Voor de Kinderen
ZATERDAG 14 JUNI 1941
fr E1DSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. lft
S-
ErfeZd'" 1
L,r,
Het oHicieele in groene kleur uitgevoerde legitimatiebewijs, dat Iedere medewerker
en medewerkster van Winterhulp Nederland in zijn bezit moet hebben en op
aanvrage moet toonen (Pax-Holland)
OP UIT IN UW EIGE
N„ f. NATUUR!
Wat heerlijk is 't buiten!
Wat mooi, de natuur!
't Ontluiken van bloem en van blad.
Het gras In de weide,
•Het held're avuur:
Gods vrije natuur, is mijn schat
Wanneer ik dan 's morgens,
Gewekt door de zon,
Mij spelend beggf naar de Mis.
Dan schijnt er me
Binnen en buiten de zon.
't Lijkt alles zoo licht wat er is.
'n Lust, zoo te wand'len
Waar alles ons spreekt,
Van God, van Zijn goedheid en macht,
Het dartele vee,
Dat de stilte verbreekt
Na 'n weldoende rust in de nacht.
Wat kón het toch mooi zijn,
Dat alles, wat leeft.
De mensch hier op aard', groot en klein.
De aarde is, zooals ons
De Schepper, Die geeft,
Te mooi, om 'n hel steeds te zijn.
Het is toch niet noodig,
Die nood van het kind,
Dat snikkend z'n noodlot verdraagt,
Als ieder des morgens
Zijn dagtaak begint,
En., ned'rig Gods zegening vraagt.
Dan is weer ons leven,
Zoo mooi als voorheen.
Hem vragen we ons dagelijks brood,
Dan zien wij weer bloemen
En licht om ons heen,
't Is Vrede.Gods Almacht is groot.
Wie zijn jarig?
Van 15 tot en met 21 Juni.
Op 15 Jüni:
Rietje van Dorp, Sophiastraat 25.
Anton Dévilé, Hoogl. Kerksteeg 4.
Jaap van der Drift, Schenkelw. C 76a.
Dora van Moorsel, Heerenw. 123a, W'mond
Wim Harteveld, Zeemanlaan 37.
Frans Wesselman, B 207 R'veen.
Wim Klaver, Bankastraat 1.
Op 16 Juni:
Krienus Houdijk, Tuinstr. 75, Boskoop.
Rika Hoogervorst, Abspoeiweg 15a, Oegst-
geest.
Truusje van Egmond, B 42, R'veen.
Keesje van Winsen, Schoolstr. 19, V'schoten
Rietje Kozijn, Romenystr. 14, Voorhout.
Mathieu Bronsgeest, Zeemanlaan 57.
Walter Stol, Rijndijkstraat 38.
Leny Hoogenboom B 209 R'veen.
Corrie Breedeveld, Spoorstraat.
Rietje Klaver, Bankastraat 1.
Corrie v. d. Akker, N. Comm.llaan 4 te
Katwijk.
Op 17 Juni:
Betsy Snoek, Blokl. G 7 Nieuwveen.
Annie van Es, Middelstegr. 25.
Tommy van Steijn, Maria's Hoeve N'hout.
Bertus Haverkamp, Oranjestr. 64.
Freddy Kok, Vrouwenst. 6.
Josephine Vuurbouten, Galgew. 50.
Fietje van Bellen, Terweeweg 3 b O'geest.
Stientje van Amsterdam, de Wetstr. 26.
Op 18 Juni:
Cob a en Kees Zwetsloot, D 124, R'wetering.
Rietje Borst, Javastr. 22, Oegstgeest
Willem Rodewijk, B 522, R'veen.
Alie Hoek, Dorpsstr. 149a. Warmond.
Harry van Westerop, Kerkstr. 38, N'wijk.
N LAND
(Het Zuiden)
Op 19 Juni:
Tootje Heemskerk, O 186 R'wetering.
Theo Smakman, Kanaalstr. 207, Lisse.
Iet v. d. Top, Heerensingel 2a.
Bennie Post, Menneweg 13, Sassenheim.
Theo Meijer, Nico Damestraat 42, Lisse.
Piet Bocxe, A 97, Langeraar.
Cor v. d. Lindén, Hugo de Vriesstr. 57.
Theo v. d. Zon, Loolaan 56, Voorburg.
Marietje Salman Rijnd.str. 65.
Marietje Hartwijk, Burchtsteeg 4.
Nico Blom, Langebrug 99.
Nelly Vollebregt, Zegw. weg 39, Z'meer.
Op 20 Juni:
Sjaan van Barneveld, Leliestraat 2.
Bep de Groot, Prinsenstraat 73.
Johan v. Opheusden, Koninginnelaan 47.
Jopie van Westerop, Kerkstraat 38, Noord-
wijk.
Adriaan van Zwieten, Langeraar 214.
Rietje de Zeeuw, Langegr. 208.
Op 21 Juni:
Jan Zwetsloot, H. Rijndijk 161, Z'woude.
Jan van Kesteren, Kjimerl. Onnesl. 6.
Annie de Jong, Ruiterstraat 21.
Corrie Vreeswijk, St.weg C 92, Stompwijk.
Nellie van Haastrecht, N.-B. S 158, Zoeter,
woude.
Ik feliciteer de jarigen.
Oom Wim.
EEN BRIEF ALS VOORBEELD
door Rie Buël.
Beste Oom Wim,
Het regent, o, wat regent het.
Dit aardige versje schiet me ineens te
binnen, terwijl ik zoek naar een begin voor
deze brief en mijn oogen naar buiten dwa
len waar de regen gestadig neervalt. Al
zoo dikwijls had ik mij voergenomen, U
weer eens iets van me te laten hooren, maar
als je den heelen dag op kantoor gezeten
hebt, en je moet dan 's avonds nog naar
school, om het een en ander er bij te lee-
ren, dan begrijpt u wel, dat er niet zoo
heel veel tijd overblijft. Maar nu heb ik
meteen een goede gelegenheid, want ik wil
de U vragen, of U a. u. b. zoo vriendelijk
zoudt willen zijn, ons voortaan van de
verjaringslijst te schrappen. Ons, ja, want
ook namens Jan richt ik dit verzoek tot
U. Jan is 1-Juli jarig en 11 Maart a.s. ben
ik weer een jaartje oudt-r. Bij voorbaat
onze hartelijk dank voor de te nemen
moeite.
Zooals U hierboven al gelezen hebt, ben
ik nu op een kantoor werkzaam en ik moet
er meteen bijzeggen: het bevalt mij uit
stekend, hoewel het bijna altijd hard wer
ken is. Maar we kunnen wel tegen een
stootje!!
Brieven typen, doe ik graag en ik bof,
dat het nogal eens een keertje voorkomt.
Het kantoor is niet zoo erg ver weg maar
een minuut of 10 fietsen.
In Juli heb ik examen gedaan voor typen
en gelukkig ben ik daarvoor geslaagd. Nu
maar weer met frissche moed aan Steno
begonnen, en naar ik hoop met een even
goede afloop.
Terwijl ik zoo ijverig zit te schrijven,
kijk ik eens naar buiten en zie dat het nog
altijd regent. De straat biedt nu een troos-
telooze aanblik, 't is Zondags toch al nooit
zoo druk, maar nu heelemaal niet. De wei
nige menschen, die voorbij komen, loopen
allen even haastig onder de veilige be
schutting van een paraplu. Even is er een
kleine afleiding, als er een vliegmachine
overgaat, maar na 2 minuten is het weer
rustig en ik merk op, dat de regen toch
minder wordt Fijn, dan kunnen we voor
het eten nog even omloopen!
En nu, Oom Wim, raakt mijn nieuws-
D® bijeenkomst van den Führer en den Duce op den Brenner. Na de
besprekingen neemt Adolf Hitler hartelijk afscheid van Mussolini
(Orbis-Holland)
bron zoo ongeveer uitgeput. Ik hoop, dat
ik niet verveeld*) heb met mijn epistel
en dat u de hartelijke groeten wilt ontvan
gen van Vader, Moeder en Jan, maar vooral
van uw Nichtje
RIE VAN BUëL.
Heelemaal niet verveeld, integendeel
ik hoop nog vaker wat van je te hooren,
Rie! Gefeliciteerd met het Typen-examen
en succes voor 't Steno. Hoor ik nog eens
wat? Wederkeerig veel groeten aan je
Ouders en Jan.
Oom Wim.
Eenige versjes
van den
wedstrijd
No. 21. WINTER
door Jan van Dam.
De winter is in volle gang,
Het vriest nu eenige graden.
Dat duurt wel maanden lang,
Wat wij gaan doen, dat kunt u raden.
De winter is voor schaatsen toch,
Want dat is zeker mooie sport.
Jong en oud kan dat niet laten,
Dan is de winter nog te kort
Maar, wee de arme menschen nu,
Die zitten meest nu in de kou,
Voor hen is ied're winter vol ellende
Want zij zitten in het nauw.
No. 22. IJSPRET
door Esther Roeleven.
Koning Winter is gekomen,
Er is geen blaadje aan de boomen,
Baantje glijden, schaatsenrijden
Niet in 'n hoekje kou staan lijden.
Ook niet bij de kachel zitten
Ga liever met de prikslêe ritten,
Sneeuwballen gooien, allen raak
Dat is het fijne ijsvermaak.
Als de wedstrijd zal beginnen,
Denkt een ieder 'n prijs te winnen,
En krijgen wij eens vrij van school
Dan hebben we allen reuzen-jooL
Ieder ziet men op de plas
Zelfs de kind'ren van de laagste klas.
En is er van het ijs niets meer te zien,
Dan zijn we ook weer blij als oude liên.
No. 23. MIJN OMA
Een Rijmpje van Gonnie.
Vervolg II.
Zij zit altijd in de crapeau,
Dat stelt ze zeer op prijs!
Die stoel is laatst geheel vernieuwd,
En ziet er keurig uit!
Is nu werkelijk weer als nieuw,
En schitterend, als een bruid!
Ja,- het is ook mooi donkerrood,
En echt gebloemd gobelin.
Oma vond de kleur ook fijn
En zit er makk'lijk in:
Wel is Oma 'n beetje stil,
Ock soms vergeet zij iets.
Maar weet je, ze is al oud,
En zegt: dat geeft toch niets.
Ja zeg, het gebeurt heel dikwijls ook
Nou, dat haar bril is zoek.
Mijn Moeke moet dan zoeken gaan,
Ock ik en broertje, Louk.
Eens, het is gebeurd dat Moe
De tasch niet vond van haar,
Maar Oma zat, zoo doodgewoon,
Er rustig op, nu reken maar.
En wat nu verder gebeuren ging
Vertel ik later dan;
Dus opgelet, tot spoedig ziens
Je weet er alles van.
(Wordt vervolgd).
U vraagt
1. Wie was „Nimrod"?
2. Wie zy'n de „notabelen" van een dorp?
3. Wat is „klei"?
4. Wie zijn kleurenblind?
5. Ik las van „kleptomanie". Wat is dat?
6. Hoe groot is Chine en Japan?
VV'l) antwoorden
1. Was een geweldig jager en stichter van
het rijk van Babyion.
2. Van een dorp of van een stad zijn het
Önö koht u&iAaat
UIT DE NATUUR
De Kievit
door CAD IER
Einde Februari, begin Maart, als de
macht van den winter gaat tanen en deze
wreede vorst zijn tijd van heengaan ge
komen acht, komt de kievit uit verre ge
westen tot ons jerug. Zijn geroep is in het
begin klagend, maar betere dagen breken
weldra aan en dan wordt ook zijn roepen
vroolijk van toon, want de lente naderde,
de lente kwam! Nu zwaait en zwiert hij in
sierlijke zwenkingen door de lucht, buitelt
omlaag tot den grond, aldoor roepend,
het zelfde wijsje: „kievit! kievit!"
Ziet hij er niet parmantig uit met
zijn geleerde kop, die door een sierlijke
kuif getooid wordt? Kop en halszijden zijn
wit, de keel donkerzwart, het onderlijf wit,
de rug staalgroen met rooden weerschijn.
Een witte staart met zwarte vederspitsen
voltooid het bruine achterlijf. Met zoo'n
mooi pakje zal de kievit niet lang naar zijn
bruid behoeven te zoeken. Na de bruiloft
wordt het nest gebouwd. Met zijn hooge,
roodbruine pooten graaft hij in den grond,
zoowel in weilanden, bouwakkers of in de
duinen een kuiltje, dat hij bedekt met
grashalmen en plantenwortels. Tegen het
einde van Maart komen er 3 tot 4 eieren
in. Deze zijn olijfgroen van kleur met
aschgrouwe vlekjes en streepjes. Nu ko
men de menschen en halen de eieren weg,
want een kievitsei is heerlijk van smaak
en is een handelsartikel, waarmede nog
wel een dag- enweekgeld is te verdienen,
vooral in Friesland en op de Wadden
eilanden.
Volgens art. 3 van de Vogelwet is het
verboden eieren van de, in Europa, in het
wild levende, beschermde, vogels, waartoe
ook de kievit behoort, te rapen, doch dit
verbod is van 1 Februari tot en met 28
April niet van toepassing op de eieren van
kieviten.
Dit rapen moet men geenszins beschou
wen als een wreed bedrijf, want na de uit-
broeding van de eerste leg zouden de
meeste jonge kieviten toch omkomen door
de gure wind- en kille regenvlagen die de
maand Maart beheerschen. De kievit zorgt
wel weer voor een tweede broedsel en nu
worden de jongen, nadat de eieren 16 tot
17 dagen zijn bebroed, op een gunstiger
tijdstip van het lentegetij geboren.
De kievit verzorgt zijn jongen trouw.
Hjj tracht de plaats van zijn nest geheim
te houden door op verren afstand van het
nest uit vliegen te gaan. Ook is de kievit
zeer waakzaam en hij waarschuwt zijn
wijfje steeds wanneer maar het geringste
gevaar dreigt. Moeder kievit geeft de
jongen een lesje in het eten.
Het voedsel bestaat uit wormen, slakken,
larven en soortgelijke dieren. Weinige
uren na de geboorte maken zij reeds een
wandelingetje onder de hoede van hun
oudjes en leeren dan terstond hoe zij zich
bij gevaar tusschen grashalmen en planten
kunnen verbergen.
Van 's morgens tot 's avonds is de kievit
druk in de weer. Aan slapen schijnt hij
bijna niet te doen, want te midden van de
nachten hoort men nog: kievit-kievit.
In September trekken de eerste kieviten
weg naar de zonnelanden. Velen echter
verlaten ons eerst dan, wanneer de felle
winterkoude hun het verblijf hier on
mogelijk maakt.
de voorname, de aanzienlijke burgers; de
eersten van dorp of stad. Wie het zijn bij
naam, weet iedereen zelf wel te vinden.
3. Een fijn mengsel van kiezelzuur, alu
minium met zeer fijn zand vermengd!
4. Dat zijn die menschen, die niet in staat
zijn alle kleuren op een bepaalden afstand
te kunnen onderscheiden.
5. Dat is een ziekelijke gemoedstoestand,
waarbij de lijder lust tot stelen heeft.
6. China is ruim 300 maal ons land en
Japan 12 maal ons land.
Volgens u^'jioeid systeem Deze land
bouwer had zijn eg vervaardigd van
enkele balken-planken, een ketting en
eenige boomtakken (Pax-Holland)
CORRESPONDENTIE
Tootje Heemskerk, R p w e t e.
ring. Wel, wel Toontje, wat mooie kaart
heb jij me gestuurd kind! Daar wil je ze
ker moedertje wel voor bedanken. Je ver
jaardag is ingeboekt en den 19en van deze
maand kom ik jou feliciteeren, of ik ben
in den geest bij je. Dag Tootje! Groet va
der en moeder van me! Voor jou de hand
op den aa verjaardag!
Theo en Marie de W i 1 d e, L e i-
den. Zeker heb ik aan uw beider
wensch voldaan. Het doet me genoegen te
hooren, dat jullie ook voortaan ons kin
derkrant je zult blijven lezen. Ook voor
de grooteren valt er iets uit te leeren en je
weet wel: „U vraagt wij antwoorden"
ié vooral voor de grooteren bestemd, die
van school zijn en nog het een en ander
willen weten, wat nog niet recht duidelijk
is ofvergeten. En wat zijn nu jullie
groote plannen? Hoor ik dat eens! Dag Ma-
rie! Dag Theo! Veel succes in je verder
leven!
Bep van Rijt, Zoeterwou d e.
Dank je wel Bep voor deze bijdrage. Ik
heb me niet in jou vergist. Je had wel ver
geten een briefje erbij te schrijven, maar
dat zullen we maar te goed houden voor
een volgende gelegenheid, is wel? En
om je nu te oewijzen, hoezeer ik je mede
werking waardeer en omdat wij over
niet te veel plaats kunnen beschikken wil
ik vooral met het oog op den inhoud, de
twee versjes als slot over deze Correspon
dentie hier laten volgen. Daar is Bep en
vertelt jullie, hoe mooi ze de Lente vindt
en hoe dankbaar ze den goeden God is, voor
al dat moois, dat het jonge leven haar toont
in de volheid van heel de natuur, rondom
haar.
No. L JONG LEVEN.
door Bep van Rijt.
Met de zon, en met de lente,
Komt er leven in de wei.
Koe en schaap en paard en veulen
Alles dartelt even blij.
Licht en vroolijk hupt het leven,
Tint'lend in de zonneschijn,
Ja, de lente is iets heerlijk»,
En je voelt 't, het is fijn.
Bij de eerste zonnestralen
Die weer schijnen door het raam,
Kniel ik even voor m'n bedje,
En dan zeg ik: „In den Naam".
Jong is weer de dag begonnen,
En een glimlach om den mond,
Aan den slag nu, met z'n allen,
Spelen, want, dat is gezónd!
'k Heb konijntjes, dik en mollig,
Drie, pas zeven weken oud,
'k Wil ze altijd goed verzorgen,
Omdat ik er zoo van houd.
En 'n kloek met negen kuikens,
Klokt, beschermend in de ren.
't Jonge leven is het mooiste,
Wat ik op de wereld ken.
Naast ons hebben ze wat schapen
En de lamm'ren die er zijn:
Dat i3 mooi, die kleine oogen,
Kijken zoo onschuldig, rein.
Alles bij elkaar genomen
't Jonge leven is 't, wat het doet,
Alles kan ik samenvatten,
In dit ééne: God is goed.
TREK ER