5)e aaatgeócftiedenió aan het ÏDuitóch-fRuóóióche conflict Nieuwe bon Momentje MAANDAG 23 JUNI 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 V De jeugd en de toekomst De jeugd gaat een mooien tijd te gemoet. De ouderen waarschijnlijk ook, maar voor de jeugd is de kans grooter, om dien mooien tijd, welken wij bedoelen, mee te leven, mee te vormen. Wij hebben dat meer beweerd, en zijn toen door velen verkeerd begrepen. En toch wij voorspellen niet, maar aarzelen geenszins, om als onze stellige meening uit te spreken, dat de toekomst mooi zal zijn, o m d a t in de toekomst een sleur-leven veel meer tot de onmogelijk heden zal behooren, dan in het verleden; omdat levensbeginsel en wereldbechouwing bij de verscheidene groepen van ons volk zullen zijn verdiept, waarmede tegelijker tijd een sterkere eenheid van en een op rechter saamhoorigheid tusschen die groe pen zal gepaard gaan. De jeugd wil zich op dién tijd voorberei den. En dat is verblijdend! Niemand mag in dezen tijd zich laten verleiden door de vaak wel zeer sterke bekoring van de onverschilligheid, de traagheid. Zeker, men moet véél langs zich héén kunnen laten glijden! Maar niet uit onverschilligheid voor de zaken en uit traagheid om er zich mee te bemoeien, maar beredeneerd, als resultaat van ver standelijke overweging. De jeugd mag allerminst onver schillig en traag zijn. En alle teekenen wijzen er op, dat ze dat ook niet is. Een bericht verleden week in onze cou rant onder Stadsnieuws over een „gewel- dig-groote delname'' van jongemannen aan de K. A. -cursus in geloofsverdediging was toch wel zéér verheugend. Daar leeft in onze jongemannen klaarblijkelijk plichts besef, een verlangen naar meer ontwikke ling, naar meer op die ontwikkeling ge fundeerde actie, een verlangen naar d i e- pere beleving van den godsdienst, En in dit nummer van onze courant wekt rector Beune den jonge mannen van de K. J. M. V. op tot het volgen van een sociaal-economisch en cursus. Ook hiervan verwachten wij succes. Er leeft onder een groot deel onzer ka tholieke jeugd een uitstekende geest. Voor de verheugende beteekenis van dit feit kunnen wij niet blij en dankbaar genoeg zyn! VLEESCH De Secretaris-Generaal van het departe ment van Landbouw en Visscherij maakt bekend, dat de volgende bonnen zijn aan gewezen voor het koopen der daarbij ver melde rantsoenen: bon „20 vleesch": 24 Juni t.m. 1 Juli. per twee bonnen 100 gram vleesch (been inbegrepen) of één rantsoen vïeeschwaren. Bon „20 worst, vïeeschwaren :"24 Juni t.m. 1 Juli: per twee bonnen één rantsoen vïeeschwaren. Een rantsoen vïeeschwaren bedraagt: 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund-, kalfs-, paarden- en schapenvleesch en voor gerookte worstsoorten; 100 gram voor gekookte worstsoorten, rol pens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenworst en nierbrood, 150 gram voor bloedworst of 100 gram verduurzaamde kip, eend, gans of kalkoen, been inbegrepen. VOOR POLITIEKE VERGADERINGEN IS ALTIJD VERGUNNING NOODIG. Het op 18 Juni j.l. afgekondigde besluit no. 109/1941 van den secr.-generaal van justitie, heeft de bedoeling een wijziging aan te brengen voor politieke vergaderin gen. Onder politieke vergaderingen worden "in dit verband verstaan vergaderingen, uit gaande van staatkundige vereenigingen of van plaatselijke afdeelingen daarvan, of waar staatkundige onderwerpen bespro ken worden. Terwijl tot dusverre politieke vergaderingen, waaraan niet meer dan twintig personen deelnamen, niet vielen onder de bepalingen van paragraaf 2, lid 1 en 2 van verordening no. 24/1940, is zulks thans wel het geval. Deze bepalingen hii- "den als volgt: 1) Vergaderingen, die in een besloten ruimte gehouden worden, kunnen slechts door het bestuur van een vereeniging, of van een harer plaatselijke afdeelingen, of van een .stichting worden bijeengeroepen Uiterlijk zeven dagen, voordat de verga dering gehouden zal worden, wordt het voornemen daartoe aan den bevoegdten procureur generaal, fungeerend directeur van politie, medegedeeld. De vergadering heeft niet plaats, indien de bevoegde pro cureur generaal, fungeerend directeur van politie, verklaart, dat het niet in 'het be lang van de openbare orde en van het open bare leven is, dat zij gehouden wordt. 2) onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid moeten de deelnemers aan vergaderingen, uitgaande van staatkundi ge vereenigingen of van plaatselijke af deelingen daarvan, of waar staatkundige onderwerpen besproken worden, schrifte lijk uitgenoodigd worden: de uitnoodigin- gen moeten op naam gesteld zijn. De be voegde procureur generaal, fungeerend di recteur van politie, kan op verzoek van belanghebbenden van deze beperkingen dispensatie verleenen. De bepalingen, welke gelden voor ver gaderingen met een zuiver godsdienstig of artistiek karakter en voor besloten gezel schappen, hebben geenerlei wijziging on dergaan. EEN NOTA VAN DUITSCH- LAND AAN DE SOVJET-UNIE Door van Rlbbentrop bekend gemaakt De Rijksminister van buitenlandsche za ken, von Ribbentrop, heeft Zondagochtend te 6 uur in aanwezigheid van de verte genwoordigers van Duitsche en buitenland sche pers in de Bondsraadzaal van het ministerie van buitenlandsche zaken de we reld per radio in kennis gesteld van de nota van het ministerie van buitenlandsche zaken aan de Sovjetregeering. In de eerste alinea herinnert de nota er aan, dat de Duitsche regeering, in den wensoh tot een regeling der belangen tus schen Duitschland en de Sovjetunie te ko men, zich in den zomer van 1939 tot de Sovjet-regeering gewend heeft, waarbij zij over de ernstige bedenkingen heenstapte, die voortvloeien uit het principieele ver schil tusschen het politieke doel van Duitschland en Sovjet-Rusland en uit de scherpe tegenstelling tusschen de wereld beschouwing van nationaal-socialisme en bolsjewisme, die diametraal tegenover elkander stonden. De Duitsche regeering, aldus vervolgt de nota, liet zich hierbij leiden door de ge dachte, dat de uitschakeling van een oor log, waarvoor een toenadering tusschen Duitschland en Rusland voorwaarde was, en de daardoor bereikbare beveiliging der lévensbehoeften van beide volken die van oudsher op voet van vriendschap hebben geleefd, de beste waarborg zouden zijn te gen een verdere uitbreiding van de com munistische leerstellingen van het inter nationale jodendom in Europa. Indeze onderstelling werd zij gesterkt door het feit, da+ het op grond van zekere gebeurtenissen in Rusland en zekere maat regelen der Russische regeering op inter nationaal gebied, althans mogelijk leek, dat men zich zou afwenden van deze leer stellingen en van de vroeger gevolgde me thode van ondermijning van andere vol ken. De ontvangst, die de Duitsche staf te Moskou ten deel viel, leek deze verande ring te bevestigen. Zoo kwam 2*51 op 23 Augustus 1939 tot het no®agressiepact en op 28 September 1939 tot de onderteekening van de grens- en vriendschapsovereenkomst tusschen beide staten. De kern dezer verdragen bestond: 1. uit de wederkeerige verplichting, elkander niet aan te vallen en in vreedza me nabuurschap te leven; 2. uit een afbakening der belangensferen, doordat Duitschland afzag van het oefenen van invloed in Finland, Letland, Estland, Litauen en Bessarabië terwijl een deel van den vroegeren Poolschen staat tot aan de lijn: Narew-BoegSan op wensch der Sov jet-regeering bij Rusland zou worden inge lijfd. Inderdaad heeft de Duitsche regeering bij het sluiten Van het niet-aanvalsverdrag haar politiek tegenover de Sovjet-unie ook onverwijld gewijzigd en sedert dien een vriendschappelijke houding jegens de Sovjet-unie aangenomen. De met Rusland gesloten verdragen zijn naar letter en geest getrouw nagekomen, maar bovendien heeft zij door het overwinnen van Polen, dus door het offer van Duitsch bloed, de Sovjet-unie geholpen aan haar grootste succes sedert haar 'bestaan op het gebied der buitenlandsche politiek. Dit is slechts mogelijk geweest door de welwillende Duitsche politiek jegens Rusland en door de overweldigende zege der "Duitsche weermacht. Met reoht meende de Duitsche regeering dan ook te mogen aannemen dat ook de houding van de Sovjet-unie tegenover Duitschland overeenkomstig zou zijn. H/- laas zou spoedig blijken, dat de Duitsche regêering zich bij deze onderstelling ern stig vergist heeft. ONDERMIJNINGS ACTIE VAN RUSLAND In feite is, zooals in alinea 2 wordt vast gesteld, de Komintern reeds spoedig na het tot stand komen der Duitsch-Russische verdragen weer op ieder gebied actief ge worden. Door de sterke en doeltreffende afweer- maatregelen der politie werd de Komin tern gedwongen te trachten haar bedrijvig heid op het gebied van ondermijning en inlichtingendienst naar Duitschland langs omwegen over centra in de aan Duitsch land grenzende landen te leiden. Men maakte daarbij gebruik van vroegeree Duit sche communistische functionarissen, die in Duitschland een ondermijningsactie moesten bedrijven en sabotage moesten voorbereiden. Te dien einde werd een sys tematische opleiding geleid door den Ge- peoe-commissaris Krylow. Daarnaast werd een intensieve ondermij ningsactie bedreven naar het door Duitsch land bezette gebied, vooral naar het Protec toraat en het bezette Frankrijk, maar ook naar Noorwegen, Nederland, België enz. En Sovjet-Russische vertegenwoordigin gen vooral in het consulaat-generaal te Praag verleenden hierbij een waardevolle hulp. Met radiozend- en ontvanginstalla- ties werd een drukke berichtendienst on derhouden, hetgeen een volkomen bewijs voor den tegen Duitschland gerichten ar beid der Komintern levert. Men beschikt ook over een omvangrijk documentair ge tuigen- en actenmateriaal over den gehee- len ondermijnenden en spionneerenden ar beid der Komintern. Verder werden sabo tagegroepen gevormd, die haar eigen labo ratoria hadden, -waarin zij brand- en bri santbommen voor daden van sabotage vervaardigden. Dergelijke aanslagen zijn bijv. gepleegd in niet minder dan zestien Duitsche schepen. Wat de ondermijningsarbeid in Europa buiten .Duitschland betreft, deze strekte zich uit oVer bijna alle met Duitschland 'bevriende of door Duitschland bezette landen. Zoo werd bijv. in Roemenië door de communistische propaganda, door mid del van uit Rusland komende pamfetten, Duitschland verantwoordelijk gesteld voor alle moeilijkheden, om zoo een anti-Duit- sche stemming te wekken. Hetzelfde kwam duidelijk tot uiting in Zuid-Slavië sedert den zomer van 1940. In het gezantschap te Belgrado is den Duitschen troepuen het documentaire 'bewijs voor den Sovjet-Russi- schen oorsprong der anti-Duitsche propa ganda in handen gevallen. COMMUNISTISCHE PROPAGANDA. Terwijl de communistische propaganda in Zuid-Slavië zich trachtte te bedienen van nationalistische leuzen, werkte zij in Hongarije vooral onder de Roetheensche bevolking, welke zij de komende bevrij ding door Sovjet-Rusland voorspiegelde. Zeer levendig was de anti-Duitsche ophit sing in Slowakije, waar openlijk actie werd gevoerd voor een inlijving bij Sovjet-Rus land. In Finland was de beruchte „Veree niging voor vrede en vriendschap met de Sovjet-Unie" werkzaam die in samenwer king met den zender Petroskoj trachtte Finland te ondermijnen, en daar bij optrad in duidelijk anti-Duitschen zin. In Frankrijk, België en Nederland werd tegen de Duitsche bezettende macht opge hitst. In nationale en pan-Slavisohe be manteling werd op dezelfde wijze in het Gouvernement-generaal opgehitst. Nauwe lijks was Griekenland door de Duitsche en Italiaansche troepen bezet, of ook daar ging de Sovjet-Russische propaganda aan het werk. Het totale beeld toont een in alle landen stelselmatig gevoèrde campagne der Sovjet- Unie tegen het Duitsche streven tot het op richten van een stabiele orde in Europa. Daarnaast is de directe propagandisti sche tegenactie gericht tegen de maatrege len der Duitsche politiek. In Bulgarije werd geagiteerd tegen de toetreding tot het pact van drie en voor een garantieverdrag met Rusland, in Roemenië werd door infiltratie in de IJzeren garde en misbruik van haar leiders, onder meer van den Roemeen Gre- za, de revolte-poging van 23 Januari 1941 geënsceneerd. Ten aanzien van Zuict-Slavië beschikt de Duitsche regeerinjg over documenten, vol gens welke de Zuidslavische gedelegeerde Geongewitsj reeds in Mei 1940 op grond van een onderhoud met MolotoW te Mos kou de overtuiging kreeg, dat men daar Duitschland beschouwde als „den machti gen vijand' van morgen". Nog ondubbel zinniger was de Russische houding ten aan zien van de door Servische militairen naar voren 'gebrachte wenschen op het gebied van bewapening. In November 1940 ver klaarde de chef van den Russischen gene- ralen staf tegenover den Zuidslavischen militairen attaché: „Wij geven alles wat verlangd wordt en wel onmiddellijk". Slechts één voorwaarde werd daarbij ge steld': geheimhouding tegenover Duitsch land. De voorbereiding van den putsch te Bel grado van 27 Maart 1941 vormde het hoog tepunt van dit complot van' Servische sa menzweerders en Engelsöh-Russisdhe agen ten tegen Duitschland. De Servische leider van dezen putsch, de aanvoerder van de „Zwarte hand", Simitsj, 'bevindt zich nog thans te Moskou en ontplooit daar ook nu in zeer nauwe samenwerking met de Rus sische propaganda zijn activiteit tegen het rijk. Om de buitenwereld een volledig over zicht over de werkzaamheden der Sowjet- Russische instanties sedert de totstandko ming van de Duitsch-Russische verdragen te geven, zal de Duitsche regeering het om vangrijke materiaal, waarover zij beschikt, bekend maken. De Duitsche regeering moet consta - fceeren, dat de Sowjetregeering bij het sluiten der verdragen met Duitschland herhaaldelijk de ondubbelzinnige ver klaring heeft afgelegd, dat zij niet voor nemens was zich direct of indirect in Duitsche aangelegenheden te menigen. Bij het sluiten van het vriendschaps verdrag had zij plechtig verklaard, dat zij met Duitschland zou samenwerken om in overeenstemming met de ware belangen van alle volken een einde te maken aan den oorlogstoestand tus schen Duitschland eenerzijds en Enge land en Frankrijk anderzijds en om dit doel zoo spoedig mogelijk te bereiken. Deze Sowjet-Russische afspraken en verklaringen zijn een bewuste mislei ding en een bewust bedrog gebleken.. De Duitsche regeering heeft moeten consta fceeren, dat de stelling van' Lenin, volgens welke „met eenige andere lan den verdragen kunnen worden geslo ten, wanneer zij dienstig zijn voor de belangen der Sowjetregeering en voor het onschadelijk maken van den tegen stander", ook heeft gegolden bij het sluiten der verdragen van 1939. Het sluiten dezer vriendschapsverdragen was voor de Sowjetregeering dus slechts een tactische manoeuvre. Het eigen lijke doel was, dat men voor Rusland voordeelige overeenkomsten wilde be reiken en daardoor tegelijkertijd een verdere machtspolitiek der Sowj et- unie wilde voorbereiden. De leidende gedachte bleef de verzwakking der niet-bolsjewistische staten, opdat die gemakkelijke ondermijnd en op een ze ker oogenblik overweldigd konden wor den. RUSLANDS HOUDING NA AUGUSTUS 1939. De Russische regeering te Moskou heeft geen gehoor gegeven aan de stem van het Russische volk, dat met het Duitsche volk eerlijk in vrede en vriendschap wilde le ven, maar heeft de oude bolsjewistische politiek van de twee aangezichten voort gezet en daardoor een groote verantwoor delijkheid op zich geladen. Alinea drie houdt zich bezig met de hou ding van de Sowjetregeering tegenover Duitschland op militair gebied en dat van' de buitenlandsche politiek sedert het slui ten van 'het Duitsch-Russische verdrag. Te Moskou had de Sowjet-Russische regeering bij de afbakening van de belangensferen aan den Duitschen minister van 'buiten landsche zaken verklaard, dat zij met uit zondering van de gebieden, van den voor- maligen Poolschen staat, die zich in staat van ontbinding bevonden, niet het voorne men koesterde, de staten binnen haar be langensfeer te bezetten, te 'bolsjewiseeren of te annexeeren. In waarheid is evenwel, naar uit het verloop der gebeurtenissen is gebleken, de politiek van de Sowjetumie in deze periode uitsluitend gericht geweest op één doel, namelijk, uitbreiding van de militaire macht van Moskou in het gebied tusschen Uszee en Zwarte Zee, naar Wes telijke richting, waar haar zulks maar mo gelijk scheen, en verdere bolsjewiseering van Europa. De nota zet uitvoerig uiteen, hoe Sovjet- Rusland tegen de afspraken in de Oostzee- Staten bezette en daar alsmede in het Poolsche gebied en anti-Duitsche agitatie steunde. En hoe Rusland daarna geheel on gerecht Bessarabië en de Boekowina op- eischte, waarbij Duitschland terwille van vrede en vriendschap Roemenië aanraadde toe te geven. Zij heeft de Roemeensche regeering, die zich tot Duitschland gewend had om hulp, aangeraden toe te geven en haar aanbe volen Bessarabië en het Noordelijke deel van de Boekowina aan Sowjet-Rusland af te staan. Met het toestemmende antwoord van de Roemeensche regeering werd aan de Sovj et-regeer ing het verzoek van de Roemeensche regeering overgebracht haar voldoenden tijd te laten ter ontruiming van deze groote gebieden en ter beveiliging van leven en have der inwoners. Doch weer stelde de Russische regeering Roe menië een ultimatum en begon 19 Juni voor het einde daarvan reeds met de bezetting van gedeelten van de Boekowina en daar na van geheel Bessarabië tot aan den Do- nau. Ook deze gebieden werden door de Sovjet-unie terstond geannexeerd, gebolsje- wiseerd en daarmee in feite ten gronde ge richt. Door de bezetting en bolsjewisee ring van de geheele belangsfeer in Oost- Europa en op den Balkan, die de Duitsche regeering aan de U. S. S. R. te Moskou had overgelaten, heeft de Sovjetregeering dui delijk en ondubbelzinnig tegen de overeen komsten van Moskou in gehandeld. VRAAGSTUKKEN VAN DEN BALKAN. Alinea IV behandelt de territoriale vraag stukken, op den Balkan, gerezen door het opdringen van Rusland naar dat gebied. Duitschland, dat van Hongarije en Roe menië herhaaldelijk verzoeken tot bemid deling in het bekende territoriale geschil tusschen deze beide staten had ontvangen, deed met Italië op 30 Augustus 1940 de ar bitrale uitspraak van Weenen. Om het de Roemeensche regeering mogelijk te maken de door haar gebrachte territoriale offers tegenover haai volk te motiveeren, en voor de toekomst iedere wist in dit gebied uit te sluiten, garandeerden Duitschland en Ita lië den nieuwen Roemeenschen staat. Daar de Russische aspiraties in dit gebied be vredigd waren, kon deze garantie in geen enkel opzicht tegen Rusland gericht zijn. Desniettemin maakte de Sovjet-Unie be zwaren en verklaarde zij, in strijd met haar vroegere verklaringen, volgens welke haar aspiraties op den Balkan bevredigd waren door het verkrijgen van Bessarabië en de Noordelijke Boekowina, dat zij belangen bleef houden bij de Balkanvraagstukken. Deze belangen werden aanvankelijk niet nader omschreven. Van dit tijdstip af teekent zich de tegen Duitschland gerichte politiek van Sovjet- Rusland steeds duidelijker af. De Duitsche regeering krijgt steeds concreter berichten, volgens welke de reeds 6edert geruimen tijd gevoerde onderhandelingen van den Britschen ambassadeur te Moskou, Cripps, pch gunstig ontwikkelen. Tegelijkertij komt de regeering iln het bezit van docu menten over intensieve militaire voorbe- redingen van de Sovjetunie op elk gebied. Ondanks de onvriendelijke houding der Sovjet-Unie in het Balkanvraag- stuk doet Duitsdhland thans opnieuw moeite om tot een regeling met de Sovjet-Unie te komen. De minister van buitenlandsche zaken geeft in een brief aan Stalin een uitvoerige uiteen zetting van de politiek der Duitsche re geering sedert de onderhandelingen te Moskou. Hij geeft in dezen brief uiting aan den wensch en de hoop, dat men er in mag slagen de vriendschappe lijke houding van de Sovjet-Unie, die door de mogendheden van het pact van drie gewenscht werd, gemeenschappe lijk een concreten vorm te geven. Ter verdere behandeling van deze vraag stukken noodigt de minister van bui tenlandsche zaken den Russischen volkscommissaris Molotow - uit voor een bezoek aan Berlijn. Gedurende dit bezoek moet de Duitsche regeering constateeren, dat Rusland tot een wer kelijk vriendschappelijke samenwer king met de staten van het pact van drie en met Duitschland in het bijzon der, slechts bereid is, indien Duitsch land den prijs wil betalen, die de Sov jet-Unie daarvoor verlangt. Deze prijs bestaat uit een verder opdringen der Sovjet-Unie in het Noorden en het Zuid-Oosten van Europa. De eischen, die door Molotow te Berlijn en daarna bij de diplomaatieke besprekingen met den Duitschen arbassadeur te Moskou gesteld werden, zijn reeds bekend ge maakt in den oproep van den Führer aan het Duitsche volk. Duitschland kon, aldus vervolgt de nota, deze Russische eischen, die door de Sovjet-regeering voorwaarden voor een aansluiting bij de staten van het pact van drie genoemd werden, natuur lijk niet aanvaarden. Daarmede waren de pogingen van de staten van het pact van drie, om met de Sovjet-Unie tot een regeling te komen, mislukt. Het gevolg van deze Duitsche houding was, dat Rusland zijn politiek, die steeds onomwondener tegen Duitschland gericht was, intensiveerde en dat zijn steeds nau wer samenwerking met Engeland duidelijk aan den dag trad. RUSSISCHE-ENGELSCHE SAMENWERKING STEEDS OPENLIJKER. De politiek van de Sowjetregeering te genover het Duitsche Rijk, die sindsdien in stijgende mate agressief werd, en de tot DAG EN NACHT. Het was gisteravond warm en ik kon niet slapen. Dan komt een mensch tot vreemde gedachten. Zoo dacht ik in mijn avond lijke overpeinzingen aan het verschil tusschen den dag en den nacht. Eerst aan de meest opvallende verschillen: licht en donker, rumoer en stilte, be weging en rust. Maar ik vond nog meer verschillen. Bijvoorbeeld: over dag zijn alle men- schen verticaal en in den nacht hori zontaal. 'sNadhts ligt alles plat wat overdag recht op staat. Met neuzen en teenen in de lucht. Soms met een doos je sigaretten en een gebit op het nacht kastje. Zoo iets ziet men overdag niet. Overdag zijn alle menschen anders dan 's nachts. Een tikje netter. Omhuld en door den kleermaker wandelfahig ge maakt. Zoodat zij zich kunnen vertoo- nen. En dan nog iets: 's Nachts eten de mensdien niet. Van 's avonds acht tot 's morgens acht. Dat is twaalf uur. Dat is een goede oefening. Waarom zou dat niet langzaam uit te breiden zijn? Dit lijkt my in dezen tyd een noodwendig heid. Eerst tot dertien, daarna veer tien uur enz. Ik heb mij laten vertellen, dat de Eskimo's een half jaar slapen. Kunnen wij het ook niet zoover bren gen? Daar kan geen distributie tegen op. En geen zakenman of winkelier, die er nadeel van heeft, want die sla pen ook. Ik denk, dat op dit punt mijn gedachten overgingen in slaap. Een mensch kan toch vreemde dingen den ken, als hij wakker ligt. Het is maar beter direct te gaan sla pen dusver nog steeds ietwat geëcamoufleer de politieke samenwerking tusschen de Sowjetunie en Engeland werden bij het uitbreken van den Balkancrisis begin April van dit jaar voor de geheele wereld dui delijk. Thans staat onmiskenbaar vast, dat de na de toetreding van Zuid-Slavië tot het driemogendhedenpact te Belgrado op touw gezetteacoup door Engeland m overleg met Sowjet-Rusland in scène werd gezet. Terzelfder tijd, waarop Duitsche troepen op Roemeensch en Bulgaaxsch gebied werden geconcentreerd tegen de steeds omvangrijker Engelsche landin gen in Griekenland, poogt de Sowjet unie, nn reeds in klaarblijkelijk ove.r- leg met Engeland, Duitschland in den rug aan te vallen, doordat het 1) Zuid- Slavië politiek openlijk en militair in het geheim steunt, 2) poogt Turkije door een belofte omtrent dekking in den rug te bewegen tot een agressieve houding tegen Bulgarije en Duitsch land, en te brengen tot een opmarsch van de Tnrksche legers in Thracië in een zeer ongunstige militaire stelling, 3) zelf een sterke troepenmacht con centreert in Bessarabië en aan de Mol- rau aan de Roemeensche grens en 4) de plaatsvervangenden volkscommissa ris van buitenlandsche zaken, Wysjins- ky, plotseling begin April een poging onderneemt om in gesprekken met den Roemeensche gezant, Gafencu, te Moskou tot een politiek van snelle toe nadering tot Roemenië over te gaan, teneinde dit land tot afval van Duitschland te brengen. De Engelsche diplomatie streeft door bemiddeling van de Amerikanen te Boe karest naar hetzelfde doel. De opge rukte Duitsche troepen in Roemenië en Bulgarije moesten hier dus volgens het Engelsch-Russische plan van drie kan ten worden aangevallen, n.1. van Bes- ensarabië, Thracië en Servië-Grieken- land. Slechts het loyale optreden van generaal Antonescu, de realistische houding van de Turksche regeering en vooral het snelle Duitsche ingrijpen en de beslissende over winningen van het Duitsche leger waren oorzaak, dat dit EingelschRussische plan werd verijdeld. Naar de Duitsche regeering uit berichten heeft vernomen, zijn bijna 200 Zuid-Slavi sche vliegtuigen, bemand met Russische en Engelsche agenten benevens Servische complotteurs, onder aanvoering van den. heer Simitsj, ten deele naar Rusland ge vlogen, waar deze officieel thans dienst doen in het Russische leger, ten deele naar Egypte. Reeds deze bijzonderheid werpt een uitermate karakteristiek licht op de nauwe samenwerking van Engeland en Rusland met Zuid-Slavië. Tevergeefs heeft de Sowj et-regeering herhaaldelijk ge poogd de ware bedoelingen van haar po litiek te verbergen. RUSSISCHE TROEPENCONCENTRATIES In alinea zes wordt verklaard, dat de anti-Duitsche politiek van de Russische re geering op militair gebied gepaard ging aan een steeds toenemende concentratie van alle beschikbare Russische strijdkrach ten langs een uitgestrekt front van de Oostzee tot aan de Zwarte zee. Reeds in den tijd, dat Duitschland in het Westen zeer in beslag werd genomen door den Franschen veldtocht, en zich in het Oosten slechts uiterst geringe Duitsche troepen-onderdeelen bevonden, begon het Russische opperbevel met de stelselmatige verplaatsing van vrij groote troepencon- tingenten naar de (kostelijke grens van Duitschland, waarbij bijzondere ophoo pingen werden geconstateerd bij Oost- Pruisen en het gouvernement-generaal en voorts bij Roemenië in de Boekowina en in Bessarabië. Ook bij Finland werden de Russische garnizoenen voortdurend ver sterkt. De verplaatsing van steeds nieuwe Russische divisies van Oot-Azië en den Kaukasus naar Europeesch Rusland vorm de eveneens een maatregel op dit gebied. Uit een en ander blijkt, dat de Russische troepen steeds dichter naar de Duitsche grens werden geschoven, ofschoon van Duitsche zijde geen militaire maatregelen werden getroffen, die een dergelijke Rus sische actie hadden kunnen motiveeren. Eerst dit optreden van Rusland heeft de Duitsche weermacht tot tegenmaatregelen gedwongen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5