DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Vernietiging- oan den Beeietwtand
in de S-aujet-ILnie
Momentje
DINSDAG 15 JULI 1941
32ste Jaargang No. 9999
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
Bureaux Papengracht 32.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Verbetering in de
„wer «verruiming"
Er is ingevoerd een nieuwe loonregeling
bij de werkverruiming.
De werkverruiming is gereorganiseerd.
De grondgedachte bij deze reorganisatie is:
het losmaken van de werkverschaffing van
de steunsfeer, waarin zij tot dusver ver
keerde. De bedoeling is, niet slechts dat
voortaan iedere werklooze voor plaatsing
bij de werkverruiming in aanmerking
komt, maar ook dat zijn loon en arbeids
voorwaarden zich nauw zullen aansluiten
bij die in het vrije bedrijf.
Inzoover dit laatste wordt bereikt, jui
chen wij bedoelde reorganisatie van de
werkverruiming toe als een aanzienlijke
verbetering. Een aanzienlijke verbetering,
omdat de nieuwe regeling dan beter be
antwoordt aan de eischen van rechtvaar
digheid, dan de tot nu toe bestaande.
Men heeft steeds met een beroep op de
niet-dringende noodzakelijkheid van een
bepaald werk lager loonen uitgekeerd dan
de in het vrije bedrijf geldende. Maar, eer
stens, stond die niet-dringende noodzake
lijkheid lang niet altijd vast. En, vervol
gens, waarom zou dat eigenlijk een reden
zijn om een volwaardigen arbeider voor
volwaardigen arbeid minder loon uit te
keeren?
In een sleur van vele jaren -waren wij
de reeële, nuchtere kijk. op vele dingen,
verband houdende met werkloosheid en
werkloosheidsbestrijding, kwijt geraakt;
veel erger nog: was ook het inzicht in de
eischen van rechtvaardigheid vertroebeld
geworden.
Vooral in dezen tijd geniet een arbei
der, wiens loon „nauw aansluit" bij het
loon in het vrije bedrijf, nóg geen weelde!
Doch, afgezien van omstandigheden, per
s e is het zooals wij reeds opmerkten
ongemotiveerd, dus onrechtvaardig, een ar
beider in werkverruiming niet te betalen
voor een als volwaardigen arbeid ver
richte praestatie.
Dat door den secretaris-generaal van het
dgpartement van Sociale Zaken de werk
verruiming is geplaatst op de basis van vol-
•waardigen arbeid is een belangrijke prin-
cipieele wijziging, waarvan wij kunnen
verwachten practische verbeteringen in
loon en arbeidsvoorwaarden.
V Waar hel loe leidt
„Consequentie der godloosheid" dit is
de titel van een correspondentie uit Berlijn
in de „Tijd" van gisteravond, waarin o.m.
de aandacht wordt gericht op ontstellende
gevallen van verwording en ontaarding in
den communistischen heilstaat.
Met alle reden staat er boven dit alles:
consequentie der godloosheid. Inderdaad,
de godloosheid sleept stoffelijke, geestelijke
en zedelijke ellende achter zich aan als
consequenties!
Bij het aanschouwen van dat alles al
dus in dezelfde correspondentie in de „Tijd"
„komt men weldra tot de ontdekking,
waar het toe leidt, wanneer de religie van
staatswege of althans met goedkeuring of
onder medewerking van hooger hand sys
tematisch wordt bevochten en uitgeroeid".
Met tegenwerking van den godsdienst
door den Staat ondergraaft de Staat zijn
eigen fundamenten, zijn eigen bestaan.
Zulk een houding van den Staat leidt tot
ondergang van dien Staat. De feiten hebben
het in het verleden bewezen en zullen het
in dezen tijd weer bewijzen.
DE WAARDE
VAN EEN
MENSCHENLEVEN
WELK een waarde een menschenleven
voor den Rus heeft, wordt duide
lijk gedemonstreerd door een voorval, dat
zich dezen dagen afspeelde bij het trans
port van een groep gevangen genomen
bolsjewistische soldaten. Onderweg trapte
één van de gevangenen op een nog niet op
geruimde verborgen landmijn, welke ont
plofte en een aantal gevangenen in stukken
reet. De overige gevangenen reageerden
op dit noodlottig ongeluk in het geheel niet.
Op bevel van de begeleidende Duitsche
soldaten werden de dooden begraven en
daarna marcheerden de Russen verder als
of er niets gebeurd was.
Zooiets is typisch Russisch.
Op een kroningsfeest te Moskou ter eere
van tsaar Nicolaas II gebeurde er een
ongeluk, een tribune stortte in en onge
veer 2000 personen kwamen om het leven.
Het feest ging evenwel door; des avonds
verschenen de tsaar en de tsarina in den
schouwburg, alsof er niets gebeurd was.
Is het dus reeds een typische karakter
trek van den Rus om het leven van een
medemensch niet te tellen, men kan zich
voorstellen, hoe deze karaktereigenschap
onder het Sovjet-regiem is „gecultiveerd".
Toen de bolsjewki aan de macht kwa
men en er een verschrikkelijke burger
oorlog woedde, vielen duizenden en dui
zenden Russen; zij sneuvelden, werden
heimelijk vermoord of verdwenen in de on
eindigheid der Siberische steppen. Men
schat de slachtoffers in de eerste 5 jaren
op circa drie millioen.
Toen volgde de beruchte boerenpolitiek,
de misdadige poging om den Russischen
boer met geweld los te scheuren van het
land, dat hij altijd had bewerkt en alles
gemeenschappelijk bezit te maken. Waar
de boeren niet wilden meewerken, werd
hun eenvoudig de oogst weggehaald, zoo
dat er in 1932—33 een hongersnood ont
stond, welke aan tién millioen Russische
boeren het leven kostte. En onder dege
nen, die in het leven bleven, onder de
steeds toenemende bevolking van de ste
den, waar al spoedig een woningnood
heerschte, zooals men zich hier niet kan
voorstellen, werd in den loop der jaren
door de Gepeoe een opruiming gehouden,
welke men raamt op ruim acht-en-een-
half millioen. In reusachtige transporten
werden dwangarbeiders naar de werkob-
jecten gedreven, naar het kanaal naar de
Witte Zee, naar het Wolga-Don-kanaal,
naar den Moermansk-spoorweg. De mees
ten keerden nimmer terug.
Wanneer men de balans opmaakt komt
men tot de ontstellende conclusie, dat jaar
lijks 1.300.000 menschen gevallen zijn als
offer aan den Moloch, die Sovjet-regiem
heet.
Bolsjewistische organisatie, doordrijver ij
van communistische wanbegrippen, recla
me zucht van Moskousche machthebbers,
achterdocht op het Kremlin, welke uit
voerige zuiveringsacties noodzakelijk
maakte, sabotage-processen, kortom het ge-
heele samqnstel van Sovjet-regeerder ij
heeft met menschenlevens omgesprongen
op een hoogst onverantwoordelijke wijze,
alles onder de leuze van vrijheid, gelijk
heid en broederschap.
Wat beteekent een menschenleven in de
Sovjet-Unie? Het kan niet anders dan tot
groote voldoening strekken dat bij iedere
succes der Duitsche wapenen, bij iedere
nieuwe melding van terreinwinst, het ge
vaar van een dergelijk onmenschelijk sy
steem verder terugwijkt van het Westen.
Wanneer Europa eindelijk gezuiverd zal
zijn van dezen smaad der menschheid, zal
een zucht van verademing opgaan over het
geheele continent.
BONNEN
HEDEN EN MORGEN NOG GELDIG.
Bon 22 en 23 boterkaart.
Bon 22 en 23 vetkaart.
Tot en met Donderdag:
Bon 25 vleeschkaart.
Gedwongen
collectiviseering
Met een cynisme zonder weerga vierden de bolsjewisten hun woede op kloosters
en kerken bot. Kostbare altaarstukken en sieraden werden van de wanden gerukt
en meegesleurd (Orbis-Holland)
VAN BOER TOT DWANGARBEIDER.
Van de stelselmatige bestrijding van den
boerenstand in de Sovjet-Unie en zijn lij
felijke vernietiging getuigt een lange reeks
onmenschelijke misdaden. De machtheb
bers van het Kremlin hebben hun anti-boe-
renpolitiek herhaaldelijk officieel gemoti
veerd. Lenin zei: „In de overheersching
van de kleine boerenbedrijven ligt het
groote gevaar voor het communistische
ideaal". Een uitlating van het orgaan van
het roode leger luidt: „De politiek der li
quidatie van den boerenstand correspon
deert volledig met de politiek der verdrij
ving van de kapitalistische elementen".
Deze uitlatingen zijn kenmerkend voor
de bolsjewistische „agrarische politiek". Er
is wel nauwelijks een overtuigender bewijs
mogelijk voor de zuiver intellectueele, on
historische en van de werkelijkheid afge
keerde politieke ideologie van Marx, Lenin,
Stalin, Kaganowitsj c.s. dan hun princi-
pieele afwijzing van den boerenstand, voor
al in een lard, waar de bevolking nog om
streeks het begin van deze eeuw voor 90
procent op het land en van het land leefde.
Indien men niet wist, dat de vertegenwoor
digers en uitvoerders van deze ideologie
Joden zijn, dan zou men het reeds aan deze
agrarische politiek merken.
Rooftochten.
De stelselmatige strijd van de stad tegen
het land nam een aanvang. Gewapende
horden communisten trokken er op uit om
levensmiddelen te requireeren, die na de
vernieling van het economische apparaat
niet meer in voldoende mate de steden tibe-
reikten. De methoden door middel van
grootscheepsche rooftochten na den oogst
het broodgraan bijeen te garen of in den
loop van het jaar vee en vleesch voor de
groeiende steden te requireeren, werd zoo
ver doorgevoerd, dat de boer tenslotte zon
der uniforme leiding er toe overging zelf
zijn boontjes te dopTpn. Het lijdelijk ver
zet van het geheele land, dat zich uitte in
een ontzaggelijken achteruitgang van de
productie, leidde in Maart 1921 tot de z.g.
nieuwe economische politiek (Nep), waar
door men hoopte den boer, die rechteloos
was geworden, weer tot arbeid op den ak
ker te brengen:
Sterker echter dan het tijdelijke economi
sche inzicht en het eigenbelang der steed-
sche machthebbers bij een betere levens
middelenproductie was de gedachte van
den klassestrijd en het communistische
ideaal.
De z.g. „koelakken".
Toen het bebouwde oppervlak, dat in
1921 was gedaald tot omstreeks zestig pro
cent van dat van voor den oorlog, zich tij
dens de Nep weer tot over de tachtig pro
cent had hersteld, daar de opbrengst weer
den boer toebehoorde, achtte men in 1928
het oogenblik voor den beslissenden slag
tegen den boer gekomen. Aan het eerste
vijf jaarplan werd de gedwongen collectivi
seering verbonden. De handel op het platte
land, die zich onder de Nep weer had ont
wikkeld, werd tot staatsmonopolie gemaakt,
waardoor de Sovjets voor hun politiek de
noodige gelden uit den tusschenhandel
waren gewaarborgd en bovendien werden
de belastingen voor het platteland buiten
gewoon verhoogd. De plattelandsbevolking
werd tegenover de stedelingen politiek van
haar rechten beroofd, want na de kies
rechthervorming van 1928 had de stem van
een industrie-arbeider even groot gewicht
als die van vijf boeren. Iedere koelak,
d.w.z. iedere boer, die meer dan twee
vreemde werkkrachten in dienst had, werd
al dadelijk „kapitalist" en „vijand des
volks" uitgeschakeld en, „geliquideerd".
Duizenden en duizenden werden als koe
lakken, of ze dit nu waren dan wel den
plaatselijken Sovjet alleen in den weg
stonden, met hun gezin verbannen of ter
stond „gevonnist" en doodgeschoten. Voor
de overigen gold het program van Stalin,
dat luidde, dat de geheele bewerking van
den bodem zou geschieden in staatsbedrij
ven of in collectieve bedrijven onder staats
toezicht. Het minste, dat in de „kolchozen"
gemeenschappelijk eigendom werd, was het
vee, de machines en de arbeid van de boe
ren. In de volledig gesocialiseerde „artels"
en communes was er zoo goed als geen
particulier eigendom meer.
De overige maatregelen, bij voorbeeld de
terreur wet van 7 Augustus 1932, die op
eigen gebruik van den oogst als ,-,roof" de
doodstraf stelde en de vele andere maat
regelen ter voltooiing van het hoorigen-
stelsel, waarin de Russische plattelandsbe
volking thans onder dwang was georgani
seerd, brengen principieel niets nieuws.
De boer is in de 24 jaar Sovjet-heer
schappij vermoord, als dwangarbeider naar
de Noordelijke regionen of naar Siberië
verbannen of een hoorige van de Sovjet
geworden.'
De kogel als argument.
Naast Stalin zijn voor de gedwongen col
lectiviseering vooral de drie Joden, Kaga
nowitsj, Baumann en Jadoga aansprake
lijk. Van laatstgenoemde is de bekende
Uitspraak afkomstig: „De kogel is het al
lerbeste strijdmiddel tegen de boeren".
Interessant is, dat in den tijd, toen het
land verarmde, de stad geweldig toenam
in inwonertal, zonder dat overigens de in
dustrie-arbeider daar een merkbaar beter
bestaan leidde. Het percentage van de plat
telandsbevolking daalde in de Sovjet-Unie
van 82.1 procent in 1926 tot 67.2 procent
in 1939.
Als men de geschiedenis van dezen groot
sten vernietigingsstrijd uit de wereldge
schiedenis tegen den boerenstand in een
land overziet, dan geraakt men niet slechts
in ontzetting over de ontelbare moorden,
de ontzaglijke roof en de knechting, maar
ook over de consequentie en meedoogen-
loosheid, waarmee het plan tot ontbinding
van elke „burgerlijke maatschappij" werd
uitgevoerd. Wat aan natuurlijke banden
bestond, werd verscheurd. In de plaats
daarvan kwam de verafgoding van de tech
niek. De machine zegevierde waar de na
tuur sedert tientallen eeuwen aan het le
ven een bijzondere beteekenis had gege
ven, b.v. ook in de nauwe betrekking tus-
schen mensch en dier. Met een raffinement,
waartoe slechts de ontledende geest van
den Jood in staat is, heeft men getracht de
wortels van den boer los te rukken. De ge
schiedenis zal leeren, dat de droom van
een Joodschen Sovjetstaat juist op dit ex
periment is gestrand.
NIEUWE REGELING DER ARBEIDS- EN
LOONVOORWAARDEN IN DE WERK
VERSCHAFFING
President Jacob van de Geschaftsgruppe
soziale Verwaltung bij den Commissaris-
Generaal voor Financiën en Economie deelt
mede:
Tot de maatregelen, welke ter oplossing
van de sociale problemen ter beschikking
staan, nemen die betreffende de werkver
schaffing een vooraanstaande plaats in.
Reeds sinds langen tijd heeft men erkend,
dat de staatszorg voor de werkloozen niet
alleen in den vorm van ondersteuning kan
bestaan. De staat heeft vooral ook de ver
plichting, de werkloos geworden landgenoo-
ten moreel en geestelijk bij te staan. Deze
hulp bestaat hierin, dat men op redelijke
voorwaarden werk verschaft.
Daarbij komt, dat deze arbeid, het culti-
veeren en ontginnen, het winnen van nieuw
land enz. den arbeider het bewustzijn geven
zal, dat hij ten bate van het welzijn van
volk en staat werkzaam is. Dat is de eigen
lijke grondslag van de werkverschaffings
maatregelen. Om dit doel te bereiken, was
het noodig, de plannen voor openbare wer
ken in Nederland aanzienlijk uit te breiden.
Hiertoe moesten eerst de noodzakelijke
wettelijke grondslagen geschapen worden,
hetgeen bereids is geschied. Vervolgens was
een principieele nieuwe regeling van de ar-
beids- en loonvoorwaarden vereischt. Deze
nieuwe regeling is in de staatscourant van
11 Juli opgenomen. Zij stelt de werkzaam
heid in de openbare werkverschaffing gelijk
aan den arbeid in het vrije bedrijf. Het wer
ken in de werkverschaffing is niet meer
zooals tot dusver een andere vorm van open
bare werkloozen ondersteuning. Ieder zal
naar zijn prestatie kunnen verdienen. An
derzijds is echter ook vastgelegd, dat zij,
wien hét voorloopig nog niet mogelijk is, ge
middelde prestaties te leveren, redelijke
verdiensten kunnen bereiken.
Voor nadere bijzonderheden wordt naar
de regeling zelve verwezen.
J. M. H. NIJST. t
Op 66-jarigen leeftijd is te Nijmegen
overleden de heer J. M. H. Nijst, bekend
accountant aldaar, die verder kantoren ge
vestigd heeft te Utrecht, 's-Hertogenbosch
en Maastricht.
WETHOUDER TE HAARLEM BENOEMD
De regeeringscommissaris voor Haarlem
heeft den heer A.< Hofman, directeur der
N.V. Mij. tot Aanneming van Waterbouw
kundige Werken te Haarlem benoemd tot
wethouder van openbare werken van deze
gemeente.
Tot commissaris van politie te Hilver
sum is benoemd mr. Ph. L. J. Reijinga,
thans commissaris vai\ politie te Zand-
voort.
De nieuwe commissaris van politie is in
1904 geboren en studeerde aan de Amster-
damsche Universiteit rechten. Hij heeft
deze studie met den politiedienst gecombi
neerd en was bij het afleggen van zijn doc
toraal examen werkzaam als inspecteur van
politie te Amsterdam.
Mr. Reijinga werd in 1936 benoemd tot
commissaris van politie te Zandvoort en
op 27 Febr. van dit jaar tevens belast met
de waarneming van het commissariaat van
politie te Hilversum.
De wnd. secretaris-generaal van het de
partement van Financiën heeft bepaald, dat
aan winkeliers van tabaksfabrikaten uit
stel van inlevering van het aangifteformu
lier voor de omzetbelasting over de maan
den Mei en Juni 1941 worde verleend. Be
taling van de over die maanden verschul
digde belasting kan mitsdien vooralsnog
achterwege blijven.
CAFéTJES.
Gij zult zeggen, dat het geen bijzon
dere bekoring kan hebben te zitten in
een klein café'tje, dat als verloren
staat ergens in het boerenland.
En ge hebt gelijk.
Gij zult zeggen, dat het een vreem
de wijze van vacantie genieten is des
morgens na het ontbijt, met het oog ge
richt op de blauwe lucht, even na te
denken naar welk café'tje men op de
zen vroegen zomermorgen nu het eerst
zal gaan om bij een koel glas bier na
te denken over vrijheid en zoo.
En ge hebt alweer gelijk.
Gij zult zeggen, dat het nog vreem
der is des middags wéér in zulk een
café'tje te gaan zitten achter 'n schrale,
maar toch koele pils en maar weer
opnieuw uit te kijken over het verre
wijde land.
Goed, goed, ge hebt gelijk.
Maar intusschen heb ik gefietst van
het eene café'tje naar het andere. En
ge vergeet de hitte en de vrijheid en
dat het in al die café'tjes gelijkelijk
stil, donker en wat weemoedig is.
De gordijntjes zijn neergelaten.
En er zitten een paar mannen even
eens verkoeling te zoeken bij pils.
Hun gezichten zitten vol voren juist
als hun land.
Hun gebaren zijn langzaam.
Hun gelaten vredig.
Him tabak slecht.
Hun wenschen oud.
Hun gesprekken zwijgend.
Er zijn daar geen kranten, geen poli
tiek en geen oorlog.
En ik heb gedacht, dat het dwaas is
geweest, die café'tjes te gaan zoeken
in Grin del wald of in het Schotsche
Hoogland.
En ik heb gelijk....
De bijzondere omstandigheden hebben
in dein laatsten tijd aanleiding gegeven tot
het ontstaan van een levendigen handel in
konijnen en geiten. Hierbij worden vaa'k
buitensporige winsten gemaakt. De han
del strekt zich zelfs uit tot pasgeboren nest-
konijen, die vroeger nooit als handelswaar
in aanmerking plachten te komen.
Die gemachtigde voor de prijzen deelt
mede, dat het hier een ernstige overtre
ding van de prijs voorschriften betreft. Zoo-
.lang voor konijnen en geiten geen afzon
derlijke regeling tot stand is gekomen,
gelden in dit opzicht de algemeene bepa
lingen, welke verkoop tegen een hoogeren
prijs dan op 9 Mei 1940 verbieden. De con
trole op de naleving de prijsvoorschriften
door de inspecties voor de prijsbebeer-
sching zal zich ook met dit gebied bezig
houden.
Men zij dus gewaarschuwd'.
In de Ned. Staatscourant is opgenomen
een beschikking van den secretaris-gene
raal van het Departement van Landbouw
en Visscherij, w2®rbij de meelcentrale de
bevoegdheid krijgt aan de cacaoindustrie
een inleveringsplicht op te leggen mede
t.a.v. cacaoproducten.
Volgens een beschikking van den Secre
taris-Generaal van het Departement van
Landbouw en Visscherij, opgenomen in het
Verordeningenblad, wordt magere melkpoe
der aangewezen als distributiegoed in den
zin van artikel 4 van de distributiewet.
DISTRIBUTIE VAN GOUD EN ZILVER.
Een in het verordeningenblad opgenomen
beschikking van den secretaris-generaal
van het departement van handel, nijver
heid en scheepvaart, wijst goud en zilver
aan als distributie goederen in dien zin van
artikel 4 van de distributiewet 1939.
Het college van rijksbemiddelaars
maakt bekend, dat is ingediend een verzoek
tot algemeen verbindendverklaring van be
palingen van een collectieve arbeidsover
eenkomst, afgesloten tusschen werkgevers
organisaties eenerzijds en werknemersor
ganisaties anderzijds.
Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld
verzoek kunnen schriftelijk worden inge
bracht bij het college va nrijksbemidde-
laars vóór of op 28 Juli 1941.
Het verzoek ligt tot en met 28 Juli 1941
voor belanghebbenden ter inzage op de bu-
reelen van de districtshoofden van de ar
beidsinspectie te Amsterdam, Haarlem,
's-Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Breda,
Maastricht, Arnhem, Deventer en Gronin
gen.
GESLOTEN VISCHTIJD.
In de Ned. Staatscourant zijn opgeno
men beschikkingen van den secrtaris-ge-
neraal van het departement van Land
bouw en Visscherij, waarbij wordt be
paald dat:
1. De gesloten tijd voor het visschen
met het staand ansjovisnet, de ansjovis
fuik, het ansjovissleepnet en den wonder-
kuil in de Waddenzee in 1941 zal ingaan
1 Augustus in plaats van 15 Juli, en
2. In de Zeeuwsche stroomen tot en met
31 Juli 1941 mag worden gevischt met de
ansjovisfuik, het ansjovissleepnet en het
staand ansjovetnet.