5)e aaatgeócftiedenió aan het
ÏDuitóch-fRuóóióche conflict
Nieuwe bon
Momentje
MAANDAG 23 JUNI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
V De jeugd en de toekomst
De jeugd gaat een mooien tijd te gemoet.
De ouderen waarschijnlijk ook, maar voor
de jeugd is de kans grooter, om dien mooien
tijd, welken wij bedoelen, mee te leven,
mee te vormen.
Wij hebben dat meer beweerd, en zijn
toen door velen verkeerd begrepen.
En toch wij voorspellen niet, maar
aarzelen geenszins, om als onze stellige
meening uit te spreken, dat de toekomst
mooi zal zijn, o m d a t in de toekomst een
sleur-leven veel meer tot de onmogelijk
heden zal behooren, dan in het verleden;
omdat levensbeginsel en wereldbechouwing
bij de verscheidene groepen van ons volk
zullen zijn verdiept, waarmede tegelijker
tijd een sterkere eenheid van en een op
rechter saamhoorigheid tusschen die groe
pen zal gepaard gaan.
De jeugd wil zich op dién tijd voorberei
den. En dat is verblijdend!
Niemand mag in dezen tijd zich laten
verleiden door de vaak wel zeer sterke
bekoring van de onverschilligheid, de
traagheid. Zeker, men moet véél langs zich
héén kunnen laten glijden! Maar niet uit
onverschilligheid voor de zaken en uit
traagheid om er zich mee te bemoeien,
maar beredeneerd, als resultaat van ver
standelijke overweging.
De jeugd mag allerminst onver
schillig en traag zijn.
En alle teekenen wijzen er op, dat ze dat
ook niet is.
Een bericht verleden week in onze cou
rant onder Stadsnieuws over een „gewel-
dig-groote delname'' van jongemannen aan
de K. A. -cursus in geloofsverdediging was
toch wel zéér verheugend. Daar leeft in
onze jongemannen klaarblijkelijk plichts
besef, een verlangen naar meer ontwikke
ling, naar meer op die ontwikkeling ge
fundeerde actie, een verlangen naar d i e-
pere beleving van den godsdienst,
En in dit nummer van onze courant
wekt rector Beune den jonge mannen van
de K. J. M. V. op tot het volgen van een
sociaal-economisch en cursus. Ook hiervan
verwachten wij succes.
Er leeft onder een groot deel onzer ka
tholieke jeugd een uitstekende geest. Voor
de verheugende beteekenis van dit feit
kunnen wij niet blij en dankbaar genoeg
zyn!
VLEESCH
De Secretaris-Generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij maakt
bekend, dat de volgende bonnen zijn aan
gewezen voor het koopen der daarbij ver
melde rantsoenen:
bon „20 vleesch": 24 Juni t.m. 1 Juli.
per twee bonnen 100 gram vleesch (been
inbegrepen) of één rantsoen vïeeschwaren.
Bon „20 worst, vïeeschwaren :"24 Juni
t.m. 1 Juli: per twee bonnen één rantsoen
vïeeschwaren.
Een rantsoen vïeeschwaren bedraagt:
75 gram voor gerookt of gekookt varkens-,
rund-, kalfs-, paarden- en schapenvleesch
en voor gerookte worstsoorten;
100 gram voor gekookte worstsoorten, rol
pens en knakworst,
125 gram voor leverartikelen, tongenworst
en nierbrood,
150 gram voor bloedworst of
100 gram verduurzaamde kip, eend, gans of
kalkoen, been inbegrepen.
VOOR POLITIEKE VERGADERINGEN
IS ALTIJD VERGUNNING NOODIG.
Het op 18 Juni j.l. afgekondigde besluit
no. 109/1941 van den secr.-generaal van
justitie, heeft de bedoeling een wijziging
aan te brengen voor politieke vergaderin
gen. Onder politieke vergaderingen worden
"in dit verband verstaan vergaderingen, uit
gaande van staatkundige vereenigingen of
van plaatselijke afdeelingen daarvan, of
waar staatkundige onderwerpen bespro
ken worden. Terwijl tot dusverre politieke
vergaderingen, waaraan niet meer dan
twintig personen deelnamen, niet vielen
onder de bepalingen van paragraaf 2, lid
1 en 2 van verordening no. 24/1940, is zulks
thans wel het geval. Deze bepalingen hii-
"den als volgt:
1) Vergaderingen, die in een besloten
ruimte gehouden worden, kunnen slechts
door het bestuur van een vereeniging, of
van een harer plaatselijke afdeelingen, of
van een .stichting worden bijeengeroepen
Uiterlijk zeven dagen, voordat de verga
dering gehouden zal worden, wordt het
voornemen daartoe aan den bevoegdten
procureur generaal, fungeerend directeur
van politie, medegedeeld. De vergadering
heeft niet plaats, indien de bevoegde pro
cureur generaal, fungeerend directeur van
politie, verklaart, dat het niet in 'het be
lang van de openbare orde en van het open
bare leven is, dat zij gehouden wordt.
2) onverminderd het bepaalde in het
voorgaande lid moeten de deelnemers aan
vergaderingen, uitgaande van staatkundi
ge vereenigingen of van plaatselijke af
deelingen daarvan, of waar staatkundige
onderwerpen besproken worden, schrifte
lijk uitgenoodigd worden: de uitnoodigin-
gen moeten op naam gesteld zijn. De be
voegde procureur generaal, fungeerend di
recteur van politie, kan op verzoek van
belanghebbenden van deze beperkingen
dispensatie verleenen.
De bepalingen, welke gelden voor ver
gaderingen met een zuiver godsdienstig of
artistiek karakter en voor besloten gezel
schappen, hebben geenerlei wijziging on
dergaan.
EEN NOTA VAN DUITSCH-
LAND AAN DE
SOVJET-UNIE
Door van Rlbbentrop bekend
gemaakt
De Rijksminister van buitenlandsche za
ken, von Ribbentrop, heeft Zondagochtend
te 6 uur in aanwezigheid van de verte
genwoordigers van Duitsche en buitenland
sche pers in de Bondsraadzaal van het
ministerie van buitenlandsche zaken de we
reld per radio in kennis gesteld van de
nota van het ministerie van buitenlandsche
zaken aan de Sovjetregeering.
In de eerste alinea herinnert de nota er
aan, dat de Duitsche regeering, in den
wensoh tot een regeling der belangen tus
schen Duitschland en de Sovjetunie te ko
men, zich in den zomer van 1939 tot de
Sovjet-regeering gewend heeft, waarbij zij
over de ernstige bedenkingen heenstapte,
die voortvloeien uit het principieele ver
schil tusschen het politieke doel van
Duitschland en Sovjet-Rusland en uit de
scherpe tegenstelling tusschen de wereld
beschouwing van nationaal-socialisme en
bolsjewisme, die diametraal tegenover
elkander stonden.
De Duitsche regeering, aldus vervolgt de
nota, liet zich hierbij leiden door de ge
dachte, dat de uitschakeling van een oor
log, waarvoor een toenadering tusschen
Duitschland en Rusland voorwaarde was,
en de daardoor bereikbare beveiliging der
lévensbehoeften van beide volken die van
oudsher op voet van vriendschap hebben
geleefd, de beste waarborg zouden zijn te
gen een verdere uitbreiding van de com
munistische leerstellingen van het inter
nationale jodendom in Europa.
Indeze onderstelling werd zij gesterkt
door het feit, da+ het op grond van zekere
gebeurtenissen in Rusland en zekere maat
regelen der Russische regeering op inter
nationaal gebied, althans mogelijk leek,
dat men zich zou afwenden van deze leer
stellingen en van de vroeger gevolgde me
thode van ondermijning van andere vol
ken. De ontvangst, die de Duitsche staf te
Moskou ten deel viel, leek deze verande
ring te bevestigen.
Zoo kwam 2*51 op 23 Augustus 1939 tot
het no®agressiepact en op 28 September
1939 tot de onderteekening van de grens-
en vriendschapsovereenkomst tusschen
beide staten.
De kern dezer verdragen bestond:
1. uit de wederkeerige verplichting,
elkander niet aan te vallen en in vreedza
me nabuurschap te leven;
2. uit een afbakening der belangensferen,
doordat Duitschland afzag van het oefenen
van invloed in Finland, Letland, Estland,
Litauen en Bessarabië terwijl een deel van
den vroegeren Poolschen staat tot aan de
lijn: Narew-BoegSan op wensch der Sov
jet-regeering bij Rusland zou worden inge
lijfd.
Inderdaad heeft de Duitsche regeering
bij het sluiten Van het niet-aanvalsverdrag
haar politiek tegenover de Sovjet-unie
ook onverwijld gewijzigd en sedert dien
een vriendschappelijke houding jegens de
Sovjet-unie aangenomen. De met Rusland
gesloten verdragen zijn naar letter en
geest getrouw nagekomen, maar bovendien
heeft zij door het overwinnen van Polen,
dus door het offer van Duitsch bloed, de
Sovjet-unie geholpen aan haar grootste
succes sedert haar 'bestaan op het gebied
der buitenlandsche politiek. Dit is slechts
mogelijk geweest door de welwillende
Duitsche politiek jegens Rusland en door
de overweldigende zege der "Duitsche
weermacht.
Met reoht meende de Duitsche regeering
dan ook te mogen aannemen dat ook de
houding van de Sovjet-unie tegenover
Duitschland overeenkomstig zou zijn. H/-
laas zou spoedig blijken, dat de Duitsche
regêering zich bij deze onderstelling ern
stig vergist heeft.
ONDERMIJNINGS ACTIE VAN RUSLAND
In feite is, zooals in alinea 2 wordt vast
gesteld, de Komintern reeds spoedig na
het tot stand komen der Duitsch-Russische
verdragen weer op ieder gebied actief ge
worden.
Door de sterke en doeltreffende afweer-
maatregelen der politie werd de Komin
tern gedwongen te trachten haar bedrijvig
heid op het gebied van ondermijning en
inlichtingendienst naar Duitschland langs
omwegen over centra in de aan Duitsch
land grenzende landen te leiden. Men
maakte daarbij gebruik van vroegeree Duit
sche communistische functionarissen, die
in Duitschland een ondermijningsactie
moesten bedrijven en sabotage moesten
voorbereiden. Te dien einde werd een sys
tematische opleiding geleid door den Ge-
peoe-commissaris Krylow.
Daarnaast werd een intensieve ondermij
ningsactie bedreven naar het door Duitsch
land bezette gebied, vooral naar het Protec
toraat en het bezette Frankrijk, maar ook
naar Noorwegen, Nederland, België enz.
En Sovjet-Russische vertegenwoordigin
gen vooral in het consulaat-generaal te
Praag verleenden hierbij een waardevolle
hulp. Met radiozend- en ontvanginstalla-
ties werd een drukke berichtendienst on
derhouden, hetgeen een volkomen bewijs
voor den tegen Duitschland gerichten ar
beid der Komintern levert. Men beschikt
ook over een omvangrijk documentair ge
tuigen- en actenmateriaal over den gehee-
len ondermijnenden en spionneerenden ar
beid der Komintern. Verder werden sabo
tagegroepen gevormd, die haar eigen labo
ratoria hadden, -waarin zij brand- en bri
santbommen voor daden van sabotage
vervaardigden. Dergelijke aanslagen zijn
bijv. gepleegd in niet minder dan zestien
Duitsche schepen.
Wat de ondermijningsarbeid in Europa
buiten .Duitschland betreft, deze strekte
zich uit oVer bijna alle met Duitschland
'bevriende of door Duitschland bezette
landen. Zoo werd bijv. in Roemenië door
de communistische propaganda, door mid
del van uit Rusland komende pamfetten,
Duitschland verantwoordelijk gesteld voor
alle moeilijkheden, om zoo een anti-Duit-
sche stemming te wekken. Hetzelfde kwam
duidelijk tot uiting in Zuid-Slavië sedert
den zomer van 1940. In het gezantschap te
Belgrado is den Duitschen troepuen het
documentaire 'bewijs voor den Sovjet-Russi-
schen oorsprong der anti-Duitsche propa
ganda in handen gevallen.
COMMUNISTISCHE PROPAGANDA.
Terwijl de communistische propaganda
in Zuid-Slavië zich trachtte te bedienen
van nationalistische leuzen, werkte zij in
Hongarije vooral onder de Roetheensche
bevolking, welke zij de komende bevrij
ding door Sovjet-Rusland voorspiegelde.
Zeer levendig was de anti-Duitsche ophit
sing in Slowakije, waar openlijk actie werd
gevoerd voor een inlijving bij Sovjet-Rus
land. In Finland was de beruchte „Veree
niging voor vrede en vriendschap met de
Sovjet-Unie" werkzaam die in samenwer
king met den zender Petroskoj
trachtte Finland te ondermijnen, en daar
bij optrad in duidelijk anti-Duitschen zin.
In Frankrijk, België en Nederland werd
tegen de Duitsche bezettende macht opge
hitst. In nationale en pan-Slavisohe be
manteling werd op dezelfde wijze in het
Gouvernement-generaal opgehitst. Nauwe
lijks was Griekenland door de Duitsche en
Italiaansche troepen bezet, of ook daar ging
de Sovjet-Russische propaganda aan het
werk.
Het totale beeld toont een in alle landen
stelselmatig gevoèrde campagne der Sovjet-
Unie tegen het Duitsche streven tot het op
richten van een stabiele orde in Europa.
Daarnaast is de directe propagandisti
sche tegenactie gericht tegen de maatrege
len der Duitsche politiek. In Bulgarije werd
geagiteerd tegen de toetreding tot het pact
van drie en voor een garantieverdrag met
Rusland, in Roemenië werd door infiltratie
in de IJzeren garde en misbruik van haar
leiders, onder meer van den Roemeen Gre-
za, de revolte-poging van 23 Januari 1941
geënsceneerd.
Ten aanzien van Zuict-Slavië beschikt de
Duitsche regeerinjg over documenten, vol
gens welke de Zuidslavische gedelegeerde
Geongewitsj reeds in Mei 1940 op grond
van een onderhoud met MolotoW te Mos
kou de overtuiging kreeg, dat men daar
Duitschland beschouwde als „den machti
gen vijand' van morgen". Nog ondubbel
zinniger was de Russische houding ten aan
zien van de door Servische militairen naar
voren 'gebrachte wenschen op het gebied
van bewapening. In November 1940 ver
klaarde de chef van den Russischen gene-
ralen staf tegenover den Zuidslavischen
militairen attaché: „Wij geven alles wat
verlangd wordt en wel onmiddellijk".
Slechts één voorwaarde werd daarbij ge
steld': geheimhouding tegenover Duitsch
land.
De voorbereiding van den putsch te Bel
grado van 27 Maart 1941 vormde het hoog
tepunt van dit complot van' Servische sa
menzweerders en Engelsöh-Russisdhe agen
ten tegen Duitschland. De Servische leider
van dezen putsch, de aanvoerder van de
„Zwarte hand", Simitsj, 'bevindt zich nog
thans te Moskou en ontplooit daar ook nu
in zeer nauwe samenwerking met de Rus
sische propaganda zijn activiteit tegen het
rijk.
Om de buitenwereld een volledig over
zicht over de werkzaamheden der Sowjet-
Russische instanties sedert de totstandko
ming van de Duitsch-Russische verdragen
te geven, zal de Duitsche regeering het om
vangrijke materiaal, waarover zij beschikt,
bekend maken.
De Duitsche regeering moet consta -
fceeren, dat de Sowjetregeering bij het
sluiten der verdragen met Duitschland
herhaaldelijk de ondubbelzinnige ver
klaring heeft afgelegd, dat zij niet voor
nemens was zich direct of indirect in
Duitsche aangelegenheden te menigen.
Bij het sluiten van het vriendschaps
verdrag had zij plechtig verklaard, dat
zij met Duitschland zou samenwerken
om in overeenstemming met de ware
belangen van alle volken een einde te
maken aan den oorlogstoestand tus
schen Duitschland eenerzijds en Enge
land en Frankrijk anderzijds en om dit
doel zoo spoedig mogelijk te bereiken.
Deze Sowjet-Russische afspraken en
verklaringen zijn een bewuste mislei
ding en een bewust bedrog gebleken..
De Duitsche regeering heeft moeten
consta fceeren, dat de stelling van' Lenin,
volgens welke „met eenige andere lan
den verdragen kunnen worden geslo
ten, wanneer zij dienstig zijn voor de
belangen der Sowjetregeering en voor
het onschadelijk maken van den tegen
stander", ook heeft gegolden bij het
sluiten der verdragen van 1939. Het
sluiten dezer vriendschapsverdragen
was voor de Sowjetregeering dus slechts
een tactische manoeuvre. Het eigen
lijke doel was, dat men voor Rusland
voordeelige overeenkomsten wilde be
reiken en daardoor tegelijkertijd een
verdere machtspolitiek der Sowj et-
unie wilde voorbereiden. De leidende
gedachte bleef de verzwakking der
niet-bolsjewistische staten, opdat die
gemakkelijke ondermijnd en op een ze
ker oogenblik overweldigd konden wor
den.
RUSLANDS HOUDING NA
AUGUSTUS 1939.
De Russische regeering te Moskou heeft
geen gehoor gegeven aan de stem van het
Russische volk, dat met het Duitsche volk
eerlijk in vrede en vriendschap wilde le
ven, maar heeft de oude bolsjewistische
politiek van de twee aangezichten voort
gezet en daardoor een groote verantwoor
delijkheid op zich geladen.
Alinea drie houdt zich bezig met de hou
ding van de Sowjetregeering tegenover
Duitschland op militair gebied en dat van'
de buitenlandsche politiek sedert het slui
ten van 'het Duitsch-Russische verdrag. Te
Moskou had de Sowjet-Russische regeering
bij de afbakening van de belangensferen
aan den Duitschen minister van 'buiten
landsche zaken verklaard, dat zij met uit
zondering van de gebieden, van den voor-
maligen Poolschen staat, die zich in staat
van ontbinding bevonden, niet het voorne
men koesterde, de staten binnen haar be
langensfeer te bezetten, te 'bolsjewiseeren
of te annexeeren. In waarheid is evenwel,
naar uit het verloop der gebeurtenissen is
gebleken, de politiek van de Sowjetumie
in deze periode uitsluitend gericht geweest
op één doel, namelijk, uitbreiding van de
militaire macht van Moskou in het gebied
tusschen Uszee en Zwarte Zee, naar Wes
telijke richting, waar haar zulks maar mo
gelijk scheen, en verdere bolsjewiseering
van Europa.
De nota zet uitvoerig uiteen, hoe Sovjet-
Rusland tegen de afspraken in de Oostzee-
Staten bezette en daar alsmede in het
Poolsche gebied en anti-Duitsche agitatie
steunde. En hoe Rusland daarna geheel on
gerecht Bessarabië en de Boekowina op-
eischte, waarbij Duitschland terwille van
vrede en vriendschap Roemenië aanraadde
toe te geven.
Zij heeft de Roemeensche regeering, die
zich tot Duitschland gewend had om hulp,
aangeraden toe te geven en haar aanbe
volen Bessarabië en het Noordelijke deel
van de Boekowina aan Sowjet-Rusland af
te staan. Met het toestemmende antwoord
van de Roemeensche regeering werd aan
de Sovj et-regeer ing het verzoek van de
Roemeensche regeering overgebracht haar
voldoenden tijd te laten ter ontruiming van
deze groote gebieden en ter beveiliging
van leven en have der inwoners. Doch
weer stelde de Russische regeering Roe
menië een ultimatum en begon 19 Juni voor
het einde daarvan reeds met de bezetting
van gedeelten van de Boekowina en daar
na van geheel Bessarabië tot aan den Do-
nau. Ook deze gebieden werden door de
Sovjet-unie terstond geannexeerd, gebolsje-
wiseerd en daarmee in feite ten gronde ge
richt. Door de bezetting en bolsjewisee
ring van de geheele belangsfeer in Oost-
Europa en op den Balkan, die de Duitsche
regeering aan de U. S. S. R. te Moskou had
overgelaten, heeft de Sovjetregeering dui
delijk en ondubbelzinnig tegen de overeen
komsten van Moskou in gehandeld.
VRAAGSTUKKEN VAN DEN BALKAN.
Alinea IV behandelt de territoriale vraag
stukken, op den Balkan, gerezen door het
opdringen van Rusland naar dat gebied.
Duitschland, dat van Hongarije en Roe
menië herhaaldelijk verzoeken tot bemid
deling in het bekende territoriale geschil
tusschen deze beide staten had ontvangen,
deed met Italië op 30 Augustus 1940 de ar
bitrale uitspraak van Weenen. Om het de
Roemeensche regeering mogelijk te maken
de door haar gebrachte territoriale offers
tegenover haai volk te motiveeren, en voor
de toekomst iedere wist in dit gebied uit te
sluiten, garandeerden Duitschland en Ita
lië den nieuwen Roemeenschen staat. Daar
de Russische aspiraties in dit gebied be
vredigd waren, kon deze garantie in geen
enkel opzicht tegen Rusland gericht zijn.
Desniettemin maakte de Sovjet-Unie be
zwaren en verklaarde zij, in strijd met haar
vroegere verklaringen, volgens welke haar
aspiraties op den Balkan bevredigd waren
door het verkrijgen van Bessarabië en de
Noordelijke Boekowina, dat zij belangen
bleef houden bij de Balkanvraagstukken.
Deze belangen werden aanvankelijk niet
nader omschreven.
Van dit tijdstip af teekent zich de tegen
Duitschland gerichte politiek van Sovjet-
Rusland steeds duidelijker af. De Duitsche
regeering krijgt steeds concreter berichten,
volgens welke de reeds 6edert geruimen
tijd gevoerde onderhandelingen van den
Britschen ambassadeur te Moskou, Cripps,
pch gunstig ontwikkelen. Tegelijkertij
komt de regeering iln het bezit van docu
menten over intensieve militaire voorbe-
redingen van de Sovjetunie op elk gebied.
Ondanks de onvriendelijke houding
der Sovjet-Unie in het Balkanvraag-
stuk doet Duitsdhland thans opnieuw
moeite om tot een regeling met de
Sovjet-Unie te komen. De minister
van buitenlandsche zaken geeft in een
brief aan Stalin een uitvoerige uiteen
zetting van de politiek der Duitsche re
geering sedert de onderhandelingen te
Moskou. Hij geeft in dezen brief uiting
aan den wensch en de hoop, dat men
er in mag slagen de vriendschappe
lijke houding van de Sovjet-Unie, die
door de mogendheden van het pact van
drie gewenscht werd, gemeenschappe
lijk een concreten vorm te geven. Ter
verdere behandeling van deze vraag
stukken noodigt de minister van bui
tenlandsche zaken den Russischen
volkscommissaris Molotow - uit voor
een bezoek aan Berlijn. Gedurende dit
bezoek moet de Duitsche regeering
constateeren, dat Rusland tot een wer
kelijk vriendschappelijke samenwer
king met de staten van het pact van
drie en met Duitschland in het bijzon
der, slechts bereid is, indien Duitsch
land den prijs wil betalen, die de Sov
jet-Unie daarvoor verlangt. Deze prijs
bestaat uit een verder opdringen der
Sovjet-Unie in het Noorden en het
Zuid-Oosten van Europa. De eischen,
die door Molotow te Berlijn en daarna
bij de diplomaatieke besprekingen met
den Duitschen arbassadeur te Moskou
gesteld werden, zijn reeds bekend ge
maakt in den oproep van den Führer
aan het Duitsche volk.
Duitschland kon, aldus vervolgt de
nota, deze Russische eischen, die door
de Sovjet-regeering voorwaarden voor
een aansluiting bij de staten van het
pact van drie genoemd werden, natuur
lijk niet aanvaarden. Daarmede waren
de pogingen van de staten van het pact
van drie, om met de Sovjet-Unie tot een
regeling te komen, mislukt.
Het gevolg van deze Duitsche houding
was, dat Rusland zijn politiek, die steeds
onomwondener tegen Duitschland gericht
was, intensiveerde en dat zijn steeds nau
wer samenwerking met Engeland duidelijk
aan den dag trad.
RUSSISCHE-ENGELSCHE
SAMENWERKING STEEDS
OPENLIJKER.
De politiek van de Sowjetregeering te
genover het Duitsche Rijk, die sindsdien in
stijgende mate agressief werd, en de tot
DAG EN NACHT.
Het was gisteravond warm en ik
kon niet slapen.
Dan komt een mensch tot vreemde
gedachten. Zoo dacht ik in mijn avond
lijke overpeinzingen aan het verschil
tusschen den dag en den nacht. Eerst
aan de meest opvallende verschillen:
licht en donker, rumoer en stilte, be
weging en rust.
Maar ik vond nog meer verschillen.
Bijvoorbeeld: over dag zijn alle men-
schen verticaal en in den nacht hori
zontaal. 'sNadhts ligt alles plat wat
overdag recht op staat. Met neuzen en
teenen in de lucht. Soms met een doos
je sigaretten en een gebit op het nacht
kastje. Zoo iets ziet men overdag niet.
Overdag zijn alle menschen anders dan
's nachts. Een tikje netter. Omhuld en
door den kleermaker wandelfahig ge
maakt. Zoodat zij zich kunnen vertoo-
nen.
En dan nog iets: 's Nachts eten de
mensdien niet. Van 's avonds acht tot
's morgens acht. Dat is twaalf uur. Dat
is een goede oefening. Waarom zou dat
niet langzaam uit te breiden zijn? Dit
lijkt my in dezen tyd een noodwendig
heid. Eerst tot dertien, daarna veer
tien uur enz. Ik heb mij laten vertellen,
dat de Eskimo's een half jaar slapen.
Kunnen wij het ook niet zoover bren
gen? Daar kan geen distributie tegen
op. En geen zakenman of winkelier,
die er nadeel van heeft, want die sla
pen ook. Ik denk, dat op dit punt mijn
gedachten overgingen in slaap. Een
mensch kan toch vreemde dingen den
ken, als hij wakker ligt.
Het is maar beter direct te gaan sla
pen
dusver nog steeds ietwat geëcamoufleer
de politieke samenwerking tusschen de
Sowjetunie en Engeland werden bij het
uitbreken van den Balkancrisis begin April
van dit jaar voor de geheele wereld dui
delijk.
Thans staat onmiskenbaar vast, dat de
na de toetreding van Zuid-Slavië tot het
driemogendhedenpact te Belgrado op touw
gezetteacoup door Engeland m overleg met
Sowjet-Rusland in scène werd gezet.
Terzelfder tijd, waarop Duitsche
troepen op Roemeensch en Bulgaaxsch
gebied werden geconcentreerd tegen de
steeds omvangrijker Engelsche landin
gen in Griekenland, poogt de Sowjet
unie, nn reeds in klaarblijkelijk ove.r-
leg met Engeland, Duitschland in den
rug aan te vallen, doordat het 1) Zuid-
Slavië politiek openlijk en militair in
het geheim steunt, 2) poogt Turkije
door een belofte omtrent dekking in
den rug te bewegen tot een agressieve
houding tegen Bulgarije en Duitsch
land, en te brengen tot een opmarsch
van de Tnrksche legers in Thracië in
een zeer ongunstige militaire stelling,
3) zelf een sterke troepenmacht con
centreert in Bessarabië en aan de Mol-
rau aan de Roemeensche grens en 4)
de plaatsvervangenden volkscommissa
ris van buitenlandsche zaken, Wysjins-
ky, plotseling begin April een poging
onderneemt om in gesprekken met den
Roemeensche gezant, Gafencu, te
Moskou tot een politiek van snelle toe
nadering tot Roemenië over te gaan,
teneinde dit land tot afval van
Duitschland te brengen.
De Engelsche diplomatie streeft door
bemiddeling van de Amerikanen te Boe
karest naar hetzelfde doel. De opge
rukte Duitsche troepen in Roemenië en
Bulgarije moesten hier dus volgens het
Engelsch-Russische plan van drie kan
ten worden aangevallen, n.1. van Bes-
ensarabië, Thracië en Servië-Grieken-
land.
Slechts het loyale optreden van generaal
Antonescu, de realistische houding van de
Turksche regeering en vooral het snelle
Duitsche ingrijpen en de beslissende over
winningen van het Duitsche leger waren
oorzaak, dat dit EingelschRussische plan
werd verijdeld.
Naar de Duitsche regeering uit berichten
heeft vernomen, zijn bijna 200 Zuid-Slavi
sche vliegtuigen, bemand met Russische en
Engelsche agenten benevens Servische
complotteurs, onder aanvoering van den.
heer Simitsj, ten deele naar Rusland ge
vlogen, waar deze officieel thans dienst
doen in het Russische leger, ten deele naar
Egypte. Reeds deze bijzonderheid werpt
een uitermate karakteristiek licht op de
nauwe samenwerking van Engeland en
Rusland met Zuid-Slavië. Tevergeefs heeft
de Sowj et-regeering herhaaldelijk ge
poogd de ware bedoelingen van haar po
litiek te verbergen.
RUSSISCHE TROEPENCONCENTRATIES
In alinea zes wordt verklaard, dat de
anti-Duitsche politiek van de Russische re
geering op militair gebied gepaard ging
aan een steeds toenemende concentratie
van alle beschikbare Russische strijdkrach
ten langs een uitgestrekt front van de
Oostzee tot aan de Zwarte zee.
Reeds in den tijd, dat Duitschland in het
Westen zeer in beslag werd genomen door
den Franschen veldtocht, en zich in het
Oosten slechts uiterst geringe Duitsche
troepen-onderdeelen bevonden, begon het
Russische opperbevel met de stelselmatige
verplaatsing van vrij groote troepencon-
tingenten naar de (kostelijke grens van
Duitschland, waarbij bijzondere ophoo
pingen werden geconstateerd bij Oost-
Pruisen en het gouvernement-generaal en
voorts bij Roemenië in de Boekowina en
in Bessarabië. Ook bij Finland werden de
Russische garnizoenen voortdurend ver
sterkt. De verplaatsing van steeds nieuwe
Russische divisies van Oot-Azië en den
Kaukasus naar Europeesch Rusland vorm
de eveneens een maatregel op dit gebied.
Uit een en ander blijkt, dat de Russische
troepen steeds dichter naar de Duitsche
grens werden geschoven, ofschoon van
Duitsche zijde geen militaire maatregelen
werden getroffen, die een dergelijke Rus
sische actie hadden kunnen motiveeren.
Eerst dit optreden van Rusland heeft de
Duitsche weermacht tot tegenmaatregelen
gedwongen.