Geldige bonnen voor Voedingsmiddelen
RECHTZAKEN
LÏED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 26 JULI 1941
UE LEIDSCHE COURANT
I WEEUE BLAD PAG. 7
in de week van 27 Juli tot en met 2 Augustus 1941
Beschikbaar
per persoon
Bik der volgende
bonnen
Geeft recht op het koopen van:
t
a|
SS
S 0
Eenheid
27 Juli tot
en met 2 Aug. 1941
In tijdvak v
an één week
28—4 Brood
28 Brood
4 Rants.
1 Rantsoen
Brood of Gebak
10
20
24
20
Rants.
28 Vleesch
28 VI.waren
Va Rantsoen
1 Rantsoen
j Vleesch of VI.waren
1
3
3
3
Rants.
28 Kaas
100 Gram
Kaas
100
100
100
100
Gram
28 Eieren
1 Stuks
Eieren
1
1
1
1
Stuks
28 Melk
13/4 Liter
Melk
7
31/2
l3/4
I3/ 4
Liter
28 Reserve
3 K.G.
Aardappelen
0
3
3
3
K.G.
7 Juli tot en met 3 Aug. 1941
In
tijdvak
pan
weken
101 Algemeen
1 K.G.
Suiker
1
1
1
1
K.G.
21 Juli tot en met 10 Aug. 1941
104 Algemeen
240 Gram
Koffie-surrogaat
250
250
250
250
Gram
14 Juli tot en met 10 Auq. 1941
103 Algemeen
500 Gram
Jam
500
500
500
500
Gram
10 Bloem
Va Rantsoen
Bloem, Brood of Gebak
4
4
4
4
Rants.
102 Algemeen
A Rijst
250 Gram
250 Gram
Rijst
500
500
500
500
Gram
A Havermout
250 Gram
Havermout of Gort
250
Gram
16 Juni tot en met 10 Aug. 1941
In
tijdvak
J weken
44 Algemeen
250 Gram
Havermout of Gort
250
250
250
250
Gram
45 Algemeen
250 Gram
Gort
250
250
250
250
Gram
54 Algemeen
100 Gram
Vermicelli
100
100
100
100
Gram
55 Algemeen
100 Gram
Maisena
100
100
100
100
Gram
17 Juli tot
en met 3
Aug. 1941
In tijdvak
ran 18 dagen
24—25 Boter
250 Gram
Boter
250
500
500
500
Gram
24—25 Vet
250 Gram
Boter met redactie
250
500
500
500
Gram
ÉÉN
RANTSOEN
Brood
Gebak
Bloem
Rijsrt
Havermout
Gort
Vermicelli
Maïzena
Vleesch
Vleeschwaren
Jam
Voor de overige
hoeveelheden.
100 gram
75 gram
140 gram
300 gram
400 gram
500 gram
600 gram
70 gram
250 gram
250 gram
250 gram
100 gram
100 gram
100 gram
100 gram
75 gram
75 gram
100 gram
125 gram
150 gram
500 gram
artikelen is het rantsoen
Brood
Beschuit, Wafels, Biscuits, Koekjes, óf
Speculaas, Koek, óf
Cake, of
Gevuld Klein Korstgebak, óf
Gevuld Groot Korstgebak, óf
Taart, Gebakjes
Tarwebloem, -Meel, Roggebloem,- Meel,
Zelfrijzend Bakmeel
Rijst, Rijstemeel, -Bloem, -Gries, Grutte-
meel (gemengd Meel)
Havermout, -Vlokken, -Bloem, Aardappel-
vlokken
Gort, Gortemeel, Grutten.
Vermicelli, Macaroni, Spaghetti
Maïzena, Sago, Aardappelmeel, óf
Zetmeel, verwerkt in Puddingpoeder of
Puddingsauspoeder
Vleesch, gewicht van been inbegrepen
Gerookt of gekookt Vleesch, óf
Gerookte Worstsoorten, óf
Gekookte Worstsoorten, óf
Leverartikelen, Tongen worst, Nierbrood, óf
Bloedworst
Jam, Siroop, Honing, enz,
gelijk aan de in bovenstaande lijst vermelde
QemmgdeïR wichten
AUTOBUS MET ARBEIDERS
VERONGELUKT.
Een doode, zes gewonden.
Gisteravond omstreeks half tien reed als
gewoonlijk een autobus van den garage
houder Nijhuis uit Hengelo met arbeiders
uit die plaats, die in Duitschland werken,
over den straatweg van Bentheim in de
richting Oldenzaal. Enkele honderden me
ters voor de grens, dus op Duitsch grond
gebied vloog in een bocht van den weg de
autobus over den kop. Wat hiervan de oor
zaak was is nog niet opgehelderd. Van de
inzittenden werd de arbeider Wassink uit
Hengelo, vader van drie kinderen, op slag
gedood. Verder werden nog 2 arbeiders
zwaar en 4 licht gewond. Met een zieken
auto uit Oldenzaal werd de overledene en
daarna ook de gewonden naar Hengelo
overgebracht, terwijl de ongedeerden met
een andere autobus derwaarts werden ver
voerd. De autobus is zwaar beschadigd.
Dames, 't is volkomen logisch,
Dat U wel eens hebt gedacht,
Als U weer Persil bestelde:
Wit wordt mijNn huis gebracht?
Krijg ik n«g,iprecies als vroeger,
Van die JMmjVj/waliteit
Of - zit inl'tl bekende pakje
Ook wat „Tijdsomstandigheid"?
Kijk eens: véél is er veranderd,
Véél is achteruit gegaan;
Oók Persil. Toch staat Persil nog,
Nèt als vroeger, bóvenaan. Cl. D.
In de Putschelaan te Rotterdam is gister
morgen een ernstig verkeersongeluk ge
beurd, waarbij een 29-jarige wielrijdster
den dood vond.
De wielrijdster mej. G. C. C. v. d. Voort,
gewoond hebbende aan den Pleinweg, wil
de in de Putschelaan nabij de Maashaven
nog juist voor een uit de richting Briel-
schelaan naderende stoomtram oversteken.
Zij werd evenwel door de locomotief ge
grepen en verdween onder den wagen. De
juffrouw was vrijwel op slag dood.
Doordat het paard schichtig werd en ter
zijde sprong werd gistermiddag de 40-ja-
rige Th. Adema uit Oudehaska, die zich
met zijn patroon, een veehouder uit Has-
kerhorne, met een boerenwagen naar het
land wilde begeven om te melken, aangere
den door een tram, komende uit de rich
ting Joure.
Adema werd zeer ernstig gewond en in
bedenkelijken toestand naar het ziekenhuis
te Joure vervoerd. Het paard kreeg zulke
zware verwondingen, dat het ter plaatse
moest worden afgemaakt. De veehouder
kwam met den schrik vrij.
VERDRONKEN.
Gisteravond omstreeks acht uur is te Aoht-
tienihoven onder de gemeente IJisselstein
de 17-jarige J. van V. in den IJsel ver
dronken. De jongen, die de zwemkunst
niet meester was, kwam door de zuiging
onder een vooTlbijigaande motorboot.
INBRAAK MET GOEDEN BUIT.
Inbrekers hebben in den nacht van
Woensdag op Donderdag een goeden slag
geslagen in een woning aan de Floralaan
te Eindhoven.
Door een raam van de keuken aan de
achterzijde wisten zij binnen te komen en
deden direct al een goede vondst, toen zij
in een over een stoel hangende jas een por-
Haagsche Politierechter
Gezellige toestanden.
Het is een zeer onfrisch begin, maar aan
gezien het de kern vormt van de heele in
gewikkelde kwestie zal het toch geschre-
moeten worden. Ziedaar dus de ktrn. Mej.
Th. H. K. te A 1 p h e n a. d. R ij tl zou
volgens van K. gedurende een half jaar
de W.C. niet schoon gemaakt hebben. Vol
gens van K. hing er dus een „luohie".
Nu zal men zeggen: wat gaat dat van K.
aan. Natuurlijk ging het van K. aan, want
deze is ook bewoner van het huis, waarin
mej. K. woont. Ja, er woonde zelfs nog een
derde familie in het huis. En zoo was er
over deze, in een half jaar niet schoonge
maakte gezamenlijk in gebruik zijnde W.C.
ruzie ontstaan.
Volgens van K. zou mej. K. hem aller
lei onvriendelijkheden 'betreffende zijn
levenswandel in het gelaat geslingerd
hebben, welke onvriendelijkheden hem nog
meer griefden dan het riekende poroelein.
Mej. V. ontkende eerstens het riekende
geval en tweedens de onvriendelijkheden.
Van K. en niemand anders dan van K.
had haar uitgescholden en op zijn beurt
rommel bij juffrouw K. gedeponeerd.
K. stond alleen met haar ontkentenis,
want van K. had zijn gade meegebracht,
die toevallig het schelden van de huisge-
noote gehoord had.
Juffrouw K. voerde nog als een verzach
tende omstandigheid aan, dat van K. al
tijd met iedereen overhoop lig.
De Officier was de meening toegedaan,
dat er over en weer gezellig 'gescholden
was en hij gaf juffrouw K. den goeden
raad om voortaan, als van K. soms scheldt,
naar de politie te gaan, net als van K. ge
daan heeft voor haai".
Het gescheld van mej. K. als vaststaand
aannemend. wat zij gezegd heeft is geen
krantenlectuur, eisohte spr. een geld
boete van f 20 subs. 10 dagen.
„Hoe of de verhouding nu was", vroeg
de Politierechter.
„Ik ben verhuisd", deelde mej. K. mede.
De Politierechter slaakte een zucht van
verlichting en zei: „zorg dan, dat u met
uw nieuwe buren geen ruzie krijgt". Het
vonnis werd een geldboete van f 9 subs 9
dagen.
De fiets.
De timmerman C. W. v. d. V. te A 1-
phen a. <L Rijn had, wat men noemt,
een pracht van een ruzie gekregen met zijn
buurman D. Het geval draaide hier over
het recht van overpad, hetgeen v. d. V. be
zat en waar D. ook rechten over deed gel
den. In ieder geval was het zoo, dat D. na
tuurlijk ook van het pad of eigenlijk
was het een paadije, gebruik maakte. Je
zou zoo zeggen: Waar maken die menschen
zich dan druk over? Dat komt nu, want D.
had zijn fiets op het paadje gedeponeerd
en daardoor werd het paadje geblokkeerd
en kon v. d. V. er niet door. Of dat de wer
kelijke oorzaak was?
In ieder geval was het zoo, dat v. d. V.
de fiets oppakte om het paadje vrij te ma
ken. De fiets werd op het erf van D. ge
deponeerd. Maar D., die dit zag, wilde
zijn fiets nu eenmaal op het paadje hebben,
staan en maakte aanstalten om zijn gedach
te ten uitvoer te leggen. Wat was toen het
logisch gevolg van het geval? Heel een
voudig. D. hield het eene eind van de fiets
vast en v. d. V. het andere eind. En toen
maar trekken jongens. Misschien zouden
ze nog steeds staan trekken als v. d. V. het
niet geforceerd had, welk forceeren hierin
'bestond, dat hij D. een knetter op een van
zjjn oogen gaf, waardoor dit kij'kinstru-
ment blauw werd'.
Deswege 6lond v. d. V. in het beklaag
denbankje. Tot zijn verdediging voerde
hij aan, dat hij getart was tot een vecht
partij, hetgeen de Officier niet zoo erg ge
loofde en daarom twintig gulden boete
eisehte.
Nadat v. d. V. nogmaals gezegd had, dat
het van weerskanten mis geweest was
werd hij veroordeeld tot f 10 subs. 10 d.
Een leuke ontvangst.
Het was nu bepaald geen leuke ont
vangst geweest, die den veldwachters M. L.
C. de H. en C. M. B. uit N i e u w v e en,
ten deel was gevallen, toen zij als opspo
ringsambtenaren vergezeld van een speur
hond, aan den kermisexploitant H. van E.
in zijn woonschip te Nieuwveen ten deel
was gevallen.
Allereerst was van E. niet te spreken
geweest over de reden van het bezoek,
n.l. over een inbraak in de pastorie en een
verdwenen badhanddoek uit een café.
Vervolgens had hij iets te zeggen over dien
speurhond. Volgens hem was het beest niet
uit zich zelf naar de woonschuit gekomen,
maar waren eerst de veldwachters gearri
veerd, die toen den 'hond geroepen hadden.
Over een en ander had hij zich zoo driftig
gemaakt, dat hij de agenten begroet had
met een welsprekende rede, die om het an
dere woord een onnet woord bevatte en
als slot de volgende volzin had: „Jullie zijn
nog gemeener dan goed van een cent per
el".
Door deze laatste woorden hadden de
aldus aangeroepenen zich beleedigd geacht
en het .was geboekstaafd en opgezonden
naar Den Haag.
De verdaohte beriep zjch maar op zijn
driftbui en op het feit, dat de veldwach
ters hem zouden „zoeken".
De Officier vond het gezegde zeer onbe
hoorlijk en eisdhte 14 dagen gevangenis
straf.
Mr. Schaper uit Leiden, de verdediging
voerend, wist het zoo ver te krijgen, dat
verdaohte er af kwam met f 25 subs. 25 d.
tefeulle met een bedrag van 2500 in bank
papier aantroffen. De verdere speurtocht
door het huis leverde op: f 60 in contanten
uit twee beurzen, een kostbaar radiotoe
stel, drie stellen distributiebescheiden,
eenige tientallen benzinebons, een rijver
gunning voor auto's, alsmede een vergun
ning tot het dragen van een revolver, ten
name van R. Krupka. De politie heeft on
middellijk een uitgetireid onderzoek inge
steld.
De hoofdcommissaris van politie heeft
een bedrag van 500 uitgeloofd voor dien-
gene, die aanwijzingen kan geven, welke
tot arrestatie van de daders en het achter
halen van het gestolene kunnen leiden.
ffiyfkllezittg.
door Prof. Dr. JS. Gr ei tem aan
22e Week, 27 Juli—2 Aug.
Handelingen 27 38 einde.
Ie Brief aan de Korinthiërs 1: 12:16.
Voor de zooveelste maal zien we, hoe
Paulus de sympathie heeft gewonnen van
de overheid. Dit is nu het geval met den
honderdman, die de zorg had voor de ge
vangenen. Om Paulus te sparen, ging hij
in tegen het plan der ondergeschikte sol
daten, die de gevangenen, en dus ook
Paulus, wilden dooden, alvorens zij bij de
schipbreuk konden ontsnappen. Zoo komt
men ten slotte op Malta, zonder iets! Men
vergete ook niet, dat Paulus bij deze
schipbreuk zijn kostbare perkamenten,
waarop de Bijbel geschreven stond, verlo
ren heeft. (Zondag).
De schipbreukelingen worden door de
bewoners van Malta met liefde ontvan
gen. Het is een teeken van de echtheid
van dit verhaal, dat men onmiddellijk een
vuur aanlegt, omdat de slachtoffers drijf
nat en totaal verkleumd waren van de
koude. Daarna werden zij voor drie da
gen ondergebracht op het landgoed van
den bevelhebber, Publius. Toen Paulus
hoorde dat diens vader buikloop had (Lu-
kas gebruikt de term „dysenterie"), genas
hij den zieke. Daarna bracht men alle zie
ken bij hem.
Intusschen was het winter geworden,
een tijd waarin de zeevaart gesloten was
in de oudheid. Men moest dan wachten tot
het voorjaar. Zoodoende bleven de solda
ten, de gevangenen en verder de geheele
scheepsbemanning drie maanden op Malta.
Daarna konden zij vertrekken met een
ander schip, dat ook in de haven overwin
terd had. Deze reis gaat voorspoedig. Ze
voeren rechtstreeks naar het eiland Sici
lië, met de haven Syracuse, gingen van
daar naar de straat van Messina, waar zij
de haven Regium aandeden. Dan voeren
zij met een sterke Zuidenwind naar het
Noorden en kwamen in twee dagen reeds
in Puteoli, dicht bij Napels. Ze hadden dus
een afstand van 300 K.M. in dezen korten
tijd kunnen afleggen, omdat de wind zoo
gunstig was. Daar troffen zij de broeders
en gingen nu te voet naar Rome. Het was
een afstand van 209 K.M., die ongeveer
vijf dagen vroeg. Maar Paulus, die aan loo-
pen gewend was, vergat de tijd omdat hij
in het gezelschap van broeders was.
(Maandag).
Paulus was nog steeds gevangen, maar
de Handelingen zeggen, dat hij een eigen
woning mocht betrekken. Dit is te danken
aan het gunstige verslag, dat Festus had
meegegeven. Paulus behoefde niet in het
gevangenkamp te blijven, maar mocht in
de stad wonen. Toch was hij ook daar niet
vrij; hij stond voortdurend onder militaire
bewaking. Van den anderen kant mocht
hij zijn vrienden ontvangen en kon hij
door hen worden verzorgd. Verder zag
Paulus nu ook kans om anderen tot zich te
trekken en zoodoende ontbood hij de voor
naamste Joden bij zich, om wederom op
de eerste plaats (zooals zijn gewoonte was
geweest) aan de Joden het Evangelie te
prediken (Dinsdag).
Ook onder deze ongunstige omstandig
heden werkte Paulus en maakte hij be
keerlingen. Verder is ons daarover niets
bekend, maar wel kennen wij een andere,
heerlijke vrucht, die in dezen tijd is ge
rijpt, namelijk de prachtige serie „gevan-
genschapsbrievén", die hij hier schreef en
die werden verzonden aan Efese, Kolosse,
Filippi en Filemon. In deze brieven leert
men denzelfden en toch weer een anderen
Paulus kennen. Hij is dezelfde gebleven,
maar zijn gedachten zijn verdiept en ge
rijpt. Daarom behooren deze 4 brieven tot
het diepzinnigste, dat Paulus geschfeven
heeft. Na twee volle jaren werd Paulus
vrij gelaten. Hier breekt het verhaal der
Handelingen plotseling af. Het vervolg kan
men eenigszins terugvinden in de brieven
aan Timoteüs en Titus en uit de andere
bronnen der Kerkgeschiedenis. (Woens
dag).
De Eerste Brief van Paulus aan de
Korinthiërs.
Met een zeker aarzeling noodig ik hier
bij den lezer uit, een begin te maken met
de Brieven van den Apostel Paulus. Ik
geef toe, dat het een waagstuk is. Maar
eens zal men toch aan den rijketom van
Paulus moeten beginnen, en wie eenmaal
daarin den weg weet, zal uit deze brieven
de diepste gedachten, de grootste kracht
en de heerlijkste troost kunnen putten.
Lezers, die met ons begonnen zijn den Bij
bel te lezen, weten er nu eenigszins den
weg. En vooral nu we de Handelingen der
Apostelen hebben doorgenomen, ligt het
als het ware voor de hand om nu eens te
zien, wat Paulus schrijft aan die kerken,
welke h'i op zijn reizen heeft bezocht en
welke wij reeds hebben leeren kennen uit
de Handelingen. Wij beginnen met den
eersten brief aan de Korinthiërs; de lezer
kan er desnoods nog eens Hand. hoofdstuk
18 op naslaan. Vóórdat hij daarmede ech
ter begint, moet hij eens rustig den tyd
nemen, om de algemeene inleiding op de
brieven van Paulus te lezen en in zich op
te nemen. Die staat beschreven op blz. 345
en volgende in den Petrus Canisius Bijbel.
Eerst komt een overzicht over Paulus' le
ven, en dan volgt voor den lezer het voor
naamste: n.l. een algemeene beschrijving
van Paulus' brieven. Vooral wat op het
einde van blz. 348 staat, verdient de aan
dacht, omdat de lezer daar een methode
aantreft hoe hij voornamelijk deze moei
lijke geschriften het best en vruchtbaarst
kan lezen. Heeft men dit gedaan, dan leest
men de inleiding op dezen eersten brief
aan de Korinthiërs. Elk begin is moeilijk,
en vooral de overgang van de geschied
kundige stukken (die wij tot nu toe be
handeld hebben) naar de persoonlijke en
somtijds heftige brieven is zwaar. Maar
wie den ernstigen wil heeft om deze rijke
gedachten in zich op te nemen, wordt ze
ker voor zijn moeite beloond.
Na den proloog, brengt ons de brief on
middellijk midden in het leven en de
moeilijkheden van de Kerk te Korinthe.
Er zijn partijen ontstaan,, en ieder beroept
zich op een grooten naam. Paulus mengt
zich niet in het debat, maar wijst er dade
lijk op, dat men alle partijschappen moet
opzij zetten en alleen Christus moet aan
hangen. (Donderdag).
Hierop volgt dan het bekende thema van
Paulus: de dwaasheid van het Kruis tegen
over de zoogenaamde wijsheid der wereld.
Met leze dit stuk met aandacht! Wij Chris
tenen verstaan Paulus, omdat wij het
Kruis liefhebben. De wereld begrijpt daar
niets van en lacht de Christenen uit. Maar
het is het lachen van een armen dwaas.
Laat dit stuk op u inwerken, en bedenk
dat Paulus dit schreef aan menschen uit
een bedorven stad. Aan menschen, die
voor kort nog heidenen waren en in dat
bederf waren weggezakt. En toch: nu
reeds weet Paulus hun gedachten zoo hoog
op te voeren! (Vrijdag).
Het thema van gisteren wordt verder
uitgewerkt in de prachtige tegenstelling:
wijsheid voor God en dwaasheid voor de
wereld. Maar het hevat ook voor ons een
les. Alleen wie een echt geestelijk leven
leidt, kan binnendringen in de diepten
van Gods Geest en kan begrijpen wat Pau
lus hierover zegt. (Zaterdag).
Men zoeke zijn kracht niet in veel
lezen, maar liever in aandachtig
lezen.
(Petrus Canisius Bijbel, blz. 348).
Zondag,
Maandag,
Dinsdag,
Woensdag,
Donderdag,
Vrijdag,
Zaterdag,
Hand. 27:39-44
Hand: 28: 1-15
Hand. 28:16-22
Hand. 28:23-einde.
1 Kor. 1: 1-16
1 Kor. 1:17-31
1 Kor. 2: 1-16
Ulat wlM U uxtte.1% omitejni
dei dLMLfadit?
Vraag 1. Onlangs las ik in de cou
rant dat er verruiming was gegeven be-
treffende sdhoenibon No. 2 om het leeren-
schoeisel te sparen. Ik ben in 't 't beizit van
1 paar heerenschoenen en héb 7 weken
geleden een bon No. 2 aangevraagd om de
ze sohoenen te sparen. Op mijn herhaald
aandringen is da bon mij steeds geweigerd
en werd mij gezegd: U krijgt wel bericht.
Tot wie kan ik mij wenden om in het be
zit te komen van genoemden bon.
2. Hier in deze streek wordt steeds ge
bruik gemaakt van z.g. gymschoenen voor
augurken,plukken emz. Nu héb ik er een
paar aangevraagd en wordt irnij gezegd,
dat ik misschien over een maand er voor
in aanmerking kom, hoewel ze direct noo
dig zijn en over een maand deze werk
zaamheden afgeloopen zijn. Tot wie moet
ik mij ook voor deze zaak wenden.
Antwoord: Er is geen andere weg
om schoembormen te krijgen dan via de be
treffende afdeeling op het distributiebu
reau. Het distributiebureau krijgt echter
een beperkt aantal bonnen toeigteweizen,
dat in verband met de vele aanvragen
spoedig ls uitgeput. Daarna moet ook dit
bureau op nieuwe aanvulling wachten. Het
is dus heel goed mogelijk, dat het bureau
momenteel geen bonnen meer heeft. En
waar niets is verliest zelfs de keizer zijn
recht
In vehband ook met vraag 2 is de eenige
mogelijkheid nog, dat U zich persoonlijk
aan het distriJbutiébureau in uw woonplaats
vervoegt en uw zaak uiteenzet. Zoo men
nog 'bonnen heeft, zal men U dan misschien
helpen. Maar een andere weg is er niet.
DE BOOM.
Wie is verlaat'ner dag aan dag,
Dan die alleen maar groeien mag,
Heel eenzaam aan den waterkant
En daar een dak van blaren spant
Terwijl de mensoh zijn vreugd beleeft
En toch niets voor hem over heeft
Wie is veriatener dan hij,
Wien heel de wereld gaat voorbij?
Daar staat een boom en niemand ziet
Naar hem, van wien men zoo geniet.
Een dienstmaagd slechts, die op hem let
Als z' aan zijn voet de aschbak zet.
Het loon voor schaduw op de straat
Zijn koude piepers, kluif of graat,
Wat van een goeden maaltijd rest
Is voor dien boom (nog opperbest.
Hij schudt het hoofd, zóózeer misdeeld,
Wanneer de wind zijn 'blaren streelt.
Méér dan de mensch geeft hem de wind,
Die met hem stoeit als met een.kind.
Die schudt hem wakker uit den droom,
Die mooie, groene, stille boom!
Hij blaast dan in het groene haar
En schudt zijn haren door elkaar.
Maar, ach, de 'boom is zoo gewend
Aam 't leed, dat hij des morgens kent,
Hij kent die jarenlange sleur,
Dan komt de dienstmaagd uit de deur,
Die sleept een stapel matten aan,
Om 't lijf van dezen boom te slaan.
En verder geeft er niemand acht
Op hem, die staat en groeit en wacht.
O, ja, er is er toch nog één,
Die trouw is en doe dikwijls heen-
Komt en verwijlt aan zijne voet
Heel even somsomdat het moet.
Dat duurt dan maar een korte stond,
Het is een arme, maagTe hond,
Die, als de boom stil zucht en beeft,
Voor hem nog wel wat over heeft.
TROUBADOUR.