SPORT RECHTZAKEN Land- cn Tuinbouw DINSDAG 17 JUNI 1941 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 (faimgdeffi&acfUen INVAL IN EEN SPEELHOL - Het was de Haagsche recherche ter oore gekomen, dat in perceel Jurriaan Kokstraat 130 vermoedelijk hazardspel gespeeld werd. in verband waarmede de recherche gistermiddag omstreeks vier uur een inval deed. Nadat een rechercheur aan de huisdeur van het perceel, een portiekwoning, had aangebeld, werd de deur geopend, waarop onmiddellijk een groot aantal politieman nen, onder leiding van den hoofdinspecteur Lorie en de inspecteurs Monsma en Tese- ling, binnendrongen. Het bleek toen, dat in een kamer aan de voorzijde elf mannen zaten om een tafel, waarover een groen laken was gespannen. Hierop bevonden zich een roulette en verschillende bakjes met geld en fiches. Tevens bleek men zich te goed te doen aan bier. Begrijpelijker wijze waren de aanwezigen zeer verschrikt en alles wees er op, dat men reeds had gespeeld. De roulette, de fiches en het geld werden in beslag genomen, evenals het bier, terwijl alle aanwezigen in twee arres tantenauto's naar het bureau van den Justi- tieelen dienst A werden overgebracht. Daar zijn alle arrestanten aan een ver hoor onderworpen, waarna tegen acht per sonen proces-verbaal is opgemaakt, terzake van het deelnemen aan hazardspel. Deze acht personen zijn daarna heengezonden, tegen de overigen, den 40-jarigen bewoner van het perceel, den 46-j^rigen croupier en een 32-jarigen man werd proces-verbaal opgemaakt te zake het gelegenheid geven tot hazardspel. Bovendien werd proces verbaal opgemaakt wegens overtreding van de drankwet. RECHERCHEURS" PERSEN EEN HAGENAAR 2000 AF Zij kwamen huiszoeking doen Een Hagenaar is door drie tot heden on bekend gebleven mannen, die zich voor rechercheurs uitgaven, afgezet voor 2000, nadat de daders eerst huiszoeking bij hem hadden gedaan. Zaterdagmiddag omstreeks half driewerd bij een bewoner van de Pletterijkade aan gebeld. De vrouw des huizes was bood schappen doen en de bewoner was thuis met twee zoons van 15 en 17 jaar. Een der jongens trok de deur van het bovenhuis open en op hetzelfde oogenblik stormden drie mannen de trap op. Op het gerucht snelde de bewoner toe, om te kijken wat er aan de hand was. Hier is de politie, riep een der man nen, beken nu maar, wantswij komen huis zoeking doen. De bewoner was door dit optreden der „rechercheurs", die in burger waren, zoo overdonderd, dat hij de fout beging niet naar een legitimatie te vragen. Een der mannen posteerde zich beneden aan de trap, zoogenaamd om te zorgen dat de be woners er niet van door gingen, terwijl de twee anderen met den bewoner het ge- heele huis gingen doorzoeken. Wat zij zoch ten, vertelden zij er niet bij. Alle kamers werden geïnspecteerd en fen niets aan wat hun belangstelling had. alle kasten werden geopend, maar zij trof- Nadat de huiszoeking was geëindigd, wendde een der mannen zich tot den be woner en zeide: „Nu moeten wij u even fouilleeren". Men haalde den bewoner zijn portefeuille uit den binnenzak en door snuffelde den inhoud, welke bestond uit acht bankbiljetten van 100, benevens eenige biljetten van 25 en 10, in totaal een bedrag makend van 2000. Juist waren zij met het fouilleeren bezig toen de vrouw van den bewoner thuiskwam. Zij werd be neden opgevangen door den z.g. politie man, die vertelde, dat er huiszoeking door de politie werd gedaan en dat het noodig was, dat zij zoolang in de keuken in afzon dering bleef tot het onderzoek was afge- loopen. De vrouw vond het vreemd, doch voldeed aan het bevel. Nadat men het geld van den bewoner had afgenomen, haalde een der der man nen een papier te voorschijn en liet den be stolene teekenen voor het bedrag, dat hij had afgestaan. De mannen namen even wel dit papier -mede. Kort daarna verdwe nen zij met de mededeeling, dat zij naar het politiebureau aan den Rijswijksche- weg gingen, om daar met den officier van Justitie te telefoneeren over het resultaat van de huiszoeking. Daarna, zoo vertelden zij, zouden zij zoo spoedig mogelijk met een auto terugkomen om den bewoner te halen voor een verder verhoor. De familie was zoo beduusd door het op treden der mannen, dat allen gewillig ble ven wachtten tot de politie terug zou ko men. Na ruim twee uur gewacht te heb- SCHOOLSPOUTDAG DER LEIDSCHE SPORTSTICHTING Verschenen is het programma voor den schoolsportdag, welke op 21 Juni (Zater dag a.s.) gehouden wordt op de sport velden in den Leidsche Hout. De Leidsche Sportstichting heeft dezen bijzonderen Sportdag georganiserd voor de leerlingen der middenbare scholen. Mede werking wordt alzoo verleend door leer lingen van het Gymnasium, Gem. H.B.S., Gem. H.B.S. voor meisjes, Chr. H.B.S. en R.K. HBS. Des morgens te half tien vinden de al- gemeene repetftie, de drie- en vijfkampen en de voorronden der persoonlijke wed strijden plaats. Daarvoor moeten alle deel nemende jongens te 9 uur aantreden op den weg achter het sportterrein aan den Johan de Kosterweg. Des middags te 2 uur wordt de sportdag voortgezet, na een openingswoord van den burgemeester van Leiden, mr. R. N. de Ruyter van Steveninck. WANDELSPORT N. W. .-AVOND-VIERDAAGSCHE TE LEIDEN. De plaatselijke regelingscommissie deelt het volgende mede: Hoewel de deelname overweldigend is, bestaat er nog steeds gelegenheid om in te schrijven, zoowel voor jde avond-vierdaag- sche als voor de dagtochten aan de beken de adressen. Ook aan de start kan men nog steeds inschrijven. Voor eventueele belangstellenden laten wij het parcours hier volgen van den eer sten avond, Woensdagavond: Oud-Hortus- zicht, Witte Singel, Heerenstraat, Zoeter- woudsche weg, Vliet, brug over, Vliet rich ting Allemansgeest, Hofweg, Leidsche Straatweg, Treubstraat, Voorstraat, Leid sche Straatweg, Papenlaan, Rijksstraat weg, Rijndijk, Haagweg, Witte Singel. De start heeft plaats vanaf Oud-Hortus- zicht, Witte Singel 59, te Leiden. WATERPOLO POELMEER—SZC Hedenavond te 8 uur speelt Poelmeer in de zweminrichting „Poelmeer" een compe titiewedstrijd tegen SZC uit Schiedam. VOETBAL R.-K. SPORTVER. „DOCOS". Woensdagavond veldtraining. Alle leden worden verzocht aanwezig te zijn daar er iets zeer belangrijks is. 6.307.30 uur as piranten, 7.308.30 uur junioren, 8.30 uur senioren. SCHAKEN R.-K. S. C. „ZOETERWOUDE". Voor den wedstrijd tegen de R.-K. S. C. „De Twee Koningen" op Vrijdag 20 Juni a.s. is de samenstelling als volgt: 1. Pater C. Kauling, 2. H. Sieverding, 3. A. Paarde- kooper Czn., 4. C. Paardekooper Czn., 5. J. van Leeuwen, 6. P. Schouten, 7. H. Paar dekooper Czn., 8. A. Paardekooper Pzn., 9. J. van Heteren, 10. W. Yjnk, 11. E. van Niekerk, 12. W. van Vereen, 13, J. van Haaster, 14. G. van Bemmelen, 15. W. Fon- tijn, 16. P. Janson. De wedstrijd begint om kwart voor acht. Bij verhindering bericht geven aan een van de bestuursleden. BILJARTEN. BILJARTCLUB T. E. P. De inschrijving voor het Biljarttournooi 1941 overtreft alle verwachtingen. Heden avond is de laatste gelegenheid om zich op te geven voor het tournooi. Deze week beginnen de wedstrijdavon den niet om 8 uur, maar om precies 7.30 De opstelling voor a.s. Donderdag tegen de „Poedelaars" is als volgt: 1. A. Roden burg, 2. N. v. d. Krocht, 3. B. de Groot, 4. J. Meiman, 5. A. Kietjet. ben zonder iets te hebben gehoord, wilde de bewoner toch eens meer van het geval weten. Hij begaf zich naar het politie bureau aan den Rijkswijkscheweg, waar hij tot zijn grooten schrik vernam, dat hij' de dupe moest zijn geworden van drie op lichters, daar de politie van het geheele geval onkundig was! Kantongerecht te Lelden Verschillende overtredingen. I. B. te Leiden, had op 31 Maart roe keloos gereden met een bakfiets, nabij de Kabeljauws teeg te Leiden, zoodat hij een besteller van de P.T.T. omver had gereden, waardoor deze dusdanig werd gewond, dat •hij thans nog niet geheel genezen is. Eisch f 15 subs. 10 dagen. Uitspraak f 1.50 subs. 3 dagen. P. V. te Leiden had zijn woning niet voldoende verdiusterd, hetgeen hem f 6 subs. 3 dagen kost. De winkelier H. J. D. te Leiden had zich voor een dergelijk feit te verantwoorden en 'hij werd veroordeeld tot f 3 subs. 1 dag. C. V. te Katwijk aan Zee had zijn zoon, die nog geen achttien jaar is, er met een auto op uit gestuurd, zoodat het jongmensch natuurlijk geen rijbewijs kon vertoon en. Eisch f 10 su'bs. 6 dagen. Uitspraak f 6 subs. 3 dagen. L. P. v. d. B. te Noordwijker- h o u t was te Noordwijik aangetroffen, toen hij allang thuis had behooren te zijn. Hij gaf de .chuld aan zijn horloge, hetgeen niet hielp. Hij zal toch f 3 moeten betalen. De schipper H. A. te Alkemade had zonder vergunning van de bevraohtings- commissie een vracht stroo vervoerd van Rijipwetering naar Tilburg, zoodat hij ver oordeeld. werd tot f 5 subs. 3 dagen. De landbouwer A. v. d. V. te R ij n s- b u r g had zich te verantwoorden wegens dierenmishandeling. Hij zou een paard werk hebben laten verrichten terwijl het beest een wonde van eenige c.M. had waar op het gareel drukte. Er werden een groot aantal getuigen a décharge in deze zaaik gehoord, die volgens d'en ambtenaar niet vermochten te bewijzen, dat verdachte in deze zaak vrijuit ging of dat het feit niet zoo erg was geweest. Wel wilde spr. aan vaarden, dat de wond gedurende het rij den was ontstaan en dat het paard niet verwaarloosd werd. De eisch werd een geldboete van f 6 subs. 3 dagen. Na een uit voerige verdediging van den gemachtigde van de verdachte, Th. J. v. d. Heijden uit Leiden, die vrijspraak subs, de uiterste clementie vroeg, werd het schriftelijk von nis bepaald op over 8 dagen. Haagsche Politierechter De boot was niet aan. Toen op 4 Mei eenige personen te Roe- lofarendsveen, na eerst eenige biertjes genuttigd te hebben, met een boot overgestoken waren naar een andere ge legenheid, waar men bier verkoopt, kre gen zij daar de kous op den kop, want ze werden weggestuurd. Mogelijk was hun humeur daardoor al genigszins gedaald maar dit werd nog erger toen zij bemerk ten, dat eenige jongens de boot, waarmede zij gekomen waren, hadden weggehaald. A. W. B. was in toorn ontstoken en had den 17-jarigen schilder Bakker uit Roelof- arendsveen in het gezicht geslagen, ver volgens zijn rug een gelijkluidende bewer king doen ondergaan, om daarna over te gaan tot des schilders maag. Het slot van deze behandeling was geweest, dat dat ge deelte van des schilders anatomie, waarop de schilder en overigens de meeste men- schen plegen te gaan zitten, nog werd be handeld met een geschoeide voet. De jeugdige schilder kwam eventjes vertellen, dat hij pijn van deze gratis mep pen had ondervonden, waarna de Politie rechter B, die verstek liet gaan, veroor deelde tot een geldboete van 15.subs. 15 dagen, hetzelfde wat de Officier ge- ëischt had. De slagersknecht N. B. uit N o o r d w ij- k e r h o u t was ook tegenwoordig geweest bij „het feest" op 4 Mei. Ook hij was de dupe geworden van het wegnemen van de boot. Toen hij alom meppen uit zag deelen was hy er tusschen gesprongen en was om de vechtpartij te doen eindigenook maar meppen uit gaan deelen, van welke uitdeeling J. F. van Gerven er een had ont vangen. Gezien de buitengewoon goede bedoelin gen kreeg hij maar 5.subs. 5 dagen. Het heele meubilair verdween. Het was geen prettige ontdekking, welke mej. Jansje de Wekker te Leiden deed in April. Zij had een kamer verhuurd aan J. B. te Leiden en toen zij thuis kwam bleek, dat de huurder haar meubelen aan het verhuizen was. Zij miste o.m. zes stoelen, de tafel, spiegels, loopers, schemer lampen en wat al meer tot de aankleeding van een huis behoord. Zij kon natuurlijk niet goed vinden, dat haar eigendommen zoo maar verkocht en weggenomen wer den en dus was er een aanklacht, met wat daar aan vast zit, ingediend. Wat daar aan vast zit zal de verdachte B. te zijnert^jd wel merken, want hij werd, bij verstek, veroordeeld tot een maand gevan genisstraf. Een goede kennis van den vorigen ver dachte, zekere G. D. te L e i d e n, had zich te verantwoorden wegens heling. Hij zou als geschenk hebben aangenomen een kap stok, een bureau-kleed, gangloopers en een spiegel. Hij ontkende zulks ten stelligste, zoodat deze zaak werd aangehouden om den niet verschenen getuige te hooren. HAAGSCH GERECHTSHOF DE NASLEEP VAN DE KNOEIERIJEN OP HET DISTRIBUTIEKANTOOR TE LEIDERDORP. In hooger beroep zwaardere straffen geëischt. Het Haagsch Gerechtshof heeft zich ge- ruimen tijd bezig gehouden met de zaken tegen den koopman J. W. H. te Leiden en den boekbinder J. S. K. te Leiden, die in hooger beroep gekomen waren van hun vonnissen van de Haagsche Rechtbank, welke instantie hen wegens heling veroor deeld had tót resp. zes maanden en acht maanden gevangenisstraf. Zy hadden van den toenmaligen directeur van het distri butiebureau te Leiderdorp, H. S. M. van B., 'die deswege ook veroordeeld is door de Haagsche Rechtbank, een aantal goede ren, o.a. kleedingstukken en opplakvellen broodbonnen gekregen of gekocht, terwijl zij, volgens het ten laste gelegde hadden geweten of kunnen weten, dat deze goede ren dor van B. oneerlijk verkregen waren, omdat deze er geen zeggenschap over had. Beide verdachten voerden aan, dat zij zich niet bewust waren geweest van on eerlijkheid, omdat zij dachten, dat van B. over deze goederen mocht beschikken. Verdachte H. had buiten een aantal op plakvellen broodbonnen aldus eenige win terjassen en een regenjas „afgenomen", waarvoor later 12.was betaald. Verdachte K. had opplakvellen en kin- derkleeding gekregen, waarvoor later ook een geldsbedrag gegeven was. Beiden ble ven erbij, dat zij gedacht hadden, dat van B. bevoegd was tot deze dingen. De voormalige directeur van B. werd als eenige getuige in beide zaken gehoord en legde bezwarende verklaringen af ten op zichte van de beide verdachten. Verdach te K. was het met de verklaringen van v. B. niet eens en zeide, dat van B. geld schul dig was geweest aan H. en hij vroeg, hoe van B. aan het geld gekomen was voor nachtelijke champagnefuiven en voor het koopen van allerlei meubilair, waarbij K. als tusschenpersoon optrad. De procureur-generaal achtte tegen bei de verdachten het ten laste gelegde bewe zen en vond, dat er op een ernstige wijze geknoeid was. Verdachten voeren wel aan, dat zy over tuigd waren, dat van B. de bevoegdheid had om kleedingstukken weg te geven of te verkoopen, om van de opplakvellen met bonnen maar niet te spreken, maar daar staat tegenover, dat de verdachten konden begrijpen, dat kleedingstukken van den dis- tributiedienst-Leiderdorp voor Leiderdorp bestemd waren. De verdachten woonden in Leiden, dus hadden zij zich voor kleeding stukken moeten wenden tot den distribu- tiedienst-Leiden. Met alle omstandigheden rekening hou dend achtte spr. de straffen, door de recht bank gewezen te licht, reden om thans te gen H. acht maanden en tegen K. een jaar gevangenisstraf te eischen. Nadat de verdedigers van de verdachten, mr. Schaper en mr. Teelten, vrijspraak subs, de uiterste clementie hadden gepleit werd de uitspraak bepaald op over 14 dagen. RONDOM GESTOLEN VLEESCH. Ook hier veel zwaardere straffen geëischt. De bloemistknecht J. B. te L i s s e was aangehouden, toen hij gestolen vleesch ver voerde voor welk vervoer hij speciaal een v/agen had gehuurd. Erg frisch was het vleesch nu bepaald niet geweest, v/ant het lag onder een zoodjepaardenmest. Verdachte, die het vleesch vervoerd had, zeide niet te hebben geweten, dat het van diefstal afkomstig was geweest. Hij had ge dacht, dat het hier een smokkclarijtje was geweest. De Rechtbank had dit excuus ni.. aanvaard en verdachte veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. In hooger beroep vond de procureur-generaal deze straf te licht en eischte thans acht maan den gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen. De loswerkman J. V. te L i s s e kwam eveneens met het verhaal, dat hij gedacht had, dat het vleesch, hetwelk hij ging ste len, smokkelwerk was. Nitetemin had hij, in den nacht van 2 op 3 Februari, maar een flinke partij vleesch uit een schuur gesto len. Ook deze verdachte was in hooger beroep gekomen van het vonnis van de Haagsche Rechtbank, zijnde acht maanden gevange nisstraf. De procureur-generaal vond ook in deze zaak de straf te licht en eischte thans een jaar gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen. De derde verdachte, die er slecht af kwam, was de loswerkman B. W. te V o o r- h o u t. Bij hem had men een gedeelte van het gestolen vleesch onder de steenkolen verborgen gevonden. Wegens heling was hij in eerste instantie veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. In hooger beroep vond hij het geen he ling, maar clandestien vleesch voorhanden hebben. Jammer voor hem vond de procureur-ge neraal het wel heling en bovendien vond hij vier maanden gevangenisstraf veel te weinig, gezien het feit, dat verdachte reeds tweemaal veroordeeld is geweest. De eisch werd thans zes maanden gevan genisstraf. Vonnis over 14 dagen. HET BLOOTEN VAN WEILAND. Vele perceelen weiland zijn geel ge kleurd door de boterbloemen. De koeien laten deze planten staan, die scherp van smaak en vergiftig zijn. De boterbloemen hebben dan ook volop gelegenheid zaad te vormen en kunnen zich gemakkelijk uit breiden. Onze maatregelen zullen dat moe ten voorkomen en het weiland zou moeten worden gebloot, voordat kiemkrachtige za den gevormd zijn. Maar zelfs wanneer een gedeelte van de zaden reeds rijp is, is het nog van belang. Om de planten blijft gras staan, vooral in perioden van een flinken groei. En. evenals om de mestflatten, die niet verspreid zijn, vormen zich bossen. We krijgen een ongelijkmatige ontwikke ling en een minder goede zode. Voor het verkrijgen van goed weiland en de beste productie is het dan ook van veel belang, dat op tijd wordt gebloot. Is het aantal boterbloemen of bossen niet groot, dan kan dit met de zeis worden gedaan, bij een groot aantal kan men gewoonlijk be ter van de maaimachine gebruik maken. Wordt er weinig afgehaald en loopt er nog vee in het perceel, dan kan men het' af gemaaide laten liggen. De afgemaaide bo terbloemen verliezen bij uitdrogen vrij vlug'de scherpe smaak en worden wel door het vee gegeten. Heeft men echter veel moeten afmaaien, dan is het raadzaam om het in te kuilen of er hooi van te maken. Het kuilgras zal niet van beste kwaliteit zijn, noch het hooi, meest zelfs van slechte kwaliteit, doch men moet het dan niet beschouwen als een middel om nog wat goed winter- voer te winnen, maar uitsluitend als nut tig voor het weiland. Als men flink wat heeft gemaaid en men laat dit liggen, gaat het rotten en groeit op die plekken in de eerste weken niets. Bovendien geeft een holle zode, die men dan krijgt, weer gelegenheid voor onkruidzaden, om zich tot planten te ontwikkelen. Een behoor lijke bemesting en het gebruik, waarbij een regelmatige ontwikkeling optreedt zooals bij omweiden, zijn de beste midde len om den groei van onkruiden tegen te gaan. Dat blijkt wel op de bedrijven, waar goed wordt omgeweid. In de voorjaarsmaanden een flink aan tal schapen weiden, is ook een uitstekend middel, om de boterbloemen te bestrijden, maar, als men geen schapen houdt, kan men met het bovenstaande ook eengoed resultaat krijgen. Het kost werk, maar het is wel de moeite waard. De Rijkstuinbouwconsulcnt, Ir. H. DE GRQOT. Rotterdam, 16 Juni 1941. FEUILLETON VetdwetiM naar het Engelsch bewerkt door A. J. HUISMAN. 31) Hij boog bij haar beleefdheid en haalde een krant uit zijn zak, waarin hij begon te lezen. En hoe gaat het met den alleraardig- sten mijnheer Foyle?, zei de prinses slee- pend. Ik hoop dat 'hij gezond is. Dezen keer was Blake niet op zijn hoede. Hij liet de krant zakken, alsof die gloeiend heet was en de vrouw lachte. Een oogen blik later 'schaamde hij zich. Ze had hem verleid zwijgend toe te geven dat hij een detective was. Een verbaasde ontkenning van zijn kennis met Foyle zou geëindigd kunnen zijn met een verontschuldiging ha rerzijds, als een vergissing. Ja, nu was het te laat. U bent dus een collega van Mr. Foyle?, vervolgde zij en ofschoon haar stem vrien delijk klonk, was er een spoor van spot in. Hoe allervriendelijkst van hem u mee te sturen om voor mij te zorgen. Ik had het vreeselijk gevonden die lange reis zoo al leen te moeten maken. Het genoegen is geheel aan mijn kant, zei Blake, dadelijk in overeenstemming met den toon, dien zij -had aangeslagen. Toch was hij niet heelemaal op zijn ge mak. Hij herinnerde zich de onaangenaamhe den, welke Waverley had ondervonden, en het speet hem half dat hij zijn kameraad niet in den trein had meegenomen. U moogt wel rooken, als u er lust in hebt, zei ze met een sierlijke handbewe ging. Ik weet dat u er trek in hebt. Dan kunnen wij praten. Ziet u, ik heb al zoo lang verlangd eens met een echten detec tive te praten. Uw werk moet zoo betoo- verend wezen. Langzaam haalde hy zijn sigarettenko ker uit zijn zak en zwaaide ze in zijn hand heen en weer. Hij had nooit te voren de prinses gezien, maar hij was zeker van haar identeiteit. Zoo, zei hij barsch, ik dacht dat u Mr. Foyle had ontmoet. Ik geloof zelfs dat hij u in de gelegenheid heeft gesteld gen deel van het werken der politiemacht te zien. Rookt u? Mag ik u een sigaret aanbieden? Zij zocht er een uit. Dank u. Maar dat was heel iets an ders. Ik vind het niet aardig van u dat u hierop zinspeelt. Dat was alles een vergis sing. Vergissen rechercheurs zich dik wijls? Haar air van verfrisschende onschuld prikkelde Blake. Hij lachte. Soms, gaf hij toe. Ik heb zoo juist een vergissing begaan door alleen in den trein plaats te nemen. Zij lachte muzikaal in haar amusement. Ik geloof, dat de man bang voor mij is, zei ze tot de zoldering. En toen meer direct tot hem: Welk kwaad zou een arm schepseltje als ik een grooten sterken man als u kun nen doen? Ik had gedacht, dat u verstan diger zou zijn. Gezond verstand is niet mijn sterke zijde, weerde hij af. En daarom bent u bang, sprak zij lachend. MrMr. Smith, John Smith. Mr. John Smith dan. Het is een goede Engelsche naam. Ik zal u geen kwaad doen. Maar als u mij uit 't oog zoudt willen ver liezen wanneer wy in Lverpool komen. Welnu? Dan zou het u 50 inbrengen. Hij schudde zijn hoofd. Ik vrees, prinses, dat u een verkeerd begrip hebt van de Londensche politie. Bo vendien heb ik u zoo juist verteld dat ge zond verstand niet mijn sterke zijde is. Als antwoord haalde zij haar schouders op. De trein rolde verder. Zij lunchten sa men en babelden als oude bvrienden. Toen zij weer in hun eigen compartement terug gekeerd waren, en de trein Liverpool na derde, merkte Balke dat hy geen sigaret ten meer had. De prinses haalde een fijn geëmaleerd, met juweelen bezet etui voor den dag. Wil u er eentje van mij opsteken?, vroeg zij. Deze, als u van Egyptische houdt. Hij nam er een. Wat stak er voor kwaad »een sigaret op te steken? Maar toch, bin- n een half uur, toen de trein langzaam Lime Street Station inreed, stapte de prin ses alleen uit op het perron. In zijn hoekje van de coupé lag Blake snurkend te sla pen. DRIE EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Heidon Foyle en hoofdinspecteur Green liepen langs Westminster Pier heen en weer en keken naar een paar motorboo ten, die hen tegemoet voeren. Een scherpe wind had den binnenstoomenden vloed op gezweept tot een zeer goede imitatie van een woeste zee. Er waren drie mannen in elke boot. Wrington aan het stuur in een en Jons, zijn luitenant, die de andere stuurde. Het zal een koud baantje worden, merkte Foyle op, terwijl hij zijn kraag op sloeg en hard op» de bevroren planken stampte. Ja, gaf Green toe. De booten waren naar den oever geko men en gleden langs de kade weg, nadat de beide rechercheurs waren ingestapt. Zij gingen langs de rijen schuiten, die aan de zuidzijde gemeerd lagen. De groep rechercheurs, met steeds waakzame oogen spraken zacht met elkaar. Zij hadden niet veel hoop huy prooi nu reeds te vinden. Het onderzoek was alleen maar een voor zorgsmaatregel. Nu en dan stopte een van de booten en een man klom aan boord van een schuit, binnen enkele minuten hoofdschuddend te- rugkeerend. Foyle en Green lieten alles aan de rivierpolitie over. Ze kenden hun werk. Maar hoe snel ze ook werkten, ze kwa men langzaam vooruit. Onrustig keek Foy le op zijn horloge. Het begon reeds te sche meren en de lichten van de brug weer kaatsten in fantastische vormen in het don kere water. De chef sprak met lachte stem tot Wrington, die met een scherpen hoofd knik toestemde. U hebt gelijk, mynheer. Als wij nu nemen die het meeste kans geven, kunnen wij de andere laten tot wij klaar zijn. Wij zullen verder gaan. Vooruit, jongens. De twee booten schoten vooruit, onopge merkt voortglijdend in de schaduw der schuiten. Het was moeilijk werk in de toe nemende schemering. Bij Londen Bridge staken zij naar den overkant over en hier begon de eigenlijke jacht. Wrington signaleerde dat de lichten gedoofd moesten worden en zij slopen voor uit, twee zwarte vlekken op het zwarte water. Eens ontsnapten zij nauwelijks aan het gevaar een douane-boot aan te varen en stemmen vloekten hevig tegen hen in de duisternis. Er is een nieuwe nachtwaker in een ry schuiten even boven Tower Bridge, fluisterde Wrington in spanning. Wij zul len het daar eerst probeeren. Spreek zacht als u wat te zeggen hebt, mijnheer. Het geluid reikt een heel eind ovei* het w,a- ter. Aha, hier is het. Foyle had goede oogen, maar hij kon al leen een vlek onderscheiden op de plek, waarheen Wrington wees een vlek, met een klein puntje flikkerend licht. De twee motorbooten voeren langzamer en nader den als het ware op hun teenen aan weers zijden de schuit. Toen zich dichterbij wa ren, nam de vlek den vorm aan van een schuit aan een lang touw. Stop!, beval Wrington. Wil u met mij boord gaan?, Ready! Terwijl zij langs den kant van het schip schuurden, sprongen er twee mannen aan boord. Green en Jones waren aan den an deren kant er op gesprongen. De chef gaf fluisterend een bevel en de drie anderen gingen om een kleine dekkajuit heenstaan, terwijl hij de deur opende en naar binnen ging. Het was binnen geheel donker en de reuk van oude tabaksrook drong in zijn neus. Hij stond stil en streek een lucifer aan, zich op alles voorbereid houdend. Een ge stalte zat te slapen in een stoel aan de an dere zijde der kajuit: Foyle stak sluipend over en sloeg stilletjes zijn armen om het middel van den man, diens armen met al zijn kracht tegen zijn zijden drukkend. De man, plotseling ontwakend, worstelde he vig. Houd je stil!, beval Foyle, met kracht zijn greep vasthoudend. Hé, Green, Wring- ton, helpt mij een handje. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5