geholpen, want ze waren vlug ge grepen en ingesloten. Op een vraag van de president, hoe ze tot dezen ernstigen daad gekomen waren, antwoordde W. V., dat zijn vrouw ziek was en van den dok ter versterkende middelen moest gebrui ken. Aan vet en vleesch wist fay op een eerlijke manier niet te komen en daarom was bij hem het plan gerijpt om een geit te gaan stelen, waarbij hij geholpen zou worden door H. V., die ook wel een stukje vleesch kon gebruiken. Op zich zelf is dief stal van vee uit de weide al hoogst ern stig, maar in deze tijden van levensmidde lendistributie wordt het nog zwaarder aan gerekend. De officier van justitie laakte het ge drag van de verdaohten dan ook ten zeer ste. Onze Staat, aldus spr. vindt haar be staan voor een groot gedeelte in de land bouw en veeteelt. Daarom moeten dan ook de strengste maatregelen genomen worden tegen hen, die als ze denken gebrek aan vleesch te hebben, er doodgewoon op uit gaan om dit vleesch te gaan stelen. Rekening houdende imet het feit, dat W. V. reeds vijfmaal en H. V. reeds achtmaal veroordeeld is geweest, eischte de officier gezien de buitengewone ernst van het feit en tevens ter algemeene preventie, een gevangenisstraf voor den tijd van een jaar. Nadat de verdelgers op clementie had den aangedrongen werd de uitspraak be paald op 5 Augustus. Tutnigheid is thans ons aller plicht Bij het gebruik van gas of licht De liturgie der Kerk DONDERDAG 31 Juli. Mis v. d. H. Is- natius, Belijder: In Nomine. 2e gebed voor den vrede. Kleur: Wit. Van Spaansche adel, diende Ignatius eerst aan het hof van koning Ferdinand van Arragon, later als bevelhebber in het leger van Karei V. Als zoodanig bij de be legering van de vesting Pampeluna ge wond. hield hij zich onledig in de perio de van zijn herstel methet lezen van de levens der Heiligen!. Dit maakte op Ig natius zulk een indruk, dat hij een ver achter werd van al het wereldsche en een streng geestelijk leven begon te leiden. In een grot bij Manresa hield hij zyn Geeste lijke Oefeningen, door hem opgeschreven en later de grondslag geworden van de door hem gestichte Sociëteit der Jezuïeten. Na een leven „tot meerdere eer en glorie van God" stierf de Heilige in 1556. VERBODEN AANDUIDINGEN VAN MAAT OF GEWICHT. Er zijn nog altijd winkeliers en andere handeldrijvenden, die in advertenties, op etiquetten bij goederen, op verpakkingen e.d. gebruik maken van de verouderde na men als el, pond en ons. De inspecteur van het ijkwezen vestigt er de aandacht op, dat dit een overtre ding vormt van artikel 5 der nieuwe ijk- wet, welke overtreding strafbaar is ge steld in artikel 27 dier wet. In aankondigingen, betreffende goede ren, welke bij lengtemaat of gewicht wor den verkocht, mogen alleen de namen me ter en kilogram en hun veelvouden en on- derdeelen gebezigd worden. De kleinhan del behoort zich derhalve voor zulke aan kondigingen te bedienen van de namen, meter, centimeter, kilogram, gram, indien noodig, ook van decimeter, hectometer, e.d. R.K. BOND VAN WONINGBOUW- VEREENIGINGEN IN HET BISDOM HAARLEM. Zaterdag j.l. werd te 's Gravenhage in bet gebouw „Amicitia" de jaarvergade ring van bovengenoemden Bond gehouden. In zijn openingswoord heette de voor zitter, de heer J. J. Velt van Zaandam, de talrij'ke afgevaardigden hartelijk wel kom. Spr. bracht in herinnering, dat ten gevolge van de oorlogstoestand ht vorig jaar de jaarvergadering geen doorgang kon hebben. Het bestuur meende deze echter voor dit jaar wel te doen plaats hebben, teneinde het persoonlijk contact met de le den, ook in verband met de komende tij den, niet te verliezen. De notulen van de op 1 Juli 1939 te Am- strdam gehouden jaarvergadering werden onveranderd vastgesteld. Ht jaarverslag van den penningmeester over 1940 gaf aan inkomsten een bedrag van 409,37, aan uitgaven 385,29, zoodat een batig saldo overbleef van 24.08. Op voorstel van de verificatie-commissie werd de penningmeester, onder dankzegging voor zyn accuraat beher, gedechargeerd. De begrootinig voor 1941 sloot in ont vangst en iiitgaven met een bedTag vam 371.00. Volgens het jaarverslag van den secre taris zyn momenteel 23 woningbouwver- eenigingen bij den Bond aangesloten met een totaal van 5777 in exploitatie zijnde woningen, In 1940 kwam in de samenstelling van het bestuur, bestaande uit de heeren J. J. Velt, Zaandam, voorzitter, A. J. M. Ange- nent 1ste secretaris, Haarlem; K. C. Don- sen, Haarlem, penningmeester, A. J. Het- tinga, Amsterdam en H. Lonnbert, Leidien, geen wijziging. De zeereerw. zeergel. heer dir. A. A. Olierook, rector van het St. Ber- nardiusgesticht, te Amsterdam stond het bestuur als geestelijk adviseur terzijde. Een krachtige actie, gevoerd tot uitbrei ding van bet lediental door apridhtinig van nieuwe wouAngbouwvereenigingen, kon ten gevolge van de tijdsomstandigheden niet tot een bevredigend resultaat leiden. Twee nieuwe vereen igingen, nl. te Leidschen dam en te Vlissingen, sloten zich bij den Bond aan. Een veertiental vergaderingen werden belegd teneinde in verschillende plaatsen van het diocees tot de oprichting van nieuwe won ingbouwvereen igingen te geraken. Aan vele aangesloten /e reen igingen werden talrijke adviezen verstrekt en bij stand verleend bij de samenstelling van statuten; bij het indienen van bouwplan nen en bij geschillen met gemeentebestu ren of andere instanties. De bestuursverkiezing had tot resultaat, dat de aftredende bestuursleden, de heeren J. J. Velt van Zaandam en H. Lombert, Leiden, bij enkele candidaatstelling werden herkozen; eerstgenoemde werd op gelijke wijze tot voorzitter herbenoemd. Op voorstel van de Ver.: „Goed Wonen', te Alkmaar zal het bestuur zeer diligent blijven inzake de verhooging van de, voor al nu, veel te lage ondeihoudsnormen, en de veihooging van de administratiekosten. De onlangs inwerking getreden veror dening ter bestryding van wandgedierte maakte een punt van bespreking uit, meer in het bijzonder de kwestie van de van ge meentewege aan te stellen deskundigen, hetgeen vooral in kleine gemeenten tot moeilijkheden aanleiding zal geven. De aanzienlijke verhooging van de Grondbelasting gaf eveneens aanleiding tot uitvoerige besprekingen op deze ver gadering, vooral gezien de overweging dat deze aanzienlijke verhooging van de jaar- lij'ksohe lasten door geen enkele ontvangst kan worden gedekt en huurverhooging uit gesloten moet worden geacht. Het bestuur werd opgedragen ter be- voegder plaatse te dier zake de noodige stappen te doen. Eveneens weid besloten een enquete bij de aangesloten vereemigingen in te stellen over de eventueele huuradhterstand en welike maatregelen ter plaatse tegen dit euvel worden getroffen. Een geanimeerde rondvraag besloot deze vruchtbare vergadering. ONJUISTE INTERPRETATIE PRIJZEN- BESLUIT 1941 ZEEWISCH. De gemachtigde voor de prijzen deelt me de, dat het in de practijk is gebleken, dat verschillende grossiers in visch de bepalin gen van het prijzenbesluit 1941 zeevisch verkeerd interpreteeren. Deze grossiers ver handelen hun artikelen niet aan detaillis ten, maar aan inkoopvereenigingen, waar bij zij een prijs in rekening brengen, wel ke iets lager is dan de detailprijs. Op deze wijze verdienen zij hun grossiersmarge en daarboven nog een deel van de winstmar ge van den detaillist. Een dergelijke wij ze van winstberekening moet in strijd wor den geacht met het doel en de strekking van het genoemde besluit. Grossiers, die aan inkoopvereenigingen leveren, mogen boven hun inkoopsprijs uitsluitend de gros siersmarge berekenen. Op de naleving van deze bepalingen zal door de inspecties voor de prijsbeheérsching nauwlettend worden toegezien. Katholiek Comité van actie „Voor God" „DÉ ZICHTBARE GOD" Een christendom zonder naas» tenliefde is ondenkbaar. Waar de liefde ophoudt, houdt ook het christendom op. „Zonder liefde ben ik niets". (1 Cor. 15,2) Onze broeder is voor ons de „zichtbare God". Onder duizen* den gedaanten komt Hij ons tegen. God is „alles in allen". (1 Cor. 15.28) NU DE NIEUWE AARDAPPELEN ER ZIJN. Het voorlichtingsbureau van den Voe dingsraad schrijft: Het koken van aardappelen in de schil is een groote bezuiniging en geeft ook uit voedingsoogpunt bezien een sterke bespa ring. Hoewel talrijke gezinnen de aldus be reide aardappelen als iets heel gewoons be schouwen, schrikt men er in vele andere nog steeds voor terug. Niettegenstaande er al veel over het ko ken van aardappelen in de schil geschre ven is. volgen ter aanmoediging van dege nen, die er nog niet toe kwamen ze zoo te gebruiken, eenige opmerkingen. Door het schillen gaat ongeveer 1/5 van het gewicht van de aardappelen verlo ren. bij oude aardappelen zelfs bijna de helft, zoodat tegen het einde van den win ter, 3 K.G. in de schil gekookte aardappe len zeker 5 K.G. geschilde aardappelen ver- varigen. Ook is de voedingswaarde van ongeschil de gekookte aardappelen hooger dan van geschilde gekookte aardappelen. Terwijl er anders veel met de schil en het kookwa ter verloren gaat, blijven de zouten en vi taminen nu grootendeels behouden. De aardappelen, die er thans zijn, de nieuwe dus, hebben een dunnen schil. Laat men het bewerkelijke schrappen achter wege en boent men de aardappelen schoon, dan zal men na het koken weinig van het schilletje proeven. Nu is het oogenblik dus aangebroken, waarop men met het koken van aardappelen in de schil beginnen moet. Waneer het seizoen van de nieuwe aard appelen eindigt en de zomer- en winter aardappelen volgen, kan men vrijwel on gemerkt met deze bereiding voortgaan. Door de nieuwe aardappelen is men in de gelegenheid aan de in de schil gekookte aardappelen te wennen. Nieuwe aardappe len en in de schil gekookte aardappelen verschillen weinig van smaak. Bereiding. Eventueel aanwezige uitloopers en oogen verwijderen. De aardappelen met een ste vig borsteltje (niet met een pannenboen- der) goed schoon boenen. Ze opzetten met weinig kokend water (hoogstens een glas vol) en zout (1 theelepel per K.G. aard appelen). De pan goed sluiten, de aardappelen vlug aan de kook brengen en op getemperd vuur in 25 min. gaar laten worden. Er voor zorg dragen, dat de pan goed gesloten blyft. De aardappelen zoo noodig afgieten, la ten drogen en opdienen. Degenen, die de schil niet goed verdra gen kunnen deze op htm bord «r af ha len.' Het warme schilletje laat gemakkelijk los. Vraag: Weg van Wassenaar naar Roo sendaal? Antwoord: Den Haag, Rotterdam, Dordrecht, Roosendaal. 90 K.M. Vraag: Weg van Zoeterwpude naar Austerlitz? Antwoord: Zoeterwoude, Utrecht, Austerlitz. 69 K.M. Vraag: Van Katwijk naar Best over Gorinchem? Antwoord: Weg van Katwijk, Leiden, Gouda, Schoonhoven, Gorcum, Woudri- chem, Andel, Heusden, Baardwijk, Hel- voirt, Esch, Boxtel, Best. 143 K.M. Vraag: Weg van Leidschendam naar de Grebbeberg? Antwoord: Leidschendam, Zoeter- meer, Gouda, Oudewater, Lopik, Vreeswijk, Wijk bij Duurstede, Rhenen. U kunt ook rijden over Utrecht, Doorn, Amerongen, doch de eerste weg is wèl zoo afwisselend. Over Utrecht 105 K.M., langs de Lekdijk een 10 K.M. langer. Vraag: Weg van Leiden naar Lichten voorde? Antwoord: Leiden, Arnhem, Rheden, Doesburg, Laag Keppel, Zelhem, Aalle en vandaar landweg naar Lichtenvoorde. 160 K.M. Geen ponten of tollen. Vraag: Weg van Lisse naar Grebbe berg, Westervoort en terug over Nijmegen en Achten? Antwoord: Lisse, Oude-Wetering, Leimuiden. Alphen. Utrecht, Zeist. Doorn, Rhenen, Arnhem, Westervoort. 121 K.M. Een plaats Achten is ons onbekend. Be doelt u Acht bij Eindhoven dan is de route: Westervoort. Arnhem, Nijmegen, Grave, Veghel. St. Oedenrode. Son, Hoeven, Acht. (87 K.M.). Acht. Tilburg, Breda, Dordrecht. Rotterdam. Leiden, Lisse (152 K.M.) of over den Bosch, Utrecht (134 K.M.). De katholieke jeugdherbergen zijn opgeheven. V r a a g: C. W. de J. te K. inzake zieke inwonende dienstbode. Antwoord: Bij ziekte van een dienst bode gaat het loon gedurende „een betrek kelijk korten tijd" door. Zoolang u het vol le loon betaalt kimt u de uitkeering van de ziekteverzekering inhouden. De dok terskosten en verpleegkosten komen voor een inwonende dienstbode voor rekening van den werkgever gedurende de eerste zes weken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 7