ZATERDAG 21 JUNI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
De welstand in en
rondom onze stad.
Het gemiddeld inkomen van
de belastingplichtigen.
IL
In een vorig artikel hebben wij de ver
anderingen nagegaan, die in de welstands
verbreiding in Leiden en alle omliggende
gemeenten sedert onze publicatie van het
vorige jaar aan den dag zijn getreden. Een
tweede factor van beteeken is bij de beoor-
deelimg van den welstand eener gemeente
lijke bevolking is het gemiddeld inkomen
van de belastingplichtigen. Hieronder stel
len wij naast elkaar het gemiddelde inko
men der aangeslagenen in de rijksinkom-
etenbelasting over het laatste en het voor
laatste jaar. Ook deze gegevens zijn ont
leend aan de belasting-administratie en
door het Centraal Bureau voor de Stati
stiek verzameld.
Gemiddeld inkomen
1Q"ïQ 1Q40
LEIDEN 2022 2026
Haarlemmermeer 1744 1869
Alphen a d. Rijn 1967 1935
Hillegom 2190 2218
Katwijk 1761 1708
Noord wijk 2077 2206
Wassenaar 10754 6196
Alvorens ook van de gemeenten met min
der dan tienduizend zielen het gemiddeld
inkomen te vermelden, willen wij eerst uit
het bovenstaande conclusies trekken. Daar
bij moet vooral het volgende in aanmer
king worden genomen. Het gemiddelde in
komen kan stijgen door twee geheel ver
schillende, feitelijk zelfs tegenovergestelde,
oorzaken. Ten eerste kunnen inderdaad
alle aangeslagenen, of althans een overwe
gend deel van hen, een grooter inkomen
hebben verworven. In dat geval stijigt
uiteraard het gemiddelde en deze stijging
is dan een positief gunstige omstan
digheid. Maar het gemiddelde bedrag
kan ook gestegen zijn doordat uit de
groep belastingplichtigen een aantal voor
heen reeds bescheiden inkomens zijn
weggevallen, zooals dat bijvoorbeeld
bij toenemende werkloosheid het geval
kan kan zijn.' Deze lagere inkomens
drukten voorheen het gemiddelde; hun
wegvallen doet derhalve het gemiddelde
(der overb lij venden) stijgen. Maar in dit
geval is de stijging allerminst een aanwij
zing voor een gunstige ontwikkeling van
het plaatselijke volksinkomen.
Omgekeerd kan het gemiddelde inkomen
gedaald zijn door een werkelijke verminde
ring van' het volks inkomen in een bepaal
de giemeente, bijvoorbeeld bij massale
loonsverlaging of sterk toegenomen werk
loosheid en dan is de daling een ongun
stig verschijnsel maar evengoed kan het
gemiddelde inkomen dalen bij afnemende
werkloosheid, waardoor tal van inwoners,
die voorheen niet belastingplichtig waren,
weer een bescheiden inkomen gaan genie
ten, dat echter maar weinig 'boven de be
lastinggrens uitkomt-en waardoor het ge
middelde bedrag omlaag gedrukt wordt
Het is duidelijk, dat in zulk een geval de
daling van het gepiiddelde inkomen juist
een gunstig teeker. is.
Op grond van dit alles is het noodig, de
verandering in het gemiddeld inkomen
steeds te beschouwen in samenhang met
de wijzigingen in het aantal belastingplich
tigen (per duizend inwoners). Doen wij dit,
dan zien wij dat de matige stijging van het
aantal aangeslagenen in LEIDEIN geen da
ling van het gemiddelde inkomen ten ge
volge heeft gehad, doch met een zij het
ook geringe stijging van dit gemiddelde
gepaard is gegaan. Dit wijst derhalve op
een bevredigende ontwikkeling van bet
Leidsche volksinkomen.
De cijfers van Haarlemmermeer hebben
dezelfde tendenz, doch in veel sterkere
mate; in deze uitgebreide plattelandsge
meente heeft het volksinkomen zich heel
gunstig ontwikkeld, ten deele door econo
mische verbeteringen, ten deele echter ook
door de vestiging van Amsterdamsche fo
rensen (Badhoevedorp).
In Alphen a. d. Rijn is het gemiddeld in
komen gedaald, doch dit valt geheel aan
de stijging van het getal belastingplichtigen
toe te schrijven, zoodat van een feitelijke
verzwakking van het plaatselijk volksin
komen in deze gemeente niet gesproken be
hoeft te worden. De cijfers betreffende
Hillegom zijn gunstig; immers een toena
me van het aantal aangeslagenen gaat sa
men met ee.i vergrooting van het gemid^
deld inkomen
Katwijk verkeert in een overeenkom
stige positie als Alphen aan den Rijn: het
gemiddeld inkomen der belastingplichtigen
is er gedaald, doch geheel als gevolg van
de toename van het aantal aangeslagenen,
zoodat deze dialing géén ongunstig symp
toom is. In Noordwijk ging, bij een bijna
gelijk gebleven aantal belastingplichtigen
per duizend inwoners het gemiddeld, inko
men vrij sterk omhoog, zoodat ook in deze
gemeente de plaatselijke koopkracht be
duidend gestegen zal zijn.
De cijfers van Wassenaar zijn dit jaar
hoogstopvallerodi. Vanzelfsprekend is het ge
middeld inkomen der aangeslagen in deze
luxe-gemeente ook nu nog uitzonderlijk
hoog, maar dit neemt niet weg dat het een
geweldige daling, van rond veertig procent
heeft ondergaan! De stijging van het aan
tal belastingplichtigen, hoe bevredigend
ook, kan deze daling in geenen deele ver
oorzaakt hebben; hier moet dan ook wel
degelijk van een enormen teruggang van
het plaatselijk volksinkomen gewag wor
den gemaakt.
Voor de dorpen met een zielental tus-
schen vijf en tienduizend zijn de cijfers als
volgt:
Alkemade
1899
1824
Bodegraven
2209
2135
Boskoop
2117
2170
Leidschendam
2122
2134
Lisse
2546
2407
Noord wijkerhout
1859
1749
Oegstgeest
2757
2849
Sassen jv^jm
2410
2370
Voorschoten
1990
1965
Woerden
1901
•1853
Zoetermeer
1904
1785
In Alkemade bleef het reeds zoo lage aan
tal belastingplichtigen ongewijzigd, waar
bij het gemiddeld inkomen daalde, zoodat
ook in dit dorp het volksinkomen achteruit
ging. Nog ongunstiger' zijn de cijfers van
Bodegraven, waar een daling van het ge
tal aangeslagenen gepaard gaat aan een
daling van het gemiddeld inkomen. Daar
aan geheel tegenovergesteld is de gang van
zaken in Boskoop geweest; hier gaan een
stijging van het getal belastingplichtigen
en een stijging van hun gemiddeld inkomen
hand aan hand, hetgeen tot een beduidende
versterking van het plaatselijk volksinko
men aanleiding moet hebben gegeten.
Dezelfde tendenz, doch in veel zwakkere
mate, hébben de gegevens betreffende
Leidsdhendam. In Lisse liep het gemiddeld
inkomen wel-is-waar terug, maar de vrij
sterke stijiging van het aantal belasting
plichtigen had een nog heel wat sterkere
daling van het gemiddeld inkomen der aan
geslagenen doen verwachten. Deze beperk
te daling derhalve op een zekere verster
king van het volksinkomen ter plaatse.
In Noordwijkerhout zijn de stijging van
het aantal belastingplichtigen en de ver
laging van het gemiddeld inkomen der aan
geslagenen practised met elkaar in even
wicht; het plaatselijk volksinkomen in
Noordwij kerhout kan dan ook zoo goed als
geen verandering hebben ondergaan.
Voor Oegstgeest zijn de cijfers dit jaar
wel 'bevredigend. Een zeer geringe daling
van het aantal belastingplichtigen per dui
zend inwoners is gevolgd door een betee-
kenende stijging van het gemiddeld inko
men. Wat Sassenheim 'betreft, is de daling
van het gemiddelde iets geringer dan iiit
de stijging van het aantal belastingplich
tigen te verwachten viel, zoodat hieruit een
minimale versterking van het plaatselijk
volksinkomen moet resulteeren. Ditzelfde
geldt ook voor Voorschoten en Woerden
terwijl de-cijfers van Zoetermeer op een-
eveneens geringe verzwakking van het
volksinkomen wijzen.
Thans laten wij de gegevens volgen over
de dorpen met een inwonertal tusschen
twee en vijfduizend.
Ter Aar
Hazexswoude
Leiderdorp
Leimuiden
Nieuwkoop
Rijnsburg
Voorhout
Warmond
Woubrugge
Zoeterwoude
Zwammerdam
1665
1833
1743
1800
2002
2005
2051
1591
1750
1697
1638
1945
1879
2030
3109
1702
1881
1782
In al deze plaatsen, zonder onderscheid,
liep het gemiddeld inkomen der belasting
plichtigen terug. In Ter Aar, Hazerswoude,
Nieuwkoop, Warmond', Woubrugge, Zoe
terwoude en Zwammerdam liep bovendien
het getal* aangeslagenen terug en in al de
ze dorpen heeft het plaatselijk volksinko
men zich derhalve in ongumstigien zin ge
wijzigd. In Leiderdorp, Rijnsburg en Voor
hout is de daling geringer gebleven dan uit
de stijging van het aantal aangeslagenen
gevolgd had kunnen zijn, zoodat in deze
drie dorpen van eendge versterking van
het volksinkomen sprake is. In Leimuiden.
is de daling van het gemiddelde veel ster
ker dan uit de stijging van het aantal ver
klaard kan worden, zoodat ook hier van
een ongunstige wending gesproken dient te
worden.
En tenslotte volgen nu de kleinste dor
pen, met minder dan tweeduizend zielen.
'Barwoutswaarder 1836 1761
Benthuizen 2026 2214
Koudekerk 1919 1753
Moercapelle 1838 2041
Waarder 1798 1539
Nieuwveen
Zevenhoven
Rietveld
Valkenburg
Rij nsaterwoude
1704
1800
2180
1557
1654
1643
1758
2038
1416
1445
Stijging van het gemiddeld inkomen kan
geconstateerd worden voor Benthuizen en
Moercapelle In eerstgenoemd dorp ging
het aantal aangeslagenen iets terug, in
Moercapelle was het vrij sterk gestegen,
in beide gemeenten moet het volksinkomen
dan ook versterkt zijn. Voor het overige
bevatten de cijfers een ongunstige aanwij
zing voor den gang van zaken in Barwouts
waarder, Koudekerk en Waarder en een
zéér ongunstige voor Zevenhoven, Rietveld
en Rij nsaterwoude. In Nieuwveen en Val
kenburg bleef het plaatselijk volksinkomen
zoo goed als onveranderd.
IMPPORT VAN ZOUTEVISCH
Door de medewerking van de verschil
lende regeeringsinstanties is het aan Van
Toors Handelmaatschappij N.V. te Vlaar-
dingen gelukt een partij van ruim 2800
heele vaten met een inhoud van circa 100
kg. netto, zoutevisch-filet te importeeren.
Deze partij is reeds begin dezer week in
Nederland aangekomen en over een even
redige en rechtvaardige verdeeling onder
de diverse haring en vischhandelaren in
Vlaardingen wordt thans nog onderhandeld.
Deze import beteekent weer werk voor
vele kuipers en pakkers en met vreugde
wordt deze lading dan ook in Vlaardingen
tegemoet gezien. Mede in verband met de
voedselvoQrziening in ons land is het te ho
pen, dat deze eerste partij door andere
en grootere ladingen zal worden gevolgd.
VERWERKING VAN KURK
De directeur van het Rijksbureau voor
Hout maakt bekend, dat hij de bij de Hout
beschikking 1940 no. 1, verleende dispen
satie met ingang van heden intrekt ten
aanzien van het bewerken, verwerken, doen
bewerken en doen verwerken van kurk.
Het is derhalve van 18 dezer af zonder
schriftelijke vergunning van den directeur
van het Rijksbureau voor Hout verbóden
kurk te bewerken, te verwerken, te doen
bewerken of te doen verwerken.
MAXIMUMPRIJS VOOR BEENDEREN
De secretaris-generaal van het Departe
ment van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart heeft bepaald, dat de prijs, waartegen
beenderen aan fabrikanten mogen worden
te koop aangeboden, of verkocht, tegen
hoogste 5.50 per 100 kg1 franco fabriek
bedraagt.
DE N. S. B. VOOELOOPIG GESLOTEN.
Alleen sympathiseerenden zullen
worden toegelaten.
De heer Mussert heeft het volgende be
paald:
Met ingang van Zaterdag 19 Juli a.s.
wordt de N. S. B. gesloten voor de toetre
ding van nieuwe leden.
Deze sluiting geldt tot nader order.
2. Met ingang van Zaterdag 19 Juli a.s.
wordt de gelegenheid opengesteld om in
geschreven te worden als sympathiseeren-
de. De sympahtiseerenden hebben slechts
eenvoudige geldelijke verplichtingen. Voor
waarde is, dat zij begrip hebben voor den
nieuwen tijd.
3. Uit de lijen der sympathiseerenden
zullen te zijner tijd diegenen toegelaten
worden als lid der Beweging, die daarom
vragen en daartoe geschikt worden geoor
deeld.
Het „Nationale Dagblad" constateert* dat
ij de N. S. B. in deze tijden vaak
omringd worden door mensohen, die in de
kentering der gebeurtenissen op hun eigen
belang uit zijn.
„Zij vermommen zich als goede ka
meraden en deinzen er niet voor te
rug lanfes allerlei duistere paden bij
den argelooze in het gevlei te komen
om zoodoende een bevoorrechte post
te bereiken. Hier schuilt een groot ge
vaar en onze menschenkennis moet
ons behoeden voor deze gevaren. De
zaak van het nationaal-socialisme
wordt hierdoor sterk afbreuk gedaan,
en het is gebiedende noodzaak hier
meedoogenloos te zuiveren".
Het blad doelt op de klaploopers, waar
mee wel elke partij ervaring zal hebben
opgedaan, vooral een partij die in de op
gang is en wat te „vergeven" heeft, merkt
de „Volkskrant" hierbij op.
Het is zeer juist gezien, voor deze
„Streber" het hek te sluiten, en vermoede
lijk zal het besluit van. den heer Mussert
om tot nader order geen nieuwe leden aan
te nemen, mede berusten op de ervaring
met de nieuwe candiaat-leden opgedaan.
Beter een loyale en erkende tegenstander
dan een medestander-baantjesjager, aldus
de „Volkskrant".
De 'Nationaal-Socialistische Beweging
heeft gisteravond op het terrein van „Hout-
rust" te 's-Gravenhage een groote open
luchtsamenkomst gehouden, waaraan tien
duizenden leden en geestverwanten heb
ben deelgenomen.
De leider der beweging, ir. A. A. Mus
sert, zeide op deze bijeenkomst o.m.:
Er is zich thans, evenals aan het eind
van de achttiende eeuw, weder een revo
lutie over gansch Europa aan het voltrek
ken, en zooals 150 jaar geleden het nieuwe
het oude heeft verdrongen, zoo zal dat ook
thans gebeuren en wel in nationaal-socia-
listischen en fascistischen zin. (Applaus).
De nieuwe gefneenschap wordt zoo op
gebouwd, dat er rust en orde in Europa
zullen zijn en dat wij een gerechtigheid
zullen beleven, waarvan men aan den an-
derén kant nooit heeft kunnen droomen.
Daarover beslist de grootste figuur sinds
honderden jaren: Adolf Hitler (langdurige
bijvalsbetuigingen)
Spreker weet, dat Hitier het beste met
ons volk voorheeft. Geen levend mensch is
echtèr zoo gehoond en belasterd als hij en
dat geschiedde door het geestelijk rapalje,
dat zooveel edels niet kan verdragen. Alle
machten werden daarop losgelaten, doch
wij hebben het groote geluk, dat hij ook
voor ons volg de groote leid-ster is.
Spr. keerde zich vervolgens tegen ge
ruchten als zou de Nederlandsche neder
laag een gevolg zijn van verraad der N. S.
B. en zei: De Duitsche weermacht was en
is volkomen superieur en de Nederlandsche
weermacht heeft de nederlaag in enkele da
gen geleden, omdat ons officierencorps bij
verre niet voor zijn taak berekend was.
Wel zijn er officieren, die him uiterste
best hebben gedaan, maar daarnaast wa
ren er, die lafhartig de vlucht hebben ge
nomen. Zoo is de generaal, die de Grebbe-
linie moest verdedigen, het eerst op de
vlucht geslagen. Maar hij zal dezer dagen
voor het gerecht moeten komen, om zich
voor die lafhartige vlucht te verantwoor
den. (Daverend applaus).
Tot zijn vreugde kan spreker zeggen:
De N. S. B. marcheert en zij is in één jaar
tijds driemaal zoo sterk geworden. De N.
S. B. durft de verantwoordelijkheid aan,
want er is een kern gebouwd in negen Ja
ren van strijd, op wier schouders de toe
komst kan worden gelegd.
VERPLICHTINGEN BIJ UITREIKING
VAN PERSOONSBEWIJZEN.
Verhooging legesgelden bij nietnakoming.
Van bevoegde zijdie vestigt men nog
maals dé aandacht op een besluit van den
secretaris-generaal van bet Departement
van Binnenlandsdhe Zaken van 7 Mei 1941,
boudiende aanvulling van het besluit per
soonsbewijzen. Hierin wordt het volgende
'bepaald:
„Is de gerechtigde een hem bij of inge
volge het eerste lid van artikel 6 opgeleg
de verplichting niet, niet behoorlijk of niet
op den vastgestelden tijd nagekomen, dan
kan de burgemeester, onderscheidenlijk
het hoofd der rijksinspectie, het reaht aan
leges verhoogen tot twee gulden".
Hieronder volgen de verplichtingen ge
noemd in het eerste lid van artikel 6:
„Ieder gerechtigde is gehouden, op ver
langen van de met de zorg voor de uitrei-
king van persoonsbewijzen belaste autori
teiten of ambtenaren:
1. Naar waarheid alle opgaven of inlich
tingen te verstrekken, welke noodig of
wenschelij'k bunnen zijn voor het vaststel
len van zijn identiteit, zijn burgerlijken
staat en zijn staat van Nederlander, Neder-
landsch onderdaan, als bedoeld bij de wet
van 10 Februari 1910 (Staatsblad no. 55),
sedert gewijzigd, of vreemdeling:
2. het vereischte aantal goedgelij kende
foto's, overeenkomstig de voorgeschreven
grootte en uitvoering, in te leveren,
3. onder toezicht vingerafdrukken te
plaatsen of te laten nemen,
4. onder toezicht de vereischte hantee-
keningen te plaatsen,
5. de voor het signalement vereischte
gegevens te verstrekken of te laten verza
melen,
6. in geval van twijfel aan zijn identi
teit of aan de juistheid der door hem voor
Omdat het aardappelrantsoen tot 2 kilo
is verhoogd
De wijzigingen van deze week in de dis
tributiemaatregelen zullen eenerzij ds den
huisvrouwen genoegen doen aldus het
„Vad." anderzijds hen teleurstellen. Om
met het prettige dat eigenlijk al bekend
was te beginnen: de bon voor aardappe
len (bon 07) geeft met ingang van deze
week recht op twee kilogram. Het brood
rantsoen Is thans echter weer normaal. Bon
23 van de broodkaart geeft tot en met 6
Juli recht op het koopen van tweehonderd
gram brood of twee rantsoenen gebak.
Het extra rantsoen is dus komen te ver
vallen.
Wat de eieren betreft het volgende: bon
37 van de algemeene kaart is aangewezen
voor de week tot en met 29 Juni. Bon 99
krijgt een geldigheidsduur van twee we
ken, nl. tot en met 6 Juli. Het is wenschelijk
gebleken, deze periode te verlengen, om
ieder in de gelegenheid te stellen het ei
te koopen.
De suikerbon, die, evenals de vorige, in
verband met het extra rantsoen, voor slechts
twee "vveken geldt (tot en met 6 Juli), is
nummer 56 van de algemeene kaart.
Verder zijn nieuwe bonnen aangewezen
voor koffiesurrogaat of thee (bon 46 t/m.
20 Juli) en voor melk (bon 22 tot en met 29
Juni).
Ter aanvulling van het aardappelrantsoen
is tot en met 6 Juli nog een rantsoen peul
vruchten beschikbaar gesteld. Op bon 57
van de algemeene kaart kan men hiervan
een pond koopen.
het signalement verstrekte gegevens, zich,
indien zulks wordt gevorderd, te onderwer
pen aan een door een vanwege den burge
meester of het hoofd der- rijksinspectie aan
te wijzen geneeskundige in te stellen onder
zoek en ook overigens de medewerking te
verleenen, welke noodig wordt geacht.
7. voor het opmaken en voor de ont
vangst van een persoonsbewijs en ook ove
rigens ten behoeve van aangelegenheden,
rakende de uitvoering van dit besluit, op
de eerste uitnoodiging in persoon te ver
schijnen ter secretarie der gemeente, ter
plaatse, op den dag en binnen de uren, op
de uitnoodiging aan te geven, of, zoo de
uitreiking moet plaats hebben door het
hoofd' der rijksinspectie, ten bureele van
die inspectie.
HOOIBROEI.
Het is een niet te miskennen feit, dat
ieder jaar opnieuw tengevolge van brand
door hooibroei aanzienlijke kapitalen voor
de gemeenschap verloren gaan.
Deze schade komt grootendeels ten laste
van de Verzekering-Maatschappijen en dus
indirect ten laste van de landbouwers, om
dat de premies voor de brandverzekering
voldoende moeten zijn om deze schade te
dekken.
Ook de Gemeentekassen lijden er schade
door, omdat aan blusschingskosten dikwijls
belangrijke sommen moeten worden be
taald en het behoeft geen betoog, dat een
nadeel voor de gemeente ook een nadeel
INTERPAROCHIEELE
ST. JOSEPHSGEZELLEN
VEREENIGING TE LEIDEN
LICHAAMSOEFENINGEN.
Ter oriëntatie hier iets over lichaams
oefeningen en ons Kolpingsprogram: de
vorming van den jongen man.
Vorming is dan pas „volledig", wanneer
heel het individu harmonisch: geestelijk èn
lichamelijk wordt gevormd. Is het niet ty
pisch, dat heden ten dage de gymnastiek,
de sport, het spel zoozeer wordt gepropa
geerd. Het onderdeel der opvoeding dat
door de „lichaamsoefeningen'' wordt be
oogd is heden ten dage blijkbaar belang
rijk. Ziet men er zooveel waarde in? Och,
als de lichaamsoefeningen geen andere
waarde hadden dan een opvoering van
kracht en lenigheid, zou deze zaak niet die
belangstelling hebben zooals ze die op het
oogenblik heeft. Men ziet hierin een prach
tig aangrijpingspunt om op de totaal-op
voeding in te werken, want sport en spel
trekt de jongens aan.
ïn het kader onzer jeugdbeweging kun
nen we ook dit onderdeel meer passend
maken, ten nutte aan ons Kolpingspro
gram. De algemeen leider der lichaams
oefeningen in Gezellenverband ziet als
ideaal: dat elke jeugdleider zóó veel
begrip heeft van het wezen en de praktijk
van lichaamsoefening, sport en spel, dat hij
het in zijn programma verweeft met het
andere werk, terwijl gevaar voor overdrij
ving automatisch wordt bezworen omdat
hij het Kolpingsprogram als opgave heeft.
Iedere leider in lichaamsoefeningen zou
allereerst jeugdleider moeten zijn, en
iedere jeugdleider moet in staat zijn de
elementaire vormen der gymnastiek met
z'n jongens te verwerken. Daartoe dient
de opleiding voor jeugdleider ook dit ter
rein te bestrijken.
Reeds is een aanvang gemaakt met een
cursus in lichamelijke oefeningen voor de
jeugdleiders van onze gezamenlijke jeugd-
standsorganisaties. Ook van onze afdeeling
nemen er jeugdleiders deel aan deze cur
sus. Moge het profijtelijk zijn voor heel
onze afdeeling.
H. C. A. P. VAN DRUNEN,
V.-pr.
voor de ingezetenen beteekent.
Daarom is het behalve plicht ook
ieders belang alles in het werk te stellen
om brand door hopibroei te voorkomen.
Ieder weet, dat hooi broeit en dat lichte
broei noodzakelijk is voor een goede kwali
teit, maar zware broei, waardoor brandge
vaar ontstaat, behoeft bij een kundig en
voorzichtig landbouwer niet voor te komen,
een hooge uitzondering daargelaten.
Enkele practische wenken, om zooveel
mogelijk brand door hooibroei te voorko
men, mogen hier volgen:
Landbouwers, zorgt er voor, dat uw hooi
vooral goed droog in den berg komt; zet,
indien eenigszins mogelijk, het eerste hpoi
aan een klamp en tast 't hooi geleidelijk op.
Stelt u minstens éénmaal per dag op de
hoogte van den toestand van uw hooi.
Komt de geur of'kleur u verdacht voor of
wordt het hooi-ijzer in het hooi naai* uwe
meening te warm, waarschuwt dan onmid-
delijk de Verzekering-Maatschappij, hetzij
rechtstreeks, hetzij door middel van den
agent, telegrafisch of telefonisch.
Zij zal u dan ongetwijfeld, met het oog
op de te nemen maatregelen, ten spoedigste
raad geven.
Is er direct brandgevaar, dan is het waar
schuwen van de plaatselijke brandweer na
tuurlijk noodzakelijk.
Provinciale publicatie van het Departement
van Landbouw en Visscherij
De Landbouw-Crisis-Organisatie voor Zuid-Holland deelt
mede, dat op aanwijzing van den Provincialen Voedselcommis-
saris de volgende voorschriften zijn vastgesteld betreffende de
aflevering van melk in Zuid-Holland, in afwachting van de
nieuwe regeling.
1. Allé melkveehouders, wier bedrijven gevestigd zijn op
het eiland Goeree en Overflakkee zijn verplicht alle melk,
welke op hun bedrijven wordt gewonnen, af te leveren aan
dé Melkproductenfabriek „De Volharding" te Middelharnis,
hetzij rechtstreeks, hetzij via de plaatselijke ontvangers van
genoemde fabrièk.
2. De verplichting, genoemd onder sub I, geldt niet voor de
melkveehouders, die de laatste maal voor 1 Juni 1941, dat zij
melk afleverden, zulks deden aan de heeren J. Kleijnenburg en
J. Leijdens, Molendijk 29 te Melissant, of den heer Nagtegaal,
Voorstraat 36 te Stellendam. In dit geval moet de melk afge
leverd worden aan het bedrijf, waaraan zulks de laatste maal
voor 1 Jüni 1941, dat melk werd afgeleverd, plaats vond.
3. De Melkproductenfabriek „De Volharding" te Middelhar
nis, de heeren J. A. Kleijnenburg en J. Leijdens te Melissant en
de heer P. Nagtegaal te Stellendam zijn verplicht alle melk,
welke door de melkveehouders wordt aangeboden, in ontvangst
te nemen, doch uitsluitend van de veehouders, die op grond
van het genoemde onder 1 en 2 verplicht zijn aan hun bedrijf
te leveren.
4. Het genoemde sub 1 en 2 is niet van toepassing op de melk
veehouders, die beschikken over een vergunning tot het berei
den van boter en/of kaas.
Deze personen mogen alle op hun bedrijven gewonnen melk
ter verwerking op eigen bedrijf behouden, overeenkomstig de
voorwaarden, welke aan genoemde vergunningen verbonden
zijn.
5. De voorschriften tot het inleveren van de melk, als ge
noemd onder 1 en 2 hebben ingevolge artikel 2, 3e lid van het
Zuivelbesluit 1941 (Bestemming der melk), geen betrekking op:
a. de normale voor eigen gebruik bestemde hoeveelheid melk;
b. de normale hoeveelheid m,elk, bestemd voor den opfok van
tot den veestapel behoorende dieren, voor zoover het gebruik
van melk voor dit doel wettelijk is toegestaan;
c. de hoeveelheid melk, welke de betrokken melkveehouder
ingevolge eenige wettelijke bepaling mag uitventen of voor
huisverkoop of verkoop bij wijze van burenplicht mag be
stemmen.
6. Ontheffingen van bovengenoemde verplichtingen kunnen
verleend worden door den Provincialen Voedselcommissaris,
Anna Paulownastraat 22 te 's Gravenhage.
Bovenstaande voorschriften zijn bindend op grond van het
Zuivelbesluit 194- (Bestemming der melk), terwijl overtredin
gen gestraft zullen worden. 8543
Officieele publicatie van het Departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
AFLEVERING ZEILEN
De Directeur van de sectie confectie van het Rijkstextiel-
bureau en het Rijksbureau voor wol en lompen, Heerengracht
470, Amsterdam, hiertoe gemachtigd door den Secretaris-Gene
raal van het departement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart, maakt bekend, dat met ingang van heden zeilen, bestemr
voor binnen- en zeescheepvaart alleen zullen mogen worden
afgeleverd op een door de sectie confectie te verstrekken afle
veringsvergunning.
Deze afleveringsvergunningen zullen alleen verleend kunnen
worden aan hen, die ingeschreven zijn bij de sectie confectie.
Zeilmakers, die nog niet zijn ingeschreven, dienen onver
wijld tot genoemde sectie het verzoek tot inschrijving te
richten. 8568