Geldige bonnen voor Voedingsmiddelen RECHTZAKEN LÏED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 26 JULI 1941 UE LEIDSCHE COURANT I WEEUE BLAD PAG. 7 in de week van 27 Juli tot en met 2 Augustus 1941 Beschikbaar per persoon Bik der volgende bonnen Geeft recht op het koopen van: t a| SS S 0 Eenheid 27 Juli tot en met 2 Aug. 1941 In tijdvak v an één week 28—4 Brood 28 Brood 4 Rants. 1 Rantsoen Brood of Gebak 10 20 24 20 Rants. 28 Vleesch 28 VI.waren Va Rantsoen 1 Rantsoen j Vleesch of VI.waren 1 3 3 3 Rants. 28 Kaas 100 Gram Kaas 100 100 100 100 Gram 28 Eieren 1 Stuks Eieren 1 1 1 1 Stuks 28 Melk 13/4 Liter Melk 7 31/2 l3/4 I3/ 4 Liter 28 Reserve 3 K.G. Aardappelen 0 3 3 3 K.G. 7 Juli tot en met 3 Aug. 1941 In tijdvak pan weken 101 Algemeen 1 K.G. Suiker 1 1 1 1 K.G. 21 Juli tot en met 10 Aug. 1941 104 Algemeen 240 Gram Koffie-surrogaat 250 250 250 250 Gram 14 Juli tot en met 10 Auq. 1941 103 Algemeen 500 Gram Jam 500 500 500 500 Gram 10 Bloem Va Rantsoen Bloem, Brood of Gebak 4 4 4 4 Rants. 102 Algemeen A Rijst 250 Gram 250 Gram Rijst 500 500 500 500 Gram A Havermout 250 Gram Havermout of Gort 250 Gram 16 Juni tot en met 10 Aug. 1941 In tijdvak J weken 44 Algemeen 250 Gram Havermout of Gort 250 250 250 250 Gram 45 Algemeen 250 Gram Gort 250 250 250 250 Gram 54 Algemeen 100 Gram Vermicelli 100 100 100 100 Gram 55 Algemeen 100 Gram Maisena 100 100 100 100 Gram 17 Juli tot en met 3 Aug. 1941 In tijdvak ran 18 dagen 24—25 Boter 250 Gram Boter 250 500 500 500 Gram 24—25 Vet 250 Gram Boter met redactie 250 500 500 500 Gram ÉÉN RANTSOEN Brood Gebak Bloem Rijsrt Havermout Gort Vermicelli Maïzena Vleesch Vleeschwaren Jam Voor de overige hoeveelheden. 100 gram 75 gram 140 gram 300 gram 400 gram 500 gram 600 gram 70 gram 250 gram 250 gram 250 gram 100 gram 100 gram 100 gram 100 gram 75 gram 75 gram 100 gram 125 gram 150 gram 500 gram artikelen is het rantsoen Brood Beschuit, Wafels, Biscuits, Koekjes, óf Speculaas, Koek, óf Cake, of Gevuld Klein Korstgebak, óf Gevuld Groot Korstgebak, óf Taart, Gebakjes Tarwebloem, -Meel, Roggebloem,- Meel, Zelfrijzend Bakmeel Rijst, Rijstemeel, -Bloem, -Gries, Grutte- meel (gemengd Meel) Havermout, -Vlokken, -Bloem, Aardappel- vlokken Gort, Gortemeel, Grutten. Vermicelli, Macaroni, Spaghetti Maïzena, Sago, Aardappelmeel, óf Zetmeel, verwerkt in Puddingpoeder of Puddingsauspoeder Vleesch, gewicht van been inbegrepen Gerookt of gekookt Vleesch, óf Gerookte Worstsoorten, óf Gekookte Worstsoorten, óf Leverartikelen, Tongen worst, Nierbrood, óf Bloedworst Jam, Siroop, Honing, enz, gelijk aan de in bovenstaande lijst vermelde QemmgdeïR wichten AUTOBUS MET ARBEIDERS VERONGELUKT. Een doode, zes gewonden. Gisteravond omstreeks half tien reed als gewoonlijk een autobus van den garage houder Nijhuis uit Hengelo met arbeiders uit die plaats, die in Duitschland werken, over den straatweg van Bentheim in de richting Oldenzaal. Enkele honderden me ters voor de grens, dus op Duitsch grond gebied vloog in een bocht van den weg de autobus over den kop. Wat hiervan de oor zaak was is nog niet opgehelderd. Van de inzittenden werd de arbeider Wassink uit Hengelo, vader van drie kinderen, op slag gedood. Verder werden nog 2 arbeiders zwaar en 4 licht gewond. Met een zieken auto uit Oldenzaal werd de overledene en daarna ook de gewonden naar Hengelo overgebracht, terwijl de ongedeerden met een andere autobus derwaarts werden ver voerd. De autobus is zwaar beschadigd. Dames, 't is volkomen logisch, Dat U wel eens hebt gedacht, Als U weer Persil bestelde: Wit wordt mijNn huis gebracht? Krijg ik n«g,iprecies als vroeger, Van die JMmjVj/waliteit Of - zit inl'tl bekende pakje Ook wat „Tijdsomstandigheid"? Kijk eens: véél is er veranderd, Véél is achteruit gegaan; Oók Persil. Toch staat Persil nog, Nèt als vroeger, bóvenaan. Cl. D. In de Putschelaan te Rotterdam is gister morgen een ernstig verkeersongeluk ge beurd, waarbij een 29-jarige wielrijdster den dood vond. De wielrijdster mej. G. C. C. v. d. Voort, gewoond hebbende aan den Pleinweg, wil de in de Putschelaan nabij de Maashaven nog juist voor een uit de richting Briel- schelaan naderende stoomtram oversteken. Zij werd evenwel door de locomotief ge grepen en verdween onder den wagen. De juffrouw was vrijwel op slag dood. Doordat het paard schichtig werd en ter zijde sprong werd gistermiddag de 40-ja- rige Th. Adema uit Oudehaska, die zich met zijn patroon, een veehouder uit Has- kerhorne, met een boerenwagen naar het land wilde begeven om te melken, aangere den door een tram, komende uit de rich ting Joure. Adema werd zeer ernstig gewond en in bedenkelijken toestand naar het ziekenhuis te Joure vervoerd. Het paard kreeg zulke zware verwondingen, dat het ter plaatse moest worden afgemaakt. De veehouder kwam met den schrik vrij. VERDRONKEN. Gisteravond omstreeks acht uur is te Aoht- tienihoven onder de gemeente IJisselstein de 17-jarige J. van V. in den IJsel ver dronken. De jongen, die de zwemkunst niet meester was, kwam door de zuiging onder een vooTlbijigaande motorboot. INBRAAK MET GOEDEN BUIT. Inbrekers hebben in den nacht van Woensdag op Donderdag een goeden slag geslagen in een woning aan de Floralaan te Eindhoven. Door een raam van de keuken aan de achterzijde wisten zij binnen te komen en deden direct al een goede vondst, toen zij in een over een stoel hangende jas een por- Haagsche Politierechter Gezellige toestanden. Het is een zeer onfrisch begin, maar aan gezien het de kern vormt van de heele in gewikkelde kwestie zal het toch geschre- moeten worden. Ziedaar dus de ktrn. Mej. Th. H. K. te A 1 p h e n a. d. R ij tl zou volgens van K. gedurende een half jaar de W.C. niet schoon gemaakt hebben. Vol gens van K. hing er dus een „luohie". Nu zal men zeggen: wat gaat dat van K. aan. Natuurlijk ging het van K. aan, want deze is ook bewoner van het huis, waarin mej. K. woont. Ja, er woonde zelfs nog een derde familie in het huis. En zoo was er over deze, in een half jaar niet schoonge maakte gezamenlijk in gebruik zijnde W.C. ruzie ontstaan. Volgens van K. zou mej. K. hem aller lei onvriendelijkheden 'betreffende zijn levenswandel in het gelaat geslingerd hebben, welke onvriendelijkheden hem nog meer griefden dan het riekende poroelein. Mej. V. ontkende eerstens het riekende geval en tweedens de onvriendelijkheden. Van K. en niemand anders dan van K. had haar uitgescholden en op zijn beurt rommel bij juffrouw K. gedeponeerd. K. stond alleen met haar ontkentenis, want van K. had zijn gade meegebracht, die toevallig het schelden van de huisge- noote gehoord had. Juffrouw K. voerde nog als een verzach tende omstandigheid aan, dat van K. al tijd met iedereen overhoop lig. De Officier was de meening toegedaan, dat er over en weer gezellig 'gescholden was en hij gaf juffrouw K. den goeden raad om voortaan, als van K. soms scheldt, naar de politie te gaan, net als van K. ge daan heeft voor haai". Het gescheld van mej. K. als vaststaand aannemend. wat zij gezegd heeft is geen krantenlectuur, eisohte spr. een geld boete van f 20 subs. 10 dagen. „Hoe of de verhouding nu was", vroeg de Politierechter. „Ik ben verhuisd", deelde mej. K. mede. De Politierechter slaakte een zucht van verlichting en zei: „zorg dan, dat u met uw nieuwe buren geen ruzie krijgt". Het vonnis werd een geldboete van f 9 subs 9 dagen. De fiets. De timmerman C. W. v. d. V. te A 1- phen a. <L Rijn had, wat men noemt, een pracht van een ruzie gekregen met zijn buurman D. Het geval draaide hier over het recht van overpad, hetgeen v. d. V. be zat en waar D. ook rechten over deed gel den. In ieder geval was het zoo, dat D. na tuurlijk ook van het pad of eigenlijk was het een paadije, gebruik maakte. Je zou zoo zeggen: Waar maken die menschen zich dan druk over? Dat komt nu, want D. had zijn fiets op het paadje gedeponeerd en daardoor werd het paadje geblokkeerd en kon v. d. V. er niet door. Of dat de wer kelijke oorzaak was? In ieder geval was het zoo, dat v. d. V. de fiets oppakte om het paadje vrij te ma ken. De fiets werd op het erf van D. ge deponeerd. Maar D., die dit zag, wilde zijn fiets nu eenmaal op het paadje hebben, staan en maakte aanstalten om zijn gedach te ten uitvoer te leggen. Wat was toen het logisch gevolg van het geval? Heel een voudig. D. hield het eene eind van de fiets vast en v. d. V. het andere eind. En toen maar trekken jongens. Misschien zouden ze nog steeds staan trekken als v. d. V. het niet geforceerd had, welk forceeren hierin 'bestond, dat hij D. een knetter op een van zjjn oogen gaf, waardoor dit kij'kinstru- ment blauw werd'. Deswege 6lond v. d. V. in het beklaag denbankje. Tot zijn verdediging voerde hij aan, dat hij getart was tot een vecht partij, hetgeen de Officier niet zoo erg ge loofde en daarom twintig gulden boete eisehte. Nadat v. d. V. nogmaals gezegd had, dat het van weerskanten mis geweest was werd hij veroordeeld tot f 10 subs. 10 d. Een leuke ontvangst. Het was nu bepaald geen leuke ont vangst geweest, die den veldwachters M. L. C. de H. en C. M. B. uit N i e u w v e en, ten deel was gevallen, toen zij als opspo ringsambtenaren vergezeld van een speur hond, aan den kermisexploitant H. van E. in zijn woonschip te Nieuwveen ten deel was gevallen. Allereerst was van E. niet te spreken geweest over de reden van het bezoek, n.l. over een inbraak in de pastorie en een verdwenen badhanddoek uit een café. Vervolgens had hij iets te zeggen over dien speurhond. Volgens hem was het beest niet uit zich zelf naar de woonschuit gekomen, maar waren eerst de veldwachters gearri veerd, die toen den 'hond geroepen hadden. Over een en ander had hij zich zoo driftig gemaakt, dat hij de agenten begroet had met een welsprekende rede, die om het an dere woord een onnet woord bevatte en als slot de volgende volzin had: „Jullie zijn nog gemeener dan goed van een cent per el". Door deze laatste woorden hadden de aldus aangeroepenen zich beleedigd geacht en het .was geboekstaafd en opgezonden naar Den Haag. De verdaohte beriep zjch maar op zijn driftbui en op het feit, dat de veldwach ters hem zouden „zoeken". De Officier vond het gezegde zeer onbe hoorlijk en eisdhte 14 dagen gevangenis straf. Mr. Schaper uit Leiden, de verdediging voerend, wist het zoo ver te krijgen, dat verdaohte er af kwam met f 25 subs. 25 d. tefeulle met een bedrag van 2500 in bank papier aantroffen. De verdere speurtocht door het huis leverde op: f 60 in contanten uit twee beurzen, een kostbaar radiotoe stel, drie stellen distributiebescheiden, eenige tientallen benzinebons, een rijver gunning voor auto's, alsmede een vergun ning tot het dragen van een revolver, ten name van R. Krupka. De politie heeft on middellijk een uitgetireid onderzoek inge steld. De hoofdcommissaris van politie heeft een bedrag van 500 uitgeloofd voor dien- gene, die aanwijzingen kan geven, welke tot arrestatie van de daders en het achter halen van het gestolene kunnen leiden. ffiyfkllezittg. door Prof. Dr. JS. Gr ei tem aan 22e Week, 27 Juli—2 Aug. Handelingen 27 38 einde. Ie Brief aan de Korinthiërs 1: 12:16. Voor de zooveelste maal zien we, hoe Paulus de sympathie heeft gewonnen van de overheid. Dit is nu het geval met den honderdman, die de zorg had voor de ge vangenen. Om Paulus te sparen, ging hij in tegen het plan der ondergeschikte sol daten, die de gevangenen, en dus ook Paulus, wilden dooden, alvorens zij bij de schipbreuk konden ontsnappen. Zoo komt men ten slotte op Malta, zonder iets! Men vergete ook niet, dat Paulus bij deze schipbreuk zijn kostbare perkamenten, waarop de Bijbel geschreven stond, verlo ren heeft. (Zondag). De schipbreukelingen worden door de bewoners van Malta met liefde ontvan gen. Het is een teeken van de echtheid van dit verhaal, dat men onmiddellijk een vuur aanlegt, omdat de slachtoffers drijf nat en totaal verkleumd waren van de koude. Daarna werden zij voor drie da gen ondergebracht op het landgoed van den bevelhebber, Publius. Toen Paulus hoorde dat diens vader buikloop had (Lu- kas gebruikt de term „dysenterie"), genas hij den zieke. Daarna bracht men alle zie ken bij hem. Intusschen was het winter geworden, een tijd waarin de zeevaart gesloten was in de oudheid. Men moest dan wachten tot het voorjaar. Zoodoende bleven de solda ten, de gevangenen en verder de geheele scheepsbemanning drie maanden op Malta. Daarna konden zij vertrekken met een ander schip, dat ook in de haven overwin terd had. Deze reis gaat voorspoedig. Ze voeren rechtstreeks naar het eiland Sici lië, met de haven Syracuse, gingen van daar naar de straat van Messina, waar zij de haven Regium aandeden. Dan voeren zij met een sterke Zuidenwind naar het Noorden en kwamen in twee dagen reeds in Puteoli, dicht bij Napels. Ze hadden dus een afstand van 300 K.M. in dezen korten tijd kunnen afleggen, omdat de wind zoo gunstig was. Daar troffen zij de broeders en gingen nu te voet naar Rome. Het was een afstand van 209 K.M., die ongeveer vijf dagen vroeg. Maar Paulus, die aan loo- pen gewend was, vergat de tijd omdat hij in het gezelschap van broeders was. (Maandag). Paulus was nog steeds gevangen, maar de Handelingen zeggen, dat hij een eigen woning mocht betrekken. Dit is te danken aan het gunstige verslag, dat Festus had meegegeven. Paulus behoefde niet in het gevangenkamp te blijven, maar mocht in de stad wonen. Toch was hij ook daar niet vrij; hij stond voortdurend onder militaire bewaking. Van den anderen kant mocht hij zijn vrienden ontvangen en kon hij door hen worden verzorgd. Verder zag Paulus nu ook kans om anderen tot zich te trekken en zoodoende ontbood hij de voor naamste Joden bij zich, om wederom op de eerste plaats (zooals zijn gewoonte was geweest) aan de Joden het Evangelie te prediken (Dinsdag). Ook onder deze ongunstige omstandig heden werkte Paulus en maakte hij be keerlingen. Verder is ons daarover niets bekend, maar wel kennen wij een andere, heerlijke vrucht, die in dezen tijd is ge rijpt, namelijk de prachtige serie „gevan- genschapsbrievén", die hij hier schreef en die werden verzonden aan Efese, Kolosse, Filippi en Filemon. In deze brieven leert men denzelfden en toch weer een anderen Paulus kennen. Hij is dezelfde gebleven, maar zijn gedachten zijn verdiept en ge rijpt. Daarom behooren deze 4 brieven tot het diepzinnigste, dat Paulus geschfeven heeft. Na twee volle jaren werd Paulus vrij gelaten. Hier breekt het verhaal der Handelingen plotseling af. Het vervolg kan men eenigszins terugvinden in de brieven aan Timoteüs en Titus en uit de andere bronnen der Kerkgeschiedenis. (Woens dag). De Eerste Brief van Paulus aan de Korinthiërs. Met een zeker aarzeling noodig ik hier bij den lezer uit, een begin te maken met de Brieven van den Apostel Paulus. Ik geef toe, dat het een waagstuk is. Maar eens zal men toch aan den rijketom van Paulus moeten beginnen, en wie eenmaal daarin den weg weet, zal uit deze brieven de diepste gedachten, de grootste kracht en de heerlijkste troost kunnen putten. Lezers, die met ons begonnen zijn den Bij bel te lezen, weten er nu eenigszins den weg. En vooral nu we de Handelingen der Apostelen hebben doorgenomen, ligt het als het ware voor de hand om nu eens te zien, wat Paulus schrijft aan die kerken, welke h'i op zijn reizen heeft bezocht en welke wij reeds hebben leeren kennen uit de Handelingen. Wij beginnen met den eersten brief aan de Korinthiërs; de lezer kan er desnoods nog eens Hand. hoofdstuk 18 op naslaan. Vóórdat hij daarmede ech ter begint, moet hij eens rustig den tyd nemen, om de algemeene inleiding op de brieven van Paulus te lezen en in zich op te nemen. Die staat beschreven op blz. 345 en volgende in den Petrus Canisius Bijbel. Eerst komt een overzicht over Paulus' le ven, en dan volgt voor den lezer het voor naamste: n.l. een algemeene beschrijving van Paulus' brieven. Vooral wat op het einde van blz. 348 staat, verdient de aan dacht, omdat de lezer daar een methode aantreft hoe hij voornamelijk deze moei lijke geschriften het best en vruchtbaarst kan lezen. Heeft men dit gedaan, dan leest men de inleiding op dezen eersten brief aan de Korinthiërs. Elk begin is moeilijk, en vooral de overgang van de geschied kundige stukken (die wij tot nu toe be handeld hebben) naar de persoonlijke en somtijds heftige brieven is zwaar. Maar wie den ernstigen wil heeft om deze rijke gedachten in zich op te nemen, wordt ze ker voor zijn moeite beloond. Na den proloog, brengt ons de brief on middellijk midden in het leven en de moeilijkheden van de Kerk te Korinthe. Er zijn partijen ontstaan,, en ieder beroept zich op een grooten naam. Paulus mengt zich niet in het debat, maar wijst er dade lijk op, dat men alle partijschappen moet opzij zetten en alleen Christus moet aan hangen. (Donderdag). Hierop volgt dan het bekende thema van Paulus: de dwaasheid van het Kruis tegen over de zoogenaamde wijsheid der wereld. Met leze dit stuk met aandacht! Wij Chris tenen verstaan Paulus, omdat wij het Kruis liefhebben. De wereld begrijpt daar niets van en lacht de Christenen uit. Maar het is het lachen van een armen dwaas. Laat dit stuk op u inwerken, en bedenk dat Paulus dit schreef aan menschen uit een bedorven stad. Aan menschen, die voor kort nog heidenen waren en in dat bederf waren weggezakt. En toch: nu reeds weet Paulus hun gedachten zoo hoog op te voeren! (Vrijdag). Het thema van gisteren wordt verder uitgewerkt in de prachtige tegenstelling: wijsheid voor God en dwaasheid voor de wereld. Maar het hevat ook voor ons een les. Alleen wie een echt geestelijk leven leidt, kan binnendringen in de diepten van Gods Geest en kan begrijpen wat Pau lus hierover zegt. (Zaterdag). Men zoeke zijn kracht niet in veel lezen, maar liever in aandachtig lezen. (Petrus Canisius Bijbel, blz. 348). Zondag, Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag, Vrijdag, Zaterdag, Hand. 27:39-44 Hand: 28: 1-15 Hand. 28:16-22 Hand. 28:23-einde. 1 Kor. 1: 1-16 1 Kor. 1:17-31 1 Kor. 2: 1-16 Ulat wlM U uxtte.1% omitejni dei dLMLfadit? Vraag 1. Onlangs las ik in de cou rant dat er verruiming was gegeven be- treffende sdhoenibon No. 2 om het leeren- schoeisel te sparen. Ik ben in 't 't beizit van 1 paar heerenschoenen en héb 7 weken geleden een bon No. 2 aangevraagd om de ze sohoenen te sparen. Op mijn herhaald aandringen is da bon mij steeds geweigerd en werd mij gezegd: U krijgt wel bericht. Tot wie kan ik mij wenden om in het be zit te komen van genoemden bon. 2. Hier in deze streek wordt steeds ge bruik gemaakt van z.g. gymschoenen voor augurken,plukken emz. Nu héb ik er een paar aangevraagd en wordt irnij gezegd, dat ik misschien over een maand er voor in aanmerking kom, hoewel ze direct noo dig zijn en over een maand deze werk zaamheden afgeloopen zijn. Tot wie moet ik mij ook voor deze zaak wenden. Antwoord: Er is geen andere weg om schoembormen te krijgen dan via de be treffende afdeeling op het distributiebu reau. Het distributiebureau krijgt echter een beperkt aantal bonnen toeigteweizen, dat in verband met de vele aanvragen spoedig ls uitgeput. Daarna moet ook dit bureau op nieuwe aanvulling wachten. Het is dus heel goed mogelijk, dat het bureau momenteel geen bonnen meer heeft. En waar niets is verliest zelfs de keizer zijn recht In vehband ook met vraag 2 is de eenige mogelijkheid nog, dat U zich persoonlijk aan het distriJbutiébureau in uw woonplaats vervoegt en uw zaak uiteenzet. Zoo men nog 'bonnen heeft, zal men U dan misschien helpen. Maar een andere weg is er niet. DE BOOM. Wie is verlaat'ner dag aan dag, Dan die alleen maar groeien mag, Heel eenzaam aan den waterkant En daar een dak van blaren spant Terwijl de mensoh zijn vreugd beleeft En toch niets voor hem over heeft Wie is veriatener dan hij, Wien heel de wereld gaat voorbij? Daar staat een boom en niemand ziet Naar hem, van wien men zoo geniet. Een dienstmaagd slechts, die op hem let Als z' aan zijn voet de aschbak zet. Het loon voor schaduw op de straat Zijn koude piepers, kluif of graat, Wat van een goeden maaltijd rest Is voor dien boom (nog opperbest. Hij schudt het hoofd, zóózeer misdeeld, Wanneer de wind zijn 'blaren streelt. Méér dan de mensch geeft hem de wind, Die met hem stoeit als met een.kind. Die schudt hem wakker uit den droom, Die mooie, groene, stille boom! Hij blaast dan in het groene haar En schudt zijn haren door elkaar. Maar, ach, de 'boom is zoo gewend Aam 't leed, dat hij des morgens kent, Hij kent die jarenlange sleur, Dan komt de dienstmaagd uit de deur, Die sleept een stapel matten aan, Om 't lijf van dezen boom te slaan. En verder geeft er niemand acht Op hem, die staat en groeit en wacht. O, ja, er is er toch nog één, Die trouw is en doe dikwijls heen- Komt en verwijlt aan zijne voet Heel even somsomdat het moet. Dat duurt dan maar een korte stond, Het is een arme, maagTe hond, Die, als de boom stil zucht en beeft, Voor hem nog wel wat over heeft. TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 7