BRITTEN TERUGGESLAGEN BEZUIDEN
DAMASCUS
ZATERDAG 21 JUNI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BUD PAG. 5
ENGELSCHE VLOOT
BESCHIET DE KUST
FRANSCH LEGERBERICHT.
Het Fransche legerbericht van gisteren
luidt ais volgt:
De Britsche inspanning is gisteren zon
der succes gericht geweest op Damascus
en Merz-Ajoem. De Indische en Engelsche
troepen, wien het gelukt was in de streek
ten Zuiden en Zuidwestelijk van Damascus
verder op te rukken, zijn door onze pant
ser-af deelingen aangevallen en teruggesla
gen. Daarbij werden vierhonderd gevan
genen gemaakt.
In het bergachtige gebied van den Noor
delijken Libanon is op den middag van den
19den Juni een op Merz-Ajoem gerichte
aanval afgéslagen. In den loop van deze
actie maakten wij tachtig gevangenen.
Aan de kust zetten de Britsche vloot-
eenheden de beschieting van onze stellin
gen voort. Uit den sector van den Euphraat
valt niets te melden.
Ons luchtwapen heeft zijn verkennings
actie voortgezet en gisteravond doeltref
fend vijandelijke troepen-concentraties in
de streek ten Zuiden van Damascus gebom
bardeerd.
VERBITTERDE STRIJD.
D.N.B. meldt verder, dat volgens de laat
ste te Vichy ontvangen berichten van het
Syrische oorlogstooneel, op het oogenblik
voor de Syrische hoofdstad verbitterde ge
vechten worden geleverd. Het feit, dat de
Engelsche vloot weer voor de Libaneesche
kust is verschenen, heeft de situatie voor
de in dit gebied in den strijd geworpen
Fransche troepen opnieuw bemoeilijkt,
daar de Engelschen met hun scheepsgeschut
systematisch de Fransche stellingen aan de
kust bestoken. Voorts wijst men er op, dat,
gezien het heete klimaat? van de Fransche
troepen buitengewoon veel gevergd wordt,
daar zjj voortdurend In den strijd gehouden
worden.
Volgens United Press wordt officieel uit
Beiroet gemeld, dat een Britsche Hindoe-
brigade het enkele kilometers ten Zuiden
van Damascus gelegen vliegveld korten tijd
in bezit heeft gehad, maar door een Fran-
schen tegenaanval is verdreven. De haven
van Beiroet is in de laatste twee nachten
en Donderdag ook tweemaal overdag door
de Engelschen uit de lucht gebombardeerd,
zonder dat ernstige schade werd aange
richt.
ENGELAND ZWIJGT.
Terwijl geheel Engeland met de grootste
spanning op de overwinningsberichten van
den val van Damascus of Beiroet wacht,
zoo vervolgt D.N.B.hebben, volgens de
Londensche pers, de Britsche militaire in
stanties wederom den geheelen dag ge
zwegen: geen nieuws uit Syrië. Pas gister
avond werd in een communiqué bekend
gemaakt, dat van den val van Damascus of
Beiroet in 't geheel geen sprake kan zijn
doch dat integendeel bij de gevechten langs
de kust in de richting van Beiroet de z.g.
troepen van de Gaulle het zeer moeilijk
hebben.
Woordelijk wordt in dit communiqué ge
zegd: de troepen van de Gaulle houden
stand in hun stellingen aan de kust, of
schoon zeer zware tegenaanvallen worden
uitgevoerd door de troepen van Vichy, die
numeriek zelfs superieur zijn. Voor de eer
ste maal is thans, naar de pers hier con
stateert, van Engelsche zijde deze veront
schuldiging van de numerieke meerder
heid van den vijand in het geval van Syrië
gebruikt. Men kan er zeker van zijn, dat
het Engelsche publiek thans niet meer met
spanning, maar met de grootste bezorgd
heid en ontwikkeling van de gevechten in
Syrië te gemoet ziet, wanneer dergelijke
uitlatingen van bevoegde militaire zijde
komen over beweerde vijandelijke superio
riteit in aantal.
AMERIKA EN DE OORLOG
De sluiting der consulaten
DUITSCHEANDS NOTA AAN DE V.S.
Naar aanleiding van de Donderdag aan
den Amerikaanschen zaakgelastigde, te Ber
lijn overhandigde Duitsche nota, verklaar
de men in de Wil'belmstrasse? dat een op
treden tegen de Aimerikaainsche consulaten
al lang noodig was. De hoeveelheid mate
riaal over de voor den staat nadeelige ma
chinaties der Ameriikaansche consuls en
over de levering van bepaald! materiaal aan'
een srpeciale centrale te Washington, waar
over het ministerie van Buitenlandsche Za
ken beschikte, was zoo groot geworden,
dat een ingrijipen van Duitsche zijde nood
zakelijk leek. Men wees er in de Wilhekn-
strasse op, dat de Duitsche regeering uit
kiesohheid en grootmoedigheid er tot dus
ver steeds weer van had afgezien, dezen
onverdraaglijken toestand tot 'het voor
werp van een ernstigen stap te maken. Men
acht het echter begrijpelijk, dat, met het
oog op de maatregelen, die de Vereenigde
Staten inmiddels tegenover Duitsohland
hebben genomen, de overwegingen der
Duitsche regeerirug zijn komen te verval
len en een regeling noodig leek. Ontken
nend werd geantwoord op de vraag, of de
gisteren overhandigde nota moest wor
den beschouwd als een „vergelding" voor
de sluiting der Duitsche consulaten in de
Vereenigde Staten, waartoe onlangs bevel
is gegeven. Men wees er op, dat Duitsch-
land op dezen Amerikaanschen maatregel,
heeft geantwoord met een protest. Men
voegde hieraan toe, dat een Amerikaansch
antwoord op dit protest nog niet te Berlijn
is ontvangen.
De Washingtonsdh'e correspondenten van
de New Yorksdhe middagedities verwachten
algemeen, dat de Italiaansche consulaten
in de Vereenigde Staten gesloten zullen
worden. In een commentaar op de door
Duitschland en Italië aangekondigde slui
ting van de Amerikaansche consulaten
schrijft de New York Post", dat zoodoende
door één pennestreek de Amerikaansche
vertegenwoordigingen in veertien of vijf
tien landen zijn opgeheven. Het blad eischt
overigens den terugkeer van alle Ameri-
kaansohe staatsburgers tezamen met de
consulaire vertegenwoordigingen naar
Amerika.
BOODSCHAP VAN ROOSEVELT AAN
HET CONGRES VERWACHT.
President Roosevelt heeft gisteren vol
gens een bericht uit Washington, de pers
conferentie afgezegd, aangezien hij aan een
belangrijke boodschap werkt, die hij nog
gisteren aan de beide huizen van het Con
gres wilde zenden. In politieke kringen
wordt gezegd', dat deze boodschap 'klaar
blijkelijk betrekking heeft op belangen van
'buitenlandsch politieken aard, aangezien
Roosevelt getelefoneerd heeft met den on
gesteld zijnden staatssecretaris Huil en den
vieestaatssecretaris Summer Welles, de
eenigen, die betrokken zijn bij de redactie
van de 'boodschap.
AMERIKAANSCHE DUIKBOOT
VERLOREN GEGAAN.
Het Amerikaansche ministerie van marine
deelt mede, dat de Amerikaansche duik
boot „9"' na duikoefeningen ter hoogte van
Portsmouth niet meer aan de oppervlakte
is verschenen. Men vreest een ongeluk.
Deze duikboot is een der oudste van de
Amerikaansche duikbootvloot. De beman
ning bestaat, naar Associated Press meldt,
uit twee officieren en 31 manschappen.
SPOORWEGONGELUK IN ITALIë.
Trein no. 66 RomeBolzano is gistermid
dag ontspoord op het station San Giovanni
in Persiceto nabij Bologna. Er vielen twee
dooden en twee gewonden onder de reizi
gers. De machinist werd eveneens gewond.
Met denzelfden trein reisde Pavolini, de
minister voor de volkscultuur, die onge
deerd bleef.
De oorzaak van de ontsporing was de te
groote snelheid van den trein, die tegen de
instructie op een zijspoor de hier toelaat
bare maximum snelheid van twintig kilo
meter heeft overschreden.
KAART VAN PELT
HET SOLLOEM-FRONT.
Drie dagen lang hieeft de slag om en nabij Solloem geduurd; Britsche strijdkrachten
hadden felle aanvallen gedaan om zich van Port Bardia en Fort Capuzzo meester te
maken om zoodoende langs deze (belangrijke strategische posten 'hun front tot Tobroek
te verlengen.
Deze pogingen zijn mislukt; om niet in handen van de DuitsCh-Italiaansohe omsin
gelingsmanoeuvre te vallen moesten de Britten op htm oude stellingen terugtrekken.
De kaart geeft met dikke zwarte lijn het Britsche front aan na den slag nabij Sol
loem.
EEN JAAR GELEDEN
IN HET BOSCH VAN COMPIEGNE
Dat heden een jaar geleden, 21 Juni 1940,
toen in het bosch van Compiègne de Duit
sche wapenstilstandsvoorwaarden werden
medegedeeld aan Frankrijk, in zekeren zin
het nieuwe Europa* geboren werd, is de
leidende gedachte van alle beschouwingen
der Berlijnsche pers. In het licht van de
inmiddels ontstane verdere militaire en
politieke ontwikkeling bespreken de bla
den de gebeurtenis uit het gezichtpunt, dat
toen de betrekkingen tusschen Duitsch
land en Frankrijk op een verstandigen
grondslag geplaatst werden en vooral, dat
toen de ineenstorting begon der traditio-
neele continentale politiek van Engeland.
Zoo schrijft de j.Voelkischer Beobachter":
De weermacht van den Führer had niet al
leen de onnatuurlijke bevoorrechting van
de Europeesche randmogendheid Frankrijk
weggenomen, doch tevens eens en voor
altijd, den Engelschen elke loonende moge
lijkheid tot gewapende operaties en poli
tieke samenzweringen op het vasteland
ontnomen. Het blad zegt, dat thans steeds
meer Franschen inzien, welk een zinlooze
misdaad jegens Frankrijk het was amok
te maken voor de mooie oogen van de
Engelschen en den nationalen ondergang
op zich te nemen.- Alle Engelsche pogingen
om de zaak mooi voor te stellen en te ver
doezelen, kunnen niet de geweldige kracht
tegenhouden, welke heden een jaar ge
leden in het bosch van Compiègne de na
tuurlijke levensgrondslagen van Europa
herstelde: die kracht van den Fiihrer op
staatkundig en militair gebied, welke het
•perfide dwangsysteem uit den weg ruimde,
waarmede Groot Brittanië dit continent
veel te lang heeft durven overheerschen.
De „Deutsche Allgemeine Zeitung"
schrijft, dat de Führer in Compiègne een
streep heeft willen halen door het Duitsch-
Fransche verleden. Het is Engelands be
ginsel geweest uit het evenwicnt der mo
gendheden geen nieuwe ordening van
Europa van stabielen duur te laten ont
staan. Frankrijk heeft zich aan Engeland
onderworpen sinds de nederlaag van Napo
leon en ten slotte tot aan zijn eigen op
offering toe. Het Duitsche Rijk, opgegroeid
van den staat van Bismarck tot het Nat.
Socialistische Groot Duitschland, is ook ge
worden tot den drager van de Europeesche
revolutie.
De „Berliner Boersen Zeitung" noemt
de wapenstilstandsvoorwaarden een „his
torisch stuk" in zooverre, als het welbe
wust breede mogelijkheden voor nieuwe
wegen naar een nieuw Europa heeft open
gelaten. Ook in Frankrijk heeft men zich'
er inmiddels van overtuigd, dat aarzelen
en dralen slechts nadeelig kunnen zijn. Zoo
heeft het nieuwe Europa in wording steeds
vastere vormen aangenomen. Vergeten wij
niet, aldus het blad, dat wij op 21 Juni
1940 het begin van deze ontwikkeling voor
de toekomst beleefden.
De „Berliner Lokal Anzeiger" wijst er
op, dat het Frankrijk van maarschalk
Pétain begonnen is zich bezig te houden
met het denkbeeld van het nieuwe Europa.
De ontmoeting van den Führer met den
grijzen maarschalk na den wapenstilstand
noemt het blad een „symbolische bijeen
komst, welke de gebeurtenis in het bosch
van Compiègne in het licht van een keer
in de geschiedenis vertoont"
VERSPREID
OORLOGSNIEUWS
MISLUKTE ENGELSCHE AANVAL OP
LE HAVRE
Naar het D.N.B. verneemt, hebben Don
derdag Britsche bommenwerpers, begeleid
door talrijke jagers, getracht een aanval op
Le Havre te ondernemen. Onmiddellijk
stegen Duitsche jagers op, die zich op den
veel talrijker vijand wierpen en de Brit
sche jagers uiteendreven, zoodat de bom
menwerpers zich moesten verwijderen. De
bommen, die zij lieten vallen, kwamen in
zee terecht.
Van bevoegde Duitsche zijde wordt ge
constateerd, dat de Duitsche luchtmacht
bij de gevechten boven het Kanaal op 17
en 18 Juni 34 Britsche vliegtuigen heeft
neergeschoten, terwijl slechts 2 Duitsche
toestellen verloren gingen.
De Britsche bewering, als zouden gedu
rende dezen tijd veertien Britsche toestel
len en 25 Duitsche verloren gegaan zijn, is
niet in overeenstemming met de feiten.
ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
DUITSCHLAND
De R.A.F. heeft vannacht op verschei
dene plaatsen in Noordwest-Duitschland,
welke militair economisch onbeteekenend
Romeinsche castella te
Valkenburg
Het Zuid-Hollandsche Valkenburg, in de
eerste oorlogsdagen vorig jaar het middel
punt van veler belangstelling, is thahs we
derom voor velen een punt van bespreking
door de opgravingen, welke op het oogen
blik onder leiding van prof. dr. A. E. van
Giffen, directeur van het Biologisch-archaeo-
logisch Instituut te Groningen worden ver
richt naar de vroegere nederzetting der Ro
meinen.
Op verzoek van de Vereeniging Oud-Lei
den heeft prof. van Giffen gistermiddag een
excursie geleid, waarbij de thans aan den
gang zijnde opgravingen werden bezichtigd.
Deze Leidsche Oudheidkundige Vereeni
ging heeft de laatste jaren tal van interes
sante excursies op haar programma gehad,
doch een zooals nu plaats vond, behoort tot
een van de meest merkwaardige. Het is dan
ook geen wonder, dat de belangstelling on
danks den Vrijdagmiddag zeer groot was.
Per fiets en per tram trokken tientallen
naar het oude Valkenburg, aan de krom
ming van den Rijn zoo rustig in het Hol-
landsche landschap gelegen.
De deelnemers aan deze excursie onder
leiding van den secretaris den heer A.
Bicker Caarten, werden op het terrein der
opgravingen ontvangen door prof. van Gif
fen, die in het nabijgelegen oude schoolge
bouw. dat door de gebroken ruiten in de
zomersche temperatuur een heerlijke koelte
teweegbracht, allereerst in een heldere
uiteenzetting een welkome inleiding gaf
tot hetgeen de opgravingen beteeKenen en
wat zij te zien zouden geven.
De directe aanleiding tot deze opgravin
gen was een bespreking van de Rijkscom
missie voor Oudheidkundig bodemonderzoek
in verband met den wederopbouw van Val
kenburg. Daarbij is ter sprake gekomen de
kwestie of het de moeite zou loonen daar
ter plaatse een oudheidkundig onderzoek in
te stellen. Aan de hand van vroeger reeds
plaats gehad hebbende voorloopige onder
zoekingen meende men hierop bevestigerfd
te moeten antwoorden, zoodat eenige
maanden geleden onder leiding van prof.
van Giffen met dit werk begonnen werd en
nu reeds vele plaatsen zijn blootgelegd,
waaruit men tot de conclusie is gekomen,
dat dit 'onderzoek inderdaad loonend is ge
weest.
Toen prof. van Giffen nog conservator
was aan het Rijksmuseum voor Oudheden
te Leiden, kwam hij op een fietstocht in
1914 in Valkenburg, waarvan hij den indruk
kreeg, dat dit dorp een gewone terp was,
zoodat het vermoeden gewettigd bleek, dat
er een Romeinsche vesting in verborgen
lag. Spreker heeft toentertijd gevraagd bij
eventueel vinden van z.g. putten hem te
willen waarschuwen en toen dit het geval
was, bleek bij nader onderzoek, dat een er
van zeker in de Romeinsche vesting gelegen
was en gemaakt was in een muur, rustend
op een fundeering van puin, zooals die bij
voorbeeld bij de vesting Aerdenburg te
Middelburg. Een later onderzoek, gedaan
door een conservator uit Leiden, ging blijk
baar niet diep genoeg.
Nu heeft men na zeven a acht weken
werken aan de hand van de bevindingen
duidelijk een Romeinsche vesting kunnen
reconstrueeren.
Om zijn gehoor hiervan een duidelijk
voorbeeld te geven verklaart prof. van Gif-*
fen allereerst hoe zulk een Romeinsche
vesting in elkaar zat. Deze vesting was een
legerplaats of kamp, opgeslagen op een
rechthoekigen wal, waar de Romeinen hun
legerplaats of kamp vonden voor den nacht.
Een dergelijke legerplaats .is bij Ermelo
blootgelegd door dr. Holwerda op het grond
bezit van den heer Tutein Nolthenius. Spr.
beschrijft hierna de twee verschillende ty
pen van legerplaatsen, die uit de tweede
eeuw voor Christus en die uit den tijd na
Christus. Voor de tent van den veldheer
was een meer permanent gebouw ingericht,
daarnaast waren dienstgebouwen opgetrok
ken ofwel het pretorium, vergelijkbaar met
het Forum Romanum. Dit pretorium ligt
aan een van de hoofdwegen, de via princi
palis, de andere hoofdweg lig er midden op.
De via pretoria verdeelt de vesting in twee
vakken,'terwijl door de kruising vier vak
ken ontstaan zijn.
Toen men bij de opgravingen aanwijzin
gen vond, welke wezen op dien aard van
het inderdaad gezochte, had men een dui-
delijken wegwijzer om aan de hand van de
bestaande gegevens verder te zoeken. Zoo
werd tenslotte het geheele terrein, dat een
flinke oppervlakte beslaat, op de voornaam
ste punten blootgelegd. In het midden vond
men het pretorium, aan den noordkant de
poorten, een uitgang naar den westkant en
de bijbehoorende gebouwenresten die naar
het Oosten voerden. Hier stiet men even
wel op bijzondere grondmengselen, welke
er op wezen, dat men hier met aanslibbin
gen van den Rijn te maken had. Hieruit
valt af te leiden, dat de Rijn in vroeger tij
den meer westwaarts moet zijn afgebogen,
om later zijn loop weer te hervatten. Deze
grondmengsels liggen precies onder den
thans bestaanden weg ValkenburgKat
wijk. Uit den aard hiervan heeft men het
onderzoek in die richting niet verder voort
gezet.
Aan de hand van kaarten gaf. prof. van
Giffen hierna een vergelijking tusschen de
vondsten hier en die op het Domplein te
«Utrecht, waar eveneens een Romeinsch
castellum is blootgelegd. Het onderzoek was
hier evenwel gecompliceerder dan in
Utrecht. Het onderzoek wees namelijk uit,
dat onder het ontgraven steenen castellum
nog een houten blijkt te liggen.
Aan de hand van de geschiedenis vertel
de spreker vervolgens hoe volgens bevel
van Claudius uit het jaar 47 de Rijn de
grens zou worden van het Romeinsche Rijk
tegen de Germanen, zoodat deze rivier ver
sterkt moest worden met vestingen. Zeer
waarschijnlijk is het daarom, dat er tus
schen Utrecht en Valkenburg meerdere van
dergelijke vestingen bestaan hebben.
Valkenburg ligt aan een van de groote
Romeinsche wegen, welke we kennen van.
Nijmegen tot de zee. Deze versterkingen
waren gebouwd tusschen Maas en Rijn,
welke tezamen vloeide in het oude Lugdu-
num, waarvan men de ligging nog steeds te
vergeefs heeft gezocht.
Na deze uiteenzetting toonde prof. van
Giffen nog verschillende opgegraven voor
werpen, vooral brokstukken aardewerk.
Daaronder bevinden zich sierlijk bewerkte
vazen, zij het dan in stukken, voorzien van
een stempel van den pottenbakker. Daar
naast werden ook vondsten getoond, welke
er op wijzen, dat ook de bewoners dezer
landstreek zich aan deze kunst overgaven.
Men heeft zelfs kunnen vaststellen, dat er
voortbrengselen zijn uit de tijden der Kanl-
nefaten, der Merovingers en uit den tijd van
Clovis.
De excursisten waren natuurlijk zeer ver
rast, over hetgeen prof. van Giffen ten ge-
hoore bracht, als over de vondsten welke
hij kon toonen, maar nog meer tevreden was
men over het bezoek ter plaatse van de
opgravingen ,waar de verschillende onder
deden van het castellum duidelijk konden
worden waargenomen. Op sommige plaatsen
is men daarbij tot ruim 4 M. diep gegaan,
maar zoo diep hoefde men niet overal té
gaan om te kunnen zien, hoe de oude ge
bouwen "er moeten hebben uitgezien. De
reconstructie van het pretorium, van de
linkerpoort en de bijgebouwen is zeer
nauwkeurig; de diep in den grond liggen
de thans nagenoeg vergane balken wijzen
overduidelijk hoe het vroegere castellum
moet zijn opgetrokken geweest, en verschil
lende andere bijzonderheden dragen er toe
bij om het geheel tot een van de meest
merkwaardie opgravingen van den laatsten
tyd te doen zijn. Dat er by dit werk uiterst
minutieus moet worden gearbeid om de
grootendeels vergane balken niet te be
schadigen en de aardewerkvondsten zoo
zorgvuldig mogelijk te behouden, behoeft
niet gezegd te worden.
Aan het einde van de excursie heeft de
heer Bicker Caarten, die wegens ontstente
nis van prof. Idema de leiding had, prof.
van Giffen hartelijk dank gezegd voor zijn
uiteenzetting en rondgeleiding en hem de
verzekering gegeven, dat deze excursie tot
een der best geslaagde van Oud-Leiden zal
blijven behooren.
zijn, brisant- en brandbommen laten vallen
In eenige plaatsen ontstond onbelangrijke
schade aan huizen. Verscheidene burgers
werden gedood en gewond.
DE BRITSCHE SCHEEPS VERLIEZEN
Naar Reuter meldt, bedroegen de Brit
sche scheepsverliezen in Mei 461.328 ton.
De cijfers zoo wordt verder medege
deeld omvatten 73 Britsche schepen
(350.000 ton) 20 geallieerde schepen
(92.000 ton) 5 neutrale schepen (14.000 ton)
DE TOESTAND IN IRAK
In tegenstelling tot de Engelsche bewe
ringen is de rust in Irak nog steeds niet
hersteld. Het blad „Anis" meldt, dat de
Iraksche voorvechters voor de vrijheid in
vier groepen verdeeld zijn, waarvan de
eene aan de grens van Transjordanië, de
andere in het dal van den Euphraat, de
derde ten Noord-Westen van Mossoel en
de vierde in de woestijn tusschen Basra en
Bagdad een guerilla-oorlog voeren tegen
de Engelschen.
SPRINKHANENPLAAG IN EGYPTE.
Volgens een Reuterbericht uit Cairo
strijken in Egypte groote zwermen sprink
hanen, die uit de woestijnen in het Oosten
komen, neer. Soms zijn deze zwermen vier
kilometer lang en een kilometer breed.
Voorol in de provinciën Assoean en Ken a
in Boven-Egypte richten zij groote schade
aan. Het Egyptische ministerie van land
bouw heeft, volgens het bericht afdeelingen
specialisten naar de bedreigde plaatsen ge
zonden.
In de Senaatszaal van het Dogenpaleis te Venetië had op 15 Juni de officieele toetreding plaats van
Kroatië tot het Driemogendheden-pact - De Kroatische staatsleider dr. Pavelitsch tijdens zijn rede
(Orbls-Holland)