£eefcepstaat. fDe ffiütódle duik 'ui Sydë Qemengdeffi&acfiten ZATERDAG 14 JUNI 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 HET SLOT Stnpido geeft een solo ten beste Wat beteekent het woord Mis? Het laatste evangelie is het be gin Vreemd gedrag van den pastoor. „En nu niet zoo somber kijken!" pleit te en soebatte Pastoor als een. fotograaf, die een kiek wil maken vain dreinende kinde ren. Stupido keejc sip, de heer Nix keek strak en, ten einde raad, dook de Pastoor in zijn bureau, haald'e een kistje sigaren oude oogst voor den dag. „Ais dat niet helptmompelde hij Het hielp. „Ende blauwe bantoes waren op"! fluisterde Stupido in het oor van Nix, die hem met een verwijtend en veront waardigd gezicht het zlwijgen oplegde. Blauwe wolken van genot zweefden endeinden weldra door de ge zellige huiskamer, waarin het drietal voor de laatste maal bijeenkwam op de Mis te bespreken. De om krin gel ing van deze pro fane wierook-nevels schiep de juiste sfeer ■voor wat Pastoor noemde: „De slot-acte". „Oftewel het Ite, missa est" neuriede Stupido, met een ellen-lange uit haal. ^„Doe niet zoo zonderling" berispte de heer Nix. „Man" verdedigde zich Stupido ,,ök zirug de slotacte. Maar waarom zou 'het Iiiii van de epiloog zoo uitgerekt worden als een. „Bespaar ons de vergelijking" bad de herder. „Het was anders een heel fatsoenlijke" probeerde Stupido, maar Pastoor vond het welletjes. „Dat Ite, Mi s s a e s t" verklaarde hy ernstig „kim je wel geen potjes-La tijn noemen, maar het is tooh ongewoon Latijn, het gesproken Latijn van de derde of vierde eeuw en daaruit blijkt wel hoe oud èn deze woorden èn die door Stu pido zoo meesterlijk voorgedragen melodie zijn". „Wat beteekent het eigenlijk" vroeg de heer Nix. „Ite, missa est Gaat, het is de weg zending". „Naar ik oneen, is de naam: Mis daarvan afkomstig" zei Nix. „Vermoedelijk is dat niet juist" peins de de herder. „Het woord Mis wordt reeds gebruikt door Amibrosius en Augu st inus en beteekent inderdaad: wegzen ding. Maar vroeger waren er .twee weg zendingen. De formule aan het slot is ge bleven, maar de heeren zullen zich herin neren, dat in de eerste christeneeuwen „De niet-gedoopten na het Evangelie vriendelijk werden uitgenoodig de plaat te poetsen" toonde Stupido zidh. een dank baar leerling. „Omdat het hun niet was toegestaan de eigenlijke viering van de H. Geheimen mee te maken. Het is wel zeer waarschijnlijk, dat de Mis aan déze wegzending, welke dus feitelijk beteekent een geheimzinniigge af scheiding en bescherming van de H. Gehei men, haar naam dankt". „Men zou zeggen" meende de heer Nix „dat het Ite, Misa est, zoo luide uitgezongen het einde van de plech tigheid aangaf. „Dat was ook zoo" stemde Pastoor toe „maar is nu niet meer het geval Tegen woordig volgen nog de priesterlijke zegen en het laatste Evangelie". „Hoe zijn die erbij gekomen?" hoorde Stupido uit. „Wanneer je wel eens een bisschoppe lijke (pontificale) Mis hebt gevolgd, zal je gemerkt hebben, dat de bisschop het Laatste Evangelie oogenschijnlijk niet zegt". „Dat is zoo" onderschreef Stupido „na de plechtige zegen gaat de bisschop naar zijn troon". „En zegt onder het loopen door het Laat ste Evangelie* Zoo is nu de toevoeging na het Ite, Missa est ontstaan.. Het voorrecht van dien bisschap na de Mis de geloovigen te zegenen, is naderhand ook aan de ge wone priesters gegeven, evenals de gewoon te om het Laatste Evangelie te zeggen. Maar omdat een priester geen troon heeft. „Die stoel van u anders!" vermaakte zich Stupido. „....zegt hü het Laatste Evangelie, staande aan de evangelie-cdjde van, het al taar". „Geeft ook de priester op plechtige wijze zijn zegen?" vroeg de heer Nix. „Dat geschiedt zéér plechtig" ant woordde Pastoor „de priester buigt zich midden voor het altaar diep voor-over en bidt: O, Heilige Drievuldigheid! Moge de hulde mijner onderwerping u behagen, en geef dat het offer, het welk ik, onwaardige, voor de oogen Uwer Majesteit heb opgedragen, U aan genaam zij, en aan mij en aan allen, voor wie ik het heb opgedragen, door Uwe barmhartigheid tot verzoening strekke. Om Christus onzen Heer. Amen. Hierna kust hij voor de laatstte maal het altaar, heft handen en oogen ten. hemel als om Gods zegen af te trekken, buigt, terwijl hij begint: ZEGENE U DE ALMACHTIGE GOD uit eerbied voor den heiligen naam het hoofd, draait zich om naar de geloovigen, over wie hij een wïjdsoh kruisteeken maakt, en de zegenbede voortzettend, spreekt (hij: DE VADER, DE ZOON f EN DE HEI LIGE GEEST. Daarna leest hij het Laatste Evange lie". „Het is eigenlijk het begin van het laat ste" met deze snuggere opmerking maakte Stupido in «de oogen van Pastoor alles goed wat hij miszegd had. „Stupido heeft een goeie beurt" prees hij hem zoo ronduit, dat de begenadigde bloosde van plezier. „Het Laatste Evangelie is altijd het begin van het Vierde Evange lie, dat van St. Jan". „Niet altijd" kwam Stupido weer eens geweldig uit de hoek „want Zondag j.L werd het misboek omgedragen". „Gelijk heeft-ie" juichte Pastoor. „Het was Drieeenheids-Zondag, en omdat de Kerk rechtvaardig wil blijven, ook te genover haar eigen feesten, vond zij het UIT FRANKRIJK Fransctien houden stand bi) Sidon In 'het communiqué van het Fransche ministerie van Oorlog over de situatie in Syrië wordt verklaard, dat de druk van den tegenstander de laatste 24 uur in alle sectoren van het front is versterkt. Aan de kust kon hij tot in de nabijheid van Sidon (Sadïda) oprukken, waar de Fran sche strijdkrachten ondanks de hevigste bombardementen zoowel van de land- als de zeezijde, blijven standhouden. Bij Merdz Ajoem kon de tegenstander in een Fransche voorpostenstelling vasten voet krijgen. Ten Oosten van den Hermon zijn felle gevechten gaande. De recente beschieting van de haven van Beiroet wordt in dit com muniqué bevestigod, evenals de succesvolle actie van Fransche luchteenheden tegen ge motoriseerde vijandelijke af deelingen ten Zuiden van Sidon. In een eerder uitgegeven communiqué had het Fransche opperbevel bekend ge maakt, dat aan de kust sterke Britsche strijdkrachten de Fransche stellingen on der vuur hadden genomen. In het gebied van Merdz Ajoem is een aanval van vijan delijke pantserstrijdkrach'ten op het Lita- ni-dal afgeslagen. In het gebied van Damascus heeft de te genstander ten Oosten van den weg van Sidon naar Kissoeje een hevigen aanval ondernomen. In den nacht van 10 op 11 Juni heeft het Fransche luchtwapen in het gebied van Sanamaja en aan de kust vijandelijke for maties zondier eigen verliezen doeltreffend met bommen bestookt. Naar Ofi meldt, hebben Engelsche vlieg tuigen in den afgeloopen nacht opnieuw de haven van Beiroet gebombardeerd. De Fransche luchtdoelartillerie opende een hevig af weer vuur. BIJ MERDZ-AJOEM. Naar de Britsche nieuwsdienst volgens het D.N.B. meldt, is de in het Noorden van het Jajoemmeer (waarschijnlijk wordt hiermede Merdz Ajoem bedoeld. Red), strijdende Britsche colonne op „eenig ver zet van de Franschen" gestuit. De Austra lische infanterie, zoo meldt de bijzondere correspondent van Reuter, is de operatie begonnen in de hoop, dat de Franschen spoedig zouden capituleeren. Thans staat zij echter tegen een vijand, die vrij sterk is. De mitrailleurnesten en mortieren in het fort Clair bieden nog steeds tegenstand. Een Australisch officier heeft aan den Reu- ter-correspondent verklaard: „Wij waren verbaasd over het verzet van den vijand, dat door koloniale beroepssoldaten geboden wérd." De officier vertelde voorts, dat her haalde verzoeken aan de Franschen om zich over te geven door hen onbeantwoord zijn gebleven. Militaire, waarnemers meenen, dat de Franschen in den sector van Metul- la strijdkrachten concentreeren om den te genstander tegen te houden. De Italiaansohe consul-generaal te Bei roet is gisteren, naar United Press meldt, te zamen met andere Italiaansche officieele personen te Alexandrette aangekomen. Naar verluidt zullen alle Italiaanschedi plomatieke ambtenaren uit Syrië terugge roepen worden. In den Taurus-express zijn twee speciale wagons voor de Italianen ge reserveerd. Zij zullen naar Lstanboel rei zen om zich vandaar naar Italië te bege ven. Het D.N.B. meldt uit Vichy, dat het le gioen van Madagascar de verzekering heeft gegeven onbeperkt achter den per- niet goed, dat het evangelie van de, nog niet zoo lang geleden, officieel ingestelde Drieeënheids-Zondag het evangelie van den eersten Zondag na Pinksteren, dat de oudste rechten had, in den hoek zou du wen. Daarom werd dit laatste evangelie als Laatste Evangelie gelezen. Enkele ma len komt dit voor als twee gelijkwaardige feesten samenvallen". „Valt er over het begin van het St. Jans evangelie nog iets op te merken" train eerde de heer Nix, die geen zin had om op te stappen. „Dat ieder geloovige het zich tot een eer moest rekenen 'hét uit zijn hoofd te ken nen", gaf de herder tot taak mee. „Sommige menschen maken onder het Laatste Evangelie juist aanstalten om weg te gaan" wierp Stupido een balletje op. „Dat moeten zij weten" antwoordde Pastoor „maar wei-opgevoed is het niet. Jullie hebt wel gemerkt, dat ik niet van koude drukte houd, doch ik acht het een eisch van een heele gewone beleefdheid, dat de geloovigen wachten met de bank té verlaten tot de priester, die als hun ver tegenwoordiger en als gezant van God het H. Offer heeft opgedragen, zijn bonnet op zet en uit het priesterkoor gaat". „Er zijn dan veel onbeleefde menschen" zuchtte Stupido. „Dit is zoo" kaatste Pastoor terug. „Na de Hoogmis wordt...." begon Stu pido. „Ik sluit de openbare vergadering" hamerde Pastoor. „Ik vraag het woord voor een persoon lijk feit" wierp de sluwe Stupido op ta fel. „En dat is?" (Pastoor was er zelf nieuwsgierig naar). „We hebben al die tijd voor de lezers schuilevfekje gespeeld. Zullen we aan het eind onze maskers afwerpen?" „Dan zal ik eerst mijn toog uittrekken stelde de herder voor. „Waarom?" zongen beide heeren in koor. „Ja, waarom?" zei Pastoor met de hand op de deurknop „De Prediker ver maant: er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Heeren, mijn hartelijken en wei- gemeen den dank voor jullie onverdroten belangstelling"; De deur werd met een ruk gesloten,, en even later kwam Mina 'bedeesd binnen om mede te deelen, dat Pastoor op vacan- tie was gegaan. ARCANUS. soon en (het werk van den maarschalk te staan. Het veroordeelt iedere dissidentie. "Het 'bevestigt zijn hechte voornemen om met alle ten dienste staande middelen bij te dragen tot de verdediging der integriteit van het Fransche koloniale rijk. Deze bood schap heeft de voorzitter van het Fransche legioen van frontstrijders op Madagascar aan den gouverneur-generaal van Mada gascar gezonden. De gouverneur van het eiland Réunion heeft aan den Franschen minister van Ko loniën, vice-admiraal Platon, een telegram gezonden, waarin hij de aanhankelijkheid en trouw van deze Fransche kolonie in den Indischen Oceaan opnieuw tot uitdrukking ■brengt. Ten einde de verbinding met de Fran sche kolonie •Somaliland, die sedert maan den door de Engelsohen wordt geblok keerd, te handhaven, heeft de Fransche re geering, naar thans wordt medegedeeld, een geregelden vliegdienst ingesteld die ge meenschappelijk door de Fransche lucht vaartmaatschappij Air France, het Fran sche luchtwapen en de marine onderhou den zal worden. In de maand Mei zijn drie vluchten gemaakt. Ten slotte meldt het D.N.B. uit Vichy, dat het Fransche legioen van frontstrij ders te Marseille een solidariteitsbetooging heeft gehouden voor de strijders in Syrië en in een telegram van aanhankelijkheid aan maarschalk Pétain de verzekering ge geven, dat zij bereid; zijn voor de eenhéid van het imperium te strijden. De EngeLsche nieuwsdienst meldt over den toestand in Syrië, dat er „weinig ver andering in den toestand gekomen is. De centrale collonnes bevindien zich nog steeds ten zuiden van Damascus en de zijdeling- \sche colonnes ten ziuiden van Saïda. Men hoopt echter nog, deze plaatsen zon der slag of stoot te kunnen bezetten, door de Franschen te overreden, zich over te geven. VERSPREID OORLOGS NIEUWS De ravrtailleeringsmoeilijkbeden, die in Tobroek bestaan voor de daar ingesloten Britsche troepen, zijn sedert de bezetting van Kreta door Duitsche landingseenheden en door de vernieling van talrijke Britsche schepen nog toegenomen. Hoe groot het gebrek aan scheepsruimte voor de Britten op de .MiddellandSche Zee is, blijkt uit het feit, dat sinds weken al leen nog zeer kleine Britsche vaartuigen van nauwelijks 100 ton de vernielde haven van Tobroek trachten binnen te varen. Maar ook deze pogingen stranden op de waakzaamheid van Duitsche en Italiaan sche vliegtuigen. De laatste dagen is weer een vrij groot aantal schepen vernield in de wateren van Tobroek. Zij hadden voor een deel munitie aart boord en vlogen na het vernielende vuur der Duitsche wapens in de lucht. Drie groote bommenwerpers van onbe kende nationaliteit hebben Donderdag avond Gibraltar gebombardeerd. Zoo meldt United Press uit Madrid. Hoe groot de aan gerichte schade is, is niet bekend. De in de haven liggende oorlogsschepen en (het kustaflweergeschut richtten een bui tengewoon zwaar afweervuur op de vlieg tuigen. Tevoren was reeds om 8.20 uur een enkel vliegtuig boven de rots verschenen. Twee Britsche jachtvliegtuigen stegen on middellijk op en de onbekende machine verwijderde zich daarop in oostelijke rich ting, zonder bommen te hebben geworpen. Men neeimt hier aan, dat dat enkele vlieg tuig een Italiaansche machine was. D.N.B. deelt nog uit Algeciras mede, dat er drie bommen op de haveninstallaties vie len, die twee kruisers beschadigden, die voor reparaties in de haven lagen. Twee bommen kwamen neer in de nabijheid; van het radiostation en een in de haven aan den uitgang naar zee. Ondanks het woeden de vuur van het afweergeschut werd geen enkel vliegtuig getroffen. In de maand Mei hebben, naar aan het D.N.B. wordt medegedeeld, Duitsche jacht vliegtuigen aan het luchtfront boven En geland in den strijd tegen Britsche jagers 57 overwinningen behaald. Hierbij werden 41 Spitfire en 16 Hurri cane toestellen neergeschoten. De verliezen aan Duitsche jachtvliegtui gen aan het Britsche front bedroegen in dezelfde maand 17 vliegtuigen. SPANNING IN HET VERRE OOSTEN DE MALEISCHE STATEN IN GEVAL VAN OORLOG ONDER AMERIKAANSCH TOEZICHT. Het D.N.B. meldt uit Sjanghai: Het te Bangkok verschijnende dagblad Krangdeb Varasab meldt, dat de Maleische staten in geval van oorlog onder toezicht van de Vereenigde Staten zouden worden geplaatst. Dit bericht, dat volgens hier ontvangen inlichtingèn met het oog op de veelomvat tende militaire voorbereidingen op het Ma leische schiereiland te Bangkok allerwege het grootste opzien heeft gewekt, wordt door genoemd blad aangevuld met de me- De aartsbisschop van Lyon, kardinaal Gerlier, heeft aan generaal Franco een boodschap van maarschalk Pétain overhan digd, waarin de maarschalk zijn leedwezen betuigt over het feit, dat hij op het oogen- blik niet in staat is het bezoek van generaal Franco aan Montpellier in Februari te be antwoorden. Verder verklaart Pétain in zijn boodschap, dat na^r zijn meening de vriendschap tusschen Spanje en Frankrijk, waaraan hij zoo een groote waarde hecht, verder versterkt is. De boodschap besluit met de beste wenschen voor het welzijn voor Spanje en zijn leider. Het onderhoud tusschen generaal Franco en den kardinaal werd tegen het einde ook bijgewoond door den Franschen ambassa deur Pietri. Naar uit welingelichte Fransche kringen te Vichy verluidt, is de tweede protestnota der Fransche regeering, die de Fransche ambassadeur in Madrid, Pietri, onlangs heeft overhandigd aan den Engelschen ambassa deur, sir Samuel Hoare, gehouden in den meest beslisten vorm. De Fransche regee ring stelt in de nota opnieuw bij zonderen prijs op de constateering, dat in Syrië uit sluitend en alleen Franschen strijden. Voorts worden de Engelsche regeering de gevallen ter kennis gebracht, waarin de Engelsche gevangenen uitdrukking hebben gegeven aan hun verbazing, dat zij zich in de gevechten tegenover Franschen bevon den. Op grond van deze ondubbelzinnige bewijzen wijst de Fransche regeering in de nota op de scherpste wijze de door Enge land opgegeven voorwendsels voor den op- marsch in Syrië van de hand en herhaalt haar energiek protest tegen dezen overval. NIEUWE FRANSCHE JODENWETTEN. Naar de Fransche secretaris-generaal voor Joodsche vraagstukken, Vallat, mede deelt, verschijnen vandaag in het Fransche staatsblad twee omvangrijke wetten, waar van de eerste aanmerkelijke verzwaringen van den thans geldende Jodenwetten bevat en de tweede een algemeene telling van de Joden in geheel Frankrijk gelast. De verscherping bestaat hierin, dat tal rijke beroepen, vooral in het bank-, beurs en makelaarsbedrijf, voortaan niet meer voor Joden toegankelijk zijn. Een volstrekt verbod bestaat ook voor alle taken van werkzaamheid, die met radio, pers en film verband houden. Voorts wordt een nume rus clausus voor Joodsche studenten inge voerd. Voor de pers heeft Vallat de nieuwe maatregelen toegelicht en verklaard, dat de definitieve oplossing van het Joodsche vraagstuk in Frankrijk pas na den oorlog kan worden bereikt, daar het thans onmo gelijk is de op Fransch gebied woonachtige Joden te evacueeren. Ernstige problemen voor Frankrijk IN 50 JAAR TIJD WERDEN TWEE MILLIOEN BOERENHOFSTEDEN VERLATEN. Een V.P.B. medewerker schrijft: De vlucht van het land en het achteruit gaan van den landbouw vormen een ernstig probleem voor Frankrijk. De plattelands bevolking, die in 1846, dus bijna een eeuw geleden, nog 70 pet. van het totaal aantal inwoners uitmaakte, was in 1935 tot 35 pet. geslonken. Dit verschijnsel is des te merk waardiger, omdat Frankrijk uiteraard een agrarisch land is. Wanneer dus de boer zijn land in den steek laat, wijst dit op een ver slapping van de geestelijke energie. Het is een gevolg van de industrialiseering en den trek naar de stad. Men heeft van oudsher het land beschouwd als een object, dat ren te moest afwerpen. Op deze wijze ontstond het pachtsysteem. De bebouwer van den grond is in den regel niet de eigenaar, die daaraan van geslacht op geslacht door on verbrekelijke banden verbonden is. De pachters hebben elke gelegenheid, die zich voordeed, aangegrepen om naar de stad te trekken, waar zich betere vooruitzichten voor hen openden. Sedert het midden van de vorige eeuw gaat, in twee derden van de Fransche departementen de bevolking voortdurend achteruit; in sommige depar tementen bedraagt deze achteruitgang zelfs 50 pet. In den loop van de laatste 50 jaar zijn in Frankrijk 2.000.000 boerenhofsteden verla ten. Dien overeenkomstig is het braak lig gende land geweldig in omvang toegeno men. In 1913 waren het 3,8 mill. H.A., in 1932 5,4 mill., in 1937 5,7 mill. H.A. Gedu rende hetzelfde tijdsverloop ging ook de opbrengst van de landbouwproducten sterk achteruit (zonder de veeteelt mede te reke nen). In de jaren 1909 tot '911 bedroeg deze gemiddeld 11 milliard goudfrancs. In 1932- 1936 nog slechts 9,7 milliard per jaar. Het inkomen van den landbouwer vormt nog slechts 12,5 pet. van het totale volksinko men, terwijl de boerenstand toch nog 35 pet. van de bevolking vormt. Van 1902 tot 1912 bracht de graanoogst gemiddeld 8900 millioen K.G. op, van 1928 tot 1937 daaren tegen nog slechts 7900 mill. K.G. In 1880 voerde Frankrijk nog groote hoeveelheden graan uit; kort voor den wereldoorlog moest het jaarlijks 200 mill. K.G. invoeren. In 1922 was deze invoer gestegen tot 1500 mill. K.G., later steeg zij zelfs tot 2000 tot 2500 mill. K.G. Frankrijk staat voor een ernstig probleem. Naarmate het land meer wordt verlaten, gaat ook het geboortecijfer achteruit. Ook in dezen zin moet men het woord van maarschalk Pétain verstaan: „Elk stuk land, dat onbebouwd blijft lig gen, is een stuk van Frankrijk, dat af sterft". dedeeling, dat de gouverneur, Sir Shenton Thomas, reeds dienovereenkomstig instruc ties aan de plaatselijke autoriteiten heeft gegeven en de Maleische bevolking heeft aangespoord rust en orde te bewaren, in dien deze ernstige situatie zich mocht voor doen. V/arm te-hqofdpijn verdrijven dig stél. Doös 10 en 50ct. DE MOORD BIJ RIJSBERGEN. Nader wordt aan de „N. R. Crt." gemeld: De door ch\ J. P. L. Hulst verrichte sec tie heeft uitgewezen, dat het drama zich anders heeft toegedragen dan aanvanke lijk w^rd gedacht. G. blijkt namelijk niet door leen, doch door twee revolverschoten te zijn gedood. Bij de sectie vond dr. Hulst nog een schotwond in den rug, waarvan de kogel aan de voorzijde het lichaam heeft verlaten en daar tusschen de klee- ren werd aangetroffen. G. schijnt dan ook door den moordenaar lafhartig in den rug te zijn geschoten, waaruit tevens het slin gerende wegspoor van het rijwiel is te verklaren. Daarna heeft de moordenaar zijn zwaargewond slachtoffer in de grep pel geworpen om hem daar op een af stand van nog geen halve meter met een schot voor zijn voorhoofd af te maken. Bij het vinden van het lijk was wel opge vallen, dat de rechterhand onder de jas tegen de borst lag gedrukt, doch niemand heeft opgemerkt, dat de man behalve de schotwond door het voorhoofd ook nog een kogel in den rug had gekregen. Hier mede is thans wel tevens vast komen te staan, dat de moordenaar het opzet heeft gehad G. te dooden. De vermoedens in een bepaalde richting worden daardoor vèrsterkt en in die richting wordt het on- derzgek thans met kracht voortgezet IJe WIJKSTRA, DE MOORDENAAR VAN VIER VELDWACHTERS TE GROOTEGAST OVERLEDEN. In het krankzinnigengesticht te Eindho ven is in den ouderdom van 42 jaar over leden IJe Wijkstra, afkomstig uit Lucas- wolde (gemeente Grootegast), die in April 1929 door de rechtbank te Groningen werd veroordeeld tot vijftien jaar gevan genisstraf, wegens moord op de vier veld wachters van Grootegast, aldaar gepleegd einde Januari 1929. KETTINGHAND EL TE HENGELO ONTDEKT. De Hengelosche politie heeft weder een kettinghandel, die zijn oorsprong vond in frauduleuze slachting, tot klaarheid we ten te brengen. Men was tot de ontdek king gekomen, dat iemand, een zekere B., van een Almeloër vijf halve varkens had gekocht, welke van frauduleuze slachting afkomstig waren. B. deed dit vleesch weer van de hand en verkocht het aan een zes tal andere personen, waarvan een zelfs kooper werd van twee halve beestjes. Een der afnemers wist nog vier andere klan ten te vinden en zoo was de kettinghan del in vollen gang. De gemiddelde prijs bedroeg 1.75 per pond. De Almeloër, van wien het vleesch oorspronkelijk af komstig was, had zijn afzetgebied in Hen gelo echter niet tot één persoon bepaald en zoo kwam het dan ook. dat opnieuw vier ingezetenen van Hengelo tegen de lamp liepen. Het vleesch werd grootendeels in weck- flesschen aangetroffen, hetgeen de politie niet verhinderde te constateeren, dat het van frauduleuze slachting afkomstig was. In verband met deze frauduleuze slachting en. den kettinghandel, zullen 14 personen uit Hengelo worden vervolgd, mede naar aanleiding van een belangrijke overtre ding der prijsvoorschriften. De politie deed verder een inval in een woning, juist toen hier een gezelschap van twaalf personen broederlijk bijeen was, om niet minder dan 220 pond vleesch te verdeelen. Toen de politiemannen bin nenkwamen, stoven alle aanwezigen uit een, met medeneming van de pondjes vleesch. Het heeft de politie heel wat moeite gekost om dit vleesch te achterha len, doch tenslotte is men er in geslaagd. De geheele voorraad werd in beslag geno men, terwijl tegen het twaalftal proces verbaal is opgemaakt. Derhalve is het de politie te Hengelo dus in korten tijd gelukt 20 kettinghande laars op te sporen en te verbaliseeren. ZWENDELBANK GESLOTEN Het onderzoek inzake de door den Justi- tieelen dienst, afdeeling B., van de Haag- sche politie verrichte arrestaties bij een spe- culatiebank te 's Gravenhage, is thans zoo ver gevorderd, dat de volgende bijzonder heden kunnen worden vermeld: Het betreft de Haagsche Beursbank in de Kettingstraat. Directeur is de 52-jarige A. R. D. Ook is aangehouden de 62-jarige J. G. van den S. Beiden wonen te Voor burg. Z ijzijn voor den officier van justi tie geleid. Deze arrestaties geschiedden een paar da gen geleden. Deze week is ook de boekhou der aangehouden, doch reeds is gebleken, dat deze de minst schuldige is. Van der S. is de auctor intellectualis van de door de Haagsche Beursbank samenge stelde beurssyndicaten. In de door de bank uitgegeven 14-daag- sche circulaires, komen afwikkelingen van syndicaten voor, waarvan de daarin ge noemde aan- en verkoopen niet overeen stemmen met of in het geheel niet te vin den zijn in de boeken van de administratie der bank. Uit de boeken kwam vast te staan, dat bij de afwikkeling van syndicaten de totaal deelname aan die syndicaten hooger werd opgevoerd dan in werkelijkheid het geval was. Deze hoogere opvoering varieerde van 600 tot 12.000. Het gevolg is, dat de winst welke uitein delijk fictief is, verdeeld werd over een hooger bedrag aan deelname, zoodat aan de werkelijk bestaande deelnemers van een syndicaat te weinig werd uitgekeerd. Dit geeft aanleiding tot het constateeren van vermoedelijke verduisteringen. De bank is nu gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5