DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN fZ)e Sicdin-CuUe uwtdt aangepakt De bovenloop van de Dnjestr bereikt LG: ÏINSDAG 8 JULI 1941 32ste Jaargang No. 9993 3)e £eid&cli£0ou/fca/nt (vc5foon: Redactie 20015. Administratie 20935. ïg) Vo 103003. Postbus 11. Bureaux Papengracht 32. Bf Oud en nieuw - 1 ^foinlangs heeft voor de congres-vergade- ldde van de Alg. Ned. Ver. voor Vreemde- ?ycfenverkeer de heer Jan Gratama een Derirdracht gehouden over Oude Neder- - ^ische Bouwkunst. Hij zeide daarin (vol- l^8 een verslag in de „Nieuwe Rott. Crt.") st Bh „Het behoud van de oude Nederland- n sche bouwkunst aldus spr. is niet k alleen van belang voor het Nederland en sche volk, maar ook voor het vreem- c delingenverkeer. Immers, waarom be- ?n zoeken toeristen Nederland? Omdat in Bh' ons vaderland het landschap, de steden I en dorpen, de bouwkunst, enz. een fn eigen karakter hebben. Wanneer dit zich niet onderscheidde van bijv. het Fransche karakter van landschap, ste- •an den, enz. dan zou er geen speciale aan- :k leiding zijn, Nederland te bezoeken, ten, want dan kon men evengoed naar ;ht Frankrijk gaan. •ecl Ongetwijfeld heeft ons vaderland een n eigen cultuur en een eigen mentaliteit. In zooverre wij ons van andere naties uv onderscheiden hebben wij een eigen be- 3-0' teekenis, en wekken wij de belangstel- la; ling der vreemdelingen. Wil echter fo° deze belangstelling groot zijn, dan moet 4| onze cultuur niet alleen eigen-aardig s® zijn, maar dan moet ons volk in dit bij- j, zondere tevens iets belangrijks hebben gepresteerd. Dit nu is het geval. Wij hebben een cultuur geschapen, die •N zoowel door haar eigen karakter als - door haar kracht, rust en geluk, indruk maakt op den vreemdeling, ja hem een nieuwe en onbekende wereld doet open q gaan. Daarmede verrijkt de vreemde- kp ling zijn leven. Hij ziet de belijdenis van een cultuur, die niet de zijne is, rrj| maar waarvan hij de beteekenis en het begeerenswaardig geluk ervaart. Der gelijke culturen hebben wereldbetee- kenis, en het kan onze trots zijn, dat de rp Nederlandsche cultuur daartoe ook be hoort". mMen zal den spreker zeker niet ontzeggen rbied voor wat wij in Nederland bezitten ^in cultuur, zeker niet ontzeggen waardee- )0ng voor het oude. Maar diezelfde spreker ging na het voor- ts;gaande aldus verder: „Een natie is niet sterlf levend, wan- d neer zij zich afsluit voor het nieuwe en halsstarrig blijft bij het oude, het een- er maal verworvene. Een dergelijke natie komt geheel buiten het wereldgebeu- ■n ren en de wereld-ontwikkeling te staan *r en sterft dus noodzakelijk cultureel af". h Open oog dus, vraagt de heer Gratama, ^'oor de eischen van een nieuwen tijd! m Geen conservatisme in den verkeerden dan: roemen alléén op wat oud is en op tyles wat oud is, en afwijzen alléén wat ieuw is en alles wat nieuw is. Wij vonden in bovenstaande twee cita- »n bijzonder klaar tot uitdrukking gebracht Re geestesgesteldheid, die ook de onze Joet zijn. hj'Men kan veel in het oude oprecht waar-= raeeren, maar.... die waardeering sluit k a n g niet a 11 ij d in, dat men het ook geschikt acht als copie voor wat een nieu we tijd moet voortbrengen. Waardeering lsluit lang niet altijd in: navolging, en nooit: -eiaafsche navolging. In bezonnenheid moet ieder vaststellen, moet de Nederlandsche volksgemeen schap in haar geheel vaststellen, wat de Clouding is tegenover oud en nieuw. e En de trots op* wat wij aan Nederland- <JChe cultuur op eigen terrein hebben ver worven en waarin consequenties voor de practijk van vandaag liggen mag ons irolk zeker niet verbinden aan een hou sing, waardoor het „zich afsluit voor het flieuwe en halsstarrig blijft bij het oude, het eenmaal verworvene'', want een der- egelijke natie „sterft noodzakelijk cultu reel af'. LUCHTAANVALLEN OP NEDER- LANDSCH GEBIED. 'IER PERSONEN GEDOOD, VERSCHEI- xDENE MENSCHEN ZWAAR GEWOND. nl s Tijdens het afgeloopen v/eek-end zijn tal- ■iJijke Engelsche vliegtuigen boven Neder- ülandsch gebied verschenen. Zoowel in den nacht van Zaterdag op Zondag als ook in |)dien van Zondag op Maandag werden bo zen een geheele reeks plaatsen brand- en brisantbommen uitgeworpen, waarvan het grootste deel op onbebouwd land of in het va ter viel. Ernstige gevolgen had een aanval op een stad in het Westen van het land. Hier werd een ziekenhuis door brisant bommen mede zwaar getroffen. Ook aangrenzende woonhuizen kregen ten deele zware schade. Vier personen wer- 1 den gedood, verscheiden menschen in het ziekenhuis zwaar gekwetst. Een 1 aanmerkelijk aantal woningen moest J worden ontruimd. Voorts is door bommen in verscheiden n plaatsen des lands glasschade aan een groot aantal woonhuizen aangericht. Een aanval op een gasfabriek beschadigde een gashou der, echter zonder dat de gasvoorziening werd belemmerd. In totaal zijn tien perso- jnen gewond, ten deele zwaar. OORLOGSRECHT EN EIGENWAARDE Oorlog is geen spel, dat men aan regels binden kan; het is een kwestie van leven of dood. „Als ik den vijand niet vernie tig, vernietigt de vijand mij", dat is het parool van den krijg. Toch bestaan er afspraken tusschen de volken over hetgeen men doen en laten zal ingeval men als ultima ratio zijn toe vlucht meent te moeten nemen tot wapen geweld. Deze afspraken zijn vervat in het oorlogsrecht, dat een belangrijk onder deel is van hetgeen men begrijpt onder het Volkenrecht. Het zijn geen willekeu rige afspraken, die bepalingen van het oorlogsrecht, zooals de internationale re gel van rechts houden of de voorschrif ten over verkeersborden en auto-kentee- kenen. Integendeel, het zijn regels, die zóó vanzelf spreken, dat men ze in acht behoorde te nemen, ook al bestond er hoe genaamd geen afspraak. Zij zijn ingegeven door de algemeene begrippen van men- schelijkheid en van eigenwaarde. Het is een verkeerde gedachte, dat iede re oorlog krachtens zijn aard gericht moet zijn op de vernietiging van den tegenstan der. De oorlog heeft slechts ten doel: de vernietiging van den tegenstand bij de te genpartij. Zoodra de tegenstand en de wil tot tegenstand zijn gebroken, houdt het recht van den oorlogvoerende op. Hij heeft dan zijn doel bereikt en het gevoel van eigenwaarde, dat ieder mensch inge schapen is, verbiedt hem, zich nutteloos en laaghartig te wreken op zjjn verslagen en hulpeloozen vij'and. Doet hij dat toch, dan onteert hij zichzelf en schendt de men- schelijke waardigheid in grove mate. Vandaar dat men het als vanzelfsprekend heeft aanvaard, krijgsgevangenen niet te dooden, noch hen aan hun lot over te laten. Ridderlijkheid gebiedt integendeel een verslagen doch dapperen strijder met correctheid tegemoet te treden en hem de krijgsmanseer te laten, welke hem omwille van zijn dappere houding in den strijd toe komt, voorzoover men hem die laten kan in verband met de noodzakelijke zelfbevei- liging. De gebeurtenis, welke thans bekend wordt gemaakt, met de „Osia Paraskevi" in de Grieksche wateren, waarbij een Britsche duikboot de zich aan boord van dit Grieksche motorvaartuig bevindende Duitsche soldaten met machine-geweer vuur heeft gedood, toen zij hulpeloos en weerloos in het water ronddreven, is een daad, welke met elk oorlogsrecht spot. Met het geschreven zoowel als met het onge schreven- oorlogsrecht. De Grieksche bemanning, die door den commandant van de Britsche duikboot werd gespaard en op korten afstand ge tuige was van deze afschuwelijke mtedaad heeft het verhaal onder eede bevestigd in het bijzijn van neutrale getuigen, zoodat men niet twijfelen mag aan de juistheid van het schokkende bericht. Hier treedt de oorlog in al zijn afschu welijke ontaarding naar voren. Wie zich al dus bezondigt aan zichzelf en aan de wet ten der menschelijkheid, velt niet alleen een vernietigend oordeel over zichzelf, maar roept ook de wraak van den ver bolgen tegenstander af over zijn landge- nooten, die aan deze misdaad part noch deel hebben. Want om herhaling te voor komen liggen represaille-maatregelen in de rede. In de politiek der mogendheden is oorlog maar al te#vaak onvermijdelijk, maar men voere den* krijg met de ridder lijkheid, waartoe men in staat is en in elk geval met in achtneming van de rech ten der menschelijkheid. AMERIKAAN SCHE TROEPEN OP IJSLAND TOPPUNT VAN SCHANDELIJKE ONMENSCHELIJKHEID Nieuwe Engelsche schending van het volkenrecht MOTIVEERING VAN ROOSEVELT Amerikaansche marinetroepen hebben gisteren IJsland bezet. In een buitengewone boodschap aan het Congres heeft Roosevelt medegedeeld, dat Amerikaansche troepen krachtens een overeenkomst tusschen hem en den pre mier van IJsland op IJsland zijn aange komen. De Amerikaansche marine-troepen moeten de Britsche strijdkrachten comple- teeren en mogelijkerwijs vervangen. De Vereenigde Staten kunnen een bezetting van strategische voorposten, die gebruikt zouden kunnen worden als lucht- of vloot- basis voor een eventueelen aanval op het Westelijk halfrond door Duitschland, niet toelaten. Amerika wenscht op het oogen- blik de souvereiniteit over deze gebieden niet te wijzigen. Gedetailleerd voerde Roosevelt ter mo tiveering van zijn actie o.a. aan, dat een bezetting van IJsland door Duitschland een bedreiging van de geheele scheepvaart in het Noordelijk deel van den Atlantischen Oceaan en van de ononderbroken levering van oorlogsmaterieel aan Engeland zou beteekenen. Als opperbevelhebber der weermacht heeft hij derhalve de vloot op dracht gegeven al het noodige te doen om de veiligheid der verbindingswegen tus schen IJsland en de Vereenigde Staten en tevens de verbinding ter zee tusschen de Ver. Staten en alle andere strategische voorposten te waarborgen. In zijn boodschap aai» den premier van IJsland heeft hij aan de bevolking van IJs land de verzekering gegeven, dat de Amer ïikaansche troepen zich op geenerlei wijze zullen mengen in de interne aangelegen heden van IJsland en dat zij zouden terug trekken, zoodra de crisis voorbij is. De regeering van IJsland zal volledige souve reiniteit over haar gebied behouden. Roose velt voegt hieraan toe. dat hij 1 Juli een brief over dit onderwerp van den IJsland- schen premier ontvangen en denzelfden dag beantwoord heeft. Omtrent de beschieting van Duitsche schipbreukelingen dóór een Engelsche duikboot in de Grieksche wateren wordt nader gemeld: In de Noord-Grieksche haven Kavalla liep midden Mei de reddingsboot van een Grieksch motorvaartuig binne. De inzit tenden waren diep onder den indruk van afschuwelijke gebeurtenis. De geredde Grieksche zeelieden vertelden, dat hun kleine vischkotter door een Britsche duik boot tot zinken was gebracht. Terwijl de Grieksche bemanning en de Grieksche pas sagiers zich in de sloep van het motorvaar tuig mochten begeven, werd de Duitsche bemanning, die in het water ronddreef, door de Britsche matrozen met machine geweren doodgeschoten. EEN NIEUW BARALONG- GEVAL. Alvorens van Duitsche zijde werd over gegaan tot het bekend maken van dit voo'val, dat herinnert aan de gevallen van de „King Stephen", de „Baralong" en de „Cossack", werden de kapitein en de be manning van het Grieksche motorvaartuig in tege' woordigheid van neutrale buiten landers onder eede gehoord. Het resultaat van dit nauwkeurige en uitveorige onderzoek bevestigt, dat de En- gelschen met ongelooflijke laaghartigheid en memchonwaardige ruwheid een mis daad hebben gepleegd. De neutrale buiten landers hebben gedurende het onderzoek en in hun rapporten met grooten afschuw van den laaghartigen moord der Britten kennis genomen. De onder eede afgelegde verklaring, die is geteekend door den Griekschen kapitein en alle vijf de leden van zijn bemanning, luidt: „Het 35 ton metende motorvaartuig „Osia Paraskevi" is op 20 Mei 1941 te 12.00 uur op de vaart van het eiland Lamnos naar Ka\<*lia, twintig zeemijlen ten Noord- Westen van Kastron, op 1.000 meter af stand aangehouden door een Britsche duik boot. die vier schoten over de boeg van het schip loste. Aan boord bevonden zich buiten de Grieksche bemanning een Duitsch officier, een onderofficier en twee man schappen. Het schip stopte onmiddellijk en een Grieksch matroos wuifde met een wit- r-en doek. In weerwil daarvan werd de Duitsche officier met een pistool bescho ten vanuit den toren der duikboot, die in middels langszij was gekomen. Een offi cier van de Britsche duikboot beval de Griel sche bemanning in de reddingsboot te gaan. De Duitsche soldaten werden daarna met machinegeweren bedreigd en gedwon gen zich onderdeks te begeven. Daarop opende de duikboot van zeer nabij ge schutvuur op het motorvaartuig, dat on middellijk in brand geraakte en snel zonk. Met brandend uniform sprongen de Duit sche soldaten in het water. Zij werden toen, ronddrijvende in het water, zoolang met machinegeweren beschoten, tot zij alle ge troffen en gezonken waren. De Grieksche bemanning was op een af stand van dertig meter getuige van deze afschuwelijke gebeurtenis, van begin tot einde. Duitschland zal uit dit ruwe en onmen- schelijke optreden der Britsche marine de noodige consequenties trekken". Toen de kapitein en de bemanning van het Grieksche motorvaartuig onder eede gehoord werden, waren buitenlandsche ge tuigen, door de Duitsche autoriteiten uit- genoodigd, daarbij aanwezig. Er is dus geen aanleiding om aan de boven geschilderde gebeurtenis te twijfelen. De Engelschen hebben zich schuldig gemaakt aan een mis daad, die zelfs nog aanzienlijk ernstiger lijkt dan de beruchte gevallen van de „King Stephen", de „Baralong" en de Cossack". Een dergelijke schending van de meest primitieve regels van het oorlogs recht is zonder voorbeeld. De buitenland sche getuigen zijn van meening, dat deze nieuwe schanddaad der Britsche marine gewroken zal worden. DE STAD CZERNOWITZ GENOMEN HET DUITSCHE WEERMACHTSBERICHT. Het Duitsche weermachtsbericht van gis termiddag meldt omtrent den strijd in de Sovjet-Unie het volgende: „In Bessarabië zijn de Duitsche en Roe- meensche troepen, na tegenaanvallen te hebben afgeslagen steeds in den aanval. In de Boekowina hebben Roemeensche troe pen en Noordwestelijk daarvan Hongaar- sche strijdkrachten den bovenloop van den Dnjestr bereikt. Czemowitz is genomen. De achtervolging van den vijand werd over een breed front aan de overzijde van de Sereth voortgezet. Ten Noorden van de Pripet-moerassen rukken afdeelingen van het Duitsche leger al strijdende over een breed front op naar den Dnjepr en den bovenloop van de Duna. De operaties der Duitsche en Finsche troe pen blijven zich volgens de plannen ont wikkelen. Eskaders van de Duitsche luchtmacht hebben ook Zondag een groot aantal vijan delijke pantserwagens en vrachtauto's, als mede treinen, verkeerswegen en munitie- opslagplaatsen vernield. Geslaagde lucht aanvallen waren verder gericht op den te- rugtrekkenden vijand in de Oekraine en op versterkingswerken. Andere afdeelingen bombardeerden vijandelijke troepen rond om Smolensk en ten Oosten van het Pei- pus-meer. Gevechtsvliegtuigen en Stuka's steunden het landleger op het Visschers- schiereiland en bestookten steunpunten van den vijand met bommen van elk kali ber. Op den zesden Juli hebben de Sovjets in totaal 204 vliegtuigen verloren. Daarvan werden er 160 bij luchtgevechten vernield, 41 vliegtuigen werden op den grond ver nield en drie door mijnvegers neergescho ten. Tien Duitsche vliegtuigen worden vermist. In het Oosten der Oostzee ontmoetten Duitsche mijnenvegers vier Sovjet-torpedo jagers. In een gevecht, dat een uur duurde, werd een jager door geschutvuur bescha digd, waarna de vijand zich terugtrok. De zelfde mijnenvegers sloegen zeven vijan delijke bomaanvallen af en schoten daarbij drie Sovjetvliegtuigen neer. DE STALIN-LINIE. Het D.N.B. geeft op het weermachtsbe richt van gisteren de volgende toelichting: De Duitsche opmarsch naar het Oosten heeft met zijn voorste troepen de z.g. „Sta- linlinie" thans over een breed front be reikt. Hiermede begint een nieuwe phase van de operaties in het Oosten, daar te voorzien is, dat om dit systeem van ver sterkingen. hevige gevechten geleverd zul len worden. Met de verovering van deze stelling hebben de Duitsche troepen den weg vrij naar de groote gebieden in het binnenland der Sovjet-Unie. De Duitsche troepen hebben in de thans achter hen liggende twee eerste weken van den nieuwen veldtocht in het Oosten bijna al het nieuw verkregen land der Sovjet- Unie sinds September 1939 den Bolsjewis ten weer afgenomen. Het zijn Westelijk Oekrajina en Westelijk Wit-Roethenië, die vroeger bij Polen behoorden, Bessarabië en de Noordelijke Boekowina, die vroeger in Roemeensch bezit was, alsmede de voor malige landen Letland en Litauen. Deze gebieden beslaan in totaal een oppervlakte van 375.000 vierkante kilometer. Wanneer men zich realiseert, dat het Duitsche rijk op grond van de bepalingen van Versailles teruggedrongen was tot een gebied van 469.000 vierkante kilometer, dan kan men hieruit de grootte van het succes bepalen. Tot aan de nadering van de „Stalinlinie" hebben de Duitsche troepen van de grens af ongeveer 400 a 450 kilometer afgelegd. Dit gelukte in een periode van veertien da gen. Welk een korte tijd dit is, blijkt, wan neer men zich herinnert, dat in 1940 de Duitsche formaties in het Westen van de Luxemburgsche grens af tot Abbeville aan de Kanaalkust 21 dagen noodig hadden en hierbij slechts een afstand van 350 kilome ter hadden af te leggen. De Stalinlinie is weliswaar geenszins met de Maginotlinie te vergelijken. Men kan echter aannemen, dat zij is aangelegd in een voor de verdedi ging bijzonder goed geschikt terrein. Hier bij komen nog de nieuwe veldversterkin- gen, die sedert het begin van den oorlog zijn opgericht. Terwijl de door den Duitschen aanval murw gemaakte strijdkrachten naar deze verdedigingslinie terugtrokken, worden uit het achterland voortdurend reserves aange voerd. Op deze transporten, alsmede op het belangrijkste wegennet in het achterland van de Stalinlinie zijn derhalve bij voor keur thans de aanvallen van de Duitsche luchtmacht gericht. Tevens echter brengt ons luchtwapen nieuwe slagen toe aan de nog resteerende Sovjetvliegerformaties, die tevergeefs trachten de verliezen te com- penseeren. De gevechten om de Stalinlinie zullen de komende week op den voorgrond staan. Te verwachten is echter, dat ook deze ver dedigingslinie voor de Duitsche troepen op den duur geen onoverwinnelijke hindernis zal ACHTERVOLGINGSACTIES. Naar het D.N.B. verneemt, trachten de Bolsjewisten, die tusschen de Baskiden en de Pripet verslagen zijn, zich ijlings op de Stalinlinie terug te trekken. Onder druk der achtervolgende Duitsche troepen en onder de voortdurende aanvallen der Duit sche luchtmacht zullen echter slechts kleine deelen der Sovjetstrijdkrachten de linie kunnen bereiken, voorspelt hetzelfde be richt. Overigens hebben gepantserde Duitsche strijdkrachten eergisteren de breuk in de door de resten van de verslagen Bolsjewis ten betrokken versterkingslinie, vergroot. Twintig bunkers van de modernste soort werden na zware gevechten genomen. Bij de actie van de Duitsche troepen werden hier 154 pantserwagens en gepantserde verkenningswagens, alsmede honderd stuk ken geschut varieerende van middelmatig tot het zwaarste kaliber buitgemaakt. Uni ted Press teekent hierbij onder meer aan, dat de inneming van meer bunkerlinies te verwachten is. Goed ingelichte Duitsche kringen verklaren echter, dat de inneming van een of meer van deze bunkers nog niet noodzakelijkerwijs beteekent dat de Stalin linie doorbroken is, daar deze immers over een diep in het land gaande reeks van ver dedigingslinies beschikt. Als de Stalinlinie doorbroken is, zullen de Duitsche troepen de voornaamste hindernis op den weg naar hun volgende doelen overwonnen hebben en in de gelegenheid zijn het volle gewicht van hun troepenmassa op het geheele 2500 km. lange front in te zetten voor den op marsch dieper het land in. KAZEIVIATSTELLINGEN BEDWONGEN. De uit Wolhynie terugtrekkende Bolsje wisten trachtten in de moderne kazemat ten der Stalinlinie nieuwe verdedigings stellingen te betrekken. Duitsche troepen hebben, naar het D.N.B. verneemt, na door de Sovjetachterhoede te zijn gedrongen, den aanval op dit stelsel van kazematten geopend. Op verscheidene plaatsen is de linie doorbroken, nadat kazematten, die van krachtige wapenen voorzien waren, genomen waren. Tijdens hun verderen opmarsch naar de verdedigingswerken van de Stalinlinie heeft een afdeeling Duitsche infanterie op 6 Juli een sterk vestingwerk aangevallen, waarvan de bemanning door haar politie- ken commissaris was opgesloten en gedwon gen was zich op te offeren. Na taaie ge vechten, die deels in de onderaardsche ver bindingsstukken werden voortgezet, gaven zich twintig overlevenden der bemanning over. Na elkaar kwamen uit dit vesting werk nog acht vrouwen te voorschijn, die door de Sovjets van wapens waren voor zien en tot strijden met de wapens waren gedwongen. Eenige Duitsche gevechtsvliegtuigen, die op 4 Juli des avonds waren gestart voor aanvallen op vijandelijke colonnes in den Zuidelijken sector van het Oostelijk front, hebben op een kruising van wegen 15 pant serwagens en 20 auto's der Sovjets vernie tigd en een groot aantal andere vóertuigen beschadigd. Formaties van de Duitsche luchtmacht hebben in den Oekrajienschen strijdsector met groot succes in den strijd te land ingegrepen en in het bijzonder in het gebied van Sjitomir Sovjetautocolon- n treinen vernietigd. De langs Sjito mir loopende spoorlijn is vernield. Aan het Roemeensch-Russische front hebben Duitsche gevechtsvliegtuigen onop houdelijk de terugtochtswegen en de colon nes van de terugstroomende bolsjewisten aangevallen. De Duitsche bommen kwamen terecht midden op de verstopte wegen en de dicht op elkaar staande voertuigen, zoo dat de wagens als lucifersdoosjes in de lucht vlogen. Met het vuur van de mitrail leurs en de boordkanonnen stelden de Duitsche vliegers de luchtdoelstellingen buiten werking, die tevergeefs trachtten de Duitsche aanvallen af te slaan. Een enkele Duitsche gevechtsformatie meldde, dat zij vier stukken luchtafweergeschut, twee trei nen en meer dan vijftig auto's had vernie tigd. DUITSCH—ROEMEENSCH LEGERBERICHT. Het hoofdkwartier der Duitsch- Roemeen sche troepen meldt, dat aan het geheele front de actie tegen de Sovjet-troepen met succes wordt voortgezet. In Bessarabië zet ten de Duitsch-Roemeensche troepen den opmarsch voort. Aan het Roemeensche front zijn 121 Sovjetvliegtuigen vernield, waarvan 74 door het Roemeensche luchtwa pen en de luchtdoelartillerie, bij negen eigen verliezen. Tusschen 2 en 4 Juli zijn in 72 uur lijds weer 345 Sovjetpantserwagens, 291 stukken geschut, verscheidene pantsertreinen en reusachtige hoeveelheden wapens buitge maakt of vernietigd. In één enkelen sector verloren de Bolsjewisten op 5 Juli 140 pant serwagens. HELSINKI GEBOMBARDEERD. Naar de Finsche rijksberichtendienst meldt, zjjn Zondag verscheidene plaatsjes in Finland gebombardeerd, zonder dat noe menswaardige schade werd aangericht. Al leen bij den aanval op Kotka werden tal rijke branden veroorzaakt, waardoor onge veer twintig particuliere woningen werden vernield. Gisterochtend vroeg is Helsinki gebombardeerd. Naar tot dusver is vast gesteld, werd één persoon gedood en twin tig gewond. Drie woningen werden getrof fen. Twee hiervan zijn zwaar beschadigd. De Finsche luchtstrijdkrachten hebben vijf vliegtuigen neergeschoten. Verder hebben op 4 Juli Finsche troepen een geheel Sovjetbataljon ingesloten. Nadat ruim de helft der bolsjewisten gesneuveld was, gaf de rest zich over. Een zware bat terij en talrijke wapens en uitrustingsstuk ken vielen den Finnen in handen. Volgens berichten uit Helsinki weet U.P. nog te melden, dat de Finsche stad Lovisa Zondag in de vroege morgenuren door Sovjetvlieg tuigen aangevallen is. Er zijn twee burgers gedood. Drie der aanvallende toestellen werden neergeschoten. Het Finsche staatsinlichtingenbureau maakt voorts nog bekend: In de streek van Hangoe heeft onze ar tillerie verscheidene voltreffers geplaatst op vijandelijke stellingen. Ook transport schepen in de haven zijn onder geconcen treerd vuur genomen. Een munitieopslag plaats van den vijand is in de lucht gevlo gen. Onze duikbooten hebben eenige bols jewistische transportschepen, die op weg waren van Reval naar Kroonstad, in den grond geboord. Op één plaats aan het Oos telijk front is de vijand tot den aanval overgegaan; hij werd echter teruggeslagen. In een korten strijd verloor de vijand vier honderd dooden en vele pantserwagens. Onze eigen verliezen zijn onbeteekenend. In vele sectoren zijn onze troepen aanzien lijk ver over de grenzen getrokken. Van vijandelijke zijde is een aantal overloopers aangekomen. Ons luchtwapen heeft met succes vijandelijke stellingen in den rug van den vijand met bommen bestookt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1